Installatiehandleiding geoTHERM VWS/VWW 0020072959_0072
9.4 Proefdraaien en inbedrijfstelling
d
Gevaar!
Gevaar voor letsel!
De warmtepomp mag pas na montage
van alle manteldelen weer in gebruik
worden genomen.
• Monteer alle manteldelen van de warmtepomp zoals in
hoofdstuk 6.10 beschreven.
• Neem de warmtepomp in gebruik.
• Controleer de warmtepomp op een foutloze werking.
10 Verhelpen van storingen en
diagnose
d
Gevaar!
Maatregelen voor verhelpen van storin-
gen alsmede voor diagnose mogen alleen
worden uitgevoerd door een erkende in-
stallateur.
e
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok aan
spanningsvoerende delen! Schakel voor
werkzaamheden aan de warmtepomp de
stroomtoevoer uit (zekering) en beveilig
deze tegen onbedoeld opnieuw inschake-
len.
10.1 Storingsmeldingen op thermostaat
Storingsmeldingen verschijnen ca. 20 sec. nadat de sto-
ring is opgetreden op het display en worden in het sto-
ringsgeheugen van de thermostaat geschreven, wan-
neer de storing ca. 3 min. actief is. U kunt het storings-
geheugen in menu I1 oproepen. Zolang de storing actief
is, kunt u de storingsweergave oproepen door vanuit de
grafische weergave de linker instelknop
1 x naar links
te draaien.
Storings geheugen
I1
Storingsnummer >1
Storingscode 41
16.02.08 07:18
Fout
Voeler T3 warmtebron
Afb. 10.1 Storingsmelding in storingsgeheugen menu I1
De geoTHERM regeling kent drie verschillende storings-
types:
— Storing van componenten die via eBus zijn aangeslo-
ten.
— Tijdelijke uitschakeling
De warmtepomp blijft in werking. De storing wordt
weergegeven en verdwijnt automatisch als de oorzaak
van de storing is verholpen.
— Uitschakeling door storing
De warmtepomp wordt uitgeschakeld. Deze kan na
het verhelpen van de oorzaak van de storing alleen
door een storingsreset opnieuw worden gestart
(zie menu I 1).
— Bovendien kunnen bij het toestel of het systeem Ove-
rige fouten/storingen optreden.
9 Inspectie en onderhoud
10 Verhelpen van storingen en diagnose