Een statuspagina afdrukken ........................................................................................................................... 2-6
Embedded Web Server RX ............................................................................................................................2-17
Aan- en uitzetten ............................................................................................................................................ 2-21
Papier plaatsen ..............................................................................................................................................2-24
Een afdruktaak annuleren ............................................................................................................................... 3-3
Vervangen van de tonerafvalbak ....................................................................................................................5-6
De printer reinigen ...........................................................................................................................................5-8
Langdurig niet gebruiken en verplaatsen van de printer ...........................................................................5-10
Over de opties ..................................................................................................................................................A-2
Embedded Web Server RX..................................................................................................................2-17
Aan- en uitzetten..................................................................................................................................2-21
Papier plaatsen ....................................................................................................................................2-24
Voorbereiding voor het gebruik
2-2
Netwerkinterfaceparameters wijzigen
Deze printer ondersteunt TCP/IP (IPv4), TCP/IP (IPv6), IPP, SSL server en de IPSec-protocollen en Beveiligingsniveau.
In de onderstaande tabel staan de benodigde items voor elk van de instellingen.
Configureer de netwerkparameters van de printer zoals nodig voor uw PC en uw netwerkomgeving.
MenuSubmenuInstelling
NetwerkTCP/IP-instellingenTCP/IPAan/Uit
IPv4-instellingDHCPAan/Uit
Auto-IPAan/Uit
IP-adresIP-adres
SubnetmaskerIP-adres
Default GatewayIP-adres
BonjourAan/Uit
IPv6-instellingTCP/IP (IPv6)Aan/Uit
RA (Stateless)Aan/Uit
DHCPv6Aan/Uit
ProtocoldetailNetBEUIAan/Uit
SNMPv3Aan/Uit
FTP (Server)Aan/Uit
SNMPAan/Uit
SMTPAan/Uit
POP3Aan/Uit
RAW PortAan/Uit
LPDAan/Uit
HTTPAan/Uit
LDAPAan/Uit
Netwerk opnieuw opstartenJa/Nee
2-3
Voorbereiding voor het gebruik
Netwerkinstellingen
Dit deel legt de instellingen uit voor gebruik van DHCP of wanneer een IP-adres ingevoerd wordt met TCP (IPv4)
geselecteerd. Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie over de instellingen. Raadpleeg Het
menuselectiesysteem gebruiken op pagina 4-7 voor informatie over gebruik van het menuselectiesysteem.
1Druk, wanneer de printer Gereed om te printen., Even
wachten aub. of Wordt verwerkt. aangeeft, op [Menu].
Selectiemenu Modus wordt weergegeven.
2Druk op of om Netwerk te selecteren.
3Druk op [OK]. Menu Netwerk verschijnt.
BeveiligingNetw. beveilig.WSD-PRINTAan/Uit
Geavanceerd WSDAan/Uit
EnhancedWSD(SSL)Aan/Uit
IPPAan/Uit
SSL-instellingSSLUit/AanAan/Uit
EncryptieAES/DES/3DES
IPP via SSLAan/Uit
HTTPSAan/Uit
IPSecAan/Uit
Thin PrintUit/AanAan/Uit
Thin Print over SSLAan/Uit
LAN-interfaceAuto/10BASE-Half/
10BASE-Full/
100BASE-Half/
100BASE-Full/
1000BASE-T
Opmerking Wanneer de netwerkinstellingen gewijzigd zijn, moet de netwerkkaart van het apparaat opnieuw
opgestart worden. Dit moet om de instellingen van kracht te maken. Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding
voor meer informatie.
Opmerking Controleer bij het handmatig invoeren van een IP-adres het IP-adres, Subnetmasker en Default
Gateway bij de systeembeheerder.
MenuSubmenuInstelling
Menu:
a
b
********************-
2
USB-geheugen
3
Teller
[ Einde ]
1
Druk rapport af
Netwerk:
a
b
********************-
2
Netw.opn. opstart.
[ Einde ]
1
TCP/IP instel.
Voorbereiding voor het gebruik
2-4
Controleren of TCP/IP ingeschakeld is
Dit is een uitleg voor het instellen van IPv4, maar TCP/IP moet ook aan zijn bij het instellen voor IPv6.
4Selecteer TCP/IP-instel. en druk op [OK]. Menu TCP/IP
instel. verschijnt.
5Druk op of om TCP/IP te selecteren.
6Druk op [OK]. Menu TCP/IP verschijnt.
7Controleer of Aan geselecteerd is. Als Uit geselecteerd is, druk dan
op of om Aan te selecteren.
8Druk op [OK]. De TCP/IP-instellingen worden ingesteld en menu
TCP/IP instel. verschijnt opnieuw.
DHCP in- of uitschakelen
Selecteer Aan wanneer een DHCP-server gebruikt wordt om automatisch een IP-adres te verkrijgen. Selecteer Uit om een
IP-adres in te geven.
9Druk op of om IPv4 Instelling te selecteren.
10
Druk op [OK]. Menu IPv4 Instelling verschijnt.
11
Druk op of om DHCP te selecteren.
12
Druk op [OK]. Venster DHCP verschijnt.
13
Druk op of om Uit of Aan te selecteren.
Opmerking Er wordt "*" weergegeven voor de instelling die
geselecteerd is.
TCP/IP instel.:
a
b
********************-
2
IPv4 Instelling
3
IPv6 Instelling
[ Einde ]
1
TCP/IP
TCP/IP:
a
b
1
Uit
********************-
2
*Aan
TCP/IP instel.:
a
b
********************-
2
IPv4 Instelling
3
IPv6 Instelling
[ Einde ]
1
TCP/IP
IPv4 Instelling:
a
b
********************-
2
Auto-IP
3
IP-adres
[ Einde ]
1
DHCP
DHCP:
a
b
1
Uit
********************-
2
*Aan
2-5
Voorbereiding voor het gebruik
14
Druk op [OK]. De DHCP-instelling wordt ingesteld en menu IPv4
Instelling verschijnt opnieuw.
Ingeven van het IP-adres
Als DHCP ingesteld is op Uit, geef dan het IP-adres handmatig in.
15
Druk op of om IP-adres te selecteren.
16
Druk op [OK]. Menu IP-adres verschijnt.
17
Gebruik de cijfertoetsen of of om het IP-adres in te voeren.
Er kunnen waarden tussen 000 en 255 ingesteld worden.
Verhoog of verlaag de cijfers door op of te drukken.
Gebruik en om de positie waarop ingevoerd wordt, te wijzigen;
de actieve positie wordt benadrukt.
18
Druk op [OK]. Het IP-adres wordt opgeslagen en menu IPv4
Instelling verschijnt opnieuw.
Ingeven van het subnetmasker
Als DHCP ingesteld is op Uit, geef het subnetmasker dan handmatig in.
19
Druk op of om Subnetmasker te selecteren.
20
Druk op [OK]. Menu Subnetmasker verschijnt.
21
Gebruik de cijfertoetsen of of om het subnetmasker in te voeren.
Er kunnen waarden tussen 000 en 255 ingesteld worden.
De invoermethode is gelijk aan die voor het IP-adres.
22
Druk op [OK]. De instelling voor het subnetmasker wordt opgeslagen
en menu IPv4 Instelling verschijnt opnieuw.
Opmerking DHCP wordt ingeschakeld wanneer Aan
geselecteerd is. Druk op [Menu] om selectiemenu Modus te
verlaten.
Wanneer Uit ingesteld is, ga dan verder met het IP-adres
ingeven.
IPv4 Instelling:
a
b
********************-
2
Auto-IP
3
IP-adres
[ Einde ]
1
DHCP
IP-adres:
a
b
/**0.
0. 0. 0
IPv4 Instelling:
a
b
1
DHCP
2
Auto-IP
********************-
[ Einde ]
3
IP-adres
Subnetmasker:
a
b
/**0.
0. 0. 0
IPv4 Instelling:
a
b
********************-
5
Default Gateway
6
Bonjour
[ Einde ]
4
Subnetmasker
Voorbereiding voor het gebruik
2-6
Ingeven van de Default Gateway
Als DHCP ingesteld is op Uit, geef de Default Gateway dan handmatig in.
23
Druk op of om Default Gateway te selecteren.
24
Druk op [OK]. Menu Default Gateway verschijnt.
25
Gebruik de cijfertoetsen of of om de default gateway in te
voeren.
Er kunnen waarden tussen 000 en 255 ingesteld worden.
De invoermethode is gelijk aan die voor het IP-adres.
26
Druk op [OK]. De default gateway wordt opgeslagen en menu IPv4
Instelling verschijnt opnieuw.
Hiermee worden de netwerkinstellingen afgerond. Druk op [Menu]
om selectiemenu Modus te verlaten.
Een statuspagina afdrukken
Druk, als u klaar bent met de netwerkinstellingen, een statuspagina af. Met de statuspagina kunt u verschillende
informatiegegevens bevestigen, waaronder netwerkadressen en netwerkprotocollen.
Selecteer, om een statuspagina af te drukken, Statuspagina in het menu Druk rapport af. Raadpleeg de Engelse
Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Opmerking Wanneer de netwerkinstellingen gewijzigd zijn,
moet de netwerkkaart van het apparaat opnieuw opgestart
worden. Dit moet om de instellingen van kracht te maken.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer
informatie.
Default Gateway
a
b
/**0.
0. 0. 0
2-7
Voorbereiding voor het gebruik
Software installeren
Zorg ervoor dat de printer aan staat en aangesloten is op de PC voordat u de printerdriver vanaf de schijf met Product
Library.
Software
De volgende software kan vanaf de meegeleverde schijf met Product Library geïnstalleerd worden.
In Snelle modus worden de Printing System Driver en de lettertypes automatisch geïnstalleerd. In Aangepaste modus kan
de software geselecteerd en geïnstalleerd worden.
: Geïnstalleerd als standaard. : Geïnstalleerd indien geselecteerd.
De software in Windows installeren
Volg de onderstaande stappen om de printerdriver te installeren als u deze printer aansluit op een Windows-PC. Het
voorbeeld laat zien hoe de machine op een Windows 7-PC kan worden aangesloten.
U kunt de Snelle modus of de Aangepaste modus gebruiken om de software te installeren. Snelle modus detecteert
automatisch aangesloten printers en installeert de vereiste software. Gebruik Aangepaste modus als u de printerpoort wilt
specificeren en de te installeren software selecteren.
1Schakel de computer in en start Windows.
Als het dialoogvenster Wizard Nieuwe hardware gevonden
verschijnt, selecteert u Annuleren.
SoftwareFunctieBeschrijving
Installatiemethode
Snelle modus
Aangepaste
modus
Printing System DriverAfdrukkenDriver voor afdrukken van bestanden op een
computer bij het apparaat. Deze printerdriver
maakt een volledig gebruik van de functies van de
machine mogelijk.
