||
VEILIGHEID
66
onder in de rugleuningen van de achterbank,
op de beide buitenste zitplaatsen.
Klap de afdekkingen omhoog om bij de beves-
tigingspunten te komen.
Gerelateerde informatie
•
Kinderzitje (p. 63)
•
Bovenste bevestigingspunten voor kinder-
zitjes (p. 64)
•
Onderste bevestigingspunten voor kinder-
zitjes (p. 64)
•
Overzichtstabel voor de plaatsing van kin-
derzitjes (p. 70)
•
Plaatsingstabel voor i-Size-kinderzitjes
(p. 73)
•
Plaatsingstabel voor ISOFIX-kinderzitjes
(p. 74)
Positie van kinderzitje
Het is belangrijk om het kinderzitje op de
juiste stoel in de auto te plaatsen. De positie
hangt onder meer af van het type kinderzitje
en van de vraag of de passagiersairbag is
ingeschakeld.
Tegen de rijrichting in geplaatste kinderzitjes en air-
bags gaan niet samen.
Plaats tegen de rijrichting in geplaatste kinder-
zitjes op de achterbank, als de passagiersair-
bag geactiveerd is. Als de airbag wordt opge-
blazen, kan een kind op de passagiersstoel
ernstig letsel oplopen.
Als de passagiersairbag gedeactiveerd is, kunt
u een tegen de rijrichting in geplaatst kinder-
zitje op de passagiersstoel voorin zetten.
N.B.
De wettelijke bepalingen voor hoe een kind
in de auto moet worden geplaatst, verschil-
len per land. Stel u op de hoogte van wat
van toepassing is.
WAARSCHUWING
Laat nooit iemand voor de passagiersstoel
zitten of staan.
Vervoer kinderen nooit in een tegen de rij-
richting in geplaatst kinderzitje op de pas-
sagiersstoel voorin, wanneer de passa-
giersairbag geactiveerd is.
Laat nooit passagiers (kinderen noch vol-
wassenen) op de passagiersstoel voorin
plaatsnemen, als de passagiersairbag
gedeactiveerd is.
Het niet opvolgen van de bovenstaande
aanbevelingen kan aanleiding geven tot
levensgevaarlijke situaties of ernstig letsel.