02 Veiligheid
02
38
Safety mode - startpoging
Als de auto in de Safety mode (p. 37) staat, is
een startpoging mogelijk als alles in orde lijkt
te zijn en u gecontroleerd hebt dat er geen
sprake is van brandstoflekkage.
Controleer eerst of er geen brandstof uit de
auto is gelopen. Er mag evenmin een brand-
stofgeur waarneembaar zijn.
Als alles normaal lijkt en u hebt vastgesteld
dat er geen brandstof lekt, kunt u proberen
de motor te starten.
Neem de transpondersleutel uit en open het
bestuurdersportier. Als er vervolgens een
melding verschijnt dat het contact ingescha-
keld is, dient u op de startknop te drukken.
Sluit het portier vervolgens en plaats de
transpondersleutel terug. De elektronica van
de auto probeert nu te resetten naar de nor-
male stand. Probeer vervolgens de auto te
starten.
Als de melding
Veiligheidsstand Zie
instructieboekje
nog steeds op het display
staat mag u niet met de auto rijden en hem
evenmin verslepen. U moet hem dan laten
bergen (p. 309). Verborgen schade kan de
auto tijdens het rijden onbestuurbaar maken,
zelfs als het lijkt dat u nog met de auto kunt
rijden.
WAARSCHUWING
Probeer in geen geval de auto opnieuw te
starten, als u een brandstofgeur waar-
neemt terwijl de melding
Veiligheidsstand Zie instructieboek
getoond wordt. Verlaat de auto onmiddel-
lijk.
WAARSCHUWING
De auto mag niet worden weggesleept
zolang deze in de Safety mode staat. De
auto moet worden weggesleept. Volvo
adviseert u hem te laten wegslepen naar
een erkende Volvo-werkplaats.
Gerelateerde informatie
•
Safety mode - auto verrijden (p. 38)
Safety mode - auto verrijden
Als Normal mode verschijnt, wanneer de
Veiligheidsstand Zie instructieboekje na
een startpoging (p. 38) werd gereset, mag u
de auto voorzichtig uit de huidige, gevaarlijke
positie verrijden.
Verrijd de auto niet verder dan nodig.
Gerelateerde informatie
•
Algemene informatie over de Safety mode
(p. 37)