Printing System XPS
DRIVER
Printerdriver voor het XPS- (XML
papierspecificatie) formaat, ontwikkeld door
Microsoft Corporation. (alleen Windows 7,
Windows Vista, Windows Server 2008/R2.)
—
PCL mini-driverEen driver van type Microsoft mini-driver die
zowel PCL als KPDL emuleert en uitvoert. KPDL
is de implementatie van Kyocera van de
PostScript-taal. Met deze driver is het slechts
mogelijk een beperkt aantal van de functies en
optionele functionaliteit van de machine te
gebruiken.
—
KPDL mini-driver—
NETWORK PRINT
MONITOR
UtilityTool die het mogelijk maakt de machine, indien
aangesloten op een netwerk, te monitoren.
—
Network Tool for Direct
Printing
Eenvoudig afdrukken van PDF-documenten.—
LettertypesDit zijn de schermlettertypes die overeenkomen
met de printerlettertypes.
Opmerking Voor besturingssystemen van Windows geldt dat voor het installeren van printerdrivers aangelogd
moet worden met een account met beheerdersrechten.
Voorbereiding voor het gebruik
2-8
2Plaats de schijf met Product Library die met de printer is meegeleverd
in het optische station van de PC. In Windows 7, Windows Server
2008/R2 en Windows Vista verschijnt het scherm voor het beheren
van gebruikersaccounts. Klik op Ja.
Het installatieprogramma wordt gestart.
3Kies Gebruiksrechtovereenkomst weergeven en lees de
Gebruiksrechtovereenkomst. Kies Accepteren.
4Kies Software installeren.
De software-installatiewizard wordt opgestart.
Vanaf hier verschilt de procedure naargelang uw versie van Windows
en uw verbindingsmethode. Kies de correcte procedure voor uw
verbindingstype.
•Snelle modus
•Aangepaste modus
Snelle modus
In Snelle modus detecteert het installatieprogramma automatisch de printer wanneer deze aan staat. Gebruik Snelle modus
voor standaard verbindingsmethodes.
1Selecteer in het keuzevenster voor installatiemethode voor Snelle
modus. Het venster voor afdruksysteemdetectie verschijnt en het
installatieprogramma detecteert de aangesloten printers. Indien het
installatieprogramma geen afdruksysteem detecteert, controleer dan
of het afdruksysteem is aangesloten via USB of een netwerk en of het
is ingeschakeld. Keer vervolgens terug naar het venster voor
afdruksysteemdetectie.
Opmerking Als de software-installatiewizard niet
automatisch start, open dan het venster van de schijf met
Product Library in Windows Verkenner en dubbelklik op
Setup.exe.
Opmerking Hoewel de informatie die wordt weergegeven in
de dialoogvensters voor installatie in Windows 7 en Windows
Vista/XP enigszins verschilt, is de installatieprocedure
dezelfde.
Netwerkverbinding is alleen mogelijk bij met netwerk
compatibele modellen.
2-9
Voorbereiding voor het gebruik
2Selecteer het afdruksysteem dat u wilt installeren, en kies Volgende.
3U kunt de afdruksysteemnaam aanpassen in het installatie-
instellingenvenster. Deze naam zal worden weergegeven in het
printervenster en in de printerlijsten weergegeven in applicaties.
Specificeer of u de afdruksysteemnaam wilt delen of het
afdruksysteem als bestaande printer wilt instellen en klik op
Volgende.
4Er verschijnt een venster waarin u de instellingen kunt controleren.
Controleer de instellingen nauwkeurig en kies Installeren.
5Er verschijnt een melding die zegt dat de printer goed is
geïnstalleerd. Kies Einde om de wizard voor installatie van de printer
te verlaten en terug te keren naar het hoofdmenu van de schijf met
Product Library.
Als het dialoogvenster voor apparaatinstelling verschijnt nadat u
Einde hebt gekozen, kunt u de instellingen specificeren voor
onderdelen zoals optionele functies die in het afdruksysteem zijn
geïnstalleerd. U kunt ook de apparaatinstellingen specificeren nadat
u de installatie heeft verlaten. Raadpleeg de Printing System Driver
User Guide op de schijf met Product Library voor meer informatie.
Hiermee is de installatieprocedure van de printerdriver voltooid. Volg
de instructies op het scherm om het systeem opnieuw op te starten,
indien nodig.
Aangepaste modus
Gebruik Aangepaste modus als u de printerpoort wilt specificeren en de te installeren software selecteren.
Als u bijvoorbeeld niet wilt dat op uw computer geïnstalleerde lettertypes worden vervangen, selecteer dan Aangepaste
modus en vink het selectievakje voor Lettertypes in het installatievenster uit.
Opmerking Als de wizard Nieuwe hardware gevonden
verschijnt, kiest u Annuleren. Als er een
waarschuwingsmelding bij hardware-installatie verschijnt,
kiest u Doorgaan.
BELANGRIJK Stap 3 verschijnt alleen als het afdruksysteem is
verbonden via een netwerk. Deze stap verschijnt niet als het af-
druksysteem is verbonden via USB.
Netwerkverbinding is alleen mogelijk bij met netwerk compatibele
modellen.
Opmerking Als venster Windows Beveiliging verschijnt, kies
dan voor Deze software toch installeren.
Voorbereiding voor het gebruik
2-10
1Selecteer Aangepaste modus.
2Volg de instructies in het venster van de installatiewizard, selecteer
de softwarepakketten die moeten worden geïnstalleerd en
specificeer de poort, enz.
Raadpleeg de Printing System Driver User Guide op de schijf met
Product Library voor meer informatie.
Installatie op een Macintosh
1Schakel de printer en de Macintosh in.
2Plaats de schijf met Product Library die met de printer is meegeleverd
in het optische station van de Macintosh.
3Dubbelklik op het pictogram voor schijf met Product Library dat op het
bureaublad weergegeven wordt.
4Dubbelklik op OS X 10.4 Only of OS X 10.5 or higher, afhankelijk
van uw MAC OS-versie.
5Dubbelklik op (Merknaam) OS X 10.x.
6Het installatieprogramma van de printerdriver start.
7Kies Bestemming selecteren, Installatietype en installeer
vervolgens de printerdriver zoals aangegeven door de instructies in
de installatiesoftware.
BELANGRIJK Voer in het scherm Verificatie de naam en het
wachtwoord in die worden gebruikt voor het besturingssysteem.
Hiermee is de installatie van de printerdriver voltooid. Specificeer
vervolgens de afdrukinstellingen.
Opmerking Behalve Standaard installatie omvatten de
opties voor Installatietype ook Aangepaste installatie,
waarmee u de te installeren onderdelen kunt specificeren.
2-11
Voorbereiding voor het gebruik
Indien er een IP- of AppleTalk-verbinding wordt gebruikt, zijn de
onderstaande instellingen vereist. Indien een USB-verbinding wordt
gebruikt, wordt de printer automatisch herkend en verbonden.
8Open Systeemvoorkeuren en kies Afdrukken en scannen.
9Klik op het plus-symbool (+) om de geïnstalleerde printerdriver toe te
voegen.
10
Klik op het pictogram voor IP voor een IP-verbinding en voer het IP-
adres en de printernaam in.
Klik voor een connectie met Bonjour op het standaard pictogram en
selecteer de printer waarvoor Bonjour onder Verbinding verschijnt.
Voorbereiding voor het gebruik
2-12
11
Selecteer de geïnstalleerde printerdriver en kies Toevoegen.
12
Selecteer de beschikbare opties voor de printer en kies OK.
13
De geselecteerde printer wordt toegevoegd. Hiermee is de procedure
voor de printerinstelling voltooid.
2-13
Voorbereiding voor het gebruik
Statusbewaking
De Statusbewaking bewaakt de printerstatus en voorziet in een doorlopend functioneringsrapport. Het stelt u ook in de
gelegenheid om instellingen voor printers te specificeren en te wijzigen die niet in de Printing System Driver voorkomen.
De Statusbewaking wordt automatisch geïnstalleerd tijdens de installatie van de Printing System Driver.
Toegang tot de Statusbewaking
Gebruik een van onderstaande methodes voor het starten van de Statusbewaking.
•Starten wanneer het afdrukken begint:
Wanneer u een printer specificeert en een afdruktaak start, wordt een Statusbewaking gestart voor iedere printernaam.
Als het opstarten van Statusbewaking vereist is voor meerdere printers, wordt een Statusbewaking gestart voor iedere
printer die dat verzoek uitvaardigt.
•Starten vanuit de eigenschappen van de Printing System Driver:
Klik op knop Statusbewaking in tabblad Geavanceerd. Klik dan op Statusbewaking openen in dialoogvenster
Statusbewaking om de Statusbewaking op te starten.
Verlaten van de Statusbewaking
Gebruik een van onderstaande methodes voor het verlaten van de Statusbewaking.
•Handmatig verlaten:
Klik met de rechter muisknop op het pictogram van de Statusbewaking in de taakbalk en kies Verlaten in het menu, om
de Statusbewaking te verlaten.
•Automatisch verlaten:
De Statusbewaking sluit automatisch na 5 minuten als deze niet wordt gebruikt.
Schermoverzicht
Het schermoverzicht van de Statusbewaking is als volgt.
Pop-upvenster
Als zich een gebeurtenismelding voordoet, verschijnt een pop-upvenster.
Dit venster verschijnt alleen als het 3D-Beeld geopend is op het
bureaublad.
3D-Beeld
Dit laat de status van de bewaakte printer zien als een 3D-afbeelding. U
kunt kiezen om het 3D-beeld te laten zien of te verbergen in het
weergegeven menu wanneer u met de rechtermuisknop op het pictogram
van de Statusbewaking klikt.
Als zich een gebeurtenismelding voordoet, worden het 3D-beeld en een
geluidsmelding gebruikt om u in kennis te stellen. Raadpleeg Instellingen
melding op pagina 2-15 voor meer informatie over de instellingen voor
geluidsmeldingen.
Pop-upvenster
3D-Beeld
Pictogram
Statusbewaking
Voorbereiding voor het gebruik
2-14
Pictogram Statusbewaking
Wanneer de Statusbewaking loopt wordt het pictogram daarvan
weergegeven in het meldingsgebied van de taakbalk Wanneer u de
cursor over het pictogram beweegt, verschijnt de printernaam. Door met
uw rechter muisknop op het pictogram van de Statusbewaking te
klikken, kunt u de onderstaande opties instellen.
De Statusbewaking tonen/verbergen
Hiermee wordt het pictogram van de Statusbewaking getoond of
verborgen.
Configureer...
Als de printer met een TCP/IP-netwerk is verbonden en een eigen IP-
adres heeft, gebruikt u een webbrowser om naar het embedded web
server te gaan om de netwerkinstellingen te wijzigen of bevestigen.
Raadpleeg de Embedded Web Server RX User Guide voor meer
informatie.
Altijd op voorgrond
Geeft de Statusbewaking weer voor andere geopende vensters.
