602548
54
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/60
Next page
Voor de installateur
Montagehandleiding
auroTHERM exclusiv
VTK 570/2, VTK 1140/2
BEnl, NL
Montagehandleiding
Impressum
Documenttype: Montagehandleiding
Product: auroTHERM exclusiv
VTK 570/2
VTK 1140/2
Doelgroep: Erkend installateur
Taal: NL
Documentnummer_versie: 0020077988_03
Datum opmaak: 20.08.2012
Uitgever/fabrikant
Vaillant GmbH
Berghauser Str. 40   D-42859 Remscheid
Telefon +4921 91180 Telefax +4921 911828 10
info@vaillant.de www.vaillant.de
© Vaillant GmbH 2012
Nadruk van deze handleiding, ook bij wijze van uittreksel, is alleen met de schriftelijke toestemming van
Vaillant GmbH toegestaan.
Alle in deze handleiding genoemde benamingen van producten zijn handels-/fabrieksmerken van de betref-
fende firma's.
Technische wijzigingen zijn voorbehouden.
Inhoudsopgave
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 3
Inhoudsopgave
1 Aanwijzingen bij de documentatie ..................... 4
1.1 Gebruikte symbolen ..................................................... 4
1.2 Aanvullend geldende documenten in acht
nemen.............................................................................. 4
1.3 Documenten bewaren.................................................. 4
1.4 Geldigheid van de handleiding................................... 4
1.5 Benaming........................................................................ 4
2 Veiligheid............................................................... 5
2.1 Waarschuwingen bij handelingen ............................. 5
2.2 Vereiste kwalificatie van het personeel.................. 5
2.3 Algemene veiligheidsinstructies ............................... 5
2.4 Reglementair gebruik .................................................. 6
2.5 Voorschriften (richtlijnen, wetten, normen) .......... 7
2.6 CE-markering................................................................. 7
3 Toestelbeschrijving ............................................. 8
3.1 Typeoverzicht................................................................ 8
3.2 Gegevens op het typeplaatje ..................................... 8
3.3 Doel van het toestel ..................................................... 8
4 Montage en installatie opdak ............................. 8
4.1 Montage en installatie voorbereiden....................... 8
4.2 Montage uitvoeren ...................................................... 18
4.3 Montage afsluiten en controleren .......................... 25
5 Montage en installatie plat dak........................ 26
5.1 Montage en installatie voorbereiden..................... 26
5.2 Montage uitvoeren ..................................................... 39
5.3 Montage afsluiten en controleren ......................... 46
6 Inspectie en onderhoud ..................................... 47
6.1 Onderhoudsschema ................................................... 47
6.2 Inspectie- en onderhoudsintervallen in acht
nemen............................................................................ 47
6.3 Algemene inspectie- en
onderhoudsvoorschriften......................................... 47
6.4 Inspectie en onderhoud voorbereiden .................. 47
6.5 Collectoren en aansluitingen op schade,
verontreinigingen en ondichtheden
controleren.................................................................. 48
6.6 Collectoren reinigen.................................................. 48
6.7 Houders en collectorcomponenten op
vastheid controleren................................................. 48
6.8 Buisisolaties op schade controleren ..................... 48
6.9 Beschadigde buisisolaties vervangen................... 48
6.10 Beschadigde buisisolaties afvoeren...................... 48
7 Verhelpen van storingen.................................. 48
7.1 Reserveonderdelen voor de reparatie ................. 48
7.2 Reparaties uitvoeren ................................................ 49
8 Buitenbedrijfstelling.......................................... 50
8.1 Tijdelijke buitenbedrijfstelling ................................ 50
8.2 Definitieve buitenbedrijfstelling............................. 50
9 Klantenservice .................................................... 51
10 Technische gegevens......................................... 52
10.1 Tabel technische gegevens...................................... 52
10.2 Afmetingen................................................................... 53
10.3 Rendement en drukverlies ...................................... 54
Trefwoordenlijst.................................................................56
1 Aanwijzingen bij de documentatie
4 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
1 Aanwijzingen bij de documentatie
1.1 Gebruikte symbolen
Symbolen
De volgende symbolen kunnen voorkomen:
Symbool voor een waarschuwing ( Pagina 5)
Symbool voor een aanwijzing
Symbool voor een vereiste handeling
Symbool voor het resultaat van een activiteit
Symbool voor het invullen van protocollen en
checklists
Symbool voor een vereiste kwalificatie
Symbool voor een vereist gereedschap
Symbool voor de opgave van een technische
waarde
n
Symbool voor veldschikking naast elkaar
Symbool voor veldschikking boven elkaar
1.2 Aanvullend geldende documenten in acht
nemen
Neem bij het installeren van de collectoren a.u.b. goede
nota van alle installatiehandleidingen van modules en
componenten van het zonnesysteem.
Deze installatiehandleidingen worden meegeleverd met de
betreffende onderdelen van de installatie en aanvullende
componenten.
1.3 Documenten bewaren
Documenten overhandigen
U dient deze montagehandleiding evenals alle aanvul-
lend geldende documenten en eventueel benodigde hulp-
middelen aan de gebruiker van de installatie te geven.
Beschikbaarheid van de documenten
De gebruiker van de installatie bewaart de documenten
opdat ze indien nodig ter beschikking staan.
1.4 Geldigheid van de handleiding
Deze handleiding geldt uitsluitend voor:
Collectortypes en artikelnummers
VTK 570/2
0010002225
VTK 1140/2
0010002226
1.5 Benaming
In deze handleiding worden de buiscollectoren als collecto-
ren omschreven.
Veiligheid 2
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 5
2 Veiligheid
2.1 Waarschuwingen bij handelingen
Classificatie van de waarschuwingen bij handelin-
gen
De waarschuwingen bij handelingen zijn als volgt door
waarschuwingstekens en signaalwoorden aangaande de
ernst van het potentiële gevaar ingedeeld:
Waarschuwingstekens en signaalwoorden
Gevaar!
Direct levensgevaar of gevaar voor ernstig li-
chamelijk letsel
Gevaar!
Levensgevaar door een elektrische schok
Waarschuwing!
Gevaar voor licht lichamelijk letsel
Opgelet!
Kans op materiële schade of milieuschade
2.2 Vereiste kwalificatie van het personeel
De handleiding richt zich tot personen met de volgende
kwalificaties
2.2.1 Erkend installateur
Installatie, montage en demontage, ingebruikneming, on-
derhoud, reparatie en buitenbedrijfstelling van Vaillant-pro-
ducten en accessoires mogen alleen door geautoriseerde
installateurs uitgevoerd worden.
Aanwijzing
Elke installateur is door zijn opleiding alleen
voor specifieke taken gekwalificeerd. Hij mag
werkzaamheden aan toestellen alleen uitvoeren
als hij over de vereiste kwalificatie beschikt.
Bij hun werk moeten de installateurs alle desbetreffende
richtlijnen, normen, wetten en andere voorschriften in acht
nemen.
2.3 Algemene veiligheidsinstructies
2.3.1 Gevaar door niet reglementair gebruik
De Vaillant buiscollectoren auroTHERM VTK zijn volgens
de stand van de techniek en de erkende veiligheidstechni-
sche regels gebouwd. Toch kunnen er bij ondeskundig of
oneigenlijk gebruik gevaren voor lijf en leven van de gebrui-
ker of derden resp. beschadigingen aan het toestel en an-
dere voorwerpen ontstaan.
2.3.2 Levensgevaar door ondeskundige
bevestigingssystemen
De collectoren kunnen door ondeskundige bevestigingssys-
temen vallen.
Alleen de combinatie uit Vailllant collectoren en Vaillant
bevestigingssystemen is getest. Deze combinatie weerstaat
aan de krachten door de extra wind- en sneeuwlasten.
Gebruik uitsluitend de door Vaillant gekwalificeerde be-
vestigingsystemen voor de collectoren.
2.3.3 Levensgevaar door ontoereikend
draagvermogen van het dak
Een dak met onvoldoende draagvermogen kan instorten
door de extra last van de collectoren.
Vooral door bijkomende wind- en sneeuwlasten kunnen
verhoogde krachten optreden die tot het instorten van het
dak kunnen leiden.
Zorg ervoor dat een staticus het dak geschikt heeft be-
vonden voor de collectormontage.
Monteer de collectoren alleen op daken met voldoende
draagvermogen.
2.3.4 Levensgevaar door vallende onderdelen
Onbeveiligde collectoren kunnen van het dak vallen en per-
sonen in gevaar brengen.
Zet het terrein in de valzone onder de werkplek vol-
doende ruim af, opdat omstanders geen letsel kunnen
oplopen door vallende voorwerpen.
Markeer de werkplek bijvoorbeeld door waarschuwbor-
den te plaatsen conform de geldende voorschriften.
2.3.5 Verwondingsgevaar en materiële schade
als gevolg van ondeskundig onderhoud en
ondeskundige reparatie
Onderhoud en reparaties die niet of ondeskundig uitge-
voerd werden, kunnen verwondingen of schade aan het
zonnesysteem veroorzaken.
Zorg ervoor dat uitsluitend een geautoriseerde installa-
teur het onderhoud en eventuele reparaties uitvoert.
2.3.6 Levensgevaar door ontoereikende
bevestiging van de collectoren
Collectoren kunnen uit hun verankering vallen als ze op het
dak slecht bevestigd werden. Als de collectoren van het dak
vallen, kunnen er levensgevaarlijke ongevallen gebeuren.
Voer de handelingen alleen zo uit als in deze handleiding
beschreven.
Neem alle veiligheidsvoorschriften in acht die in deze
handleiding beschreven zijn.
Neem daarnaast alle veiligheidsvoorschriften in acht die
specifiek in uw regio geldig zijn.
2 Veiligheid
6 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
2.3.7 Verbrandingsgevaar door hete
collectorbovenvlakken
De collectoren worden bij bestraling door de zon binnenin
zeer heet, tot 300 °C. Als u de collectoren onbeschermd
aanraakt, dan kunt u zich verbranden.
Verwijder de, af-fabriek aangebrachte zonbeschermende
folie pas na het inbedrijfstellen van het zonnesysteem.
Vermijd montage- en onderhoudswerk bij felle zon.
Dek de collectoren af voordat u met het werk begint.
Werk bij voorkeur in de ochtenduren.
Draag geschikte veiligheidshandschoenen.
2.3.8 Verwondingsgevaar door barstend glas
Het glas van de collectoren kan door mechanische vernieti-
ging of doorbuiging barsten.
Draag geschikte veiligheidshandschoenen.
Draag een geschikte veiligheidsbril.
2.3.9 Materiële schade door hogedrukreiniger
Hogedrukreinigers kunnen de collectoren door de extreem
hoge druk beschadigen.
Reinig de collectoren in geen geval met een hogedrukrei-
niger.
2.3.10 Materiële schade door bliksemslag
Bliksemslag kan het collectorsysteem beschadigen.
Sluit het collectorsysteem volgens de geldende voor-
schriften op een bliksembeveiliging aan.
2.3.11 Vorstschade door water in het zonnecircuit
Waterresten in de collector kunnen bij vorst bevriezen en
hierdoor de collector beschadigen.
Vul of spoel de collector nooit met water.
Vul of spoel de collector uitsluitend met kant-en-klaar
gemengde Vaillant-collectorvloeistof.
Controleer de collectorvloeistof regelmatig met behulp
van een vorstveiligheidtester.
2.3.12 Materiële schade door ongeschikt
gereedschap
Ongeschikt gereedschap kan schade toebrengen aan het
zonnesysteem.
Gebruik alleen geschikt gereedschap.
Gebruik vooral alleen het gereedschap dat bij de hande-
lingen in deze handleiding aangegeven is.
2.3.13 Levensgevaar door een elektrische schok
Door ondeskundig installatiewerk of een defecte elektrici-
teitskabel kunnen de buisleidingen onder netspanning ko-
men te staan en levensgevaarlijke verwondingen veroorza-
ken.
Bevestig de aardklemmen aan de buisleidingen.
Sluit de aardklemmen via een koperen kabel met een
aderdoorsnede van 16 mm² aan op een potentiaalrail.
2.3.14 Materiële schade door overspanning
Overspanning kan schade toebrengen aan het zonnesys-
teem.
Aard het zonnecircuit als potentiaalvereffening en ter
beveiliging tegen te hoge spanning.
Bevestig de aardklemmen aan de buisleidingen.
Sluit de aardklemmen via een koperen kabel met een
aderdoorsnede van 16 mm² aan op een potentiaalrail.
2.3.15 Levensgevaar en materiële schade door
contactcorrosie
Bij daken van of geveldelen uit edelere metalen, zoals alu-
minium (bijv. koperen daken) kan er contacterosie aan de
ankers ontstaan. Collectoren kunnen vallen en personen in
gevaar brengen.
Gebruik passende onderlegmaterialen om de metalen
van elkaar te scheiden.
2.3.16 Materiële schade door daklawines
Als het collectorveld onder een schuin dak gemonteerd is,
dan kan wegglijdende sneeuw van het dak de collectoren
beschadigen.
Monteer een sneeuwopvangrooster tegen wegglijdende
sneeuw boven de collectoren.
2.4 Reglementair gebruik
2.4.1 Reglementair gebruik
De Vaillant buiscollectoren auroTHERM VTK dienen voor
de verwarmingsondersteuning en warmwaterbereiding met
behulp van zonne-energie.
2.4.2 Geschiktheid van het bedrijfsmiddel
De collectoren mogen alleen met Vaillant kant-en-klare col-
lectorvloeistof gebruikt worden. Het direct laten doorstro-
men van de collectoren met verwarmingswater of warm
water is niet reglementair.
