25Installatiehandleiding geoTHERM VWS/VWW 0020072959_00
6.3 Elektrische schakelkast
h
Aanwijzing
Afhankelijk van de modelvariant kan de
hier getoonde weergave van de elektro-
schakelkast (zie afb. 6.1) in details afwij-
kingen van de warmtepomp.
ABB A8-30-01
ABB A12-30-01 ABB A12-30-01 ABB A12-30-01
L3 L2 L1NPE L3 L2 L1NPE L3 L2 L1NPEL3 L3 L2 L1N NPEL3 L2 L1 S SN
PE L2 L1L3N
ABB A8-30-01ABB A8-30-01ABB A8-30-01
1
L L L L L 1 LN N N N N 2 N 2 1 2 1L N
2 3 4 5 SCH 6 7 8 ASB
N NAufZuL N 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2
DCF OT AF
- +
AufZu
ZH
NL
ZP
NL
SK2-P
NL
HK2-P HK2 VF2 RF1 VF1 SP BUS DCF/AF EVU 1xZPLP/UV 1
1
2
3
14
13
11
10
4
5
6
7
8
9
Schütz für externe
Zusatzheizung
12
Afb. 6.1 Elektrische schakelkast
Legenda bij afb. 6.1
1 Trekontlastingen
2 Stroomvoorziening warmtepomp
3 Aanloopstroombegrenzer-print met controle-LED aanloop-
stroombegrenzer (brandt groen, indien OK)
4 Alleen VWW: thermisch overstroomrelais
5 Alleen VWW: Instelknop voor overstroom van de dompelpomp
6 Protectorbeveiliging brijnpomp
7 alleen VWS 380/2 en VWS 460/2: Aansturingsbeveiliging brijn-
pomp
8 Alleen VWW: Aansturingsbeveiliging dompelpomp met over-
stroomrelais (motorbeveiliging)
9 Beveiliging aanloopstroombegrenzer
10 Aansturingsbeveiliging compressor
11 Protectorbeveiliging compressor
12 Beveiliging voor extra verwarming
13 Regelingsprint
14 Aansluitrail voor sensor en externe componenten
Aan de elektrische schakelkast zijn bovendien hangend
twee leidingrollen gemonteerd (hier niet afgebeeld):
— kleine tweepolige stekker:
Aansluitleiding voor bedieningsconsole
— grote driepolige stekker:
Elektriciteitsvoorziening voor vrnetDIALOG
Een leiding voor vrnetDIALOG voor het aansluiten aan
de eBUS is tevens bij leveringsomvang (bijverpakking)
inbegrepen.
6.4 Stroomvoorziening aansluiten
Door de netexploitanten worden verschillende manieren
van stroomvoorziening voor warmtepompen voorzien.
De warmtepomp kan met verschillende soorten netvoe-
ding worden gebruikt. Op de volgende pagina's zijn drie
aansluitmethoden beschreven.
• Breng de stroomleiding(en) door het slobgat in de
achterwand van het toestel naar binnen.
• Voer de leidingen door het toestel, door de passende
trekontlastingen en naar de aansluitklemmen van de
aansluitstrip.
• Voer de aansluitbedrading uit zoals afgebeeld in de
volgende bedradingsschema's.
a
Attentie!
De toestelmantels moeten na voltooiing
van het installatiewerk gemonteerd wor-
den.
Elektrische installatie 6