Ondoorzichtigheid
Past de Statusbewaking aan om een variabele hoeveelheid achtergrond
door het beeld heen te laten schijnen. Selecteer een percentage tussen
20 en 100.
Venster vergroten
Verdubbelt het formaat van venster Statusbewaking.
Melding...
Geef de instelling voor Melding voor de Statusbewaking aan. Raadpleeg
Instellingen melding op pagina 2-15 voor meer informatie.
Afsluiten
Hiermee verlaat u de Statusbewaking.
2-15
Voorbereiding voor het gebruik
Instellingen melding
Gebruik optie Melding om de Statusbewaking in te stellen.
Tabblad Melding bevat de volgende items.
Gebeurtenismelding inschakelen
Kies in- of uitschakelen van gebeurtenissenbewaking in Beschikbare
gebeurtenissen.
Geluidsbestand
Er kan een geluidsbestand geselecteerd worden als u een melding met
geluid wilt ontvangen. Kies Bladeren om het geluidsbestand te zoeken.
Gebruik tekst naar spraak
Kies dit selectievakje om uw tekst in te voeren die u wilt horen tijdens
gebeurtenissen. Hoewel een geluidsbestand niet nodig is, is deze functie
alleen toepasbaar voor Windows XP of hoger.
Neem de volgende stappen om deze functie te gebruiken.
1Kies Gebeurtenismelding inschakelen.
2Selecteer onder Beschikbare gebeurtenissen een gebeurtenis die
gebruikt moet worden met opties tekst naar spraak en geluid
afspelen.
3Kies Bladeren om de gebeurtenis te melden door een geluidbestand.
Kies Gebruik tekst naar spraak om tekst die ingegeven is in het vak
Tekst naar spraak uit te spreken wanneer zich een gebeurtenis
voordoet.
4Kies Afspelen om het juist afspelen van het geluid of de tekst te
bevestigen.
BELANGRIJK Uw computer vereist geluidsmogelijkheden zoals een geluidskaart en luidsprekers om de instellingen
op het tabblad Melding te kunnen bevestigen.
Opmerking De beschikbare bestandsopmaak is WAV.
Voorbereiding voor het gebruik
2-16
Software verwijderen (Windows PC)
De software kan worden verwijderd m.b.v. de schijf met Product Library die bij de printer is geleverd.
1Sluit alle actieve softwareapplicaties af.
2Plaats de schijf met Product Library die met de printer is meegeleverd
in het optische station van de pc.
3Volg de procedure die u heeft gebruikt om de printerdriver te
installeren en kies Software verwijderen. De wizard voor het
verwijderen van software verschijnt.
4Selecteer de te verwijderen softwareprogramma's.
5Kies Verwijderen.
De uninstaller start.
6Als het venster Verwijderen voltooid verschijnt, selecteert u
Volgende.
7Kies of u uw computer wilt herstarten of niet, en klik op Voltooien.
BELANGRIJK Op Macintosh-computers kan de software niet worden verwijderd m.b.v. de schijf met Product Library
omdat de printerinstellingen worden gespecificeerd m.b.v. een PPD (PostScript Printer Description) -bestand.
Opmerking In Windows Vista, verschijnt het Verwijder
driver en Pakket venster. Kies Verwijder driver en
driverpakket en klik op [OK]. Wanneer NETWORK PRINT
MONITOR of Network Tool for Direct Printing geïnstalleerd is,
worden voor elke toepassing aparte wizards voor het onge-
daan maken van de installaties gestart. Ga door met de stap-
pen voor verwijderen voor elke toepassing zoals aangegeven
door de instructies op het scherm.
2-17
Voorbereiding voor het gebruik
Embedded Web Server RX
Embedded Web Server RX is een tool die gebruikt wordt voor taken als het controleren van de bedrijfsstatus van het
apparaat en het wijzigen van de instellingen voor beveiliging, afdrukken via het netwerk en geavanceerde netwerkfuncties.
Als er e-mailinstellingen actief zijn, is het mogelijk kennisgevingen per e-mail te verzenden wanneer een taak voltooid is.
De procedure voor toegang tot embedded web server is als volgt.
1Start de webbrowser.
2Voer het IP-adres van het apparaat in in de adres- of locatiebalk.
bijv.) http://10.183.54.29/
De internetpagina geeft basisinformatie over het apparaat en het
embedded web server weer, evenals hun huidige status.
3Selecteer een categorie in de navigatiebalk links op het scherm. De
instellingen moeten separaat geconfigureerd worden, afhankelijk van
de items.
Als beperkingen zijn ingesteld voor embedded web server moet u
een juiste gebruikersnaam en wachtwoord invoeren om andere
pagina's dan de startpagina te openen.
Raadpleeg de Embedded Web Server RX User Guide voor meer
informatie.
E-mailinstelling
Wanneer de SMTP-instellingen aangegeven worden, kunnen er per e-mail meldingen verzonden worden wanneer een taak
voltooid is.
Deze functie kan alleen worden gebruikt als het apparaat is verbonden met een mailserver die het SMTP-protocol gebruikt.
Controleer ook het volgende:
•De netwerkomgeving die wordt gebruikt om met dit apparaat verbinding te maken met de mailserver
Een permanente verbinding via een LAN wordt aanbevolen.
•SMTP-instellingen
Gebruik embedded web server om het IP-adres of de hostnaam van de SMTP-server te registreren.
•Als er beperkingen zijn ingesteld voor de grootte van e-mailberichten, is het verzenden van grote e-mailberichten
misschien niet mogelijk.
Opmerking Om instellingen in embedded web server te wijzigen, moet u zich aanmelden als beheerder van het
apparaat. De standaard fabrieksinstellingen zijn zoals hieronder aangegeven.
Aanmeldingsgebruikersnaam: Admin
Aanmeldingswachtwoord: Admin
Voorbereiding voor het gebruik
2-18
Volg de onderstaande stappen om de SMTP-instellingen op te geven.
1Klik op Instellingen -> Geavanceerd -> SMTP -> Algemeen.
2Voer in elk veld de juiste instellingen in.
Hieronder worden de instellingen beschreven die moeten worden
opgegeven in het scherm met SMTP-instellingen.
ItemBeschrijving
SMTP-protocol
Hiermee wordt het SMTP-protocol in- of uitgeschakeld. Het protocol moet worden
ingeschakeld om de e-mailfunctie te gebruiken.
SMTP-poortnummer
Stel het SMTP-poortnummer in. Normaliter wordt als poortnummer 25 gebruikt.
SMTP-servernaam
Voer het IP-adres of de naam van de SMTP-server in. De naam en het IP-adres van de
SMTP-server mogen maximaal 64 karakters lang zijn.
Bij ingave van de servernaam moeten ook een IP-adres of DNS-server geconfigureerd
worden.
Het DNS-serveradres kan worden ingevoerd onder TCP/IP Instelling.
Time-out SMTP-server
Stel de wachttijd voor een time-out in seconden in.
Verificatieprotocol
Hiermee wordt het SMTP-verificatieprotocol in- of uitgeschakeld of wordt POP voor
SMTP ingesteld als protocol. De SMTP-verificatie ondersteunt Microsoft Exchange
2000.
Verifiëren als
Voor de verificatie heeft u de keuze uit drie POP3-accounts of u kunt een andere
account kiezen.
Aanmeldingsgebruikers-
naam
Wanneer Overige wordt geselecteerd bij Verifiëren als, wordt de
aanmeldingsgebruikersnaam die u hier instelt gebruikt voor de SMTP-verificatie. De
aanmeldingsgebruikersnaam mag maximaal 64 karakters lang zijn.
Wachtwoord aanmelding
Wanneer Overige wordt geselecteerd bij Verifiëren als, wordt het wachtwoord dat u
hier instelt gebruikt voor de verificatie. Het wachtwoord voor aanmelding mag
maximaal 64 karakters lang zijn.
SMTP-beveiliging
Hiermee wordt de SMTP-beveiliging in- of uitgeschakeld. Als dit protocol is
ingeschakeld, moet SSL/TLS of STARTTLS worden geselecteerd. Om de SMTP-
beveiliging in te schakelen, moet de SMTP-poort mogelijkerwijs worden gewijzigd
overeenkomstig de serverinstellingen.
Standaard zijn de bekende SMTP-poorten 465 voor SSL/TLS en 25 of 587 voor
STARTTLS.
POP voor SMTP-timeout
Stel de wachttijd voor time-out in seconden in wanneer POP voor SMTP als
verificatieprotocol geselecteerd is.
2-19
Voorbereiding voor het gebruik
DDNSDynamic Domain Name System (DDNS)
Deze printer ondersteunt DDNS via DHCP. Om het systeem te kunnen gebruiken moet ten eerste optie DHCP/BOOTP
ingesteld worden op Aan.
Stel DDNS in op Aan om de DDNS-service te gebruiken voor het bijwerken van de overeenstemming van hostnamen en
IP-adressen.
Raadpleeg Embedded Web Server RX User Guide voor de methode om dit in te stellen
Testen
Hiermee test u of de SMTP-verbinding met succes tot stand kan worden gebracht.
Groottebeperking e-mail
Voer de maximumgrootte van te verzenden e-mailberichten in in kilobytes. Wanneer de
waarde 0 is, wordt de groottebeperking voor e-mail uitgeschakeld.
Adres afzender
Voer het e-mailadres in van de persoon die verantwoordelijk is voor het apparaat,
bijvoorbeeld de apparaatbeheerder. Dit zorgt ervoor dat een antwoord of een
afleveringsfoutrapport naar een persoon wordt gestuurd in plaats van naar het
apparaat. Het adres van de afzender moet correct worden ingevoerd voor SMTP-
verificatie. Het adres van de afzender mag maximaal 128 karakters lang zijn.
Handtekening
Voer de handtekening in. De handtekening is vrije tekst die wordt weergegeven aan
het einde van het e-mailbericht. Deze wordt soms gebruikt om het apparaat verder te
identificeren. De handtekening mag maximaal 512 karakters lang zijn.
Domeinbeperking
Voer de domeinnamen in die kunnen worden toegestaan of geweigerd. De
domeinnaam mag maximaal 32 karakters lang zijn.
ItemBeschrijving
Voorbereiding voor het gebruik
2-20
Bedieningspaneel vergrendelen
Beperkt de bediening vanaf het bedieningspaneel. Om vergrendelde menu's te bedienen, is het nodig aan te melden als
gebruiker met beheerdersrechten.
De instelling voor het Bedieningspaneel vergrendelen is in te stellen via embedded web server. Raadpleeg voor de methode
van instellen Embedded Web Server RX User Guide.
De bewerkingsrestricties bij Bedieningspaneel vergrendelen zijn als volgt.
:Het is nodig aangemeld te zijn met een beheerdersaccount voor deze bediening.
— :Geen beperkingen.
