651352
121
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/132
Next page
P-4030D/4030DN/4530DN/5030DN/6030DN
Instructiehandleiding
P-4030D / 4030DN / 4530DN / 5030DN / 6030DN
Monochrome Laserprinter
Printen
A4
NL
Deze gebruikershandleiding is bedoeld voor de modellen P-4030D, P-4030DN, P-4530DN, P-5030DN en P-6030DN.
Deze gebruikershandleiding is bedoeld om u te helpen het apparaat correct te bedienen, het basisonderhoud uit te
voeren en zo nodig eenvoudige problemen op te lossen, zodat u uw apparaat steeds in optimale staat kunt gebruiken.
Wij raden u aan vervangende artikelen van ons eigen merk te gebruiken. Wij zijn niet aansprakelijk voor schade als
gevolg van het gebruik van artikelen van andere fabrikanten in dit apparaat.
Bijgesloten handleidingen
Bij dit apparaat worden de volgende handleidingen geleverd. Raadpleeg ze wanneer nodig.
Schijf met Product Library
Quick Installation Guide Beschrijft de procedures voor het installeren van de machine.
Safety Guide Bevat informatie over veiligheid en waarschuwingen bij het installeren en het
gebruik van het apparaat. Lees deze handleiding voor u het apparaat in
gebruik neemt.
Safety Guide (P-4030D/
P-4030DN/P-4530DN/
P-5030DN/P-6030DN)
Beschrijft de installatieruimte van het apparaat, de waarschuwingsruimte en
andere informatie. Lees deze handleiding voor u het apparaat in gebruik
neemt.
Gebruikershandleiding
(deze handleiding)
Beschrijft het laden van papier, de basishandelingen voor afdrukken en
probleemoplossing.
Embedded Web Server RX
User Guide
Beschrijft hoe u vanaf een computer via een Webbrowser toegang tot de
machine kunt verkrijgen voor het controleren en wijzigen van instellingen.
Printing System Driver
User Guide
Beschrijft de installatie van de printerdriver en gebruik van de
afdrukfunctionaliteiten.
Network Tool for Direct
Printing Operation Guide
Beschrijft het gebruik van de functionaliteit voor het afdrukken van
PDF-bestanden zonder dat Adobe Acrobat of Reader gestart hoeft te worden.
NETWORK PRINT
MONITOR User Guide
Beschrijft het monitoren van het netwerk-afdruksysteem met NETWORK
PRINT MONITOR.
Card Authentication Kit (B)
Operation Guide
Beschrijft hoe men zich bij de machine kan authenticeren met de ID-kaart.
Data Security Kit (E)
Operation Guide
Beschrijft het installeren en configureren van de Data Security Kit.
Veiligheidsaanduidingen in deze handleiding
De delen van deze handleiding en onderdelen van het apparaat die zijn aangeduid met symbolen, bevatten
veiligheidswaarschuwingen ter bescherming van de gebruiker, andere personen en voorwerpen in de buurt. Ze zijn
ook bedoeld voor een correct en veilig gebruik van het apparaat. De symbolen met hun betekenis worden hieronder
beschreven.
WAARSCHUWING: geeft aan dat onvoldoende aandacht voor of het niet op juiste wijze voldoen aan de
betreffende punten kan leiden tot ernstig letsel of zelfs overlijden.
VOORZICHTIG: geeft aan dat onvoldoende aandacht voor of het niet op juiste wijze voldoen aan de
betreffende punten kan leiden tot persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat.
Symbolen
Symbool geeft aan dat het betreffende gedeelte veiligheidswaarschuwingen bevat. Specifieke aandachtspunten
worden binnen in het symbool aangegeven.
... [Algemene waarschuwing]
... [Waarschuwing voor hoge temperatuur]
Symbool geeft aan dat het betreffende gedeelte informatie bevat over niet-toegestane handelingen. Specifieke
informatie over de niet-toegestane handeling wordt binnenin het symbool aangegeven.
... [Waarschuwing voor niet-toegestane handeling]
... [Demontage verboden]
Symbool geeft aan dat het betreffende gedeelte informatie bevat over handelingen die moeten worden uitgevoerd.
Specifieke informatie over de vereiste handeling wordt binnenin het symbool aangegeven.
... [Waarschuwing voor vereiste handeling]
... [Haal de stekker uit het stopcontact]
... [Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact]
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger om een vervangend exemplaar te bestellen als de
veiligheidswaarschuwingen in deze gebruikershandleiding onleesbaar zijn of als de handleiding zelf ontbreekt (tegen
betaling).
Opmerking Originele documenten die heel erg op een bankbiljet lijken kunnen mogelijkerwijs niet goed
gekopieerd worden omdat dit apparaat voorzien is van een functie die valsmunterij voorkomt.
i
Inhoud
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften
1 Onderdelen van het apparaat
Onderdelen aan de voorzijde/rechterzijde van de printer ............................................................................ 1-2
Onderdelen aan de linkerzijde van de printer ............................................................................................... 1-2
Interne onderdelen ........................................................................................................................................... 1-3
Onderdelen aan de achterkant van de printer ............................................................................................... 1-4
Bedieningspaneel ............................................................................................................................................ 1-5
2 Voorbereiding voor het gebruik
Netwerkinterfaceparameters wijzigen ............................................................................................................ 2-2
Een statuspagina afdrukken ........................................................................................................................... 2-6
Software installeren ......................................................................................................................................... 2-7
Statusbewaking .............................................................................................................................................. 2-13
Software verwijderen (Windows PC) ............................................................................................................ 2-16
Embedded Web Server RX ............................................................................................................................ 2-17
Aan- en uitzetten ............................................................................................................................................ 2-21
Energiebesparingfunctie ............................................................................................................................... 2-22
Papier plaatsen .............................................................................................................................................. 2-24
3 Afdrukken
Afdrukken vanuit toepassingen ..................................................................................................................... 3-2
Een afdruktaak annuleren ............................................................................................................................... 3-3
Scherm Eigenschappen printerdriver ............................................................................................................ 3-4
Registreren van een papierformaat ................................................................................................................ 3-6
Hulp printerdriver ............................................................................................................................................. 3-7
Wijzigen van de standaardinstelling voor printerdriver (Windows 7) ......................................................... 3-7
Printfuncties ..................................................................................................................................................... 3-8
4 Bedieningspaneel
Berichtenscherm .............................................................................................................................................. 4-2
Toetsen ............................................................................................................................................................. 4-4
Het menuselectiesysteem gebruiken ............................................................................................................. 4-7
Toegang tot selectiemenu Modus .................................................................................................................. 4-9
5 Onderhoud
Tonercontainer vervangen .............................................................................................................................. 5-2
Vervangen van de tonerafvalbak .................................................................................................................... 5-6
De printer reinigen ........................................................................................................................................... 5-8
Langdurig niet gebruiken en verplaatsen van de printer ........................................................................... 5-10
6 Problemen oplossen
Algemene richtlijnen ........................................................................................................................................ 6-2
Problemen met de afdrukkwaliteit .................................................................................................................. 6-3
Foutmeldingen ................................................................................................................................................. 6-5
Papierstoringen oplossen ............................................................................................................................. 6-17
Bijlage
Over de opties ..................................................................................................................................................A-2
Papier ................................................................................................................................................................A-3
Specificaties ...................................................................................................................................................A-14
Index
ii
iii
Wettelijke kennisgevingen en
veiligheidsvoorschriften
Kennisgeving met betrekking tot software
DE SOFTWARE DIE MET DEZE PRINTER WORDT GEBRUIKT, MOET DE EMULATIEMODUS VAN DE PRINTER
ONDERSTEUNEN. De printer is fabrieksmatig ingesteld op het emuleren van de PCL of KPDL.
Kennisgeving
De informatie in deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. In toekomstige edities kunnen
extra pagina's worden ingevoegd. De huidige editie kan technische onvolkomenheden of drukfouten bevatten.
Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor ongevallen die het gevolg zijn van het niet opvolgen van de instructies in
deze handleiding. Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor fouten in de firmware van de printer (de inhoud van het
ROM).
Deze handleiding en al het materiaal dat onder het auteursrecht valt en wordt verkocht of meegeleverd bij of in verband met
de verkoop van de laserprinter, zijn auteursrechtelijk beschermd. Alle rechten voorbehouden. Het kopiëren of op een andere
manier reproduceren van de gehele handleiding of gedeelten van de handleiding, of een willekeurig onderwerp waarop
auteursrecht van toepassing is, is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de copyright-eigenaar. Elke
kopie die van deze handleiding of een deel daarvan wordt gemaakt, en alles wat onder het auteursrecht valt, moet dezelfde
copyright-vermelding bevatten als het materiaal dat wordt gekopieerd.
Wat betreft handelsnamen
PRESCRIBE en KPDL zijn handelsmerken van Kyocera Corporation.
Microsoft, Windows, Windows XP, Windows Server 2003, Windows Vista, Windows Server 2008, Windows 7 en
Internet Explorer zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de V.S.A. en/of andere landen.
PCL is een handelsmerk van Hewlett-Packard Company.
Adobe Acrobat, Adobe Reader en PostScript zijn handelsmerken van Adobe Systems, Incorporated.
Ethernet is een gedeponeerd handelsmerk van Xerox Corporation.
NetWare is een gedeponeerd handelsmerk van Novell, Inc.
IBM is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.
Bonjour, Bonjour, Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de V.S. en andere landen.
Alle Europese lettertypen die in dit apparaat zijn geïnstalleerd, worden gebruikt onder licentieovereenkomst met
Monotype Imaging Inc.
Helvetica, Palatino en Times zijn geregistreerde handelsmerken van Linotype GmbH.
ITC Avant Garde Gothic, ITC Bookman, ITC ZapfChancery en ITC ZapfDingbats zijn geregistreerde handelsmerken
van International Typeface Corporation.
Er zijn UFST™ MicroType®-lettertypen van Monotype Imaging Inc. in dit apparaat geïnstalleerd.
