BEDIENINGSELEMENTEN
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
19
Navigeren en kiezen in het menu
1. Blader door de mogelijkheden door op
omhoog of omlaag (3) te drukken.
2. Bevestig de actuele functie of markeer uw
keuze door op bevestigen (4) te drukken.
> De functie wordt geactiveerd en voor
bepaalde keuzes wordt vervolgens het
menu gesloten.
HUD – Head-up-display*
Kaartnavigatie op de voorruit.
De bestuurder kan ook begeleiding en informatie
van het navigatiesysteem krijgen in het onderste
deel van de voorruit.
De positie van het informatieveld kan worden
aangepast. HUD wordt nader beschreven in de
paragraaf 'Head-up-display'.
Stembediening
Veel functies kunnen ook wor-
den uitgevoerd met stemcom-
mando's.
Druk op de stuurknop, wacht
op een signaal en zeg bijv. 'Rijd
Huis'.
De stembediening wordt gedetailleerd beschre-
ven in de paragrafen 'Stembediening bij kaartna-
vigatie', 'Stembediening', 'Stembediening gebrui-
ken' en 'Instellingen voor stembediening'.
Gerelateerde informatie
•
Bestemming aangeven via zoeken met vrije
tekst (p. 27)
•
Stembediening bij kaartnavigatie (p. 22)
•
Stembediening (p. 23)
•
Stembediening gebruiken (p. 24)
•
Instellingen voor stembediening (p. 24)