De volgende gasdrukken dienen
gerespecteerd te worden:
Gassoort Gasdruk
Aardgas:
2E+, G20 (aardgas) 19 mbar
2E+, G25
(verrijktgas)
20 mbar
Vloeibaar gas
3+, butaan 32 mbar
3+, propaan
37 mbar
36
IN BEDRIJF STELLING
Bedrijfsklaar stellen
Elke VGH-gasboiler is fabrieksinge-
steld en behoeft geen supplementaire
gasinstelling. Desondanks is het
eventueel nodig de dynamische gas-
druk te controleren. Zie paragraaf
‘Gasdruk controleren’.
• monteer de trekonderbreker (1).
• monteer het beschermdeksel (2) van
de brander.
• neem de VGH-boiler in bedrijf
zoals omschreven staat op pag.9.
Afb. 19 Controle van de gasdruk
Gasdruk controleren
Bij een gasdruk buiten het
genoemde bereik mag de gas-
boiler niet in gebruik genomen
worden.
VGH Kl-19
Het gasdebiet voor aardgas is
fabrieksingesteld bij de productie van
alle VGH-gasboilers, hetgeen elke
bijkomende gasregeling overbodig
maakt. De gasdruk van de toevoer-
leiding moet nagezien worden bij de
inbedrijfstelling en overeenstemmen
met de hieronder vermelde waarden.
De minimum ingangsdruk, te meten
op de meetnippel van de gasaan-
sluiting van de gasboiler, controleren
met de brander in werking.
De controle van de gasdruk wordt
gemeten op de meetnippel van de
gasaansluiting. Ga daarbij als volgt te
werk :
• Sluit de gaskraan.
• Draai de schroef (1) van de meet-
nippel geheel los.
• Sluit een manometer aan.
• Open de gaskraan.
• Neem de gasboiler conform de
gebruiksaanwijzing in gebruik.
• Lees de gasdruk af. Zie gasdrukken.
• Bij een gasdruk buiten het
genoemde bereik mag het toestel
niet in gebruik genomen worden
• Neem de gasboiler uit bedrijf door
de bedieningsknop (2) naar stand
‘UIT’ ( • ) te draaien.
• Sluit de gaskraan.
• Verwijder de manometer.
• De schroef (1) van de meetnippel
weer dichtdraaien.
• Open de gaskraan.
• Alle verbindingen op dichtheid
controleren.