d) Servicebereik & geheugenbanken
••
Service-bereik ("Service Banks")
De handscanner beschikt over meerdere speciale ontvangstbereiken die door de fabri-
kant met frequenties voor b.v. 27 MC- en luchtvaartzenders vooraf geprogrammeerd zijn.
Echter gelden deze ontvangstbereiken alleen in bepaalde landen omdat ieder land an-
dere frequenties gebruikt.
••
Geheugenbanken ("Channel Storage Banks")
De scanner beschikt over 10 geheugenbanken. In elke geheugenbank kunnen maximaal
20 verschillende frequenties geprogrammeerd worden.
Dit dient niet alleen voor het snelle doorzoeken naar momenteel actieve uitzendingen
maar is tevens bedoeld voor het sorteren van frequenties. Bijvoorbeeld kunt u in geheu-
genbank 1 meerdere vaak doorzochte 27 MC-zendfrequenties en tevens twee bedrijfs-
zendfrequenties opslaan. In geheugenbank 2 kunt u drie luchtvaartfrequenties en
meerdere radiostations programmeren enz.
De handscanner doorzoekt dan tijdens het scannen alleen nog de telkens geactiveerde
geheugenbanken, dit gaat aanzienlijk sneller in verhouding tot de normale zoekfunctie.
8. Bediening
a) Inschakelen
Indien de antenne nog niet aangesloten is moet u deze eerst op de handscanner
aansluiten.
1. Draai de Squelch-regelaar en de volumeregelaar tegen de wijzers van de klok in tot
aan de aanslag.
2. Houd de toets ongeveer twee seconden ingedrukt tot de handscanner zich in-
schakelt.
3. Draai de volumeregelaar iets met de wijzers van de klok mee.
4. Indien de handscanner direct frequenties scant drukt u op de toets "
Hold
".
5. Draai de Squelch-regelaar langzaam met de klok mee tot het ruisen stopt.
b) Uitschakelen
Houd de toets ongeveer twee seconden ingedrukt tot de handscanner zich uitschakelt.
c) Bekende frequenties opslaan
1. Druk op de toets "
Hold
" om een zoek- of scanprocedure te stoppen. Op het display
verschijnt "
HOLD
".
2. Voer via de cijfertoetsen
0...9
de gewenste geheugenplaats in, op welke u een fre-
quentie wilt opslaan, bijv. "200".
Druk vervolgens kort op de "
Func
"-toets en aansluitend op de toets "
E/Pgm
".
3. Voer nu via de cijfertoetsen
0...9
en de toets "
•
" (decimale punt) de gewenste fre-
quentie in.