*1: Het is, onafhankelijk van de instelling voor Bedieningspaneel vergendelen, nodig aan te melden als gebruiker met
beheerdersrechten.
*2: Toevoegen en bewerken van Aangepaste boxen is beperkt.
*3: Instelling Taakbox is beperkt.
*4: Alleen [Afmelden] en bediening voor annuleren van afdrukken zijn actief.
*5: Alleen [Afmelden] en [Annuleren] voor het stoppen van de zoemer zijn actief.
Handeling
Instellingen Bedieningspaneel vergrendelen
Ontgrendelen
Gedeeltelijke
vergrendeling1
Gedeeltelijke
vergrendeling2
Gedeeltelijke
vergrendeling3
Vergrendelen
Systeemmenu
Druk rapport af———
USB-geheugen———
Teller———
Papierinstellingen———
Afdrukinstellingen——
Netwerk—
Optioneel Netwerk*
1
Algemeen apparaat—
Beveiliging*
1
Aanm./Taakacc.*
1
Aanp./Onderh.—
Op Functies*
1
Documentbox
Aangepaste box—*
2
*
2
Taakbox——*
3
Bediening toetsen
bedieningspaneel
———*
4
*
5
Opmerking Optioneel netwerk wordt alleen weergegeven wanneer een netwerkinterfacekit (IB-50) of een
draadloze netwerkinterfacekit (IB-51) als optie geïnstalleerd zijn.
2-21
Voorbereiding voor het gebruik
Aan- en uitzetten
Aanzetten
1Druk op de hoofdschakelaar.
BELANGRIJK Wanneer u de hoofdschakelaar uitschakelt, mag u
deze niet meteen weer inschakelen. Wacht minstens 5 seconden
voordat u de hoofdschakelaar weer inschakelt.
Uitzetten
1Zorg ervoor dat de Indicator voor Data uit is en druk daarna op de
hoofdschakelaar.
ON
ON
OFF
OFF
Controleer of de Indicator
voor Data uit is.
Voorbereiding voor het gebruik
2-22
Energiebesparingfunctie
Slaapstand
Wanneer de ingestelde tijd (fabrieksinstelling is 1 minuut) verstreken is sinds het laatste gebruik avn het apparaat, schakelt
de printer automatisch naar de slaapstand. De achtergrondverlichting en lampjes van het berichtenscherm gaan uit om het
stroomverbruik te minimaliseren. Deze stand heet de slaapstand.
Er zijn twee slaapstanden: Snel herstel en energiebesparing. De standaardinstelling is de energiebesparende stand.
Modus snel herstel
Het herstellen uit de slaapstand is sneller dan bij gebruik van de energiebesparende modus.
Het berichtenscherm gaat uit wanneer naar de slaapstand geschakeld wordt en de indicator voor Ready knippert.
Het apparaat herstelt snel wanneer op [OK] gedrukt wordt. Het apparaat herstelt ook automatisch en drukt af wanneer een
taak gedetecteerd wordt.
Als er tijdens de slaapstand afdrukgegevens worden ontvangen, dan wordt de afdruktaak uitgevoerd terwijl het
berichtenscherm onverlicht blijft.
Druk op [OK] om de printer te gebruiken. De printer zal binnen 15 seconden (P-4030D/P-4030DN/P-4530DN),
20 seconden (P-5030DN) of 25 seconden (P-6030DN) klaar zijn voor gebruik.
Houd er rekening mee dat het apparaat door omgevingsfactoren zoals ventilatie langzamer kan reageren.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Modus energiebesparing
Deze modus vermindert het stroomverbruik nog verder dan de snelle herstelmodus en maakt het mogelijk voor elke functie
apart een slaapmodus in te stellen.
Druk op [OK] om de printer te gebruiken. De tijd die nodig is om de printer terug te laten schakelen uit de slaapstand en de
normale werking te hervatten zal langer zijn dan die voor het terugschakelen vanuit de snelle herstelmodus.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Uitschakeltimer
Als de printer in slaapstand niet gebruikt wordt, wordt de stroom automatisch uitgeschakeld. De uitschakeltimer wordt
gebruikt om de tijd in te stellen totdat de stroom uitgeschakeld wordt. De standaardinstelling voor de tijdsduur tot de stroom
wordt uitgeschakeld is 1 uur.
BELANGRIJK De regel voor uitschakelen en de uitschakeltimer instellen. Raadpleeg de Engelse Gebruikershand-
leiding voor meer informatie.
BELANGRIJK Voorzorgen bij het instellen van de energiebesparende stand.
•De gegevens die op de RAM-schijf opgeslagen zijn, worden gewist wanneer het apparaat naar energiebesparende
modus schakelt.
•De machine zal niet uit de slaapstand schakelen wanneer vanaf een PC afdrukgegevens ontvangen worden via de
USB-kabel. (De P-4030D zal herstellen.)
•Een ID-kaart wordt niet herkend in de energiebesparende modus.
2-23
Voorbereiding voor het gebruik
Wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt
VOORZICHTIG Verwijder het papier uit de cassettes en berg het op in de afgesloten bewaarzak voor papier om het
tegen vocht te beschermen.
VOORZICHTIG Als de printer gedurende langere tijd niet gebruikt wordt (bijvoorbeeld 's nachts), zet het
dan uit met de hoofdschakelaar. Als de printer nog langer niet gebruikt wordt (bijvoorbeeld tijdens de
vakantie), haal dan om veiligheidsredenen de stekker uit het stopcontact.
Voorbereiding voor het gebruik
2-24
Papier plaatsen
Hier wordt uitgelegd hoe het papier in de cassette of de MF-lade geplaatst moet worden.
Papier in de cassette plaatsen
De standaard cassette kan tot 500 vel A4 of kleiner normaal papier (80 g/m²) bevatten.
De volgende papierformaten worden ondersteund: 8-1/2×14" (Legal), Oficio II, 8-1/2×11" (Letter), Executive, Statement,
A4, B5, A5, A6, B6, Folio, 216 × 340 mm, 16K, ISO B5, Envelop DL, Oufuku Hagaki, Envelop C5 en Custom.
1Waaier de media (papier/transparanten) los en klop ze daarna recht
op een vlakke ondergrond om papierstoringen of scheef printen te
voorkomen.
2Trek de cassette helemaal uit de printer.
3(alleen bij de P-4030D/P-4030DN) Druk de onderste plaat naar
beneden tot deze vastklikt.
BELANGRIJK Gebruik geen inkjetprinterpapier of ander papier met een speciale coating. (Dergelijk papier kan pa-
pierstoringen of andere defecten veroorzaken.)
Bij gebruik van andere mediatypes dan normaal papier (zoals gerecycled of gekleurd papier) moet altijd de instelling
voor mediatype ingevoerd worden. (Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding.) De cassettes zijn geschikt voor
papier met een gewicht tot 120 g/m
2.
Plaats geen dik papier dat zwaarder is dan 120 g/m
2.
in de cassettes. Gebruik voor papier dat zwaarder is dan
120 g/m
2.
de multifunctionele lade.
Opmerking A6 kan alleen in cassette 1 gebruikt worden.
Cassette
BELANGRIJK Ondersteun de cassette bij het uit de printer ha-
len, zodat deze niet uit de printer valt.
Onderste plaat
2-25
Voorbereiding voor het gebruik
4Draai aan de knop voor papierformaat zodat het formaat van het
papier dat u gaat gebruiken verschijnt in het papierformaatvenster.
5Stel de breedtegeleiders op de linker- en rechterkant van de
papiercassette in. Druk op de tab voor breedteaanpassing en schuif
de geleiders naar het gewenste papierformaat.
6Pas de papierlengtegeleider aan op het gewenste papierformaat.
Draaiknop Papierformaat
Venster
Papierformaat
Opmerking Als de knop voor papierformaat is ingesteld op
Other moet het papierformaat op het bedieningspaneel
worden ingevoerd in de printer. Raadpleeg de Engelse
Gebruikershandleiding.
Instelmechanisme
voor papierbreedte
Papierbreedte-
geleiders
Opmerking De papierformaten staan op de cassette
vermeld.
Papierlengte-
geleider
Instelmechanisme
voor papierbreedte
Voorbereiding voor het gebruik
2-26
Als er papier gebruikt wordt dat langer is dan A4, trek de
papierlengtegeleider dan naar achteren.
7Plaats het papier in de cassette. Zorg ervoor dat de zijde die moet
worden bedrukt, omlaag wijst en dat het papier niet gevouwen,
gekruld of beschadigd is.
8Plaats de papiercassette in het slot van de printer. Duw de cassette
recht naar voren tot deze niet verder kan.
9Selecteer het mediatype (normaal, gerecycled, enzovoort) dat in de
cassette is geplaatst. (Raadpleeg de Engelse
Gebruikershandleiding.)
Papierlengtegeleider
Beladingslimiet
Klem
BELANGRIJK Plaats het papier zo dat het niet boven het drie-
hoekje op de breedtegeleider uitkomt.
Controleer voor het plaatsen van het papier of het niet gekruld of
gevouwen is. Gekruld of gevouwen papier kan papierstoringen
veroorzaken.
Zorg dat het papier niet boven de beladingslimiet uitkomt (zie de
afbeelding links).
Plaats de stapel papier zo dat deze onder de klemmen valt, zie
afbeelding.
De lengte- en breedtegeleiders van het papier moeten aan het
papierformaat worden aangepast. Wanneer u het papier plaatst
zonder deze geleiders aan te passen, kan het papier schuin
worden ingevoerd met papierstoringen tot gevolg.
Zorg ervoor dat de lengte- en breedtegeleiders stevig tegen het
papier geklemd zitten. Als er nog ruimte is, past u de geleiders
opnieuw aan het papier aan.
Opmerking Als het apparaat langere tijd niet gebruikt gaat
worden, bescherm dan al het papier tegen vocht door het uit
de cassettes te verwijderen en in de bewaarzak voor papier
op te bergen.
2-27
Voorbereiding voor het gebruik
Papier plaatsen in de MF- (multifunctionele) lade
De multifunctionele lade kan tot 100 vel A4 of kleiner normaal papier (80 g/m²) bevatten.
De multifunctionele lade is geschikt voor de papierformaten A4 tot A6 en Hagaki en van Legal tot Statement,
Vervangen van de tonerafvalbak..........................................................................................................5-6
De printer reinigen.................................................................................................................................5-8
Onderhoud
5-2
Tonercontainer vervangen
De printer toont in twee fasen berichten over het tonergebruik:
•Wanneer de toner op begint te raken, geeft de printer bericht De toner is bijna op. weer als eerste
waarschuwing. Het is in dit stadium niet altijd nodig de toner direct te verwisselen. Bereid wel een nieuwe tonerkit voor.
•Als bovenstaande melding genegeerd wordt en doorgegaan wordt met afdrukken, geeft de printer net voor de toner
opgebruikt is bericht Vervang de toner. weer. De printer zal stoppen met afdrukken. De tonercontainer moet direct
vervangen worden. Raadpleeg
Vervangen van de tonercontainer op pagina 5-3.
