469578
47
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/51
Next page
VIH SN 150 i
auroSTEP
BE
1BE nl
Voor de gebruiker en de installateur
Systeembeschrijving
auroSTEP
Systeembeschrijving auroSTEP
Inhaltsverzeichnis
1 Aanwijzingen bij de documentatie . . . . . . . . . 2
1.1 Bewaren van de documenten. . . . . . . . . . . . . . . . 2
1.2 Gebruikte symbolen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
2 Systeembeschrijving. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
2.1 Omvang van de levering en accessoires . . . . . . 2
2.2 Boilereenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
2.3 Werkingsprincipe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
2.4 Functies van de zonne-energieregelaar. . . . . . . 6
2.5 Opbouw en functie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
2.6 Zonne-energiebuisleidingen. . . . . . . . . . . . . . . . . 8
2.7 Zonne-energievloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
2.8 Platte collectoren auroTHERM VFK 900 . . . . . . 9
2 Systeembeschrijving auroSTEP
1 Aanwijzingen bij de documentatie
De volgende aanwijzingen zijn een wegwijzer door de
volledige documentatie.
In combinatie met deze gebruiksaanwijzing en installa-
tievoorschriften zijn andere documenten geldig.
Voor schade die door het niet naleven van deze hand-
leidingen ontstaat, kunnen we niet aansprakelijk
gesteld worden.
Aanvullende geldende documenten
voor de gebruiker van de installatie:
gebruiksaanwijzing nr. 839520
voor de installateur:
bedienings- en installatie-
handleiding nr. 839520
montagehandleiding platte zonne-energiecollector
auroTHERM VFK 900 nr. 835227
1.1 Bewaren van de documenten
Gelieve deze bedienings- in installatiehandleiding alsook
alle aanvullende geldende documenten zodanig te bewa-
ren dat ze direct ter beschikking staan.
Geef de documenten bij verhuis of verkoop van het toe-
stel aan de volgende eigenaar.
1.2 Gebruikte symbolen
Gelieve bij de bediening van het toestel de veiligheidsin-
structies in deze gebruiksaanwijzing in acht te nemen!
Gevaar!
Onmiddellijk gevaar voor leven en goed!
Attentie!
Mogelijk gevaarlijke situatie voor product en
omgeving!
Aanwijzing!
Nuttige informatie en aanwijzingen.
• Symbool voor vereiste activiteit.
2 Systeembeschrijving
Deze systeembeschrijving is zowel voor de gebruiker van
het auroSTEP-systeem alsook de installateur bestemd.
Deze beschrijving bevat informatie over het systeem en
dient daarom als aanvulling op de gebruiksaanwijzing
alsook op de installatiehandleiding. De systeembeschrij-
ving staat aan het begin van deze handleiding, omdat u
deze beschrijving voor de andere handleidingen moet
lezen.
2.1 Omvang van de levering en accessoires
De positienummers in de volgende tabellen 2.1 tot 2.4
hebben betrekking op afbeelding 2.1.
Pos. Materiaallijst Aantal
Zonnekoperbuis 2 in 1, 10 m lang
5 Stootverbinder 2
6 Hoek-klemschroefverbinding 2
7 Houder voor zonnekoperbuis 6
8 Steunhuls 6
9 Zonnekoperbuis 2 in 1, 10 m lang 1
Art.-nr. 302 359
Zonnekoperbuis 2 in 1, 20 m lang
5 Stootverbinder 2
6 Hoek-klemschroefverbinding 2
7 Houder voor zonnekoperbuis 6
8 Steunhuls 6
9 Zonnekoperbuis 2 in 1, 20 m lang 1
Art.-nr. 302 360
7 Houder voor zonnekoperbuis 4
Art.-nr. 302 364
Tab. 2.1 Accessoire „zonnekoperbuis 2 in 1”
Pos. Materiaallijst Aantal
10 Drinkwaterthermostaatmenger 1
Art.-nr. 302 366
11 Isolatie enkele buis, vogelpikveilig, 0,75 m lang 2
Art.-nr. 302 361
12 Draaggreep voor collector 2
Art.-nr. 302 358
Tab. 2.2 Overige accessoires
1 Aanwijzingen bij de documentatie
2 Systeembeschrijving
3BE nlSysteembeschrijving auroSTEP























Afb. 2.1 Omvang van de levering en accessoires van het auroS-
TEP-systeem
Legenda:
Omvang van de levering:
1 Collector auroTHERM VFK 900
2 Adapterkabel
3 Collectorvoeler
4 Boilereenheid auroSTEP VIH SN 150i
Zonnekoperbuis 2 in 1 (accessoire):
5 Stootverbinder
6 Hoek-klemschroefverbinding
7 Houder voor zonneekoperbuis
8 Steunhuls
9 Zonnekoperbuis 2 in 1, 10 m lang
9 Zonnekoperbuis 2 in 1, 20 m lang
Overige accessoires:
10 Drinkwaterthermostaatmenger
11 Isolatie enkele buis, vogelpikveilig (2 x 0,75 m)
12 Draaggreep voor collector
Accessoires voor montage op dak:
13 Sparanker type P voor „Frankfurter dakpan” (4 stuks)
14 Schroeven voor sparanker (12 stuks)
15 Sparanker type W90 voor „Berliner Welle” (4 stuks)
16 Montagerail, 1202 mm lang (2 stuks)
17 Edelstaal hamerkopschroef M 10 x 30 (9 stuks)
18 Edelstaal moer M10 voor hamerkopschroef (13 stuks)
19 Bevestigingsklem voor collector (4 stuks)
20 Sparanker type S voor beverstaart of lei (4 stuks)
21 Collectoranker type K voor stokschroefbevestiging (4 stuks)
22 Stokschroef M12x280 met drie moeren, EDM-afdichtingsring en
onderlegschijf (4 stuks)
23 Plug voor stokschroef (4 stuks)
Toebehoren voor montage op plat dak:
24 Aluminium hoekprofiel, 1244 mm lang (2 stuks)
25 Aluminium hoekprofiel, 952 mm lang (2 stuks)
26 Aluminium hoekprofiel, 1240 mm lang (2 stuks)
27 Bevestigingsklem voor collector (4 stuks)
28 Edelstaal schroef M 10 x 30 (4 stuks)
29 Edelstaal moer M 10 (8 stuks)
30 Edelstaal schroef M 10 x 30 met moer (6 stuks)
31 Zeskanthoutschroef met schijf en plug (8 stuks)
32 Staande felshouder met schroef en moer (8 stuks)
33 Aluminium staande felsplaat (3 stuks)
Systeembeschrijving 2
4 Systeembeschrijving auroSTEP
Pos. Materiaallijst Aantal
Sparankerset type P
13 Sparanker voor „Frankfurter dakpan” 4
14 Schroeven 12
Art.-nr. 302 351
Sparankerset Type W90
15 Sparanker voor „Berliner Welle” 4
14 Schroeven 8
Art.-nr. 302 353
Sparankerset Type S
20 Sparanker voor beverstaart of lei 4
14 Schroeven 16
Art.-nr. 302 352
Sparankerset type K
21 Collectoranker 4
22 Stokschroef met drie moeren, EDM-afdichtings-
ring en onderlegschijf
4
23 Plug 4
Art.-nr. 302 367
Set auroSTEP 150 T*
16 Montagerail, 1202 mm lang 2
17 Edelstaal hamerkopschroef 9
18 Edelstaal moer voor hamerkopschroef 13
19 Bevestigingsklem voor collector 4
Art.-nr. 302 661
* Deze set bevat ook de pos. 1 tot 4 (zie afb. 2.1).
Tab. 2.3 Accessoires montage op dak
Pos. Materiaallijst Aantal
Staande felsplaatset
32 Staande felshouder met schroef en moeren 8
33 Aluminium staande felsplaat 3
Art.-nr. 302 369
Set auroSTEP 150 F*
24 Aluminium hoekprofiel, 1244 mm lang 2
25 Aluminium hoekprofiel, 952 mm lang 2
26 Aluminium hoekprofiel, 1240 mm lang 2
27 Bevestigingsklem voor collector 4
28 Edelstaal schroef M 10 x 30 4
29 Edelstaal moer M10 8
30 Edelstaal schroef M10x30 met moer 6
31 Zeskanthoutschroef met schijf en plug 8
Art.-nr. 302 660
* Deze set bevat ook de pos. 1 tot 4 (zie afb. 2.1).
Tab. 2.4 Accesoires montage op plat dak
2.2 Boilereenheid
Het zonne-energiesysteem auroSTEP dient voor de
opwarming van drinkwater door middel van zonne-ener-
gie. De meeste componenten van het compacte zonne-
energiesysteem zijn in de boilereenheid geïntegreerd.
Voor de sturing van het zonne-energiesysteem met aan-
gepaste naverwarming voor Vaillant-verwarmingstoestel-
len beschikt het toestel over een geïntegreerde regelaar.
De Vaillant-boilereenheden VIH SN 150 i worden als indi-
rect verwarmde zonneboiler voor de op zonne-energie
gebaseerde warmwatervoorziening gebruikt.
Om een lange levensduur te garanderen, zijn de boilers
en de spiraalbuizen aan de drinkwaterzijde geëmailleerd.
Als roestbescherming heeft elke boiler een magnesium-
beschermingsanode. Deze beschermingsanode moet u
jaarlijks onderhouden om de roestbescherming veilig te
stellen.
De indirect verwarmde zonneboilers werken in een zoge-
naamd gesloten systeem, d.w.z. dat de waterinhoud niet
met de atmosfeer in verbinding staat. Bij het openen van
een warmwatertapventiel wordt het warme water door
het instromende koude water uit de boiler gedrukt.
In het onderste, koude bereik zit de zonne-energiewarm-
tewisselaar. De relatief lage watertemperaturen in het
onderste bereik zorgen ook bij weinige zonnestraling
voor een optimale warmteovergang van het zonne-ener-
giecircuit naar het boilerwater.
Op dagen waarop de zoninstraling voor de opwarming
van het water in de boiler niet voldoende is of als er
teveel warm water nodig is, dan moet het boilerwater via
een verwarmingstoestel naverwarmd worden. De in de
boiler geïntegreerde regeling stuurt hierbij het verwar-
mingstoestel.
De boilereenheid VIH SN 150 i kan in combinatie met een
naverwarmingstoestel gebruikt worden. Een lijst van de
toegestane naverwarmingstoestellen krijgt u bij uw
Vaillant-verdeler.
De zonneboiler is met een circulatiepomp voor de opti-
male aanpassing van de vereiste circulatiehoeveelheid
en het pompvermogen uitgerust.
De regeling van de nominale doorstromingshoeveelheid
gebeurt door de regelaar en moet niet manueel inge-
steld worden. Bij de installatie hoeft enkel ingesteld te
worden dat het om een 1-collector-systeem gaat.
2.3 Werkingsprincipe
Het werkingsprincipe van het zonne-energiesysteem
auroSTEP is anders dan bij vele andere zonne-energiesys-
temen.
Het zonne-energiesysteem auroSTEP is niet volledig met
zonne-energievloeistof gevuld en staat niet onder druk.
Daarom vallen de anders bij zonne-energiesystemen
gebruikelijke bouwdelen, zoals expansievat, manometer
en ontluchter weg.
2 Systeembeschrijving
5BE nlSysteembeschrijving auroSTEP
1
5
4
2
3
Afb. 2.2 Verdeling van de zonne-energievloeistof bij stilstand
van de zonne-energiepomp
Bij stilstand van de zonne-energiepomp (4) verzamelt de
zonne-energievloeistof zich in de spiraalbuis (3), in de
zonne-energiepomp en in de zonne-energiebuizen aan de
boilereenheid. Daarom is het belangrijk om het collector-
veld (1) en alle zonne-energieleidingen (2) en (5) zo te
installeren, dat de zonne-energievloeistof door de helling
naar de boilereenheid kan terugstromen. De zonne-ener-
gieleidingen en het collectorveld zijn dan met lucht gevuld.
Als zonne-energievloeistof dient een speciaal water-glycol-
mengsel waarmee de boilereenheid bij levering al vooraf
gevuld is.
Afb. 2.3 Verdeling van de zonne-energievloeistof bij een lopende
zonne-energiepomp
Als de zonne-energieregelaar de zonne-energiepomp (5)
inschakelt, transporteert de pomp de zonne-energie-
vloeistof uit de spiraalbuis (4) door de zonne-energiete-
rugloopleiding (6) in het collectorveld (1). Daar wordt de
vloeistof opgewarmd en door de zonne-energievoorloop-
leiding (2) terug naar de boilereenheid geleid.
Het vloeistofvolume in de dunne zonne-energieleidingen
en in het collectorveld is gering in vergelijking met het
volume in de dikke spiraalbuis in de boilereenheid.
Daarom daalt het peil van de zonne-energievloeistof bij
een lopende zonne-energiepomp slechts beperkt. In het
bovenste deel (3) van de spiraalbuis verzamelt de uit de
zonne-energieleidingen en het collectorveld verdrongen
lucht zich.
Bij het opwarmen van het systeem zetten de zonne-ener-
gievloeistof en de lucht zich een beetje uit. De druk van
de in het zonne-energiesysteem ingesloten lucht stijgt
dan een beetje. De ingesloten luchtbel in het systeem
vervult hierbij de taak van een expansievat. Deze druk is
noodzakelijk en mag in geen geval verlaagd worden.
Daarom mag in het zonne-energiessteem geen ontluch-
ter ingebouwd worden.
Bij een lopende zonne-energiepomp komt de zonne-
energievloeistof in het bovenste deel van de spiraalbuis
(3) permanent met lucht in contact.
Uit het hier beschreven werkingsprincipe kan het vol-
gende opgemaakt worden:
- Omdat gedurende de winter bij stilstand van het
zonne-energiesysteem er zich alleen lucht in de collec-
tor en in de zonne-energieleidingen bevindt, moeten
antivorstmaatregelen alleen voor de opstellingsplaats
van de boilereenheid getroffen worden.
- De voorgeschreven installatie van het collectorveld
alsook van de zonne-energieleidingen en vooral de hel-
ling van de leidingen vormen een basisvoorwaarde
voor het perfect functioneren van het zonne-energie-
systeem.
- Het vloeistofvolume van het collectorveld alsook van
de zonne-energieleidingen moet precies op het zonne-
energiesysteem afgesteld zijn. Daarom mogen de mini-
male en de maximale lengte van de zonne-energielei-
dingen niet overschreden worden, mogen er geen
zonne-energieleidingen met een afwijkende binnendia-
meter gebruikt worden en mogen de constructie van
en het aantal collectoren niet veranderd worden.
- De fysische eigenschappen van de zonne-energievloei-
stof horen eveneens tot de basisvoorwaarden voor het
storingvrij functioneren van het systeem. Daarom mag
bij het verversen van de vloeistof alleen de Vaillant-
zonne-energievloeistof (art.-nr. 302 363) zonder addi-
tieven bijgevuld worden.
Systeembeschrijving 2
6 Systeembeschrijving auroSTEP
2.4 Functies van de zonne-energieregelaar
De zonne-energiesystemen auroSTEP worden door de
geïntegreerde, microprocessorgestuurde zonne-energie-
regelaar geregeld. De instelling van de stand-by-tempe-
ratuur van de boiler of ook van de maximale boilertem-
peratuur kunt u aan het regeltoestel uitvoeren.
De geïntegreerde zonne-energieregelaar is een compleet
uitgerust systeem voor de regeling van een collector en
een boiler.
Voor de installatie biedt de regelaar een voldoende
groot aansluibereik, voor de weergave van gegevens en
het invoeren van alle vereiste parameters beschikt hij
over bedieningselementen en een groot display.
Temperatuurverschilregeling
De zonne-energieregelaar werkt volgens het principe
van de temperatuurverschilregeling. De regelaar scha-
kelt de zonne-energiepomp altijd in als het temperatuur-
verschil (temperatuur collector - temperatuur boiler)
groter is dan het inschakelverschil.
De regelaar schakelt de zonne-energiepomp uit als het
temperatuurverschil (temperatuur collector - tempera-
tuur boiler) kleiner is dan het uitschakelverschil.
Het inschakeltemperatuurverschilt richt zich naar de in
de regelaar opgeslagen curves, waarbij voor systemen
met een of twee collectoren verschillende curves
bestaan.
Naverwarmen
Het naverwarmen dient om het via zonne-energie voor-
verwarmde boilerwater tot op een hogere temperatuur
op te warmen, b.v. als er niet voldoende opbrengst uit
zonne-energie mogelijk is. Hierbij gebeurt het naverwar-
men via een nageschakelde warmwaterbereider, b.v. een
gaswaterverwarmer of een circulatiewaterverwarmer.
