748519
3
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/32
Next page
Voor de installateur
Installatie- en onderhoudshandleiding
auroSTEP plus
VMS 8, VIH S1 .../4 B, VIH S2 .../4 B
BEnl, NL
Installatie- en onderhoudshandleiding
Uitgever/fabrikant
Vaillant GmbH
Berghauser Str. 40 D-42859 Remscheid
Tel. +4921 91180 Fax +4921 911828 10
info@vaillant.de www.vaillant.de
Inhoudsopgave
2 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP plus 0020206799_01
Inhoudsopgave
1 Veiligheid.............................................................. 3
1.1 Waarschuwingen bij handelingen.......................... 3
1.2 Vereiste kwalificatie van het personeel ................. 3
1.3 Reglementair gebruik............................................. 3
1.4 Algemene veiligheidsinstructies ............................ 3
1.5 Voorschriften (richtlijnen, wetten, normen)............ 5
1.6 Eisen aan de leidingen .......................................... 5
2 Aanwijzingen bij de documentatie..................... 6
2.1 Aanvullend geldende documenten in acht
nemen.................................................................... 6
2.2 Documenten bewaren ........................................... 6
2.3 Geldigheid van de handleiding .............................. 6
3 Productbeschrijving ............................................ 6
3.1 Vermogensgegevens van de installatie................. 6
3.2 Functie-elementen VMS 8 ..................................... 6
3.3 Functie-elementen van de veiligheidsgroep.......... 7
3.4 Functie-elementen VMS 8 met elektrische
dompelaar.............................................................. 7
3.5 Gegevens op het typeplaatje................................. 7
3.6 Serienummer ......................................................... 7
3.7 CE-markering......................................................... 7
4 Bediening ............................................................. 7
4.1 Bedieningsconcept van het zonnelaadstation ....... 7
5 Installatie .............................................................. 8
5.1 Transport en binnenbrengen ................................. 8
5.2 Minimumafstanden en vrije montageruimtes in
acht nemen............................................................ 9
5.3 Geluidsontwikkeling............................................. 10
5.4 Regels voor het plaatsen van de buisleidingen
voor het zonnecircuit in acht nemen.................... 10
5.5 Zonnelaadstation en boiler verbinden ................. 10
5.6 Frontmantel afnemen........................................... 10
5.7 Hydraulische installatie uitvoeren........................ 10
5.8 Elektrische installatie uitvoeren ........................... 12
5.9 Installatie afsluiten ............................................... 15
6 Ingebruikname ................................................... 15
6.1 Verwarmingswater/vul- en bijvulwater
controleren en conditioneren ............................... 15
6.2 Installatie vullen en ontluchten ............................ 16
6.3 Installatieassistent doorlopen .............................. 17
6.4 Testmenu............................................................. 18
6.5 Configuratie ......................................................... 18
6.6 Ingebruikname documenteren............................. 19
7 Overdracht aan de gebruiker............................ 19
8 Storingen verhelpen.......................................... 20
8.1 Fouten herkennen en verhelpen.......................... 20
8.2 Zonnepomp opnieuw starten ............................... 20
9 Inspectie en onderhoud .................................... 20
9.1 Inspectie- en onderhoudschecklist ...................... 20
9.2 Inspectie- en onderhoudsintervallen in acht
nemen.................................................................. 20
9.3 Reserveonderdelen aankopen ............................ 21
9.4 Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden
voorbereiden........................................................ 21
9.5 Netaansluitleiding vervangen .............................. 21
9.6 Collectorvloeistof controleren en vervangen ....... 21
9.7 Magnesiumbeschermingsanode controleren
en binnenreservoir van de boiler reinigen ........... 22
9.8 Veiligheidsklep controleren.................................. 22
9.9 Elektrisch verwarmingselement controleren en
vervangen............................................................ 23
9.10 Verdere controles/werkzaamheden..................... 23
9.11 Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden
afsluiten ............................................................... 23
10 Buitenbedrijfstelling .......................................... 23
10.1 Tijdelijke buitenbedrijfstelling............................... 23
10.2 Definitieve buitenbedrijfstelling............................ 23
11 Recycling en afvoer........................................... 23
11.1 Recycling en afvoer ............................................. 23
11.2 Collectorvloeistof afvoeren .................................. 23
12 Serviceteam........................................................ 23
Bijlage................................................................................. 25
A Installateurniveau overzicht .......................... 25
B Fouten herkennen en verhelpen ...................... 27
C Bedradingsschema............................................ 28
D Technische gegevens ....................................... 28
E Maximaal dagelijks warmwatervermogen ....... 29
Veiligheid 1
0020206799_01 auroSTEP plus Installatie- en onderhoudshandleiding 3
1 Veiligheid
1.1 Waarschuwingen bij handelingen
Classificatie van de waarschuwingen bij
handelingen
De waarschuwingen bij handelingen zijn als
volgt door waarschuwingstekens en signaal-
woorden aangaande de ernst van het potenti-
ële gevaar ingedeeld:
Waarschuwingstekens en signaalwoorden
Gevaar!
Direct levensgevaar of gevaar voor
ernstig lichamelijk letsel
Gevaar!
Levensgevaar door een elektrische
schok
Waarschuwing!
Gevaar voor licht lichamelijk letsel
Opgelet!
Kans op materiële schade of milieu-
schade
1.2 Vereiste kwalificatie van het
personeel
Ondeskundige werkzaamheden aan het pro-
duct kunnen materiële schade aan de volle-
dige installatie en als gevolg daarvan zelfs
lichamelijk letsel veroorzaken.
Voer alleen werkzaamheden aan het pro-
duct uit als u een geautoriseerde installa-
teur bent.
1.3 Reglementair gebruik
Er kan bij ondeskundig of oneigenlijk gebruik
gevaar ontstaan voor lijf en leven van de ge-
bruiker of derden resp. schade aan het pro-
duct en andere voorwerpen.
Het product is bedoeld voor het opslaan en
beschikbaar stellen alsmede de geregelde
verdeling van warm water, dat m.b.v. zonne-
techniek gegenereerd werd. U mag het pro-
duct in het zonnecircuit alleen met Vaillant
kant-en-klare collectorvloeistof gebruiken.
Het product werd speciaal ontwikkeld voor de
Vaillant zonnecollectoren auroTHERM (VFK
.. V).
Het reglementaire gebruik houdt in:
het naleven van de bijgevoegde gebruiks-,
installatie- en onderhoudshandleidingen
van het product en van alle andere compo-
nenten van de installatie
het naleven van alle in de handleidingen
vermelde inspectie- en onderhoudsvoor-
waarden.
Een ander gebruik dan het in deze handlei-
ding beschreven gebruik of een gebruik dat
van het hier beschreven gebruik afwijkt, geldt
als niet reglementair. Als niet reglementair
gebruik geldt ook ieder direct commercieel of
industrieel gebruik.
Attentie!
Ieder misbruik is verboden.
1.4 Algemene veiligheidsinstructies
1.4.1 Levensgevaar door ontbrekende
veiligheidsinrichtingen
De in dit document opgenomen schema's ge-
ven niet alle voor een deskundige installatie
vereiste veiligheidsinrichtingen weer.
Installeer de nodige veiligheidsinrichtingen
in de installatie.
Neem de betreffende nationale en inter-
nationale wetten, normen en richtlijnen in
acht.
1.4.2 Levensgevaar door een elektrische
schok
Als u spanningsvoerende componenten aan-
raakt, bestaat levensgevaar door elektrische
schok.
Voor u aan het product werkt:
Schakel het product spanningvrij door
alle stroomvoorzieningen uit te schake-
len (elektrische scheidingsinrichting met
minstens 3 mm contactopening, bijv. zeke-
ring of vermogensveiligheidsschakelaar).
Beveilig tegen herinschakelen.
Wacht minstens 3 min tot de condensato-
ren ontladen zijn.
Controleer op spanningvrijheid.
1.4.3 Levensgevaar door overspanning
Tijdens een onweer kunnen componenten
alsook zonneleidingen en verwarmingswater-
leidingen door een blikseminslag onder span-
1 Veiligheid
4 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP plus 0020206799_01
ning staan. Het aanraken van de componen-
ten kan tot ernstig lichamelijk letsel leiden.
Aard het zonnecircuit als potentiaalver-
effening en ter beveiliging tegen te hoge
spanning.
Bevestig buisklemmen voor de aarding
aan de zonneleidingen.
Sluit de buisklemmen voor aarding via een
koperen kabel met een aderdoorsnede van
16 mm² aan op een potentiaalrail.
1.4.4 Verbrandingsgevaar aan
collectorvloeistofvoerende
componenten en
verwarmingswaterleidingen
Bij het gebruik van het zonnesysteem berei-
ken collectorvloeistofvoerende componenten,
zoals collectoren en zonneleidingen alsook
de verwarmingswaterleidingen erg hoge tem-
peraturen. Het aanraken van deze compo-
nenten kan tot ernstig lichamelijk letsel lei-
den.
Uit de veiligheidsklep kan hete damp ont-
snappen.
Raak deze componenten alleen aan als
u de temperatuur voordien gecontroleerd
hebt.
Om verwondingen door hete onderdelen te
vermijden, dient u werkzaamheden, zoals
het monteren en vervangen van collecto-
ren of collectoronderdelen op een sterk
bewolkte dag uit te voeren.
Verricht deze werkzaamheden eventueel
bij zonnig weer gedurende de ochtend- of
avonduren of met een afgedekte collector.
1.4.5 Gevaar door foute bediening
Door foute bediening kunt u zichzelf en ande-
ren in gevaar brengen en materiële schade
veroorzaken.
Lees deze handleiding en alle andere do-
cumenten die van toepassing zijn zorgvul-
dig, vooral het hoofdstuk "Veiligheid" en de
waarschuwingen.
1.4.6 Gevaar door slechte werking
Zorg ervoor dat het zonnesysteem en de CV-
installatie zich in een technisch perfecte staat
bevinden.
Zorg ervoor dat er geen veiligheids- en be-
wakingsinrichtingen verwijderd, overbrugd
of buiten werking gesteld zijn.
Verhelp storingen en schade die de veilig-
heid zouden belemmeren.
Leg aansluitleidingen met 220-240 V en
voeler- of busleidingen vanaf een lengte
van 10 m apart.
1.4.7 Kans op materiële schade door
ongeschikt gereedschap
Om schroefverbindingen vast te draaien of
te lossen, dient u geschikt gereedschap te
gebruiken.
1.4.8 Milieuschade door lekkende
collectorvloeistof
Lekkende collectorvloeistof kan in het grond-
water terechtkomen en mogelijk het drinkwa-
ter verontreinigen.
Vang bij de installatie en bij onderhouds-
of reparatiewerkzaamheden lekkende col-
lectorvloeistof op.
Voer de collectorvloeistof milieuvriendelijk
conform de nationale voorschriften af.
