ENKELE VEELVOORKOMENDE ‘FOUTEN’
62
Storingsdiagnose Sensus
Navigation
Hier volgen enkele voorbeelden van situaties
waarin het kan lijken alsof het navigatiesysteem
niet goed functioneert.
De positie van de auto op de kaart klopt
niet
Het navigatiesysteem geeft de positie van de
auto aan met een nauwkeurigheid van
ca. 20 meter.
Bij het rijden op wegen die parallel lopen aan een
andere weg, kronkelwegen, wegen op meerdere
niveaus en na lang rijden zonder duidelijke boch-
ten is de kans op fouten groter.
Hoge bergen, gebouwen, tunnels, viaducten,
ongelijkvloerse wegen e.d. hebben daarnaast een
negatieve invloed op de ontvangst van satelliet-
signalen door het systeem, wat betekent dat de
nauwkeurigheid bij de berekening van de positie
van de auto kan verslechteren.
Het systeem berekent niet altijd de
snelste/kortste weg
Bij het berekenen van de route wordt rekening
gehouden met meerdere factoren om de theore-
tisch beste route te bepalen, onder andere de
afstand, de wegbreedte, het wegtype, de ver-
keersintensiteit en snelheidsbeperkingen. De
ervaring en lokale kennis van een bestuurder
kunnen echter een efficiëntere route opleveren.
Het systeem gebruikt bijvoorbeeld
tolwegen of veerverbindingen terwijl u die
wilt vermijden.
Bij het bepalen van langere routes kan het sys-
teem om technische redenen alleen gebruik
maken van de grote wegen.
Als u ervoor hebt gekozen om tolwegen en snel-
wegen te vermijden, worden deze voor zover
mogelijk vermeden en alleen gebruikt als er geen
ander, redelijk alternatief beschikbaar is.
De positie van de auto op de kaart klopt
niet na transport
Als de auto is getransporteerd op bijvoorbeeld
een veerboot of een trein, of op een andere wijze
waarbij er geen satellietsignalen ontvangen kon-
den worden, kan het maximaal 5 minuten duren
tot de positie van de auto correct wordt bere-
kend.
Het autosymbool gedraagt zich vreemd
op het beeldscherm na het vervangen van
banden
Naast de satellietontvanger leveren ook de snel-
heidssensor van de auto en een gyrosensor een
bijdrage aan de berekening van de actuele posi-
tie en rijrichting van de auto. Na montage van
een reservewiel en na wisselen tussen zomer- en
winterbanden moet het systeem de afmetingen
van de nieuwe wielen ‘leren’.
Om het systeem optimaal te laten functioneren,
wordt daarom geadviseerd om een tijdje te rijden
op wegen met een goede satellietontvangst (vrij
zicht).
Het kaartbeeld komt niet overeen met de
werkelijke situatie
Het wegennet wordt voortdurend uitgebreid en
onderhouden, er kunnen nieuwe verkeersregels
worden ingevoerd enz. De kaartdatabase is
daarom niet altijd compleet.
Om die reden worden kaartgegevens voortdurend
verder doorontwikkeld en geüpdatet; controleer
zo nu en dan of er updates zijn.
Het autosymbool op het scherm springt
vooruit of draait rond
Voordat u wegrijdt, kan het systeem enkele
seconden nodig hebben om de positie en bewe-
ging van de auto te detecteren.
Schakel het systeem en de auto uit. Start
opnieuw, maar blijf dan even stilstaan voordat u
wegrijdt.
De kaartinformatie is niet actueel
Zie het antwoord bij de volgende vraag.
Hoe kunt u eenvoudig controleren welke
kaartversie er wordt gebruikt?
1. Veeg om het applicatiescherm van het mid-
dendisplay weer te geven.
2.
Kies de applicatie
Updates.