Pompblokkeerbeveiliging
Na 23 uur stilstand van de pomp lopen alle aangesloten
pompen gedurende ca. drie sec. aan om het vastlopen
van de pompen te verhinderen.
Jaarkalender
De regelaar is met een jaarkalender uitgerust, zodat een
automatische overschakeling van zomer- op wintertijd
mogelijk is. Voor de activering hoeft enkel op installa-
teurniveau één keer de actuele datum ingevoerd te wor-
den.
Aanwijzing!
Gelieve er rekening mee te houden dat de rege-
laar bij een stroomuitval slechts met een gang-
reserve van 30 min. uitgerust is. De interne
klok blijft na 30 min. staan en de kalender loopt
na het herstellen van de spanningstoevoer niet
verder. In dit geval moet de tijd opnieuw inge-
steld en de actuele datum gecontroleerd wor-
den.
Vulmodus/bedrijfsmodus
Om het snel vullen van de installatie na het inschakelen
van de zonne-energiepomp te bereiken, is de regelaar
met de functie „Vulmodus” uitgerust. Telkens bij het
inschakelen loopt de pomp gedurende enige tijd in de
vulmodus met vastgelegd vermogen. De verschilregeling
is gedurende deze tijd niet actief, zodat de pomp ook bij
het onderschrijden van de uitschakeldrempel niet uitge-
schakeld wordt. In stand 1 wordt de pomp gedurende 20
sec. met het minimale vermogen gestuurd. Gedurende
de volgende 20 sec. loopt de pomp in stand 2 op de mid-
delste vermogensstand (ca. 65 %). Daarna loopt de
pomp in de stand 3 met 100 % van het vermogen gedu-
rende de resterende duur van de vulmodus.
Na de vulmodus begint de bedrijfsmodus. Om het vroeg-
tijdig uitschakelen van de zonne-energiepomp bij gerin-
ge zonopbrengst te vermijden, wordt de pomp eerst een
tijd onafhankelijk van de verschilregeling met minimaal
vermogen gebruikt. De duur van de pompmodus legt uw
installateur bij de installatie van het zonne-energiesys-
teem vast. Na het verstrijken van deze tijd bepaalt de
verschilregeling de verdere looptijd van de zonne-ener-
giepomp.
2.5 Opbouw en functie
Het Vaillant zonne-energiesysteem auroSTEP is een
thermisch zonne-energiesysteem voor het opwarmen
van water. Bij stilstand van het zonne-energiesysteem
loopt de zonne-energievloeistof uit de collectoren en de
leidingen terug in de zonneboiler. Op deze manier wordt
schade door vorst of oververhitting aan het zonne-ener-
giesysteem vermeden. Bijkomende vorstbescherming
wordt geboden door het gebruik van een water-glycol-
mengsel als zonne-energievloeistof.







Afb. 2.4 Hoofdcomponenten systeem auroSTEP met boiler VIH
SN 150 i (principeschets zonder aansluitaccessoires)
2 Systeembeschrijving
7BE nlSysteembeschrijving auroSTEP
Legenda
1 Voorloopleiding zonne-energiesysteem
2 Koelwaterleiding
3 Regeling
4 Warmwaterbereider
5 Warmwaterleiding
6 Bovenste boilervoeler
7 Zonne-energiewarmtewisselaar
8 Onderste boilervoeler
9 Geïntegreerde zonne-energiebuizenwerk
10 Veiligheidsventiel
11 Onderste vul-/aftapkraan
12 Zonne-energiepomp
13 Bovenste vul-/aftapkraan
14 Terugloopleiding zonne-energiesysteem
15 Platte collectoren
16 Collectorvoeler
Het systeem bestaat uit drie hoofdcomponenten:
A: een collector
B: het geïsoleerde buizenwerk
C: de zonneboilereenheid met geïntegreerde pomp en
regeling
Collector A
Bij de collector gaat het om een platte collector auro-
THERM VFK 900 (15) met serpentijnabsorbeerders. Een
in de collector bevestigde collectorvoeler (16) meet de
collectortemperatuur.
Buizenwerk B
Het buizenwerk van het systeem bestaat uit de voor-
loop- (1) en de terugloopleiding (14). In het huis worden
de leidingen naast elkaar in een isolatie geïnstalleerd,
die eveneens nog een kabel voor de collectorvoeler (16)
omgeeft. Deze bouwgroep wordt ook „Zonnekoperbuis 2
in 1” genoemd. Om de verbinding op het dak tot stand te
brengen, worden de koperlidingen van hun isolatie
bevrijd, op de nodige lengte afgekort, van isolaties voor-
zien en dan met de klemschroefverbindingen aan de col-
lector bevestigd.
Aanwijzing!
Gebruik wegens de grootte van de buisleidingen
uitsluitend koperbuis met een binnendiameter
van 8,4 mm voor het buizenwerk van het
systeem.
Vaillant raadt aan om de als accessoire op 10 m
lengte (art.-nr. 302 359) of op 20 m lengte
(art.-nr. 302 360) verkrijgbare, makkelijk te
monteren „zonnekoperbuis 2 in 1” te gebruiken,
waarmee het systeem optimaal en beveiligd
werkt.
Zonneboilereenheid C
Het monovalente reservoir VIH SN 150 i heeft een vulvo-
lume van 150 l. Het is met een warmtewisselaar uitge-
rust.
De zonne-energiewarmtewisselaar (7) bevindt zich in het
onderste deel van de boiler. Deze warmtewisselaar is
met het collectorcircuit verbonden. De warmwaterberei-
der (4) dient voor de naverwarming van het boilerwater
als de zoninstraling niet voldoende is. Hij is in serie
geschakeld (doorstromingsprincipe).
De beide boilervoelers (6) en (8) melden de opgenomen
temperaturen aan de regeling (3), die in de boiler geïn-
tegreerd is. Andere in de reservoireenheid geïntegreerde
bouwdelen zijn de zonne-energiepomp (12), die voor de
circulatie van de zonne-energievloeistof door het zonne-
energiecircuit zorgt, een veiligheidsventiel (10) en twee
vul-/afvoerkranen (11) en (13). De boiler zelf bevoorraadt
drinkwater dat door de koudwaterleiding (2) naar binnen
stroomt en door de warmwaterleiding (5) opwarmt en
opnieuw naar buiten stroomt.
Zonne-energiecircuit
Het zonne-energiecircuit omvat een collector (15), waar-
van de bovenste buisuitlaat met de voorloopleiding van
de zonnekoperbuis (1) verbonden is. Het andere einde
van deze leiding is met de bovenste aansluiting van de
zonne-energiewarmtewisselaar (7) verbonden. De onder-
ste aansluiting van de zonne-energiewarmtewisselaar
leidt via een deel van het in de boiler geïntegreerde bui-
zenwerk (9) naar de zuigzijde van de zonne-energie-
pomp (12). De pomp pompt de zonne-energievloeistof in
de terugloopleiding van de zonne-energiekoperbuis (14),
die met de onderste aansluiting van de collector (15)
verbonden is.
In het in de boiler geïntegreerd zonne-energiebuizen-
werk (9) bevinden zich ook de vul- en afvoerkranen (11)
en (13) alsook een veiligheidsventiel (10).
Het zonne-energiecircuit bevat een mengsel uit zonne-
energievloeistof en lucht. De zonne-energievloeistof
bestaat uit een voorgemengd water-glycolmengsel, dat
ook inhibitoren bevat. Er wordt slechts zoveel zonne-
energievloeistof gevuld als er zich bij een uitgeschakeld
systeem in de zonne-energiewarmtewisselaar (7) zonne-
energievloeistof bevindt. De collector (15) en de zonne-
energiekoperbuizen (1) en (14) daarentegen zijn enkel
met lucht gevuld.
Het is niet nodig om een expansievat in het zonne-ener-
giecircuit te integreren, omdat het zonne-energiecircuit
niet compleet met zonne-energievloeistof gevuld is. Er
bevindt zich wel genoeg lucht in het circuit, waardoor de
volume-uitzetting van de verhitte zonne-energievloeistof
gecompenseerd kan worden. De lucht in het circuit wint
daardoor aan functioneel belang. Omdat de lucht abso-
luut in het systeem moet blijven, mag er geen ontluch-
tingsventiel in het zonne-energiesysteem ingebouwd
worden.
Systeembeschrijving 2
8 Systeembeschrijving auroSTEP
Werkwijze van het zonne-energiesysteem
Als het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler
(16) en de onderste boilervoeler (8) een bepaalde grens-
waarde overschrijdt, wordt de zonne-energiepomp (12)
ingeschakeld. Die pompt zonne-energievloeistof uit de
zonne-energiewarmtewisselaar (7) door de teruglooplei-
ding van de zonnekoperbuis (14), de collector (15) en de
voorloop van de zonnekoperbuis (1) terug in de zonne-
energiewarmtewisselaar van het reservoir.
De lucht, die zich voordien nog in de collector (15)
bevond, wordt uit de collector gedrukt en stroomt via de
voorloopleiding van de zonnekoperbuis (1) in de zonne-
energiewarmtewisselaar (7). Het hoofdaandeel van de
lucht verzamelt zich dan in de bovenste windingen van
de spiraalbuis van de zonne-energiewarmtewisselaar. De
resterende zonne-energiewarmtewisselaar blijft met
zonne-energievloeistof gevuld, omdat de inhoud van de
collector (15) en van de zonnekoperbuis (1) en (14) klei-
ner is dan die van de zonne-energiewarmtewisselaar (7)
in de boiler.
Zodra de collector (15) en de zonnekoperbuizen (1) en
(14) met zonne-energievloeistof gevuld zijn, vermindert
het pompvermogen, omdat door de heel kleine diameter
van de zonnekoperbuizen de aan- en afstromende vloei-
stofkolommen elkaar compenseren. De pomp moet daar-
om alleen nog de hydraulische weerstand van het
systeem overwinnen.
Als dan na een bepaalde gebruiksduur het temperatuur-
verschil tussen de collectorvoeler (16) en de onderste
boilervoeler (8) een volgens de curve vastgelegde tem-
peratuur onderschrijdt, schakelt de regeling (3) de
zonne-energiepomp uit en de zonne-energievloeistof
loopt via de teruglooptleiding van de zonnekoperbuis
(14) en door de pomp terug in de zonne-energiewarmte-
wisselaar (7). Tegelijk wordt de voordien in het bovenste
deel van de zonne-energiewarmtewisselaar aanwezige
lucht terug door de voorloopleiding van de zonnekoper-
buis (1), de collector (15) en de terugloopbuis van de
zonnekoperbuis (14) gedrukt.
Vorstbeveiliging
Blijft het reservoir gedurende langere tijd in een onver-
warmde ruimte buiten gebruik (wintervakantie e.d.), dan
moet het volledig geleegd worden om schade door vorst
te vermijden.
Beveiliging tegen verbranding
Het water in de boiler kan afhankelijk van de zonop-
brengst tot 75 °C heet worden.
Gevaar!
Om voor een doeltreffende bescherming tegen
verbranding te kunnen zorgen, bouwt u een
thermostaatmenger in de warmwaterleiding in.
Stel de thermostaatmenger op < 60 °C in en
controleer de temperatuur aan een warmwater-
aftappunt.
2.6 Zonne-energiebuisleidingen
Het zonne-energiesysteem van Vaillant is een gesloten
hydraulisch systeem waarin de warmteoverdracht naar
de verbruikers via de speciale warmtegeleidende vloei-
stof van het zonne-energiesysteem alleen via warmte-
wisselaars kan gebeuren. Neem de volgende aanwijzin-
gen in acht om een perfecte werking met een hoogst
mogelijke energiebenutting mogelijk te maken:
- Voor het zonne-energiebuizenwerk mag alleen koper-
buis met een binnendiameter van 8,4 mm gebruikt
worden.
Vaillant raadt aan om voor een eenvoudige en snelle
montage de optimaal op het volledige systeem afge-
stemde „zonnekoperbuis 2 in 1” te gebruiken. Deze
buis is verkrijgbaar als accessoire op een lengte van
10 m (art.-nr. 302 359) voor de installatie op zolder of
op 20 m lengte (art.-nr. 302 360) voor de installatie in
de kelder. Bij de „zonnekoperbuis 2 in 1” zijn de beide
koperbuizen van de voor- en terugloopleiding reeds
geïsoleerd en bijkomend is ook nog de leiding voor de
collectorvoeler geïntegreerd.
- Er mogen alleen klemringschroefverbindingen gebruikt
worden, waarvoor een temperatuurvrijgave van de
fabrikant tot 200 °C voorhanden is.
Ook hier raadt Vaillant aan de bij het toebehoren „zon-
nekoperbuis 2 in 1” 10 m lang (302 359) en „zonneko-
perbuis 2 in 1” 20 m lang (302 360) voorhanden klem-
schroefverbindingen te gebruiken!
Attentie! Zonne-energiekring aarden!
Voor de potentiaalvereffening moet het zonne-
energiecircuit aan de collector geaard worden.
Hiervoor bijvoorbeeld aardingsbuisklemmen aan
de zonne-energiecircuitbuizen aanbrengen en de
aardingsbuisklemmen met 16 mm
2
-kabel met
een potentiaalrail verbinden. Anders kan de
elektronica in het zonne-energiesysteem, in het
verwarmingssysteem of in huis door bliksem
vernietigd worden.
Is er een bliksembeveiliging aan het huis voorhanden,
sluit de collectoren dan daaraan aan.
2 Systeembeschrijving
9BE nlSysteembeschrijving auroSTEP
2.7 Zonne-energievloeistof
Eigenschappen van de zonne-energievloeistof
Deze gegevens hebben betrekking op de verplichte en
door Vaillant voorgeschreven zonne-energievloeistof
(art.-nr. 302 363).
De zonne-energievloeistof van Vaillant is een gebruiks-
klaar antivries- en anticorrosiemiddel, bestaande uit ca.
50 % propyleenglycol met anticorrosie-inhibitoren en
50 % water. De vloeistof beschikt over een heel hoge
temperatuurbestendigheid en vertoont daarnaast een
hoge warmtecapaciteit.
De inhibitoren garanderen bij het gebruik van verschil-
lende metalen (gemengde installaties) een betrouwbare
antiroestbescherming.
Attentie!
De zonne-energievloeistof van Vaillant is een
afgewerkt mengsel.
Deze vloeistof mag in geen geval met water of
andere vloeistoffen gemengd worden. Anders is
de goede werking van de vorst- en corrosiebe-
veiliging niet meer gegarandeerd. De collectoren
of andere onderdelen van de installatie zouden
kapot kunnen gaan.
Zonne-energievloeistof van Vaillant is in een luchtdicht
gesloten reservoir onbeperkt houdbaar.
Huidcontact is normaal gezien ongevaarlijk, bij oogcon-
tact zijn weliswaar slechts lichte irritaties te verwachten,
toch moet u de ogen onmiddellijk uitwassen. Neem het
veiligheidsgegevensblad in paragraaf 3.1.2 van de instal-
latie- en onderhoudshandleiding in acht.
Vorst- en corrosiebeveiliging van het zonne-energie-
circuit
Aanwijzing!
Door het vullen van de installatie met zonne-
energievloeistof van Vaillant bereikt u een
vorstbestendigheid tot ca. -28 °C.
Ook bij lagere buitentemperaturen dan -28 °C
ontstaat echter niet onmiddellijk vorstschade,
omdat de uitzettingskracht van het water ver-
laagd wordt.
2.8 Platte collectoren auroTHERM VFK 900
Veiligheid
Verbrandingsgevaar!
Om verwondingen door hete delen van de collec-
toren te vermijden, moeten alle werkzaamheden
aan de collectoren op een bewolkte dag uitge-
voerd worden. Alternatief kan bij zonnig weer
eventueel ook ‘s morgens of ‘s avonds of met
een afgedekte collector gewerkt worden.
Aanwijzing!
Bij het zonne-energiesysteem auroSTEP mogen
de collectoren alleen horizontaal gemonteerd
worden.
Afb. 2.5 Aanzicht platte collector auroTHERM bij montage op
schuin dak
Systeembeschrijving 2
10 Systeembeschrijving auroSTEP
Afb. 2.6 Doorsnede van de platte Vaillant-collector auroTHERM
VFK 900
Legenda
1 Zonneveiligheidsglas
2 Omlopend EPDM-profiel
3 Randisolatie voor optimale warmte-isolatie
4 Omlopend klemprofiel voor snelle montage op schuin dak en
vrije opstelling
5 Aluminium achterwand
6 40 mm dikke warmte-isolatie
7 Vacuümgecoate absorber over het hele vlak
De platte Vaillant-collectoren auroTHERM VFK 900
beschikken over een zeewaterbestendig aluminium
frame en een kopervlakabsorber met selectieve vacuüm-
coating alsook zonveiligheidsglas. De collectoren
beschikken over een cfk-vrije, stilstandstemperatuurbe-
stendige slakkenwolisolatie voor duurzame, uitstekende
warmte-isolatie. Alle aansluitingen werden voor de flexi-
bele montage voor soldeerverbindingen of de door
Vaillant aanbevolen klemringschroefverbindingen uitge-
voerd. Door de in het midden geïntegreerde voelerhuls
en de symmetrische binnenopbouw kan het collectorveld
variabel aangebracht worden.
