A
Vitocell 100-L, (hier: 500 l inhoud)
B
Circulatieleiding
C
Circulatiepomp
D
Aftappunten (warm water)
E
Vitotrans 222 warmtewisselaarset met menggroep
F
Vitotronic 200-H, type HK1B, HK3B
Vitotronic 100, type GC1B, GC4B
Vitotronic 200, type GW1B
Vitotronic 300, type GW2B, GW4B
Vitotronic 300-K, type MW1B, MW2B
G
Plaatwarmtewisselaar
H
Verwarmingswateraanvoer
K
Verwarmingswaterretour
L
Boilerlaadpomp (secundair), hoogefficiënt
N
Gemeenschappelijke koudwateraansluiting met veiligheids-
groep volgens DIN 1988
O
Terugslagklep, veerbelast
P
Boilertemperatuursensor bovenaan
(Aan, klemmen %A)
Q
Boilertemperatuursensor onderaan
(Uit, klemmen %B)
Aanwijzing
■
De koudwateraansluiting N met een T-stuk met rechte doorgang
naar de koudwateraansluiting van de Vitocell 100-L maken. De
koudwateraansluiting op de Vitotrans 222 enkel in de aftakking
van het T-stuk maken.
■ Om een storingvrije lading te garanderen, moet, rekening houdend
met de buisleidingweerstanden, de restopvoerhoogte van de boi-
lerlaadpomp
L
hoger zijn dan die van de circulatiepomp
C
.
De serieschakeling gebruiken als met een relatief continue warmwa-
terbehoefte rekening gehouden moet worden, zoals bijv. bij grote
objecten in de woningbouw.
Bij de dimensionering van de warmwaterbereiding moet het max.
aftapcijfer in acht worden genomen. De max. stromingssnelheid mag
overeenkomstig DIN 1988 niet groter zijn dan 2 m/s (beïnvloeding
van de gelaagdheid van de warmwaterboiler).
De voordelen van serieschakeling komen vooral tot uiting bij de
combinatie van lage warmtewisselaarvermogens en een grote boi-
lerinhoud aangezien het grote boilervolume toelaat om met kleinere
verwarmingsketels of met aansluitvermogens voor afstandswarmte
te werken.
Op grond van de benodigde hoge aanvoertemperaturen van de
warmtegenerator geen direct aangesloten verwarmingscircuit zonder
mengklep gebruiken.
Voor een optimale werking de boilervoorrangschakeling aan de
regeling deactiveren.
Installatie — boilerlaadsysteem
(vervolg)
Tapwateropwarming
VIESMANN
45
5418 440 B/fl
7