1.4.9 Productschade door ongeschikte
opstellingsplaats
Als u het product in een ongeschikte ruimte
installeert, dan kan het beschadigd worden.
Installeer het product alleen in een droge
ruimte die vrij is van stof en corrosieve of
makkelijk ontvlambare gassen.
Zorg er vooral bij de installatie direct onder
een ongeïsoleerd dak voor dat de luchttoe-
voer naar het product gegarandeerd is en
zich op de opstellingsplaats geen warmte
kan verzamelen.
De temperatuur aan de opstellings-
plaats mag in de zomer niet aanzienlijk
hoger dan de buitentemperatuur zijn.
1.4.10 Gevaar voor materiële schade door
vorst
Installeer het product niet in ruimtes die
aan vorst blootstaan.
Veiligheid 1
0020206799_01 auroSTEP plus Installatie- en onderhoudshandleiding 5
1.4.11 Schade aan het gebouw door
lekkende collectorvloeistof
Lekkende collectorvloeistof kan schade aan
gebouwen veroorzaken.
Koppel het zonnelaadstation los van het
stroomnet.
Repareer lekken in het zonnesysteem.
Vul het zonnesysteem met collectorvloei-
stof.
Schakel de stroomtoevoer naar het zon-
nelaadstation in.
1.4.12 Gevaar voor materiële schade door
vorst
Installeer het product in een vorstvrije
ruimte.
Gebruik uitsluitend met collectorvloeistof
van de fabrikant.
Door de installatie te vullen met collec-
torvloeistof van de fabrikant wordt een
vorstbestendigheid tot ongeveer -28 °C
bereikt. Bij lagere buitentemperaturen
dan -28 °C ontstaat er echter niet di-
rect vorstschade, omdat de explosieve
kracht van het water wordt verminderd.
1.5 Voorschriften (richtlijnen, wetten,
normen)
Neem de nationale voorschriften, normen,
richtlijnen en wetten in acht.
1.6 Eisen aan de leidingen
Gebruik voor de bedrading normale in de
handel verkrijgbare leidingen.
Minimale doorsnede
Aansluitleiding 220-240 V
1,5 mm²
Voelerleiding (laagspanning)
0,75 mm²
Busleiding (laagspanning)
0,75 mm²
Maximale leidinglengte
Voelerleidingen
50 m
Busleidingen
300 m
Voeler- en busleidingen mogen over een
lengte van meer dan 10 m niet parallel met
220-240 V-leidingen lopen.
Plaats de aansluitleidingen afzonderlijk.
Bevestig alle aansluitleidingen m.b.v. de in
het product geïntegreerde kabelhouders.
Gebruik de vrije klemmen van de produc-
ten niet als steunklemmen voor verdere
bekabeling.
Installeer de systeemcomponenten in
droge ruimtes.
2 Aanwijzingen bij de documentatie
6 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP plus 0020206799_01
2 Aanwijzingen bij de documentatie
2.1 Aanvullend geldende documenten in acht
nemen
Neem absoluut alle bedienings- en installatiehandleidin-
gen die bij de componenten van de installatie worden
meegeleverd in acht.
2.2 Documenten bewaren
Gelieve deze handleiding alsook alle aanvullend gel-
dende documenten aan de gebruiker van de installatie
te geven.
2.3 Geldigheid van de handleiding
Deze handleiding geldt uitsluitend voor:
Product artikelnummers
Artikelnummer
VMS 8
0010017714
VIH S1 150/4 B
0010017707
VIH S1 250/4 B
0010017708
VIH S2 250/4 B
0010017709
VIH S2 350/4 B
0010017711
3 Productbeschrijving
3.1 Vermogensgegevens van de installatie
De installatie moet zo gedimensioneerd zijn dat het volume
van de boiler voldoende is voor 2 dagen. In gebieden met
sterke zonnestraling is het aan te bevelen om een lager vo-
lume van de boiler in te stellen om te voorkomen dat zich te
vaak stagnatie voordoet in het systeem.
Het zonnesysteem werd getest met een stralingsblootstelling
van 1000 W/m² collectoroppervlak.
De solaire dekkingsgraad van de installatie hangt af van de
verhouding van het collectoroppervlak tot het boileropper-
vlak, van de geografische omstandigheden (land en opstel-
ling van het collectoroppervlak), evenals van het soort boi-
ler (monovalent of bivalent). Bij een juiste manier van aan-
brengen en installeren bedraagt de richtwaarde maximaal
3 kWh/m² (een collector = 2,3 m²).
Het verbruik van elektrische energie bedraagt bij 2.000 uur
werking op zonne-energie 149,5 kWh.
De vorstbeschermingsfunctie wordt via een naverwarmings-
apparaat en/of via het interne elektrische verwarmingsele-
ment geregeld. De minimumtemperatuur van 10 °C kan wor-
den ingesteld in het DIA-systeem en kan dan als inschakel-
grens in de boiler worden gebruikt ( DIA-systeem, zie be-
drijfshandleiding).
Het maximale dagelijkse warmwatervermogen kunt u vinden
in de tabel in de bijlage:
Maximaal dagelijks warmwatervermogen ( Pagina 29)
3.2 Functie-elementen VMS 8
17
20
1 2 3
4
5
6
10
9
11
13
1415
8
7
12
16
19
18
21
1 Aansluiting CV-
aanvoer (alleen bij
VIH S2 250/4 B en
VIH S2 350/4 B) (1)
2 Dompelhuls voor boiler-
temperatuurvoeler (al-
leen bij VIH S2 250/4 B
en VIH S2 350/4 B)
3 Aansluiting CV-
retour (alleen bij
VIH S2 250/4 B en
VIH S2 350/4 B) (1)
4 Circulatieaansluiting (1)
5 Magnesiumbescher-
mingsanode
6 Koudwateraansluiting
(3/4)
7 Ontluchterpot incl. af-
sluitkraan en ontluchter-
schroef, collectorvloei-
stofaanvoer
8 Zonneregelaar
9 Veiligheidstemperatuur-
begrenzer
10 Houder voor frontmantel
11 Veiligheidsgroep
12 Zonnepomp
13 Vul- en aftapaansluiting
zonnecircuit
14 Temperatuurvoeler
zonneretour
15 Boileraansluiting zonne-
retour
Bediening 4
0020206799_01 auroSTEP plus Installatie- en onderhoudshandleiding 7
16 Aftapklep boiler
17 Ontluchtingsklep zonne-
circuit
18 Temperatuurvoeler
zonneaanvoer
19 Aansluiting voor elektri-
sche dompelaar
20 Boileraansluiting collec-
torvloeistofaanvoer
21 Warmwateraansluiting
3.3 Functie-elementen van de veiligheidsgroep
8
5
4
3
2
1
6
7
1 Veiligheidsklep met
aansluiting voor af-
blaasleiding
2 Aansluiting voor zonne-
expansievat
3 Manometer
4 Vulklep inlaat
5 Vulklep uitlaat
6 Terugslagklep met
kijkvenster
7 Afsluitkraan
8 Aansluiting zonneretour
3.4 Functie-elementen VMS 8 met elektrische
dompelaar
1
3
2
1 Driewegklep
2 Elektrische verwar-
mingsstaaf
3 Elektronicabox van het
elektrisch verwarmings-
element
3.5 Gegevens op het typeplaatje
Het typeplaat is af fabriek boven de veiligheidstemperatuur-
begrenzer aangebracht. Op het typeplaatje vindt u de vol-
gende informatie:
Gegevens op het type-
plaatje
Betekenis
VMS 8 ter identificatie
CE-markering Product is conform Europese
normen en richtlijnen
P
max
Maximale zonnecapaciteit
m Gewicht
V
s
prim Volume zonnecircuit
T
max
prim Maximale temperatuur zonnecir-
cuit
P
max
prim Maximale bedrijfsdruk zonnecir-
cuit
3.6 Serienummer
Het 10-cijferige artikelnummer van het product (zonnelaad-
station en boiler) vindt u in het serienummer terug. Het ze-
vende tot 16e cijfer vormen het artikelnummer.
Het serienummer vindt u op de typeplaatjes van het zon-
nelaadstation en de boiler. U kunt het serienummer van het
zonnelaadstation ook op het display van het product laten
weergeven ( Gebruiksaanwijzing).
3.7 CE-markering
Met de CE-markering wordt aangegeven dat de producten
volgens het typeplaatje voldoen aan de fundamentele vereis-
ten van de geldende richtlijnen.
De conformiteitsverklaring kan bij de fabrikant geraadpleegd
worden.
4 Bediening
4.1 Bedieningsconcept van het
zonnelaadstation
Het zonnelaadstation is met een digitaal informatie- en ana-
lysesysteem (DIA-systeem) uitgerust. Als bijkomende in-
stellingen nodig zijn, die u nog niet met behulp van de in-
stallatieassistent, zie Ingebruikneming ( Pagina 15), uit-
gevoerd hebt, dan kunt u met behulp van het DIA-systeem
bijkomende parameters bekijken en wijzigen.
Het bedieningsconcept en de bediening van het product
staan beschreven in de gebruiksaanwijzing. De aflees-
en instelmogelijkheden van het gebruikersniveau zijn even-
eens in de ¬ gebruiksaanwijzing beschreven.
5 Installatie
8 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP plus 0020206799_01
4.1.1 Installateurniveau oproepen
Opgelet!
Gevaar voor beschadiging door ondes-
kundige bediening!
Ondeskundige instellingen in het installateur-
niveau kunnen tot schade aan het zonnesys-
teem leiden.
De toegang tot het installateurniveau mag
u alleen gebruiken als u een erkende in-
stallateur bent.
Aanwijzing
Het installateurniveau is met een paswoord tegen
onbevoegd gebruik beveiligd, omdat ondeskun-
dige parameterinstellingen in dit niveau tot functie-
storingen en schade aan het zonnesysteem kun-
nen leiden.
1.
Druk tegelijkertijd op en .
Op het display verschijnt het menu.
2.
Blader zo lang met of tot het menupunt Installa-
teurniveau verschijnt.
3.
Druk op om het menupunt te selecteren.
Op het display verschijnt de tekst Code invullen en
de waarde 00.
4.
Stel met of de waarde 17 (code) in.
5.
Druk op om de ingevoerde code te bevestigen.
Het installateurniveau met een selectie van menu-
punten verschijnt.
Aanwijzing
In de volgende paragrafen geeft een padop-
gave aan het begin van een handelingsin-
structie aan hoe u de betreffende functie
bereikt, bijv. Menu Installateurniveau
Testmenu Testprogramma's.
Aanwijzing
Als u het installateurniveau na het verlaten
binnen 15 min. opnieuw oproept, hoeft u de
code niet opnieuw in te voeren.