Alle overige merk- en productnamen zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van de respectieve bedrijven.
De symbolen ™ en ® worden niet gebruikt in deze gebruikershandleiding.
VOORZICHTIG ER WORDT GEEN AANSPRAKELIJKHEID AANVAARD VOOR SCHADE DIE IS
VEROORZAAKT DOOR ONJUISTE INSTALLATIE.
iv
Licentieovereenkomsten
GPL/LGPL
Dit product is voorzien van GPL- (http://www.gnu.org/licenses/gpl.html) en/of LGPL- (http://www.gnu.org/licenses/lgpl.html)
software als onderdeel van de firmware. U kunt de broncode verkrijgen en het is toegestaan deze te kopiëren, te
verspreiden en te wijzigen volgens de voorwaarden van GPL/LGPL..
Open SSL License
Copyright © 1998-2006 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following
conditions are met:
1 Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer.
2 Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
3 All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit. (http://
www.openssl.org/)"
4 The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be used to endorse or promote products derived from
this software without prior written permission.
For written permission, please contact openssl-core@openssl.org.
5 Products derived from this software may not be called "OpenSSL" nor may "OpenSSL" appear in their names without
prior written permission of the OpenSSL Project.
6 Redistributions of any form whatsoever must retain the following acknowledgment: "This product includes software
developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit (http:// www.openssl.org/)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT "AS IS" AND ANY EXPRESSED OR IMPLIED
WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND
FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR ITS
CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR
CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR
SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY
THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR
OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE
POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
Original SSLeay License
Copyright © 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com) All rights reserved.
This package is an SSL implementation written by Eric Young (eay@cryptsoft.com). The implementation was written so as
to conform with Netscapes SSL.
This library is free for commercial and non-commercial use as long as the following conditions are aheared to. The following
conditions apply to all code found in this distribution, be it the RC4, RSA, lhash, DES, etc., code; not just the SSL code. The
SSL documentation included with this distribution is covered by the same copyright terms except that the holder is Tim
Hudson (tjh@cryptsoft.com).
Copyright remains Eric Young's, and as such any Copyright notices in the code are not to be removed.
If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution as the author of the parts of the library used.
This can be in the form of a textual message at program startup or in documentation (online or textual) provided with the
package.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following
conditions are met:
v
1 Redistributions of source code must retain the copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer.
2 Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
3 All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgement:
"This product includes cryptographic software written by Eric Young (eay@cryptsoft.com)"
The word 'cryptographic' can be left out if the rouines from the library being used are not cryptographic related :-).
4 If you include any Windows specific code (or a derivative thereof) from the apps directory (application code) you must
include an acknowledgement:
"This product includes software written by Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY ERIC YOUNG "AS IS" AND ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES,
INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A
PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE AUTHOR OR CONTRIBUTORS BE LIABLE
FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING,
BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR
PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN
CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT
OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
The licence and distribution terms for any publically available version or derivative of this code cannot be changed. i.e. this
code cannot simply be copied and put under another distribution licence [including the GNU Public Licence.]
vi
Monotype Imaging License Agreement
1 Software shall mean the digitally encoded, machine readable, scalable outline data as encoded in a special format as
well as the UFST Software.
2 You agree to accept a non-exclusive license to use the Software to reproduce and display weights, styles and versions
of letters, numerals, characters and symbols (Typefaces) solely for your own customary business or personal
purposes at the address stated on the registration card you return to Monotype Imaging. Under the terms of this
License Agreement, you have the right to use the Fonts on up to three printers. If you need to have access to the fonts
on more than three printers, you need to acquire a multi-user license agreement which can be obtained from
Monotype Imaging. Monotype Imaging retains all rights, title and interest to the Software and Typefaces and no rights
are granted to you other than a License to use the Software on the terms expressly set forth in this Agreement.
3 To protect proprietary rights of Monotype Imaging, you agree to maintain the Software and other proprietary
information concerning the Typefaces in strict confidence and to establish reasonable procedures regulating access to
and use of the Software and Typefaces.
4 You agree not to duplicate or copy the Software or Typefaces, except that you may make one backup copy. You agree
that any such copy shall contain the same proprietary notices as those appearing on the original.
5 This License shall continue until the last use of the Software and Typefaces, unless sooner terminated. This License
may be terminated by Monotype Imaging if you fail to comply with the terms of this License and such failure is not
remedied within thirty (30) days after notice from Monotype Imaging. When this License expires or is terminated, you
shall either return to Monotype Imaging or destroy all copies of the Software and Typefaces and documentation as
requested.
6 You agree that you will not modify, alter, disassemble, decrypt, reverse engineer or decompile the Software.
7 Monotype Imaging warrants that for ninety (90) days after delivery, the Software will perform in accordance with
Monotype Imaging-published specifications, and the diskette will be free from defects in material and workmanship.
Monotype Imaging does not warrant that the Software is free from all bugs, errors and omissions.
The parties agree that all other warranties, expressed or implied, including warranties of fitness for a particular
purpose and merchantability, are excluded.
8 Your exclusive remedy and the sole liability of Monotype Imaging in connection with the Software and Typefaces is
repair or replacement of defective parts, upon their return to Monotype Imaging.
In no event will Monotype Imaging be liable for lost profits, lost data, or any other incidental or consequential damages,
or any damages caused by abuse or misapplication of the Software and Typefaces.
9 Massachusetts U.S.A. law governs this Agreement.
10 You shall not sublicense, sell, lease, or otherwise transfer the Software and/or Typefaces without the prior written
consent of Monotype Imaging.
11 Use, duplication or disclosure by the Government is subject to restrictions as set forth in the Rights in Technical Data
and Computer Software clause at FAR 252-227-7013, subdivision (b)(3)(ii) or subparagraph (c)(1)(ii), as appropriate.
Further use, duplication or disclosure is subject to restrictions applicable to restricted rights software as set forth in
FAR 52.227-19 (c)(2).
12 You acknowledge that you have read this Agreement, understand it, and agree to be bound by its terms and
conditions. Neither party shall be bound by any statement or representation not contained in this Agreement. No
change in this Agreement is effective unless written and signed by properly authorized representatives of each party.
By opening this diskette package, you agree to accept the terms and conditions of this Agreement.
vii
Compliance and Conformity
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the
FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential
installation. This equipment generates, uses and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in
accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee
that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or
television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct
the interference by one or more of the following measures:
Reorient or relocate the receiving antenna.
Increase the separation between the equipment and receiver.
Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.
Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
The use of a non-shielded interface cable with the referenced device is prohibited.
CAUTION
The changes or modifications not expressly approved by the party responsible for compliance could void the
user’s authority to operate the equipment.
This device complies with Part 15 of FCC Rules.
Operation is subject to the following two conditions; (1) this device may not cause interference, and (2) this device must
accept any interference, including interference that may cause undesired operation of the device.
* The above warning is valid only in the United States of America.
Interfacekabels
BELANGRIJK Zorg ervoor dat u de printer uitschakelt voordat u een interfacekabel aansluit of ontkoppelt. Bescherm
interfacekabels die niet worden gebruikt met behulp van de meegeleverde dop tegen statische elektrische ontlading
via de interfacekabel(s) naar de interne elektronica van de printer.
Canadian Department of Communications Compliance Statement
This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003.
Avis de conformité aux normes du ministère des Communications du
Canada
Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
Opmerking Gebruik beschermde interfacekabels.
viii
Energiebesparingfunctie
Om het energieverbruik in de wachtstand te verlagen, wordt het apparaat geleverd met een beheerfunctie voor
energiebesparing om te schakelen naar Slaapstand waarbij het stroomverbruik automatisch gereduceerd wordt tot een
minimum nadat een ingestelde tijd is verstreken sinds het apparaat voor het laatst gebruikt is. Raadpleeg
Energiebesparingfunctie op pagina 2-22 voor meer informatie.
Slaapstand
Het apparaat schakelt automatisch ongeveer 1 minuut nadat het voor het laatst gebruikt is, naar de slaapstand. De
tijdsperiode waarin er geen activiteiten plaatsvinden voordat de slaapstand wordt geactiveerd, kan worden verlengd.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Er zijn twee slaapstanden: Snel herstel en energiebesparing. De standaardinstelling is de energiebesparende stand.
Modus snel herstel
Het herstellen uit de slaapstand is sneller dan bij gebruik van de energiebesparende modus. De machine herstelt
automatisch en drukt af wanneer een taak gedetecteerd wordt.
Modus energiebesparing
Maakt het mogelijk het energieverbruik nog verder terug te brengen dan met modus Snel herstel.
Uitschakeltimer
Als de printer in slaapstand niet gebruikt wordt, wordt de stroom automatisch uitgeschakeld. De uitschakeltimer wordt
gebruikt om de tijd in te stellen totdat de stroom uitgeschakeld wordt. De standaardinstelling voor de tijdsduur tot de stroom
wordt uitgeschakeld is 1 uur.
Dubbelzijdig printen
Deze printer heeft dubbelzijdig printen als standaardfunctie. Bij bijvoorbeeld het afdrukken van twee originelen op een vel
papier als dubbelzijdige afdruk, is het mogelijk om papierverbruik te verminderen.
Afdrukken in duplexmodus vermindert het papierverbruik en draagt bij aan het behoud van natuurlijke bronnen.
Duplexmodus vermindert ook de hoeveelheid papier die verbruikt wordt, en derhalve is het een kostenbesparing. Het wordt
aanbevolen machines die in staat zijn dubbelzijdig af te drukken standaard op duplexmodus te programmeren.
Besparen bronnen - papier
Voor het behoud en beheersbaar gebruik van natuurlijke bronnen wordt aanbevolen om gerecycled en nieuw papier te
gebruiken dat onder milieu-initiatieven wordt vervaardigd of voorzien is van erkende ecolabels, die voldoen aan
EN 12281:2002*1 of een vergelijkbare kwaliteitsstandaard.