2 Systeembeschrijving
1BE nl
Gebruiksaanwijzing
auroSTEP
Voor de gebruiker
Gebruiksaanwijzing auroSTEP
Inhoudsopgave
1 Aanwijzingen bij de documentatie . . . . . . . . . 2
1.1 Bewaren van de documenten. . . . . . . . . . . . . . . . 2
1.2 Gebruikte symbolen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
1.3 Typeplaatje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
1.4 CE-aanduiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
2 Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
3 Aanwijzingen voor het gebruik. . . . . . . . . . . . 3
3.1 Fabrieksgarantie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
3.2 Algemene aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
3.3 Gebruik volgens de bestemming. . . . . . . . . . . . . 3
3.4 Vereisten aan de plaats van opstelling . . . . . . . 4
3.5 Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3.6 Verpakking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3.7 Energiebesparende tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
4 Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
4.1 Overzicht bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . 4
4.2 Maatregelen voor de inbedrijfname . . . . . . . . . . 4
4.3 Inbedrijfname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4.3.1 Bedienersbegeleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4.3.2 Overzicht display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4.3.3 Displaysoorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4.3.4 Instellingen in het hoofdbedieningsniveau . . . . 6
4.3.5 Oproepen van instellings- en bedrijfswaarden . 7
4.4 Foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
4.5 Verhelpen van storingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
4.6 Buiten bedrijf stellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
4.7 Vorstbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
4.8 Onderhoud en service. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
4.9 Veiligheidsventiel controleren . . . . . . . . . . . . . . . 9
2 Gebruiksaanwijzing auroSTEP
1 Aanwijzingen bij de documentatie
De volgende aanwijzingen zijn een wegwijzer door de
volledige documentatie.
In combinatie met deze gebruiksaanwijzing en installa-
tievoorschriften zijn andere documenten geldig.
Voor schade die door het niet naleven van deze hand-
leidingen ontstaat, kunnen we niet aansprakelijk
gesteld worden.
Geldende documenten
voor de gebruiker van de installatie:
- Systeembeschrijving nr. 839520
gebruiksaanwijzing nr. 839520
voor de installateur:
- Systeembeschrijving nr. 839520
bedienings- en installatie-
handleiding nr. 839520
montagehandleiding platte zonne-energiecollector
auroTHERM VFK 900 nr. 835227
1.1 Bewaren van de documenten
Gelieve deze bedienings- in installatiehandleiding alsook
alle andere belangrijke documenten zodanig te bewaren
dat ze direct ter beschikking staan.
Geef de documenten bij verhuis of verkoop van het toe-
stel aan de volgende eigenaar.
1.2 Gebruikte symbolen
Gelieve bij de bediening van het toestel de veiligheidsin-
structies in deze gebruiksaanwijzing in acht te nemen!
Gevaar!
Onmiddellijk gevaar voor leven en goed!
Attentie!
Mogelijk gevaarlijke situatie voor product en
milieu!
Aanwijzing!
Nuttige informatie en aanwijzingen.
• Symbool voor vereiste activiteit.
1.3 Typeplaatje
Aan het zonne-energiesysteem auroSTEP zijn de type-
plaatjes aan de collector en aan de boilereenheid aange-
bracht.
1.4 CE-aanduiding
Met de CE-aanduiding wordt aangegeven dat het zonne-
energiesysteem auroSTEP aan de fundamentele vereis-
ten van de EU-richtlijnen voldoet.
2 Veiligheid
De Vaillant zonne-energiesystemen auroSTEP zijn vol-
gens de modernste technieken en de erkende veilig-
heidstechnische regels geconstrueerd. Toch kunnen er
bij het ondeskundige gebruik gevaren voor leven en
goed van de gebruiker of derden beschadigingen aan de
toestellen en andere voorwerpen ontstaan.
Attentie!
De toestellen mogen alleen voor het opwarmen
van drinkwater gebruikt worden. Voldoet het
water niet aan de vereisten van de drinkwater-
kwaliteit, dan kan schade aan de toestellen door
corrosie niet uitgesloten worden.
Opstelling
Het zonne-energiesysteem auroSTEP moet door een
erkende installateur geïnstalleerd worden, die voor de
naleving van de bestaande voorschriften, regels en richt-
lijnen verantwoordelijk is.
Fabrieksgarantie verlenen we alleen bij installatie door
een erkende installateur.
Die is eveneens voor inspectie/onderhoud en reparatie
alsook voor wijzigingen aan de boilers bevoegd.
Veiligheidsventiel en uitblaasleiding
Telkens bij het opwarmen van warm water in de boiler
vergroot het watervolume, daarom moet elk resevoir
met een veiligheidsventiel en een uitblaasleiding uitge-
rust worden.
Tijdens het opwarmen treedt er water uit de uitblaaslei-
ding.
Aanwijzing!
Als er een drinkwaterexpansievat voorhanden
is, dan komt er tijdens het verwarmen geen
water uit de uitblaasleiding.
Attentie!
Sluit nooit het veiligheidsventiel of de uitblaas-
leiding, omdat er zich anders overdruk in het
zonneboiler kan opbouwen.
Door de overdruk bestaat er gevaar voor
beschadiging van de boiler!
Gevaar!
De uitlooptemperatuur aan het veiligheidsven-
tiel of aan de uitblaasleiding kan tot 75 °C
bedragen.
Als u deze bouwdelen of uit deze bouwdelen lek-
kend water aanraakt, bestaat er verbrandings-
gevaar!
1 Aanwijzingen bij de documentatie
2 Veiligheid
3Gebruiksaanwijzing auroSTEP BE nl
Vorstgevaar
Als u het reservoir langere tijd in een onverwarmde
ruimte niet gebruikt (b.v. in de wintervakantie e.d.), dan
moet u de boiler volledig legen.
Veranderingen
Veranderingen aan de systeemcomponenten zijn nooit
toegestaan, met uitzondering van die veranderingen die
in deze handleiding beschreven zijn.
Attentie!
Beschadigingsgevaar door ondeskundige veran-
deringen!
Voer in geen geval ingrepen of manipulaties aan
de boiler of de regeling, aan toevoerleidingen
voor water en stroom, aan de uitblaasleiding,
aan het veiligheidsventiel voor het boilerwater
of aan andere delen van de installatie uit.
Ondichtheden
Bij ondichtheden in het warmwaterleidingsbereik tussen
reservoir en aftappunt sluit u het best het zelf inge-
bouwde koudwaterafsluitventiel aan het reservoir aan en
laat u het lek door uw erkende installateur herstellen.
3 Aanwijzingen voor het gebruik
3.1 Fabrieksgarantie
De actuele garantiebepalingen vindt u in de bijgeleverde
garantiekaart.
De actuele garantiebepalingen kunt u bij uw verkoopsbu-
reau aanvrangen.
3.2 Algemene aanwijzingen
Verzekering
Er wordt aangeraden om het zonne-energiesysteem bij
de verzekering als waardeverhogende maatregel op te
geven en uitdrukkelijk tegen blikseminslag te verzekeren.
Een verzekering tegen hagelslag kan daarnaast zinvol
zijn in gebieden die bijzonder gevaar lopen.
Boilereenheid en zonne-energiesysteem
Gevaar!
Aan bouwdelen die zonne-energievloeistof
transporteren, zoals collectoren en zonne-ener-
gieleidingen, alsook aan warmwaterleidingen
bestaat verbrandingsgevaar!
Bij zon bereiken deze bouwdelen heel hoge tem-
peraturen. Raak deze bouwdelen enkel aan als u
de temperatuur voordien gecontroleerd hebt.
Gevaar!
Aan boiler of regeling, aan toevoerleidingen voor
water en stroom (indien voorhanden), aan de
uitblaasleiding en aan het veiligheidsventiel
voor het boilerwater mag u niets veranderen.
Anders kan er damp lekken, bestaat er explosie-
gevaar of kan de installatie beschadigd worden.
De installatie werkt na één keer instellen automatisch.
De instelmogelijkheden vindt u in hoofdstuk 4. Gaat u op
vakantie, dan hoeft u geen bijzondere maatregelen te
treffen.
Voor een perfecte werking van uw zonne-energiesys-
teem van Vaillant gelieve de volgende aanwijzingen in
acht te nemen:
• Schakel de installatie nooit uit, ook niet als u op vakan-
tie gaat of als u een fout vermoedt.
Neem hiervoor de aanwijzingen in het hoofdstuk 4.5
„Verhelpen van storingenin acht.
• Neem de zekering er niet uit.
• Vul het collectorcircuit in geen geval zelf bij.
3.3 Gebruik volgens de bestemming
De Vaillant zonne-energiesystemen auroSTEP dienen uit-
sluitend voor de bevoorrading met opgewarmd drinkwa-
ter tot 75 °C voor huishoudelijk en industrieel gebruik.
Ze mogen enkel voor dit doel gebruikt worden. Elk mis-
bruik is verboden.
Gevaar!
De uitlooptemperatuur aan de aftappunten kan
bij de auroSTEP-boilereenheid tot 75 °C bedra-
gen.
Er bestaat verbrandingsgevaar!
De zonneboilereenheid VIH SN 150 i kan in combinatie
met een nageschakelde warmwaterbereider gebruikt
worden.
Een ander of daarvan afwijkend gebruik geldt als niet
volgens de voorschriften. Voor hieruit resulterende
schade kan de fabrikant/leverancier niet aansprakelijk
gesteld worden. Het risico draagt alleen de gebruiker.
Tot het gebruik volgens de bestemming horen het in
acht nemen van de bedienings- en installatiehandleiding
en het naleven van de inspectie- en onderhoudsvoor-
schriften.
Veiligheid 2
Aanwijzingen voor het gebruik 3
4 Gebruiksaanwijzing auroSTEP
3.4 Vereisten aan de plaats van opstelling
De opstellingsplaats moet permanent vorstvrij zijn. Als u
dit niet kunt garanderen, neem dan de vermelde vorst-
beveiligingsmaatregelen in acht.
Aanwijzing!
Een afstand van het toestel tot componenten
van brandbaar materiaal resp. naar brandbare
onderdelen is niet vereist, omdat aan het behui-
zingsoppervlak altijd een lagere temperatuur
voorhanden is dan de max. toegestane tempera-
tuur van 85 °C.
Boven de boilereenheid moet een vrije afstand van min-
stens 35 centimeter in acht genomen worden, zodat bij
het jaarlijkse onderhoud van het toestel de magnesium-
beschermingsanode vervangen kan worden.
3.5 Onderhoud
Onderhoud de buitendelen van uw boilereenheid met
een vochtige doek (evt. in zeepwater gedrenkt).
Aanwijzing!
Om de mantel van uw toestel niet te beschadi-
gen, gelieve nooit schurende of oplossende rei-
nigingsmiddelen (allerhande schuurmiddelen,
benzine e.d.) te gebruiken.
De collectoren hoeven niet gereinigd te worden. Net
zoals dakvensters worden ook zonnecollectoren vuil.
Door de regen worden ze echter voldoende en op
natuurlijke wijze gereinigd.
3.6 Verpakking
De transportverpakking dient u reglementaire wijze af te
voeren.
Aanwijzing!
Gelieve de geldende nationale wettelijke voor-
schriften in acht te nemen.
3.7 Energiebesparende tips
Bewuste omgang met water
Een bewuste omgang met water kan de verbruikskosten
duidelijk doen dalen.
Bijvoorbeeld douchen in de plaats van een bad te
nemen: Terwijl voor een bad ca. 150 liter water nodig is,
heeft een met moderne, waterbesparende armaturen
uitgeruste douche slechts ca. een derde van deze hoe-
veelheid nodig.
Overigens: Een druppelende waterkraan verspilt tot
2000 liter water, een ondichte toiletspoeling tot 4000
liter water per jaar. Daarentegen kost een nieuwe afdich-
ting slechts een paar cent.
4 Bediening
4.1 Overzicht bedieningselementen
1
2
Afb. 4.1 Bedieningselementen
Legenda
1 Display
2 Insteller (draai en klik)
i Infotoets
F Toets speciale functies
P Programmeertoets
4.2 Maatregelen voor de inbedrijfname
Bij de inbedrijfname van uw boilereenheid (b.v. na het
uitschakelen en legen wegens lange afwezigheid) gelieve
als volgt te werk te gaan:
• Open voor het eerste opwarmen een warmwater-aftap-
punt om te controleren of het reservoir met water
gevuld is en of de afsluitinrichting in de koudwatertoe-
voerleiding niet gesloten is.
1
Afb. 4.2 Afvoerklep voor drinkwaterreservoir
• Als er geen water aan het warmwateraftappunt
stroomt, controleer dan of het aftapventiel (1) aan de
boiler gesloten is en open dan de afsluitinrichting in de
koudwatertoevoerleiding.
3 Aanwijzingen voor het gebruik
4 Bediening
5Gebruiksaanwijzing auroSTEP BE nl
• Open een warmwateraftappunt en laat de lucht uit de
leiding ontsnappen tot het water er zonder bellen uit-
komt.
Aanwijzing!
Bij eventuele lekken in de warmwaterleiding tus-
sen toestel en aftappunten, gelieve dan onmid-
dellijk de zelf te monteren afsluitinrichting in de
koudwatertoevoerleiding te sluiten. Laat
ondichtheden door uw erkende installateur ver-
helpen.
4.3 Inbedrijfname
• Schakel het zonne-energiesysteem auroSTEP in door
aan de door uw installateur gemonteerde scheidingsin-
richting (b.v. zekering of vermogensschakelaar) de
stroomtoevoer naar het systeem in te schakelen en
een van de modi
, of te kiezen (zie paragraaf
4.3.2).
• Als de stroomtoevoer langer dan 30 min. onderbroken
was, dan moet u de actuele datum en de tijd invoeren.
4.3.1 Bedienersbegeleiding
De regelaar beschikt over een uit symbolen bestaand
display en is op het Vaillant-bedieningsconcept „Draai en
klik” gebaseerd. U kunt de insteller aanklikken en zo de
verschillende waarden laten weergeven. Door aan de
insteller te draaien, verandert u de weergegeven waarde.
Met de drie keuzetoeten bereikt u andere bedienings- en
weergaveniveaus.
4.3.2 Overzicht display




Afb. 4.3 Display
Legenda
1 Programmeerniveau
2 Service-/diagnoseniveau
3 wordt bij auroSTEP VIH SN 150i niet gebruikt
4 Programmering tijdprogramma
5 Infoniveau
6 Zonopbrengst (knippert als er zonopbrengst is)
7 Eenheden
8 Cursor
9 Multifunctionele indicatie
10 Dagen
11 Gewenste/werkelijke waarde
12 Modi
13 Speciale functies
Betekenis van de displaysymbolen
Programmering tijdprogramma:
wordt bij auroSTEP VIH SN 150i niet gebruikt
Modi:
Toestel in gebruik
Toestel in gebruik
Toestel in gebruik
Toestel buiten gebruik
Speciale functies:
wordt bij auroSTEP VIH SN 150i niet gebruikt
wordt bij auroSTEP VIH SN 150i niet gebruikt
wordt bij auroSTEP VIH SN 150i niet gebruikt
4.3.3 Displaysoorten
Display hoofdbedieningsniveau
Als u het toestel inschakelt, verschijnt eerst het hoofdbe-
dieningsniveau. Hoe u waarden kunt instellen en veran-
deren, wordt in paragraaf 4.3.4 beschreven.
1
2
4
5
6
3
Afb. 4.4 Display hoofdbedieningsniveau
Legenda
1 Indicatie zonopbrengst (zonne-energiepomp loopt)
2 Collector werkelijke temperatuur
3 Actuele tijd
4 Actuele dag
5 Werkelijke temperatuur boiler (door aan de insteller te draaien
kan de gewenste temperatuur opgevraagd en versteld worden).
6 Actuele modus
Bediening 4
6 Gebruiksaanwijzing auroSTEP
Display infoniveau
U bereikt het infoniveau door op de infotoets te drukken.
Eerst verschijnt de onderaan afgebeelde indicatie. U
kunt nog meer informatie oproepen door de infotoets
nog eens in te drukken (zie paragraaf 4.3.5). De telkens
opgeroepen informatie is ca. vijf sec. lang op het display
zichtbaar, daarna schakelt het display opnieuw naar het
hoofdbedieningsniveau.
