5
Elektrische stoelventilatie* activeren/
deactiveren
214
Elektrische stuurverwarming* active-
ren/deactiveren
215
Parkeerklimaat*
215
Preconditioning* inschakelen/
uitschakelen
216
Timer voor preconditioning*
217
Timer voor preconditioning* instellen
218
Timer voor preconditioning* active-
ren/deactiveren
219
Handhaving klimaatcomfort inscha-
kelen/uitschakelen*
220
Symbolen en meldingen voor par-
keerklimaat*
221
Verwarming*
222
Standverwarming*
223
Extra verwarming*
224
LAAD- EN
OPBERGMOGELIJKHEDEN
Auto-interieur
226
Tunnelconsole
227
Stroomaansluitingen
228
Aansteker gebruiken*
232
Asbakken* legen
232
Dashboardkastje gebruiken
233
Zonnekleppen
234
Bagageruimte en kofferbak
234
Bagage vervoeren
234
Verankeringsogen
236
Draagtashouders
237
Bagagerolhoes*
237
Bagagenet*
240
Veiligheidsrek*
242
SLOTEN EN ALARM
Transpondersleutel
246
Bereik transpondersleutel
248
Red Key - Transpondersleutel met
beperkte functionaliteit*
249
Locatie antennes voor start- en ver-
grendelingssysteem
250
Vergrendelen/ontgrendelen vanaf de
buitenzijde
251
Aanduiding bij vergrendeling/
ontgrendeling van de auto
254
Vergrendelen/ontgrendelen vanaf de
binnenzijde
255
Safelock-functie*
257
Achterklep vergrendelen/ontgrendelen
258
Privacy locking gebruiken
260
Afneembaar sleutelblad
261
Vergrendelen/ontgrendelen met
afneembaar sleutelblad
262
Elektrische achterklepbediening*
264
Achterklep openen/sluiten met
schopbeweging*
267
Batterij in transpondersleutel vervangen
269
Elektronische startblokkering
272
Kinderslot
273
Alarm*
274
Automatische activering/heractive-
ring van het alarm*
276