5 Installatie
5.1 Transport en binnenbrengen
5.1.1 Boiler in de verpakking transporteren
Transporteer de boiler met een geschikt transportmiddel,
bijv. een steekwagen, naar de plaats van opstelling.
5.1.2 Boiler zonder verpakking transporteren
1
2
1. Verwijder het kopopvulsel en de kartonnen schuifdoos.
2. Til de boiler (1) uit het bodemopvulsel (2).
3. Zet de steekwagen voor de pallet en laad de boiler op
de steekwagen.
5.1.3 Leveringsomvang
De boiler en het zonnelaadstation worden elk in een verpak-
kingseenheid geleverd.
Installatie 5
0020206799_01 auroSTEP plus Installatie- en onderhoudshandleiding 9
Aantal Omschrijving
1 Buffer
1 Zonnelaadstation
1 Boilertemperatuurvoeler VR10 (alleen bij
VIH S2 250/4 B en VIH S2 350/4 B)
1 Bijgeleverd bevestigingsmateriaal
1 C1/C2-verbindingskabel (alleen bij
VIH S2 250/4 B en VIH S2 350/4 B)
Controleer of de levering compleet is.
5.2 Minimumafstanden en vrije
montageruimtes in acht nemen
5.2.1 Productafmetingen en aansluitmaten
5.2.1.1 VIH S1 150/4 B
80
600
784
1065
1061
551237
5.2.1.2 VIH S1 250/4 B en VIH S2 250/4 B
1540
1061
551237
80
55
55
600
784
168
5.2.1.3 VIH S1 350/4 B en VIH S2 350/4 B
1693
1061
551237
80
55
55
700
884
168
5 Installatie
10 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP plus 0020206799_01
5.2.2 Vrije montageruimtes
Selecteer de plaats van opstelling van de boilereenheid
op zo'n manier, dat u ca. 35 cm ruimte boven de boiler
hebt, om de magnesiumbeschermingsanode te kunnen
vervangen.
5.3 Geluidsontwikkeling
Tijdens het gebruik komt het tot een geluidsontwikkeling. Het
volume is afhankelijk van de uitvoering van het zonnecircuit.
Hoewel de geluiden relatief stil zijn, kunnen ze als storend
ervaren worden.
Installeer het product in een geluidsgeïosoleerde ruimte
(bijv. technische ruimte of stookruimte).
5.4 Regels voor het plaatsen van de
buisleidingen voor het zonnecircuit in acht
nemen
Voorzie alle buisleidingen van het zonnecircuit van een
warmteisolatie om energieverlies te vermijden.
Om warmteverlies te vermijden, installeert u het product
op een korte afstand van het collectorveld; de minimaal
na te leven afstand bedraagt 3 m.
Installeer het product in een vorstbeschermde ruimte.
Plaats niet meer verbindingsleiding dan toegestaan.
Neem hiervoor de planningsinformatie in acht.
5.5 Zonnelaadstation en boiler verbinden
3
1
2
1. Verwijder de beschermingdoppen van de aansluitstom-
pen (1).
2. Smeer evt. de O-ringen op de aansluitstompen (1) na,
om de montage te vergemakkelijken.
3. Schuif het zonnelaadstation met de boileraansluitingen
op de aansluitstompen.
4. Fixeer de boileraansluitingen met de bijgevoegde clips
(2).
5. Bevestig het zonnelaadstation met de vier schroeven
(3).
5.6 Frontmantel afnemen
C
B
A
1. Grijp in de greep aan de onderste rand van de witte
afscherming (A).
2. Trek de onderste rand van de afscherming naar voren
en trek de afscherming er naar boven toe af (A).
3. Draai de schroef (B) los (niet volledig verwijderen).
4. Trek de frontmantel er naar voren toe af (C).
5.7 Hydraulische installatie uitvoeren
Opgelet!
Beschadigingsgevaar door vervuilde lei-
dingen!
Vreemde voorwerpen, zoals las-/soldeerres-
ten, afdichtingsresten of vuil in de buisleidin-
gen kunnen schade aan het product veroor-
zaken.
Spoel de buisleidingen van het zonnecir-
cuit voor de installatie grondig door.
Zorg ervoor, dat na het doorspoelen geen
water in het zonnecircuit achterblijft.
Opgelet!
Beschadigingsgevaar door ondichtheden!
Mechanische spanningen aan aansluitleidin-
gen kunnen tot ondichtheden en hierdoor tot
schade aan het product leiden.
Installatie 5
0020206799_01 auroSTEP plus Installatie- en onderhoudshandleiding 11
Vermijd mechanische spanningen aan
aansluitleidingen!
Voer de hierna in dit hoofdstuk beschreven werkzaamhe-
den alleen als erkend installateur uit.
Aanwijzing
Pakkingen van rubberachtige materialen kun-
nen plastisch vervormen, wat kan leiden tot
drukverliezen. We adviseren het gebruik van
pakkingen van kartonachtig vezelmateriaal.
5.7.1 Drinkwaterleidingen monteren
Voor de aansluiting van de drinkwaterleidingen op de boi-
ler biedt Vaillant verschillende buizennetwerksets als toe-
behoren voor de installatie op of in de muur aan. Er is o.a.
aansluittoebehoren verkrijgbaar, waarmee bij de aansluiting
op een circulatiewaterverwarmer een tolerenatiecompen-
satie zowel in horizontale alsook in verticale richting voor
voldoende flexibiliteit bij de installatie zorgt. Zie de geldige
prijslijst voor informatie over toebehoren.
Voor het ter plekke te installeren buizennetwerk zijn de vol-
gende componenten nodig:
Warmwater-thermostaatmenger
evt. warmwater-expansievat
evt. drukregelaar in de koudwaterleiding
evt. zwaartekrachtrem in het CV-circuit
Onderhoudskranen
evt. legionellabeschermingspomp
De warmwater-thermostaatmenger zorgt ervoor, dat het hete
water uit de boiler met koud water tot een gewenste maxi-
male temperatuur tussen 30 en 70 °C gemengd wordt. Als
bij de ingebruikname van het zonnesysteem de warmwater-
thermostaatmenger op de gewenste maximale temperatuur
ingesteld wordt, dan wordt deze maximale temperatuur aan-
gehouden op de warmwateraftappunten.
Neem bij de montage van de aansluitleidingen de monta-
gehandleiding in acht, die bij het betreffende toebehoren
zit.
Om een werkzame verbrandingsbescherming te waar-
borgen, moet de thermostaatmenger op < 60 °C inge-
steld worden en moet de temperatuur op een warmwater-
aftappunt gecontroleerd worden.
5.7.2 Afblaasleiding installeren
1. Installeer de afblaasleiding met een continue neer-
waartse helling in een vorstvrije omgeving.
Aanwijzing
Uit de afblaasleiding kan altijd water druppe-
len.
2. Zorg ervoor dat de grootte van de afblaasleiding over-
eenkomt met de grootte van de voor het model goedge-
keurde veiligheidsklep.
3. Zorg ervoor dat de afblaasleiding maximaal twee boch-
ten heeft en maximaal 2 m lang is.
4. Zorg ervoor dat de afblaasleiding steeds open is.
5. Bouw de afblaasleiding zo in, dat bij het afblazen vrij-
komend warm water of damp geen gevaar vormt voor
personen.
6. Bedien de aftapinrichting van de veiligheidsklep regel-
matig om kalkafzetting te verwijderen en controleer of
de inrichting niet geblokkeerd is.
5.7.3 Circulatieleiding aansluiten (optioneel)
Omdat door een circulatieleiding gereedheidsenergieverbruik
ontstaat, moet deze alleen bij breed vertakt warmwaternet-
werk aangesloten worden. Als een circulatieleiding nodig is,
moet de circulatiepomp volgens de CV-installatieverordening
met een tijdschakelklok uitgerust worden.
Sluit evt. de circulatieleiding op de boiler aan.
Als een warmwater-thermostaatmenger in een aanwezig cir-
culatiebereik ingebouwd wordt, is de verbrandingsbescher-
ming niet gewaarborgd.
Installeer de warmwater-thermostaatmenger achter het
circulatiebereik.
5.7.4 Zonnevoorschakelvat en zonne-
expansievat monteren
Opgelet!
Beschadigingsgevaar voor zonne-expan-
sievat
Hete collectorvloeistof kan de membraan van
het zonne-expansievat beschadigen.
Gebruik een zonnevoorschakelvat.
1. Monteer indien nodig een zonnevoorschakelvat.
2. Monteer een zonnevoorschakelvat.
Aanwijzing
U kunt de voordruk van het zonne-expansie-
vat van 50 tot 400 kPa (0,5 tot 4,0 bar) op de
installatie afstemmen.
3.
Alternatief 1 / 2
Voorwaarden: Grootte van het zonne-expansievat: 18 l, 25 l of 35 l
Monteer het zonne-expansievat aan de muur.
3.
Alternatief 2 / 2
Voorwaarden: Grootte van het zonne-expansievat: 50 l, 80 l of
100 l
Stel het zonne-expansievat op.
4. Maak een uitsparing in de mantel van het zonnelaad-
station om de leiding naar het zonne-expansievat uit de
behuizing te voeren. De te gebruiken uitsparing is ge-
markeerd.
Wanneer er een elektr. verwarm. el. is geïnstalleerd,
dan gebruikt u een van de beide bovenste markerin-
gen om de uitsparing te maken.
Wanneer er geen elektr. verwarm. el. is geïnstal-
leerd, dan gebruikt u een van de beide onderste
markeringen om de uitsparing te maken.
5. Leid de leiding van het zonne-expansievat later zijde-
lings uit de behuizing.
5 Installatie
12 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP plus 0020206799_01
5.7.5 Afblaasleiding aan de veiligheidsgroep
aansluiten
Waarschuwing!
Lichamelijk letsel en materiële schade
door ondeskundige installatie!
Uit de uitblaasleiding aan de veiligheidsgroep
kan lekkende collectorvloeistof komen, dit
kan ernstige brandwonden veroorzaken.
Installeer de afblaasleiding aan de veilig-
heidsgroep zodanig dat niemand gevaar
kan lopen.
Voer een temperatuurvaste afblaaslei-
ding met verval naar een voor de collec-
torvloeistof geschikt opvangreservoir.
Plaats het opvangreservoir op een stevige
ondergrond.
Leg de afblaasleiding zo, dat er geen
vloeistof in de afblaasleiding kan achter-
blijven.
Zorg ervoor dat het opvangreservoir ge-
controleerd kan worden!
Aanwijzing
Als opvangbus is een lege bus van de Vaillant
collectorvloeistof geschikt.
1. Monteer de afblaasleiding (1) zoals weergegeven.
2. Maak twee uitsparingen in de mantel van het zon-
nelaadstation om de afblaasleiding uit de behuizing te
voeren. Aangegeven is welke uitsparingen gebruikt
moeten worden.
