Installatiehandleiding geoTHERM VWS/VWW 0020072959_0050
Bij een bepaald warmtetekort (in de thermostaat vrij in-
stelbaar, zie menu C4) start de warmtepomp en schakelt
pas weer uit als de toegevoerde warmtehoeveelheid ge-
lijk is aan het warmtetekort.
Hoe groter de ingestelde negatieve getallenwaarde is,
des te langer zijn de intervallen waarin de compressor
loopt of stilstaat.
8.4.3 Laadprincipe bufferboiler
De bufferboiler wordt afhankelijk van de gewenste aan-
voertemperatuur geregeld. De warmtepomp verwarmt,
als de temperatuur van de temperatuurvoeler bovenin
VF1 van de bufferboiler lager is dan de gewenste tempe-
ratuur. De pomp verwarmt zo lang tot de temperatuur-
voeler onderin RF1 van de bufferboiler de gewenste
temperatuur plus 2 K heeft bereikt.
Aansluitend op een lading van de warmwaterboiler
wordt de bufferboiler eveneens geladen, als de tempera-
tuur van de temperatuurvoeler bovenin VF1 minder dan
2 K hoger is dan de gewenste temperatuur (vroegtijdige
nalading): VF1 < gewenste aanv.T + 2 K.
8.4.4 Naar fabrieksinstellingen resetten
a
Attentie!
Per ongeluk wissen van de specifieke in-
stellingen!
Als u de regeling naar de fabrieksinstel-
ling reset, kunnen specifieke instellingen
van het systeem worden gewist en het
systeem kan uitschakelen. Het systeem
kan niet worden beschadigd.
• In de basisweergave van het grafisch display de twee
instelknoppen tegelijkertijd gedurende min. 5 sec in-
drukken.
Daarna kunt u selecteren of alleen tijdprogramma's of
alle waarden naar fabrieksinstelling moeten worden ge-
reset.
8.4.5 Thermostaatstructuur
Als basisweergave is een grafisch display te zien. Deze
is het uitgangspunt voor alle aanwezige displays. Als u
bij het instellen van waarden gedurende een langere pe-
riode geen instelknop bedient, verschijnt automatisch
weer deze weergave.
In de volgende afbeeldingen ziet u een overzicht van
alle displays van de thermostaat als stroomdiagram. Een
beschrijving van de afzonderlijke displays vindt u in het
daarop volgende hoofdstuk.
De bediening van de thermostaat is in drie niveaus on-
derverdeeld:
Het gebruikersniveau is bestemd voor de gebruiker.
Het codeniveau (menu C1 - C9, D1 - D5, I1 - I5 en A1 - A9)
is uitsluitend bestemd voor de installateur en is door
code-invoer beveiligd tegen abusievelijk verstellen.
Als er geen code wordt ingevoerd, d.w.z. als er geen vrij-
gave van het codeniveau plaatsvindt, dan kunnen de
volgende parameters in de afzonderlijke menu's welis-
waar worden weergegeven maar is het wijzigen van de
waarden niet mogelijk.
In de menu's C1 tot C9 kunt u voor de CV-circuits para-
meters van de diverse functies van de warmtepomp in-
stellen.
In de menu's D1 tot D5 kunt u de warmtepomp in de di-
agnosemodus laten lopen en testen.
In de menu's I1 tot I5 krijgt u algemene informatie over
de instellingen van de warmtepomp.
In de menu's A1 tot A9 wordt u bij de eerste inbedrijf-
stelling van de warmtepomp door het installatiemenu
geleid.
Verder is de weergave en selectie van speciale functies,
zoals spaarfunctie, mogelijk. Daarvoor drukt u vanuit de
basisweergave de instelknop één, twee of drie keer in
(zie afb.8.1).
Het derde niveau bevat functies voor optimalisatie van
het systeem en kan door de installateur alleen via
vrDIALOG 810/2 worden ingesteld (zie hfdst. 8.10).
8 Regeling