Om de pelot in de diepte aan te passen maakt u de schroeven (2) los en stelt u de pelot in de
gewenste stand in.
L Let erop dat na de montage alle schroeven vast zijn aangehaald. Anders komt de stabiliteit
van de pelot in het gedrang, wat letsel en/of schade kan veroorzaken.
L Let erop dat het railsysteem zo is aangebracht dat de veilige werking is gegarandeerd.
L Wanneer uw stoel niet kant-en-klaar gemonteerd is geleverd, dient u de montage te laten
uitvoeren door de vakhandelaar, die hiervoor het nodige gereedschap en de vereiste kennis
heeft.
L Bij schade door onoordeelkundige montage vervalt de garantie.
L Tijdens het aanpassen van de pelot dient u rustig en in natuurlijke zithouding in de rolstoel te
zitten, zodat de aanpassing correct kan worden uitgevoerd.
L Bij het aanpassen van de pelot dient u erop te letten dat zich geen voorwerpen en/of
lichaamsdelen tussen de pelot en de pelotrug bevinden wanneer de pelotten worden
aangetrokken. Anders kan letsel door beknelling en/of schade optreden.
Wanneer u nog vragen hebt m.b.t. de indicatie en de werking van de pelot, kunt u contact opnemen
met de vakhandelaar. Deze helpt u graag verder.
VOOR UW VEILIGHEID
Hieronder vindt u enkele belangrijke veiligheidstips:
L Let erop dat bij het gebruik van de aandrijfwielen geen voorwerpen en/of lichaamsdelen
tussen de spaken terechtkomen. Dit kan immers letsel en/of schade aan de rolstoel
veroorzaken.
L Gebruik de voetsteun nooit om in en uit de rolstoel te stappen. De voetsteun dient eerst naar
boven te worden geklapt.
L Onderzoek het effect van een veranderd zwaartepunt op het gedrag van de rolstoel
(bijvoorbeeld hellingen, zijdelingse hellingen of hindernissen) alleen met ondersteuning van
een helper.
L Let er bij het pakken van voorwerpen (die zich voor, opzij of achter de rolstoel bevinden) op
dat u niet te ver uit de rolstoel leunt. Anders kan de rolstoel kantelen.
L Gebruik uw rolstoel alleen voor de beschreven doeleinden. Vermijd b.v. om zonder remmen
tegen een hindernis (stoeprand, stootsteen) of van treden te rijden.
L Wanneer er opritten of liften beschikbaar zijn, dient u deze te gebruiken.
L Rijden mag alleen in de zitpositie. Rijden tijdens de sta-/oprichtfunctie is verboden. Alleen voor
het corrigeren van de positie mag tijdens de sta-/oprichtfunctie beperkt worden gereden.
L Gebruik de sta-/oprichtfunctie alleen als een tweede persoon toezicht houdt omdat door
verplaatsing van het gewicht in de rolstoel een verhoogd risico op kantelen bestaat.
L De sta-/oprichtfunctie mag alleen worden gebruikt als de borstgordel en de been-
/kniebeveiliging vakkundig worden gebruikt en aangebracht.
L Let erop dat de banden voldoende profiel hebben.
L Denk erom dat u op de openbare weg de verkeersregels dient na te leven.
L Net zoals voor andere voertuigen geldt dat u de rolstoel niet mag gebruiken onder invloed van
alcohol of geneesmiddelen. Dit geldt ook voor verplaatsingen binnenshuis.
L Pas uw rijstijl bij ritten buitenshuis aan het weer en het verkeer aan.
L Controleer of de reflectoren van uw rolstoel niet door vuil of voorwerpen zijn afgedekt.
L Zorg ervoor dat u in het donker goed zichtbaar bent. Draag lichte kleding of kleding met
reflectoren en zorg ervoor dat de reflectoren op de rolstoel goed zichtbaar zijn.