Wanneer er een elektrisch verwarmingselement
is geïnstalleerd, dan gebruikt u de beide bovenste
markeringen om de uitsparingen te maken.
Wanneer er geen elektrisch verwarmingselement
is geïnstalleerd, dan gebruikt u de beide onderste
markeringen om de uitsparingen te maken.
3. Leid de afblaasleiding later zijdelings uit de behuizing.
5.7.6 Zonnecircuit aansluiten
Monteer de aanvoer (1) en de retour (2) zoals weergege-
ven.
5.8 Elektrische installatie uitvoeren
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok!
Aan de netaansluitklemmen L en N is altijd
continuspanning voorhanden!
Verbreek voor het begin van de werk-
zaamheden de verbinding van het product
met het elektriciteitsnet door het product
via een alpolige scheidingsinrichting met
minstens 3 mm contactopening (bijv. ze-
keringen of contactverbrekers) spannings-
vrij te maken.
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok bij
ondeskundige elektrische aansluiting!
Een ondeskundige elektrische installatie
kan het veilige gebruik van het product beïn-
vloeden en tot lichamelijk letsel en materiële
schade leiden.
De elektrische aansluiting mag alleen
worden uitgevoerd door een geautori-
seerde installateur die verantwoordelijk
is voor de naleving van de bestaande nor-
men en richtlijnen.
Installatie 5
0020206799_01 auroSTEP plus Installatie- en onderhoudshandleiding 13
Opgelet!
Beschadigingsgevaar van de elektrische
leidingen door hoge temperaturen!
De elektrische leidingen kunnen door de
hoge temperaturen van de met collectorvloei-
stof doorstroomde koperen buizen bescha-
digd worden.
Zorg ervoor dat de elektrische leidingen
niet tegen de met collectorvloeistof door-
stroomde buizen liggen.
Neem bij de elektrische installatie van het product de
technische aansluitvoorwaarden voor de aansluiting aan
het laagspanningsnet van de netexploitant in acht.
5.8.1 Legionellabeschermingspomp of bypass-
omschakelklep aansluiten
Voorafgaande werkzaamheden
Haal de frontmantel eraf. ( Pagina 10)
2
1
1
1. Maak de vier schroeven los(1).
2. Open de thermostaatbehuizing.
3. Verwijder de blinde stop (2).
X1
X3
X2
X8
X7
C1/C2
X6
X5
X4
NL1L2
eBUS
5
4
6
3
4. Leid de aansluitkabel van de legionellabeschermings-
pomp of van de bypass-omschakelklep met de kabel-
bundel door de opening in de thermostaatbehuizing.
Aanwijzing
Voor een eenvoudigere bediening kunt u
het display volledig afnemen door de stek-
kers van de bussen X1 (3) en eBUS (5) te
trekken. Neem hierbij de maatregelen tegen
elektrostatische ontlading (ESD) in acht.
5. Steek de stekker van de aansluitkabel in de bus X7 (6)
in de zonneregelaar.
6. Steek evt. de stekker van het display in de bus X1 (3).
7. Steek evt. de stekker van de eBUS in de bus eBUS (5).
8. Steek evt. de stekker van de verbindingskabel voor de
warmte-aanvraag op een CV-ketel op de bus C1/C2 (4).
De warmte-aanvraag wordt via de voeler T7 inge-
steld.
9. Sluit de thermostaatbehuizing.
10. Draai de schroeven (1) vast.
11. Bevestig de aansluitkabel. Let erop dat de aansluitka-
bel niet tegen de met collectorvloeistof doorstroomde
buizen ligt.
12. Stel bij de ingebruikneming de gebruikte systeemcom-
ponent in de multifunctionele uitgang ( Pagina 17) in.
5.8.2 Collectortemperatuurvoeler,
boilertemperatuurvoeler en
systeemthermostaat aansluiten
Voorafgaande werkzaamheden
1. Haal de frontmantel eraf. ( Pagina 10)
2. Open de smalle schuif onder de resetknop op de zon-
neregelaar.
3. Installeer de collectortemperatuurvoeler in de laatst
doorstroomde collector of bij een gedeeltelijke over-
schaduwing in een niet overschaduwde collector.
5 Installatie
14 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP plus 0020206799_01
Voorwaarden: Bivalente boiler met C1/C2-verbindingskabel
2 3
1
4
Installeer de boilertemperatuursensor (optioneel) in de
dompelbuis van de boiler.
Voer de aansluitleidingen van de collectorvoeler en de
boilertemperatuursensor (optioneel) door de kabeldoor.
Leid de aansluitleiding van de collectortemperatuurvoe-
ler door een van de snoerontlastingen (4).
Klem de aansluitleiding van de collectortemperatuurvoe-
ler aan de klemmen (2) aan.
Leid de aansluitleiding van de boilertemperatuursensor
(optioneel) door een van de trekontlastingen(4).
Klem de aansluitleiding van de boilertemperatuursensor
(optioneel) aan de klemmen(3) aan.
Voorwaarden: Bivalente boiler met eBUS-verbindingskabel
Sluit de boilertemperatuurvoeler aan op de CV-ketel.
Voer de aansluitleidingen van de collectortemperatuur-
voeler en de eBUS-kabel van de systeemthermostaat
door de kabeldoorvoering.
Leid de aansluitleiding van de collectortemperatuurvoe-
ler door een van de snoerontlastingen (4).
Klem de aansluitleiding van de collectortemperatuurvoe-
ler aan de klemmen (2) aan.
Leid de eBUS-leiding van de systeemthermostaat door
een van de snoerontlastingen (4).
Klem de eBUS-leiding van de systeemthermostaat aan
de klemmen (1) aan.
Voorwaarden: Monovalente boiler met bypassklep
Installeer de boilertemperatuurvoeler op de warmwater-
aanvoer.
Voer de aansluitleidingen van de collectortemperatuur-
voeler en de boilertemperatuurvoeler door de kabeldoor-
voering.
Leid de aansluitleiding van de collectortemperatuurvoe-
ler door een van de snoerontlastingen (4).
Klem de aansluitleiding van de collectortemperatuurvoe-
ler aan de klemmen (2) aan.
Leid de aansluitleiding van de boilertemperatuurvoeler
door een van de snoerontlastingen (4).
Klem de aansluitleiding van de boilertemperatuurvoeler
aan de klemmen (3) aan.
5.8.3 Netaansluitleiding plaatsen
Opgelet!
Beschadigingsgevaar door verkeerde
aansluitspanning!
Zorg ervoor dat de nominale spanning van
het stroomnet 220-240 V bedraagt.
Aanwijzing
Als impulsachtige foutstromen als gevolg van kort-
stondige netoverspanningen en ongelijkmatige
fasebelasting bij inschakelbewerkingen optreden,
dan raden we pulsstroomgevoelige FI-veiligheids-
schakelaars van het type AC/DC-gevoelige FI-
veiligheidsschakelaars van het type B in kortetijd-
vertraagde uitvoering (VSK) aan.
1. Sluit het product via een vaste aansluiting en een al-
polige scheidingsinrichting met minstens 3 mm con-
tactopening (bijv. zekeringen of vermogensschakelaar)
aan.
2. Let erop dat de op de boiler gemonteerde temperatuur-
begrenzer direct is geïntegreerd in de fase van de net-
aansluitleiding. Schakel het product daarom spannings-
vrij en verbind de aansluitstekker van het product met
de aansluitstekker van de af fabriek voorgemonteerde
temperatuurbegrenzer. Anders is het product niet vol-
doende aangesloten op het elektriciteitsnet.
3. Zorg er bij het maken van de steekverbinding voor, dat
de buitenste vleugels van de vrouwelijke bus in de neu-
zen van de mannelijke stekker grijpen.
Ingebruikname 6
0020206799_01 auroSTEP plus Installatie- en onderhoudshandleiding 15
5.9 Installatie afsluiten
5.9.1 Elektrische installatie controleren
Controleer na afsluiting van de elektrische installatie de
tot stand gebrachte aansluitingen op vastheid en vol-
doende isolatie.
5.9.2 Frontmantel monteren
1. Plaats de frontmantel van voren tot aan de aanslag.
2. Zorg ervoor dat er geen kabels ingeklemd worden of
met hete componenten in aanraking komen en dat de
zonneregelaar in de opening vergrendeld is.
3. Beveilig de frontmantel met de schroef.
4. Monteer de afscherming.
6 Ingebruikname
Om het product in gebruik te nemen, moet u de boiler, het
zonnecircuit en evt. het CV-circuit vullen, de installatie op
dichtheid controleren, de installatieassistent doorlopen en
evt. instellingen aan andere systeemcomponenten (bijv. aan
de systeemthermostaat) uitvoeren.
6.1 Verwarmingswater/vul- en bijvulwater
controleren en conditioneren
Opgelet!
Kans op materiële schade door minder-
waardige verwarmingswater
Zorg voor verwarmingswater van vol-
doende kwaliteit.
Voor u de installatie vult of bijvult, dient u de kwaliteit van
het verwarmingswater te controleren.
Kwaliteit van het cv-water controleren
Neem een beetje water uit het CV-circuit.
Controleer visueel het cv-water.
Als u sedimenterende stoffen vaststelt, dan moet u de
installatie spuien.
Controleer met een magneetstaaf of er magnetiet (ijzer-
oxide) voorhanden is.
Als u magnetiet vaststelt, reinig de installatie dan en
neem de nodige maatregelen voor de corrosiebescher-
ming. Of bouw een magneetfilter in.
Controleer de pH-waarde van het afgetapte water bij
25 °C.
Bij waarden onder 6,5 of boven 8,5 reinigt u de installatie
en conditioneert u het verwarmingswater.
Vul- en bijvulwater controleren
Meet de hardheid van het vul- en bijvulwater voor u de
installatie vult.
Vul- en bijvulwater conditioneren
Neem voor de conditionering van het vul- en suppletie-
water de geldende nationale voorschriften en technische
regels in acht.
Voor zover nationale voorschriften en technische regelingen
geen hogere eisen stellen, geldt het volgende:
U moet het CV-water conditioneren,
als de volledige vul- en bijvulwaterhoeveelheid tijdens de
gebruiksduur van de installatie het drievoudige van het
nominale volume van de CV-installatie overschrijdt of
wanneer de in de volgende tabel genoemde richtwaarden
niet worden aangehouden of
als de pH-waarde van het verwarmingswater onder 6,5 of
boven 8,5 ligt.
Geldigheid: België
OF Nederland
Totaal
verwar-
mings-
vermo-
gen
Waterhardheid bij specifiek installatievolume
1)
20 l/kW
> 20 l/kW
50 l/kW
> 50 l/kW
kW °dH
mol/m³
°dH mol/m³ °dH mol/m³
< 50 < 16,8 < 3 11,2 2 0,11 0,02
> 50 tot
200
11,2 2 8,4 1,5 0,11 0,02
> 200 tot
600
8,4 1,5 0,11 0,02 0,11 0,02
> 600 0,11 0,02 0,11 0,02 0,11 0,02
1) Liter nominale inhoud/verwarmingsvermogen; bij meerketelin-
stallaties moet het kleinste individuele vermogen ingezet worden.