2.4.3 Niet-reglementair gebruik
Als niet reglementair geldt elk gebruik dat niet uitdrukkelijk
in het hfdst. "Reglementair gebruik" ( Pagina 6) vermeld
wordt.
Een ander of verdergaand gebruik geldt als niet reglemen-
tair. Als niet reglementair gebruik geldt ook ieder direct
commercieel of industrieel gebruik. Voor schade die hieruit
voortvloeit, kan de fabrikant/leverancier niet aansprakelijk
Veiligheid 2
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 7
worden gesteld. Uitsluitend de gebruiker is hiervoor verant-
woordelijk.
2.4.3.1 Combinatie met andere componenten
De Vaillant buiscollectoren auroTHERM VTK mogen al-
leen met componenten (bevestiging, aansluitingen etc.) en
systeemcomponenten van de firma Vaillant gecombineerd
worden. Het gebruik van andere onderdelen of systeem-
componenten geldt als niet reglementair.
2.4.3.2 Montage aan of op voertuigen
De montage van de Vaillant buiscollector auroTHERM VTK
aan of op een voertuig is niet toegestaan en geldt als niet
reglementair. Niet als voertuigen gelden eenheden die per-
manent en stationair geïnstalleerd zijn (zogenaamde statio-
naire installatie).
2.4.4 Aanvullend geldende documenten
Het reglementaire gebruik houdt in:
het naleven van de bijgevoegde gebruiks-, installatie- en
onderhoudshandleidingen van het Vaillant-product en
van andere onderdelen en componenten van de installa-
tie,
de installatie en montage conform de toestel- en sys-
teemvergunning,
het naleven van alle in de handleidingen vermelde in-
spectie- en onderhoudsvoorwaarden.
2.5 Voorschriften (richtlijnen, wetten, normen)
2.5.1 Installatievoorschriften
Geldt voor: België
Houdt u er rekening mee de nationale regelgeving, normen,
richtlijnen en wetgeving.
Geldt voor: Nederland
Houdt u er rekening mee de nationale regelgeving, normen,
richtlijnen en wetgeving.
2.5.2 Veiligheidsvoorschriften
Neem bij het monteren van de collectoren goede nota
van de voorschriften die gelden voor werken op grote
hoogten.
Zorg voor de voorgeschreven valbeveiliging door bij-
voorbeeld veiligheidssteigers of veiligheidswanden te
gebruiken.
Als dakvangsteiger of dakbeschermwand ondoelmatig
zijn, gebruik dan als valbeveiliging veiligheidskabels.
Gebruik gereedschap en hulpmiddelen (zoals hefwerk-
tuigen of leunladders) uitsluitend conform de voor u gel-
dende voorschriften ter preventie van ongevallen.
Zet gebieden in de valzone onder de montageplaats ruim
af, zodat niemand letsel kan oplopen door vallende voor-
werpen.
Markeer de werkplek bijvoorbeeld door waarschuwbor-
den te plaatsen conform de geldende voorschriften.
2.6 CE-markering
Met de CE-markering wordt aangegeven dat de
toestellen conform het typeoverzicht aan de fundamentele
vereisten van de volgende richtlijnen voldoen:
Richtlijn 97/23/EG van het Europese Parlement en de
Raad over de Harmonisatie van de Wetsvoorschriften
van lidstaten aangaande drukapparaten
3 Toestelbeschrijving
8 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
3 Toestelbeschrijving
3.1 Typeoverzicht
VTK 570/2
VTK 1140/2
3.2 Gegevens op het typeplaatje
Gegevens op het typeplaatje Betekenis
CE-markering:
De collectoren voldoen aan
de productspecifiek geldende
Europese richtlijnen.
Solar Keymark:
De collectoren zijn goedge-
keurd volgens de regels en
vereisten van het Solar Key-
mark.
Montagehandleiding lezen!
VTK 570/2
VTK 1140/2
Typeaanduiding
VTK 1140/2 Vaillant buiscollector
570, (1140) Collectorvermogen
/2 Toestelgeneratie
auroTHERM exclusiv, (exclu-
sive)
Toesteluitvoering
Vacuum Tube Collector Buiscollector
AG Bruto-oppervlak
VF Vloeistofvolume
m Gewicht
l Afmetingen
Qmax Max. vermogen
tstgf Stagnatietemperatuur
Pmax Max. toegestane werkdruk
Serial-No.
Barcode met serienummer
Het 7e tot 16e cijfer vormen
het artikelnummer
3.3 Doel van het toestel
De collectoren dienen voor verwarmingsondersteuning en
warmwaterbereiding met behulp van zonne-energie.
4 Montage en installatie opdak
Neem bij de montage en installatie van de collectoren
absoluut het hoofdstuk "Veiligheid" in acht.
4.1 Montage en installatie voorbereiden
4.1.1 Levering, transport en plaatsing
4.1.1.1 Collectoren bewaren
Om te vermijden dat vocht in de collector dringt, be-
waart u de collectoren altijd droog en beschermd tegen
weersinvloeden.
Montage en installatie opdak 4
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 9
4.1.1.2 Leveringsomvang controleren
Materiaallijst opdakmontage
1 Railset VTK 1140/2, 2 Stk.
2 Railset VTK 570/2, 2 Stk.
3 Buiscollector VTK 570/2, 1 Stk.
4 Buiscollector VTK 1140/2, 1 Stk.
5 Aansluitset VTK (basisset), 1 Stk.
6 Aansluitset VTK (uitbreidingsset), 1 Stk.
7 Afsluitklep, 2-weg VTK voor parallelle schakeling, 1 Stk.
8 Dakanker type P (voor dakpan) (basisset), 4 Stk.
Dakanker type P (voor dakpan) (uitbreidingsset boven
elkaar), 2 Stk.
9 Dakanker type S (voor leipan etc.) (basisset), 4 Stk.
Dakanker type S (voor leipan etc.) (uitbreidingsset boven
elkaar), 2 Stk.
10 Dakanker type S plat (voor leipan etc.) (basisset), 4 Stk.
Dakanker type S plat (voor leipan etc.) (uitbreidingsset
boven elkaar), 2 Stk.
11 Bevestigingsset stokschroef (basisset), 4 Stk.
Bevestigingsset stokschroef (uitbreidingset boven el-
kaar), 2 Stk.
12 Lang onderdeel, haak type P, 4 Stk.
Controleer de inbouwsets aan de hand van de afbeelding op volledigheid.
Aanwijzing
Niet alle dakankertypes zijn in alle landen verkrijgbaar.
4 Montage en installatie opdak
10 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
4.1.1.3 Collectoren transporteren
1. Om de collectoren tegen beschadiging te beschermen,
dient u deze altijd staand te transporteren.
2. Transporteer de collectoren met geschikte hulpmidde-
len op het dak.
4.1.2 Minimumafstanden en vrije
montageruimtes in acht nemen
Om de collectoren op een deskundige manier te monteren,
moet u bepaalde afstanden en vrije montageruimtes in acht
nemen.
De nodige randafstanden vindt u terug in het hoofdstuk
"Randafstanden van de dakankers vastleggen".
4.1.3 Geschikte koppeling kiezen
Kies voor de collectoren de geschikte koppeling.
Zorg ervoor dat de collectorvloeistof de collectoren of-
wel van links naar rechts of van rechts naar links door-
stroomt.
Voorwaarden: Aantal collectoren VTK 1140/2: 1 7
max. 7 x VTK 1140/2
Schakel tot 7 VTK 1140/2 (met 14 m² apertuuropper-
vlak) in serie.
Voorwaarden: Parallelle schakeling, apertuuroppervlak: 7 m²
Schakel zoveel mogelijk collectoren in serie, ook bij de
schikking van meerdere collectorrijen boven elkaar.
Aanwijzing
Tot een apertuuroppervlak van 7 m² (3
VTK 1140/2 + 1 VTK 570/2) moet u de
collectoren in serie schakelen.
Voorwaarden: Parallelle schakeling, apertuuroppervlak: 14 m²
Bouw meerdere collectorrijen parallel op en schakel deze
hydraulisch parallel aan elkaar.
Schakel zoveel mogelijk collectoren (minstens 7 m²) in
serie.
Montage en installatie opdak 4
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 11
Voorwaarden: Parallelle schakeling
Om drukverliezen in de deelcollectorvelden te vermijden,
schakelt u alleen collectorrijen met hetzelfde aantal col-
lectoren parallel.
Om drukverliezen in de aansluitbuisleidingen te vermij-
den, zorgt u ervoor dat elk deelcollectorveld in het totaal
dezelfde buisleidinglengte in aanvoer en retour heeft (Ti-
chelmann-systeem).
4.1.4 Dakdoorvoer voorbereiden
Opgelet!
Schade aan gebouwen door indringend
water!
Bij een ondeskundige dakdoorvoer kan
water in het gebouw dringen.
Zorg voor een deskundige dakdoorvoer.
1. Snijd de onderspanbaan V-vormig in.
2. Sla de bovenste bredere lap op de daaroverliggende
en de onderste smallere lap op de daaronderliggende
daklat om.
3. Bevestig de onderspanbaan strak aan de daklat om het
vocht aan de zijkant te doen aflopen.
4 Montage en installatie opdak
12 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
4.1.5 Componenten samenstellen
Aanwijzing
Bij daklatafstanden van meer dan 460 mm zijn de 2-rijige en de 3-rijige montage niet mogelijk. In dit geval kunt
u de 2 resp. 3 rijen afzonderlijk (zonder gemeenschappelijk gebruikte middelste dakankers) monteren.
Voorwaarden: Collectorrijen: 1
Stel met behulp van de volgende tabellen de componenten voor de montage samen.
Aantal collectoren VTK 1140/2 1 2 3 4 5 6 7
Componenten Benodigde sets
Aansluitset VTK (basisset)
1
1
Aansluitset VTK (uitbreidingsset)
1 2 3 4 5 6
Dakankerset type P (dakpan)
1
2
2
2
3
2
4
2
5
2
6
2
7
2
Dakankerset type S (shingle)
Dakankerset type S plat (shingle)
Dakankerset stokschroef
Railset (2 stuks), VTK 1140/2
1 2 3 4 5 6 7
1
1 set voor de koppeling aan de buisleidingen, de verbinding van de collectoren onder elkaar gebeurt met de uitbreidingsset
2
geldig tot 700 m boven normaal nulpunt
Aantal collectoren VTK 1140/2 1 2 3 4 5 6
Aantal collectoren VTK 570/2 1 1 1 1 1 1
Componenten Benodigde sets
Aansluitset VTK (basisset)
1
1
Aansluitset VTK (uitbreidingsset)
1 2 3 4 5 6
Dakankerset type P (dakpan)
2
2
3
2
4
2
5
2
6
2
7
2
Dakankerset type S (shingle)
Dakankerset type S plat (shingle)
Dakankerset stokschroef
Railset VTK 1140/2
1 2 3 4 5 6
Railset VTK 570/2
1
1
1 set per rij voor de koppeling aan de buisleidingen, de verbinding van de collectoren onder elkaar gebeurt met de uitbrei-
dingsset
2
geldig tot 700 m boven normaal nulpunt
Montage en installatie opdak 4
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 13
Voorwaarden: Collectorrijen: 2
A
B
A
Stel met behulp van de volgende tabel de componenten voor de montage samen.
Aantal collectoren VTK 1140/2 per rij 1 2 3 4 5 6 7
Componenten Benodigde sets
Aansluitset VTK (basisset)
2
1
Aansluitset VTK (uitbreidingsset)
2 4 6 8 10 12
Dakankerset type P (dakpan)
A
1
2
2
2
3
2
4
2
5
2
6
2
7
2
Dakankerset type S (shingle)
Dakankerset type S plat (shingle)
Dakankerset stokschroef
Dakankerset type P (dakpan)
B
1
2
2
2
3
2
4
2
5
2
6
2
7
2
Dakankerset type S (shingle)
Dakankerset type S plat (shingle)
Dakankerset stokschroef
Railset (2 stuks) VTK 1140/2
2 4 5 6 10 12 14
1
1 set per rij voor de koppeling aan de buisleidingen, de verbinding van de collectoren onder elkaar gebeurt met de uitbrei-
dingsset - indien verbinding van de rijen onder elkaar ook vlak afdichtend uitgevoerd wordt
2
geldig tot 700 m boven normaal nulpunt
4 Montage en installatie opdak
14 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
Voorwaarden: Collectorrijen: 3
A
B
B
A
Stel met behulp van de volgende tabel de componenten voor de montage samen.
Aantal collectoren VTK 1140/2 per rij 1 2 3 4 5 6 7
Componenten Benodigde sets
Aansluitset VTK (basisset)
3
1
Aansluitset VTK (uitbreidingsset)
3 6 9 12 15 18
Dakankerset type P (dakpan)
A
1
2
2
2
3
2
4
2
5
2
6
2
7
2
Dakankerset type S (shingle)
Dakankerset type S plat (shingle)
Dakankerset type P (dakpan)
B
2
2
4
2
6
2
8
2
10
2
12
2
14
2
Dakankerset type S (shingle)
Dakankerset type S plat (shingle)
Railset (2 stuks), VTK 1140/2
3 6 9 12 15 18 21
1
1 set per rij, de verbinding van de collectoren onder elkaar gebeurt met de uitbreidingsset - indien verbinding van de rijen
onder elkaar ook vlak afdichtend uitgevoerd wordt
2
geldig tot 700 m boven normaal nulpunt
Montage en installatie opdak 4
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 15
4.1.6 Aantal benodigde dakankers bepalen
1. Informeer naar de regionale maximale sneeuwlast s
k
bij
het plaatselijke bouw- en woningtoezicht.
