14. CROSSFADER: Gebruiken om kanalen 1 en 2 te faden.
15. HOOFDTELEFOON VOLUMEREGELAAR: Pas het volume van het hoofdtelefoonsignaal aan.
16. ECHO VOLUMEREGELAAR: Pas het echo volumeniveau aan.
17. KNOPPENCLUSTER:
MODE KNOP - Druk op deze toets om van modus te wisselen tussen SD, USB, MP3 en BT.
REPEAT MODUS - Druk eenmaal op de herhaalknop om alle tracks continu te herhalen, druk nogmaals op de herhaalknop
om alleen het huidige nummer te herhalen.
VORIGE - Drukken om naar het vorige muzieknummer te gaan. Houd ingedrukt om achteruit te scannen in nummers.
PLAY / PAUSE - Druk op deze knop om het afspelen te starten/hervatten of te pauzeren.
VOLGENDE - Drukken om naar het volgende muzieknummer te gaan. Houd ingedrukt om vooruit te scannen in nummers.
18. ECHO DELAY: Pas de vertragingstijd van het echo-effect aan.
19. MICROFOONINGANG: 6,3 mm (¼") ingang voor het aansluiten van een microfoon.
20. HOOFDTELEFOONAANSLUITING: 6,3 mm (¼") uitgang voor het aansluiten van een hoofdtelefoon. Hierdoor kan er vooraf
worden geluisterd (PFL-signaal).
ACHTERPANEEL
1. AAN/UIT SCHAKELAAR: Schakelt het apparaat aan of uit.
2. LUIDSPREKERUITGANG: Deze aansluitingen maken het mogelijk om luidsprekers aan te sluiten.
3. MASTER OUTPUT: RCA-connectoren om het toestel aan te sluiten op een versterker.
4. LINE 2 INPUT: Deze LINE-ingang kan worden gebruikt om CD/MP3-spelers, etc. aan te sluiten.
5. PHONO INPUT: Deze ingang kan worden gebruikt om een platenspeler aan te sluiten.
6. LINE 1 INPUT: Deze LINE-ingang kan worden gebruikt om CD/MP3-spelers, etc. aan te sluiten.
VERBINDEN MET BT
1. Activeer de BT-functie op uw apparaat (Mobiele telefoon, tablet etc.) waarvan u muziek wilt
afspelen. Zie de gebruiksaanwijzing van dat apparaat.
2. Gebruik de "BT"-modus om de BT-functie te activeren.
3. Selecteer “VONYX” op uw BT-apparaat en maak de verbinding.
Indien er om een wachtwoord wordt gevraagd, voer "0000" in.
Opmerking: De BT heeft een bereik van ongeveer 10 meter zonder enkele barrière.
AANSLUITSPANNING
Op het label aan de achterzijde van het product staat aangegeven op welke netspanning deze moet worden aangesloten.
Controleer of de netspanning hiermee overeenkomt, bij alle andere netspanningen dan aangegeven kan het apparaat
onherstelbaar worden beschadigd. Tevens moet het apparaat direct op de netspanning worden aangesloten en mag géén
dimmer of regelbare voeding worden gebruikt.
Sluit het apparaat altijd aan op een beschermd circuit (aardlekschakelaar of zekering). Zorg ervoor dat het apparaat
voldoende elektrisch is geaard om het risico op elektrocutie of brand te vermijden.