STARTEN EN RIJDEN
* Optie/accessoire.
274
Motor starten
De motor is te starten en uit te schakelen met
behulp van de transpondersleutel en de knop
START/STOP ENGINE.
Contactslot met transpondersleutel uitgetrokken/inge-
duwd en knop START/STOP ENGINE.
BELANGRIJK
De transpondersleutel niet verkeerd om inste-
ken – pak de sleutel beet aan het uiteinde
met het afneembare sleutelblad, zie Afneem-
baar sleutelblad - verwijderen/aanbrengen
(p. 178).
1. Plaats de transpondersleutel in het contact-
slot en duw deze tot aan de aanslag naar
binnen.
2.
Trap het rempedaal volledig in
1
.
3.
Druk op de knop START/STOP ENGINE en
laat deze vervolgens los.
Bij het starten van de motor blijft de startmotor
draaien, totdat de motor aanslaat of totdat de
beveiliging tegen oververhitting in werking treedt.
Bij motorstart in normale omstandigheden wordt
doorgaans de elektrische aandrijving gebruikt –
de dieselmotor blijft uitgeschakeld. Dit betekent
dat de elektromotor na een druk op de knop
START/STOP ENGINE "gestart" is, zodat de
auto rijklaar is. Ter bevestiging dat de elektromo-
tor is gestart, doven de controlelampjes op het
instrumentenpaneel en gaat het gekozen thema
branden (zie Instrumentenpaneel, digitaal - over-
zicht (p. 73)).
Er zijn echter situaties waarbij de dieselmotor
start, zoals bij een te lage buitentemperatuur of
als de hybride-accu moet worden opgeladen.
BELANGRIJK
Als de motor na 3 pogingen niet gestart is,
wacht u 3 minuten voordat u een nieuwe
poging doet. Het startvermogen neemt toe
als de startaccu zich kan herstellen.
WAARSCHUWING
Haal na een motorstart of als de auto wordt
gesleept nooit de transpondersleutel uit het
contactslot.
WAARSCHUWING
Haal altijd de transpondersleutel uit het con-
tactslot als u uit de auto stapt en zorg ervoor
dat de sleutelstand 0 is, in het bijzonder als er
kinderen in de auto aanwezig zijn. Zie voor
informatie over hoe u dit doet Sleutelstanden
(p. 87).
N.B.
Voor bepaalde motortypen kan het stationaire
toerental bij een koude start duidelijk hoger
dan normaal zijn. Dit gebeurt om het uitlaat-
gasreinigingssysteem zo snel mogelijk op de
normale bedrijfstemperatuur te krijgen waar-
door de uitlaatgasemissies afnemen en het
milieu wordt ontzien.
Passieve start (Keyless Drive)*
Loop de punten 2–3 door om de motor passief
(p. 182) te starten.
1
Als de auto rolt, is het indrukken van de knop START/STOP ENGINE voldoende om de motor te starten.