Deze apparatuur ondersteunt ook afdrukken op papier van 64 g/m
2
. Wanneer dergelijk papier, dat minder ruwe grondstoffen
bevat, gebruikt wordt, leidt dit tot meer besparingen van natuurlijke bronnen.
*1: EN12281:2002 "Afdrukken en zakelijke papieren - Vereisten voor kopieerpapier voor droge toner-
afbeeldingsprocessen"
Uw verkoop- of servicevertegenwoordiger kan informatie geven over aanbevolen papiersoorten.
Milieuvoordelen van "Energiebeheer"
Om het stroomverbruik te verminderen is deze apparatuur uitgerust met een functie voor energiebeheer die automatisch
naar de spaarstand schakelt wanneer de apparatuur gedurende een bepaalde tijd niet actief is. Hoewel het de apparatuur
enige tijd vergt weer terug te keren naar modus KLAAR vanuit de spaarstand, is een significante vermindering in
energieverbruik mogelijk.
Het wordt aanbevolen de machine te gebruiken met de activeringstijd voor de spaarstand in de standaardinstelling.
ix
Energy Star-programma (ENERGY STAR
®
)
Als bedrijf dat deelneemt aan het ENERGY STAR
®
-programma hebben wij vastgesteld dat dit product
de ENERGY STAR
®
verdient.
ENERGY STAR
®
is een vrijwillig programma voor energie-efficiëntie met als doel het ontwikkelen en
promoten van producten met een hoge energie-efficiëntie om zo het broeikaseffect te helpen voorkomen.
Door ENERGY STAR
®
-gekwalificeerde producten aan te schaffen kunnen klanten helpen de emissies
van broeikasgassen te verminderen tijdens gebruik van het product en te besparen op de
energiegerelateerde kosten.
EN ISO 7779
Der höchste Schalldruckpegel beträgt 70 dB (A) oder weniger gemäß EN ISO 7779.
EK1-ITB 2000
Das Gerät ist nicht für die Benutzung im unmittelbaren Gesichtsfeld am Bildschirmarbeitsplatz vorgesehen. Um
störende Reflexionen am Bildschirmarbeitsplatz zu vermeiden, darf dieses Produkt nicht im unmittelbaren Gesichtsfeld
platziert werden.
Omgeving
De geschikte bedrijfsomgeving voor het apparaat is:
Temperatuur: 10 tot 32,5 °C
Relatieve luchtvochtigheid: 15 tot 80%
Een ongeschikte bedrijfsomgeving kan de beeldkwaliteit beïnvloeden. Vermijd bovendien de volgende locaties bij het
selecteren van een locatie voor het apparaat.
Vermijd plaatsen in de buurt van een raam of direct in het zonlicht.
Vermijd plaatsen met trillingen.
Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen.
Vermijd plaatsen met directe blootstelling aan warme of koude lucht.
Vermijd slecht geventileerde plaatsen.
Als de vloer slecht bestand is tegen zwenkwieltjes, is het mogelijk dat de vloer beschadigd raakt wanneer het apparaat na
de installatie wordt verplaatst.
Tijdens het afdrukken komen er kleine hoeveelheden ozon vrij, maar deze hoeveelheden vormen geen gezondheidsrisico.
Als het apparaat echter langere tijd in een slecht geventileerde ruimte wordt gebruikt of wanneer er een zeer groot aantal
kopieën wordt gemaakt, kan de geur onaangenaam worden. Een juiste omgeving voor afdrukwerk moet goed geventileerd
zijn.
x
Waarschuwingen voor de omgang met verbruiksartikelen
Probeer onderdelen die toner bevatten, niet te verbranden. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
Houd onderdelen die toner bevatten, buiten het bereik van kinderen.
Als er onverhoopt toner uit onderdelen die toner bevatten, wordt gemorst, moet u inademing of inname daarvan
voorkomen, evenals contact met ogen en de huid.
Als u toch toner inademt, gaat u naar een plaats met frisse lucht en gorgelt u met veel water. Neem bij
opkomende hoest contact op met een arts.
Als u toner binnenkrijgt, spoelt u uw mond met water en drinkt u 1 of 2 glazen water om de inhoud van uw maag te
verdunnen. Neem indien nodig contact op met een arts.
Als u toner in uw ogen krijgt, spoelt u ze grondig met water. Als uw ogen gevoelig blijven, neem dan contact op met een
arts.
Als u toner op de huid krijgt, was dan de huid met water en zeep.
Onderdelen die toner bevatten, mogen niet opengebroken of vernietigd worden.
Overige voorzorgsmaatregelen
Lever de lege tonercontainer en de tonerafvalbak in bij uw dealer of servicevertegenwoordiger. De ingezamelde
tonercontainer en tonerafvalbak worden gerecycled of verwijderd volgens de betreffende voorschriften.
Bewaar het apparaat op een plaats die niet is blootgesteld aan direct zonlicht.
Bewaar het apparaat op een plaats waar de temperatuur niet hoger wordt dan 40 ºC en waar zich geen sterke
schommelingen in temperatuur of vochtigheid voordoen.
Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, verwijder dan het papier uit de cassette en de multifunctionele (MF-) lade,
leg het terug in de oorspronkelijke verpakking en maak deze weer dicht.
xi
Veiligheid van de laserstraal (Europa)
Laserstralen kunnen gevaarlijk zijn voor het menselijk lichaam. Om deze reden is de laserstraal in het apparaat hermetisch
afgesloten binnen een beschermende behuizing en achter een externe afdekking. Bij normale bediening van het product
door de gebruiker kan er geen straling uit het apparaat ontsnappen.
Dit apparaat wordt geclassificeerd als een laserproduct van klasse 1 volgens IEC 60825-1:2007.
VOORZICHTIG Het uitvoeren van andere procedures dan in deze handleiding beschreven, kan leiden tot
blootstelling aan gevaarlijke straling.
Dit etiket is aangebracht op de laserscaneenheid in het apparaat en bevindt zich niet op een plaats die toegankelijk is voor
de gebruiker.
xii
Over de gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken:
Hoofdstuk 1 - Onderdelen van het apparaat
In dit hoofdstuk worden de namen van de onderdelen toegelicht.
Hoofdstuk 2 - Voorbereiding voor het gebruik
In dit hoofdstuk worden de voorbereidingen en benodigde instellingen voor gebruik uitgelegd en de methode voor het laden
van papier.
Hoofdstuk 3 - Afdrukken
In dit hoofdstuk wordt de methode voor het afdrukken vanaf een computer uitgelegd.
Hoofdstuk 4 - Bedieningspaneel
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe het bedieningspaneel gebruikt wordt.
Hoofdstuk 5 - Onderhoud
In dit hoofdstuk wordt het vervangen van tonercontainers en het reinigen van de printer uitgelegd.
Hoofdstuk 6 - Problemen oplossen
Dit hoofdstuk gaat over het oplossen van foutmeldingen, papierstoringen en andere problemen .
Bijlage
Dit gedeelte geeft uitleg over printerspecificaties en opties.
Conventies
In deze handleiding worden de volgende conventies gebruikt.
Conventie Beschrijving Voorbeeld
Cursief lettertype
Wordt gebruikt om een sleutelwoord,
een woordgroep of verwijzing naar
aanvullende informatie te
benadrukken.
Zie Vervanging tonercontainer op pagina 3-2 voor het
vervangen van de toner container.
Vet
Wordt gebruikt om softwareknoppen
aan te duiden
Klik op [OK] om te beginnen met afdrukken.
Vet tussen haakjes
Wordt gebruikt om toetsen op het
bedieningspaneel aan te duiden.
Druk op [OK] om verder te gaan met afdrukken.
Opmerking
Wordt gebruikt om aanvullende, nuttige
informatie over een functie of
toepassing te geven.
Opmerking Raadpleeg uw
netwerkbeheerder voor de
netwerkadresinstellingen.
Belangrijk
Wordt gebruikt om belangrijke
informatie te verstrekken.
BELANGRIJK Zorg dat het papier niet gevouwen,
gekruld of beschadigd is.
Voorzichtig
Geeft aan wat u moet doen om
lichamelijk letsel of
apparaatbeschadiging te voorkomen
en hoe u hiermee moet omgaan.
VOORZICHTIG De fusereenheid binnenin
de printer is heet. Raak de eenheid niet met
uw handen aan, aangezien dit
brandwonden kan veroorzaken.
Waarschuwing
Wordt gebruikt om gebruikers te wijzen
op het gevaar van lichamelijk letsel.
WAARSCHUWING Verwijder bij
verzending van de printer de ontwikkelaar
verpak deze in een plastic zak, en verzend
deze gescheiden van de printer.