Hoe vaak moet de tonercontainer worden vervangen
De levensduur van de tonercontainers hangt af van de hoeveelheid toner die nodig is om uw afdruktaken uit te voeren.
Volgens ISO/IEC 19752 met EcoPrint uitgeschakeld kan de tonercontainer als volgt printen (er wordt uitgegaan van A4/
Letter-papier): 12.500 afbeeldingen (P-4030D en P-4030DN), 15.500 afbeeldingen (P-4530DN) of 25.000 afbeeldingen
(P-5030DN en P-6030DN).
Starttonercontainer
De tonercontainer die bij de nieuwe printer is verpakt, is een starttonercontainer. De starttonercontainer gaat gemiddeld
6000 afbeeldingen (P-4030D en P-4030DN), 8000 afbeeldingen (P-4530DN) of 10.000 afbeeldingen (P-5030DN en P-
6030DN) mee.
Tonerpakketten
Wij raden u aan om voor de beste resultaten alleen originele onderdelen en voorraad te gebruiken. Mocht er schade
veroorzaakt worden door het gebruik van een andere toner dan originele toner, dan valt deze beschadiging buiten de
garantie.
Een nieuw tonerpakket bevat de volgende onderdelen:
•Tonercontainer
•Plastic afvalzakken voor de oude tonercontainer en de oude tonerafvalbak
•Tonerafvalbak
•Installatiehandleiding
Opmerking Verzamelen van informatie op geheugenchips - De geheugenchip die aan de tonercontainer vastzit, is
ontwikkeld om het gemak voor de eindgebruiker te vergroten, om hergebruik van lege tonercontainers te
ondersteunen en om informatie te verzamelen ter ondersteuning van nieuwe productplanning en ontwikkeling. De
verzamelde informatie is anoniem - het kan met niemand in verband gebracht worden en de gegevens worden
vertrouwelijk behandeld.
Opmerking Haal de tonercontainer pas uit de doos als u klaar bent om de container in de printer te plaatsen.
5-3
Onderhoud
Vervangen van de tonercontainer
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de tonercontainers vervangt. Bij vervanging van de tonercontainer dient altijd
tegelijkertijd de tonerafvalbak vervangen te worden. Als deze bak vol is, kan de printer beschadigd raken of worden vervuild
door het tonerafval dat uit de bak kan lekken.
BELANGRIJK Verwijder tijdens het vervangen van de tonercontainer opslagmedia en computerbenodigdheden (zo-
als diskettes en USB-geheugens) uit de buurt van de tonercontainer. Zo wordt schade aan de media vermeden als
gevolg van de magnetische lading van de toner.
BELANGRIJK Maak altijd de binnenkant van de printer schoon na het vervangen van de tonercontainer. Raadpleeg
De printer reinigen op pagina 5-8 voor meer informatie.
BELANGRIJK We aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade of problemen die voortkomen uit het gebruik
van andere tonercontainers dan de originele tonercontainers. Het is ook aanbevolen om voor een optimale prestatie
alleen onze tonercontainers te gebruiken die speciaal bedoeld zijn voor gebruik in uw land of regio. Als een tonercon-
tainer voor een ander land/regio wordt geïnstalleerd, zal de printer stoppen met afdrukken.
BELANGRIJK Verwijder papier van de multifunctionele lade voordat de tonercontainer vervangen wordt.
1Open de bovenklep.
2Draai de vergrendelingshendel in de ontgrendelingsstand.
VOORZICHTIG De tonercontainer mag niet worden verbrand. De vonken kunnen brandwonden
veroorzaken.
Opmerking U hoeft de printer niet uit te zetten voordat u met vervanging begint. Gegevens die zich al in het proces
van de printer bevinden, worden verwijderd als u de printer uit zet.
Bovenklep
Vergrendelingshendel
Onderhoud
5-4
3Verwijder de oude tonercontainer voorzichtig uit de printer.
4Plaats de oude tonercontainer in de plastic zak (bij het tonerpakket
meegeleverd) en gooi de zak later weg volgens de plaatselijke regels
of bepalingen voor het weggooien van afval.
5Haal de nieuwe tonercontainer uit het tonerpakket.
6Schud de nieuwe tonercontainer ten minste 10 keer (zie afbeelding)
om de toner gelijkmatig in de container te verspreiden.
Druk niet te hard op het midden van de tonercontainer en raak de
tonerinvoersleuf niet aan.
BELANGRIJK Raak het deel van de tonercontainer dat op het dia-
gram aangegeven wordt, niet aan.
Raak de elektrische delen van de tonercontainer niet aan om bescha-
diging door statische elektriciteit te voorkomen.
7Plaats de nieuwe tonercontainer in de printer zoals aangegeven in de
afbeelding.
8Duw de tonercontainer naar beneden om hem goed vast te zetten.
Plastic zak
5-5
Onderhoud
9Draai de vergrendelingshendel in de vergrendelingsstand.
10
Sluit daarna de bovenklep.
Ga verder naar het volgende gedeelte.
Opmerking Als de bovenklep (bovenlade) niet sluit,
controleer of de nieuwe tonercontainer correct is geplaatst (in
stap 7).
Gooi de tonercontainer en de tonerafvalbak na gebruik altijd
overeenkomstig de plaatselijke milieuwetgeving weg.
Vergrendelingshendel
Onderhoud
5-6
Vervangen van de tonerafvalbak
Vervang de tonerafvalbak wanneer bericht Controleer de tonerafvalbak wordt weergegeven. Er zit een nieuwe
tonerafvalbak in het tonerpakket. De tonerafvalbak dient te worden vervangen voordat de printer in gebruik wordt genomen.
1Open de linkerklep.
2Houd de tonerafvalbak vast en druk op de vergrendelinghendel.
Verwijder de tonerafvalbak nu voorzichtig.
3Sluit, nadat u de bak uit de printer heeft gehaald, de dop van de oude
tonerafvalbak.
4Plaats, om te voorkomen dat er toner wordt gemorst, de oude
tonerafvalbak in de plastic zak (bij het tonerpakket inbegrepen) en
gooi de zak later weg volgens de plaatselijke regels of bepalingen
voor het weggooien van afval.
Opmerking Verwijder de tonerafvalbak zo voorzichtig
mogelijk, zodat de toner niet wordt verstrooid. Zorg ervoor dat
de opening van de tonerafvalbak omhoog wijst.
Linkerklep
Vergrendelings-
hendel
Oud afval
tonerbak
Dop
Plastic zak
5-7
Onderhoud
5Open de dop van de nieuwe tonerafvalbak.
6Plaats de nieuwe tonerafvalbak zoals in afbeelding aangegeven.
Wanneer de bak goed is geplaatst, wordt de bak vastgeklikt.
7Controleer of de tonerafvalbak goed geplaatst is en sluit de
linkerklep.
Nadat de tonercontainers en de tonerafvalbak zijn vervangen, dient u de
papiertransfereenheid te reinigen. Raadpleeg De printer reinigen op
pagina 5-8 voor instructies.
Dop
Nieuwe
toner-
afvalbak
Nieuwe tonerafvalbak
Onderhoud
5-8
De printer reinigen
Om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen, moet telkens wanneer de tonercontainer vervangen wordt, de
binnenkant van de printer worden gereinigd.
BELANGRIJK Verwijder papier van de multifunctionele lade voordat de printer gereinigd wordt.
1Open de bovenklep en voorklep.
2Trek aan de ontwikkeleenheid en de tonercontainer.
3Gebruik een pluisvrije doek om stof en vuil van de registratierol
(metaal) te verwijderen.
4Plaats de ontwikkelaar samen met de tonercontainer terug in het
apparaat.
5Sluit daarna de voorklep en bovenklep.
5-9
Onderhoud
6Open de linkerklep. Gebruik een pluisvrije doek om stof en vuil van
de ventilatieopeningen te verwijderen.
7Sluit de linkerklep.
8Gebruik een pluisvrije doek om stof en vuil uit de ventilatieopening
aan de rechterkant van het apparaat te verwijderen.
Onderhoud
5-10
Langdurig niet gebruiken en verplaatsen van de printer
Langdurig niet gebruiken
Als u de printer voor langere tijd niet gebruikt, verwijdert u het netsnoer uit het stopcontact.
Wij raden u aan contact met uw dealer op te nemen over de aanvullende stappen die u moet ondernemen om mogelijke
schade te voorkomen, die kan optreden wanneer de printer de volgende keer gebruikt wordt.
De printer verplaatsen
Wanneer u de printer verplaatst:
•Voorzichtig verplaatsen.
•De printer zo horizontaal mogelijk houden om te voorkomen dat er toner in de printer terechtkomt.
•Zorg ervoor dat u een onderhoudstechnicus om advies vraagt voordat u de printer over een lange afstand gaat
vervoeren.
•Houd de printer horizontaal.
WAARSCHUWING Als u de printer wilt verzenden, verwijdert u de ontwikkelaar, verpakt u deze in een
plastic zak, en verzendt u deze apart van de printer.
6-1
6Problemen oplossen
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Als een probleem niet kan worden opgelost, neemt u dan contact op met uw servicetechnicus.
Problemen oplossen
6-2
Algemene richtlijnen
In de onderstaande tabel staan basisoplossingen voor problemen die bij de printer kunnen optreden. Voordat u de service
belt, raden wij u aan eerst deze tabel te raadplegen om problemen op te lossen.
Tips
Printerproblemen kunnen gemakkelijk worden opgelost met behulp van onderstaande tips. Wanneer u een probleem
tegenkomt dat met de bovenstaande suggesties niet kan worden opgelost, probeer dan het volgende:
•Zet de printer uit en wacht enkele seconden. Zet de printer vervolgens weer aan.
•Start de computer, die de afdruktaken naar de printer verzendt, opnieuw op.
•Zorg ervoor dat de afdrukprocedures in de applicatiesoftware juist worden opgevolgd. Raadpleeg de documentatie die
met de applicatiesoftware is meegeleverd.
ProbleemTe controleren itemsMogelijke oplossing
De afdrukkwaliteit is niet goed. Raadpleeg Problemen met de afdrukkwaliteit op pagina 6-3.
Het papier is vastgelopen.Raadpleeg Papierstoringen oplossen op pagina 6-17.
Er branden geen indicatoren op het
bedieningspaneel, zelfs niet wanneer
de printer aanstaat, en de ventilator
maakt geen geluid.
Controleer of het netsnoer goed op het
stopcontact is aangesloten.
Sluit het netsnoer goed aan en zet de
printer weer aan.
Als bovenstaande correctieve actie het
probleem niet verhelpt, trek het
stroomsnoer dan uit het stopcontact.
Wacht langer dan 1 minuut, sluit het
netsnoer opnieuw aan en zet de printer
weer aan.
