17
GASINSTELLING
Functiecontrole
•
Controleer het toestel conform de
gebruiksaanwijzing.
•
Controleer het toestel op lekken.
•
Controleer op oververhitting en
gelijkmatig vlambeeld van de
hoofdbrander.
Instructie van de
gebruiker
De gebruiker van het toestel moet
ingelicht worden over het gebruik en
het functioneren ervan. Daarbij die-
nen in het bijzonder de volgende
maatregelen genomen te worden:
•
Overhandigen van deze gebruiks-
aanwijzing.
•
Instructies betreffende de maatrege-
len genomen voor toevoer van ver-
brandingslucht en de ventilatie van
de ruimte met bijzonder nadruk op
het feit dat deze maatregelen niet
ten nadele gewijzigd mogen wor-
den.
•
Attent maken op de noodzaak van
regelmatige controle/onderhoud
van het toestel (controle-/onder-
houdscontract).
Gasverbruiktabel
1)
15 °C, 1013 mbar, droog
2)
Kenmerk op de inspuiter is de boordiameter x 100.
Gasfamilie Hi kenmerk
2)
gashoeveelheid
verbrandingswaarde
nominale
belasting in m
3
/h
1)
kWh/m
3
MJ/m
3
brander- waakvlam- voor- MAG
inspuiters inspuiter inspuiter 9/1 OZ
2e Gasfamilie
Aardgas
360
Groep 2L 8,13 29,25 145 28 Kleur vemikkelt 1,39
Tabel instellen
inspuiterdruk
Gasfamilie Identificatieletter Wobbe-index Ws Inspuiterdruk bij
toestel [kWh/m
3
]
nominale
belasting in mbar
1)2)
MAG
9/1 OZ
2e Gasfamilie
Aardgas
Groep 2L 2L 12,4 20,3
1)
15 °C, 1013 mbar, droog
2)
1 mbar is met voldoende precisie gelijk aan 10 mm WS.