28
Aanwijzing bij de aansluiting
van toebehoren
Voor de aansluiting van de bij de
toebehoren meegeleverde
aparte montageaanwijzingen
respecteren.
Stekker 230 V~
sÖ CV-pomp D
Nominale spanning: 230 V~
Nominale stroom: max. 2 (1) A~
sA
Circulatiepomp voor de boilerop-
warming
B
Nominale spanning: 230 V~
Nominale stroom: max. 2 (1) A~
sK Circulatiepomp C
Nominale spanning: 230 V~
Nominale stroom: max. 2 (1) A~
fÖ
Netaansluiting
Gevaar
Een verkeerde aansluiting
kan tot ernstig letsel en
materiële schade aan het
toestel leiden.
Aders ”L1” en ”N” niet ver-
wisselen.
■ Netaansluiting als vaste aanslui-
ting (3-aderige kabel NYM) uit-
voeren. Bij aansluiting met flexi-
bele netaansluitkabel moet bij het
niet functioneren van de trekbe-
lemmering veiliggesteld worden
dat de sroomvoerende kabels
voor de aardkabel (min. 1 cm lan-
ger) gespannen worden.
■ In de netaansluitingskabel moet
een scheidingsinrichting voorhan-
den zijn die gelijktijdig alle niet-
geaarde geleiders met een con-
tactopening van minimaal 3 mm
van het elektriciteitsnet scheidt.
■ Bovendien adviseren wij de instal-
latie van een aardlekinrichting
gevoelig voor elk type stroom (FI
klasse B ) voor gelijk-
stroom(haperingen) die door
energie-efficiënte bedrijfsmidde-
len kunnen ontstaan.
■ Zekering max. 16 A.
lH
Externe aanvraag
Extern blokkeren
Netaansluiting toebehoren
(230 V~ 50 Hz). Bij de opstelling in
vochtige ruimtes mag de netaanslui-
ting van het toebehoren buiten het
vochtige bereik niet aan de regeling
worden uitgevoerd.
Externe kabels aansluiten
(vervolg)
5459 441 B/fl