1
2
3
Afb. 4.5 Display infoniveau
Legenda
1 Infoniveau
2 Indicatie zonopbrengst (zonne-energiepomp loopt)
3 Gewenste temperatuur boiler
Display programmeerniveau
De functies van het programmeerniveau worden bij de
auroSTEP VIH SN 150i niet gebruikt.
U bereikt het programmeerniveau door op de program-
meertoets P te drukken. Het display schakelt opnieuw op
het hoofdbedieningsniveau als u de programmeertoets
opnieuw indrukt.
Display speciale functies
De speciale functies worden bij de auroSTEP VIH SN 150i
niet gebruikt.
U bereikt het niveau van de speciale functies door op de
toets F te drukken. Na ca. tien sec. schakelt het display
opnieuw op het hoofdbedieningsniveau.
Display service-/diagnoseniveau en display niveau
installateur
Deze beide niveaus zijn alleen voor de installateur
bestemd. Als u door het indrukken van een verkeerde
keuzetoets in één van deze niveaus bent terechtgeko-
men, verstel dan in geen geval de waarden in dit niveau!
Verlaat deze niveaus onmiddellijk door het indrukken
van de programmeertoets P. Het display schakelt
opnieuw naar het hoofdbedieningsniveau.
4.3.4 Instellingen in het hoofdbedieningsniveau
In het hoofdbedieningsniveau kunt u het volgende instel-
len:
Gewenste waarde van de boilertemperatuur
Modus
Actuele dag
Actuele tijd
De telkens opgeroepen instelling is ca. vijf sec. lang op
het display zichtbaar en instelbaar, daarna schakelt het
display opnieuw naar de basisindicatie van het hoofdbe-
dieningsniveau. Klik voor het verstrijken van de vijf sec.
op de insteller om naar de volgende instelwaarde te
gaan.
Display Vereiste stappen
Draai aan de insteller, de cursor markeert
na 3 sec. de temperatuurindicatie die bij-
komend knippert.
Stel de gewenste waarde van de boiler-
temperatuur in door aan de insteller te
draaien.
Klik de insteller aan, de cursor markeert
de modi. De ingestelde modus knippert.
Kies een modus door aan de insteller te
draaien.
Klik de insteller aan, de cursor markeert
de dagen. De ingestelde dag knippert.
Stel de dag in door aan de insteller te
draaien.
Klik de insteller aan, de cursor markeert
de uren- of minutenindicatie.
Stel de actuele tijd in door aan de instel-
ler te draaien.
Tab. 4.1 Instellingen in het hoofdbedieningsniveau
4 Bediening
7Gebruiksaanwijzing auroSTEP BE nl
4.3.5 Oproepen van instellings- en bedrijfswaarden
U kunt de ingestelde waarden na elkaar oproepen door
de infotoets meerdere keren in te drukken.
De telkens opgeroepen informatie is ca. vijf sec. lang op
het display zichtbaar, daarna schakelt het display
opnieuw naar het hoofdbedieningsniveau.
Display Instellingen
Gewenste waarde van de boilertempera-
tuur
Temperatuur boilervoeler 1
(bovenste boilervoeler)
Temperatuur boilervoeler 2
(onderste boilervoeler)
Temperatuur collectorvoeler 1
Tab. 4.2 Instel- en bedrijfswaarden
4.4 Foutmeldingen
De zonne-energieregelaar geeft bij storingen van de
temperatuurvoelers foutmeldingen in het hoofdbedie-
ningsniveau weer.
Bij de inbedrijfname van het toestel, b.v. na het uit- en
opnieuw inschakelen van de stroomtoevoer, wordt altijd
de voelerconfiguratie bepaald. Aan het ingestelde
hydraulische schema herkent de regelaar of er een fout
is en of deze voeler voor het gebruik niet nodig is.
Attentie!
Probeer nooit om zelf reparaties of onderhouds-
werkzaamheden aan uw toestel uit te voeren.
Geef de opdracht hiertoe aan een erkende
installateur. We raden u hiervoor aan om voor
uw zonne-energiesysteem een onderhoudscon-
tract met uw erkende installateur af te sluiten.
De volgende tabel verklaart de betekenis van de meldin-
gen.
Display Melding/betekenis van de melding
Fout collectorvoeler 1
Deze fout treedt op als de aangesloten
voeler defect is of als de voeler ont-
breekt.
Fout boilervoeler 1
Deze fout treedt op als de aangesloten
voeler defect is.
Fout boilervoeler 2
Deze fout treedt op als de aangesloten
voeler defect is of als de voeler ont-
breekt.
Fout blokkering
Veiligheidsfunctie: De zonne-energie-
pomp wordt uitgeschakeld als de tempe-
ratuur aan de boilervoeler 2 te hoog is.
Tab. 4.3 Foutmeldingen
Bediening 4
8 Gebruiksaanwijzing auroSTEP
4 Bediening
4.5 Verhelpen van storingen
Aanwijzing!
Bij lekken aan waterleidingen tussen boiler en
waterkraan gelieve het koudwaterafsluitventiel
aan de boiler te sluiten. Anders kan er water-
schade ontstaan. Laat het lek door uw erkende
installateur verhelpen.
Het koudwaterafsluitventiel vindt u in de buisverbinding
van uw huiswateraansluiting naar de boiler (koudwater-
aansluiting) in de directe omgeving van de boiler.
Wat te doen als ... Oplossing
uit de installatie vloeistof drup-
pelt?
Indien mogelijk opvangen
(emmer) en contact opnemen
met installateur
uit het veiligheidsventiel in de
drinkwaterleiding vloeistof of
damp lekt?
Contact opnemen met instal-
lateur
de regelaar „voelerdefect”
resp. „kabelbreuk” weergeeft?
Contact opnemen met instal-
lateur
de schijf van een platte collec-
tor kapot is?
Binnenkant van de collector
niet aanraken. Het best de col-
lector met een zeil regendicht
afdekken. Contact opnemen
met erkende installateur
de boiler niet voldoende warm
water levert?
Controleer of de instelling van
de stand-by-temperatuur van
de boiler aan de regelaar juist
is (ca. 60 °C aanbevolen).
Instelling warmwaterthermos-
taatmenger controleren (ca.
60 °C aanbevolen).
Zijn de instellingen juist, dan
kan het zijn dat het reservoir
verkalkt is. Dan: Contact opne-
men met erkende installateur
Tab. 4.4 Verhelpen van storingen
Gevaar!
Probeer nooit om zelf storingen aan het zonne-
energiesysteem te verhelpen. Houd er rekening
mee dat bij niet deskundig uitgevoerde werk-
zaamheden levensgevaar kan bestaan. Win bij
storingen het advies van een erkende installa-
teur.
4.6 Buiten bedrijf stellen
• Kies in het hoofdbedieningsniveau de modus
(zie
paragraaf 4.3.5). Neem bij een buitenbedrijfstelling tij-
dens de winter ook de informatie over de vorstbeveili-
ging in acht, zie paragraaf 4.7.
4.7 Vorstbeveiliging
Als uw zonneboiler in een niet vorstveilige en onver-
warmde ruimte opgesteld is, bestaat er in de winter
vorstgevaar. Leeg in dit geval uw zonneboiler.
• Neem de boiler, zoals beschreven in paragraaf 4.5 , uit
gebruik.
• Sluit de afsluitinrichting in de koudwatertoevoerleiding
van de boiler.
Afb. 4.6 Boiler legen
• Bevestig een geschikte slang aan het aftapventiel van
de boiler.
• Breng het vrije einde van de slang naar een geschikte
afvoerplaats.
• Open het aftapventiel.
• Open het hoogst gelegen warmwateraftappunt voor de
ventilatie en het restloos legen van de waterleidingen.
Gevaar!
De uitlooptemperatuur aan de aftappunten kan
bij de auroSTEP-boilereenheid tot 75 °C bedra-
gen.
Er bestaat verbrandingsgevaar!
• Als het water volledig weggestroomd is, sluit dan het
aftapventiel en het warmwateraftappunt opnieuw.
• Verwijder de slang van het aftapventiel .
9Gebruiksaanwijzing auroSTEP BE nl
4.8 Onderhoud en service
Voorwaarde voor de permanente inzetbaarheid,
betrouwbaarheid en lange levensduur is het regelmatige
inspecteren/onderhouden van het zonne-energiesysteem
auroSTEP door de technicus.
Attentie!
Probeer nooit om zelf onderhoudswerkzaamhe-
den aan uw toestel uit te voeren. Geef de
opdracht hiertoe aan een erkende installateur.
We raden u hiervoor aan om een onderhouds-
contract met uw erkende installateur af te slui-
ten.
Gevaar!
Niet uitgevoerde inspectie/onderhoudsbeurten
kunnen de bedrijfsveiligheid van het toestel
beïnvloeden en materiële schade en lichamelijk
letsel veroorzaken.
Ook kan de zonopbrengst van de installatie daardoor
onder de verwachtingen blijven.
Aanwijzing!
Bij sterk kalkhoudend water is een periodieke
ontkalking aan te bevelen.
Onderhoud van de boiler
Net zoals voor het hele systeem geldt ook voor Vaillant-
boilers dat het regelmatig inspecteren/onderhouden
door de installateur de beste voorwaarde voor een per-
manente inzetbaarheid, betrouwbaarheid en lange
levensduur vormt.
Tot de leveromvang van de Vaillant-boilers behoort een
magnesiumbeschermingsanode. Die moet in het kader
van de inspectie of het onderhoud door de installateur
een keer per jaar op slijtage gecontroleerd worden.
Indien nodig moet de installateur de verbruikte magnesi-
um anode door een nieuwe originele magnesiumanode
vervangen.
Bij sterk kalkhoudend water is een periodieke ontkalking
aan te bevelen. Als uw boiler niet meer voldoende warm
water levert, dan kan dit op verkalking wijzen. Laat de
ontkalking door een installateur uitvoeren. Hij legt ook
de nodige ontkalkingsintervallen vast.
Onderhoud van het zonne-energiesysteem
Om de drie jaar moet de zonne-energievloeistof ververst
worden. Dit werk maakt normaal gezien onderdeel uit
van een onderhoudscontract met uw erkende installa-
teur.
4.9 Veiligheidsventiel controleren
In de koudwatertoevoerleiding is in de buurt van de boi-
ler een veiligheidsventiel ingebouwd.
• Controleer regelmatig of het veiligheidsventiel goed
functioneert door het ventiel één keer te openen.
Bediening 4
Energiebesparing voor Zonnesystemen VSL 150S.
*verklaring van de resultaten :
De procentuele bijdrage van de zonne-energie zou theoretisch gelijk moeten zijn aan de procentuele
besparing op gas na installatie van het systeem. Indien men uit deze berekening op basis van de
benodigde hoeveelheid hulp energie de werkelijk benodigde hoeveelheid gas wil berekenen dient
natuurlijk nog rekening gehouden te worden met het opwekkingsrendement van het
verwarmingstoestel.
De weergegeven getallen zijn berekend met het programma polysun.
Dit programma is natuurlijk maar een model en de resultaten hiervan hebben daardoor een zekere
onnauwkeurigheid.
auroSTEP VSL S 150
2 personen = 80 l/dag aan 50°C, inkomend koud water = 10°C
Plaats Ukkel, 40 graden hellingshoek, zuidelijke richting
2x5 m buis 2x10 m buis
Nodige energie voor warm water kWh/jaar 1356 1356
Toegevoegde energie door combi - ketel kWh/jaar 595 613
* Procentuele bijdrage van de zonne - energie % 56,1 54,8
Uren werking pomp h/jaar 1777 1771
Elektrisch verbruik pomp inclusief (10 % vulmodus) kWh/jaar 123 122
Correctiefactor t.o.v. standaard rendement bij orientatie Zuid met 40°
collectorhelling
collector helling
Hemelsrichting 30° 40° 50°
O 0,78 0,76 0,73
OZO 0,86 0,85 0,83
ZO 0,92 0,92 0,91
ZZO 0,96 0,97 0,96
Z 0,99 1,00 0,99
ZZW 0,98 0,98 0,96
ZW 0,94 0,94 0,93
WZW 0,89 0,88 0,86
W 0,81 0,79 0,76
Vermenigvuldig de solar fraction van het blad "Tabellen diverse verbruiken" met de correctiefactor om
de correcte solar fraction te verkrijgen.
Karakteristieken VSL S 150L.
Energiebesparing : Hoeveel energie bespaard u met de auroSTEP VSL 150 S
Dit is heel eenvoudig ( Zie grafiek )
Wanneer u 100L/dag warm water aan 40° C verbruikt geniet u voor 63,4%
aan gratis zonne-energie om dit water op te warmen.
( eventueel vermindert met een correctiefactor zie tabel )
150 L
systeem
solar fraction bij een totaal verbruik van x L/dag
WW
temp Duo buis 50 L/d 80 L/d 100 L/d 150 L/d 200 L/d
40°C 2x5m 78,1 68,9 63,4 52,2 43,5
50°C 2x5m 66,2 56,1 50,5 40,1 32,9
60°C 2x5m 55,1 45,7 40,9 32,1 26,3
150 L
systeem
kWh pomp energie bij verbruik van x L/dag
WW
temp Duo buis 50 L/d 80 L/d 100 L/d 150 L/d 200 L/d
40°C 2x5m 104 118 125 137 142
50°C 2x5m 109 123 129 138 142
60°C 2x5m 111 124 130 138 142
auroSTEP VSL S 150 (locatie Uccle)
0
20
40
60
80
100
40 60 80 100 120 140 160 180 200
totaal warm water verbruik per dag [l/d]
solar fraction [%]
40°C 2x5m
50°C 2x5m
60°C 2x5m
10 Gebruiksaanwijzing auroSTEP
Voor de vakman
Installatie- en onderhoudshandleiding
auroSTEP
Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP 1BE nl
Inhoudsopgave
1 Aanwijzingen bij de documentatie . . . . . . . . . 2
1.1 Geldende documenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
1.2 Bewaren van de documenten. . . . . . . . . . . . . . . . 2
1.3 Gebruikte symbolen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
2 Systeembeschrijving. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
2.1 Typeplaatje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
2.2 CE-aanduiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
2.3 Gebruik volgens de bestemming. . . . . . . . . . . . . 2
3 Veiligheidsinstructies en voorschriften. . . . . 2
3.1 Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
3.1.1 Zonneboilereenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
3.1.2 Veiligheidsgegevensblad zonne-
energievloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
3.2 Voorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
3.2.1 Normenoverzicht EU . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4 Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
4.1 Opstellingsplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
4.2 Toestel opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
4.3 Toestel- en aansluitingsafmetingen . . . . . . . . . . 8
5 Installatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
5.1 Drinkwateraansluitleidingen monteren . . . . . . . 9
5.2 Zonne-energieaansluitingen monteren . . . . . . . 9
5.3 Elektrische installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
5.3.1 Voorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
5.3.2 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
6 Inbedrijfname. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
6.1 Drinkwatersysteem vullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
6.2 Toestelparameters instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . 15
6.3 Drukvereffening in het zonne-energiesysteem
uitvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
6.4 Dichtheid van het zonne-energiesysteem
controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
6.6 Drinkwaterthermostaatmenger instellen. . . . . . 18
6.7 Overdracht aan de gebruiker. . . . . . . . . . . . . . . . 18
6.8 Protocol voor de ingebruikname. . . . . . . . . . . . . 19
7 Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
7.1 Binnenreservoir reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
7.2 Magnesiumbeschermingsanode onderhouden. 20
7.3 Veiligheidsventiel controleren . . . . . . . . . . . . . . . 20
7.4 Zonne-energievloeistof verversen . . . . . . . . . . . 21
7.5 Collectoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
7.6 Reserveonderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
7.7 Aanbevolen onderhoudschecklist . . . . . . . . . . . . 22
8 Service/diagnose . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
9 Recycling en afvoer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
9.1 Toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
9.2 Zonnecollectoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
9.3 Zonne-energievloeistof. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
9.4 Verpakking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
10 Service en garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
10.1 Fabrieksservice. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
10.2 Fabrieksgarantie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
11 Technische gegevens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
11.1 Boilereenheid VIH SN 150 i . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
11.2 Voelerkarakteristieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
11.3 Platte collector VFK 900 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
2 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP
1 Aanwijzingen bij de documentatie
De volgende aanwijzingen zijn een wegwijzer door de
volledige documentatie.
In combinatie met deze gebruiksaanwijzing en installa-
tievoorschriften zijn andere documenten geldig.
Voor schade die door het niet naleven van deze hand-
leidingen ontstaat, kunnen we niet aansprakelijk
gesteld worden.
