03 Instrumenten, schakelaars en bediening
03
}}
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
77
Met de knoppen en bedieningselementen op
de middenconsole en het rechter toetsen-
blok* op het stuurwiel kunt u functies active-
ren en deactiveren en tal van instellingen ver-
richten.
Bij het bedienen van MY CAR worden alle
instellingen getoond die verband houden met
het besturen en bedienen van de auto, zoals
City Safety, sloten en alarm, automatische
ventilatorsnelheid, klokinstelling e.d.
Bij het indrukken van RADIO, MEDIA, TEL,
*,NAV* en CAM* kunt u andere bronnen,
systemen en functies activeren, zoals AM,
FM, CD, DVD*, TV*, Bluetooth
®
*, navigatie* en
parkeerhulpcamera*.
Voor meer informatie over alle functies/syste-
men, zie de desbetreffende hoofdstukken in
de gebruikershandleiding of het bijbehorende
supplement.
Overzicht
Bedieningspaneel op middenconsole. De afbeel-
ding is schematisch – het aantal functies en de
locatie van de knoppen is afhankelijk van de
gekozen uitrusting en de desbetreffende markt.
Navigatie* - NAV, zie apart supplement
(Sensus Navigation).
Audio en media - RADIO, MEDIA, TEL*,
zie desbetreffend supplement (Sensus
Infotainment).
Fabrieksinstellingen - MY CAR, zie MY
CAR (p. 110).
Auto met internetaansluiting - *, zie
desbetreffend supplement (Sensus Info-
tainment).
Klimaatregeling (p. 124).
Sleutelstanden
Met de transpondersleutel is het elektrische
systeem van de auto in verschillende standen
te zetten om het gebruik van verschillende
functies/systemen mogelijk te maken, zie
Sleutelstanden - functies in verschillende
standen (p. 78).
Contactslot met transpondersleutel uitgetrokken/
ingeduwd.
N.B.
Bij auto’s met Keyless*-functie hoeft de
sleutel niet in het contactslot te worden
gestoken, maar kan deze bijvoorbeeld in
een binnenzak worden bewaard. Voor
meer informatie over de functies van het
Keyless-systeem, zie Keyless Drive*
(p. 169).