Voorwaarden: Maximale sneeuwlast: 3 kN/m²
Monteer 4 dakankers per collector.
Voorwaarden: Maximale sneeuwlast: 3 < × 4,5 kN/m²
Monteer 6 dakankers per collector.
Voorwaarden: Maximale sneeuwlast: > 4,5 kN/m²
Laat een individueel statisch rapport opmaken.
Let er hierbij op dat de maximaal toegestane sneeuw-
last per collector 5,4 kN/m² bedraagt.
Aanwijzing
De toegestane maximumlast per dakanker
type S/type P bedraagt: F
max
= 1,875 kN.
2. Als u uitbreidingssets inzet, dan dient u erop te letten
dat de dakankers in het midden op dezelfde afstanden
geplaatst worden.
4.1.7 Randafstanden van de dakankers
vastleggen
Aan de snijkanten van wand- en dakoppervlakken (bijv. dak-
rand en dakgoot) kunnen zuigkrachten door windlasten op-
treden. Deze zuigkrachten leiden tot hoge belastingen voor
de collectoren en montagesystemen.
De bereiken waarin zuigkrachten optreden, worden als
randbereiken omschreven. Hoekbereiken zijn zones waarin
randbereiken elkaar overlappen en waarin bijzonder hoge
zuigkrachtbelastingen optreden.
Zowel rand- alsook hoekbereiken mogen niet als installatie-
oppervlak gebruikt worden.
e
lang
e
kurz
h
b
l
b Gebouwbreedte
h Gebouwhoogte
l Gebouwlengte
Bepaal de gebouwbreedte b, de gebouwhoogte h en de
gebouwlengte l.
De waarden voor de na te leven randafstanden e
kort
en
e
lang
vindt u in de volgende tabellen.
b
[m]
h [m]
5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
8 1,0
9 1,0
10 1,0
11 1,0 1,1
12 1,0 1,2
13 1,0 1,2 1,3
14 1,0 1,2 1,4
15 1,0 1,2 1,4 1,5
16 1,0 1,2 1,4 1,6
17 1,0 1,2 1,4 1,6 1,7
18 1,0 1,2 1,4 1,6 1,8
l
[m]
h [m]
5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
10 1,0
11 1,0 1,1
12 1,0 1,2
13 1,0 1,2 1,3
14 1,0 1,2 1,4
15 1,0 1,2 1,4 1,5
16 1,0 1,2 1,4 1,6
17 1,0 1,2 1,4 1,6 1,7
18 1,0 1,2 1,4 1,6 1,8
19 1,0 1,2 1,4 1,6 1,8 1,9
20 1,0 1,2 1,4 1,6 1,8 2,0
Neem bij de montage van de dakankers de vastgestelde
randafstanden in acht.
4.1.8 Afstanden van de dakankers vastleggen
De dakankers hebben afhankelijk van de veldschikking van
de collectoren (naast elkaar of boven elkaar) verschillende
afstanden.
4 Montage en installatie opdak
16 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
4.1.8.1
n
Veldschikking naast elkaar
A
C
D
B B B B
A
A
1. Leg de afstanden van de dakankers vast.
Aantal
A B C D
VTK
570/2
VTK
1140/2
1
1663 * /
1638 **
100 -
200
VTK
1140
997 -
1197
‑‑‑‑‑
VTK
570
507 -
607
1397
2
2794
3
4191
4
5588
5
6985
6
8382
7
9779
1 1
2104
1 2
3501
1 3
4898
1 4
6295
1 5
7692
1 6
8382
2. Let bij de ankers op voldoende speling.
Voormontagemaat (*): = afmontagemaat (**) + 20-
25 mm
4.1.8.2 Veldschikking boven elkaar
Aanwijzing
Bij daklatafstanden van meer dan 460 mm zijn
de 2-rijige en de 3-rijige montage niet mogelijk.
In dit geval kunt u de 2 resp. 3 rijen afzonderlijk
(zonder gemeenschappelijk gebruikte middelste
dakankers) monteren.
Voorwaarden: Collectorrijen: 2
E
A
C
D
B B B B
A
E
A
E
Leg de afstanden van de dakankers vast.
Aantal
A B C D E
VTK
570/2
VTK
1140/2
1
1663 * /
1638 **
100 -
200
VTK
1140
997 -
1197
‑‑‑‑‑
VTK
570
507 -
607
1397
3322
2
2794
3
4191
4
5588
5
6985
6
8382
7
9779
1 1
2104
1 2
3501
1 3
4898
Montage en installatie opdak 4
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 17
Aantal
A B C D E
VTK
570/2
VTK
1140/2
1 4
1663 * /
1638 **
100 -
200
VTK
1140
997 -
1197
‑‑‑‑‑
VTK
570
507 -
607
6295
3322
1 5
7692
1 6
8382
Let bij de ankers op voldoende speling.
Voormontagemaat (*): = afmontagemaat (**) + 20-
25 mm
Voorwaarden: Collectorrijen: 3
E
A
C
D
B B B B
A
E
A
E
Leg de afstanden van de dakankers vast.
Aantal
A B C D E
VTK
570/2
VTK
1140/2
1
1663 * /
1638 **
100 -
200
VTK
1140
997 -
1197
‑‑‑‑‑
VTK
570
507 -
607
1397
5006
2
2794
3
4191
4
5588
5
6985
6
8382
7
9779
4 Montage en installatie opdak
18 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
Aantal
A B C D E
VTK
570/2
VTK
1140/2
1 1
1663 * /
1638 **
100 -
200
VTK
1140
997 -
1197
‑‑‑‑‑
VTK
570
507 -
607
2104
5006
1 2
3501
1 3
4898
1 4
6295
1 5
7692
1 6
8382
Let bij de ankers op voldoende speling.
Voormontagemaat (*): = afmontagemaat (**) + 20-
25 mm
4.2 Montage uitvoeren
De montagestappen en aanwijzingen in deze handleiding
zijn voor beide veldschikkingen geldig. Wijken in bepaalde
gevallen de montagestappen van elkaar af, dan wordt hier
expliciet op gewezen.
4.2.1 Dakankers monteren
4.2.1.1 Type P (voor dakpan) monteren
1
3
2
1 Onderste dakanker
2 Bovenste dakanker
3 Middelste dakanker
1. Gebruik de getoonde bovenste, middelste en onderste
dakanker type P.
A
2
1
B
5 mm
2. Bevestig het dakanker type P naar keuze aan het
dakspant (A) of aan de daklat (B).
3. Maak hiervoor de schroef (1) aan het onderste deel van
het dakanker met de bijgeleverde bit los en draai de
schroef er ca. 5 mm uit.
4. Als u het dakanker aan het dakspant wilt bevestigen,
draai dan het onderste deel (2) naar buiten (A).
5. Als u het dakanker aan de daklat wilt bevestigen, draai
dan het onderste deel (2) naar binnen (B).
Voorwaarden: Bevestigingstype: aan dakspant
1
2
Leg de afstanden van de dakankers vast. ( Pagina 16)
Leg op de desbetreffende plaats het dakspant of de
daklat vrij (1).
Positioneer het dakanker (2). Let hierbij op de correcte
positie van het bovenste, middelste en onderste dakan-
ker.
3
4
Maak de bovenste schroef zo ver los tot het dakanker in
de hoogte versteld kan worden (3).
Montage en installatie opdak 4
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 19
Werkmateriaal: Schroefsleutel SW 13
Stel het dakanker op de hoogte van de dakpannen in,
zodat het bovenste deel van het dakanker tegen de dak-
bedekking aanligt (4).
Draai de bovenste schroef vast.
Werkmateriaal: Schroefsleutel SW 13
5
6
A
B
Schroef het dakanker met de drie bijgeleverde schroe-
ven aan het dakspant vast (5).
Schuif de dakpannen opnieuw op hun oorspronkelijke
positie (6).
Sla evt. de waterafvoerdelen aan de dakpanonderkant
(A) of -bovenkant (B) met een hamer uit, zodat de pan-
nen dicht tegen elkaar liggen.
Aanwijzing
Bij sommige daktypes kan het nodig zijn
om het dakanker tegenover het dakspant
zijdelings te verplaatsen.
Gebruik hiervoor het toebehoren "lang on-
derste deel" art.-nr. 0020080177 (niet in
alle landen beschikbaar).
Voorwaarden: Bevestigingstype: aan daklat
1
3
2
Leg de afstanden van de dakankers vast. ( Pagina 16)
Schuif op de desbetreffende plaats een tot twee dak-
pannen boven de daklat naar boven (1).
Maak de bovenste schroef zo ver los tot het dakanker in
de hoogte versteld kan worden (2).
Werkmateriaal: Schroefsleutel SW 13
Hang het dakanker aan de daklat in (3). Let hierbij op de
correcte positie van het bovenste, middelste en onder-
ste dakanker.
4
Stel het dakanker op de hoogte van de dakpannen in,
zodat het bovenste deel tegen de dakbedekking aanligt
en het onderste deel van onderen dicht tegen de daklat
geschoven is (4).
Zorg ervoor dat het dakanker bij het vastklikken van de
vertanding vast rond de daklat en de dakpan ligt.
5
6
A
Draai de bovenste schroef vast (5).
Werkmateriaal: Schroefsleutel SW 13
Schuif de dakpannen opnieuw op hun oorspronkelijke
positie (6).
Om de pannen dicht tegen elkaar te laten liggen, slaat u
evt. de waterafvoerdelen aan de dakpanonderkant (A)
er met een hamer uit.
4.2.1.2 Type S (voor shingle) monteren
2
1
1. Leg de afstanden van de dakankers vast. ( Pagina 16)
2. Leg op de desbetreffende plaats het dakspant of de
daklat vrij (1).
3. Positioneer het dakanker. Let hierbij op de correcte po-
sitie van het bovenste, middelste en onderste dakanker
(2).
4 Montage en installatie opdak
20 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
4
3
4. Schroef het dakanker met de drie bijgeleverde schroe-
ven aan het dakspant of aan de daklat vast (3).
5. Schuif de dakpannen opnieuw op hun oorspronkelijke
positie (4).
4.2.1.3 Type S plat (voor shingle) monteren
2
1
1. Leg de afstanden van de dakankers vast. ( Pagina 16)
2. Leg op de desbetreffende plaats het dakspant of de
daklat vrij (1).
3. Positioneer het dakanker. Let hierbij op de correcte po-
sitie van het bovenste, middelste en onderste dakanker
(2).
4
3
4. Schroef het dakanker met de drie bijgeleverde schroe-
ven aan het dakspant of aan de daklat vast (3).
5. Schuif de dakpannen opnieuw op hun oorspronkelijke
positie (4).
4.2.1.4 Type stokschroef monteren
1
2
1. Leg de afstanden van de dakankers vast. ( Pagina 16)
2. Boor op de desbetreffende plaats een gat in de dakpan
(1).
3. Draai de stokschroef door de dakpan aan het dakspant
vast (2).
3
4. Plaats de middelste moer zodanig dat na het opsteken
van het bovenste dakankerdeel het voorste oplegbereik
tegen de dakbedekking aanligt (3). Let hierbij op de cor-
recte positie van het bovenste, middelste en onderste
dakanker.
6
4
5
5. Positioneer het dakanker op de middelste moer (4).
6. Schroef de tweede moer erop en draai deze vast (5).
Werkmateriaal: Schroefsleutel SW 17
7. Snijd de draadstang direct boven de moer af (6).
8. Ontgraat het snijpunt.
Montage en installatie opdak 4
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 21
4.2.2 Collectoren monteren
Gevaar!
Lichamelijk letsel en materiële schade
door het vallen van een collector!
Een collector kan bij ondeskundige bevesti-
ging vallen.
Trek de klemelementen vast.
Controleer de reglementaire spanning
door aan de klemstenen te schudden.
Als een klemsteen bewogen kan worden,
draai dan de moer vast.
1. Monteer de collectoren op het dak, zoals in de volgende
hoofdstukken aangegeven.
Aanwijzing
Montagerails en klemelementen kunnen
niet tegelijk bewogen worden.
Montagerails monteren
2. Bevestig de montagerails met de klemelementen aan de
dakankers.
3. Positioneer de onderste rail zo ver mogelijk onderaan
op het dakanker.
Montagerails verbinden
4. Steek de verbindingselementen aan de zijkant in de
montagerails tot ze voelbaar vastklikken.
5. Verbind de montagerails met elkaar.
6. Bevestig de montagerails met de klemelementen aan de
dakankers.
Montagerails uitbalanceren
1
2
7. Bevestig de montagerails horizontaal.
8. Compenseer eventuele hoogteverschillen door het ver-
schuiven van de klemelementen.
9. Trek hiervoor het klemelement naar boven (1), ver-
schuif het (2) en laat het opnieuw los om vast te klik-
ken.
Collector aanbrengen en inhaken
1
Gevaar!
Gevaar voor verbranding!
De collectoren worden bij bestraling door
de zon binnenin zeer heet, tot 300 °C.
Vermijd het werken in felle zon.
Dek de collectoren af voordat u met het
werk begint.
Werk bij voorkeur in de ochtenduren.
Draag geschikte veiligheidshandschoe-
nen.
10. Plaats de collector op de onderste montagerail (collec-
tor boven).
11. Haak de collector aan de klemelementen in.
12. Zorg ervoor dat de bovenste klemsteen (1) van het kle-
melement boven de rail van de collector ligt.