Opgelet!
Aluminiumcorrosie en hieruit volgende
lekkages door ongeschikt verwarmings-
water!
Anders als b.v. bij staal, gietijzer of koper re-
ageert aluminium op gealkaliseerd verwar-
mingswater (pH-waarde > 8,5) met aanzien-
lijke corrosie.
Zorg er bij aluminium ervoor, dat de pH-
waarde van het verwarmingswater tussen
6,5 en maximaal 8,5 ligt.
Opgelet!
Kans op materiële schade door verrij-
king van het verwarmingswater met on-
geschikte additieven!
Ongeschikte additieven kunnen veranderin-
gen aan componenten, geluiden in de CV-
functie en evt. verdere gevolgschade veroor-
zaken.
Gebruik geen ongeschikte antivries- en
corrosiewerende middelen, biociden en
afdichtmiddelen.
Bij ondeskundig gebruik van de volgende additieven werden
met onze producten tot nu toe geen onverdraagzaamheden
vastgesteld.
Neem bij het gebruik absoluut de aanwijzingen van de
fabrikant van het additief in acht.
Voor de verdraagzaamheid van additieven in het overige
CV-systeem en voor de werkzaamheid ervan aanvaarden
we geen aansprakelijkheid.
6 Ingebruikname
16 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP plus 0020206799_01
Additieven voor reinigingsmaatregelen (aanslui-
tend uitspoelen vereist)
Fernox F3
Sentinel X 300
Sentinel X 400
Additieven die permanent in de installatie blijven
Fernox F1
Fernox F2
Sentinel X 100
Sentinel X 200
Antivriesmiddelen die permanent in de installatie
blijven
Fernox Antifreeze Alphi 11
Sentinel X 500
Informeer de gebruiker over de nodige maatregelen als u
bovengenoemde additieven hebt gebruikt.
Informeer de gebruiker over de noodzakelijke werkwijze
voor de vorstbeveiliging.
6.2 Installatie vullen en ontluchten
1. Schakel het product via een alpolige scheidingsinrich-
ting met minstens 3 mm contactopening (bijv. zekerin-
gen of vermogensschakelaar) spanningsvrij.
2. Haal de frontmantel eraf. ( Pagina 10)
6.2.1 Afsluitvoorzieningen openen
Open alle evt. ter plekke aanwezige afsluitvoorzieningen.
6.2.2 Boiler vullen en ontluchten
1. Zorg ervoor, dat de aftapklep op de boiler gesloten is.
2. Open vervolgens de afsluitvoorziening in de koudwater-
leiding.
3. Open een warmwateraftappunt en laat de lucht zolang
uit de leiding ontsnappen, tot het water zonder bellen
naar buiten komt.
6.2.3 CV-circuit vullen
Vul het CV-circuit via de vul- en aftapaansluiting, instal-
latie- en onderhoudshandleiding van de CV-ketel.
6.2.4 Zonnesysteem vullen en ontluchten
Gevaar!
Gevaar voor verbranding door lekkende
hete collectorvloeistof
Bij het vullen van het zonnecircuit kan hete
collectorvloeistof lekken en tot verbrandingen
leiden.
Vul het zonnecircuit alleen bij koude col-
lectoren.
Vul het zonnecircuit bij zonnig weer in de
ochtend- of avonduren of bij afgedekte
collectoren.
Opgelet!
Defect door verkeerd spoelen en legen
van de collectorrijen
Door verkeerd spoelen en legen van parallel
geschakelde collectorrijen kan er lucht in het
zonnesysteem blijven.
Voorzie elke collectorrij van een afsluit-
klep.
Spoel telkens slechts een collectorrij.
Nadat u alle rijen gespoeld en geleegd
hebt, opent u alle afsluitkleppen.
1. Vul het zonnecircuit uitsluitend met kant-en-klaar ge-
mengde Vaillant-collectorvloeistof.
2. Vul het zonnecircuit met de verplaatsbare Vaillant vulin-
richting of de Vaillant vulpomp.
6.2.4.1 Zonnesysteem vullen
Opgelet!
Defect door lucht in het zonnecircuit
Door verkeerd vullen kan er lucht in het zon-
nesysteem blijven.
Controleer het vullen van het zonnesys-
teem.
1. Zorg er bij grotere zonnesystemen voor, dat het zonne-
circuit altijd genoeg collectorvloeistof heeft. Gebruik evt.
extra recipiënten.
2. Stel de voordruk van het zonne-expansievat voor het
vullen van de installatie in.
3. Zorg ervoor, dat de vulpomp uitgeschakeld is.
4. Verbind de vulvoorziening zoals afgebeeld met het pro-
duct.
5. Open de vulkranen (1) en (2) volledig.
6. Schakel de vulpomp in.
7. Laat de vulpomp minstens 15 minuten lopen.
8. Let op het collectorvloeistofpeil in het collectorvloeistof-
reservoir.
Ingebruikname 6
0020206799_01 auroSTEP plus Installatie- en onderhoudshandleiding 17
9. Zorg ervoor dat het collectorvloeistofreservoir altijd vol-
doende collectorvloeistof bevat.
10. Controleer of de collectorvloeistof uit de terugloopslang
in het collectorvloeistofreservoir terugstroomt.
Als uit de terugloopslang zonder bellen collector-
vloeistof naar buiten komt, dan is het zonnesysteem
gevuld.
11. Sluit de vul- en aftapkranen.
12. Zet de vulpomp af.
6.2.4.2 Zonnesysteem ontluchten
1
1. Open de ontluchterschroef (1) tot er collectorvloeistof
uitdruppelt.
2. Sluit de ontluchterschroef.
De installatie is gevuld en ontlucht.
6.3 Installatieassistent doorlopen
Als u de stroomtoevoer naar het product voor de eerste keer
inschakelt, dan start de installatieassistent. Hij biedt een-
voudige toegang tot de belangrijkste testprogramma's en
configuratie-instellingen bij de installatie van het product. De
installatieassistent wordt telkens bij het inschakelen weerge-
geven tot u hem eens met succes afgesloten hebt.
U moet de start van de installatieassistent bevestigen. Na
de bevestiging blokkeert het product alle warmteaanvragen.
Deze toestand blijft tot het beëindigen of afbreken van de
installatieassistent bestaan.
Als u de start van de installatieassistent niet bevestigt, dan
wordt de installatieassistent 15 minuten na het inschake-
len gesloten en het startscherm verschijnt. Bij het volgende
inschakelen van het product start de installatieassistent op-
nieuw.
Schakel de stroomtoevoer naar het product in.
6.3.1 Taal instellen
1.
Stel met of de gewenste taal in.
2.
Druk op om de ingestelde taal te bevestigen.
3.
Druk nog eens op om de ingestelde taal een tweede
keer te bevestigen en om een abusievelijke wijziging te
vermijden.
6.3.2 Datum instellen
Aanwijzing
Als u een systeemthermostaat aangesloten hebt,
dan kunt u de datum alleen aan de systeemther-
mostaat instellen.
1.
Stel met of het gewenste jaar in.
2.
Bevestig het ingestelde jaar met .
3.
Stel met of de gewenste maand in.
4.
Bevestig de ingestelde maand met .
5.
Stel met of de gewenste dag in.
6.
Bevestig de ingestelde dag met .
6.3.3 Tijd instellen
Aanwijzing
Als u een systeemthermostaat aangesloten hebt,
dan kunt u de tijd alleen aan de systeemthermo-
staat instellen.
1.
Stel met of het gewenste uur in.
2.
Bevestig het ingestelde uur met .
3.
Stel met of de gewenste minuut in.
4.
Bevestig de ingestelde minuut met .
6.3.4 Elektrische dompelaar instellen
1.
Stel met of in of een elektrische dompelaar aan-
wezig is.
2.
Bevestig de instelling met .
U kunt het elektr. verwarm. el. via het menu Tempe-
ratuur water deactiveren ( Pagina 19).
Aanwijzing
Als er een elektr. verwarm. el. is geïnstal-
leerd, moet deze in het menu worden inge-
steld.
6.3.5 Aantal collectoren instellen
Aanwijzing
Afhankelijk van het aantal aangesloten collectoren
berekent het product de balken in de basisweer-
gave.
1.
Stel met of het aantal collectoren in.
2.
Bevestig de instelling met .
6.3.6 Multifunctionele uitgang instellen
1.
Selecteer met of de functie van de multifunctio-
nele uitgang.
geen con. (fabrieksinstelling): Multifunctionele uit-
gang uitgeschakeld
LEG: Selecteer deze functie bij gebruik van een le-
gionellabeschermingspomp. De legionellabescher-
mingspomp wordt door de zonnemodule aange-
stuurd, wanneer het legionellaprogramma actief is.
BYP: Selecteer deze functie om te voorkomen dat
er te hoge temperaturen in het verwarmingsappa-
raat komen. Hiervoor moet de voeler T7 aanwezig
zijn en moet er een klep op de bypassuitgang zijn
aangesloten. De klep wordt geschakeld, wanneer de
op de voeler T7 gemeten waarde een van tevoren
ingestelde grenswaarde overschrijdt.
2.
Bevestig de instelling met .
6 Ingebruikname
18 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP plus 0020206799_01
6.3.7 Ontluchtingsprogramma uitvoeren
Menu Installateurniveau Testmenu Testprogram-
ma's Ontluchtingsprogramma
Start het ontluchtingsprogramma.
Controleer in het kijkglas boven de pomp of de terugslag-
klep omhooggaat en de afdichting zichtbaar is.
Als de afdichting niet zichtbaar is, is er geen volume-
stroom.
Als er geen volumestroom is, moet u het zonnecircuit met
de vulinrichting opnieuw spoelen.
6.3.8 Contactgegevens instellen
1.
Stel met , , en uw telefoonnummer in.
2.
Bevestig de wijziging met .
6.3.9 Installatieassistent afsluiten
Druk voor het afsluiten van de installatieassistent op .
Aanwijzing
Als u de installatieassistent met succes door-
lopen en bevestigd hebt, dan start hij bij het
volgende inschakelen niet meer automatisch.
Aanwijzing
U kunt alle ingevoerde instellingen later in het
menupunt Configuratie bekijken en daar ook
wijzigen.
6.4 Testmenu
Naast de installatieassistent kunt u voor de ingebruikneming,
het onderhoud en het verhelpen van storingen ook het test-
menu oproepen.
Menu Installateurniveau Testmenu
Daar vindt u statistieken, testprogramma's en de sensor-
/actortest.