1-1
1 Onderdelen van het apparaat
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Onderdelen aan de voorzijde/rechterzijde van de printer..................................................................1-2
Onderdelen aan de linkerzijde van de printer .....................................................................................1-2
Interne onderdelen.................................................................................................................................1-3
Onderdelen aan de achterkant van de printer.....................................................................................1-4
Bedieningspaneel ..................................................................................................................................1-5
Onderdelen van het apparaat
1-2
Onderdelen aan de voorzijde/rechterzijde van de printer
1 Papierstopper
2 Bovenlade
3 Papierstoring in de MF-lade
4 MF-lade (multifunctionele lade)
5 Ondersteunend deel van de multifunctionele lade
6 Cassette 1
7 Bedieningspaneel
8 USB-geheugenslot
9 Aan-/uitschakelaar
10 Handgrepen
11 Venster Papierformaat
Onderdelen aan de linkerzijde van de printer
12 Linkerklep
13 Tonerafvalbak
14 Handgrepen
6
9
8
1
2
7
10
3
5
4
11
12
13
14
1-3
Onderdelen van het apparaat
Interne onderdelen
15 Bovenklep
16 Tonercontainer
17 Vergrendelingshendel
18 Voorklep
19 Voorklep dubbelzijdig afdrukken
20 Eenheid ontwikkelaar
21 Registratierol
22 Papierbreedtegeleiders
23 Instelmechanisme voor papierbreedte
24 Papierlengtegeleider
25 Instelmechanisme voor papierbreedte
26 Draaiknop Papierformaat
15
16
20
21
19
17
22
23
24
25
18
26
Onderdelen van het apparaat
1-4
Onderdelen aan de achterkant van de printer
27 Interfaceslot voor opties
28 Netwerkinterfaceconnector (alleen voor met netwerk compatibele modellen)
29 USB-poort (voor Card Authentication Kit)
30 USB-aansluiting
31 Klep interface
32 Klep netsnoeraansluiting
33 Fuserklep
34 Achterklep
35 Netsnoeraansluiting
36 Envelopschakelaar (ondersteund op de P-4030D/P-4030DN.)
33
27
28
29 30
34
31
36
P-4030D/P-4030DN
35
32
1-5
Onderdelen van het apparaat
Bedieningspaneel
37 Indicator Ready
38 Indicator Data
39 Indicator Attention
40 Berichtenscherm
41 Toets [Linkerkeuzetoets]
42 Toets [Afmelden]
43 Toets [Menu]
44 Toets [Terug]
45 Cijfertoetsen
46 Toets [Rechterkeuzetoets]
47 Toets [Annuleren]
48 Pijltjestoetsen
49 Toets [OK]
50 Toets [Wissen]
51 Toets [Documentbox]
37 38 39
40
41
42
43
44
45
47
46
48
49
50
51
Onderdelen van het apparaat
1-6
2-1
2 Voorbereiding voor het gebruik
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Netwerkinterfaceparameters wijzigen..................................................................................................2-2
Een statuspagina afdrukken .................................................................................................................2-6
Software installeren...............................................................................................................................2-7
Statusbewaking....................................................................................................................................2-13
Software verwijderen (Windows PC)..................................................................................................2-16
Embedded Web Server RX..................................................................................................................2-17
Aan- en uitzetten..................................................................................................................................2-21
Energiebesparingfunctie.....................................................................................................................2-22
Papier plaatsen ....................................................................................................................................2-24
Voorbereiding voor het gebruik
2-2
Netwerkinterfaceparameters wijzigen
Deze printer ondersteunt TCP/IP (IPv4), TCP/IP (IPv6), IPP, SSL server en de IPSec-protocollen en Beveiligingsniveau.
In de onderstaande tabel staan de benodigde items voor elk van de instellingen.
Configureer de netwerkparameters van de printer zoals nodig voor uw PC en uw netwerkomgeving.
Menu Submenu Instelling
Netwerk TCP/IP-instellingen TCP/IP Aan/Uit
IPv4-instelling DHCP Aan/Uit
Auto-IP Aan/Uit
IP-adres IP-adres
Subnetmasker IP-adres
Default Gateway IP-adres
Bonjour Aan/Uit
IPv6-instelling TCP/IP (IPv6) Aan/Uit
RA (Stateless) Aan/Uit
DHCPv6 Aan/Uit
Protocoldetail NetBEUI Aan/Uit
SNMPv3 Aan/Uit
FTP (Server) Aan/Uit
SNMP Aan/Uit
SMTP Aan/Uit
POP3 Aan/Uit
RAW Port Aan/Uit
LPD Aan/Uit
HTTP Aan/Uit
LDAP Aan/Uit
Netwerk opnieuw opstarten Ja/Nee
2-3
Voorbereiding voor het gebruik
Netwerkinstellingen
Dit deel legt de instellingen uit voor gebruik van DHCP of wanneer een IP-adres ingevoerd wordt met TCP (IPv4)
geselecteerd. Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie over de instellingen. Raadpleeg Het
menuselectiesysteem gebruiken op pagina 4-7 voor informatie over gebruik van het menuselectiesysteem.
1 Druk, wanneer de printer Gereed om te printen., Even
wachten aub. of Wordt verwerkt. aangeeft, op [Menu].
Selectiemenu Modus wordt weergegeven.
2 Druk op of om Netwerk te selecteren.
3 Druk op [OK]. Menu Netwerk verschijnt.
Beveiliging Netw. beveilig. WSD-PRINT Aan/Uit
Geavanceerd WSD Aan/Uit
EnhancedWSD(SSL) Aan/Uit
IPP Aan/Uit
SSL-instelling SSL Uit/Aan Aan/Uit
Encryptie AES/DES/3DES
IPP via SSL Aan/Uit
HTTPS Aan/Uit
IPSec Aan/Uit
Thin Print Uit/Aan Aan/Uit
Thin Print over SSL Aan/Uit
LAN-interface Auto/10BASE-Half/
10BASE-Full/
100BASE-Half/
100BASE-Full/
1000BASE-T
Opmerking Wanneer de netwerkinstellingen gewijzigd zijn, moet de netwerkkaart van het apparaat opnieuw
opgestart worden. Dit moet om de instellingen van kracht te maken. Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding
voor meer informatie.
Opmerking Controleer bij het handmatig invoeren van een IP-adres het IP-adres, Subnetmasker en Default
Gateway bij de systeembeheerder.
Menu Submenu Instelling
1
Druk rapport af
1
TCP/IP instel.
Voorbereiding voor het gebruik
2-4
Controleren of TCP/IP ingeschakeld is
Dit is een uitleg voor het instellen van IPv4, maar TCP/IP moet ook aan zijn bij het instellen voor IPv6.
4 Selecteer TCP/IP-instel. en druk op [OK]. Menu TCP/IP
instel. verschijnt.
5 Druk op of om TCP/IP te selecteren.
6 Druk op [OK]. Menu TCP/IP verschijnt.
7 Controleer of Aan geselecteerd is. Als Uit geselecteerd is, druk dan
op of om Aan te selecteren.
8 Druk op [OK]. De TCP/IP-instellingen worden ingesteld en menu
TCP/IP instel. verschijnt opnieuw.
DHCP in- of uitschakelen
Selecteer Aan wanneer een DHCP-server gebruikt wordt om automatisch een IP-adres te verkrijgen. Selecteer Uit om een
IP-adres in te geven.
9 Druk op of om IPv4 Instelling te selecteren.
10
Druk op [OK]. Menu IPv4 Instelling verschijnt.
11
Druk op of om DHCP te selecteren.
12
Druk op [OK]. Venster DHCP verschijnt.
13
Druk op of om Uit of Aan te selecteren.
Opmerking Er wordt "*" weergegeven voor de instelling die
geselecteerd is.
1
TCP/IP
2
*Aan
1
TCP/IP
1
DHCP
2
*Aan
2-5
Voorbereiding voor het gebruik
14
Druk op [OK]. De DHCP-instelling wordt ingesteld en menu IPv4
Instelling verschijnt opnieuw.
Ingeven van het IP-adres
Als DHCP ingesteld is op Uit, geef dan het IP-adres handmatig in.
15
Druk op of om IP-adres te selecteren.
16
Druk op [OK]. Menu IP-adres verschijnt.
17
Gebruik de cijfertoetsen of of om het IP-adres in te voeren.
Er kunnen waarden tussen 000 en 255 ingesteld worden.
Verhoog of verlaag de cijfers door op of te drukken.
Gebruik en om de positie waarop ingevoerd wordt, te wijzigen;
de actieve positie wordt benadrukt.
18
Druk op [OK]. Het IP-adres wordt opgeslagen en menu IPv4
Instelling verschijnt opnieuw.
Ingeven van het subnetmasker
Als DHCP ingesteld is op Uit, geef het subnetmasker dan handmatig in.
19
Druk op of om Subnetmasker te selecteren.
20
Druk op [OK]. Menu Subnetmasker verschijnt.
21
Gebruik de cijfertoetsen of of om het subnetmasker in te voeren.
Er kunnen waarden tussen 000 en 255 ingesteld worden.
De invoermethode is gelijk aan die voor het IP-adres.
22
Druk op [OK]. De instelling voor het subnetmasker wordt opgeslagen
en menu IPv4 Instelling verschijnt opnieuw.
Opmerking DHCP wordt ingeschakeld wanneer Aan
geselecteerd is. Druk op [Menu] om selectiemenu Modus te
verlaten.
Wanneer Uit ingesteld is, ga dan verder met het IP-adres
ingeven.
1
DHCP
3
IP-adres
4
Subnetmasker
Voorbereiding voor het gebruik
2-6
Ingeven van de Default Gateway
Als DHCP ingesteld is op Uit, geef de Default Gateway dan handmatig in.
23
Druk op of om Default Gateway te selecteren.
24
Druk op [OK]. Menu Default Gateway verschijnt.
25
Gebruik de cijfertoetsen of of om de default gateway in te
voeren.
Er kunnen waarden tussen 000 en 255 ingesteld worden.
De invoermethode is gelijk aan die voor het IP-adres.
26
Druk op [OK]. De default gateway wordt opgeslagen en menu IPv4
Instelling verschijnt opnieuw.
Hiermee worden de netwerkinstellingen afgerond. Druk op [Menu]
om selectiemenu Modus te verlaten.
Een statuspagina afdrukken
Druk, als u klaar bent met de netwerkinstellingen, een statuspagina af. Met de statuspagina kunt u verschillende
informatiegegevens bevestigen, waaronder netwerkadressen en netwerkprotocollen.
Selecteer, om een statuspagina af te drukken, Statuspagina in het menu Druk rapport af. Raadpleeg de Engelse
Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Opmerking Wanneer de netwerkinstellingen gewijzigd zijn,
moet de netwerkkaart van het apparaat opnieuw opgestart
worden. Dit moet om de instellingen van kracht te maken.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer
informatie.
2-7
Voorbereiding voor het gebruik
Software installeren
Zorg ervoor dat de printer aan staat en aangesloten is op de PC voordat u de printerdriver vanaf de schijf met Product
Library.
Software
De volgende software kan vanaf de meegeleverde schijf met Product Library geïnstalleerd worden.
In Snelle modus worden de Printing System Driver en de lettertypes automatisch geïnstalleerd. In Aangepaste modus kan
de software geselecteerd en geïnstalleerd worden.
