WIELEN EN BANDEN
}}
* Optie/accessoire.
337
V 240 km/h (149 mph)
W 270 km/h (168 mph)
Y 300 km/h (186 mph)
WAARSCHUWING
De auto moet worden uitgerust met banden
die minimaal de gespecificeerde lastindex
(p. 336) (LI) en snelheidsklasse (SS) hebben.
Bij gebruik van banden met een te lage lastin-
dex of snelheidsklasse kunnen de banden
oververhit raken.
Gerelateerde informatie
•
Banden - maten (p. 335)
•
Banden - lastindex (p. 336)
•
Banden - draairichting (p. 333)
Wielbouten
De wielen zitten op de naaf vast met wielbouten
die in verschillende uitvoeringen verkrijgbaar zijn.
BELANGRIJK
U dient de wielbouten aan te halen met 140
Nm. Als u ze te strak of niet strak genoeg
aanhaalt, kan de boutverbinding beschadigd
raken.
Gebruik alleen velgen die getest en goedgekeurd
zijn door Volvo en deel uitmaken van de originele
accessoires van Volvo. Controleer het aanhaal-
moment met een momentsleutel.
Gebruik geen smeermiddel op de draadwindin-
gen van de wielbouten.
Afsluitbare wielbouten*
Afsluitbare wielbouten* zijn te gebruiken op zowel
aluminium als stalen velgen.
Gerelateerde informatie
•
Wiel- en velgmaten (p. 335)
Winterbanden
Winterbanden zijn banden die aan de winterse
toestand van de weg zijn aangepast.
Winterbanden
Volvo adviseert winterbanden met bepaalde
afmetingen. De bandenmaat is afhankelijk van de
motorvariant. Gebruik altijd het juiste type winter-
banden op alle vier de wielen.
N.B.
Volvo adviseert u om met een Volvo-dealer te
overleggen over welke velg en welk type band
het best geschikt zijn.
Banden met “spikes”
Winterbanden met “spikes” moeten de eerste
500–1000 km rustig worden ingereden, zodat de
“spikes” hun positie in kunnen nemen. Zo gaan
de banden en vooral de “spikes” langer mee.
N.B.
De wettelijke voorschriften voor het gebruik
van banden met spikes verschillen per land.
Profieldiepte
Ritten bij ijs, sneeuw(modder) en lage temperatu-
ren vergen meer van de banden dan zomerse rit-
ten. Daarom adviseert Volvo een minimale profiel-
diepte van 4 mm voor winterbanden.