6.4.1 Statistieken
Menu Installateurniveau Testmenu Statistieken
Hier kunt u de bedrijfsuren laten weergeven voor:
Zonnepomp
6.4.2 Testprogramma's
Menu Installateurniveau Testmenu Testpro-
gramma
Volgende testprogramma's zijn voorhanden:
Ontluchtingsprogramma starten
6.4.3 Sensor/werking test
Menu Installateurniveau Testmenu Sensoren-/ac-
torentest
Hier kunt u de actuele waarden van de volgende sensoren
aflezen:
Temperatuursensor T1
Collectortemperatuurvoeler T5
Boilertemperatuurvoeler T7 (indien aanwezig)
Zonnepomp
LEG/BYP
Driewegklep
Doorstroming zonnecircuit
Met de keuzetoets activeert u de volgende actoren. Daarna
kunt u met de plus- en de mintoets het vermogen van de
pompen of de doorstromingsrichting van de klep veranderen.
Bovendien kunt u de Doorstroming zonnecircuit laten
weergeven. De waarde wordt uit het pompvermogen en -
toerental berekend.
6.5 Configuratie
Via het menu Configuratie kunt u de instellingen, die u via
de installatieassistent uitgevoerd hebt, achteraf wijzigen.
Aanwijzing
Om beschadigingen aan de elektrische verwarmer
te voorkomen, kunt u de elektrische verwarmer
niet apart activeren, maar kunt u deze uitsluitend
via een testprogramma starten.
Taal
Contactgegevens
Datum
Klok
Zomer-/wintertijd
Aantal collectoren
Elektrische verwarmer aanwezig
Multifunctionele uitgang
Bijkomend kunt u het volgende instellen of aflezen:
Modus
Gewenste temperatuur warm water
Maximale boilertemperatuur
Inschakel verschil
eBUS thermostaat
4x tijdvenster (maandag-vrijdag 1, maandag-vrijdag 2,
zaterdag-zondag 1, zaterdag-zondag 2)
Legionellabeveiligingsfunctie
Omschakeltemperatuur voor multifunctionele uitgang
(alleen weergegeven wanneer het multifunctionele relais
op BYP is afgesteld)
Temperatuurverschil voor zonnelading bij de start
Temperatuurverschil voor zonnelading bij de stop
Starttemperatuur voor vorstbescherming
Stoptemperatuur voor vorstbescherming
Softwareversie
6.5.1 Tijdvenster
Menu Installateurniveau Configuratie
Zon: nalaadfunctie is continu gereed
Maan: geen naladen
Overdracht aan de gebruiker 7
0020206799_01 auroSTEP plus Installatie- en onderhoudshandleiding 19
6.5.2 Gewenste temperatuur warm water
Aanwijzing
Als de boilertemperatuurvoeler T7 is geïnstalleerd
of een elektr. verwarm. el. is geactiveerd, kan dit
menupunt worden ingesteld.
Menu Installateurniveau Configuratie Temperatuur
water
De gewenste temperatuur voor warm water is af fabriek op
60°C ingesteld. U kunt waarden tussen 20 °C en 70 °C in-
stellen.
De gewenste temperatuur geldt voor het elektr. verwarm. el.
en voor het naverwarmingstoestel (bij C1/C2).
6.5.3 Maximale boilertemperatuur
Menu Installateurniveau Configuratie Max. boiler-
temp.
Aanwijzing
Een hoge boilertemperatuur beïnvloedt de verkal-
king van de boiler. Verlaag daarom bij een hoog
kalkgehalte in het water de waarde voor de maxi-
male boilertemperatuur.
De maximale boilertemperatuur is af fabriek op 85 °C inge-
steld. U kunt waarden tussen 60°C en 85°C instellen.
Als de gemeten temperatuur van T1 en T6 min. 10 °C lager
is dan de maximale boilertemperatuur, start de zonnelader.
6.5.4 Legionellabeveiliging
Menu Installateurniveau Toestel configuratie Legi-
onellabescherming
U kunt de legionellabescherming instellen:
dagelijks (elke 24 uur)
wekelijks (elke 168 uur)
Als de warmwatertemperatuur in de boiler tijdens het inge-
stelde interval hoger is geworden dan 70 °C, wordt het inter-
val opnieuw gestart.
De legionellabeschermingsfunctie wordt alleen uitgevoerd,
als de warmwatertemperatuur binnen het interval 70 °C niet
heeft bereikt.
6.5.5 Inschakel verschil
Menu Installateurniveau Configuratie Inschakel-
verschil
Hier stelt u het temperatuurverschil in dat aanwezig moet zijn
tussen de boilertemperatuurvoeler T6 en de collectortempe-
ratuurvoeler, zodat de zonnepomp wordt gestart.
6.5.6 Uitschakelverschil zonne-energie
Menu Installateurniveau Configuratie Uitschakel-
verschil zonne-energie
Hier stelt u het temperatuurverschil in dat aanwezig moet zijn
tussen de boilertemperatuursensor T1 en de boilertempera-
tuursensor T6, opdat de zonne-energiepomp stopt.
6.5.7 Inschakelverschil warm water
Menu Installateurniveau Configuratie Inschakel-
verschil warm water
Hier stelt u het temperatuurverschil in dat er moet zijn tussen
de gewenste warmwatertemp. en de boilertemperatuursen-
sor T6, opdat de elektrische nalading start.
6.5.8 Min. pompen PWM
Menu Installateurniveau Configuratie Min. Pomp
pulsbreedtemodulatie
Dat is de laagst mogelijke waarde waarop de zonnepomp in
de werking op zonne-energie kan worden ingesteld.
6.5.9 eBUS thermostaat
Menu Installateurniveau Configuratie eBUS ther-
mostaat
Hier kunt u aflezen of de zonneregelaar de systeemthermo-
staat herkent.
6.5.10 Softwareversie
Menu Installateurniveau Configuratie Softwarever-
sie
Hier kunt u aflezen welke softwareversie op de zonnerege-
laar geïnstalleerd is. De softwareversies van het display (AI)
en van de hoofdprintplaat (SMU) worden afwisselend weer-
gegeven.
6.6 Ingebruikname documenteren
Overloop de volgende instellingen en waarden in de
checklist voor de gebruiker:
Systeemparameters
Systeemspoeling en -vulling
Installatiecontroles
Thermostaatinstellingen
7 Overdracht aan de gebruiker
1. Informeer de gebruiker van het zonnesysteem over de
bediening en de werking van het product.
2. Geef aan de gebruiker uitleg over de algemene veilig-
heidsinstructies.
3. Wijs de gebruiker vooral op de veiligheidsvoorschriften
die hij in acht moet nemen.
4. Geef aan de gebruiker uitleg over positie en werking
van de veiligheidsinrichtingen van de installatie.
5. Wijs de gebruiker op het belang van een regelmatig on-
derhoud door een erkende installateur. Om een regel-
matige uitvoering van de onderhoudswerkzaamheden
te garanderen, raden we aan om een onderhoudscon-
tract af te sluiten.
6. Draag het product over aan de gebruiker.
7. Geef aan de gebruiker uitleg over de fundamentele
bediening van het product.
8. Geef de gebruiker alle voor hem bestemde handleidin-
gen en productpapieren, zodat hij ze kan bewaren.
9. Neem de gebruiksaanwijzing samen met de gebruiker
door.
8 Storingen verhelpen
20 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP plus 0020206799_01
10. Beantwoord evt. zijn vragen.
11. Wijs de gebruiker erop dat de handleidingen in de na-
bijheid van het product moeten blijven, maar niet in of
op het product.
12. Leg de gebruiker uit welke maatregelen voor het bij-
vullen en ontluchten van de CV-installatie indien nodig
vereist zijn.
13. Leg de gebruiker uit hoe hij temperaturen, thermostaten
en thermostaatkranen juist (economisch) instelt.
14. Informeer de gebruiker over transportomstandigheden.
15. Geef aan de gebruiker uitleg over de garantiebepalin-
gen.
8 Storingen verhelpen
8.1 Fouten herkennen en verhelpen
Een overzicht van de fouten, mogelijke oorzaken en oplos-
singen vindt u in de bijlage.
Fouten herkennen en verhelpen ( Pagina 27)
8.1.1 Foutgeheugen opvragen
Menu Installateurniveau Foutenlijst
Het product beschikt over een foutgeheugen. Daar kunt u
de laatste tien opgetreden fouten in chronologische volgorde
opvragen.
Om tussen de aanwezige fouten te wisselen, druk op
of .
Om het complete foutgeheugen te wissen, druk op
("Wissen").
8.1.2 Overzicht van de foutcodes
Aanwijzing
Alleen de installateur mag de foutoorzaak van
de hierna beschreven fouten verhelpen en het
foutgeheugen wissen.
Foutcode Fouttekst
1069 Boilertemperatuurvoeler T7 fout
1070 Codeerweerstand ontbreekt
1273 Zonnepomp Elektronicafout
1276 Zonnepomp geblokkeerd
1278 Collectortemperatuurvoeler T5 fout
1279 Temp.sensor T6 fout
1281 Temp.sensor T1 fout
M.45 Zonnepomp droogloop
8.2 Zonnepomp opnieuw starten
Wanneer de zonnepomp een fout vertoont, start de zon-
nepomp dan opnieuw door op de reset-toets op de zon-
nepomp te drukken.
9 Inspectie en onderhoud
9.1 Inspectie- en onderhoudschecklist
In de volgende tabel zijn de inspectie- en onderhoudswerk-
zaamheden terug te vinden die u met bepaalde intervallen
moet uitvoeren.
Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden Interval
Zonnecircuit
Collectorvloeistof controleren Jaarlijks
Functie zonnepompen controleren Jaarlijks
Vloeistofpeil in het zonnecircuit controleren,
evt. bijvullen
Jaarlijks
Collectoren
Visuele controle collectoren, collectorbevesti-
gingen en aansluitverbindingen
Jaarlijks
Controleren of houders en collectoronderde-
len vuil zijn en goed vast zitten
Jaarlijks
Buisisolaties op schade controleren Jaarlijks
Zonneregelaar
Functie pompen controleren Jaarlijks
Temperatuurweergave van de voelers con-
troleren
Jaarlijks
Zonneopbrengst op plausibiliteit controleren Jaarlijks
Buffer
Magnesiumbeschermingsanode onderhou-
den
Jaarlijks
Binnenreservoir reinigen Jaarlijks
Aansluitingen op lekkages controleren Jaarlijks
CV circuit
Instelling van de tijdschake-
ling/tijdprogramma's controleren
Jaarlijks
Functie van de thermostaatmenger controle-
ren
Jaarlijks
9.2 Inspectie- en onderhoudsintervallen in acht
nemen
Gevaar!
Verwondings- en beschadigingsgevaar
door het niet uitvoeren of ondeskundig
uitvoeren van inspectie en onderhoud!
Inspectie en onderhoud mag alleen een er-
kend installateur uitvoeren.