1.1 Geldende documenten
voor de installateur:
- Systeembeschrijving nr. 839520
bedienings- en installatie-
handleiding nr. 839520
montagehandleiding platte zonne-energiecollector
auroTHERM VFK 900 nr. 835227
1.2 Bewaren van de documenten
Gelieve deze gebruiksaanwijzing en installatiehandlei-
ding alsook alle geldende documenten aan de gebruiker
van de installatie te geven. Die zorgt voor de bewaring,
zodat de handleidingen indien nodig ter beschikking
staan.
1.3 Gebruikte symbolen
Gelieve bij de installatie van het toestel de veiligheids-
voorschriften in deze installatiehandleiding in acht te
nemen!
Gevaar!
Onmiddellijk gevaar voor leven en goed!
Attentie!
Mogelijk gevaarlijke situatie voor product en
milieu!
Aanwijzing!
Nuttige informatie en aanwijzingen.
• Symbool voor vereiste activiteit.
2 Systeembeschrijving
2.1 Typeplaatje
Aan het zonne-energiesysteem auroSTEP zijn de type-
plaatjes aan de collector en aan de boilereenheid aange-
bracht.
2.2 CE-aanduiding
Met de CE-aanduiding wordt gedocumenteerd dat de
toestellen aan de fundamentele vereisten van de richtlij-
nen over de elektromagnetische compatibiliteit (richtlijn
89/336/EEG van de raad) voldoen.
2.3 Gebruik volgens de bestemming
De Vaillant zonne-energiesystemen auroSTEP zijn vol-
gens de modernste technieken en de erkende veilig-
heidstechnische regels geconstrueerd. Toch kunnen er
bij het ondeskundige gebruik gevaren voor leven en
goed van de gebruiker of derden beschadigingen aan de
toestellen en andere voorwerpen ontstaan.
De Vaillant zonne-energiesystemen auroSTEP dienen uit-
sluitend voor de bevoorrading met opgewarmd drinkwa-
ter tot 75 °C voor huishoudelijk en industrieel gebruik.
Het mag enkel voor dit doel gebruikt worden. Elk mis-
bruik is verboden.
Attentie!
De componenten van het auroSTEP-systeem
mogen alleen voor het opwarmen van drinkwater
gebruikt worden. Voldoet het water niet aan de
vereisten van de drinkwaterkwaliteit, dan kan
schade aan de toestellen door corrosie niet uit-
gesloten worden.
De boilereenheid auroSTEP VIH SN 150 i kan in combina-
tie met een naverwarmingstoestel gebruikt worden. Een
lijst van de toegestane naverwarmingstoestellen krijgt u
bij uw Vaillant-verdeler.
Een ander of daarvan afwijkend gebruik geldt als niet
volgens de voorschriften. Voor hieruit resulterende
schade kan de fabrikant/leverancier niet aansprakelijk
gesteld worden. Het risico draagt alleen de gebruiker.
Tot het gebruik volgens de bestemming behoren ook het
in acht nemen van de bedienings- en installatiehandlei-
ding en het naleven van de inspectie- en onderhouds-
voorschriften.
3 Veiligheidsinstructies en
voorschriften
3.1 Veiligheidsinstructies
Algemeen
Algemeen moet het volledige zonne-energiesysteem vol-
gens de erkende regels van de techniek gemonteerd en
gebruikt worden. Let op het naleven van de geldende
werkveiligheidsvoorschriften, vooral bij werkzaamheden
op het dak. Draag bij valgevaar absoluut valbeveiligingen
(we raden u aan om de Vaillant-veiligheidsgordel art.-nr.
302 066 te gebruiken.)
Verbrandingsgevaar
Om verwondingen door hete delen te vermijden, moeten
collectoren of delen van de collector op een sterk
bewolkte dag gemonteerd en vervangen worden.
Alternatief kan bij zonnig weer eventueel ook ‘s morgens
of ‘s avonds of met een afgedekte collector gewerkt wor-
den.
Overspanningsgevaar
Aard het zonne-energiecircuit als potentiaalvereffening
en ter beveiliging tegen overspanning! Bevestig de aar-
dingsbuisklemmen aan de zonne-energiecircuitbuizen en
1 Aanwijzingen bij de documentatie
2 Systeembeschrijving
3 Veiligheidsinstructies en voorschriften
3Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP BE nl
verbind de klemmen met 16 mm
2
-koperkabels met een
potentiaalrail.
3.1.1 Zonneboilereenheid
Installatie
De elektrische installatie moet door een erkende instal-
lateur uitgevoerd worden die voor het naleven van de
bestaande normen en voorschriften verantwoordelijk is.
Voor schade die door het niet naleven van deze handlei-
ding ontstaat, kunnen we niet aansprakelijk gesteld wor-
den.
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schokken aan
aansluitingen onder spanning.
Voor werkzaamheden aan het toestel de
stroomtoevoer uitschakelen en tegen het
opnieuw inschakelen beveiligen.
Fabrieksgarantie verlenen we alleen bij installatie door
een erkende installateur.
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schokken.
Bij een ondeskundige installatie bestaat er
gevaar voor elektrische schokken en beschadi-
ging van het toestel.
Veiligheidsventiel en uitblaasleiding
Telkens bij het opwarmen van warm water in de boiler
vergroot het watervolume, daarom moet elke boiler met
een veiligheidsventiel en een uitblaasleiding uitgerust
worden.
Attentie!
In de buurt van de uitblaasleiding van het drink-
waterveiligheidsventiel moet een bordje met de
volgende tekst aangebracht worden:
„Tijdens het verwarmen van de boiler komt er
om veiligheidsredenen water uit de uitblaaslei-
ding van het veiligheidsventiel!
Niet afsluiten!”
Gevaar!
De uitlooptemperatuur aan het veiligheidsven-
tiel of aan de uitblaasleiding kan tot 75 °C
bedragen.
De uitblaasleiding moet naar een geschikte
aftapplaats geleid worden, waar personen geen
gevaar kunnen lopen.
Als u deze bouwdelen of uit deze bouwdelen lek-
kend water aanraakt, bestaat er verbrandings-
gevaar!
Inspectie/onderhoud en veranderingen
Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden alsook veran-
deringen aan boiler of regeling, aan toevoerleidingen
voor water en stroom, aan de uitblaasleiding en aan het
veiligheidsventiel voor het boilerwater mogen alleen
door een erkende installateur uitgevoerd worden.
3.1.2 Veiligheidsgegevensblad zonne-energievloeistof
1 Stof-/toebereidings- en firmabenaming
1.1 Informatie over het product:
Handelsnaam Vaillant zonne-energievloeistof
(art.-nr. 302 363)
1.2 Informatie over de leverancier:
Vaillant GmbH, Berghauser Str. 40, 42859
Remscheid, telefoon +49 (0) 2191 18 - 0,
fax +49 (0) 2191 182810,
Inlichtingen bij noodgevallen: een antigifcentrum
in uw buurt (zie inlichtingen of telefoonboek).
2. Samenstelling/informatie over bestanddelen
2.1 Chemische karakteristieken
Waterachtige oplossing van 1,2-propyleenglycol
met corrosie-inhibitoren.
3. Mogelijke gevaren
3.1 Geen bijzondere gevaren bekend
4. Eerste-hulp-maatregelen
4.1 Algemene aanwijzingen:
Vervuilde kleding verwijderen.
4.2 Na het inademen
Bij klachten na het inademen van damp/aërosol:
Verse lucht, een arts opzoeken.
4.3 Na huidcontact
Met water en zeep uitwassen.
4.4 Na oogcontact
Minstens 15 minuten met opengesperde oogleden
onder stromend water grondig uitspoelen.
4.5 Na het inslikken
Mond uitspoelen en veel water drinken.
4.6 Aanwijzingen voor de arts
Symptomatische behandeling (decontaminatie,
vitale functies), geen specifiek antidotum bekend.
5. Maatregelen voor de brandbestrijding
5.1 Geschikte oplosmiddelen
Sproeiwater, droog blusmiddel, alcoholbestendig
schuim, kooldioxide (CO
2
)
5.2 Bijzondere gevaren
Dampen die schadelijk zijn voor de gezondheid.
Ontwikkeling van rook/nevel. De genoemde
stoffen/stofgroepen kunnen bij een brand vrijko-
men.
5.3 Bijzondere veiligheidsuitrusting
In het geval van brand een circulatieluchtonafhan-
kelijk adembeschermingstoestel dragen.
5.4 Verdere informatie
Gevaar hangt van de verbrande stoffen en de
brandomstandigheden af. Gecontamineerd blus-
water moet conform de plaatselijk geldende voor-
schriften afgevoerd worden.
Veiligheidsinstructies en voorschriften 3
4 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP
6. Maatregelen bij onopzettelijk vrijkomen
6.1 Persoonlijke maatregelen
Geen bijzondere maatregelen vereist.
6.2 Maatregelen ter bescherming van het milieu
Het product mag niet zonder voorbehandeling
(biologisch zuiveringssysteem) in waterlopen
terechtkomen.
6.3 Procedure voor de reiniging/opname
Voor grote hoeveelheden: Product afpompen.
Kleine hoeveelheden met geschikt vloeistofbin-
dend materiaal opnemen. Daarna reglementair
afvoeren. Spatten: met veel water wegspoelen, bij
grotere hoeveelheden, die in de drainage of
waterlopen zouden kunnen lopen, de bevoegde
waterinstanties op de hoogte brengen.
7. Gebruik en opslag
7.1 Gebruik
Goede ventilatie op de werkplek, anders geen bij-
zondere maatregelen vereist.
7.2 Brand- en explosiebeveiliging
Geen bijzondere maatregelen vereist. Door hitte
gevaar lopende boilers met water afkoelen.
7.3 Opslag
Boiler afgesloten op een droge plaats bewaren.
Verzinkte boilers mogen niet gebruikt worden om
op te slaan.
8. Blootstellingsbeperking en persoonlijke veilig-
heidsuitrusting
8.1 Persoonlijke veiligheidsuitrusting
Handbescherming: Chemicaliënbestendige veilig-
heidshandschoenen (EN 374). Geschikte materia-
len ook bij langer, direct contact (aanbevolen: vei-
ligheidsindex 6, > 480 minuten permeatietijd vol-
gens EN 374): Flourelastomeer (FKM) 0,7 mm
laagdikte. Geschikte materialen bij kortstondig
contact of bij spatten (aanbev.: minstens veilig-
heidsindex 2, > 30 minuten permeatietijd volgens
EN 374): Nitrielcaoutchouc (NBR) – 0,4 mm laag-
dikte. Wegens het grote aantal types moeten de
gebruiksaanwijzingen van de fabrikant in acht
genomen worden.
8.2 Oogbescherming: Veiligheidsbril met zijbescher-
ming (gestelbril) (EN 166)
8.3 Algemene veiligheids- en hygiënemaatregelen
De bij het gebruik van chemicaliën gebruikelijke
veiligheidsmaatregelen moeten in acht genomen
worden.
9. Fysische en chemische eigenschappen
Vorm: vloeibaar
Kleur: violet
Reuk: productspecifiek
Stollingstemperatuur: ca. -28 °C (DIN 51583)
Kooktemperatuur: > 100 °C (ASTM D 1120)
Vlampunt: geen
Onderste explosiegrens: 2,6 Vol.-% (gegevens voor
Bovenste explosiegrens: 12,6 Vol.-% 1,2.propyleenglycol)
Ontstekingstemperatuur: valt weg
Dampdruk (20 °C): 20 mbar
Dichtheid (20 °C): ca. 1,030 g/cm
3
(DIN 51757)
Wateroplosbaarheid: volkomen oplosbaar
Oplosbaarheid (kwalitatief) oplosmiddel: polaire oplos-
middelen: oplosbaar
pH-waarde (20 °C): 9,0–10,5 (ASTM D 1287)
Viscositeit, kinematisch (20 °C): ca. 5,0 mm
2
/s
(DIN 51562)
10. Stabiliteit en reactiviteit
10.1 Te vermijden stoffen:
sterke oxidatiemiddelen
10.2 Gevaarlijke reacties
Geen gevaarlijke reacties als de voorschriften/
aanwijzingen voor het opslaan en het gebruik in
acht genomen worden.
10.3 Gevaarlijke afbraakproducten
Geen gevaarlijke afbraakproducten als de
voorschriften/aanwijzingen voor het opslaan en
het gebruik in acht genomen worden.
11. Informatie over de toxicologie
11.1 Acute toxiciteit
LD50/oraal/rat: > 2000 mg/kg
Primaire huidirritatie/konijn: niet bijtend. (OECD-
richtlijn 404)
Primaire slijmhuidirritatie/konijn: niet bijtend.
(OECD-richtlijn 405)
11.2 Bijkomende aanwijzingen:
Het product werd niet getest. De informatie is van
de afzonderlijke componenten afgeleid.
12. Informatie over de ecologie
12.1 Ecotoxiciteit:
vistoxiciteit: LC50 leuciscus idus (96 h):
> 100 mg/l
Aquatische invertebraten: EC50 (48 h): > 100 mg/l
Waterplanten: EC50 (72 h): > 100 mg/l
Micro-organismen/effect op actief slib:
DEV-L2 > 1000 mg/l. Bij deskundige inbreng van
geringe concentraties in aangepaste biologische
zuiveringsinstallaties zijn storingen van de
afbreekactiviteit van het actief slib niet te ver-
wachten.
12.2 Beoordeling aquamatische toxiciteit:
Het product werd niet getest. De informatie is van
de eigenschappen van de afzonderlijke compo-
nenten afgeleid.
12.3 Persistentie en afbreekbaarheid/informatie over
de eliminatie:
Testmethode OECD 301 A (nieuwe versie)
Analysemethode: DOC-test
Eliminatiegraad > 70 % (28 d)
Beoordeling: licht biologisch afbreekbaar.
3 Veiligheidsinstructies en voorschriften
5Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP BE nl
13. Aanwijzingen voor de afvoer
13.1 Afvoer:
Vaillant zonne-energievloeistof (art.-nr. 302 363)
moet conform de plaatselijke voorschriften b.v.
naar een geschikte vuilstortplaats of een geschik-
te verbrandingsinstallatie afgevoerd worden. Bij
hoeveelheden onder 100 l met de plaatselijke
stadreiniging of de milieu-instanties contact opne-
men.
13.2 Ongereinigde verpakkingen:
Niet gecontamineerde verpakkingen kunnen
opnieuw gebruikt worden. Niet reinigbare verpak-
kingen moeten zoals de stof afgevoerd worden.
14. Informatie over het transport:
VbF: Valt niet onder de verordening van brandbare vloei-
stoffen. Verzending per post toegestaan. GGVE/RID: -,
UN-nr.: -,
GGVS/ADR: -, IATA-DGR: -, IMDG-code: -, TA-lucht: -.
Geen gevaarlijke product volgens de transportvoor-
schriften.
15. Voorschriften
15.1 Aanduiding volgens EG-richtlijnen/nationale voor-
schriften:
Geen verplichte aanduiding.
15.2 Overige voorschriften:
watergevarenklasse (Duitsland, bijlage 4 van de
VwVwS van 17.05.1999):
(1), zwak watergevaarlijk
16. Overige informatie
Het veiligheidsgegevensblad is bestemd om de bij de
omgang met chemische stoffen en toebereidingen
wezenlijke fysische, veiligheidstechnische, toxicologische
en ecologische gegevens kenbaar te maken alsook aan-
bevelingen voor het veilige gebruik of de veilige opslag,
bediening en voor het veilige transport te geven.
Aansprakelijkheid voor schade in verband met het
gebruik van deze informatie of het gebruik, de toepas-
sing, aanpassing of verwerking van de hierin beschreven
producten is uitgesloten. Dit geldt niet voor zover wij,
onze wettelijke vertegenwoordigers of plaatsvervangers
bij opzet of grove nalatigheid gedwongen aansprakelijk
zijn. De aansprakelijkheid voor indirecte schade is uitge-
sloten.
Deze informatie kwam naar eer en geweten tot stand en
is conform onze actuele stand van kennis. Deze informa-
tie is geen verzekering van bepaalde producteigenschap-
pen.
17. Stand
Opgesteld op 01.07.2003 door: Vaillant GmbH
3.2 Voorschriften
Voor de installatie moeten vooral de volgende wetten,
verordeningen, technische regels, normen en bepalingen
in de geldige versie in acht genomen worden.
Aanwijzing!
De volgende lijst met normen maakt geen aan-
spraak op volledigheid.
