De handgrepen (16) en duwstang (23) zijn met elkaar verbonden
en kunnen aangepast worden in 7 hoogteposities:
1. Draai beide sterknoppen (31) van de handvatbevestiging los
en verwijder ze.
2. Pas de hoogte van beide handgrepen gelijktijdig aan door ze
omhoog/omlaag te schuiven in de bevestiging. Zorg ervoor
dat de gaten in de binnen-/buitenbuizen overlappen.
3. Plaats de twee sterknoppen (31) in de bevestigingsgaten.
4. Draai de sterknoppen stevig aan met de klok mee.
5. Zorg ervoor dat de handgrepen stevig werden vastgezet.
Figuur 9 De hoogte van de handgrepen aanpassen
3.4.4 Hoek van de beensteunen (BZ7-BZ8)
1. Maak de hendel (62) aan het draaipunt los.
2. Pas de hoek van de beensteun aan door de voetplaten
te verhogen/verlagen (tussen 100° - 190°).
3. Draai de hendel (62) opnieuw stevig vast met de hand.
4. Herhaal dit voor de tweede beensteun. Zorg ervoor dat
beide beensteunen stevig werden vastgezet.
Figuur 10 De hoek van de beensteun aanpassen
3.4.5 Hoogte van de trapdop
1. Duw op de veerknop (63) en houd ingedrukt.
2. Schuif de buis van de trapdop (64) in/uit de framebuis.
3. Laat de veerknop los.
4. Herhaal dit voor de tweede trapdop. Zorg ervoor dat beide
trapdoppen stevig werden vastgezet.
Figuur 11 De hoogte van de trapdop aanpassen