Voer regelmatig de beschreven inspectie-
en onderhoudswerkzaamheden op een
deskundige manier uit.
Regelmatige inspectie en regelmatig onderhoud alsook het
exclusieve gebruik van originele reserveonderdelen zijn voor
Inspectie en onderhoud 9
0020206799_01 auroSTEP plus Installatie- en onderhoudshandleiding 21
een storingvrije werking en een lange levensduur van het
product van doorslaggevend belang.
We raden aan om een inspectie- resp. onderhoudscontract
af te sluiten.
9.3 Reserveonderdelen aankopen
De originele componenten van het product zijn in het kader
van de conformiteitskeuring meegecertificeerd. Als u bij het
onderhoud of de reparatie geen meegecertificeerde originele
Vaillant reserveonderdelen gebruikt, vervalt de conformiteit
van het product. Daarom adviseren we u dringend originele
Vaillant reserveonderdelen te monteren. Informatie over de
beschikbare originele Vaillant reserveonderdelen vindt u op
het aan de achterkant vermelde contactadres.
Als u bij het onderhoud of de reparatie reserveonderde-
len nodig hebt, gebruik dan uitsluitend originele Vaillant
reserveonderdelen.
9.4 Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden
voorbereiden
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok!
Aan de netaansluitklemmen L en N is altijd
continuspanning voorhanden!
Verbreek voor het begin van de werk-
zaamheden de verbinding van het product
met het elektriciteitsnet door het product
via een alpolige scheidingsinrichting met
minstens 3 mm contactopening (bijv. ze-
keringen of contactverbrekers) spannings-
vrij te maken.
Haal de frontmantel eraf. ( Pagina 10)
9.5 Netaansluitleiding vervangen
1. Controleer de netaansluitleidingen op beschadigingen.
2. Vervang een defecte netaansluitleiding.
3. Neem hiervoor contact op met de fabrieksklantenser-
vice.
9.6 Collectorvloeistof controleren en
vervangen
Opgelet!
Beschadigingsgevaar door oude collec-
torvloeistof!
Door veroudering kan de collectorvloeistof
haar vorst- en corrosiewerende werking ver-
liezen.
Controleer de collectorvloeistof jaarlijks.
Vervang de collectorvloeistof eventueel.
Opgelet!
Beschadigingsgevaar door ongeschikte
collectorvloeistof!
Het gebruik van ongeschikte collectorvloei-
stof kan tot functiestoringen en tot schade
aan het zonnesysteem leiden.
Vul uitsluitend met Vaillant collectorvloei-
stof.
1. Als u bij de controle van de collectorvloeistof vaststelt
dat de vorst- en corrosiebescherming niet meer voor-
handen is, vervang dan de collectorvloeistof.
2. Om het zonnecircuit volledig te legen, blaast u het met
perslucht uit. Vul dan het zonnecircuit volledig.
9.6.1 Collectorvloeistof controleren
1. Controleer de collectorvloeistof met een vorstveiligheid-
tester of een refractometer.
2. Controleer de vulhoogte met een siliconenslang op de
ontluchtingsklep, terwijl het systeem in ruststand is.
9.6.2 Collectorvloeistof aflaten
Voorafgaande werkzaamheden
Schakel het zonnesysteem uit door de stroomtoevoer te
onderbreken.
3
1
2
1. Sluit een tot aan de grond reikende slang aan de ont-
luchtingsklep (1) aan.
2. Leid het slangeinden in een voor collectorvloeistof ge-
schikt opvangreservoir (2) met voldoende volume (vul-
hoeveelheid 20 l of 40 l). Houd de slang zodanig in de
opvangbak dat de lucht erin kan stromen.
3. Om u tegen evt. lekkende hete damp en collectorvloei-
stof te beschermen, mag u het slangeinde niet in de
collectorvloeistof dompelen.
4. Open de ontluchtingsklep.
Hierbij kan evt. hete collectorvloeistof of damp lek-
ken.
5. Sluit een tot aan de grond reikende slang aan de vul-
en aftapaansluiting (3) aan.
6. Leid het slangeinde eveneens in het opvangreservoir
(2).
9 Inspectie en onderhoud
22 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP plus 0020206799_01
7. Zorg ervoor dat de slang aan het ontluchtingsventiel
niet in de collectorvloeistof hangt en er geen lucht door
aangezogen kan worden.
8. Open de kraan aan de vul- en aftapaansluiting.
9. Laat de collectorvloeistof helemaal af.
10. Sluit de kraan aan de vul- en aftapaansluiting.
11. Haal de slang van de vul- en aftapslang.
9.6.3 Collectorvloeistof bijvullen
Vul en ontlucht het zonnesysteem. ( Pagina 16)
9.7 Magnesiumbeschermingsanode
controleren en binnenreservoir van de
boiler reinigen
9.7.1 Magnesiumbeschermingsanode
controleren
1
2
1. Verwijder de afdekking (1) van de magnesiumbescher-
mingsanode (2).
2. Schroef de magnesiumbeschermingsanode eruit.
3. Controleer de magnesiumbeschermingsanode op slij-
tage.
4. Controleer de pakkingen en vervang deze evt.
5. Vervang de magnesiumbeschermingsanode indien no-
dig.
6. Schroef de magnesiumbeschermingsanode er weer in.
7. Controleer de boiler op dichtheid.
9.7.2 Product leegmaken
1
1. Schakel het product uit. ( Pagina 23)
2. Sluit de afsluitvoorziening in de koudwaterleiding van
het product.
3. Bevestig een geschikte slang op de aftapklep (1).
4. Breng het vrije einde van de slang naar een geschikte
afvoerplaats.
5. Open de aftapklep.
6. Open het hoogst gelegen warmwateraftappunt voor de
beluchting en de restloze lediging van de waterleidin-
gen.
7. Sluit de aftapklep en het warmwateraftappunt weer als
het water volledig is uitgelopen.
8. Verwijder de slang van de aftapklep.
9.7.3 Binnenreservoir reinigen
1. Zuig in het binnenreservoir achtergebleven verontrei-
nigingen door de opening voor de magnesiumbescher-
mingsanode af.
2. Schroef de magnesiumbeschermingsanode vast.
3. Vul en ontlucht de boiler. ( Pagina 16)
4. Controleer de boiler op dichtheid.
9.8 Veiligheidsklep controleren
1. Controleer de functie van de veiligheidsklep door venti-
leren.
2. Als bij het ventileren geen water naar buiten komt of als
de veiligheidsklep niet goed afsluit, vervang de veilig-
heidsklep dan.
Buitenbedrijfstelling 10
0020206799_01 auroSTEP plus Installatie- en onderhoudshandleiding 23
9.9 Elektrisch verwarmingselement controleren
en vervangen
1. Controleer het elektrisch verwarmingselement op wer-
king.
Menu Installateurniveau Testmenu Test-
programma's Elektr. verwarm. el. testen
Aanwijzing
Het testprogramma controleert of de zonne-
energiepomp een volumestroom veroorzaakt
en controleert of de temperatuur stijgt, nadat
het elektr. verwarm. el. is gestart.
2. Vervang een defect elektrisch verwarmingselement.
3. Let hierbij op de montagehandleiding, die bij het nieuwe
elektrische verwarmingselement is gevoegd.
9.10 Verdere controles/werkzaamheden
We raden aan om het onderhoud van het zonnesysteem
tegelijk met het onderhoud van de volledige CV-installatie
uit te voeren.
Controleer de collectoren en collectorbevestigingen op
vervuilingen en vastheid.
Controleer of de weergegeven waarden voor de zonneo-
pbrengst plausibel zijn.
Instrueer de gebruiker om de antiblokkeerfunctie van de
pomp elke 24 uur op foutloze werking te testen.
9.11 Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden
afsluiten
Nadat u alle onderhoudswerkzaamheden hebt afgesloten:
Controleer de elektrische aansluitingen op vastheid.
Open de onderhoudskranen.
Schakel de spanningsvoorziening weer in.
Controleer het product aan zonne-, verwarmings- en
warmwaterzijde op dichtheid.
Monteer de frontmantel. ( Pagina 15)
Zorg ervoor dat het startscherm wordt weergegeven en
er geen foutmelding verschijnt.
Zorg ervoor dat er bij een geactiveerd tijdvenster het
correcte symbool (zon of maan) wordt weergegeven op
het display.
Wanneer u de collectorvloeistof heeft vervangen resp.
bijgevuld, dan start u de zonnepomp via de sensor-/ac-
tortest T.05 en controleert in het kijkvenster of er een vo-
lumestroom op gang komt.
Heeft u een elektrisch verwarmingselement geïnstalleerd,
dan test u dit via het testprogramma P.02.
Laat de installatie proefdraaien.
10 Buitenbedrijfstelling
10.1 Tijdelijke buitenbedrijfstelling
10.1.1 Product uitschakelen
Schakel het product via de ter plekke geïnstalleerde
scheidingsvoorziening (bijv. zekeringen of contactver-
breker) spanningsvrij.
10.1.2 Voor vorstbescherming zorgen
Maak het product leeg. ( Pagina 22)
10.1.3 Afsluitinrichtingen sluiten
Sluit ook alle ter plekke aanwezige afsluitvoorzieningen.
10.2 Definitieve buitenbedrijfstelling
10.2.1 Product uitschakelen
Schakel het product via de ter plekke geïnstalleerde
scheidingsvoorziening (bijv. zekeringen of contactver-
breker) spanningsvrij.
10.2.2 Boiler, zonnesysteem en CV-installatie
volledig ledigen
1. Maak het product leeg. ( Pagina 22)
2. Laat de collectorvloeistof af. ( Pagina 21)
3. Leeg het CV-circuit volledig.
4. Voer de collectorvloeistof op een deskundige manier af
(Collectorvloeistof afvoeren ( Pagina 23)).
11 Recycling en afvoer
11.1 Recycling en afvoer
Verpakking afvoeren
Voer de verpakking reglementair af.
Neem alle relevante voorschriften in acht.
11.2 Collectorvloeistof afvoeren
Zorg ervoor dat de collectorvloeistof rekening houdende
met de plaatselijke voorschriften bijv. op een geschikte
vuilstortplaats of een geschikte verbrandingsinstallatie
verwerkt wordt.
Neem bij hoeveelheden onder 100 l contact op met de
plaatselijke gemeentereiniging of de chemocar.
12 Serviceteam
Geldigheid: België, Vaillant
N.V. Vaillant S.A.
Golden Hopestraat 15
B-1620 Drogenbos
Belgien, Belgique, België
Klantendienst: 233493 52
Geldigheid: Nederland, Vaillant
Het Serviceteam dient ter ondersteuning van de installateur
en is tijdens kantooruren te bereiken op nummer:
12 Serviceteam
24 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP plus 0020206799_01
Serviceteam: 02056594 40
Bijlage
0020206799_01 auroSTEP plus Installatie- en onderhoudshandleiding 25
Bijlage
A Installateurniveau overzicht
Instelniveau Waarden
Eenheid Stappengrootte, selectie, uitleg
Fabrieks-
instelling
min. max.
