INBOUW VACUÜM-SERVO-APPARAAT – MONTAGEMOGELIJKHEDEN
8.0 AANLEG BEDRADING EN MONTAGE VAN DE ELEKTRONICA-
MODULE (ZIE
✎✎
E 3 T/M H 1)
1. Voordat met de kabelaanleg wordt begonnen, moeten de klemmen van de accu worden
verwijderd.
2. Let erop dat bij het aanleggen van de elektronicamodule en de kabelstreng van de cruise
control de afstand daarvan tot de stroomverdeler, de ontstekingsspoel en de bougiekabel
minstens 30 cm bedraagt.
3. Zorg voor een geschikte montageplaats voor de elektronicamodule in de cabine.
Geschikte plaatsen bevinden zich onder het dashboard, achter het handschoenenvak of in
de middenconsole. Bedenk bij het kiezen van deze plaats dat u aan de elektronicamodule
instellingen moet doorvoeren. Houd bij deze keuze ook rekening met de lengte van de aan
te leggen kabelset (B 3).
4. Verwijder de eventueel aanwezige bekleding.
5. Voor het bevestigen van de elektronicamodule moeten twee gaten van Ø 2,5 mm worden
geboord. Plaats hiertoe de elektronicamodule op de gekozen plaats en markeer de
boorgaten. Bepaal vóór het boren, of genoeg vrije ruimte voor het doorschieten van de
boor beschikbaar is.
6. Bevestig de elektronicamodule met de plaatschroeven (B 11)
7. Stel de aard van de toerentaloverbrenging bij uw voertuig vast.
Mogelijkheid 1: U gebruikt de in de leveringsomvang inbegrepen
magneetsensor (zie hoofdstuk 11.0,
✎
I 2)
Mogelijkheid 2: U gebruikt het originele kilometerteller-signaal. Vele
voertuigen hebben een origineel kilometertellersignaal,
om bijvoorbeeldde geluidssterkte van de
radio snelheidsafhankelijk te regelen. Informatie
over de vraag of bij uw voertuig een origineel
kilometerteller-signaal aanwezig is, is te verkrijgen
bij uw garagehouder.