4.20 Storingen bij inbedrijfname
4.20.1 Ventilator start niet
- Voedingsspanning niet in orde.
- Te weinig afname warm water.
- Doorstroomsensor defect.
- Luchtdrukschakelaar blijft hangen.
- Ventilator defect.
- Hoofdprint defect.
- NTC maakt slecht contact of defect.
4.21 Toestel valt in vlamstoring (oranje lampje brandt)
4.21.1 Bij vlamvorming
-
Recirculatie verbrandingsgassen waardoor vlam afblaast.
- Minimum gashoeveelheid niet goed afgesteld.
-
Ionisatie-elektrode gecorrodeerd of niet goed afgesteld
.
- Ionisatiekabel maakt sluiting t.o.v. massa.
- Lamellen warmtewisselaar vervuild.
4.21.2 Bij geen vlamvorming
- Gasvoordruk (dynamisch) te laag.
-
Lucht in gasleiding; bij propaan tank goed ontluchten.
- Ontsteekpennen gecorrodeerd of defect.
- Temperatuursensor defect.
- Gasblok defect.
turboMAG 11-2/0, 14-2/0 en 17-2/04
Geysers
71 71