10
WIELEN EN BANDEN
Banden
490
De draairichting van de banden.
491
Slijtage-indicator van banden
492
Bandenspanning controleren
492
Bandenspanningscontrole*
493
Controleer de bandenspanning met
het bandenspanningscontrolesysteem*.
495
Lage bandenspanning verhelpen bij
een auto met bandenspanningscon-
trolesysteem*
496
Bandenspanningscontrolesysteem*
kalibreren
497
Noodreparatieset voor banden
498
Noodreparatieset voor banden gebruiken
499
Band oppompen met de compressor
uit de noodreparatieset voor banden
503
Bij het verwisselen van wielen
504
Wielen demonteren
504
Wiel monteren
506
Wielbouten
507
Reservewiel*
508
Winterwielen
509
Gereedschapsset
510
Gevarendriehoek
510
Krik*
511
EHBO-set
512
Maataanduiding voor wielen
512
Maataanduiding voor banden
512
ONDERHOUD EN SERVICE
Serviceprogramma van Volvo
516
Autostatus
516
Afspraak maken voor servicebeurt en
reparatie
516
Externe updates
519
Systeemupdates
519
Gegevensoverdracht tussen auto en
werkplaats
521
Auto opnemen
522
Motorkap openen en sluiten
524
Overzicht motorruimte
525
Motorolie
526
Motorolie controleren en bijvullen
527
Koelvloeistof bijvullen
528
Onderhoud aan klimaatregeling
530
Lampen vervangen
531
Dimlichtlamp vervangen
533
Grootlichtlamp vervangen
533
Dagrijlichtlamp/stadslichtlamp vóór
vervangen
534
Richtingaanwijzer vóór vervangen
535
Gloeilamp mistachterlicht vervangen
535
Lampspecificaties
539
Wisserbladen in servicestand
539
Wisserbladen vervangen
540