: Geïnstalleerd als standaard. : Geïnstalleerd indien geselecteerd.
De software in Windows installeren
Volg de onderstaande stappen om de printerdriver te installeren als u deze printer aansluit op een Windows-PC. Het
voorbeeld laat zien hoe de machine op een Windows 7-PC kan worden aangesloten.
U kunt de Snelle modus of de Aangepaste modus gebruiken om de software te installeren. Snelle modus detecteert
automatisch aangesloten printers en installeert de vereiste software. Gebruik Aangepaste modus als u de printerpoort wilt
specificeren en de te installeren software selecteren.
1 Schakel de computer in en start Windows.
Als het dialoogvenster Wizard Nieuwe hardware gevonden
verschijnt, selecteert u Annuleren.
Software Functie Beschrijving
Installatiemethode
Snelle modus
Aangepaste
modus
Printing System Driver Afdrukken Driver voor afdrukken van bestanden op een
computer bij het apparaat. Deze printerdriver
maakt een volledig gebruik van de functies van de
machine mogelijk.
Printing System XPS
DRIVER
Printerdriver voor het XPS- (XML
papierspecificatie) formaat, ontwikkeld door
Microsoft Corporation. (alleen Windows 7,
Windows Vista, Windows Server 2008/R2.)
PCL mini-driver Een driver van type Microsoft mini-driver die
zowel PCL als KPDL emuleert en uitvoert. KPDL
is de implementatie van Kyocera van de
PostScript-taal. Met deze driver is het slechts
mogelijk een beperkt aantal van de functies en
optionele functionaliteit van de machine te
gebruiken.
KPDL mini-driver
NETWORK PRINT
MONITOR
Utility Tool die het mogelijk maakt de machine, indien
aangesloten op een netwerk, te monitoren.
Network Tool for Direct
Printing
Eenvoudig afdrukken van PDF-documenten.
Lettertypes Dit zijn de schermlettertypes die overeenkomen
met de printerlettertypes.
Opmerking Voor besturingssystemen van Windows geldt dat voor het installeren van printerdrivers aangelogd
moet worden met een account met beheerdersrechten.
Voorbereiding voor het gebruik
2-8
2 Plaats de schijf met Product Library die met de printer is meegeleverd
in het optische station van de PC. In Windows 7, Windows Server
2008/R2 en Windows Vista verschijnt het scherm voor het beheren
van gebruikersaccounts. Klik op Ja.
Het installatieprogramma wordt gestart.
3 Kies Gebruiksrechtovereenkomst weergeven en lees de
Gebruiksrechtovereenkomst. Kies Accepteren.
4 Kies Software installeren.
De software-installatiewizard wordt opgestart.
Vanaf hier verschilt de procedure naargelang uw versie van Windows
en uw verbindingsmethode. Kies de correcte procedure voor uw
verbindingstype.
Snelle modus
Aangepaste modus
Snelle modus
In Snelle modus detecteert het installatieprogramma automatisch de printer wanneer deze aan staat. Gebruik Snelle modus
voor standaard verbindingsmethodes.
1 Selecteer in het keuzevenster voor installatiemethode voor Snelle
modus. Het venster voor afdruksysteemdetectie verschijnt en het
installatieprogramma detecteert de aangesloten printers. Indien het
installatieprogramma geen afdruksysteem detecteert, controleer dan
of het afdruksysteem is aangesloten via USB of een netwerk en of het
is ingeschakeld. Keer vervolgens terug naar het venster voor
afdruksysteemdetectie.
Opmerking Als de software-installatiewizard niet
automatisch start, open dan het venster van de schijf met
Product Library in Windows Verkenner en dubbelklik op
Setup.exe.
Opmerking Hoewel de informatie die wordt weergegeven in
de dialoogvensters voor installatie in Windows 7 en Windows
Vista/XP enigszins verschilt, is de installatieprocedure
dezelfde.
Netwerkverbinding is alleen mogelijk bij met netwerk
compatibele modellen.
2-9
Voorbereiding voor het gebruik
2 Selecteer het afdruksysteem dat u wilt installeren, en kies Volgende.
3 U kunt de afdruksysteemnaam aanpassen in het installatie-
instellingenvenster. Deze naam zal worden weergegeven in het
printervenster en in de printerlijsten weergegeven in applicaties.
Specificeer of u de afdruksysteemnaam wilt delen of het
afdruksysteem als bestaande printer wilt instellen en klik op
Volgende.
4 Er verschijnt een venster waarin u de instellingen kunt controleren.
Controleer de instellingen nauwkeurig en kies Installeren.
5 Er verschijnt een melding die zegt dat de printer goed is
geïnstalleerd. Kies Einde om de wizard voor installatie van de printer
te verlaten en terug te keren naar het hoofdmenu van de schijf met
Product Library.
Als het dialoogvenster voor apparaatinstelling verschijnt nadat u
Einde hebt gekozen, kunt u de instellingen specificeren voor
onderdelen zoals optionele functies die in het afdruksysteem zijn
geïnstalleerd. U kunt ook de apparaatinstellingen specificeren nadat
u de installatie heeft verlaten. Raadpleeg de Printing System Driver
User Guide op de schijf met Product Library voor meer informatie.
Hiermee is de installatieprocedure van de printerdriver voltooid. Volg
de instructies op het scherm om het systeem opnieuw op te starten,
indien nodig.
Aangepaste modus
Gebruik Aangepaste modus als u de printerpoort wilt specificeren en de te installeren software selecteren.
Als u bijvoorbeeld niet wilt dat op uw computer geïnstalleerde lettertypes worden vervangen, selecteer dan Aangepaste
modus en vink het selectievakje voor Lettertypes in het installatievenster uit.
Opmerking Als de wizard Nieuwe hardware gevonden
verschijnt, kiest u Annuleren. Als er een
waarschuwingsmelding bij hardware-installatie verschijnt,
kiest u Doorgaan.
BELANGRIJK Stap 3 verschijnt alleen als het afdruksysteem is
verbonden via een netwerk. Deze stap verschijnt niet als het af-
druksysteem is verbonden via USB.
Netwerkverbinding is alleen mogelijk bij met netwerk compatibele
modellen.
Opmerking Als venster Windows Beveiliging verschijnt, kies
dan voor Deze software toch installeren.
Voorbereiding voor het gebruik
2-10
1 Selecteer Aangepaste modus.
2 Volg de instructies in het venster van de installatiewizard, selecteer
de softwarepakketten die moeten worden geïnstalleerd en
specificeer de poort, enz.
Raadpleeg de Printing System Driver User Guide op de schijf met
Product Library voor meer informatie.
Installatie op een Macintosh
1 Schakel de printer en de Macintosh in.
2 Plaats de schijf met Product Library die met de printer is meegeleverd
in het optische station van de Macintosh.
3 Dubbelklik op het pictogram voor schijf met Product Library dat op het
bureaublad weergegeven wordt.
4 Dubbelklik op OS X 10.4 Only of OS X 10.5 or higher, afhankelijk
van uw MAC OS-versie.
5 Dubbelklik op (Merknaam) OS X 10.x.
6 Het installatieprogramma van de printerdriver start.
7 Kies Bestemming selecteren, Installatietype en installeer
vervolgens de printerdriver zoals aangegeven door de instructies in
de installatiesoftware.
BELANGRIJK Voer in het scherm Verificatie de naam en het
wachtwoord in die worden gebruikt voor het besturingssysteem.
Hiermee is de installatie van de printerdriver voltooid. Specificeer
vervolgens de afdrukinstellingen.
Opmerking Behalve Standaard installatie omvatten de
opties voor Installatietype ook Aangepaste installatie,
waarmee u de te installeren onderdelen kunt specificeren.
2-11
Voorbereiding voor het gebruik
Indien er een IP- of AppleTalk-verbinding wordt gebruikt, zijn de
onderstaande instellingen vereist. Indien een USB-verbinding wordt
gebruikt, wordt de printer automatisch herkend en verbonden.
8 Open Systeemvoorkeuren en kies Afdrukken en scannen.
9 Klik op het plus-symbool (+) om de geïnstalleerde printerdriver toe te
voegen.
10
Klik op het pictogram voor IP voor een IP-verbinding en voer het IP-
adres en de printernaam in.
Klik voor een connectie met Bonjour op het standaard pictogram en
selecteer de printer waarvoor Bonjour onder Verbinding verschijnt.
Voorbereiding voor het gebruik
2-12
11
Selecteer de geïnstalleerde printerdriver en kies Toevoegen.
12
Selecteer de beschikbare opties voor de printer en kies OK.
13
De geselecteerde printer wordt toegevoegd. Hiermee is de procedure
voor de printerinstelling voltooid.
2-13
Voorbereiding voor het gebruik
Statusbewaking
De Statusbewaking bewaakt de printerstatus en voorziet in een doorlopend functioneringsrapport. Het stelt u ook in de
gelegenheid om instellingen voor printers te specificeren en te wijzigen die niet in de Printing System Driver voorkomen.
De Statusbewaking wordt automatisch geïnstalleerd tijdens de installatie van de Printing System Driver.
Toegang tot de Statusbewaking
Gebruik een van onderstaande methodes voor het starten van de Statusbewaking.
Starten wanneer het afdrukken begint:
Wanneer u een printer specificeert en een afdruktaak start, wordt een Statusbewaking gestart voor iedere printernaam.
Als het opstarten van Statusbewaking vereist is voor meerdere printers, wordt een Statusbewaking gestart voor iedere
printer die dat verzoek uitvaardigt.
Starten vanuit de eigenschappen van de Printing System Driver:
Klik op knop Statusbewaking in tabblad Geavanceerd. Klik dan op Statusbewaking openen in dialoogvenster
Statusbewaking om de Statusbewaking op te starten.
Verlaten van de Statusbewaking
Gebruik een van onderstaande methodes voor het verlaten van de Statusbewaking.
Handmatig verlaten:
Klik met de rechter muisknop op het pictogram van de Statusbewaking in de taakbalk en kies Verlaten in het menu, om
de Statusbewaking te verlaten.