3.2.1 Normenoverzicht EU
Zonne-energiesysteem, algemeen
PrEN ISO 9488
Thermische zonne-energiesystemen en hun bouwdelen
terminologie (ISO/DIS 9488; 1995)
EN 12975-1
Thermische zonne-energiesystemen en hun bouwdelen;
collectoren, deel 1: Algemene vereisten
EN 12975-2
Thermische zonne-energiesystemen en hun bouwdelen;
collectoren, deel 2: Testmethode
ENV 1991-2-3
Eurocode 1 Ontwerpgrondslagen en belastingen op
constructies. Deel 2-3: Belastingen op constructies,
sneeuwbelastingen
EN 12976-1
Thermische zonne-energiesystemen en hun bouwdelen;
geprefabriceerde installaties, deel 1: Algemene vereisten
EN 12976-2
Thermische zonne-energiesystemen en hun bouwdelen;
geprefabriceerde installaties, deel 2: Testmethode
ENV 12977-1
Thermische zonne-energiesystemen en hun bouwdelen;
klantspecifiek gefabriceerde installaties,
deel 1: Algemene vereisten
ENV 12977-2
Thermische zonne-energiesystemen en hun bouwdelen;
klantspecifiek gefabriceerde installaties,
deel 2: Testmethode
ISO 9459-1: 1993
Solar heating Domestic water heating systems – Part 1:
Performance rating procedure using indoor test
methods
ISO/TR 10217
Solar energy – Water heating systems – Guide to materi-
al selection with regard to internal corrosion
Veiligheidsinstructies en voorschriften 3
6 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP
Collectoren en collectormontage
ENV 1991-2-4
Eurocode 1 Ontwerpgrondslagen en belastingen op
constructies, deel 2-4: Belastingen op constructies, wind-
belastingen
Boiler en boilermontage
PrEN 12977-3
Thermische zonne-energiesystemen en hun bouwdelen;
klantspecifiek gefabriceerde installaties,
deel 3: Vermogenscontrole van boilers.
PrEN 12897
Watervoorzieningsbepalingen voor indirect verwarmde,
ongeventileerde (gesloten) boilersystemen
PrEN 806-1
Technische regels voor drinkwaterinstallaties binnen
gebouwen voor drinkwater voor menselijk gebruik, deel
1: Algemeen
PrEN 1717
Bescherming van het drinkwater tegen vervuiling in
drinkwaterinstallaties en algemene vereisten aan veilig-
heidsinrichtingen ter voorkoming van drinkwatervervui-
ling door het terugstromen
EN 60335-2-21
Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen;
Veiligheid; deel 2: Bijzondere eisen voor warmwaterop-
warmers (boilers) (IEC 335-2-21: 1989 en aanvullingen 1;
1990 en 2; 1990, gewijzigd)
Bliksembeveiliging
ENV 61024-1
Bliksembeveiliging van bouwconstructies - deel 1:
Algemene principes (IED 1024-1: 1990; gewijzigd)
Zonne-energiesysteem, algemeen
DIN EN 12976-1
Thermische zonne-energiesystemen en hun bouwdelen;
geprefabriceerde installaties, deel 1: Algemene vereisten;
Duitse versie EN 12976-1:2000
DIN EN 12976-2
Thermische zonne-energiesystemen en hun bouwdelen;
geprefabriceerde installaties, deel 2: Testmethode;
Duitse versie prEN 12976-2:2000
Collectoren en collectormontage
DIN EN 12975-1
Thermische zonne-energiesystemen en hun bouwdelen;
collectoren, deel 1: Algemene vereisten; Duitse versie
EN 12975-1:2000
DIN EN 12975-2
Thermische zonne-energiesystemen en hun bouwdelen;
collectoren, deel 2: Testmethode (bevat correctie AC:
2002); Duitse versie EN 12975-2:2001 + AC:2002
Regelaar en regelaarmontage
Elektrische aansluiting
Bliksembeveiliging
3 Veiligheidsinstructies en voorschriften
7Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP BE nl
4 Montage
4.1 Opstellingsplaats
Zonneboilereenheid
• Om warmteverlies te vermijden, stelt u de zonneboiler-
eenheid het best zo dicht mogelijk bij de collector op.
De minimaal in acht te nemen afstand bedraagt 3 m.
• Neem bij de keuze van de opstellingsplaats het
gewicht van de gevulde boiler (zie hoofdstuk 10
„Technische gegevens”) in acht.
• De zonneboilereenheid moet in een vorstveilige ruimte
opgesteld worden.
• Kies de opstellingsplaats van de boiler zodanig dat de
leidingen op de juiste plaats (aan de zijde van de
zonne-energie en het drinkwater) aangebracht kunnen
worden.
Attentie!
De boilereenheid moet in de hoogte onder de op
het dak aangebrachte collectoren en leidingen
opgesteld worden om het leeg lopen van de col-
lector mogelijk te maken. Het hoogteverschil
tussen het hoogste punt (collectortoevoerlei-
ding) en het laagste punt van de installatie
(onderkant boiler) mag niet meer dan 8,5 mm
bedragen, omdat anders het slagvolume van de
pomp niet voldoende is en het als accessoire
verkrijgbare „terugloopvat op basis van zonne-
energie(art.-nr. 302 362) in het zonne-ener-
giecircuit ingebouwd moet worden.
Attentie!
De helling van de verbindingsleidingen tussen
collectorveld en zonneboilereenheid mag op
geen enkele plaats kleiner zijn dan 4 %
(4 cm/m), opdat voldoende doorstroming van de
zonne-energievloeistof gegarandeerd zou zijn.
Attentie!
Er mogen nier meer dan 10 m van de „zonneko-
perbuis 2 in 1”, 10 m lang (art.-nr. 302 359) of
van de „zonnekoperbuis 2 in 1” 20 m lang (art.-
nr. 302 360) (conform de plaatsingsregel van
4 % helling) horizontaal geplaatst worden.
Horizontaal betekent in dit geval buizen onder
een hoek van minder dan 45°!
Aanwijzing!
Zoals bij alle toestellen voor de warmwaterbe-
reiding ontstaan ook bij dit zonne-energiey-
steem geluiden, waarvan het peil over het alge-
meen weliswaar onder dat van de vandaag
gebruikelijke verbrandingsverwarmingstoestel-
len ligt; toch wordt van een opstelling van de
zonneboilereenheid in woon- en slaapvertrekken
absoluut afgeraden!
4.2 Toestel opstellen
De zonneboilereenheid wordt volledig gemonteerd gele-
verd.
Een greep aan de bodem van de bekleding vergemakke-
lijkt het dragen van het toestel.
Afb. 4.1 Transport van de zonneboilereenheid
• Neem de zonneboilereenheid (1) pas op de plaats van
opstelling uit de verpakking.
• Richt de boilereenheid met de drie verstelbare boiler-
voeten (2) uit.
Veiligheidsinstructies en voorschriften 3
Montage 4
8 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP
4.3 Toestel- en aansluitingsafmetingen
 


 


Afb. 4.2 Toestelafmetingen
Legenda
1 Warmwateraansluiting R 3/4
2 Koudwateraansluiting R 3/4
3 Sticker aansluitschema
4 zonder functie
5 Magnesiumbeschermingsanode
6 Dompelbuis voor boilervoeler Sp1
7 Aftapventiel
R = buitenschroefdraad
4.4 Collectoren monteren
Monteer de collectoren. Neem hierbij de montagehand-
leiding voor de platte collectoren VFK 900 in acht.
4 Montage
9Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP BE nl
5 Installatie
5.1 Drinkwateraansluitleidingen monteren
Voor de aansluiting van de drinkwaterleidingen aan de
zonneboilereenheid biedt Vaillant verschillende buissets
als accessoire voor de opbouw- en inbouwinstallatie aan.
Zo kunnen o.a. aansluitingsaccessoires verkregen wor-
den, waarmee bij het aansluiten aan een circulatiewater-
verwarmer een tolerantiecompensatie zowel in horizon-
tale alsook in verticale richting voor voldoende flexibili-
teit bij de installatie zorgt. Informatie over de accessoi-
res vindt u in de actuele prijslijst.
Aanwijzing!
Neem bij de montage van de aansluitleidingen
die bij de accessoires gevoegde handleidingen in
acht.
Het zelf te monteren buizenwerk vereist de volgende
bouwdelen:
Veiligheidsventiel (10 bar) voor de koudwaterleiding
- Drinkwarmwater-thermostaatmenger
evt. drinkwaterexpansievat
evt. drukregelaar in de koudwaterleiding
Onderhoudskranen
Drinkwarmwater-thermostaatmenger
De drinkwarmwater-thermostaatmenger zorgt ervoor
dat het hete water uit de boiler met kouder water op een
gewenste maximumtemperatuur tussen 30° en 70 °C
gemengd wordt.
Wordt bij de inbedrijfname van het zonne-energiesys-
teem de drinkwarmwater-thermostaatmenger op de
gewenste maximale temperatuur ingesteld, dan wordt
deze maximale temperatuur aan de warmwateraftappun-
ten in acht genomen.
Gevaar!
Om een doeltreffende beveiliging tegen verbran-
ding te garanderen, stelt u de thermostaatmen-
ger op < 60 °C in en controleer de temperatuur
aan een warmwateraftappunt.
5.2 Zonne-energieaansluitingen monteren
.

Afb. 5.1 Installatiehoogte en helling van de leiding zonder
„terugloopvat op basis van zonne-energie
Attentie!
De totale lengte van de verbindingsleidingen
tussen collector en zonneboilereenheid mag niet
meer dan 40 m bedragen, er mag dus max. 20 m
„zonnekoperbuis 2 in 1” (komt overeen met
40 m totale lengte) gebruikt worden.
Als de totale lengte van de verbindingsleidingen
40 m overschrijdt of als de binnendiameter van
de verbindingsleiding groter of kleiner dan 8,4
mm is, dan kan Vaillant niet verantwoordelijk
gesteld worden voor de werking van het zonne-
energiesysteem.
Attentie!
Vaillant kan enkel verantwoordelijk gesteld wor-
den voor de werking van het zonne-energiesys-
teem indien als verbindingsleiding de „zonneko-
perbuis 2 in 1” van 10 m lengte (art.-nr. 302
359) of van 20 m lengte (art.-nr. 302 360)
gebruikt wordt en als het zonne-energiesysteem
met de Vaillant zonne-energievloeistof (art.-nr.
302 363) gevuld wordt.
Installatie 5
10 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP
min. 4
%
Afb. 5.2 Plaats zonneboiler op de zolder
Attentie!
Als de boilereenheid op de zolder geplaatst
wordt, dan moet de bovenste zonneaansluiting
aan de boilereenheid zich altijd onder het laag-
ste punt van de collector bevinden.
De helling van de verbindingsleidingen tussen
collector en boilereenheid mag op geen enkele
plaats kleiner zijn dan 4 % (4 cm/m), opdat vol-
doende doorstroming van de zonne-energievloei-
stof gegarandeerd zou zijn.
Attentie!
De „zonnekoperbuis 2 in 1” kan in de ommantel-
de bereiken enkel met de hand gebogen worden.
Onderschrijd ter vermijding van niet-toegestan-
de diametervernauwingen, vouwvorming of knik-
ken in geen geval een buigradius van 100 mm.
• Plaats de Vaillant „zonnekoperbuis 2 in 1” van het dak
tot aan de opstellingsplaats van de boiler. Houd hierbij
rekening met de max. lengte van de verbindingsleiding
en met het vereiste hellingspercentage.
Afb. 5.3 Bekleding afnemen
• Neem de bekleding aan de voorkant van de boilereen-
heid af door de bekleding van boven en van onderen
van de borgklemmen te trekken.
Attentie!
Let er bij het gebruik van de aanbevolen en
beveiligde „zonnekoperbuis 2 in 1” bij het afkor-
ten van de koperbuizen en de isolatie op, dat u
de in de isolatie meelopende elektrische leiding
voor de verbinding met de zonne-energievoeler
niet beschadigt.
Verbind de leiding van de bovenste zonne-energieaan-
sluiting aan de collector (zonne-energievoorloop) van
boven op de zonneboilereenheid met de linker koper-
buisjes van de zonneboiler.
• Verbind de leiding van de onderste zonne-energieaan-
sluiting aan de collector (zonne-energieterugloop met
kabel) van boven op de zonneboilereenheid met de
rechter koperbuisjes van de zonneboiler.
Neem voor de aansluitsituatie ook de sticker bovenaan
op de boilereenheid in acht.
Gebruik voor de verbinding de klemschroefverbindingen
als volgt:
Attentie!
Als u klemschroefverbindingen zonder de steun-
hulzen monteert, dan kan de koperbuis ver-
vormd raken. Een ondichte of beschadigde
zonne-energieaansluiting zou het gevolg zijn!
Zorg ervoor dat de klemschroefverbindingen
stevig aangezet worden.
Houd de zonne-energieaansluiting bij het aan-
zetten tegen om schade te vermijden.
5 Installatie
11Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP BE nl
Afb. 54 Zonne-energieaansluitingen aan de boilereenheid
• Leid een steunhuls (2) tot aan de aanslag in de koper-
buis (1).
• Schuif een wartelmoer (3) en een klemring (4) op de
koperbuis.
• Steek de koperbuis tot op de aanslag op het schroef-
element (5) en draai de wartelmoer in deze positie
vast.
5.3 Elektrische installatie
5.3.1 Voorschriften
Voor de elektrische installatie moeten de voorschriften
van de EVU in acht genomen worden.
Voor de bedrading moeten gewone leidingen gebruikt
worden.
Minimale doorsnede van de leidingen:
Aansluitleiding 230 V
(pompaansluitkabel): 1,5 mm
2
Laagspanningsleidingen
(voelerleidingen): 0,75 mm
2
Voelerleidingen mogen een maximale lengte van 50 m
niet overschrijden.
Aansluitleidingen met 230 V en voelerleidingen moeten
vanaf een lengte van 10 m afzonderlijk geplaatst worden.
Aansluitleidingen van 230 V moeten 1,5 mm
2
doorsnede
hebben en moeten met de bijgeleverde snoerontlastin-
gen op de basissokkel bevestigd worden.
Vrije klemmen van de toestellen mogen niet als steun-
klemmen voor de verdere bedrading gebruikt worden.
De installatie van de zonneboilereenheid moet in droge
ruimtes gebeuren.
De zonneboilereenheid moet via een vaste aansluiting
en een alpolige scheidingsinrichting met minstens 3 mm
contactopening (b.v. zekeringen of vermogensschake-
laar) aangesloten worden.
5.3.2 Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting mag enkel door een erkende
installateur uitgevoerd worden.
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schokken aan
aansluitingen onder spanning.
Voor werkzaamheden aan het toestel de
stroomtoevoerleiding uitschakelen en tegen het
opnieuw inschakelen beveiligen.
Gevaar!
Gevaar voor beschadiging van de printplaat
door kortsluiting aan de aansluitleidingen.
Draadeinden met 230 V mogen om veiligheids-
redenen voor de aansluiting aan een ProE-stek-
ker max. over een lengte van 30 mm ontman-
teld worden. Wordt er langer ontmanteld, dan
bestaat er gevaar voor kortsluitingen op de
printplaat.
Gevaar!
Gevaar voor beschadiging van de printplaat
door overbelasting.
Het C1/C2-contact is een 24-V-laagspannings-
contact en mag in geen geval als 230-V-scha-
kelcontact gebruikt worden.
1
Afb. 5.5 Regelaarbehuizing openen
De behuizingsafdekking is in tweeën gedeeld en kan
afzonderlijk afgenomen worden.
• Trek de onderste frontafdekking (1) van de regelaarbe-
huizing.
Installatie 5
12 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP
1
Afb. 5.6 Netaansluitleiding plaatsen
• Plaats de netaansluitleiding (1) vanaf de bovenkant
van de boiler tot aan het regeltoestel. Indien nodig,
plaatst u ook de 2-draads onderbrekingskabel van het
vleugelwiel van de warmwaterbereider (wordt op C1/C2
aangesloten) naar het regeltoestel.
Indien nodig kan de netaansluitleiding om optische
redenen ook onder de boiler geleid worden, omdat die
op kunststof voeten staat. Plaats in dit geval de
netaansluitleiding van onderen uit door de kabelgelei-
dingen naar het regeltoestel.
2
Afb. 5.7 Collectorvoelerleiding plaatsen
• Plaats de in de isolatie van de „zonnekoperbuis 2 in 1”
meelopende elektrische leiding (2) van de collector-
voeler van de bovenkant van de boiler naar het regel-
toestel.
Attentie!
Gevaar voor beschadiging van de elektrische lei-
ding!
De voelerleiding mag wegens de hoge tempera-
turen niet tegen de koperbuizen liggen waar
zonne-energievloeistof doorstroomt.
Afb. 5.8 Bedieningsdeel openklappen
• Bedraad het regeltoestel conform het hydraulische
schema (zie afbeeldingen 5.9 en 5.10).
• Klem de netaansluitleiding (1) aan de daarvoor
bestemde klemmen PE, N en L van het systeem ProE.
• Klem de voelerleiding (2) aan de daarvoor bestemde
klemmen KOL1 van het systeem ProE.
