63
A Bedieningsvoorschrift – 4 Kamertemperatuur instellen
(Fig. 4, blz. 96)
4.1 Dagtemperatuur instellen
Met de temperatuurinstelknop (afb. 4.1) kunt u de
kamertemperatuur instellen, die u tijdens uw verblijf in
de woonkamer net voldoende vindt.
Elke graad hoger geeft een onnodig extra verbruik van
± 6%. Met deze instelknop regelt de kamerthermostaat
de dagtemperatuur gedurende het ingestelde
programma.
Advies: zet deze instelknop tussen 18 en 20°C.
4.2 Nachttemperatuur controleren
Nachttemperatuurtoets (8) indrukken. Nu ver-
schijnt de ingegeven nacht-
temperatuur op de display. Af fabriek is dit 15°C. Voor
wijziging van de tempe-ratuur zie hoofdstuk 4.3. Een
van de toetsen (5), (6), (9), (11) of (12) indrukken om
de normale display-functie te activeren (afb. 4.6).
4.3 Nachttemperatuur wijzigen
De kamertemperatuur voor de nachtverlaging stelt u
als volgt in:
Programma-toets Pro (10) indrukken; de kamer-
thermostaat schakelt nu op programmeerstand.
Nachttemperatuurtoets (8) indrukken. Nu
verschijnt voor de ingestelde
nachttemperatuur een P in de display (afb. 4.4).
Met de + knop verhoogt u de nachttemperatuur tot
maximaal 20°C.
Met de – knop kunt de nachttemperatuur verlagen
tot minimaal 5°C. Met de toets Pro kunt u het
programma bevestigen.
NL