-Druk op de hoofdschakelaar.
De printer drukt een statuspagina af,
maar drukt geen taken vanaf de
computer af.
Controleer de printerkabel of de
aansluitingskabel.
Sluit beide uiteinden van de
printerkabel stevig aan. Probeer de
printerkabel of de aansluitingskabel te
vervangen.
Controleer de programmabestanden
en de applicatiesoftware.
Probeer een ander bestand af te
drukken of een andere afdrukopdracht
te gebruiken. Als het probleem zich
alleen bij een bepaald bestand of
applicatie voordoet, controleert u dan
de instellingen van de printerdriver
voor die applicatie.
Er komt stoom uit de printer in het
gebied rond de bovenlade.
Controleer of de kamertemperatuur erg
laag is of dat er vochtig papier werd
gebruikt.
Afhankelijk van de afdrukomgeving en
de toestand van het papier, zal de hitte
die ontstaat tijdens het afdrukken het
vocht in het papier doen verdampen en
de stoom die daarbij vrijkomt kan eruit
zien als rook. Dit is geen probleem en
u kunt gewoon doorgaan met
afdrukken.
Als u bezorgd bent om de stoom,
verhoog dan de kamertemperatuur of
vervang het papier door nieuwer,
droger papier.
6-3
Problemen oplossen
Problemen met de afdrukkwaliteit
In de volgende tabellen en diagrammen worden problemen met de afdrukkwaliteit beschreven en vindt u de mogelijke
oplossingen die u kunt proberen om de problemen op te lossen. Bij sommige oplossingen dient u onderdelen van de printer
te reinigen of te vervangen.
Als het probleem niet wordt opgelost door de voorgestelde oplossing, neem dan contact op met de service.
Afgedrukte resultatenMogelijke oplossing
Zwarte of witte verticale strepenDrumeenheid of de eenheid met ontwikkelaar kunnen beschadigd
zijn. Als het probleem zelfs na het printen van een aantal pagina's niet
opgelost is, bel service.
Vage of onduidelijke afdrukkenControleer de EcoPrint-instellingen.
Als de instelling op Aan staat, schakelt u deze uit op het
bedieningspaneel.
Zorg ervoor dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het
gebruikte papier.
Vervang de drum om de printkwaliteit te herstellen. Raadpleeg de
Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Pas de dichtheid van de afdruk aan. Raadpleeg de Engelse
Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Als er vochtig papier in de cassette of de MF-lade geladen is, vervang
het dan door nieuw, droger papier.
Als het probleem na bovenstaande correctieve actie niet verholpen is,
bel dan voor onderhoud.
Grijze achtergrondVervang de drum om de printkwaliteit te herstellen. Raadpleeg de
Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Pas de dichtheid van de afdruk aan. Raadpleeg de Engelse
Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Als het probleem na bovenstaande correctieve actie niet verholpen is,
bel dan voor onderhoud.
Problemen oplossen
6-4
Vuil op de bovenrand of achterkant
van het papier
Als het probleem zelfs na het printen van een aantal pagina's niet is
opgelost, maak dan de registratierol schoon. Raadpleeg De printer
reinigen op pagina 5-8 voor meer informatie.
Als het probleem na reinigen niet opgelost is, bel dan voor onderhoud.
Afdrukken onvolledig of op verkeerde
plaats
Controleer of de applicatiesoftware goed werkt. Raadpleeg Tips op
pagina 6-2.
De hoogte is meer dan 1500 m en
afdrukken bevatten hiaten of losse
vlekken.
Wijzig de instelling voor Hoogte aanp. in menu Service inst.
naar Hoog 1. Als er ook nu geen verbetering optreedt, wijzig de
instelling dan naar Hoog 2. Raadpleeg de Engelse
Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Afgedrukte resultatenMogelijke oplossing
6-5
Problemen oplossen
Foutmeldingen
In de volgende tabel staan foutmeldingen en onderhoudsberichten die u zelf kunt afhandelen. Als Storing apparaat.
Neem contact op met uw serviceprovider. verschijnt, zet de printer dan uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en
neem contact op met uw onderhoudstechnicus.
Als
Storing apparaat. Neem contact op met uw serviceprovider. of Een fout is opgetreden.Schakel
de stroomuit en weer aan. verschijnt, zet de printer dan uit en weer aan om te kijken of de printer zich herstelt. Als
de printer zich niet hersteld heeft, zet dan de printer uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en neem contact op met uw
servicevertegenwoordiger of erkend servicebedrijf.
Bij sommige fouten hoort u het alarm. Druk op [Annuleren] om het alarm uit te schakelen.
BerichtMogelijke oplossing
U kunt de geselecteerde instellingen alleen wijzigen wanneer u aangemeld bent
als gebruiker met beheerdersrechten.
Het aanmelden is mislukt voor een aangegeven aantal keren, waardoor het niet
langer mogelijk is te proberen aan te melden. Neem contact op met een
systeembeheerder.
Het is niet mogelijk gebleken verbinding te maken met het netwerk middels de
optionele draadloze netwerkinterfacekit.
Controleer de instellingen van de draadloze netwerkinterface.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer functie taakaccounting ingeschakeld is
en een poging om instellingen voor taakaccounting te specificeren of om een
account te registreren of te verwijderen, mislukt. Druk op [OK] om de printer
weer in status Gereed voor printen te plaatsen.
Er zijn apparaatbe-
heerdersrechten
vereist.
Toegang geweigerd.
U kunt niet
aanmelden.
Er is geen toegangs-
punt gedetecteerd.
Fout met account.
Druk [OK].
Problemen oplossen
6-6
Het papier in de weergegeven papierbron is op. Plaats papier in de
weergegeven papierbron (papiercassettes, MF-lade of optionele
papierinvoereenheden).
U kunt de geselecteerde instellingen alleen wijzigen wanneer u aangemeld bent
als gebruiker met beheerdersrechten.
Wanneer de cassette geen papier bevat dat overeenkomt met de
afdrukgegevens (papierformaat en -soort), kunt u aan de hand van dit bericht
een andere cassette opgeven om te gebruiken. Er wordt alleen een nummer
voor de papierbron weergegeven wanneer een optionele papierinvoereenheid is
geïnstalleerd. Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor het afdrukken
vanaf een andere papierbron.
De capaciteit van de box is vol.
Verwijder bestanden of wijzig de capaciteit van de box.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Wordt weergegeven wanneer gegevens worden geannuleerd.
Het is niet mogelijk gebleken verbinding te maken met het netwerk middels de
optionele draadloze netwerkinterfacekit.
Controleer de instellingen van de draadloze netwerkinterface.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
BerichtMogelijke oplossing
Cassette # bijvullen
MF-lade bijvullen.
Alleen beheerder.
Alternatief:
A
A5 Dik papier
B
A5 Normaal
C
A4 Bedrukt
Boxlimiet
overschreden.
Annuleren...
Kan geen verbinding
maken.
6-7
Problemen oplossen
Druk op [OK] en controleer de volgelnde items:
• Registratie bij verificatieserver
• Wachtwoord en computeradres voor verificatieserver
• Verbinding netwerk
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
De optionele draadloze netwerkinterfacekit heeft meerdere toegangspunten
gedetecteerd. Controleer de instellingen van de draadloze netwerkinterface.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
U heeft geprobeerd af te drukken met een papierformaat en papiersoort die niet
gebruikt kunnen voor dubbelzijdig afdrukken. Druk op [OK] om op één kant van
het papier af te drukken.
Dit bericht wordt getoond wanneer bewerkingen beperkt zijn voor het account
wanneer taakaccounting actief is.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor het wijzigen van de
accountinstellingen.
Het is niet mogelijk de reiniging uit te voeren omdat er een taak wordt
uitgevoerd, enz.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer Verw. geheugen geselecteerd is
terwijl een USB-geheugen in gebruik is.
Het vorige scherm wordt opnieuw 1 of 2 seconden weergegeven.
De overeenkomende papiercassette is niet geplaatst. Plaats de cassette. Het
cassettenummer kan 1 (bovenste) tot 5 (onderste) zijn.
BerichtMogelijke oplossing
Kan niet verbinden
met verif.server.
Controleer de
domeinnaam.
Kan geen verbinden.
Er zijn meerdere toe-
gangspunten ingesch.
Kan niet dubbelzijd.
printen op dit
papier.
Kan deze taak niet
uitvoeren. Beperkt
door
autorisatie-
instellingen.
Uitvoeren niet
mogelijk.
Geheugen in gebruik,
niet verwijderbaar.
Geen cassette #
Problemen oplossen
6-8
Dit bericht wordt weergegeven wanneer er zich een papieroptilfout heeft
voorgedaan in de cassette van de papierbron. Trek de cassette van de
weergegeven papierbron naar buiten (de papiercassettes of optionele
papierinvoeren) en controleer of het papier correct wordt geladen.
Bericht Neem contact op met uw service provider wordt
weergegeven wanneer deze fout zich herhaaldelijk voordoet.
Dit bericht waarschuwt in de volgende twee gevallen. Installeer de nieuwe
tonerafvalbak.
De tonerafvalbak is niet geplaatst.
De tonerafvalbak is vol.
Raadpleeg Vervangen van de tonerafvalbak op pagina 5-6 voor meer
informatie.
De linkerklep van de printer staat open. Sluit de linkerklep.
De achterklep van de printer staat open. Sluit de achterklep.
De bovenklep van de printer staat open. Sluit de bovenklep van de printer.
De ontwikkeleenheid is niet geïnstalleerd of niet correct geplaatst.
Plaats de ontwikkeleenheid goed in het apparaat.
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
De drumeenheid is niet geïnstalleerd of niet correct geplaatst.
Plaats de drumeenheid goed in het apparaat.
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
BerichtMogelijke oplossing
Controleer cassette
#.
Controleer de
resttoner container.
Sluit klep linkerkant
Sluit de achterklep.
Sluit klep bovenkant.
De developer is
niet geïnstalleerd.
De drumeenheid is
niet geïnstalleerd.
6-9
Problemen oplossen
Het IPv6-adres dat in de hostname is opgegeven, is niet omgeven door haakjes
[ ]. Geef het adres tussen [] haakjes in om het IPv6-adres in te geven.
(bijv. [3ae3:9a0:cd05:b1d2:28a:1fc0:a1:10ae]:140)
Wordt weergegeven wanneer de envelopschakelaars zijn ingesteld op
envelopmodus.
Druk op de hoofdschakelaar om het apparaat uit te schakelen; druk er
nogmaals op om het weer in te schakelen. Als het bericht nog steeds wordt
weergegeven, druk dan op de hoofdschakelaar om het apparaat uit te zetten en
neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Er heeft zich een fout voorgedaan bij het verkrijgen van de gebruikersinformatie
na de authenticatie. Opnieuw aanmelden a.u.b.
Het geselecteerde bestand of de box bestaat niet.