• Indien nodig klemt u ook de onderbrekingskabel aan
de daarvoor bestemde klemmen C1/C2 van het
systeem ProE.
• Beveilig de leidingen met de bijgeleverde snoerontlas-
tingen (3).
• Klap het bedieningsdeel naar onderen.
• Bevestig de frontafdekking opnieuw.
Bedrading volgens hydraulisch schema
Voor het vereenvoudigen van de installatie zijn in de
regelaar twee hydraulische schema’s aangebracht waar-
uit het juiste gekozen moet worden. Bij de auroSTEP VIH
SN 150 i moet het hydraulische schema 1 gekozen wor-
den, dit komt ook met de fabriekinstelling overeen (zie
tabel 6.1).
De hydraulische schema’s geven mogelijke toestelconfi-
guraties weer, waarbij sommige toestelcomponenten
optioneel zijn.
Attentie!
Deze hydraulische schema’s zijn slechts sche-
matische weergaven en kunnen niet voor het
aanleggen van het hydraulische buizenwerk
gebruikt worden.
5 Installatie
13Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP BE nl
��
M M










Afb. 5.9 Hydraulisch schema 1
Aanduiding in
het hydrauli-
sche schema/
aansluitschema
Bouwdeel
I, II Aansluitmogelijkheid van verschillende warm-
teopwekkers voor het naverwarmen van het
water
C1/C2 Onderbreking van denaverwarming indien de
temperatuur van het boilerwater voldoende
hoog is
LEG/BYP Een bypass is optioneel mogelijk om voldoende
warm water van de zonneboiler direct naar
de aftappunten te leiden, zonder voordien de
warmwaterbereider te doorstromen
KW Koud water
Kol1-P Zonne-energiepomp
Kol 1 Collectorvoeler 1
Sp1 Boilervoeler 1
Sp2 Boilervoeler 2
230 V Netleiding 230 V net
Tab. 5.1 Legenda bij afb. 5.9 en 5.10
Installatie 5
14 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP



















* De aansluiting EP is bij de VIH SN 150i niet nodig.
Afb. 5.10 Aansluitschema voor hydraulisch schema 1
Aanwijzing!
Houd er bij het integreren van de regelaar reke-
neming mee dat er altijd een thermisch meng-
ventiel voor de begrenzing van de maximale
temperatuur ingezet moet worden, dat afhanke-
lijk van het verwarmingstoestel b.v. op 60 °C
ingesteld moet worden.
Aanwijzing!
In combinatie met Vaillant-combitoestellen VCW
moet via het C1/C2-contact van de regelaar aan
het verwarmingstoestel een bevel gegeven wor-
den, dat de temperatuur in de zonneboiler vol-
doende is en een naverwarming via het verwar-
mingstoestel niet nodig is. Scheid hiervoor in het
verwarmingstoestel de stekkerverbinding tussen
de stromingssensor (SS) en de elektronische box
(EB) en breng de verbinding met de bijgeleverde
adapter (1) opnieuw tot stand. Verleng de adap-
terkabel tot aan de regeling van het auroSTEP-
systeem, zoals weergegeven op afbeelding 5.10
en sluit de kabel aan het C1/C2-contact aan.
Aanwijzing!
De VED E exclusiv 18, 21 en 24 kW bewaken
zelfstandig de inlooptemperatuur en schakelen
afhankelijk van de zonneboilertemperatuur de
naverwarming in. Een bijkomend besturingsbe-
vel is hier niet vereist.
6 Inbedrijfname
Af fabriek bevindt zich reeds de voor het gebruik van het
zonne-energiesysteem noodzakelijke hoeveelheid zonne-
energievloeistof in de spiraalbuis van de boilereenheid.
Bij de inbedrijfname moet de volgende procedure gevolgd
worden:
Boiler met drinkwater vullen en warmwaterleidingen
ontluchten
Aanpassen van de af fabriek vooringestelde regelaarpa-
rameters via een systeemoptimalisatie
Drukvereffening aan het zonne-energiesysteem uitvoe-
ren
Dichtheid controleren
Thermostaatmenger instellen
6.1 Drinkwatersysteem vullen
Aan de drinkwaterzijde via de koudwaterinloop vullen en
via het hoogst gelegend warmwateraftappunt ontluch-
ten.
Boiler en installatie op dichtheid controleren.
Alle regel- en bewakingsinrichtingen op werking en juis-
te instelling controleren.
5 Installatie
6 Ingebruikname
15Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP BE nl
6.2 Toestelparameters instellen
Attentie!
Gevaar voor beschadiging van de zonne-energie-
pomp.
Schakel bij de eerste inbedrijfname onmiddellijk
na het eerste inschakelen van de stroomtoevoer
de zonne-energiepomp uit door aan de regelaar
de modus
te kiezen.
Na het instellen van de toestelparameters moet
het zonne-energiesysteem absoluut eerst
belucht worden (zie paragraaf 6.3).
Om de installatie optimaal aan de omstandigheden aan
te passen, kan het nodig zijn om enkele toestelparame-
ters in te stellen. Deze parameters zijn in een bedie-
ningsniveau samengebracht en mogen alleen door een
installateur ingesteld worden.
Display Instelling door aan de insteller te draaien Instelbereik Instelling bij levering
Kiezen van het hydraulische schema 1, 2 1
Instelling van de maximale temperatuur boiler 1 20 tot 75 °C 75 °C
Activering van het legionellabacteriebeveili-
gingsprogramma
0 [Uit], 1 [Dag], 2 [Nacht] 0 [Uit]
Instellen van de duur van de vulmodus 3 - 9 min 9 min
Instellen van de duur van de bedrijfsmodus 1 - 10 min 3 min
Aantal collectoren kiezen
Bij de VIH SN 150i moet bij de eerste inbe-
drijfname het aantal collectoren op 1 inge-
steld worden.
1, 2 2
Tab. 6.1 Toestelparameters
U bereikt dit bedieningsniveau door de toets program-
mering gedurende ca. 3 sec. ingedrukt te houden.
Daarna kunt u alle toestelparameters na elkaar oproe-
pen door de insteller aan te klikken.
De gewenste waarden kunt u instellen door aan de
insteller te draaien. Met een klik wordt de ingestelde
waarde opgeslagen.
Als u de toets programmering indrukt, springt de weer-
gave terug naar de basisweergave zonder dat de waarde
opgeslagen wordt.
De volgende tabel geeft een overzicht van alle toestelpa-
rameters en de instelling ervan bij levering.
Ingebruikname 6
16 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP
Display Instelling door aan de insteller te draaien Instelbereik Instelling bij levering
Instelling blokkeringstijd van de zonne-ener-
giepomp
1 - 60 min 10 min
Activering van de nalaadvertraging 0=gedeactiveerd; 1=geactiveerd 0
Instellen van de actuele dag 1 - 31 1
Instellen van de actuele maand 1-12 1
Instellen van het actuele jaar 2000 - 2215 2000
Tab.6.1 Toestelparameters (vervolg)
Aanwijzing!
U kunt de toestelparameters en de tijdprogram-
ma’s op de instelling bij levering resetten door
de toets programmering ca. tien sec. lang in te
drukken. De tekst op het display knippert dan
drie keer en alle parameters wordt op de instel-
ling bij levering gereset.
6 Ingebruikname
17Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP BE nl
6.3 Drukvereffening in het zonne-energiesysteem
uitvoeren
De lucht, die zich in de collector bevindt, warmt zich tij-
dens de installatie van het volledige zonne-energiesys-
teem op. Dit betekent dat de dichtheid van de lucht in de
collector daalt.
1
2
3
4
5
6
7
8
Afb. 6.1 Drukvereffening in het zonne-energiesysteem uitvoeren
Bij het eerste opstarten van het zonne-energiesysteem
verlaat de hete lucht de collector (8) en stroomt in de
duidelijk koelere spiraalbuis (6) van de zonneboiler, waar
de lucht afkoelt. Dit leidt tot een onderdruk in het
systeem.
Omdat een onderdruk in het systeem tot pompgeluiden
kan leiden en het vermogen van de zonne-energiepomp
en vooral de levensduur ervan verkort, is het bij de eer-
ste inbedrijfname absoluut noodzakelijk om een drukver-
effening uit te voeren. Het drinkwater in het onderste
bereik van de boiler moet hierbij koud zijn, d.w.z. de tem-
peratuur aan de onderste boilervoeler Sp2 moet onder
30 °C liggen.
Aanwijzing!
Als de drukvereffening uitgevoerd is, is een her-
haling niet vereist zolang het zonne-energiesys-
teem niet geopend wordt!
• Sluit een slang (3) (ca. 1,5 m lang) aan de bovenste
vulaansluiting aan.
• Leid het slangeinde in een voor zonne-energievloeistof
geschikte opvangbak (4). Houd de slang zodanig in de
opvangbak dat de lucht erin kan stromen.
• Dompel het slangeinde niet in de zonne-energievloei-
stof, zodat u tegen eventueel naar buiten komende
hete damp en zonne-energievloeistof beschermd bent.
Gevaar!
Als de beluchting van het systeem niet volgens
deze beschrijving uitgevoerd wordt, bestaat het
gevaar voor verbrandingen die door hete damp
of zonne-energievloeistof veroorzaakt worden.
• Schakel het zonne-energiesysteem in door de stroom-
toevoer aan de netleiding in te schakelen en aan de
regelaar de modus
te kiezen. Als de zon voldoende
schijnt, loopt nu de zonne-energiepomp (5) meerdere
minuten lang met maximal toerental.
• Als de zon niet schijnt, moet u aan de zonne-energie-
regelaar de l- en de F-toets tegelijk drie sec. lang
indrukken. De zonne-energiepomp loopt dan onafhan-
kelijk van de inschakelverschillen voor de in de rege-
laar ingestelde vultijd van het zonne-energiesysteem
in de vulmodus (af fabriek op negen min. ingesteld).
Na het verstrijken van deze tijd hangt het van de
omstandigheden voor de zonne-energielading af of de
zonne-energiepomp verder loopt of uitschakelt.
Aanwijzing!
Bij de eerste inbedrijfname van de installatie
kan het gebeuren dat er zich lucht in/voor de
zonne-energiepomp bevindt. Daarom is het
eventueel nodig om de pomp meerdere keren te
herstarten om de lucht te verdringen. Bij een
lopende pomp kunnen er hierbij geluiden en tril-
lingen ontstaan die echter geen probleem vor-
men.
Als bij een lopende zonne-energiepomp in het
kijkglas (1) van de zonne-energieleiding enkel
nog zonne-energievloeistof zonder luchtbelletjes
in de richting van de collector stroomt, dan
bevindt er zich geen lucht meer in de zonne-
energiepomp.
• Wacht tijdens de vulmodus (aanlopende zonne-ener-
giepomp, af fabriek op negen min. ingesteld) zeven
min. lang en open dan bij een nog altijd lopende
zonne-energiepomp voorzichtig de kraan (2) aan de
bovenste vulaansluiting. Het is mogelijk dat er een
beetje zonne-energievloeistof onder druk uit de slang
komt. Daarna wordt er lucht hoorbaar in het systeem
(7) gezogen.
• Na enkele seconden wordt er geen lucht meer ingezo-
gen. Sluit nu de kraan (2) aan de bovenste vulaanslui-
ting opnieuw.
Ingebruikname 6
18 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP
Attentie!
Het zonne-energiesysteem moet absoluut bij de
eerste inbedrijfname (en telkens na het verver-
sen van de zonne-energievloeistof) gedurende
de vultijd van het zonne-energiesysteem (af
fabriek op negen min. ingesteld) belucht worden.
Het beluchten moet absoluut tijdens de vulmo-
dus gebeuren; Vaillant raadt aan om na zeven
min. het bovenste vulventiel te openen.
Als het beluchten op een ander moment
gebeurt, dan kan dit tot schade aan het zonne-
energiesysteem leiden. Vaillant kan in dit geval
niet aansprakelijk gesteld worden voor de wer-
king van het zonne-energiesysteem.
• Neem de slang van de bovenste vulaansluiting .
6.4 Dichtheid van het zonne-energiesysteem con-
troleren
• Controleer bij een opstartende zonne-energiepomp of
uit de schroefverbindingen van de zonnekoperbuis op
het dak of aan de boilereenheid zonne-energievloei-
stof lekt.
Attentie!
Bescherm de zonne-energieaansluitingen aan de
collector en aan de zonneboilereenheid tegen
schade door tegen te houden bij het vastdraai-
en.
• Trek de schroefverbindingen evt. nog een beetje vast.
• Ommantel na een dichtheidsproef ook op het dak alle
vrijliggende zonne-energieleidingen en de klemring-
schroefverbindingen met geschikt isolatiemateriaal.
Vaillant raadt hiervoor aan de als accessoire verkrijg-
bare vogelpikveilige enkele buisisolatie met PA-veilig-
heidsvlechtwerk, 2 x 75 cm lang (art.-fr. 302 361) te
gebruiken.
6.6 Drinkwaterthermostaatmenger instellen
Het hete water uit de boiler kan door het mengen van
heet en koud water met een zelf te monteren drinkwa-
terthermostaatmenger op een gewenste maximale tem-
peratuur tussen 30 °C en 70 °C ingesteld worden.
• Regel de drinkwaterthermostaatmenger zodanig dat
de door u gewenste temperatuur aan de warmwater-
kranen in acht genomen wordt.
Gevaar!
Om een doeltreffende beveiliging tegen verbran-
ding te garanderen, stelt u de thermostaatmen-
ger op < 60 °C in en controleer de temperatuur
aan een warmwateraftappunt.
6.7 Overdracht aan de gebruiker
De gebruiker van het zonne-energiesysteem auroSTEP
moet over de bediening en de werking van het systeem
en vooral van zijn regelaar geïnstrueerd worden. Geef de
gebruiker de voor hem bestemde handleidingen en toe-
stelpapieren, zodat hij ze kan bewaren. Neem samen met
de gebruiker de gebruiksaanwijzing door en beantwoord
eventueel zijn vragen.
Wijs de gebruiker vooral op de veiligheidsvoorschriften
die hij in acht moet nemen.
Wijs de gebruiker erop dat de handleidingen in de buurt
van de installatie moeten blijven.
6 Ingebruikname
19Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP BE nl
6.8 Protocol voor de ingebruikname
Het zonne-energiesysteem van: ______________________
werd rekening houdende met de volgende punten in
gebruik genomen:
1. Montage Uitgevoerd Opmerkingen
Collectoranker reglementair bevestigd
Zonne-energieleiding met potentiaalvereffening bekabeld
Dakbedekking na het plaatsen van de ankers reglementair opnieuw aangebracht
Dakhuid niet beschadigd
Eventuele afdekking van de collectoren verwijderd
Afblaasleiding aan het veiligheidsventiel aan de drinkwaterzijde geïnstalleerd en aan de afvalwaterlei-
ding aangesloten
Magnesiumbeschermingsanode in de boiler gecontroleerd
Thermostaatmenger geïnstalleerd, temperatuur ingesteld en gecontroleerd
2. Ingebruikname
Installatie belucht
Dichtheid van pakkingbussen aan afsluitventiel, klemschroefverbindingen en KFE-kraan gecontroleerd
(evt. wartelmoeren aangezet)
Correct aantal collectoren gekozen
KFE-ventieldoppen dichtgeschroefd
Boiler ontlucht
3. Regelsystemen
Temperatuurvoeelrs geven realistische waarden weer
Zonne-energiepomp loopt en circuleert
Zonne-enegiecircuit en boiler worden warm
Juist hydraulisch schema ingesteld
4. Instructie
De gebruiker van de installatie werd als volgt geïnstrueerd:
Basisfuncties en bediening van de zonne-energieregelaar
Functies en bediening van de naverwarming
Functie van de magnesiumbeschermingsanode
Vorstveiligheid van de installatie
Onderhoudsintervallen
Overhandiging van de documenten, evt. met speciaal schakelschema
Invullen van de gebruiksvoorschriften
Ingebruikname 6
20 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP
7 Onderhoud
Voorwaarde voor de permanente inzetbaarheid,
betrouwbaarheid en lange levensduur is het regelmatige
inspecteren/onderhouden van het auroSTEP-systeem
door de technicus.
Probeer als gebruiker nooit om zelf onderhoudswerk-
zaamheden aan uw systeem uit te voeren. Geef de
opdracht hiertoe aan een erkende installateur. We raden
u hiervoor aan om een onderhoudscontract met uw
erkende installateur af te sluiten.
Niet uitgevoerde inspectie/onderhoudsbeurten kunnen
de bedrijfsveiligheid van het zonne-energiesysteem beïn-
vloeden en materiële schade en lichamelijk letsel veroor-
zaken.
