24
om een foutloze werking van
uw toestel te garanderen.
7. De openingen onder de
voertuigbodem moeten van
vuil en sneeuwblubber wor-
den vrijgehouden. Ze mogen
niet in het spatbereik van de
wielen liggen, eventueel
spuitbeveiliging aanbrengen.
8. Wordt de voertuigbodem
van tectyl voorzien, moeten
alle onder de wagen voorhan-
den openingen worden afge-
dekt, opdat de spuitnevel die
ontstaat niet in het toestel ge-
raakt en tot storingen van de
werking leidt. Na beëindiging
van de werkzaamheden de
afdekkingen weer verwijde-
ren.
9. Om beschadigingen aan
de compressor te voorko-
men, mogen bij werking van
het toestel gedurende de rit
(b.v. met generator of span-
ningsomvormer) geen stijgin-
gen of dalingen van meer
dan 8% worden bereden.
10. Geen langer koelbedrijf in
schuine ligging uitvoeren,
omdat eventueel het ontstane
condenswater niet kan aflopen
en in het meest ongunstige
geval in het voertuig geraakt.
Onderhoud
Aan de voorkant van de toe-
stellen is een pluizenfilter
voor de aanzuiging van de
circulatielucht (bladzijde C,
afb. B, pos. 24). Deze moet in
regelmatige afstanden, ten
minste echter 2 x in het jaar,
worden gereinigd en zo no-
dig worden vervangen.
Het toestel mag nooit
zonder pluizenfilter
worden geëxploiteerd. Zon-
der filter kan de verdamper
vervuilen. Dit kan weer het
vermogen van het toestel ver-
minderen!
Onder de voertuigbodem is
de afloop voor het condens-
water (bladzijde C, afb. B,
pos. 11). Opdat het condens-
water vrij kan aflopen, dient
regelmatig te worden gecon-
troleerd of de afloopslang vrij
van vuil, gebladerte of derge-
lijke is. Wordt hiermee
geen rekening gehouden,
kan condenswater in het
voertuig geraken!
Zoeken naar storingen
Bij een storing neemt u alstu-
blieft principieel contact op
met de Truma-service (zie
bladzijde 44).
Alvorens u de klantenservice
opbelt, controleert u alstu-
blieft:
1. Is de toevoer van de cara-
van 230 V correct aangeslo-
ten en zijn de zekeringen en
veiligheidsschakelaars in orde?
2. Is de ingestelde temperatuur
op de afstandsbediening lager
dan de ruimtetemperatuur?
3. Is de pluisfilter op het toe-
stel (bladzijde C, afb. B,
pos. 24) of de luchtaanzui-
ging naar de stuwkast
(pos. 1), waarin het toestel
ingebouwd is, vrij?
4. Is de opening voor de ver-
zorgingslucht in de voertuig-
bodem of in de zijwand van
het voertuig vrij van vuil, ge-
bladerte of dergelijke?
Vervangen van de
accu´s in de
afstandsbediening
Maakt u alstublieft uitsluitend
gebruik van uitloopveilige mi-
crobatterijen, model LR 3,
AM4, AAA, MN 2400 (1,5 V).
Op de achterkant van de
afstandsbediening is het
accuvak.
Let u bij het inzetten van
nieuwe batterijen plus/min!
Lege, verbruikte batte-
rijen kunnen weglopen
en de afstandsbediening be-
schadigen! Verwijdert u de
batterijen als de afstandsbe-
diening over een langere pe-
riode niet werd gebruikt.
Geen garantieclaim voor
beschadigingen door leeg-
gelopen batterijen.
Vóór het tot schroot verwer-
ken van een defecte af-
standsbediening in ieder ge-
val de batterijen verwijderen
en correct ontdoen.
Toebehoren
Desgewenst levert Truma een
partikelfilter ter reiniging van
de ruimtelucht.
Inbouwset partikelfilter
compleet met houdersframe
(art.-nr. 40040-23600).
Reserve-partikelfilter
(art.-nr. 40040-23100).
Indien vóór het airco-
toestel een bevesti-
gingshoek (1) is gemonteerd,
moet ter montage van de in-
bouwset het aircotoestel ge-
deeltelijk worden gedemon-
teerd en de hoek om ca.
6 mm worden verplaatst.
Filterwissel
Oude vervuilde filter naar bo-
ven verwijderen. Nieuwe filter
van boven in de geleidings-
rails plaatsen en vast naar be-
neden schuiven.
Geluiddemper voor montage
in de koude-luchtbuis, voor
extra geluiddemping binnen
het woonvertrek
(art.-nr. 40040-60100).
Uitblaaskanaal voor extra ge-
luidsreducering buiten het
woonvertrek.
Montage onder het voertuig
(art.-nr. 40040-32500).
Instructies m.b.t.
het gebruik van
airconditioningen
- De Truma-Frostair 1700 is
voor een minimale stroomop-
name gedacht. Controleert u
vóór ingebruikname echter of
het kampeerterrein voldoen-
de beveiligd is (ten minste
3 A).
- Zet u uw voertuig naar mo-
gelijk in de schaduw neer.
- Het verduisteren met zon-
neweringen en/of een afdak
reduceert de warmtetoevoer.
- Reinigt u uw dak regelma-
tig (vervuilde daken verwar-
men zich sterker).
- Lucht u uw toestel zorgvul-
dig vóór het bedrijf van het
toestel om de opgestuwde
warme lucht uit het voertuig
te brengen.
- Let u bij bevestigen van
schorten of dergelijke op vol-
doende openingen ter afvoer
van de verzorgingslucht. De
opening voor de warme ver-
bruikte lucht dient niet op de
ingangszijde te liggen.
- Om een gezond binnenkli-
maat te verkrijgen, dient het
verschil tussen binnen- en
buitentemperatuur niet te
groot te worden gekozen. Ge-
durende de werking wordt de
circulerende lucht gereinigd
en gedroogd. Door de dro-
ging van de zwoel-vochtige
lucht wordt ook bij kleine
temperatuurverschillen een
aangenaam ruimteklimaat tot
stand gebracht.
- Houdt u gedurende het
koelbedrijf alle deuren en
ramen gesloten.