||
03 Instrumenten, schakelaars en bediening
03
116
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Display (digitaal instrumentenpaneel) en bedie-
ningsknoppen voor menufuncties.
OK – meldingenlijst openen en meldingen
bevestigen.
Duimwiel – menu-opties doorbladeren.
RESET – geactiveerde functie op nul stel-
len. Wordt in bepaalde gevallen gebruikt
om een functie te selecteren/activeren
(zie de uitleg bij de verschillende func-
ties).
Een eventuele melding, (p. 117) moet u eerst
bevestigen met de knop OK, voordat u de
menu’s kunt bekijken.
Gerelateerde informatie
•
Meldingen - functies (p. 118)
Menu-overzicht - instrumentenpaneel
Welke menu’s er op het informatiedisplay van
het instrumentenpaneel verschijnen hangt af
van de sleutelstand (p. 83).
Voor sommige van de onderstaande menu-
opties dient de auto te zijn uitgerust met de
bijbehorende functie en software.
Analoog instrumentenpaneel
Digit. snlhd.
Verwarming*
Extra verw.*
TC-opties
Servicestatus
Oliepeil
25
Meldingen (##)
26
Digitaal instrumentenpaneel
Instellingen*
Thema's
Contraststand/Kleurstand
Servicestatus
Meldingen
26
Oliepeil
25
Standkachel*
Boordcomp reset
Gerelateerde informatie
•
Instrumentenpaneel, analoog - overzicht
(p. 67)
•
Instrumentenpaneel, digitaal - overzicht
(p. 68)
•
Menufuncties - instrumentenpaneel
(p. 115)
25
Bepaalde motoren.
26
Het aantal meldingen staat tussen haakjes.