13. Trek de klemelementen van de onderste montagerail
vast.
Werkmateriaal: Schroefsleutel SW 13
4 Montage en installatie opdak
22 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
Zonbeschermfolie losmaken
1
14. Opdat u de zonbeschermfolie na de ingebruikneming
makkelijker kunt aftrekken, maakt u de zonbeschermfo-
lie aan de randen van de collector los.
Draagriemen verwijderen
15. Verwijder de draagriemen.
Bijkomende collector monteren
1
16. Plaats de volgende collector op de onderste montage-
rail.
17. Zorg ervoor dat de bovenste klemsteen (1) van het kle-
melement boven de rail van de collector ligt.
Verbindingsstukken aanbrengen
1
2
A
B
18. Schroef de dubbele nippel (A) (uit aansluitset VTK uit-
breidingsset art.-nr. 0020076779) in de schroefdraad
van de tweede collector (B) met de wartelmoer (2) van
de eerste collector.
19. Schuif de collectoren tegen elkaar.
Klemringverbinding vasttrekken
Opgelet!
Collectorschade door ondeskundig mon-
tagewerk!
Bij ondeskundige montage van de hydrau-
lische aansluitingen kunnen de edelstaal-
leidingen binnen de collector beschadigd
worden.
Houd bij het vastschroeven van de klem-
ringverbinding met een tweede sleutel
tegen.
20. Schroef de beide wartelmoeren aan de dubbele nippel
vast.
21. Trek de klemelementen van de onderste montagerail
vast.
Werkmateriaal: Schroefsleutel SW 13
Collectorrij vervolledigen
22. Monteer een bijkomende collector. ( Pagina 22)
23. Breng de verbindingsstukken aan. ( Pagina 22)
24. Trek de klemringen aan de verbinding van beide collec-
toren stevig vast. ( Pagina 22)
Montage en installatie opdak 4
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 23
Bovenste montagerails positioneren
1
25. Schuif de bovenste montagerails afsluitend tegen de
collectoren.
26. Zorg ervoor dat de bovenste klemstenen (1) van de
klemelementen boven de rails van de collectoren liggen.
27. Trek de klemelementen van de bovenste montagerails
vast.
Werkmateriaal: Schroefsleutel SW 13
Middelste montagerail positioneren
Voorwaarden: Collectorrijen: 2 3
3
1
2
Duw de middelste montagerail afsluitend tegen de on-
derste collector (3).
Zorg ervoor dat de bovenste klemsteen van het klem-
element (2) boven de collectorrand ligt.
Bevestig de montagerail (1) voor de volgende collector-
rij aan het klemelement.
Bovenste collectoren monteren
Voorwaarden: Collectorrijen: 2 3
2
1
3
Leg de bovenste collector (1) in de middelste montage-
rail (2).
Schroef de klemelementen (3) van de middelste rail
vast.
Werkmateriaal: Schroefsleutel SW 13
Monteer de collectorrij zoals de eerste collectorrij.
Vervolledig de collectorrij. ( Pagina 22)
Positioneer de bovenste montagerails. ( Pagina 23)
4.2.3 Hydraulische aansluitingen monteren
Opgelet!
Ondichtheid door verkeerd toebehoren!
Verkeerd toebehoren kan tot ondichtheid
van het zonnecircuit en materiële schade
leiden.
Werk in het zonnecircuit uitsluitend met
hardgesoldeerde verbindingen, flens-
koppelingen, geschroefde klemringen of
persfittingen, welke door fabrikant zijn
vrijgegeven voor toepassing in zonne-
4 Montage en installatie opdak
24 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
circuits en onder de bijbehorende hoge
temperaturen.
Opgelet!
Collectorschade door ondeskundig mon-
tagewerk!
Bij ondeskundige montage van de hydrau-
lische aansluitingen kunnen de edelstaal-
leidingen binnen de collector beschadigd
worden.
Houd bij het vastschroeven van de klem-
ringverbinding met een tweede sleutel
tegen.
1. Koppel de collectoraanvoer en -retour aan op de aan-
sluitleidingen van het systeem.
Voorwaarden: Systeem met collectorvoeler
Steek de collectorvoeler in de daarvoor bestemde ope-
ning aan de collectoraanvoerzijde ("hete zijde").
Aanwijzing
Over het algemeen is het aanbrengen van
de collectorvoeler aan de rechter- en de
linkerkant van het collectorveld mogelijk
omdat de collectoren aan beide zijden een
opening hebben.
Voorwaarden: Collectorrijen: 2 3
Verbind de collectoren volgens de schakelingsregels
( Pagina 10).
Koppel de collectorvoorloop en -retour aan op de aan-
sluitleidingen van het systeem.
Sluit hiervoor de klemringverbinding (uit aansluitset
VTK basisset art.-nr. 0020076776) aan de collector
aan.
Verbind de klemringverbinding met de aansluitbuis.
Controleer de aansluitingen op dichtheid.
Hydraulische aansluitingen isoleren
Voorwaarden: Ingebruikneming uitgevoerd
13
2
Isoleer de hydraulische verbindingen met de isola-
tie (1) (uit aansluitset VTK uitbreidingset art.-nr.
0020076779).
Dek de isolatie met de afdekplaat (3) (uit aansluitset
VTK uitbreidingset art.-nr. 0020076779) af.
Isoleer de hydraulische systeemaansluitingen met de
isolatie (2) (uit aansluitset VTK uitbreidingset art.-nr.
0020076779).
Montage en installatie opdak 4
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 25
4.3 Montage afsluiten en controleren
4.3.1 Montage controleren
Controleer aan de hand van de volgende checklist of alle stappen zijn uitgevoerd.
Stappen Ja Nee Commentaar
Alle hydraulische aansluitingen vastgedraaid
Hydraulische aansluitingen correct aangebracht
Collectorvoeler VR 11 aangesloten
(alleen voor systemen MET collectorvoeler)
Alle klemelementen vastgedraaid
Collectoren aan bliksembeveiligheidsinrichting aangeslo-
ten
(optioneel bij bliksembeveiliging)
Druktest uitgevoerd
(bij voorkeur met perslucht)
Alle aansluitingen dicht
Datum Handtekening
Alle montagewerkzaamheden
werden op een deskundige
manier uitgevoerd. ˍ ˍ . ˍ ˍ . ˍ ˍ ˍ ˍ
5 Montage en installatie plat dak
26 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
4.3.2 Verpakking afvoeren
De transportverpakkingen bestaan voor het grootste deel
uit recyclebaar materiaal.
Neem de geldende voorschriften in acht.
Voer de transportverpakkingen op reglementaire wijze
af.
5 Montage en installatie plat dak
Neem bij de montage en installatie van de collectoren
absoluut het hoofdstuk "Veiligheid" in acht.
5.1 Montage en installatie voorbereiden
5.1.1 Levering, transport en plaatsing
5.1.1.1 Collectoren bewaren
Om te vermijden dat vocht in de collector dringt, be-
waart u de collectoren altijd droog en beschermd tegen
weersinvloeden.
Montage en installatie plat dak 5
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 27
5.1.1.2 Leveringsomvang controleren
1
2
3
7
6
8
9
10
5
4
Materiaallijst platdakmontage
1 Railset VTK 1140/2, 2 Stk.
2 Railset VTK 570/2, 2 Stk.
3 Frameset, 1 Stk.
4 Beladingsplaten uit beladingsplatenset, 4 Stk.
5 Hamerkopschroef en moer uit beladingsplaatset, 2 Stk.
6 Buiscollector VTK 570/2, 1 Stk.
7 Buiscollector VTK 1140/2, 1 Stk.
8 Afsluitklep, 2-weg VTK voor parallelle schakeling, 1 Stk.
9 Aansluitset VTK (basisset), 1 Stk.
10 Aansluitset VTK (uitbreidingsset), 1 Stk.
Controleer de inbouwsets aan de hand van de afbeelding op volledigheid.
5 Montage en installatie plat dak
28 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
5.1.1.3 Collectoren transporteren
1. Om de collectoren tegen beschadiging te beschermen,
dient u deze altijd staand te transporteren.
2. Transporteer de collectoren met geschikte hulpmidde-
len op het dak.
5.1.2 Minimumafstanden en vrije
montageruimtes in acht nemen
Aan de randen van platte daken treden bij storm bijzonder
hoge windkrachten op.
Houd bij het vastleggen van de standplaats een afstand
van minstens 1 m tot de dakrand aan.
5.1.3 Geschikte koppeling kiezen
Kies voor de collectoren de geschikte koppeling.
Zorg ervoor dat de collectorvloeistof de collectoren of-
wel van links naar rechts of van rechts naar links door-
stroomt.
Voorwaarden: Aantal collectoren VTK 1140/2: 1 7
max. 7 x VTK 1140/2
Schakel tot 7 VTK 1140/2 (met 14 m² apertuuropper-
vlak) in serie.
Voorwaarden: Parallelle schakeling, apertuuroppervlak: 7 m²
Schakel zoveel mogelijk collectoren in serie, ook bij de
schikking van meerdere collectorrijen boven elkaar.
Aanwijzing
Tot een apertuuroppervlak van 7 m² (3
VTK 1140/2 + 1 VTK 570/2) moet u de
collectoren in serie schakelen.
Voorwaarden: Parallelle schakeling, apertuuroppervlak: 14 m²
Bouw meerdere collectorrijen parallel op en schakel deze
hydraulisch parallel aan elkaar.
Schakel zoveel mogelijk collectoren (minstens 7 m²) in
serie.
Montage en installatie plat dak 5
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 29
Voorwaarden: Parallelle schakeling
Om drukverliezen in de deelcollectorvelden te vermijden,
schakelt u alleen collectorrijen met hetzelfde aantal col-
lectoren parallel.
Om drukverliezen in de aansluitbuisleidingen te vermij-
den, zorgt u ervoor dat elk deelcollectorveld in het totaal
dezelfde buisleidinglengte in aanvoer en retour heeft (Ti-
chelmann-systeem).
5.1.4 Dakdoorvoer voorbereiden
Opgelet!
Ondichtheden door vernietiging van de
dakhuid!
Bij vernietiging van de dakhuid kan er wa-
ter in het gebouw dringen.
Zorg bij het opstellen op dakdichtings-
vlakken voor voldoende bescherming
van de dakhuid.
Plaats over een grote oppervlakte be-
schermmatten onder het opstellingssys-
teem.
Controleer na de montage bij direct vast-
geschroefde frames de dichtheid van het
gebouwomhulsel.
Laat een dakdekker voor de dakdoorvoer zorgen.
5.1.5 Montagevariant kiezen
A
B
C
Kies uit de drie beschikbare montagevarianten:
Montagevariant Betekenis
A
Zwevende montage met beladingspla-
ten en beladingsgewichten.
B
Zwevende montage zonder beladings-
platen. De frames moeten op geschikte
beladingsgewichten geschroefd wor-
den.
C Direct op het dak geschroefde frames.
5 Montage en installatie plat dak
30 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
5.1.6 Componenten samenstellen
Stel met behulp van de volgende tabellen de componenten voor de montage samen.
Aantal collectoren VTK 1140/2 1 2 3 4 5 6 7
Componenten Benodigde sets/aantal
Aansluitset VTK (basisset)
1
1)
Aansluitset VTK (basisset)
1 2 3 4 5 6
Montageset vrije opstelling plat dak
2 3 4 5 6 7 8
Benodigde frames
2 3 4 5 6 7 8
Railset (2 stuks), VTK 1140/2
1 2 3 4 5 6 7
1)
telkens 1 set per collectorveld voor de aansluiting aan de buisleidingen, de verbinding van de vlakkeplaatcollectoren onder elkaar
gebeurt met de uitbreidingsset
Aantal collectoren VTK 1140/2 1 2 3 4 5 6
Aantal collectoren VTK 570/2 1 1 1 1 1 1
Componenten Benodigde sets/aantal
Aansluitset VTK (basisset)
1
1)
Aansluitset VTK (uitbreidingsset)
1 2 3 4 5 6
Montageset vrije opstelling plat dak
3 4 5 6 7 8
Benodigde frames
3 4 5 6 7 8
Railset (2 stuks), VTK 1140/2
1 2 3 4 5 6
Railset (2 stuks), VTK 570/2
1
1)
telkens 1 set per collectorveld voor de aansluiting aan de buisleidingen, de verbinding van de vlakkeplaatcollectoren onder elkaar
gebeurt met de uitbreidingsset
5.1.7 Verzwaringslast bepalen (zwevende montage)
Gevaar!
Levensgevaar en materiële schade door te hoge basiswindsnelheden!
De frames zijn voor basiswindsnelheden tot maximaal 108 km/h bestemd. Als de basiswindsnelheid
op de standplaats groter is dan 108 km/h, dan kan er geen garantie voor het systeem gegeven wor-
den.
Monteer de frames alleen op standplaatsen waar de basiswindsnelheid maximaal 108 km/h be-
draagt.
1. Neem bij de zwevende montage het volgende in acht:
Montagevariant Na te leven
B
Gewichten waarop de frames vast-
geschroefd worden, moeten uit vast-
schroefbaar materiaal bestaan.
A en B
Alle gewichten moeten weerbestendig
zijn.
2. Gebruik voor de gedetailleerde bepaling van de basiswindsnelheid aan de standplaats en de nodige gewichten voor de
frames het Vaillant-tool voor de dimensionering van de wind- en sneeuwlasten.