In de tabel aan het einde van dit hoofdstuk zijn de
belangrijkste onderhoudswerkzaamheden aan het
zonne-energiesysteem en de onderhoudsintervallen
beschreven.
7.1 Binnenreservoir reinigen
Omdat de reinigingswerkzaamheden in het binnenreser-
voir van de boiler in het drinkwaterbereik uitgevoerd
worden, dient u op de nodige hygiëne van de reinigings-
toestellen en -middelen te letten.
Bij de reiniging van het binnenreservoir gaat u als volgt
te werk:
• Leeg de boiler.
1
Afb. 7.1 Beschermingsanode uitnemen
• Schroef de magnesiumbeschermingsanode (1) uit.
Attentie!
Roestgevaar bij beschadigd binnenreservoir.
Let er bij de reinigingswerkzaamheden op dat
het email van de warmtewisselaar en het bin-
nenreservoir niet beschadigd wordt.
• Reinig het reservoir van binnen met een waterstraal.
Indien nodig verwijdert u de afzettingen met een
geschikt hulpmiddel, b.v. een houten of kunststof
schaaf, en spoelt u de afzettingen uit.
Aanwijzing!
Controleer na elke reiniging ook de magnesium-
beschermingsanode voor u de boiler opnieuw
vult.
Aanwijzing!
Oude of beschadigde afdichtingen moet u ver-
vangen.
• Schroef de beschermingsanode met de bijbehorende
afdichting opnieuw in de boiler.
• Schroef de beschermingsanode stevig vast.
• Vul de zonneboiler en controleer hem op waterdicht-
heid.
7.2 Magnesiumbeschermingsanode onderhouden
De boilers zijn met een magnesiumbeschermingsanode
uitgerust, waarvan de toestel voor de eerste keer na 2
jaar en dan elk jaar gecontroleerd moet worden. Alle
boilers zijn af fabriek met een staafanode uitgerust.
Visuele controle
• Schroef de magnesiumbeschermingsanode (1), zoals
weergegeven op afbeelding 7.1, uit en controleer de
anod op slijtage.
• Vervang indien nodig de magnesiumbeschermingsano-
de door een origineel reserveonderdeel.
Aanwijzing!
Oude of beschadigde afdichtingen moet u ver-
vangen.
• Schroef na de controle de beschermingsanode stevig
vast.
• Controleer de zonneboiler op waterdichtheid.
7.3 Veiligheidsventiel controleren
Gevaar!
Verbrandingsgevaar door heet water!
De uitblaasleiding van het zelf aan te brengen
veiligheidsventiel moet altijd open blijven.
• Controleer de werking van het veiligheidsventiel door
te beluchten.
• Als bij het beluchten geen water naar buiten komt of
als het veiligheidsventiel niet goed sluit, vervang dan
het veiligheidsventiel.
7 Onderhoud
21Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP BE nl
7.4 Zonne-energievloeistof verversen
De zonne-energievloeistof moet om de drie jaar ververst
worden.
Attentie!
Vaillant geeft alleen garantie voor de werking
van het zonne-energiesysteem als het met de
Vaillant zonne-energievloeistof (art.-nr. 302
363) gevuld wordt. De vulhoeveelheid bedraagt
ca. 8,5 l.
Zonne-energievloeistof aflaten
Afb. 7.2 Zonne-energievloeistof aflaten
• Schakel het zonne-energiesysteem uit door de stroom-
toevoer te onderbreken.
• Scheid de beide schroefverbindingen (1) en (2) tussen
de „zonnekoperbuis 2 in 1” en het koperbuisje op de
zonneboilerenheid (hierbij kan het gebeuren dat er
hete zonne-energievloeistof lekt).
• Sluit een slang (3) (ca. 1,5 m lang) aan de onderste vul-
aansluiting (4) aan.
• Leid het slangeinde in een geschikte opvangbak van
minstens 10 l volume.
• Open de kraan aan de onderste vulaansluiting (4).
• Laat de zonne-energievloeistof helemaal af.
• Sluit de kraan aan de onderste vulaansluiting.
• Neem de slang van de onderste vulaansluiting.
Zonne-energievloeistof bijvullen
Aanwijzing!
Plaats tijdens het vullen met nieuwe zonne-
energievloeistof een afblaasleiding van het
zonne-energieveiligheidsventiel naar de opvang-
bak!
± 
Afb. 7.3 Zonne-energievloeistof vullen
• Open de kraan aan de bovenste vulaansluiting (4).
• Verbind de bovenste vulaansluiting met een tuinslang
(5) en steek een vultrechter (6) in de slang.
• Houd de trechter 0,4 m ± 0,1 m hoger dan de vulaanslui-
ting zelf.
Aanwijzing!
De slang moet absoluut vrij van knikken en
zwanehalzen zijn.
• Doe nu ca. 8,5 l van de Vaillant zonne-energievloeistof
(art.-nr. 302 363) voorzichtig in de trechter tot de
vloeistof in het kijkglas (3) te zien is.
• Als in het zonne-energiesysteem minder dan 5 m van
de „zonnekoperbuis 2 in 1” gebruikt wordt, dan moet u
aansluitend, rekening houdende met de vorige bewer-
king, via de onderste vulaansluiting ca. 0,5 liter zonne-
energievloeistof aflaten.
• Sluit de kraan aan de bovenste vulaansluiting (3).
• Neem de tuinslang met de trechter van de bovenste
vulaansluiting.
• Verbind nu opnieuw beide schroefverbindingen (1) en
(2) tussen de zonneboilereenhed en de „zonnekoper-
buis 2 in 1”.
Onderhoud 7
22 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP
Drukvereffening uitvoeren
Aanwijzing!
Na het vervangen van de zonne-energievloeistof
kan het zijn dat er zich lucht in/voor de zonne-
energiepomp bevindt. Daarom is het eventueel
nodig om de pomp meerdere keren te herstarten
om de lucht te verdringen. Bij een lopende pomp
kunnen er hierbij geluiden en trillingen ontstaan
die echter geen probleem vormen.
Als bij een lopende zonne-energiepomp in het
kijkglas van de zonne-energieleiding enkel nog
zonne-energievloeistof zonder luchtbelletjes in
de richting van de collector stroomt, dan
bevindt er zich geen lucht meer in de zonne-
energiepomp.
• Voer na het vullen met verse zonne-energievloeistof
onmiddellijk een drukvereffening uit, zoals beschreven
in paragraaf 6.3.
7.5 Collectoren
Controleer regelmatig de stevigheid van de collector-
montage (zie aanbevolen onderhoudschecklist).
7.6 Reserveonderdelen
Een opsomming van eventueel benodigde reserveonder-
delen vindt u in de geldige onderdelencatalogi.
Informatie krijgt u van de verkoopsbureaus en de
fabrieksservice.
7.7 Aanbevolen onderhoudschecklist
Onderhoudswerkzaamheden aan
Onderhouds-
interval
Zonne-energiecircuit
Verversen van de zonne-energievloeistof Ten laatste
om de drie
jaar
Werking zonne-energiepomp controleren Jaarlijks
Vloeistofpeil in het zonne-energiecircuit controle-
ren, evt. bijvullen
Jaarlijks
Collector
Visuele controle collector, collectorbevestigingen en
aansluitverbindingen
Jaarlijks
Houders en collectorbouwdelen op vervuiling en
vastheid controleren
Jaarlijks
Buisisolaties op schade controleren Jaarlijks
Zonne-energieregelaar
Werking pomp (aan/uit, automatisch) controleren Jaarlijks
Temperatuurindicatie van de voelers controleren Jaarlijks
Naverwarming
Instelling van de tijdschakeling/tijdprogramma’s
controleren
Jaarlijks
Werking van de thermostaatmenger controleren Jaarlijks
Levert het naverwarmen de gewenste watertempe-
ratuur?
Jaarlijks
Boiler
Boiler reinigen Jaarlijks
Magnesiumanode controleren en evt. vervangen Jaarlijks
Aansluitingen op dichtheid controleren Jaarlijks
Tab. 7.1 Aanbevolen onderhoudschecklist
7 Onderhoud
23Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP BE nl
8 Service/diagnose
U bereikt het service-/diagnoseniveau door de insteller
en de programmatoets tegelijk in te te drukken (ca. drie
sec.). Na een volgende klik kunt u na elkaar alle actoren
aansturen of alle voelerwaarden opvragen door aan de
insteller te draaien.
Display Actoren/voelerwaarden Testprocedure
Test collectorpomp 1 Collectorpomp 1 aan, alle andere actoren uit
Test legionellabacteriepomp / bypassomschakelventiel Legionellabacteriepomp aan, alle andere actoren uit
Test elektrische verwarmingsstaaf (EP) Test elektrische verwarmingsstaaf (EP), alle andere
actoren uit
Test C1/C2-contact C1/C2-contact gesloten, alle andere actoren uit
Boilertemperatuurindicatie boilervoeler 1
Boilertemperatuurindicatie boilervoeler 2
Temperatuurindicatie collectorvoeler 1
Tab 8.1 Actor-/sensortest
Als u de insteller opnieuw aanklikt, kunt u de displayindi-
caties controleren. Met nog een klik wordt de actuele
softwareversie van de regelaar weergegeven. Het ser-
vice-/diagnoseniveau kunt u verlaten door de program-
meertoest in te drukken.
Service/diagnose 8
24 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP
9 Recycling en afvoer
9.1 Toestel
Bij alle Vaillant-producten wordt met recycling en af
voer
reeds in de productontwikkeling rekening gehouden.
Vaillant-fabrieksnormen leggen strenge vereisten vast.
Bij de keuze van de materialen wordt rekening gehouden
met de herbruikbaarheid van de stoffen alsook de
demonteer- en scheidbaarheid van materialen en bouw-
groepen alsook de milieu- en gezondheidsgevaren bij de
recycling en de (niet altijd vermijdbare) afvoer van niet-
recycleerbare reststoffen.
De boilereenheid bestaat voor het grootste deel uit
metallisch materiaal dat in staal- en hoogovenbedrijven
opnieuw ingesmolten kan worden en daardoor bijna
onbeperkt herbruikbaar is.
De gebruikte kunststoffen zijn gemarkeerd, zodat een
sortering en fractionering van de materialen voor het
latere recycleren voorbereid is.
9.2 Zonnecollectoren
Alle zonnecollectoren van Vaillant GmbH voldoen aan de
vereisten van het milieuteken „Blauwe Engel”.
In dit verband hebben we ons als fabrikant ertoe ver-
plicht om de bouwdelen terug te nemen en te laten recy-
cleren als ze na jaren van goed gebruik afgevoerd moe-
ten worden.
9.3 Zonne-energievloeistof
Neem de aanwijzingen voor het afvoeren van de zonne-
energievloeistof in het veiligheidsgegevensblad, zie para-
graaf 3.1.2 in acht.
9.4 Verpakking
Vaillant heeft de transportverpakkingen van de toestel-
len tot op het noodzakelijke gereduceerd. Bij de keuze
van de verpakkingsmaterialen wordt consequent op de
mogelijke herbruikbaarheid gelet.
De hoogwaardige kartonnen verpakkingen zijn al lang
een gegeerde secundaire grondstof van de karton- en
papierindustrie.
Het gebruikte EPS (piepschuimis vereist voor de
bescherming van de producten tijdens het transport.
EPS is 100 % recycleerbaar en vrij van CFK’s. Er worden
ook recycleerbare foliën en omsnoeringsbanden
gebruikt.
10 Service en garantie
10.1 Fabrieksservice
Reparatieadvies voor de installateur.
Vaillant professional-hotline 02/334 93 00.
10.2 Fabrieksgarantie
De actuele garantiebepalingen kunt u bij het aan de ach-
terkant van deze handleiding opgegeven adres aanvra-
gen
11 Technische gegevens
11.1 Boilereenheid VIH SN 150 i
Eenheid
Nominale inhoud boiler l 150
Toeg. bedrijfsoverdruk bar 10
Zonne-energiewarmtewisselaar
Verwarmingsvlak m
2
1,3
Behoefte zonne-energievloeistof l 8,5
Zonne-energievloeistofinhoud van de verwar-
mingsspiraal
l 8,4
Max. zonne-energievoorlooptemperatuur °C 110
Max. warmwatertemperatuur °C 75
Bedrijfsspanning
opgenomen vermogen
Contactbelasting van het uitgangsrelais
(max).
V AC/Hz
W
A
230/50
max. 180
2
Kortste schakelafstand
Gangreserve
Toegestane omgevingstemperatuur max.
Bedrijfsspanning voeler
min
min
°C
V
10
30
50
5
Minimale doorsnede van de voelerleidingen mm
2
0,75
Minimale doorsnede van de 230-V-aansluit-
leidingen
mm
2
1,5
Veiligheidstype
Veiligheidsklasse voor regeltoestel
IP 20
I
Energieverbruik stand-by kWh/24h
1,3
Afmetingen
Buitendiameter van de boilercilinder mm 600
Buitendiameter van de boilercilinder zonder
isolatie
mm 500
Breedte mm 605
Diepte mm 731
Hoogte mm 1082
Koud- en warmwateraansluiting Ø R 3/4
Zonne-energiecircuit voor- en terugloop
(klemschroefverbindingen)
mm 10
Gewicht
Boiler met isolatie en verpakking kg 110
Boiler gebruiksklaar gevuld kg 250
Tab. 11.1 Technische gegevens boilereenheid
9 Recycling en afvoer
10 Service en garantie
11 Technische gegevens
25Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP BE nl
11.2 Voelerkarakteristieken
Boilervoeler Sp1 en Sp2, bouwtype NTC 2,7 K
Voelerkenwaarde Weerstandswaarde
0 °C 9191 Ohm
5 °C 7064 Ohm
10 °C 5214 Ohm
20 °C 3384 Ohm
25 °C 2692 Ohm
30 °C 2158 Ohm
40 °C 1416 Ohm
50 °C 954 Ohm
60 °C 658 Ohm
70 °C 463 Ohm
80 °C 333 Ohm
120 °C 105 Ohm
Tab. 11.2 Voelerkarakteristiek boilervoeler Sp1 en Sp2
Collectorvoeler VR 11, bouwtype NTC 10 K
Voelerkenwaarde Weerstandswaarde
-20 °C 97070 Ohm
-10 °C 55330 Ohm
-5 °C 42320 Ohm
0 °C 32650 Ohm
5 °C 25390 Ohm
10 °C 19900 Ohm
15 °C 15710 Ohm
20 °C 12490 Ohm
25 °C 10000 Ohm
30 °C 8057 Ohm
35 °C 6532 Ohm
40 °C 5327 Ohm
50 °C 3603 Ohm
60 °C 2488 Ohm
70 °C 1752 Ohm
80 °C 1258 Ohm
90 °C 918 Ohm
100 °C 680 Ohm
110 °C 511 Ohm
120 °C 389 Ohm
130 °C 301 Ohm
Tab. 11.3 Voelerkarakteristiek collectorvoeler VR 11
11.3 Platte collector VFK 900
Toestelbenaming Eenheid VFK 900
Oppervlak (bruto, opening/
netto)
m
2
2,24 / 2,01
Hoogte mm 1160
Breedte mm 1930
Diepte mm 90
Gewicht kg 39,4
Zonneglasdikte mm 4
Rendement η
0
0,79
Rendementcoëfficiënt k
1
W/(m
2
•K) 3,78
Rendementcoëfficiënt k
2
W/(m
2
•K
2
) 0,015
Gemiddelde omgevingslucht-
snelheid c
m/s 3,5
Frame Aluminium met
warmte-isolatie aan de
achterkant en aan de
zijden
Absorbermateriaal Koper
Beveiliging Vacuüm
Absorber-absorptie α
% 95
Absorber-emissie ε
% 5
Absorberinhoud l 1,25
Zonne-energievloeistof Glycolwatermengsel
Bedrijfsdruk max. bar 3
Testdruk bar 13
Stilstandstemperatuur °C 196
Zonne-energievoelerhulsØ mm 6
Zonne-energieleidingen Zonnekoperbuis met
10 mm klemschroefver-
binding of soldeerfit-
tings (vlak afdichtend)
Tab. 11.4 Technische gegevens platte collector VFK 900
1
0,8
η
0
,6
0
,4
0,2
0
0
0,02 0,04 0,06
T
m
*
[m
2
K/W]
0,08 0
,1
Afb. 11.1
Zonne-energiecollectorcontrole volgens DIN EN 12975-2:
Rendementsgraadkarakteristiek bij een bestralings-
sterkte van 800 W/m
2
, m.b.t. het openingsvlak van
2,015 m
2
Technische gegevens 11
839520_00 BE 05 2004 Änderungen vorbehalten
47


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Vaillant auroSTEP VIH SN 150 i at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Vaillant auroSTEP VIH SN 150 i in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 2,38 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info