07 Bestuurdersondersteuning
07
}}
247
console – in dat geval is het systeem te
bedienen via het menusysteem (p. 107) MY
CAR van de auto.
Het lampje in de knop dooft, wanneer het
BLIS gedeactiveerd wordt. Er verschijnt
bovendien een melding op het instrumenten-
paneel.
Bij het heractiveren van BLIS brandt het
lampje in de knop, verschijnt er een nieuwe
tekstmelding en lichten de controlelampjes
op de portieren driemaal op. Druk op de knop
OK om de tekstmelding te laten verdwijnen.
Wanneer BLIS werkt
Afstand A = ca. 9,5 m en afstand B = ca. 3,0 m.
Het systeem werkt alleen bij snelheden hoger
dan 10 km/h.
Wanneer een camera (1) een voertuig heeft
waargenomen in de dode hoek, licht een con-
trolelampje (2) op dat continu blijft branden,
zie overzichtsfiguur (p. 245).
BLIS informeert u bij een fout in het systeem.
Als de camera’s van het systeem bijvoorbeeld
zijn afgedekt, knippert het controlelampje
voor BLIS en verschijnt er een melding op het
instrumentenpaneel. In dat geval moeten de
lenzen worden gecontroleerd en gereinigd.
Het systeem is desgewenst tijdelijk te deacti-
veren, zie ‘BLIS activeren/deactiveren’ eerder
in dit document.
Inhalen
Het systeem reageert als:
•
het snelheidsverschil tussen u en het
ingehaalde voertuig kleiner is dan
10 km/h
•
het snelheidsverschil tussen u en het
inhalende voertuig kleiner is dan 70 km/h.
WAARSCHUWING
BLIS werkt niet in scherpe bochten.
BLIS werkt niet als de auto achteruitrijdt.
Een brede aanhanger/caravan achter de
auto kan andere voertuigen in aangren-
zende rijbanen in de schaduw zetten. Hier-
door is het mogelijk dat voertuigen in dat
schaduwgebied niet door BLIS worden
gedetecteerd.
Daglicht en donker
Bij daglicht reageert het systeem op de con-
touren van omringende voertuigen. Het sys-
teem is geconstrueerd om motorvoertuigen
zoals auto’s, vrachtwagens, bussen en
motorfietsen waar te nemen.
Bij donker reageert het systeem op de
koplampen van omringende voertuigen. Als
een voertuig de koplampen niet heeft ontsto-
ken, zal het systeem dit voertuig dan ook niet
kunnen waarnemen. Dit houdt in dat het sys-
teem bijvoorbeeld niet reageert op een aan-
hanger achter een auto of vrachtwagen,
omdat daar geen brandende koplampen op
zitten.
WAARSCHUWING
Het systeem reageert niet op fietsers en
bromfietsers.
De BLIS-camera’s kennen ongeveer
dezelfde beperkingen als het menselijk
oog. Dit houdt in dat ze bijvoorbeeld min-
der goed “zien” bij hevige sneeuwval, fel
tegenlicht of dichte mist.
Beperkingen
Soms kan het controlesymbool voor BLIS
oplichten zonder dat u voertuigen in de dode
hoeken kunt waarnemen.