3. Gebruik voor de gedetailleerde bepaling van de basiswindsnelheid aan de standplaats de volgende kaart.
4. Gebruik voor een snelle dimensionering van de nodige gewichten de volgende tabellen.
Aanwijzing
De kaart en de tabellen dienen voor de snelle dimensionering van de verzwaringslasten. Een gedetailleerde
dimensionering van de verzwaringslasten is alleen met het Vaillant-tool voor de dimensionering van de
wind- en sneeuwlasten mogelijk. Bij vragen over dit onderwerp kunt u zich tot uw bevoegde Vaillant-ver-
kooppartner richten.
Montage en installatie plat dak 5
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 31
IS
IE
SE
FI
GB
BE DE
PL
CH
AT
CZ
HU
SK
SI
HR
BA
RS
RO
BG
MK
ME
TR
GR
AL
NL
PT
ES
FR
IT
NO
DK
BY
UA
MD
EE RU
LV
LT
LU
AD
< 72 km/h
< 81 km/h
< 90 km/h
< 99 km/h
< 108 km/h
> 108 km/h
5. Bepaal met de behulp van de kaart de basiswindsnelheid aan de standplaats.
5 Montage en installatie plat dak
32 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
L
1
L
2
.............
.............
L
1
L
2
L
1
L
1
½
L
1
½
L
2
½
L
2
½
L
2
6. Bepaal met behulp van de tabellen de nodige gewichten.
Horizontale collectorpositie
Montagehoek 30°
Gewichten/frame [kg]
L
1
L
2
Voor de beveiliging tegen glijden en
omhoog komen
Alleen ter beveiliging tegen het
naar boven komen
(indien tegen glijden
beveiligd/afgespannen)
Aanwijzing
De verzwaringslasten kunnen vanaf twee collector in een rij voor de buiten-
ste frames met de helft gereduceerd worden.
Basiswindsnelheid [km/h] Magazijn
Gebouwhoogte Gebouwhoogte
tot 10 m 10-18 m 18-25 m tot 10 m 10-18 m 18-25 m
tot 72 Binnenland
L
L
286
184
359
235
407
269
30
184
38
235
45
269
tot 72 Kusten en eilanden
L
L
392
259
461
307
505
345
43
259
53
307
59
338
tot 81 Binnenland
L
L
339
221
445
296
515
345
35
221
50
296
61
345
tot 81 Kusten en eilanden
L
L
499
334
588
396
643
435
58
334
71
396
79
435
tot 90 Binnenland
L
L
445
296
550
370
621
419
50
296
66
370
76
419
tot 90 Kusten en eilanden
L
L
586
395
691
469
762
518
71
395
86
469
96
518
tot 99 Binnenland
L
L
550
370
656
444
762
518
66
370
81
444
96
518
tot 99 Kusten en eilanden
L
L
727
494
833
568
903
617
91
494
107
568
117
617
tot 108 Binnenland
L
L
656
444
797
543
903
617
81
444
101
543
117
617
tot 108 Kusten en eilanden
L
L
868
593
974
667
1079
741
112
593
127
667
142
741
Montage en installatie plat dak 5
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 33
Horizontale collectorpositie
Montagehoek 45°
Gewichten/frame [kg]
L
1
L
2
Voor de beveiliging tegen glijden en
omhoog komen
Alleen ter beveiliging tegen het
naar boven komen
(indien tegen glijden
beveiligd/afgespannen)
Aanwijzing
De verzwaringslasten kunnen vanaf twee collector in een rij voor de buiten-
ste frames met de helft gereduceerd worden.
Basiswindsnelheid [km/h] Magazijn
Gebouwhoogte Gebouwhoogte
tot 10 m 10-18 m 18-25 m tot 10 m 18-25 m 18-25 m
tot 72 Binnenland
L
L
299
213
372
274
421
314
30
191
30
242
30
276
tot 72 Kusten en eilanden
L
L
406
301
476
359
521
396
30
265
30
315
30
346
tot 81 Binnenland
L
L
352
257
495
345
531
404
30
228
30
303
30
352
tot 81 Kusten en eilanden
L
L
515
391
604
464
661
510
30
341
30
404
30
443
tot 90 Binnenland
L
L
459
345
566
433
638
492
30
303
30
377
30
427
tot 90 Kusten en eilanden
L
L
602
462
709
550
781
609
30
402
30
477
30
526
tot 99 Binnenland
L
L
566
433
673
521
781
609
30
377
30
452
30
526
tot 99 Kusten en eilanden
L
L
745
579
852
667
923
726
30
502
30
576
30
626
tot 108 Binnenland
L
L
673
521
816
638
923
726
30
452
30
551
30
626
tot 108 Kusten en eilanden
L
L
888
697
995
785
1102
873
30
601
30
675
30
750
Horizontale collectorpositie
Montagehoek 60°
Gewichten/frame [kg]
L
1
L
2
Voor de beveiliging tegen glijden en
omhoog komen
Alleen ter beveiliging tegen het
naar boven komen
(indien tegen glijden
beveiligd/afgespannen)
Aanwijzing
De verzwaringslasten kunnen vanaf twee collector in een rij voor de buiten-
ste frames met de helft gereduceerd worden.
Basiswindsnelheid [km/h] Magazijn
Gebouwhoogte Gebouwhoogte
tot 10 m 10-18 m 18-25 m tot 10 m 10-18 m 18-25 m
tot 72 Binnenland
L
L
268
297
334
377
378
430
30
196
37
247
45
281
tot 72 Kusten en eilanden
L
L
365
414
430
491
474
539
43
271
54
320
62
351
5 Montage en installatie plat dak
34 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
Horizontale collectorpositie
Montagehoek 60°
Gewichten/frame [kg]
L
1
L
2
Voor de beveiliging tegen glijden en
omhoog komen
Alleen ter beveiliging tegen het
naar boven komen
(indien tegen glijden
beveiligd/afgespannen)
Aanwijzing
De verzwaringslasten kunnen vanaf twee collector in een rij voor de buiten-
ste frames met de helft gereduceerd worden.
Basiswindsnelheid [km/h] Magazijn
Gebouwhoogte Gebouwhoogte
tot 10 m 10-18 m 18-25 m tot 10 m 10-18 m 18-25 m
tot 81 Binnenland
L
L
316
355
413
472
484
550
33
233
52
308
64
357
tot 81 Kusten en eilanden
L
L
468
532
557
630
613
691
61
346
76
408
85
448
tot 90 Binnenland
L
L
413
472
519
589
590
667
52
308
70
382
82
432
tot 90 Kusten en eilanden
L
L
555
628
661
744
731
822
76
407
94
481
106
531
tot 99 Binnenland
L
L
519
589
625
705
731
822
70
382
88
456
106
531
tot 99 Kusten en eilanden
L
L
696
783
802
900
873
978
100
506
118
580
130
630
tot 108 Binnenland
L
L
625
705
767
861
873
978
88
456
112
556
130
630
tot 108 Kusten en eilanden
L
L
838
939
944
1056
1050
1172
124
605
142
680
160
754
Verticale collectorpositie
Montagehoek 30°
Gewichten/frame [kg]
L
1
L
2
Voor de beveiliging tegen glijden en
omhoog komen
Alleen ter beveiliging tegen het
naar boven komen
(indien tegen glijden
beveiligd/afgespannen)
Aanwijzing
De verzwaringslasten kunnen vanaf twee collector in een rij voor de buiten-
ste frames met de helft gereduceerd worden.
Basiswindsnelheid [km/h] Magazijn
Gebouwhoogte Gebouwhoogte
tot 10 m 10-18 m 18-25 m tot 10 m 10-18 m 18-25 m
tot 72 Binnenland
L
L
301
167
378
213
429
244
44
167
40
213
70
244
tot 72 Kusten en eilanden
L
L
413
234
487
279
534
307
67
234
81
279
90
307
tot 81 Binnenland
L
L
357
201
469
268
544
313
56
201
78
268
92
313
tot 81 Kusten en eilanden
L
L
527
303
621
359
680
395
89
303
108
359
119
395
Montage en installatie plat dak 5
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 35
Verticale collectorpositie
Montagehoek 30°
Gewichten/frame [kg]
L
1
L
2
Voor de beveiliging tegen glijden en
omhoog komen
Alleen ter beveiliging tegen het
naar boven komen
(indien tegen glijden
beveiligd/afgespannen)
Aanwijzing
De verzwaringslasten kunnen vanaf twee collector in een rij voor de buiten-
ste frames met de helft gereduceerd worden.
Basiswindsnelheid [km/h] Magazijn
Gebouwhoogte Gebouwhoogte
tot 10 m 10-18 m 18-25 m tot 10 m 10-18 m 18-25 m
tot 90 Binnenland
L
L
469
268
581
335
656
380
78
268
100
335
115
380
tot 90 Kusten en eilanden
L
L
619
358
731
425
806
470
107
358
129
425
144
470
tot 99 Binnenland
L
L
581
335
694
403
806
470
100
335
122
403
144
470
tot 99 Kusten en eilanden
L
L
768
448
881
515
955
560
137
448
159
515
174
560
tot 108 Binnenland
L
L
694
403
843
492
955
560
122
403
152
492
174
560
tot 108 Kusten en eilanden
L
L
918
537
1030
605
1143
672
166
537
188
605
211
672
Verticale collectorpositie
Montagehoek 45°
Gewichten/frame [kg]
L
1
L
2
Voor de beveiliging tegen glijden en
omhoog komen
Alleen ter beveiliging tegen het
naar boven komen
(indien tegen glijden
beveiligd/afgespannen)
Aanwijzing
De verzwaringslasten kunnen vanaf twee collector in een rij voor de buiten-
ste frames met de helft gereduceerd worden.
Basiswindsnelheid [km/h] Magazijn
Gebouwhoogte Gebouwhoogte
tot 10 m 10-18 m 18-25 m tot 10 m 10-18 m 18-25 m
tot 72 Binnenland
L
L
321
191
401
245
454
281
30
173
30
220
30
251
tot 72 Kusten en eilanden
L
L
437
270
513
321
562
354
30
241
30
286
30
314
tot 81 Binnenland
L
L
379
230
495
309
572
361
30
207
30
275
30
320
tot 81 Kusten en eilanden
L
L
555
350
652
415
713
4547
30
310
30
366
30
402
tot 90 Binnenland
L
L
495
309
611
388
688
440
30
275
30
342
30
388
tot 90 Kusten en eilanden
L
L
650
414
766
493
843
545
30
365
30
433
30
478
5 Montage en installatie plat dak
36 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
Verticale collectorpositie
Montagehoek 45°
Gewichten/frame [kg]
L
1
L
2
Voor de beveiliging tegen glijden en
omhoog komen
Alleen ter beveiliging tegen het
naar boven komen
(indien tegen glijden
beveiligd/afgespannen)
Aanwijzing
De verzwaringslasten kunnen vanaf twee collector in een rij voor de buiten-
ste frames met de helft gereduceerd worden.
Basiswindsnelheid [km/h] Magazijn
Gebouwhoogte Gebouwhoogte
tot 10 m 10-18 m 18-25 m tot 10 m 10-18 m 18-25 m
tot 99 Binnenland
L
L
611
388
727
466
843
545
30
342
30
410
30
478
tot 99 Kusten en eilanden
L
L
804
519
920
598
998
650
30
455
30
523
30
568
tot 108 Binnenland
L
L
727
466
882
571
998
650
30
410
30
500
30
568
tot 108 Kusten en eilanden
L
L
959
624
1075
703
1191
781
30
546
30
613
34
681
Verticale collectorpositie
Montagehoek 60°
Gewichten/frame [kg]
L
1
L
2
Voor de beveiliging tegen glijden en
omhoog komen
Alleen ter beveiliging tegen het
naar boven komen
(indien tegen glijden
beveiligd/afgespannen)
Aanwijzing
De verzwaringslasten kunnen vanaf twee collector in een rij voor de buiten-
ste frames met de helft gereduceerd worden.
Basiswindsnelheid [km/h] Magazijn
Gebouwhoogte Gebouwhoogte
tot 10 m 10-18 m 18-25 m tot 10 m 10-18 m 18-25 m
tot 72 Binnenland
L
L
297
267
372
339
421
387
30
179
30
225
37
256
tot 72 Kusten en eilanden
L
L
406
372
477
441
522
485
30
246
30
291
35
325
tot 81 Binnenland
L
L
352
319
460
424
532
494
30
212
30
280
37
325
tot 81 Kusten en eilanden
L
L
516
479
607
566
664
621
35
315
45
372
52
407
tot 90 Binnenland
L
L
460
424
568
529
641
599
30
280
41
348
49
393
tot 90 Kusten en eilanden
L
L
604
564
713
669
785
739
45
370
58
438
67
483
tot 99 Binnenland
L
L
568
529
677
634
785
739
41
348
54
415
67
483
tot 99 Kusten en eilanden
L
L
749
704
857
809
930
879
62
461
75
528
84
573
Montage en installatie plat dak 5
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 37
Verticale collectorpositie
Montagehoek 60°
Gewichten/frame [kg]
L
1
L
2
Voor de beveiliging tegen glijden en
omhoog komen
Alleen ter beveiliging tegen het
naar boven komen
(indien tegen glijden
beveiligd/afgespannen)
Aanwijzing
De verzwaringslasten kunnen vanaf twee collector in een rij voor de buiten-
ste frames met de helft gereduceerd worden.
Basiswindsnelheid [km/h] Magazijn
Gebouwhoogte Gebouwhoogte
tot 10 m 10-18 m 18-25 m tot 10 m 10-18 m 18-25 m
tot 108 Binnenland
L
L
677
634
821
774
930
879
54
415
71
506
84
573
tot 108 Kusten en eilanden
L
L
893
844
1002
949
1110
1054
80
551
92
619
105
686
5.1.8 Afstanden van de frames vastleggen
Voorwaarden: Gemonteerde collectoren: VTK 1140/2
B
D
E
A
C
F
C
Leg de afstanden van de frames vast.
