6
Alarm deactiveren* zonder werkende
transpondersleutel
280
Typegoedkeuring voor transponders-
leutels
282
RIJHULP
Snelheidsafhankelijke stuurkracht
290
Roll Stability Control
290
elektronische stabiliteitsregeling
291
Sportstand voor elektronische stabili-
teitsregeling
292
Symbolen en meldingen voor Elek-
tronische stabiliteitsregeling
293
Snelheidsbegrenzer*
295
Snelheidsbegrenzer activeren en starten
296
Snelheidsfuncties voor de snelheids-
begrenzer
296
Snelheidsbegrenzer deactiveren/
heractiveren
297
Snelheidsbegrenzer uitschakelen
298
Automatische snelheidsbegrenzer*
299
Automatische snelheidsbegrenzer
activeren/deactiveren
300
Tolerantie voor automatische snel-
heidsbegrenzer wijzigen
301
Cruisecontrol
302
Cruisecontrol activeren en starten
302
Snelheidsfuncties voor cruisecontrol
303
Cruisecontrol deactiveren/heractiveren
304
Cruisecontrol uitschakelen
305
Afstandswaarschuwing*
306
Afstandswaarschuwing activeren/
deactiveren en tijdsverschil instellen*
307
Beperkingen van afstandswaarschuwing*
308
Adaptieve cruisecontrol*
309
Adaptieve cruisecontrol activeren en
starten*
312
Snelheidsfuncties voor adaptieve
cruisecontrol*
313
Tijdsverschil instellen voor de adap-
tieve cruisecontrol*
314
Adaptieve cruisecontrol deactiveren/
heractiveren*
315
Inhaalassistent bij de adaptieve
cruisecontrol* of Pilot Assist*
317
Van doelvoertuig veranderen en
automatisch remmen met de adap-
tieve cruisecontrol
318
Beperkingen van de adaptieve
cruisecontrol*
319
Wisselen tussen cruisecontrol en
adaptieve cruisecontrol*
320
Symbolen en meldingen voor de
adaptieve cruisecontrol*
321
Pilot Assist*
323
Pilot Assist* activeren en starten
326
Snelheidsfuncties voor Pilot Assist*
328
Tijdsverschil instellen voor Pilot Assist*
329
Pilot Assist deactiveren/heractiveren*
330
Van doelvoertuig veranderen en
automatisch remmen met Pilot Assist*
332