POWXG6305 NL
Copyright © 2020 VARO Pagina | 6 www.varo.com
5.3.4 Aanbevelingen
▪ Sluit de machine en/of zijn externe toebehoren aan op een netkring die beveiligd is met
een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom niet hoger dan 30 mA.
▪ Vermijd het gebruik van de machine en zijn toebehoren bij slecht weer, vooral wanneer er
gevaar voor bliksem is.
▪ Lees alles veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het niet opvolgen van alle
waarschuwingen en instructies, kan tot een elektrische schok, brand en/of ernstige
verwondingen leiden. Bewaar alle instructies voor later gebruik. De term
“motorgereedschap” in de waarschuwingen, slaat op uw netgevoed (met snoer) of
batterijgevoed (snoerloos) motorgereedschap.
6 SPECIALE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR DE ROBOTMAAIER
6.1 Veiligheidswaarschuwing voor de robotmaaier
▪ Laat nooit toe dat kinderen of personen die deze instructies niet kennen, de machine
gebruiken.
▪ Het gebruik van de machine is verboden voor personen (inclusief kinderen) met beperkte
fysieke, zintuiglijke of mentale mogelijkheden alsook door personen die niet over de
nodige ervaring en kennis beschikken, tenzij ze tijdens het werken onder toezicht staan
van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid en nadat ze de nodige
opleiding hebben genoten om met de machine te kunnen werken. Laat niet toe dat
kinderen met de machine spelen. Deze machine is geen speelgoed.
▪ Draag een lange broek en stevige werkschoenen wanneer u zich in het werkgebied of in
de buurt van de werkende robotmaaier bevindt.
▪ Rijd niet op de robotmaaier, duw hem niet noch gebruik hem voor geen enkel ander doel
dan hetgeen waarvoor hij werd ontworpen. Dit voorkomt dat u of iemand anders gewond
raakt.
▪ Gebruik geen automatische bewatering wanneer de grasmaaier in werking is omdat de
bewateringsuitrusting door de robotmaaier kan beschadigd worden en de kans dat er
water in de robotmaaier komt sterk verhoogd wordt. Stel het werktijdstip van de
grasmaaier in zodat het bewateringssysteem en de robotmaaier niet op het zelfde moment
in werking zijn.
▪ Zorg voor een correcte installatie van het laadstation en de perimeterdraad. Volg deze
handleiding hiervoor.
▪ Controleer regelmatig het gebied waarin de machine gebruikt wordt en verwijder alle
stenen, stokken, draden, takken en andere vreemde voorwerpen.
WAARSCHUWING: de machine kan gevaarlijk zijn wanneer ze foutief
gebruikt wordt.
WAARSCHUWING: wanneer u de robotmaaier draagt, zorg er dan voor dat u
hem aan de daarvoor bestemde plaatsen vastneemt. Wanneer u de
robotmaaier op een andere manier draagt, riskeert u verwond te worden
door de messen of de laadaansluiting van de robotmaaier.
6.2 Veiligheidsvoorschriften voor accu’s en oplaadapparaten
▪ Houd het oplaadapparaat uit de buurt van regen en vocht. Het binnendringen van water in
het oplaadapparaat vergroot het risico van een elektrische schok.
▪ Laad accu’s alleen op in oplaadapparaten die door de fabrikant worden geadviseerd. Voor
een oplaadapparaat dat voor een bepaald type accu geschikt is, bestaat brandgevaar
wanneer het met andere accu’s wordt gebruikt.