Installateurniveau
Code invullen 00 99 1 (installateurcode 17)
Installateurniveau Foutlijst
F.XX - F.XX¹ Actuele waarde
Installateurniveau Testmenu Statistieken
Zonnepomp Bedrijfsuren u
Installateurniveau Testmenu Testprogramma's
P.01Ontl.programma starten Ja, Nee
P.02 Elektr. verwarm. el testen Ja, Nee
Installateurniveau Testmenu Sensor/actortest
T.01Temp.sensor T1 °C
T.02 Collectorvoeler T5 °C
T.03 Boilervoeler T6 °C
T.04 Boilervoeler T7 °C
T.05 Zonnepomp 0 100 % 5, uit; 0, 100
T.07 LEG/BYP klep Aan, Uit
T.08 Driewegklep Elektr. verwarm.
el.
Aan, Uit
T.10 Debiet zonnecircuit l/min
Installateurniveau Configuratie
Gewenste warmwaterwaarde uit, 20 70 1
Product met warmwaterbereiding
60
Maximumtemperatuur boiler
60 85
85
Ma-vrij, 1e tijdvenster 00:00 00:00 10 minuten
Wordt weergegeven wanneer een elektrisch ver-
warmingselement of de boilervoeler T7 is aange-
sloten.
06:0022:00
Ma-vrij, 2e tijdvenster 00:00 00:00 10 minuten
Wordt weergegeven wanneer een elektrisch ver-
warmingselement of de boilervoeler T7 is aange-
sloten.
24:0024:00
Zat-zon, 1e tijdvenster 00:00 00:00 10 minuten
Wordt weergegeven, wanneer een elektr. ver-
warm. el. of de boilervoeler T7 is aangesloten.
06:0022:00
Zat-zon, 2e tijdvenster 00:00 00:00 10 minuten
Wordt weergegeven, wanneer een elektr. ver-
warm. el. of de boilervoeler T7 is aangesloten.
24:0024:00
Legionellabeveiliging dagelijks, wekelijks, uit Uit
Datum Actuele datum
Zomertijd automatische
tijdaanpassing
Aan, Uit Uit
Aantal collectoren 1 3 3
¹Foutlijsten zijn alleen voorhanden en kunnen gewist worden, als fouten opgetreden zijn.
Bijlage
26 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP plus 0020206799_01
Instelniveau Waarden
Eenheid Stappengrootte, selectie, uitleg
Fabrieks-
instelling
min. max.
Elektr. verwarm. el. Ja, Nee nee
Multifunctionele uitgang niet aangesloten, legionellabeschermingspomp,
bypass
Niet aange-
sloten
Bypass omschakeltemp. 20 65 °C 1; Bij deze temperatuur wordt de klep bediend. 50
Inschakelverschil st. 6 20 °C 1; verschil tussen T5 en T6 12
Uitschakelverschil 1 5 °C 1; verschil tussen T1 en T6 3
Inschakelverschil hw 5 25 °C 1; verschil tussen gewenste waarde warmwater-
temperatuur T1 en T6
15
Min. pompen PWM 10 100 % 1; kleinst mogelijke aansturing van de pomp 15
Vorstbesch. starttemp. 0 12 °C 1 10
Vorstbesch. stoptemp. 14 20 °C 1 15
eBUS-thermostaat herkend, niet herkend
Softwareversie Weergave softwareversie
Taal Deutsch, English, Français, Italiano, Dansk, Ne-
derlands, Castellano, Türkce, Magyar, Pусский,
Українськa, Svenska, Norsk, Polski, Čeština, Hr-
vatski, Slovenčina, Română, Slovenščina, Portu-
guês, Srpski
English
Contactgegevens Telefoonnum-
mer
0-9
Installateurniveau Resets
Fabrieksinstellingen Ja, Nee
Fabrieksinstellingen weer terugzetten?
Zonneopbrengst Ja, Nee
Weergave zonneopbrengst terugzetten?
Installateurniveau Start inst. ass.
Taal Deutsch, English, Français, Italiano, Dansk, Ne-
derlands, Castellano, Türkce, Magyar, Pусский,
Українськa, Svenska, Norsk, Polski, Čeština, Hr-
vatski, Slovenčina, Română, Slovenščina, Portu-
guês, Srpski
English
Datum Actuele datum
Klok actuele tijd
Zomertijd automatische
tijdaanpassing
Aan, Uit Uit
Elektr. verwarm. el. Ja, Nee nee
Aantal collectoren 1 3 3
Multifunctionele uitgang niet aangesloten, legionellabeschermingspomp,
bypass
Niet aange-
sloten
Testprogramma's Start automatisch
Installatieassistent beëindigen? Ja, Nee
¹Foutlijsten zijn alleen voorhanden en kunnen gewist worden, als fouten opgetreden zijn.
Bijlage
0020206799_01 auroSTEP plus Installatie- en onderhoudshandleiding 27
B Fouten herkennen en verhelpen
Storing Mogelijke oorzaak Verklaring/oplossing
Pompen starten met onregelmatige inter-
vallen, ook 's nachts
Antiblokkeerfunctie Geen fout
Collectoren zijn kouder dan de boiler, het
zonnesysteem start
Collectoren zijn kouder dan de boiler bo-
ven (temperatuur zichtbaar op het beeld-
scherm), maar warmer dan de boiler bene-
den
Geen fout
Zonneopbrengst ongewoon hoog Grote warmteverliezen Installatie dimmen
De zonneopbrengst is altijd groter dan de
bespaarde primaire energie
Systeem of product maken geluiden Klateren tijdens het starten/stoppen is nor-
maal
Geen fout
Lucht in de zonnepomp Zonnepomp ontluchten
Weergegeven temperatuur niet correct Slechte verbinding van de temperatuurvoe-
lers
Zitting en positie van de temperatuurvoe-
lers controleren
Stand van de collectorvloeistof daalt na
verloop van tijd
Zonnecircuit ondicht Lekken opzoeken en afdichten
Druk te hoog en veiligheidsklep blaast af Functie veiligheidsklep controleren
Zonnepomp loopt, collectorvloeistof wordt
niet getransporteerd
Afsluitklep gesloten Afsluitklep openen
Drukverliezen te hoog Functie zonnecircuit controleren
Lucht in het zonnecircuit Systeem opnieuw spoelen
Sommige instelparameters zijn niet verstel-
baar (tijd, datum, enz.)
Product was/is met systeemthermostaat
verbonden
Systeemthermostaat verwijderen en pro-
duct opnieuw starten (op ontstoringstoets
drukken)
Lawaai bij de eerste start van het zon-
nelaadstation met elektrische dompelaar
Lucht in het systeem Reset starten en tweede start afwachten
Bijlage
28 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP plus 0020206799_01
C Bedradingsschema
4
1
2
3
7
8
9
5
6
1 Zonnelaadstation
2 Veiligheidstemperatuurbegrenzer
3 Elektr. verwarm. el.
4 Legionellabeschermingspomp of warmwaterklep ter
bescherming van het verwarmingsapparaat
5 Driewegklep
6 Elektr. verwarm. el.
7 Collectortemperatuursensor
8 Temperatuursensor boiler boven
9 Aansluiting voor C1/C2-verbindingskabel op de
warmteopwekker
D Technische gegevens
Technische gegevens boiler
VIH S1 150/4 B VIH S1 250/4 B VIH S2 250/4 B VIH S2 350/4 B
Boilervolume
150 l 250 l 250 l 350 l
Volume collectorvloei-
stof (incl. zonnemodule
en optioneel elektr.
verwarm. el.)
10 l 10 l 10 l 12 l
Toegestane bedrijfs-
druk zonnecircuit
0,6 MPa 0,6 MPa 0,6 MPa 0,6 MPa
Toegestane bedrijfs-
druk warm water
1,0 MPa 1,0 MPa 1,0 MPa 1,0 MPa
Toegestane bedrijfs-
druk CV-circuit
0,3 MPa 0,3 MPa 0,3 MPa 0,3 MPa
Bijlage
0020206799_01 auroSTEP plus Installatie- en onderhoudshandleiding 29
VIH S1 150/4 B VIH S1 250/4 B VIH S2 250/4 B VIH S2 350/4 B
Zonne-aanvoertempe-
ratuur
130 130 130 130
Warmwatertemperatuur
99 99 99 99
Aantal collectoren
1 2 1 2 1 2 2 3
Technische gegevens zonnelaadstation
VMS 8 VMS 8 met elek-
trische dompe-
laar
Vermogen elektrische
dompelaar
2,5 kW
Vermogen zonnepomp
70 W 70 W
Werkspanning
220 240 V
AC
220 240 V
AC
Frequentie
50 Hz 50 Hz
Beschermingsklasse
IPX1 IPX1
E Maximaal dagelijks warmwatervermogen
Soort belasting Volume Boilergrootte 150 l (mono-
valente boiler)
Boilergrootte 250 l (biva-
lente boiler)
Boilergrootte 350 l (biva-
lente boiler)
1-3 personen 3-6 personen 4-7 personen
Warmwatervermogen
in de winter bij 60 °C
(ΔT = 35 K)
Standaardhuis-
houden N
L
2,0 2,5
Liter bij ΔT = 35 K (van
10 °C tot 45 °C) met ver-
warmingsapparaat en
gewenste warmwater-
waarde = 60 °C
l/10 min. 195 215
Liter bij ΔT = 35 K (van
10 °C tot 45 °C), uitslui-
tend zonnebedrijf bij een
maximumtemperatuur
van de boiler van 85 °C
l/10 min. 295 448 601
0020206799_01 28.07.2015
N.V. Vaillant S.A.
Golden Hopestraat 15 B-1620 Drogenbos
Tel. 233493 00 Fax 233493 19
Kundendienst 233493 52 Service après-vente 233493 52
Klantendienst 233493 52
info@vaillant.be www.vaillant.be
Vaillant Group Netherlands B.V.
Postbus 23250 1100 DT Amsterdam
Telefoon 02056592 00 Telefax 02069693 66
Consumentenservice 02056594 20 Serviceteam 02056594 40
info@vaillant.nl www.vaillant.nl
© Deze handleidingen, of delen ervan, zijn auteursrechtelijk beschermd en mogen alleen met schriftelijke toe-
stemming van de fabrikant vermenigvuldigd of verspreid worden.
3


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Vaillant auroSTEP plus VMS 8 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Vaillant auroSTEP plus VMS 8 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 3,95 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Vaillant auroSTEP plus VMS 8

Vaillant auroSTEP plus VMS 8 User Manual - German - 12 pages

Vaillant auroSTEP plus VMS 8 User Manual - Dutch - 16 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info