Controleer of de box niet gewist is, en dat het bestand niet gewist of verplaatst
is.
De in de printer geplaatste SD/SDHC-geheugenkaart is niet geformatteerd en
kan daarom niet worden gebruikt om te lezen of schrijven. Volg de in de Engelse
Gebruikershandleiding aangegeven procedure voor het formatteren van een
SD/SDHC-geheugenkaart.
BerichtMogelijke oplossing
Zet het IPv6-adres
tussen haakjes
[ ].
Envelop-mode.
Een fout is opgetr.
Schakel de stroom
uit en weer aan.
####
Verkrijgen netwerk-
gebruikersinformatie
is niet gelukt.
Bestand is gewist.
Controleer de docu-
mentbox.
SD-kaart formatteren.
Problemen oplossen
6-10
De in de printer geplaatste SSD (HD-6) is niet geformatteerd en kan daarom niet
worden gebruikt om te lezen of schrijven. Volg de in de Engelse
Gebruikershandleiding aangegeven procedure voor het formatteren van een
SSD.
De fusereenheid is niet geïnstalleerd of niet correct geplaatst.
Plaats de fusereenheid goed in het apparaat.
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Het account-ID komt niet overeen.
Controleer het geregistreerde account-ID.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer de taakaccounting-functie is
ingeschakeld en er geen account is ingesteld voor een verzonden afdruktaak of
de gespecificeerde account niet is geregistreerd (de verkeerde account is
ingesteld).
Druk op [OK] om de printer terug gebruiksklaar te zetten.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
De gebruikers-ID die voor een privé-taak is ingevoerd is niet correct. Controleer
de gebruikers-ID die u op de printerdriver heeft ingevoerd.
De NTLM-server heeft de verificatie afgewezen. Geef een juiste
aanmeldingsgebruikersnaam en/of wachtwoord in.
BerichtMogelijke oplossing
SSD formatteren.
De fusereenheid is
niet geïnstalleerd.
Onjuiste account-ID.
Onjuiste account-ID.
Druk [OK].
Onjuiste ID.
Onjuiste aanmeldings-
gebruikersnaam of
wachtwoord.
6-11
Problemen oplossen
Geef een juiste aanmeldingsgebruikersnaam en/of wachtwoord in.
Geef het juiste wachtwoord op.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer functie taakaccounting is ingeschakeld
en er een poging is ondernomen om de afdruklimiet die voor elke account is
ingesteld, te overschrijden. Druk op [OK] om de printer terug gebruiksklaar te
zetten.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Afdrukken via functie Aangepaste box is mislukt omdat er onvoldoende ruimte
was op de SSD- de RAM-schijf of de SD/SDHC-geheugenkaart, of omdat de
RAM-schijf uitgeschakeld was bij het demounten van de harde schijf. Druk op
[OK] om een foutenoverzicht af te drukken en de printer opnieuw gebruiksklaar
te zetten.
Het huidige afdrukproces kan niet worden voortgezet als gevolg van een KPDL-
fout. Laat voor het afdrukken van een foutenoverzicht KPDL-foutrapp. tonen
in het menusysteem en selecteer Aan. Druk op [OK] om verder te gaan met
afdrukken. U kunt ophouden met afdrukken door op [Annuleren] te drukken.
Als 'Fouten aut. verw.' op Aan staat, wordt het afdrukken na een vooraf
ingestelde periode automatisch hervat.
De toegevoegde box overstijgt het maximale aantal boxen.
Verwijder de box als deze overbodig is.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
BerichtMogelijke oplossing
Onjuiste aanmeldings-
gebruikersnaam of
wachtwoord.
Taak is geannuleerd.
Onjuist wachtwoord.
Taakaccounting
Beperking overschr.
Druk [OK].
Taak niet opgeslagen.
Druk [OK].
Fout met KPDL.
Druk [OK].
Limiet overschreden.
U kunt niets meer
toevoegen.
Problemen oplossen
6-12
Het formaat van het papier in de cassette en de instelling op de knop voor
papierformaat komen niet overeen. Controleer het papierformaat.
De papiercassette met het papierformaat en de papiersoort van de afdruktaak is
leeg. Laad papier in de papiercassette die op de plaats van # wordt
weergegeven. Druk op [OK] om verder te gaan met afdrukken.
Als u vanuit een andere papierbron wilt afdrukken, druk dan op [Alt]
([Linkerkeuzetoets]) om Alternatief: weer te geven, waarna u de bron
voor de papierinvoer kunt wijzigen. U kunt ophouden met afdrukken door op
[Annuleren] te drukken.
Er is geen papiercassette in de printer geïnstalleerd die overeenkomt met het
papierformaat en de papiersoort van de afdruktaak. Plaats papier in de
multifunctionele lade. Druk op [OK] om verder te gaan met afdrukken. (Houd er
rekening mee dat bij invoer van papier met een papierformaat dat niet
overeenkomt met het huidige papierformaat van de MF-lade, dit tot gevolg kan
hebben dat het papier vastloopt.)
Als u vanuit een andere papierbron wilt afdrukken, druk dan op [Alt]
([Linkerkeuzetoets]) om Alternatief: weer te geven, waarna u de bron
voor de papierinvoer kunt wijzigen. U kunt ophouden met afdrukken door op
[Annuleren] te drukken.
De geselecteerde cassette wordt voorbereid.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer Laag werd geselecteerd in
Beveiligingsniveau.
BerichtMogelijke oplossing
Plaats papier in
in cassette #
A4
Er is een ander
papierformaat
geplaatst. Controleer
het papierformaat.
Plaats papier in
in cassette #.
A4
Normaal
Plaats papier in
de MF-lade.
A4
Normaal
Papier wordt geladen.
Lage beveiliging
6-13
Problemen oplossen
#### staat voor een mechanische fout (#=0, 1, 2, ...). Bel voor onderhoud. De
printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven. Tegelijk wordt het
totale aantal afgedrukte pagina's weergegeven, bijvoorbeeld 0123456.
Wordt weergegeven wanneer de papiersoort niet overeenkomt met de instelling
van de envelopschakelaar.
De totale hoeveelheid door de printer ontvangen gegevens overschrijdt het
interne geheugen van de printer.
Voeg geheugen toe. Druk op [OK] om verder te gaan met afdrukken. U kunt
ophouden met afdrukken door op [Annuleren] te drukken.
Als 'Fouten aut. verw.' op Aan staat, wordt het afdrukken na een vooraf
ingestelde periode automatisch hervat.
Er kan maar één exemplaar worden afgedrukt, omdat de RAM-schijf is
uitgeschakeld of omdat de SSD niet geïnstalleerd is. Probeer geheugen toe te
voegen of een SSD te installeren en de instellingen van de RAM-schijf te
configureren.
Dit bericht wordt weergegeven als er een niet-originele tonercontainer geplaatst
is.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die door niet-originele toner wordt
veroorzaakt.
Het wordt aanbevolen alleen originele tonercontainers te gebruiken.
Als u de momenteel geïnstalleerde tonercontainer wilt gebruiken, druk dan
tegelijk, gedurende 3 seconden of langer op zowel [OK] als [Annuleren].
Er heeft zich een papierstoring voorgedaan. De locatie van de papierstoring
wordt aangegeven op de plaats van #. Raadpleeg Papierstoringen oplossenop
pagina 6-17 voor meer informatie.
Er bevindt zich geen papiercassette in de invoereenheid of de cassette is niet
goed geplaatst. U kunt na het opnieuw plaatsen van de papiercassette weer
afdrukken. Wanneer twee of meer optionele invoereenheden zijn geïnstalleerd
en de onderste wordt geselecteerd, verschijnt hetzelfde bericht als een van de
bovenste papierinvoereenheden en de printercassette niet goed zijn
geïnstalleerd.
BerichtMogelijke oplossing
Storing machine.
Neem contact op met
uw service provider
####:0123456
Pas de papiersoort en
de envelopschakelaar
op elkaar aan.
Geheugen is vol
Printopdracht kan
niet voltooid worden.
Niet meerdere exempl.
Druk op [OK].
Niet-originele toner.
Druk op [Help}.
Papier vast
##########
[ Help ]
Fout papierpad.
Plaats de cassette.
Problemen oplossen
6-14
De data die naar de printer zijn overgebracht, zijn te ingewikkeld om op een
pagina te kunnen afdrukken. Druk op [OK] om verder te gaan met afdrukken.
Er is een fout op de RAM-schijf opgetreden. Bekijk de foutcode die op de plaats
van ## staat.
De mogelijke foutcodes en hun beschrijvingen zijn de volgende:
02: RAM-diskmode staat op Uit. Stel de instelling in op Aan. Raadpleeg de
Engelse Bedieningshandleiding.
04: Geen schijfruimte. Wis overbodige bestanden of vergroot de schijf van de
RAM-schijf. Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer
informatie.
05: Het opgegeven bestand bestaat niet op de RAM-schijf. Sla het bestand op
de RAM-schijf op.
Er zijn al 100 geregistreerde accounts, waardoor het niet mogelijk is nieuwe
accounts te registreren.
Vervang het onderhoudspakket dat op het berichtenscherm wordt
weergegeven. De onderhoudskit dient om de 500.000 afgedrukte afbeeldingen
te worden vervangen (of elke 300.000 afbeeldingen bij de P-4030D/P-4030DN);
hiervoor is professioneel onderhoud nodig.
Toner in de tonercontainer is op. Vervang de tonercontainer met een nieuwe
tonerkit. De printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer een poging tot afdrukken werd
ondernomen, ondanks het feit dat functie taakaccounting geactiveerd was met
Beperking ingesteld als de taaklimiet voor elke taakaccount.
Druk op [OK] om de printer terug gebruiksklaar te zetten.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
BerichtMogelijke oplossing
Taak is onderbroken
Fout met RAM-disk
Druk op [OK].
##
Geregistreerd aantal
overschreden
Kan niet toevoegen
Vervang MK.
Vervang de toner.
Begrensd door
taakaccounting
Druk op [OK].
6-15
Problemen oplossen
Er is een fout opgetreden in de SD/SDHC-geheugenkaart. Bekijk de foutcode
die op de plaats van ## staat.
De mogelijke foutcodes en hun beschrijvingen zijn de volgende:
02: De printer ondersteunt de geplaatste SD/SDHC-geheugenkaart niet, of deze
geheugenkaart is defect. Installeer de juiste SD/SDHC-geheugenkaart.
04: Er is onvoldoende ruimte op de SD/SDHC-geheugenkaart. Verwijder
onnodige bestanden of gebruik een nieuwe SD/SDHC-geheugenkaart.
05: Het opgegeven bestand bestaat niet op de SD/SDHC-geheugenkaart. Sla
het bestand op de SD/SDHC-geheugenkaart op.
