03 Instrumenten, schakelaars en bediening
03
}}
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
71
Functietest
Alle controle- en waarschuwingssymbolen,
behalve de symbolen in het midden van het
informatiedisplay, gaan branden in sleutel-
stand II of bij het starten van de motor. Alle
symbolen moeten weer uitgaan als de motor
is aangeslagen, behalve het symbool voor de
parkeerrem. Dit gaat pas uit, als de auto van
de parkeerrem wordt gehaald.
Als de motor niet aanslaat of als de functie-
test wordt uitgevoerd in sleutelstand II, gaan
binnen enkele seconden alle symbolen uit,
behalve het symbool voor storingen in het uit-
laatgasreinigingssysteem en dat voor een
lage oliedruk.
Gerelateerde informatie
•
Instrumentenpaneel (p. 67)
•
Instrumentenpaneel - betekenis controle-
symbolen (p. 72)
•
Instrumentenpaneel - betekenis waar-
schuwingssymbolen (p. 74)
Eco guide & Power guide*
Eco guide en Power guide zijn twee van de
meters op het instrumentenpaneel (p. 67) die
u helpen om zo zuinig mogelijk met de auto te
rijden.
De auto slaat ook statistische ritgegevens die
in de vorm van staafdiagrammen te bekijken
zijn, zie Boordcomputer - rijstatistiek*
(p. 130).
Eco guide
Deze meter geeft een beeld van hoe zuinig u
met de auto rijdt.
Kies ‘Eco’ om deze meter te kunnen zien, zie
Instrumentenpaneel, digitaal - overzicht
(p. 68).
Actuele waarde
Gemiddelde waarde
Actuele waarde
Hier wordt de actuele waarde getoond; hoe
groter de uitslag op de schaal, hoe beter.
De actuele waarde wordt berekend op basis
van snelheid, motortoerental, benut motorver-
mogen en het gebruik van het rempedaal.
Geadviseerd wordt een optimale snelheid
(50–80 km/h) en een laag toerental aan te
houden. Bij gas geven en remmen dalen de
wijzers.
Bij zeer lage actuele waarden licht (met enige
vertraging) het rode gebied van de meter op,
wat betekent dat u onzuinig rijdt. U dient dit
te voorkomen.
Gemiddelde waarde
De gemiddelde waarde volgt de actuele
waarde langzaam en beschrijft hoe de afgelo-
pen tijd in de auto is gereden. Hoe groter de
uitslag van de wijzers op de schaal, hoe zuini-
ger u hebt gereden.
Power guide
Dit instrument geeft de relatie aan tussen het
benutte en het beschikbare vermogen
(Power) van de motor.
Kies ‘Performance’ om deze meter te kunnen
zien, zie Instrumentenpaneel, digitaal - over-
zicht (p. 68).