Aantal A
30° 45° 60°
C D EB F
1)
B F
1)
B
F
1)
1 1088
1106 2420 1476 3001 1749 3267 1684
2 2466
1233 1397
3 3863
4 5260
5 6657
6 8054
7 9451
1)
Zonnestand van 20° (winterzon)
5 Montage en installatie plat dak
38 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
Voorwaarden: Gemonteerde collectoren: VTK 570/2 en VTK 1140/2 in combinatie
B
D
E
G
A
C
F
C
Leg de afstanden van de frames vast.
Aantal
A
30° 45° 60°
C D E G
VTK
570/2
VTK
1140/2 B F
1)
B F
1)
B F
1)
1 1 1776
1106 2420 1476 3001 1749 3267 1684 543 1397 1233
1 2 3173
1 3 4570
1 4 5967
1 5 7364
1 6 8761
1)
Zonnestand van 20° (winterzon)
Montage en installatie plat dak 5
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 39
5.2 Montage uitvoeren
5.2.1 Frames monteren
Gevaar!
Levensgevaar door vallende collectoren!
Onbeveiligde collectoren kunnen door wind
van het platte dak storten en mensen in
gevaar brengen.
Voer afhankelijk van het montagetype
de hierna vermelde veiligheidsmaatrege-
len uit.
Schroef bij het montagetype directe
schroefverbinding de frames reglemen-
tair op de ondergrond.
Gebruik uitsluitend geschikte beladings-
gewichten.
Neem de vereiste verzwaringslast van
de beladingsgewichten in acht.
1. Bepaal het vereiste aantal frames.
Voor de eerste collector: Twee frames
Voor elke bijkomende collector: Een bijkomend frame
2. Klap het eerste frame open.
60°
45°
30°
3. Kies de vereiste montagehoek.
Montagebeugels:
30°
45°
60°
1
2
4. Druk op de vergrendelingsknop (1) aan de telescooprail.
5. Trek de telescooprail (2) in de gewenste montagehoek
en laat de vergrendelingsknop opnieuw vastklikken.
1
2
3
1
6. Positioneer de dwarsbalk (1) zodanig dat de bevesti-
gingsgaten ervan tussen de bijbehorende schroefgaten
van de telescooprail liggen.
7. Om het frame vast te zetten, steekt u de bevestigings-
schroef (2) door alle rails.
8. Beveilig de bevestigingsschroef (2) met de zelfbor-
gende moer (3).
9. Draai de moer vast.
Voorwaarden: Montagetype: Directe schroefverbinding
Frames vastschroeven
Opgelet!
Ondichtheid door vernietiging van de
dakhuid!
Bij vernietiging van de dakhuid kan er wa-
ter in het gebouw dringen.
5 Montage en installatie plat dak
40 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
Controleer na het vastschroeven de
dichtheid van de dakhuid.
Breng evt. de dichtheid van de dakhuid
opnieuw tot stand.
Leg de nodige afstanden van de frames vast, zoals in
hfdst. "Afstanden van de frames vastleggen" beschre-
ven.
Boor de nodige gaten aan de vastgelegde posities.
Bevestig de frames met voor de ondergrond geschikte
bevestigingen (diameter: min. 10 mm).
Bouw zoveel frames op als u voor de opname van de
collectoren nodig hebt.
Voorwaarden: Montagetype: Zwevende montage (met beladingsplaten)
Beladingsplaten voorbereiden
Opgelet!
Ondichtheid door vernietiging van de
dakhuid!
Bij vernietiging van de dakhuid kan er wa-
ter in het gebouw dringen.
Zorg bij het opstellen op dakdichtings-
vlakken voor voldoende bescherming
van de dakhuid.
Plaats over een grote oppervlakte anti-
slipbeschermmatten onder het opstel-
lingssysteem.
Als het dak met grind bedekt is, verwijder dan het grind
op de plaatsen waarop u de beladingsplaten wilt opstel-
len en gebruik antislipbeschermmatten ter bescherming
van de dakhuid.
Verbind de beladingsplaten, zoals op de afbeelding
weergegeven.
Verbind nog twee beladingsplaten, zoals op de afbeel-
ding weergegeven.
Aanwijzing
Voor elk frame hebt u vier beladingsplaten
nodig: telkens een paar voor de voorste en
de achterste framevoet.
Richt de beladingsplaten ongeveer in hun definitieve
positie op het platte dak uit.
Plaats de eerste hamerkopschroef in het midden in de
groef tussen de eerste beide beladingsplaten.
Om de hamerkopschroef vast te zeggen, draai u deze
90° met de klok mee.
Bevestig de tweede hamerkopschroef op dezelfde ma-
nier tussen de andere beide beladingsplaten.
Montage en installatie plat dak 5
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 41
2
3
1
Frames op beladingsplaten vastschroeven en uit-
lijnen
Als u de collectoren VTK 570/2 monteert, dan draait u
de beladingsplaten 90° opdat de beladingsplaten elkaar
niet overlappen.
Neem het eerste reeds in de montagehoek bevestigde
frame in de hand.
Positioneer de voorste framevoet boven de hamerkop-
schroef (1).
Zorg er bij het positioneren van de framevoet voor dat
de verdraaibeveiliging (2) grijpt.
Bevestig de framevoet met de zelfborgende moer (3).
Bevestig de achterste framevoet op dezelfde manier op
de andere beide beladingsplaten.
Het eerste frame is stabiel gemonteerd.
Monteer het tweede frame zo op de beladingsplaten
zoals hierboven beschreven.
Bouw zoveel frames en beladingsplaten op als u voor de
opname van de collectoren nodig hebt.
Aanwijzing
Voor een collector hebt u twee frames no-
dig.
Voor elke bijkomende collector naast elkaar
hebt u een bijkomend frame nodig.
Lijn alle frames met de beladingsplaten in hun defini-
tieve positie op het platte dak uit.
De afstanden van de frames vindt u in het hfdst. "Af-
standen van de frames vastleggen".
Beladingsgewichten en beladingsplaten plaatsen
Transporteer het vereiste aantal beladingsgewichten op
het platte dak.
Plaats de beladingsgewichten zoals bovenaan afgebeeld
op de beladingsplaten.
Zorg ervoor dat de afstand tussen de beladingsgewich-
ten en de frames zo klein mogelijk is.
Gevaar!
Levensgevaar door onvoldoende bevei-
liging van de beladingsgewichten op de
beladingsplaten!
Als de beladingsgewichten onvoldoende
op de beladingsplaten beveiligd worden,
dan kunnen collectoren van het dak vallen
en kan het tot levensgevaarlijke ongeval-
len komen.
Beveilig alle beladingsgewichten op de
beladingsplaten op een geschikte ma-
nier tegen het wegglijden en kantelen.
Verdeel de beladingsgewichten gelijkmatig over de bela-
dingsplaten.
Voorwaarden: Montagetype: Zwevende montage (zonder beladingsplaten)
Gewichten voorbereiden
Opgelet!
Ondichtheid door vernietiging van de
dakhuid!
Bij vernietiging van de dakhuid kan er wa-
ter in het gebouw dringen.
5 Montage en installatie plat dak
42 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
Zorg bij het opstellen op dakdichtings-
vlakken voor voldoende bescherming
van de dakhuid.
Plaats over een grote oppervlakte anti-
slipbeschermmatten onder het opstel-
lingssysteem.
Als het dak met grind bedekt is, verwijder dan het grind
op de plaatsen waarop u de gewichten wilt opstellen en
gebruik antislipbeschermmatten ter bescherming van
de dakhuid.
Leg de nodige afstanden van de frames vast, zoals in
hfdst. "Afstanden van de frames vastleggen" beschre-
ven.
Aanwijzing
Voor elk frame hebt u twee dezelfde ge-
wichten nodig. Voor de eerste collector zijn
daarom vier gewichten vereist. Voor elke
bijkomende collector naast elkaar hebt u
een bijkomend frame nodig.
Transporteer het vereiste aantal gewichten op het
platte dak.
Plaats de gewichten op de definitieve posities van de
opstellingsplaats.
Aanwijzing
De vier gewichten voor de opname van twee
frames voor een collector zijn erg zwaar.
Daarom is het aan te raden om de defini-
tieve positie en uitlijning van de gewichten
al voor het vastschroeven van de frames te
bepalen en de gewichten daar te plaatsen.
Kies voor de gebruikte gewichten geschikt bevestigings-
materiaal (diameter: min. 10 mm).
Boor in het midden een gat in elk gewicht.
Frames op gewichten vastschroeven
Neem het eerste reeds in de montagehoek bevestigde
frame in de hand.
Schroef de voorste framevoet op het eerste gewicht.
Schroef de achterste framevoet op het tweede gewicht.
Het eerste frame is stabiel gemonteerd.
Monteer het tweede frame zo op de twee volgende ge-
wichten, zoals hierboven beschreven.
Bouw zoveel frames op als u voor de opname van de
collectoren nodig hebt.
5.2.2 Collectoren monteren
Gevaar!
Lichamelijk letsel en materiële schade
door het vallen van een collector!
Een collector kan bij ondeskundige bevesti-
ging vallen.
Trek de klemelementen vast.
Controleer de reglementaire spanning
door aan de klemstenen te schudden.
Als een klemsteen bewogen kan worden,
draai dan de moer vast.
1. Monteer de collectoren op het dak, zoals in de volgende
hoofdstukken aangegeven.
Montage en installatie plat dak 5
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 43
Montagerails opschuiven
1
2
3
2. Schuif de beide montagerails bovenaan en onderaan op
de houders, zoals op de afbeelding weergegeven.
3. Zorg ervoor dat de onderste montagerail met de open
zijde naar boven ligt en dat de bovenste montagerail
met de open zijde naar onderen ligt.
4. Schuif de montagerail eerst op de ene houder (1).
5. Schuif de montagerail een stuk naar buiten (2).
6. Schuif de montagerail dan terug op de andere houder
(3).
7. Voer deze stappen na elkaar bij alle frames uit.
Montagerails aan meerdere frames aanbrengen
AB
50 - 200
1
2
8. Bij de montage van meerdere collectoren naast elkaar
laat u de montagerails in het midden op de houders
afsluiten (A).
9. Laat de montagerails aan het eerste en het laatste
frame 50-200 mm over de rand uitsteken (B).
Montagerails verbinden
1
10. Klem de railverbinders (1) in de montagerails.
11. Zorg ervoor dat de railverbinders (1) in de boringen van
de montagerails vastklikken.
Aanwijzing
De railverbinders zijn na de montage niet
meer toegankelijk.
Montagerails onderaan bevestigen
12. Schroef de houders van de onderste montagerails vast.
Werkmateriaal: Inbussleutel 5 mm
Collector onderaan inhaken
1
Gevaar!
Gevaar voor verbranding!
De collectoren worden bij bestraling door
de zon binnenin zeer heet, tot 300 °C.
Vermijd het werken in felle zon.
Dek de collectoren af voordat u met het
werk begint.
Werk bij voorkeur in de ochtenduren.
Draag geschikte veiligheidshandschoe-
nen.
13. Leg de collector met de onderste kant in het profiel van
de montagerail (1) (collector boven). Zorg ervoor dat
de montagerail (1) de onderste rand van de collector
omsluit.
5 Montage en installatie plat dak
44 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
Collector bovenaan bevestigen
1
2
14. Schuif de linkerkant van de bovenste montagerail (1)
afsluitend tegen de collector.
15. Zorg ervoor dat de montagerail (1) de bovenste rand
van de collector omsluit.
16. Schroef de houder links bovenaan (2) vast.
Werkmateriaal: Inbussleutel 5 mm
17. Zorg ervoor dat de montagerail bij het vastdraaien van
de schroef niet wegglijdt.
Draagriemen verwijderen
18. Verwijder de draagriemen.
Zonbeschermfolie losmaken
1
19. Opdat u de zonbeschermfolie na de ingebruikneming
makkelijker kunt aftrekken, maakt u de zonbeschermfo-
lie aan de randen van de collector los (1).
Bijkomende collector monteren
20. Plaats de volgende collector op ca. 10 cm afstand van
de eerste collector op de onderste montagerail.
Verbindingsstukken aanbrengen
21
BA
21. Schroef de dubbele nippel (A) (uit aansluitset VTK uit-
breidingsset art.-nr. 0020076779) in de schroefdraad
van de tweede collector (B) met de wartelmoer van de
eerste collector ((1) en (2)).
22. Schuif de collectoren tegen elkaar.
Klemringverbinding vasttrekken
Opgelet!
Collectorschade door ondeskundig mon-
tagewerk!
Bij ondeskundige montage van de hydrau-
lische aansluitingen kunnen de edelstaal-
leidingen binnen de collector beschadigd
worden.
Montage en installatie plat dak 5
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 45
Houd bij het vastschroeven van de klem-
ringverbinding met een tweede sleutel
tegen.
23. Schroef de beide wartelmoeren aan de dubbele nippel
vast.
Montage van de collector afsluiten
24. Schuif de tweede bovenste montagerail afsluitend te-
gen de collector.
25. Schroef de tweede bovenste montagerail aan de betref-
fende houder met de montagerail van de eerste collec-
tor vast.
