BEKNOPTE BEDIENINGSINSTRUCTIES
8
Direct aan de slag met
kaartnavigatie
Het elektrische systeem van de auto wordt bij
het openen van het bestuurdersportier automa-
tisch ingeschakeld.
Navigatie Aan/Uit
Aan
Als het navigatiesysteem geen kaart op het mid-
dendisplay weergeeft, 'klikt' u op de bovenste
regel
Navigatie.
Daarna wordt de kaart van het actuele gebied
weergegeven, waarop de auto wordt aangeduid
met een blauwe driehoek.
WAARSCHUWING
Denk aan het volgende:
•
Richt al uw aandacht op de weg en con-
centreer u volledig op het rijden.
•
Neem de geldende verkeersregels in acht
en rijd voorzichtig.
•
Vanwege bijv. weersomstandigheden of
het jaargetijde kunnen bepaalde aanbe-
velingen voor de route minder betrouw-
baar zijn.
Uit
Het navigatiesysteem is niet uit te schakelen,
maar blijft altijd op de achtergrond doorwerken.
Het wordt pas uitgeschakeld wanneer u de auto
verlaat en vergrendelt.
N.B.
Het navigatiesysteem is ook met uitgescha-
kelde motor toegankelijk. Bij een te lage
accuspanning wordt het systeem uitgescha-
keld.
Gerelateerde informatie
•
Displays en bediening voor kaartnavigatie
(p. 18)
•
Eenvoudige begeleiding naar een bestem-
ming (p. 8)
Eenvoudige begeleiding naar een
bestemming
Stel de begeleiding naar de gewenste bestem-
ming in zonder eerst de hele gebruikershandlei-
ding door te hoeven lezen.
Bestemming kiezen op de kaart
Stap Beeld-
scherm/
menu
Uitvoering
1 Als het
beeld-
scherm
geen kaart-
weergave
toont, moet
u het vol-
gende doen:
Druk op de rechthoe-
kige knop onder het
beeldscherm om naar
het homescherm te
gaan.
2 Het home-
scherm
wordt weer-
gegeven.
Druk op de bovenste
menuregel van het
beeldscherm
Naviga-
tie.