7. Bedieningselementen
a) Apparaat
1 Antennesokkel (BNC)
2 Hoofdtelefoonbus (3,5 mm jackplugbus)
3 Draairegelaar "Squelch" (ruisonderdrukking)
Met deze regelaar wordt de aanspreekdrempel van de ruisonderdrukking ingesteld.
De ontvangstruis wordt onderdrukt en alleen “perfecte” zenders worden doorgelaten
en ontvangen.
De instelling van deze draairegelaar is vooral belangrijk bij de functies "SCAN" en
"SEARCH".
4 Draairegelaar "Volume" (geluidssterkte)
5 LC-display
6 Laagspanningsbus voor de bijgeleverde stekkernetvoeding
7 Toetsenblok
8 Geïntegreerde luidspreker
9 Toets voor het in- en uitschakelen
10 Toets voor het inschakelen van de displayverlichting
b) Beschrijving van de toetsen
Sommige toetsen bezitten een dubbele functie. Een functie is direct op de toets opgedrukt en
de andere functie wordt naast de toets aangeduid.
••
De functie wordt geactiveerd na het indrukken van de toets.
••
Om de functie te activeren die naast de toets staat moet eerst kort de "
Func
"-toets inge-
drukt worden. Op het display verschijnt ter bevestiging een . Vervolgens de gewenste
toets indrukken.
Na het opnieuw indrukken van de "
Func
"-toets verdwijnt de aanduiding op het display en
de functiemodus is uitgeschakeld.