Automatisch verlaten:
De Statusbewaking sluit automatisch na 5 minuten als deze niet wordt gebruikt.
Schermoverzicht
Het schermoverzicht van de Statusbewaking is als volgt.
Pop-upvenster
Als zich een gebeurtenismelding voordoet, verschijnt een pop-upvenster.
Dit venster verschijnt alleen als het 3D-Beeld geopend is op het
bureaublad.
3D-Beeld
Dit laat de status van de bewaakte printer zien als een 3D-afbeelding. U
kunt kiezen om het 3D-beeld te laten zien of te verbergen in het
weergegeven menu wanneer u met de rechtermuisknop op het pictogram
van de Statusbewaking klikt.
Als zich een gebeurtenismelding voordoet, worden het 3D-beeld en een
geluidsmelding gebruikt om u in kennis te stellen. Raadpleeg Instellingen
melding op pagina 2-15 voor meer informatie over de instellingen voor
geluidsmeldingen.
Pop-upvenster
3D-Beeld
Pictogram
Statusbewaking
Voorbereiding voor het gebruik
2-14
Pictogram Statusbewaking
Wanneer de Statusbewaking loopt wordt het pictogram daarvan
weergegeven in het meldingsgebied van de taakbalk Wanneer u de
cursor over het pictogram beweegt, verschijnt de printernaam. Door met
uw rechter muisknop op het pictogram van de Statusbewaking te
klikken, kunt u de onderstaande opties instellen.
De Statusbewaking tonen/verbergen
Hiermee wordt het pictogram van de Statusbewaking getoond of
verborgen.
Configureer...
Als de printer met een TCP/IP-netwerk is verbonden en een eigen IP-
adres heeft, gebruikt u een webbrowser om naar het embedded web
server te gaan om de netwerkinstellingen te wijzigen of bevestigen.
Raadpleeg de Embedded Web Server RX User Guide voor meer
informatie.
Altijd op voorgrond
Geeft de Statusbewaking weer voor andere geopende vensters.
Ondoorzichtigheid
Past de Statusbewaking aan om een variabele hoeveelheid achtergrond
door het beeld heen te laten schijnen. Selecteer een percentage tussen
20 en 100.
Venster vergroten
Verdubbelt het formaat van venster Statusbewaking.
Melding...
Geef de instelling voor Melding voor de Statusbewaking aan. Raadpleeg
Instellingen melding op pagina 2-15 voor meer informatie.
Afsluiten
Hiermee verlaat u de Statusbewaking.
2-15
Voorbereiding voor het gebruik
Instellingen melding
Gebruik optie Melding om de Statusbewaking in te stellen.
Tabblad Melding bevat de volgende items.
Gebeurtenismelding inschakelen
Kies in- of uitschakelen van gebeurtenissenbewaking in Beschikbare
gebeurtenissen.
Geluidsbestand
Er kan een geluidsbestand geselecteerd worden als u een melding met
geluid wilt ontvangen. Kies Bladeren om het geluidsbestand te zoeken.
Gebruik tekst naar spraak
Kies dit selectievakje om uw tekst in te voeren die u wilt horen tijdens
gebeurtenissen. Hoewel een geluidsbestand niet nodig is, is deze functie
alleen toepasbaar voor Windows XP of hoger.
Neem de volgende stappen om deze functie te gebruiken.
1 Kies Gebeurtenismelding inschakelen.
2 Selecteer onder Beschikbare gebeurtenissen een gebeurtenis die
gebruikt moet worden met opties tekst naar spraak en geluid
afspelen.
3 Kies Bladeren om de gebeurtenis te melden door een geluidbestand.
Kies Gebruik tekst naar spraak om tekst die ingegeven is in het vak
Tekst naar spraak uit te spreken wanneer zich een gebeurtenis
voordoet.
4 Kies Afspelen om het juist afspelen van het geluid of de tekst te
bevestigen.
BELANGRIJK Uw computer vereist geluidsmogelijkheden zoals een geluidskaart en luidsprekers om de instellingen
op het tabblad Melding te kunnen bevestigen.
Opmerking De beschikbare bestandsopmaak is WAV.
Voorbereiding voor het gebruik
2-16
Software verwijderen (Windows PC)
De software kan worden verwijderd m.b.v. de schijf met Product Library die bij de printer is geleverd.
1 Sluit alle actieve softwareapplicaties af.
2 Plaats de schijf met Product Library die met de printer is meegeleverd
in het optische station van de pc.
3 Volg de procedure die u heeft gebruikt om de printerdriver te
installeren en kies Software verwijderen. De wizard voor het
verwijderen van software verschijnt.
4 Selecteer de te verwijderen softwareprogramma's.
5 Kies Verwijderen.
De uninstaller start.
6 Als het venster Verwijderen voltooid verschijnt, selecteert u
Volgende.
7 Kies of u uw computer wilt herstarten of niet, en klik op Voltooien.
BELANGRIJK Op Macintosh-computers kan de software niet worden verwijderd m.b.v. de schijf met Product Library
omdat de printerinstellingen worden gespecificeerd m.b.v. een PPD (PostScript Printer Description) -bestand.
Opmerking In Windows Vista, verschijnt het Verwijder
driver en Pakket venster. Kies Verwijder driver en
driverpakket en klik op [OK]. Wanneer NETWORK PRINT
MONITOR of Network Tool for Direct Printing geïnstalleerd is,
worden voor elke toepassing aparte wizards voor het onge-
daan maken van de installaties gestart. Ga door met de stap-
pen voor verwijderen voor elke toepassing zoals aangegeven
door de instructies op het scherm.
2-17
Voorbereiding voor het gebruik
Embedded Web Server RX
Embedded Web Server RX is een tool die gebruikt wordt voor taken als het controleren van de bedrijfsstatus van het
apparaat en het wijzigen van de instellingen voor beveiliging, afdrukken via het netwerk en geavanceerde netwerkfuncties.
Als er e-mailinstellingen actief zijn, is het mogelijk kennisgevingen per e-mail te verzenden wanneer een taak voltooid is.
De procedure voor toegang tot embedded web server is als volgt.
1 Start de webbrowser.
2 Voer het IP-adres van het apparaat in in de adres- of locatiebalk.
bijv.) http://10.183.54.29/
De internetpagina geeft basisinformatie over het apparaat en het
embedded web server weer, evenals hun huidige status.
3 Selecteer een categorie in de navigatiebalk links op het scherm. De
instellingen moeten separaat geconfigureerd worden, afhankelijk van
de items.
Als beperkingen zijn ingesteld voor embedded web server moet u
een juiste gebruikersnaam en wachtwoord invoeren om andere
pagina's dan de startpagina te openen.
Raadpleeg de Embedded Web Server RX User Guide voor meer
informatie.
E-mailinstelling
Wanneer de SMTP-instellingen aangegeven worden, kunnen er per e-mail meldingen verzonden worden wanneer een taak
voltooid is.
Deze functie kan alleen worden gebruikt als het apparaat is verbonden met een mailserver die het SMTP-protocol gebruikt.
Controleer ook het volgende:
De netwerkomgeving die wordt gebruikt om met dit apparaat verbinding te maken met de mailserver
Een permanente verbinding via een LAN wordt aanbevolen.
SMTP-instellingen
Gebruik embedded web server om het IP-adres of de hostnaam van de SMTP-server te registreren.
Als er beperkingen zijn ingesteld voor de grootte van e-mailberichten, is het verzenden van grote e-mailberichten
misschien niet mogelijk.
Opmerking Om instellingen in embedded web server te wijzigen, moet u zich aanmelden als beheerder van het
apparaat. De standaard fabrieksinstellingen zijn zoals hieronder aangegeven.
Aanmeldingsgebruikersnaam: Admin
Aanmeldingswachtwoord: Admin
Voorbereiding voor het gebruik
2-18
Volg de onderstaande stappen om de SMTP-instellingen op te geven.
1 Klik op Instellingen -> Geavanceerd -> SMTP -> Algemeen.
2 Voer in elk veld de juiste instellingen in.
Hieronder worden de instellingen beschreven die moeten worden
opgegeven in het scherm met SMTP-instellingen.
Item Beschrijving
SMTP-protocol
Hiermee wordt het SMTP-protocol in- of uitgeschakeld. Het protocol moet worden
ingeschakeld om de e-mailfunctie te gebruiken.
SMTP-poortnummer
Stel het SMTP-poortnummer in. Normaliter wordt als poortnummer 25 gebruikt.
SMTP-servernaam
Voer het IP-adres of de naam van de SMTP-server in. De naam en het IP-adres van de
SMTP-server mogen maximaal 64 karakters lang zijn.
Bij ingave van de servernaam moeten ook een IP-adres of DNS-server geconfigureerd
worden.
Het DNS-serveradres kan worden ingevoerd onder TCP/IP Instelling.
Time-out SMTP-server
Stel de wachttijd voor een time-out in seconden in.
Verificatieprotocol
Hiermee wordt het SMTP-verificatieprotocol in- of uitgeschakeld of wordt POP voor
SMTP ingesteld als protocol. De SMTP-verificatie ondersteunt Microsoft Exchange
2000.
Verifiëren als
Voor de verificatie heeft u de keuze uit drie POP3-accounts of u kunt een andere
account kiezen.
Aanmeldingsgebruikers-
naam
Wanneer Overige wordt geselecteerd bij Verifiëren als, wordt de
aanmeldingsgebruikersnaam die u hier instelt gebruikt voor de SMTP-verificatie. De
aanmeldingsgebruikersnaam mag maximaal 64 karakters lang zijn.
Wachtwoord aanmelding
Wanneer Overige wordt geselecteerd bij Verifiëren als, wordt het wachtwoord dat u
hier instelt gebruikt voor de verificatie. Het wachtwoord voor aanmelding mag
maximaal 64 karakters lang zijn.
