||
07 Bestuurdersondersteuning
07
240
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
N.B.
Bij het achteruitrijden met een aanhanger
achter de auto of een fietsdrager op de
trekhaak – zonder een originele aanhange-
rkabel van Volvo – moet u de Park Assist
mogelijk handmatig uitschakelen om te
voorkomen dat de sensoren erop reage-
ren.
Gerelateerde informatie
•
Park Assist* (p. 238)
•
Park Assist* - sensoren schoonmaken (p.
241)
•
Park Assist* - functie (p. 238)
•
Park Assist* - aan de voorzijde (p. 240)
•
Park Assist* - storingsindicatie (p. 241)
•
Park Assist-camera (p. 242)
Park Assist* - aan de voorzijde
Park Assist is bedoeld als hulpmiddel tijdens
het parkeren. Geluidssignalen en symbolen
op het display van de middenconsole geven
de afstand aan tot een waargenomen obsta-
kel.
Bij het starten van de motor wordt Park Assist
automatisch geactiveerd - het lampje in de
Aan/Uit-knop brandt. Wanneer u Park Assist
met deze knop uitschakelt, dooft het lampje.
Het meetbereik strekt tot ca. 0,8 m recht voor
de auto. Bij obstakels voor de auto komen de
geluidssignalen uit een van de luidsprekers
voorin.
Park Assist aan de voorzijde is actief bij snel-
heden tot 10 km/h. Het lampje in de knop
brandt om aan te geven dat het systeem
actief is. Het systeem wordt opnieuw geacti-
veerd bij snelheden lager dan 10 km/h.
N.B.
Park Assist aan de voorzijde wordt
gedeactiveerd, wanneer u de parkeerrem
zet of de keuzehendel in stand P zet bij
een auto met automatische versnellings-
bak.
BELANGRIJK
Bij montage van verstralers: Let erop dat
deze de sensoren niet mogen hinderen -
de verstralers kunnen dan als obstakel
worden gezien.
Gerelateerde informatie
•
Park Assist* (p. 238)
•
Park Assist* - sensoren schoonmaken (p.
241)
•
Park Assist* - functie (p. 238)
•
Park Assist* - storingsindicatie (p. 241)
•
Park Assist* - aan de achterzijde (p. 239)
•
Park Assist-camera (p. 242)