Lijst met vakwoorden
44 Gebruiksaanwijzing geoTHERM 0020132509_00
10
Als de stooklijn 0.4 gekozen is en voor de gewenste kamer-
temperatuur niet 20 °C, maar 21 °C opgegeven is, dan ver-
schuift de stooklijn, zoals op afb. 10.2 weergegeven is. Aan
de 45° hellende as a wordt de stooklijn conform de waarde
gewenste kamertemperatuur parallel verschoven. Dat bete-
kent dat bij een buitentemperatuur van -15 °C de regeling
voor een aanvoertemperatuur van 45 °C zorgt.
Tijdsvenster
Voor de verwarming, de warmwaterbereiding en de circula-
tiepomp kunnen per dag drie tijdsvenstersgeprogrammeerd
worden.
Voorbeeld:
Tijdsvenster 1: Ma 09.00 - 12.00 uur
Tijdsvenster 2: Ma 15.00 uur - 18.30 uur
Bij de verwarming wordt aan elk tijdsvenster een gewenste
waarde toegewezen die de CV-installatie gedurende deze
tijd in acht neemt.
Bij de warmwaterbereiding is voor alle tijdsvensters de
gewenste warmwaterwaarde doorslaggevend.
Bij de circulatiepomp bepalen de tijdsvensters de bedrijfstij-
den.
In de automatische modus geschiedt de regeling conform
de instelwaarden van de tijdvensters.
Verlagingstemp.
De verlagingstemperatuur is de temperatuur waarop uw CV-
installatie de kamertemperatuur buiten geprogrammeerde
tijdsvensters verlaagt.
Vorstbeveiligingsfunctie
De vorstbeveiliging beschermt uw CV-installatie en uw
woning tegen schade door bevriezing. Ze is ook in de
Bedrijfs mode "Uit" actief.
De vorstbeveiligingsfunctie bewaakt de buitentemperatuur.
Als de buitentemperatuur onder 3 °C daalt, dan wordt de
verwarmingspomp gedurende ca. 10 minuten ingeschakeld
en daarna opnieuw gedurende 10 tot 60 min. (afhankelijk
van de waarde van de buitentemperatuur) uitgeschakeld.
Als de verwarmingsaanvoertemperatuur lager is dan 13 °C,
dan wordt de CV-ketel ingeschakeld. De gewenste kamer-
temperatuur wordt op 5 °C geregeld. Als de buitentempera-
tuur boven 4 °C stijgt, dan blijft de bewaking van de buiten-
temperatuur actief, de CV-pomp en de cv-ketel worden uit-
geschakeld.
Als de buitentemperatuur onder -20 °C daalt, dan wordt de
CV-ketel ingeschakeld. De gewenste kamertemperatuur
wordt op 5 °C geregeld.
Warmwaterbereiding
Het water in de boiler wordt door uw ketel tot de gewenste
temperatuur verwarmd. Als de temperatuur in de boiler met
een bepaalde waarde daalt, dan wordt het water opnieuw
tot op de gewenste temperatuur opgewarmd. Voor de
opwarming van de boilerinhoud kunt u tijdsvensters pro-
grammeren.
Weersafhankelijk
De buitentemperatuur wordt door een afzonderlijke, in de
open lucht aangebrachte voeler gemeten en naar de ther-
mostaat geleid. Bij lage buitentemperaturen zorgt de ther-
mostaat zo voor een verhoogde verwarmingsvermogen, bij
hogere buitentemperaturen voor een gereduceerd verwar-
mingsvermogen.