Er heeft zich een SSD-fout voorgedaan. Bekijk de foutcode die op de plaats van
## staat.
De mogelijke foutcodes en hun beschrijvingen zijn de volgende:
04: Er is geen ruimte beschikbaar op de SSD. Verwijder onnodige bestanden
e.d. om ruimte vrij te maken.
05: Het opgegeven bestand bestaat niet op de SSD. Sla het bestand op de SSD
op.
Kopiëren is niet mogelijk omdat de bestemming al gegevens met dezelfde
bestandsnaam bevat. Verwijder de gegevens met dezelfde bestandsnaam van
de bestemmingslocatie voordat er gekopieerd wordt.
De ingegeven aanmeldingsgebruikersnaam is niet geregistreerd. Controleer de
aanmeldingsgebruikersnaam.
Het ingestelde account-ID is al geregistreerd. Registreer een ander account-ID.
De gewijzigde aanmeldingsgebruikersnaam is al geregistreerd. Stel een andere
aanmeldingsgebruikersnaam in.
BerichtMogelijke oplossing
Fout SD-kaart.
Druk op [OK].
##
SSD-fout.
Druk op [OK].
##
Bestandsnaam
bestaat reeds.
U kunt niet kopiëren.
Gebruikersnaam is
niet geregistreerd.
Dit account-ID is
al geregistreerd
Deze gebr.aanm.naam
is al geregistreerd.
Problemen oplossen
6-16
De toner is op. Zorg ervoor dat er meteen een nieuwe tonercontainer
beschikbaar is. Raadpleeg Tonercontainer vervangen op pagina 5-2 voor meer
informatie.
De bovenste lade is vol (ca. 250 (bij P-4030D en P-4030DN) of 500 (P-4530DN,
P-5030DN en P-6030DN) pagina's). U moet alle afgedrukte pagina's uit de
bovenste bak verwijderen. Wanneer de printer merkt dat de bovenste bak weer
leeg is, gaat de printer verder met het afleveren van afdrukken in de bovenste
opvangbak.
Dit bericht wordt weergegeven als de regionale specificatie van de
geïnstalleerde tonercontainer niet overeenkomt met die van de printer.
Installeer de gespecificeerde tonercontainer.
Er is een fout opgetreden in het USB-geheugenapparaat.
Bekijk de foutcode die op de plaats van ## staat.
De mogelijke foutcodes en hun beschrijvingen zijn de volgende:
01: De hoeveelheid gegevens die tegelijk kan worden opgeslagen is
overschreden. Splits het grote bestand in meerdere kleinere bestanden.
Het USB-geheugen is beveiligd tegen schrijven. Verwijder de schrijfbeveiliging.
Het USB-geheugen is defect.
Zelfs als het probleem niet verholpen is, formatteer het USB-geheugen dan met
het apparaat of gebruik het nieuwe USB-geheugen dat compatibel is met de
printer.
04: Er is geen ruimte beschikbaar. Verwijder onnodige bestanden e.d. om ruimte
vrij te maken.
BerichtMogelijke oplossing
De toner is bijna op.
Bovenste uitvoer is
vol, verwijder de
afdrukken.
Onbekende toner
geïnstall. PC
Fout met USB-
geheugen.
Druk op [OK].
##
6-17
Problemen oplossen
Papierstoringen oplossen
Als papier in het papiertransportsysteem is vastgelopen, of als er helemaal geen papier is doorgevoerd, verschijnt bericht
Papierstoring met de locatie van de papierstoring (het onderdeel waarin de papierstoring zich heeft voorgedaan).
Statusbewaking of embedded web server kan de plek van de papierstoring lokaliseren (het onderdeel waar de storing is
opgetreden). Verwijder het vastgelopen papier. Wanneer u het vastgelopen papier heeft verwijderd, begint de printer weer
met afdrukken.
Mogelijke locaties van papierstoringen
Onderstaande figuur laat de papierpaden van de printer zien, inclusief de optionele papierinvoer. De locaties waar de
papierstoringen zich kunnen voordoen, worden hier tevens weergegeven, waarbij elke locatie in de onderstaande tabel
wordt uitgelegd. Papierstoringen kunnen zich in meer dan één onderdeel langs de papierpaden voordoen.
BELANGRIJK De printer kan het papier niet op juiste wijze invoeren, afhankelijk van de papiersoort. Print verschil-
lende pagina's om te bevestigen of de printer het papier juist kan invoeren. Om dik papier soepel in te voeren kan in
de printerdriver gekozen worden voor invoeren op halve snelheid. Raadpleeg Modus halve snelheid (instellingen
printerdriver) op pagina 3-8 voor meer informatie.
E
A
B
C
D
B
B
B
B
Papierinvoer
Opvangbak
Beeldzijde omhoog
Multifunctionele
lade
Bulkpapier-
invoer
Papiercassette
Problemen oplossen
6-18
Bericht papierstoring
Papierstoring
locatie
BeschrijvingZie pagina
AHet papier is in de MF-lade of de
optionele bulkpapierinvoer
vastgelopen.
pagina 6-19
pagina 6-23
BHet papier is in de papiercassette
vastgelopen. Het cassettenummer
kan 1 (bovenste) tot 5 (onderste)
zijn.
pagina 6-20
CHet papier is in het duplexgedeelte
vastgelopen.
pagina 6-21
DHet papier is in de printer
vastgelopen.
pagina 6-22
EHet papier is in de achtereenheid
vastgelopen.
pagina 6-23
Papier
vastgelopen
in MF-lade.
[ Help ]
Papier vast-
gelopen in
bulkinvoer.
[ Help ]
Papier
vastgelopen
in cassette
#.
[ Help ]
Papier vast
in de duplex
eenheid
[ Help ]
Papier vast-
gelopen in
de
printer.
[ Help ]
Papier vast
gelopen in
eenheid
[ Help ]
6-19
Problemen oplossen
Algemene aandachtspunten bij het oplossen van storingen
Houd rekening met de volgende aandachtspunten wanneer u papier probeert te verwijderen:
•Als er regelmatig een papierstoring optreedt, kunt u een andere papiersoort proberen, het papier vervangen door nieuw
papier of de papierstapel omdraaien. Het kan zijn dat de printer problemen ondervindt als de papierstoringen blijven
optreden nadat het papier is vervangen.
•Of de vastgelopen pagina's gewoon worden gereproduceerd wanneer het afdrukken wordt hervat, hangt af van de
locatie van de papierstoring.
Gebruik maken van online help-berichten
Wanneer Papierstoring wordt getoond, druk dan op [Help]([Linkerkeuzetoets]) om de procedure voor het opheffen van
de storing weer te geven.
Druk op om de volgende stap weer te geven of op om de voorgaande stap weer te geven.
Druk op [OK] om de online help in het berichtenscherm te verlaten.
Multifunctionele lade
Het papier is vastgelopen in de multifunctionele lade. Verwijder het vastgelopen papier met de onderstaande procedure.
1Verwijder het papier dat in de multifunctionele lade is vastgelopen.
BELANGRIJK Verwijder papier van de multifunctionele lade
voordat het vastgelopen papier verwijderd wordt.
2Open en sluit de bovenklep om de storing te verhelpen.
VOORZICHTIG Trek niet te hard aan het papier, anders scheurt het. Gescheurde stukjes papier zijn lastig
te verwijderen en kunnen gemakkelijk over het hoofd worden gezien, waardoor de papierstoring niet kan
worden opgelost.
Problemen oplossen
6-20
Papiercassette/Papierinvoer
1Trek de cassette of optionele papierinvoer naar buiten.
2Verwijder het papier dat niet helemaal ingevoerd is.
3Duw de cassette weer goed naar binnen. De printer warmt op en gaat
verder met afdrukken.
Opmerking Controleer of het papier goed is geplaatst. Als dit
niet het geval is, plaatst u het papier opnieuw.
6-21
Problemen oplossen
Duplexeenheid
Het papier is in het duplexgedeelte vastgelopen. Verwijder het vastgelopen papier met de onderstaande procedure.
1Trek de cassette helemaal uit de printer.
2Open de voorklep van de duplexeenheid en verwijder het
vastgelopen papier.
3Sluit de voorklep van de duplexeenheid.
4Plaats de cassette in de sleuf van de printer. De printer warmt op en
gaat verder met afdrukken.
Problemen oplossen
6-22
Binnenin de printer
1Open de bovenklep en voorklep.
BELANGRIJK Verwijder papier van de multifunctionele lade
voordat het vastgelopen papier verwijderd wordt.
2Trek aan de ontwikkeleenheid en de tonercontainer.
3Haal het papier uit de printer.
Als het papier tussen de rollen is vastgelopen, trekt u het papier in
de normale papierrichting.
4Plaats de ontwikkelaar samen met de tonercontainer terug in het
apparaat.
5Sluit daarna de voorklep en bovenklep. De printer warmt op en gaat
verder met afdrukken.
Opmerking Als u geen papierstoring kunt vinden, controleert
u binnenin de achterkant van de printer. Raadpleeg Achterste
eenheid op pagina 6-23.
6-23
Problemen oplossen
Achterste eenheid
1Als het papier niet volledig in de bovenste lade is uitgevoerd, opent u
de achterklep.
2Open de fuserklep en verwijder het vastgelopen papier door het naar
buiten te trekken.
3Sluit de achterklep. De printer warmt op en gaat verder met
afdrukken.
Bulkpapierinvoer
Het papier is in de optionele bulkpapierinvoer vastgelopen. Haal de bulkpapierinvoer uit de printer door hem eruit te
schuiven met de rail van de printer af. Houd de bulkpapierinvoer met beide handen vast. Als er papier niet helemaal
uitgevoerd is, trekt u het er met de hand uit. Raadpleeg de PF-315+ Installation Guide voor meer informatie.
Opmerking Als u geen papierstoring kunt vinden, controleert
u binnenin de achterkant van de printer.
VOORZICHTIG De fusereenheid binnenin de printer is
heet. Raak de eenheid niet met uw handen aan, aangezien
dit brandwonden kan veroorzaken. Verwijder voorzichtig het
vastgelopen papier.
Problemen oplossen
6-24
A-1
Bijlage
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Over de opties.......................................................................................................................................A-2
Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.
Product:
Forumrules
To achieve meaningful questions, we apply the following rules:
First, read the manual;
Check if your question has been asked previously;
Try to ask your question as clearly as possible;
Did you already try to solve the problem? Please mention this;
Is your problem solved by a visitor then let him/her know in this forum;
To give a response to a question or answer, do not use this form but click on the button 'reply to this question';
Your question will be posted here and emailed to our subscribers. Therefore, avoid filling in personal details.
Register
Register getting emails for Triumph-Adler P-6030DN at:
new questions and answers
new manuals
You will receive an email to register for one or both of the options.
Get your user manual by e-mail
Enter your email address to receive the manual of Triumph-Adler P-6030DN in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.
The manual is 5,54 mb in size.
You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.
If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.
The email address you have provided is not correct.
Please check the email address and correct it.
Your question is posted on this page
Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.