7
Stuurpenstand
U kunt zelf de stand van het stuur bepalen, zonder dat u
gereedschap nodig heeft. Met behulp van de stuurpen kunt
het stuur naar voren of naar achteren buigen.
1. Duw de donkergrijze hendel op de stuurpen omhoog en
houd die in deze positie (A)
2. Duw daarna de zwarte hendel omhoog, totdat het stuur los
in de stuurhouder zit – u kunt de grijze hendel nu loslaten
(B)
3. Bepaal de gewenste positie van het stuur (C)
4. Bij de afstand stuur-zadel kunt u de stuurpen iets vast
zetten, zodat de positie van het stuur vast komt te staan (D)
5. Zorg dat het stuur in het midden van de stuurhouder zit en
duw de zwarte hendel naar beneden. Zodra de zwarte
hendel onder de donkergrijze hendel klikt zit hij weer vast
(A).
Let op: Om veilig te kunnen fietsen moet de stuurpen het
stuur weer volledig vergrendeld zijn.
Handremmen
Uw fiets heeft veiligheidsschakelaars die geïntegreerd zijn in
de handremmen. Als u in de remmen knijpt stopt de
trapondersteuning direct.
Let op: Bij vochtig weer kan de remweg langer zijn.
Verlichting
In- en uitschakelen:
Schakel de verlichting aan en uit doormiddel van het controlepaneel op uw stuur. Houd
de + knop gedurende 3 seconden ingedrukt om de verlichting in/uit te schakelen.