Werkmateriaal: Inbussleutel 5 mm
26. Verwijder de draagriemen. ( Pagina 44)
27. Maak de zonbeschermfolie aan de randen van de collec-
tor los. ( Pagina 44)
Collectorrij vervolledigen
Voorwaarden: Nog niet alle collectoren van een rij zijn gemonteerd.
Monteer een bijkomende collector. ( Pagina 44)
Breng de verbindingsstukken aan. ( Pagina 44)
Trek de klemringverbinding vast. ( Pagina 44)
5.2.3 Hydraulische aansluitingen monteren
Opgelet!
Ondichtheid door verkeerd toebehoren!
Verkeerd toebehoren kan tot ondichtheid
van het zonnecircuit en materiële schade
leiden.
Werk in het zonnecircuit uitsluitend met
hardgesoldeerde verbindingen, flens-
koppelingen, geschroefde klemringen of
persfittingen, welke door fabrikant zijn
vrijgegeven voor toepassing in zonne-
circuits en onder de bijbehorende hoge
temperaturen.
Opgelet!
Collectorschade door ondeskundig mon-
tagewerk!
Bij ondeskundige montage van de hydrau-
lische aansluitingen kunnen de edelstaal-
leidingen binnen de collector beschadigd
worden.
Houd bij het vastschroeven van de klem-
ringverbinding met een tweede sleutel
tegen.
1. Koppel de collectorvoorloop en -retour aan op de aan-
sluitleidingen van het systeem.
2. Sluit hiervoor de klemringverbinding (uit aansluitset
VTK basisset art.-nr. 0020076776) aan de collector
aan.
3. Verbind de klemringverbinding met de aansluitbuis.
4. Controleer de aansluitingen op dichtheid.
Voorwaarden: Systeem met collectorvoeler
Steek de collectorvoeler in de daarvoor bestemde ope-
ning aan de collectoraanvoerzijde ("hete zijde").
Aanwijzing
Over het algemeen is het aanbrengen van
de collectorvoeler aan de rechter- en de
linkerkant van het collectorveld mogelijk
omdat de collectoren aan beide zijden een
opening hebben.
Hydraulische aansluitingen isoleren
Voorwaarden: Ingebruikneming uitgevoerd
13
2
Isoleer de hydraulische verbindingen met de isola-
tie (1) (uit aansluitset VTK uitbreidingset art.-nr.
0020076779).
Dek de isolatie met de afdekplaat (3) (uit aansluitset
VTK uitbreidingset art.-nr. 0020076779) af.
Isoleer de hydraulische systeemaansluitingen met de
isolatie (2) (uit aansluitset VTK uitbreidingset art.-nr.
0020076779).
5 Montage en installatie plat dak
46 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
5.3 Montage afsluiten en controleren
5.3.1 Montage controleren
Controleer aan de hand van de volgende checklist of alle stappen zijn uitgevoerd.
Stappen Ja Nee Commentaar
Met gebouwstatistica bij het opstellen van de installatie
rekening gehouden
Afstanden tot de dakrand volgens aanwijzingen in acht
genomen
Frames volgens de maatgegevens geplaatst
Alle schroeven stevig vastgedraaid
(Montage- en telescooprail)
Voldoende verzwaringsgewichten gebruikt
(alleen bij zwevende montage)
Beladingsgewichten op geschikte manier tegen wegglij-
den en kantelen beveiligd
(alleen bij zwevende montage)
Frames verankerd en schroeven stevig vastgedraaid
(alleen bij directe schroefverbinding)
Alle hydraulische aansluitingen vastgedraaid
Hydraulische aansluitingen correct aangebracht
Collectorvoeler VR 11 aangesloten
(alleen voor systemen MET collectorvoeler)
Collectoren aan bliksembeveiligheidsinrichting aangeslo-
ten
(optioneel bij bliksembeveiliging)
Druktest uitgevoerd
(bij voorkeur met perslucht)
Alle aansluitingen dicht
Datum Handtekening
Alle montagewerkzaamheden
werden op een deskundige
manier uitgevoerd. ˍ ˍ . ˍ ˍ . ˍ ˍ ˍ ˍ
Inspectie en onderhoud 6
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 47
5.3.2 Verpakking afvoeren
De transportverpakkingen bestaan voor het grootste deel
uit recyclebaar materiaal.
Neem de geldende voorschriften in acht.
Voer de transportverpakkingen op reglementaire wijze
af.
6 Inspectie en onderhoud
6.1 Onderhoudsschema
In de volgende tabel zijn de inspectie- en onderhoudswerk-
zaamheden terug te vinden die u met bepaalde intervallen
moet uitvoeren.
6.1.1 Op kalender gebaseerde
onderhoudsintervallen
Op kalender gebaseerde onderhoudsintervallen
Interval Onderhoudswerkzaamheden Pa-
gina
Jaarlijks Collectoren en aansluitingen op
schade, verontreinigingen en
ondichtheden controleren 48
Collectoren reinigen
48
Houders en collectorcomponenten op
vastheid controleren 48
Buisisolaties op schade controleren
48
Beschadigde buisisolaties vervangen
48
Beschadigde buisisolaties afvoeren
48
6.2 Inspectie- en onderhoudsintervallen in acht
nemen
De jaarlijkse inspectie/het jaarlijkse onderhoud van het vol-
ledige zonnesysteem, uit te voeren door een erkend instal-
lateur, is een voorwaarde voor de permanente inzetbaar-
heid en bedrijfsveiligheid, betrouwbaarheid en hoge levens-
duur. Vaillant adviseert het afsluiten van een onderhouds-
contract.
Gevaar!
Levensgevaar, verwondingsgevaar en
materiële schade als gevolg van ondes-
kundig onderhoud en ondeskundige repa-
ratie!
Niet uitgevoerde onderhoudswerkzaamhe-
den of reparaties of het niet-naleven van
de opgegeven onderhoudsintervallen kun-
nen de bedrijfsveiligheid van het toestel in
gevaar brengen en tot materiële schade en
lichamelijk letsel leiden.
Wijs de gebruiker erop dat hij de opgege-
ven onderhoudsintervallen nauwgezet
moet naleven.
Voer de onderhoudswerkzaamheden
aan de collectoren conform het onder-
houdsschema uit.
6.3 Algemene inspectie- en
onderhoudsvoorschriften
Gevaar!
Levensgevaar, verwondingsgevaar en
materiële schade als gevolg van ondes-
kundig onderhoud en ondeskundige repa-
ratie!
Ondeskundige onderhoudswerkzaamhe-
den of reparaties kunnen de gebruiksveilig-
heid van het toestel beperken en materiële
schade en lichamelijk letsel veroorzaken.
Voer de onderhoudswerkzaamheden en
reparaties aan de collectoren alleen uit
als u een gekwalificeerde installateur
bent.
6.4 Inspectie en onderhoud voorbereiden
6.4.1 Reserveonderdelen voor het onderhoud
Als u bij het onderhoud of de reparatie reserveonderdelen
nodig hebt, gebruik dan uitsluitend originele reserveonder-
delen van Vaillant.
De originele componenten van het toestel werden in het ka-
der van de CE-conformiteitskeuring mee gecertificeerd. Als
u bij het onderhoud of bij de reparatie mee gecertificeerde
originele reserveonderdelen van Vaillant niet gebruikt, dan
vervalt de CE-conformiteit van het toestel. Daarom advise-
ren we dringend de inbouw van originele reserveonderde-
len van Vaillant.
Geldt voor: België
Informatie over de beschikbare originele Vaillant reserve-
onderdelen krijgt u bij N.V. Vaillant S.A.
Geldt voor: Nederland
Voor Vaillant onderdelen kunt u terecht bij uw groothandel
of u kunt deze bestellen via Vaillant, telefoonnummer 020-
5659450. Informatie over onderdelen treft u op onze web-
site www.vaillant.nl.
6.4.2 Onderhoud voorbereiden
Stel alle voor het onderhoud benodigde gereedschappen
en materialen samen.
7 Verhelpen van storingen
48 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
6.5 Collectoren en aansluitingen op schade,
verontreinigingen en ondichtheden
controleren
1. Controleer de collectoren op beschadigingen.
Als de collectoren beschadigd zijn:
Vervang de collectoren.
2. Controleer de collectoren op verontreinigingen.
Als de collectoren vervuild zijn:
Reinig de collectoren. ( Pagina 48)
3. Controleer de aansluitverbindingen op ondichtheden.
Als de aansluitverbindingen ondicht zijn:
Dicht de ondichte aansluitingen af. ( Pagina 49)
6.6 Collectoren reinigen
Gevaar!
Gevaar voor verbranding!
De collectoren worden bij bestraling door
de zon binnenin zeer heet, tot 200 °C.
Vermijd het werken in felle zon.
Werk bij voorkeur in de ochtenduren.
Draag geschikte veiligheidshandschoe-
nen.
Draag een geschikte veiligheidsbril.
Opgelet!
Materiële schade door hogedrukreini-
gers!
Hogedrukreinigers kunnen de collectoren
door de extreem hoge druk beschadigen.
Reinig de collectoren in geen geval met
een hogedrukreiniger.
Opgelet!
Materiële schade door reinigingsmidde-
len!
Reinigingsmiddelen kunnen de oppervlak-
testructuur van de collector beschadigen
en de efficiëntie ervan verminderen.
Reinig de collector in geen geval met
reinigingsmiddelen.
Reinig de collectoren met een spons en water.
6.7 Houders en collectorcomponenten op
vastheid controleren
Controleer of alle schroefverbindingen stevig vastzitten.
Als schroefverbindingen los zijn:
Draai de schroefverbindingen vast.
6.8 Buisisolaties op schade controleren
Controleer de buisisolaties op schade.
Als de buisisolaties beschadigd zijn:
Vervang beschadigde buisisolaties om warmteverlies
te voorkomen. ( Pagina 48)
6.9 Beschadigde buisisolaties vervangen
1. Stel het zonnesysteem tijdelijk buiten bedrijf
( Pagina 50).
2. Vervang de beschadigde buisisolaties.
3. Neem het zonnesysteem opnieuw in gebruik.
6.10 Beschadigde buisisolaties afvoeren
De buisisolaties bestaan voor het grootste deel uit recycle-
baar materiaal.
De buisisolaties horen niet bij het huishoudelijk afval.
Neem de geldende voorschriften in acht.
Voer beschadigde buisisolaties op reglementaire wijze
af.
7 Verhelpen van storingen
7.1 Reserveonderdelen voor de reparatie
Als u bij het onderhoud of de reparatie reserveonderdelen
nodig hebt, gebruik dan uitsluitend originele reserveonder-
delen van Vaillant.
De originele componenten van het toestel werden in het ka-
der van de CE-conformiteitskeuring mee gecertificeerd. Als
u bij het onderhoud of bij de reparatie mee gecertificeerde
originele reserveonderdelen van Vaillant niet gebruikt, dan
vervalt de CE-conformiteit van het toestel. Daarom advise-
ren we dringend de inbouw van originele reserveonderde-
len van Vaillant.
Geldt voor: België
Informatie over de beschikbare originele Vaillant reserve-
onderdelen krijgt u bij N.V. Vaillant S.A.
Geldt voor: Nederland
Voor Vaillant onderdelen kunt u terecht bij uw groothandel
of u kunt deze bestellen via Vaillant, telefoonnummer 020-
5659450. Informatie over onderdelen treft u op onze web-
site www.vaillant.nl.
Verhelpen van storingen 7
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 49
7.2 Reparaties uitvoeren
7.2.1 Ondichte collectoren vervangen
Gevaar!
Gevaar voor verbranding!
De collectoren worden bij bestraling door
de zon binnenin zeer heet, tot 300 °C.
Vermijd het werken in felle zon.
Dek de collectoren af voordat u met het
werk begint.
Werk bij voorkeur in de ochtenduren.
Draag geschikte veiligheidshandschoe-
nen.
1. Stel het zonnesysteem tijdelijk buiten bedrijf
( Pagina 50).
2. Vervang de ondichte collectoren.
3. Neem, zoals in de systeemhandleiding beschreven, het
zonnesysteem opnieuw in gebruik.
7.2.2 Defecte collectoren afvoeren
Uw Vaillant-collector bestaat voor het grootste deel uit
recyclebaar materiaal.
Uw Vaillant-collector hoort niet bij het huishoudelijk afval.
Neem de geldende voorschriften in acht.
Voer defecte Vaillant-collectoren op reglementaire wijze
af.
7.2.3 Ondichte aansluitingen afdichten
Gevaar!
Gevaar voor verbranding!
De collectoren worden bij bestraling door
de zon binnenin zeer heet, tot 300 °C.
Vermijd het werken in felle zon.
Dek de collectoren af voordat u met het
werk begint.
Werk bij voorkeur in de ochtenduren.
Draag geschikte veiligheidshandschoe-
nen.
1. Stel het zonnesysteem tijdelijk buiten bedrijf
( Pagina 50).
2. Dicht de ondichte aansluitingen af.
3. Neem, zoals in de systeemhandleiding beschreven, het
zonnesysteem opnieuw in gebruik.
7.2.4 Defecte buisisolaties vervangen
1. Stel het zonnesysteem tijdelijk buiten bedrijf
( Pagina 50).
2. Vervang defecte buisisolaties om warmteverlies te
voorkomen.
3. Neem, zoals in de systeemhandleiding beschreven, het
zonnesysteem opnieuw in gebruik.
7.2.5 Defecte buisisolaties afvoeren
De buisisolaties bestaan voor het grootste deel uit recycle-
baar materiaal.
De buisisolaties horen niet bij het huishoudelijk afval.
Neem de geldende voorschriften in acht.
Voer defecte buisisolaties op reglementaire wijze af.