SMTP-beveiliging
Hiermee wordt de SMTP-beveiliging in- of uitgeschakeld. Als dit protocol is
ingeschakeld, moet SSL/TLS of STARTTLS worden geselecteerd. Om de SMTP-
beveiliging in te schakelen, moet de SMTP-poort mogelijkerwijs worden gewijzigd
overeenkomstig de serverinstellingen.
Standaard zijn de bekende SMTP-poorten 465 voor SSL/TLS en 25 of 587 voor
STARTTLS.
POP voor SMTP-timeout
Stel de wachttijd voor time-out in seconden in wanneer POP voor SMTP als
verificatieprotocol geselecteerd is.
2-19
Voorbereiding voor het gebruik
DDNSDynamic Domain Name System (DDNS)
Deze printer ondersteunt DDNS via DHCP. Om het systeem te kunnen gebruiken moet ten eerste optie DHCP/BOOTP
ingesteld worden op Aan.
Stel DDNS in op Aan om de DDNS-service te gebruiken voor het bijwerken van de overeenstemming van hostnamen en
IP-adressen.
Raadpleeg Embedded Web Server RX User Guide voor de methode om dit in te stellen
Testen
Hiermee test u of de SMTP-verbinding met succes tot stand kan worden gebracht.
Groottebeperking e-mail
Voer de maximumgrootte van te verzenden e-mailberichten in in kilobytes. Wanneer de
waarde 0 is, wordt de groottebeperking voor e-mail uitgeschakeld.
Adres afzender
Voer het e-mailadres in van de persoon die verantwoordelijk is voor het apparaat,
bijvoorbeeld de apparaatbeheerder. Dit zorgt ervoor dat een antwoord of een
afleveringsfoutrapport naar een persoon wordt gestuurd in plaats van naar het
apparaat. Het adres van de afzender moet correct worden ingevoerd voor SMTP-
verificatie. Het adres van de afzender mag maximaal 128 karakters lang zijn.
Handtekening
Voer de handtekening in. De handtekening is vrije tekst die wordt weergegeven aan
het einde van het e-mailbericht. Deze wordt soms gebruikt om het apparaat verder te
identificeren. De handtekening mag maximaal 512 karakters lang zijn.
Domeinbeperking
Voer de domeinnamen in die kunnen worden toegestaan of geweigerd. De
domeinnaam mag maximaal 32 karakters lang zijn.
Item Beschrijving
Voorbereiding voor het gebruik
2-20
Bedieningspaneel vergrendelen
Beperkt de bediening vanaf het bedieningspaneel. Om vergrendelde menu's te bedienen, is het nodig aan te melden als
gebruiker met beheerdersrechten.
De instelling voor het Bedieningspaneel vergrendelen is in te stellen via embedded web server. Raadpleeg voor de methode
van instellen Embedded Web Server RX User Guide.
De bewerkingsrestricties bij Bedieningspaneel vergrendelen zijn als volgt.
: Het is nodig aangemeld te zijn met een beheerdersaccount voor deze bediening.
— : Geen beperkingen.
*1: Het is, onafhankelijk van de instelling voor Bedieningspaneel vergendelen, nodig aan te melden als gebruiker met
beheerdersrechten.
*2: Toevoegen en bewerken van Aangepaste boxen is beperkt.
*3: Instelling Taakbox is beperkt.
*4: Alleen [Afmelden] en bediening voor annuleren van afdrukken zijn actief.
*5: Alleen [Afmelden] en [Annuleren] voor het stoppen van de zoemer zijn actief.
Handeling
Instellingen Bedieningspaneel vergrendelen
Ontgrendelen
Gedeeltelijke
vergrendeling1
Gedeeltelijke
vergrendeling2
Gedeeltelijke
vergrendeling3
Vergrendelen
Systeemmenu
Druk rapport af
USB-geheugen
Teller
Papierinstellingen
Afdrukinstellingen
Netwerk
Optioneel Netwerk*
1
Algemeen apparaat
Beveiliging*
1
Aanm./Taakacc.*
1
Aanp./Onderh.
Op Functies*
1
Documentbox
Aangepaste box *
2
*
2
Taakbox *
3
Bediening toetsen
bedieningspaneel
—— *
4
*
5
Opmerking Optioneel netwerk wordt alleen weergegeven wanneer een netwerkinterfacekit (IB-50) of een
draadloze netwerkinterfacekit (IB-51) als optie geïnstalleerd zijn.
2-21
Voorbereiding voor het gebruik
Aan- en uitzetten
Aanzetten
1 Druk op de hoofdschakelaar.
BELANGRIJK Wanneer u de hoofdschakelaar uitschakelt, mag u
deze niet meteen weer inschakelen. Wacht minstens 5 seconden
voordat u de hoofdschakelaar weer inschakelt.
Uitzetten
1 Zorg ervoor dat de Indicator voor Data uit is en druk daarna op de
hoofdschakelaar.
ON
ON
OFF
OFF
Controleer of de Indicator
voor Data uit is.
Voorbereiding voor het gebruik
2-22
Energiebesparingfunctie
Slaapstand
Wanneer de ingestelde tijd (fabrieksinstelling is 1 minuut) verstreken is sinds het laatste gebruik avn het apparaat, schakelt
de printer automatisch naar de slaapstand. De achtergrondverlichting en lampjes van het berichtenscherm gaan uit om het
stroomverbruik te minimaliseren. Deze stand heet de slaapstand.
Er zijn twee slaapstanden: Snel herstel en energiebesparing. De standaardinstelling is de energiebesparende stand.
Modus snel herstel
Het herstellen uit de slaapstand is sneller dan bij gebruik van de energiebesparende modus.
Het berichtenscherm gaat uit wanneer naar de slaapstand geschakeld wordt en de indicator voor Ready knippert.
Het apparaat herstelt snel wanneer op [OK] gedrukt wordt. Het apparaat herstelt ook automatisch en drukt af wanneer een
taak gedetecteerd wordt.
Als er tijdens de slaapstand afdrukgegevens worden ontvangen, dan wordt de afdruktaak uitgevoerd terwijl het
berichtenscherm onverlicht blijft.
Druk op [OK] om de printer te gebruiken. De printer zal binnen 15 seconden (P-4030D/P-4030DN/P-4530DN),
20 seconden (P-5030DN) of 25 seconden (P-6030DN) klaar zijn voor gebruik.
Houd er rekening mee dat het apparaat door omgevingsfactoren zoals ventilatie langzamer kan reageren.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Modus energiebesparing
Deze modus vermindert het stroomverbruik nog verder dan de snelle herstelmodus en maakt het mogelijk voor elke functie
apart een slaapmodus in te stellen.
Druk op [OK] om de printer te gebruiken. De tijd die nodig is om de printer terug te laten schakelen uit de slaapstand en de
normale werking te hervatten zal langer zijn dan die voor het terugschakelen vanuit de snelle herstelmodus.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Uitschakeltimer
Als de printer in slaapstand niet gebruikt wordt, wordt de stroom automatisch uitgeschakeld. De uitschakeltimer wordt
gebruikt om de tijd in te stellen totdat de stroom uitgeschakeld wordt. De standaardinstelling voor de tijdsduur tot de stroom
wordt uitgeschakeld is 1 uur.
BELANGRIJK De regel voor uitschakelen en de uitschakeltimer instellen. Raadpleeg de Engelse Gebruikershand-
leiding voor meer informatie.
BELANGRIJK Voorzorgen bij het instellen van de energiebesparende stand.
De gegevens die op de RAM-schijf opgeslagen zijn, worden gewist wanneer het apparaat naar energiebesparende
modus schakelt.
De machine zal niet uit de slaapstand schakelen wanneer vanaf een PC afdrukgegevens ontvangen worden via de
USB-kabel. (De P-4030D zal herstellen.)
Een ID-kaart wordt niet herkend in de energiebesparende modus.
2-23
Voorbereiding voor het gebruik
Wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt
VOORZICHTIG Verwijder het papier uit de cassettes en berg het op in de afgesloten bewaarzak voor papier om het
tegen vocht te beschermen.
VOORZICHTIG Als de printer gedurende langere tijd niet gebruikt wordt (bijvoorbeeld 's nachts), zet het
dan uit met de hoofdschakelaar. Als de printer nog langer niet gebruikt wordt (bijvoorbeeld tijdens de
vakantie), haal dan om veiligheidsredenen de stekker uit het stopcontact.
Voorbereiding voor het gebruik
2-24
Papier plaatsen
Hier wordt uitgelegd hoe het papier in de cassette of de MF-lade geplaatst moet worden.
Papier in de cassette plaatsen
De standaard cassette kan tot 500 vel A4 of kleiner normaal papier (80 g/m²) bevatten.
De volgende papierformaten worden ondersteund: 8-1/2 × 14" (Legal), Oficio II, 8-1/2 × 11" (Letter), Executive, Statement,
A4, B5, A5, A6, B6, Folio, 216 × 340 mm, 16K, ISO B5, Envelop DL, Oufuku Hagaki, Envelop C5 en Custom.
1 Waaier de media (papier/transparanten) los en klop ze daarna recht
op een vlakke ondergrond om papierstoringen of scheef printen te
voorkomen.
2 Trek de cassette helemaal uit de printer.
3 (alleen bij de P-4030D/P-4030DN) Druk de onderste plaat naar
beneden tot deze vastklikt.
BELANGRIJK Gebruik geen inkjetprinterpapier of ander papier met een speciale coating. (Dergelijk papier kan pa-
pierstoringen of andere defecten veroorzaken.)
Bij gebruik van andere mediatypes dan normaal papier (zoals gerecycled of gekleurd papier) moet altijd de instelling
voor mediatype ingevoerd worden. (Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding.) De cassettes zijn geschikt voor
papier met een gewicht tot 120 g/m
2.
Plaats geen dik papier dat zwaarder is dan 120 g/m
2.
in de cassettes. Gebruik voor papier dat zwaarder is dan
120 g/m
2.
de multifunctionele lade.
Opmerking A6 kan alleen in cassette 1 gebruikt worden.
