Installatiehandleiding geoTHERM VWS/VWW 0020072959_0018
4.9 Warmtepomp plaatsen
ABB
0-10 mm
Afb. 4.7 Stelvoetjes instellen
• Let bij het plaatsen van de warmtepomp op de mini-
mumafstanden tot de wand (zie afb. 4.2).
• Lijn de warmtepomp horizontaal uit door de stelvoet-
jes in te stellen.
4.10 Installatie bij de klant
a
Attentie!
Spoel de CV-installatie voor de aanslui-
ting van het toestel zorgvuldig door!
Daarmee verwijdert u resten zoals las-
druppels, walshuid, hennep, kit, roest,
grove vervuiling e.d. uit de buisleidingen.
Anders kunnen deze stoffen in het toe-
stel terechtkomen en storingen veroor-
zaken.
a
Attentie!
Om lekkages te vermijden, let u erop dat
bij de aansluitleidingen geen mechani-
sche spanningen ontstaan!
— De buisinstallatie moet conform de maat- en aansluit-
tekeningen in afb. 4.1 plaatsvinden.
— De installatie dient door een installateur te worden
uitgevoerd.
— Bij de installatie dienen de geldende voorschriften in
acht te worden genomen.
h
Aanwijzing
Lucht in de CV-installatie leidt tot een
beperking van de werking en vermindert
het verwarmingsvermogen. Breng indien
nodig ontluchtingskleppen aan.
3
4
2
1
Afb. 4.8 Aansluitleidingen monteren
Legenda bij afb. 4.8
1 CV-aanvoerleiding
2 CV-retourleiding
3 Warmtebron naar warmtepomp
4 Warmtebron van warmtepomp
r
Afb. 4.9 Omgaan met de flexibele aansluitleidingen
a
Attentie!
Gevaar voor lekkage van water!
De meegeleverde flexible aansluitleidin-
gen mogen niet worden gedraaid, geknikt
of uitgetrokken worden. Neem bij bocht-
stukken de minimumradius van 300 mm
in acht.
h
Aanwijzing
De meegeleverde aansluitleidingen die-
nen als trillingsontkoppeling en moeten
op de warmtepomp worden geïnstalleerd,
anders kunnen trillingen van de hydrauli-
sche installatie worden veroorzaakt.
Neem hierbij de afstand tot de wand in
acht (afb. 4.1) en afb. 4.4.
4 Montage en installatie