7.2.6 Defecte buizen vervangen
Gevaar!
Verwondingsgevaar door beschadigde
vacuümbuizen en scherpe componenten!
Scherven en scherpe componenten kunnen
snijwonden veroorzaken.
Draag geschikte veiligheidshandschoe-
nen.
Gevaar!
Verbrandingsgevaar aan hete componen-
ten!
U-buis, warmtegeleidingsplaat, binnenkant
van de vacuümbuizen worden door zonne-
straling heet en kunnen tot verbrandingen
leiden.
Draag geschikte veiligheidshandschoe-
nen.
Draag een geschikte veiligheidsbril.
1. Gebruik uitsluitend de originele Vaillant reservebuizen
(art.-nr. 0020077347).
Aanwijzing
Als een buis door bijv. hagelslag beschadigd
werd, dan kan de buis afzonderlijk vervan-
gen worden.
Het zonnesysteem kan tijdens het vervan-
gen in gebruik blijven.
2. Neem de bijbehorende montagehandleiding in acht die
bij de reservebuis gevoegd is.
7.2.7 Defecte buizen afvoeren
De Vaillant buizen bestaan voor het grootste deel uit recy-
clebaar materiaal.
De Vaillant buizen horen niet bij het huishoudelijk afval.
8 Buitenbedrijfstelling
50 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
Neem de geldende voorschriften in acht.
Voer defecte Vaillant buizen op reglementaire wijze af.
8 Buitenbedrijfstelling
8.1 Tijdelijke buitenbedrijfstelling
Opgelet!
Beschadiging van de collectoren!
Collectoren, die niet in gebruik zijn, kunnen
door langdurig hoge temperaturen tijdens
stilstand versneld verouderen.
Stel het zonnesysteem alleen buiten
bedrijf als u een erkende installateur
bent.
Stel de collectoren hooguit vier weken
buiten bedrijf.
Dek collectoren die niet in bedrijf zijn, af.
Let erop dat de afdekking goed beves-
tigd is.
Demonteer bij langere buitenbedrijfstel-
ling van het zonnesysteem de collecto-
ren.
Opgelet!
Oxidatie van de collectorvloeistof!
Als het zonnecircuit tijdens een langere
buitenbedrijfstelling geopend wordt, dan
kan de collectorvloeistof versneld veroude-
ren door intrede van zuurstof uit de lucht.
Stel het zonnesysteem alleen buiten
bedrijf als u een erkende installateur
bent.
Stel de collectoren hooguit vier weken
buiten bedrijf.
Leeg voorafgaand aan een langere bui-
tenbedrijfstelling het volledige zonne-
systeem en voer de collectorvloeistof op
deskundige wijze af.
Demonteer bij langere buitenbedrijfstel-
ling van het zonnesysteem de collecto-
ren.
Voor reparaties of onderhoudswerkzaamheden kunt u het
zonnesysteem tijdelijk buiten bedrijf stellen. Hiervoor moet
u de zonnepomp uitschakelen.
Stel, zoals in de systeemhandleiding beschreven, het
zonnesysteem tijdelijk buiten bedrijf.
8.2 Definitieve buitenbedrijfstelling
8.2.1 Collectoren demonteren
Gevaar!
Gevaar voor verbranding!
De collectoren worden bij bestraling door
de zon binnenin zeer heet, tot 300 °C.
Vermijd het werken in felle zon.
Dek de collectoren af voordat u met het
werk begint.
Werk bij voorkeur in de ochtenduren.
Draag geschikte veiligheidshandschoe-
nen.
Gevaar!
Verbrandingsgevaar aan hete componen-
ten!
U-buis, warmtegeleidingsplaat, binnenkant
van de vacuümbuizen worden door zonne-
straling heet en kunnen tot verbrandingen
leiden.
Draag geschikte veiligheidshandschoe-
nen.
Draag een geschikte veiligheidsbril.
Opgelet!
Schade aan de collector en aan het zon-
nesysteem!
Een ondeskundige demontage kan leiden
tot schade aan de collector en het zonne-
systeem.
Zorg er voor de demontage van de col-
lectoren voor dat een erkende installa-
teur of een technicus van de Vaillant-
klantenservice het zonnesysteem buiten
bedrijf stelt.
Opgelet!
Collectorvloeistof levert gevaar voor het
milieu op!
Na de buitenbedrijfstelling van het zonne-
systeem is de collector nog met collector-
vloeistof gevuld die bij de demontage kan
lekken.
Sluit tijdens het transport van het dak de
buisaansluitingen van de collector met
de rode stoppen af.
1. Neem de hydraulische aansluitingen los.
2. Los de klemelementen.
3. Haal de collector van het dak.
Aanwijzing
Gebruik voor de afvoer niet de lussen, om-
dat deze door weersinvloeden buiten bros
kunnen worden.
Klantenservice 9
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 51
4. Verwijder de afdichtstoppen.
5. Leeg de collector volledig via beide aansluitingen in een
bus.
6. Plaats de afdichtstoppen terug.
7. Verpak de collectoren voldoende.
8. Voer de collectoren en de collectorvloeistof af.
8.2.2 Recycling en afvoer
Uw Vaillant-collector bestaat voor het grootste deel uit
recyclebaar materiaal.
Neem de geldende voorschriften in acht.
Collectoren afvoeren
Uw Vaillant-collector en alle accessoires horen niet thuis in
het huishoudelijke afval.
Voer het oude toestel en evt. voorhanden toebehoren op
reglementaire wijze af.
Collectorvloeistof afvoeren
De collectorvloeistof hoort niet bij het huishoudelijk afval.
Voer de collectorvloeistof conform de plaatselijke voor-
schriften via een geschikt afvalverwerkingsbedrijf af.
Voer verpakkingen die niet schoon te maken zijn op de-
zelfde wijze als de collectorvloeistof.
Niet vervuilde verpakkingen zijn herbruikbaar.
9 Klantenservice
Geldt voor: België
N.V. Vaillant S.A.
Golden Hopestraat 15
B-1620 Drogenbos
Belgien
Klantendienst: +32233493 52
Geldt voor: Nederland
Het Serviceteam dient ter ondersteuning van de installa-
teur en is tijdens kantooruren te bereiken op nummer:
Serviceteam: +312056594 40
10 Technische gegevens
52 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
10 Technische gegevens
10.1 Tabel technische gegevens
Eenheid VTK 570/2 VTK 1140/2
Aantal buizen 6 12
η
0
(apertuur), DIN4757-4 resp. EN12975 % 64,2
c
1
met wind, m.b.t. apertuur W/(m²k) 0,885
c
2
met wind, m.b.t. apertuur W/(m²k²) 0,001
K
θ,trans
(50°), m.b.t. apertuur 1
K
θ,long
(50°), m.b.t. apertuur 0,9
Voorspelling opbrengst (locatie Würzburg, 5m²
apertuur, 300 l reservoir, 4 personen)
kWh/m²a 586
Piekvermogen per collectormodule W
peak
W 642 1278
Warmtecapaciteit c m.b.t. oppervlak kJ/(m²k) 8,3
Volumestroom (per m² collectoroppervlak) l/(m²h) 24
Minimale volumestroom in het zonnecircuit l/h 180
Absolute druk in het hoogvacuüm bar 10
-5
mbar (= 10
-8
bar)
Absorberabsorptie alfa > 93,5% (zie ook ITW-keuringsbericht)
Absorberemissie ypsilon < 6% (zie ook ITW-keuringsbericht)
Rastermaten (lengte x hoogte x diepte) m 0,7 x 1,65 x 0,11 1,39 x 1,65 x 0,11
Bruto-oppervlak [m²] 1,16 2,30
Blootstellingsoppervlak [m²] 1,0 2,0
Absorberoppervlak [m²] 1,0 2,0
Collectorinhoud l 0,9 1,8
Gewicht kg 19 37
Werkoverdruk, max. toegestaan bar 10
Stilstandstemperatuur, max. °C 272
Aansluitwijdte, aanvoer/retour mm 15
Materiaal buiscollector Al / 1.4301 / glas / silicone / PBT / EPDM / TE
Materiaal glasbuis Borosilicaat 3.3
Materiaal selectieve absorberlaag Aluminiumnitride
Glasbuis (buitend./binnend./wandd./buisl.) 47 / 37 / 1,6 / 1500
Kleur (kunststof delen) Zwart
Thermoshockcontrole ITW-
keurings-
nummer
02COL282
Hagelslagtest volgens DIN EN 12975-2 TÜV-
keurings-
nummer
435/142448
Modelvergunningsnummer 01-228-770
Max. windlast kg/Nm
2
1,2
Max. regen-/sneeuwlast kg/Nm
2
5
Montagehoek opdak ° 15-75
Montagehoek plat dak ° 30, 45, 60
Technische gegevens 10
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 53
10.2 Afmetingen
1652
111
702
10 Technische gegevens
54 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
1652
111
1392
10.3 Rendement en drukverlies
Rendement van de VTK 570/2 en van de VTK 1140/2 bij een instraling EG van 300 W/m
2
0
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
5101520253035404550556065707580
ΔT
η
η Rendement [%] ΔΤ Τ
Collector
Τ
Omgevingslucht
[K]
Technische gegevens 10
0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 55
Rendement van de VTK 570/2 en van de VTK1140/2 bij een instraling EG 800 W/m
2
0
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
5101520253035404550556065707580
ΔT
η
η Rendement [%] ΔΤ Τ
Collector
Τ
Omgevingslucht
[K]
Drukverlies
160
140
120
100
90
60
40
20
0
Q [l/h]
Δp [mbar]
0 50 100 150 200 250 300 350 400 450 500
VTK 1140/2
VTK 570/2
Q Massastroom [l/h] Δp Drukverlies [mbar]
Trefwoordenlijst
56 Montagehandleiding auroTHERM exclusiv 0020077988_03
Trefwoordenlijst
A
Aansluitingen
afdichten .................................................................................. 49
controleren..............................................................................48
Afsluitende werkzaamheden
Montage.............................................................................25, 46
Afstanden
in acht nemen ................................................................... 10, 28
Afvoer
Collectoren ............................................................................... 51
Collectorvloeistof.................................................................... 51
Verpakking........................................................................ 26, 47
Artikelnummers ...............................................................................4
B
Buisisolaties
afvoeren............................................................................4849
controleren..............................................................................48
vervangen.........................................................................4849
Buitenbedrijfstelling.....................................................................50
Buizen
afvoeren...................................................................................49
vervangen................................................................................ 49
C
CE-markering....................................................................................7
Checklist
Montage.............................................................................25, 46
Collectorcomponenten
controleren..............................................................................48
Collectoren
afvoeren...................................................................................49
bewaren............................................................................... 8, 26
controleren..............................................................................48
demonteren.............................................................................50
monteren............................................................................ 21, 42
reinigen.....................................................................................48
transporteren.................................................................... 10, 28
vervangen................................................................................ 49
Componenten
samenstellen..................................................................... 12, 30
D
Dakanker
Aantal bepalen......................................................................... 15
Randafstanden vastleggen................................................... 15
Dakdoorvoer
voorbereiden.......................................................................11, 29
Documenten, ook van toepassing ...............................................4
Doel
Toestel........................................................................................ 8
F
Frames
Afstanden vastleggen........................................................... 37
monteren.................................................................................. 39
G
Gebruik, reglementair.....................................................................6
Geldigheid
Handleiding.................................................................................4
H
Houders
controleren..............................................................................48
Hydraulische aansluitingen
monteren........................................................................... 23, 45
K
Klantenservice................................................................................ 51
Koppeling
kiezen..................................................................................10, 28
Koppelingsregels ....................................................................10, 28
Koppelingsschema's .............................................................. 10, 28
L
Leveringsomvang
controleren..........................................................................9, 27
M
Montage
controleren.......................................................................25, 46
Montagevariant kiezen, plat dak............................................... 29
O
onderhoud
voorbereiden........................................................................... 47
Onderhoudsschema ..................................................................... 47
Ondichte aansluitingen
afdichten .................................................................................. 49
R
Recycling
Collectoren ............................................................................... 51
Collectorvloeistof.................................................................... 51
Verpakking........................................................................ 26, 47
Reglementair gebruik.....................................................................6
Reserveonderdelen
onderhoud................................................................................ 47
Verhelpen van storingen......................................................48
T
Technische gegevens ................................................................ 52
Afmetingen.............................................................................. 53
Drukverlies...............................................................................54
Rendement ..............................................................................54
Toestel
Doel.............................................................................................. 8
Typeoverzicht.................................................................................. 8
Typeplaatje....................................................................................... 8
V
Verpakking
afvoeren............................................................................ 26, 47
Verzwaringslast (zwevende montage)
bepalen..................................................................................... 30
Vrije montageruimtes
in acht nemen ................................................................... 10, 28
0020077988_03
N.V. Vaillant S.A.
Golden Hopestraat 15   B-1620 Drogenbos
Tel. +32233493 00   Fax +32233493 19
Kundendienst +32233493 52   Service après-vente +32233493 52
Klantendienst +32233493 52
info@vaillant.be   www.vaillant.be
Vaillant BV
Postbus 23250   1100 DT Amsterdam
Telefoon +312056592 00   Telefax +312069693 66
Serviceteam +312056594 40
info@vaillant.nl   www.vaillant.nl
54


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Vaillant auroTHERM exclusive VTK 570-2 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Vaillant auroTHERM exclusive VTK 570-2 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 9,58 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Vaillant auroTHERM exclusive VTK 570-2

Vaillant auroTHERM exclusive VTK 570-2 User Manual - English - 72 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info