Wanneer u zwanger bent, is het belangrijk dat
u de veiligheidsgordel draagt. Nog belangrij-
ker is het dat u de veiligheidsgordel dan op
de juiste manier draagt. De veiligheidsgordel
moet strak langs de schouder lopen, waarbij
het diagonale deel van de veiligheidsgordel
tussen de borsten en tegen de zijkant van de
buik ligt.
Het heupgedeelte van de veiligheidsgordel
moet vlak tegen de buitenkant van de boven-
benen liggen en zo ver mogelijk onder de buik
liggen. Het mag nooit over de buik omhoog
kunnen glijden. De veiligheidsgordel moet zo
strak mogelijk over het lichaam lopen zonder
onnodige speling. Controleer ook of de gordel
nergens gedraaid zit.
Naarmate de zwangerschap vordert moeten
zwangere bestuurders de stoel en het stuur
dusdanig verstellen dat ze de auto volledig
onder controle hebben (wat inhoudt dat ze
met gemak bij het stuur en de pedalen moe-
ten kunnen komen). Streef ernaar de afstand
tussen de buik en het stuur zo groot mogelijk
te maken.
Gordelwaarschuwing
Er gaat een waarschuwingslampje branden
en er worden geluidssignalen afgegeven wan-
neer de bestuurder en een eventuele voor-
passagier de gordel niet dragen. Of er
geluidssignalen klinken, hangt af van de snel-
heid (op lage snelheden) en in bepaalde
gevallen van de tijd (tijdens het starten). De
waarschuwingssymbolen zitten in de plafond-
console en op het instrumentenpaneel.
N.B.
De gordelwaarschuwing is bestemd voor
volwassenen inzittenden. Als u een kinder-
zitje op de passagiersstoel hebt aange-
bracht en het met de veiligheidsgordel
hebt vastgezet, wordt er geen gordelwaar-
schuwing gegeven.
Bepaalde markten
Er gaat een waarschuwingslampje branden
en er worden geluidssignalen afgegeven wan-
neer de bestuurder de gordel niet draagt. Op
lage snelheden klinkt de eerste 6 seconden
lang een geluidssignaal.