||
02 Veiligheid
02
38
WAARSCHUWING
•
Volvo adviseert u de reparatie uitslui-
tend door een erkende Volvo-werk-
plaats te laten uitvoeren. Een ver-
keerde ingreep in het SIPS-systeem
kan tot een onjuiste werking leiden
met ernstig letsel als gevolg.
•
Plaats geen voorwerpen in het gebied
tussen de buitenzijde van de stoel en
het portierpaneel, aangezien dit gebied
door de zijairbag kan worden beïn-
vloed.
•
Volvo adviseert om uitsluitend door
Volvo goedgekeurde overtrekbekle-
ding te gebruiken. Andere bekleding
kan de werking van de zijairbags hin-
deren.
•
De zijairbag vormt een aanvulling op
de veiligheidsgordel. Gebruik de veilig-
heidsgordel altijd.
Gerelateerde informatie
•
Airbag aan de bestuurderszijde (p. 33)
•
Passagiersairbag (p. 34)
•
SIPS-airbag (SIPS) - kinderzitje/zittingver-
hoger (p. 38)
•
Opblaasgordijnen (IC-systeem) (p. 38)
SIPS-airbag (SIPS) - kinderzitje/
zittingverhoger
De SIPS-airbags beïnvloeden de bescher-
mende werking van kinderzitje en/of zitting-
verhoger niet negatief (p. 37).
Het is mogelijk een kinderzitje/zittingverhoger
(p. 46) op de voorstoel te plaatsen, als de
auto aan de passagierszijde niet is uitgerust
met een geactiveerde airbag (p. 35).
Gerelateerde informatie
•
Passagiersairbag (p. 34)
•
Algemeen over kinderveiligheid (p. 44)
Opblaasgordijnen (IC-systeem)
Het systeem helpt voorkomen dat de bestuur-
der en eventuele passagiers bij een botsing
met hun hoofd tegen de binnenkant van de
auto slaan.
De opblaasgordijnen van het IC-systeem
(Inflatable Curtain) maken deel uit van het
SIPS-systeem (p. 37) en het airbagsysteem
(p. 32). Deze is langs de beide kanten van de
plafondbekleding gemonteerd en beschermt
de bestuurder en passagiers op de buitenste
stoelen van de auto. Bij een voldoende krach-
tige aanrijding reageren de sensoren, die op
hun beurt de opblaasgordijnen activeren.