3.1.1 Controleer of de banden voldoende zijn opgepompt, zoals aangeduid op de zijkant van de
band.
Houd er rekening mee dat de prestaties van de fiets rechtstreeks beïnvloed worden door het gewicht
van
de
bestuurder en de bagage/lading, samen met de opgeslagen energie in de
accu.
3.1.2 Laad de accu de nacht voor gebruik
op.
3.1.3 Olie de ketting geregeld en maak hem schoon als er vuil aan de ketting hangt of de olie verhard
is.
Gebruik een ontvettingsmiddel, wrijf de ketting schoon en breng daarna opnieuw olie aan op de
ketting.
4. Installatie en gebruik van de accu
Bij uw fiets met hulpmotor bevindt de batterij zich in de bagageruimte aan de achterzijde (de batterij is
rechtstreeks aangesloten op de controller in het voorste gedeelte) (fig. 2)
De batterijschuif wordt aan de beugel bevestigd met onderste schroeven (Fig. 2.1).
De batterij is vergrendeld met een sleutel (Fig. 4.1 en 4.2) zie de details van de werking hieronder.
Plaats eerst de batterij langs de perfect horizontale rail (zoals in Fig. 3), duw hem vervolgens naar voren en
zorg ervoor dat hij perfect hecht.