Bedienings- en weergavefuncties 8
0020198205_02 multiMATIC Installatiehandleiding 13
8.6 CV 1
U kunt het CV-circuit gebruiken voor verschillende functio-
naliteiten (CV-circuit, poolcircuit, vaste waarde-circuit etc.).
Het display geeft alleen de functies weer, die u nodig hebt
voor het gebruik van het CV-circuit. In het overzicht kunt u
de functies vinden, die u bij uw configuratie kunt instellen of
aflezen.
Functies voor het CV-circuit (→ Pagina 31)
8.6.1 Soort circuit instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRC1 ----] → Soort circuit
– Met deze functie kunt u vastleggen, welke functionaliteit
het CV-circuit moet krijgen.
Het eerste CV-circuit in het systeem heeft de fabrieksin-
stelling Verwarmen. Alle verdere CV-circuits hebben de fa-
brieksinstelling inactief, die u evt. moet activeren.
inactief: het CV-circuit wordt niet gebruikt.
Verwarmen: het CV-circuit wordt gebruikt om te verwarmen
en is weersafhankelijk geregeld. Afhankelijk van het sys-
teemschema kan het CV-circuit een mengklepcircuit of een
direct circuit zijn.
Zwembad: het CV-circuit wordt als poolcircuit gebruikt. U
kunt de externe poolthermostaat aan de ingang DEM1 tot
DEMx van de VR 70 of VR 71 aansluiten. Als de klemmen
op de ingang kortgesloten zijn, is er geen warmtebehoefte.
Als de klemmen op de ingang open zijn, is er warmtebe-
hoefte.
Vaste wa.: het CV-circuit wordt geregeld op twee vaste ge-
wenste aanvoertemperaturen. Het CV-circuit kan omgescha-
keld worden tussen twee gewenste aanvoertemperaturen.
Ter.verh.: het CV-circuit wordt voor de retourverhoging ge-
bruikt. De retourverhoging is bedoeld voor de bescherming
tegen corrosie in de CV-ketel door langere onderschrijding
van het dauwpunt.
WW: het CV-circuit wordt als warmwatercircuit voor een ex-
tra boiler gebruikt.
Afhankelijk van gekozen Soort circuit, verschijnen op het
display alleen de bijbehorende functies als lijstopties.
8.6.2 Status CV-circuit aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRC1 ----] → Status
– Met deze functie kunt u aflezen, in welke modus CV-
CIRC1 zich bevindt.
uit: het CV-circuit meldt geen energiebehoefte.
Verwarmen: het CV-circuit bevindt zich in het CV-bedrijf.
Koelen: het CV-circuit bevindt zich in het koelbedrijf.
Warm water: het CV-circuit bevindt zich in de CV-functie
voor warm water in de boiler.
8.6.3 Gewenste aanvoertemperatuur van het CV-
circuit aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRC1 ----] → Gew. aanvoertemp.
– Met deze functie kunt u de gewenste aanvoertempera-
tuur van het CV-circuit aflezen.
8.6.4 Gewenste aanvoertemperatuur van het
poolcircuit aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRC1 ----] → Gew.aanvoert.zwemb.
– Met deze functie kunt u de gewenste aanvoertempera-
tuur van het poolcircuit aflezen.
8.6.5 Gewenste aanvoertemperatuur dag van
het poolcircuit resp. vaste waarde-circuit
instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRC1 ----] → Gew. aanvoert. dag
– Met deze functie kunt u de gewenste aanvoertempera-
tuur van het poolcircuit resp. van het vaste waarde-circuit
voor de dag (binnen het tijdvenster) instellen.
8.6.6 Gewenste aanvoertemperatuur nacht van
het poolcircuit resp. vaste waarde-circuit
instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRC1 ----] → Gew. aanvoert. nacht
– Met deze functie kunt u de gewenste aanvoertempera-
tuur van het poolcircuit resp. vaste waarde-circuit voor de
nacht (buiten het tijdvenster) instellen.
8.6.7 Gewenste retourtemperatuur voor soort
circuit retourverhoging instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRC1 ----] → Gew. teruglooptemp.
– Met deze functie kunt u de gewenste retourtemperatuur
voor het soort circuit retourverhoging instellen.
8.6.8 Minimale gewenste aanvoerwaarde koelen
instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRC1 ----] → Min voorl gew wa koel
– Als een warmtepomp aangesloten is en de functie Koe-
len mogelijk voor het CV-circuit geactiveerd is, dan kunt
u de gewenste aanvoerwaarde voor de functie Koelen
mogelijk instellen.
De thermostaat regelt het CV-circuit op de minimaal ge-
wenste aanvoerwaarde koelen, ook al heeft de gebruiker de
gewenste temperatuur voor het koelen lager ingesteld.
8.6.9 Werkelijke temperatuur aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRC1 ----] → Werk. temp.
– Met deze functie kunt u de werkelijke temperatuur van
het CV-circuit aflezen.
8.6.10 Temperatuurverhoging instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [CV-
CIRC1 ----] → Temp. verhoging
– Met deze functie kunt u de temperatuurverhoging instel-
len. De temperatuurverhoging verhoogt de actuele ge-
wenste temperatuur van het CV-circuit met de ingestelde
waarde.