10
4 Bediening
Gas-wandketel VC/VCW../3.NL10
4.4.2 Warmwaterbereiding met een cv-toestel (VC…)
Voor de warmwaterbereiding met een cv-toestel (VC…)
moet een indirectgestookte boiler (VIH…) worden aan-
gesloten.
• draai de hoofdschakelaar (1) in de stand „I“.
• stel de draaiknop (2) voor instelling van de warmwa-
tertemperatuur in op de gewenste temperatuur, daar-
bij komt overeen:
- linkeraanslag (vorstbeveiliging) 15 °C
- rechteraanslag maximum temperatuur 70 °C
- minimum instelbare temperatuur 40 °C.
Bij het draaien aan de knop toont het display de actuele
waarde die op dat moment wordt ingesteld.
Na ca. 5 seconden verdwijnt deze waarde en toont het
display weer de actuele aanvoertemperatuur van het
cv-water, bijvoorbeeld 60 °C.
De actuele boilertemperatuur (VIH…) kan worden opge-
vraagd door de "+”-toets op het bedieningspaneel in te
drukken.
Warm water tappen bij een cv-toestel met een indi-
rectgestookte boiler (VC… met VIH…)
Bij het openen van een warmwaterkraan (1) van bijv.
wastafel, douche of bad wordt het warme water uit de
aangesloten indirect gestookte boiler (VIH…) getapt. Het
koude leidingwater dat vervolgens in de boiler stroomt,
koelt de boiler af tot onder de ingestelde temperatuur.
Het toestel gaat vervolgens in bedrijf om de boilerin-
houd op te warmen. Bij het sluiten van de warmwater-
kraan schakelt het cv-toestel (VC…) pas uit nadat de
indirectgestookte boiler (VIH…) op de ingestelde tempe-
ratuur is gebracht, de pomp loopt een korte tijd na. Het
opwarmen van de indirectgestookte boiler heeft voor-
rang op de cv-functie.
Afb. 4.10 Warmwaterbereiding met een cv-toestel (VC…)
Boilerfunctie uitschakelen
Bij een cv-toestel (VC…) met aangesloten indirectge-
stookte boiler (VIH…) kan het opwarmen van de boiler
worden uitgeschakeld, de cv-functie blijft hierbij in
bedrijf.
• draai hiervoor de draaiknop (2) voor instelling van de
boilertemperatuur geheel naar links tegen de aanslag.
De vorstbeveiligingsfunctie voor de boiler blijft actief.
4.5 Instellingen voor de verwarming
4.5.1 Aanvoertemperatuur instellen bij gebruik van
een modulerende kamer(klok)thermostaat of weers-
afhankelijke regelaar
Afhankelijk van uw keuze is het toestel voorzien van een
weersafhankelijke regeling VRC 410 S of van een
kamer(klok)thermostaat VRT 40, VRT 330, VRT 340f of
VRT 390. In deze gevallen is het aan te bevelen om de
volgende instelling uit te voeren:
• draai de hoofdschakelaar (1) in de stand „I“.
• draai de draaiknop (2) voor het instellen van de
cv-watertemperatuur naar de rechteraanslag.
De cv-aanvoertemperatuur wordt automatisch naar
gelang de warmtebehoefte door de modulerende
kamer(klok)thermostaat of weersafhankelijke regelaar
geregeld. Informatie hierover vindt u in de bedienings-
handleiding van de betreffende kamer(klok)thermostaat
of weersafhankelijke regelaar.
Afb. 4.11 Aanvoertemperatuur instellen bij gebruik van een
modulerende kamer(klok)thermostaat of weersafhan
kelijke regelaar