Cassette
BELANGRIJK Ondersteun de cassette bij het uit de printer ha-
len, zodat deze niet uit de printer valt.
Onderste plaat
2-25
Voorbereiding voor het gebruik
4 Draai aan de knop voor papierformaat zodat het formaat van het
papier dat u gaat gebruiken verschijnt in het papierformaatvenster.
5 Stel de breedtegeleiders op de linker- en rechterkant van de
papiercassette in. Druk op de tab voor breedteaanpassing en schuif
de geleiders naar het gewenste papierformaat.
6 Pas de papierlengtegeleider aan op het gewenste papierformaat.
Draaiknop Papierformaat
Venster
Papierformaat
Opmerking Als de knop voor papierformaat is ingesteld op
Other moet het papierformaat op het bedieningspaneel
worden ingevoerd in de printer. Raadpleeg de Engelse
Gebruikershandleiding.
Instelmechanisme
voor papierbreedte
Papierbreedte-
geleiders
Opmerking De papierformaten staan op de cassette
vermeld.
Papierlengte-
geleider
Instelmechanisme
voor papierbreedte
Voorbereiding voor het gebruik
2-26
Als er papier gebruikt wordt dat langer is dan A4, trek de
papierlengtegeleider dan naar achteren.
7 Plaats het papier in de cassette. Zorg ervoor dat de zijde die moet
worden bedrukt, omlaag wijst en dat het papier niet gevouwen,
gekruld of beschadigd is.
8 Plaats de papiercassette in het slot van de printer. Duw de cassette
recht naar voren tot deze niet verder kan.
9 Selecteer het mediatype (normaal, gerecycled, enzovoort) dat in de
cassette is geplaatst. (Raadpleeg de Engelse
Gebruikershandleiding.)
Papierlengtegeleider
Beladingslimiet
Klem
BELANGRIJK Plaats het papier zo dat het niet boven het drie-
hoekje op de breedtegeleider uitkomt.
Controleer voor het plaatsen van het papier of het niet gekruld of
gevouwen is. Gekruld of gevouwen papier kan papierstoringen
veroorzaken.
Zorg dat het papier niet boven de beladingslimiet uitkomt (zie de
afbeelding links).
Plaats de stapel papier zo dat deze onder de klemmen valt, zie
afbeelding.
De lengte- en breedtegeleiders van het papier moeten aan het
papierformaat worden aangepast. Wanneer u het papier plaatst
zonder deze geleiders aan te passen, kan het papier schuin
worden ingevoerd met papierstoringen tot gevolg.
Zorg ervoor dat de lengte- en breedtegeleiders stevig tegen het
papier geklemd zitten. Als er nog ruimte is, past u de geleiders
opnieuw aan het papier aan.
Opmerking Als het apparaat langere tijd niet gebruikt gaat
worden, bescherm dan al het papier tegen vocht door het uit
de cassettes te verwijderen en in de bewaarzak voor papier
op te bergen.
2-27
Voorbereiding voor het gebruik
Papier plaatsen in de MF- (multifunctionele) lade
De multifunctionele lade kan tot 100 vel A4 of kleiner normaal papier (80 g/m²) bevatten.
De multifunctionele lade is geschikt voor de papierformaten A4 tot A6 en Hagaki en van Legal tot Statement,
216 × 340 mm, Envelop Monarch, Envelop nr.10, Envelop DL, Envelop C5, Executive, Envelop nr.9, Envelop nr.6, ISO B5,
Oufuku Hagaki, Oficio II, 16K, Folio, Youkei 2, Youkei 4 en Custom. Zorg ervoor dat de multifunctionele lade gebruikt wordt
bij afdrukken op speciaal papier.
De capaciteit van de multifunctionele lade is als volgt.
A4 of kleiner papier (80 g/m²): 100 vel
Hagaki: 1 vel
OHP-folies: 1 vel
Envelop DL, Envelop C5, Envelop nr.10 (Commercial nr.10), Monarch, Youkei 4, Youkei 2: 5 vellen
Folio: 20 vellen
Dik papier: 5 vellen
1 Waaier de media (papier/transparanten) los en klop ze daarna recht
op een vlakke ondergrond om papierstoringen of scheef printen te
voorkomen.
2 Trek de multifunctionele lade naar u toe totdat deze stopt.
BELANGRIJK Bij gebruik van andere mediatypes dan normaal papier (zoals gerecycled of gekleurd papier) moet
altijd de instelling voor mediatype ingevoerd worden. (Raadpleeg de
Engelse Gebruikershandleiding.) Stel het medi-
atype in op Dik bij gebruik van een papiergewicht van 106 g/m² of meer.
Opmerking Bij gebruik van speciaal papier zoals overhead of dik papier, wordt het mediatype geselecteerd zoals
beschreven in de Engelse Gebruikershandleiding.
Multifuncti-
onele lade
Voorbereiding voor het gebruik
2-28
3 Trek het ondersteunende deel van de multifunctionele lade uit.
4 Stel de papiergeleiders in op de MP-lade. Standaardpapierformaten
zijn aangegeven op de multifunctionele lade. Schuif de
papierbreedtegeleiders voor standaard papierformaten naar het
overeenkomende teken.
5 Leg het papier strak tegen de papiergeleiders en schuif het zo ver
mogelijk naar binnen.
6 Stel het papierformaat van de MF-lade in op het bedieningspaneel
van de printer. Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding.
Ondersteunend deel
van de multifunctionele
lade
Beladingslimiet
BELANGRIJK Plaats niet meer papier dan onder de beladingsli-
miet past op de papiergeleiders.
Houd bij plaatsing van het papier de kant van de sluiting van de
verpakking naar boven gericht.
Gekruld papier moet u recht maken voor gebruik.
Strijk de bovenzijde glad als die opgekruld is.
Wanneer u papier in de multifunctionele lade plaatst, controleer
dan eerst of er geen papier achtergebleven is van een vorig
gebruik voor u het papier plaatst. Als er slechts een kleine
hoeveelheid papier overblijft in de multifunctionele lade en u wil
het aanvullen, verwijder dan eerst het overgebleven papier uit de
lade en voeg het bij het nieuwe papier voor u het papier terug in
de lade plaatst.
2-29
Voorbereiding voor het gebruik
Enveloppen plaatsen
Er kunnen 5 enveloppen in de multifunctionele lade worden geplaatst.
De volgende envelopformaten kunnen worden gebruikt.
Schakelen naar Envelopmodus (P-4030D/P-4030DN)
Om op een envelop af te drukken wordt onderstaande procedure gevolgd om naar envelopmodus te schakelen.
1 Open de achterklep.
2 Til de envelopschakelaar op om op een envelop af te drukken.
Geschikte envelop Formaat
Youkei 2 114 × 162 (mm)
Youkei 4 105 × 235 (mm)
Monarch 3 7/8" × 7 1/2"
Envelop nr.10 (Commercial nr.10) 4 1/8" × 9 1/2"
Envelop DL 110 × 220 (mm)
Envelop C5 162 × 229 (mm)
Executive 7 1/4" × 10 1/2"
Envelop nr.9 (Commercial nr.9) 3 7/8" × 8 7/8"
Envelop nr.6 (Commercial nr.6 3/4) 3 5/8" × 6 1/2"
Opmerking Wanneer het afdrukken op enveloppen voltooid is, moet de envelopschakelaar teruggeplaatst worden
in de originele positie (onderin).
Envelopschakelaar
VOORZICHTIG De fusereenheid binnenin de printer is
heet. Raak de eenheid niet met uw handen aan,
aangezien dit brandwonden kan veroorzaken.
Voorbereiding voor het gebruik
2-30
3 Sluit de achterklep.
Enveloppen plaatsen in de MF- (multifunctionele) lade
1 Waaier de enveloppen los en klop daarna met de stapel op een
vlakke ondergrond om deze recht te maken om envelopstoringen of
scheef printen te voorkomen.
2 Trek de multifunctionele lade naar u toe totdat deze stopt.
3 Trek het ondersteunende deel van de multifunctionele lade uit.
Multifunctionele
lade
Ondersteunend deel
van de multifunctio-
nele lade
2-31
Voorbereiding voor het gebruik
4 Stel de papiergeleiders op de MF-lade in.
5 Leg het papier strak tegen de papiergeleiders en schuif het zo ver
mogelijk naar binnen.
6 Open de flap voor staande enveloppen. Plaats de envelop in zijn
geheel langs de breedtegeleiders, houd de te bedrukken zijde naar
boven gericht en de hoek met de flap naar u toe.
Open de flap voor liggende enveloppen. Plaats de envelop in zijn
geheel langs de breedtegeleiders, houd de te bedrukken zijde naar
boven gericht en de hoek met de flap naar links.
Antwoordkaart
(Oufuku Hagaki)
Enveloppen
staand
Enveloppen
liggend
Sluit de
flap.
Karton
(Hagaki)
Wanneer u enveloppen of kaarten in de multifunctionele lade plaatst
Plaats de envelop met de afdrukzijde naar boven.
Open de
flap.
Opmerking Gebruik ongevouwen antwoordkaarten (Oufuku hagaki).
Voorbereiding voor het gebruik
2-32
Papierstop
Bij gebruik van papier dat groter is datn A4/Letter wordt de papierstopper
geopend, zoals getoond in de afbeelding.
BELANGRIJK Hoe u de enveloppen precies moet plaatsen
(richting en kant) hangt af van het soort envelop. Zorg dat u ze op
de juiste manier plaatst. Anders kunnen ze in de verkeerde rich-
ting of op de verkeerde kant worden bedrukt.
Opmerking Bij het laden van enveloppen in de
multifunctionele lade plaatst, wordt het soort envelop
geselecteerd zoals beschreven in de Engelse
Gebruikershandleiding.
3-1
3 Afdrukken
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Afdrukken vanuit toepassingen ...........................................................................................................3-2
Een afdruktaak annuleren.....................................................................................................................3-3
Scherm Eigenschappen printerdriver..................................................................................................3-4
Registreren van een papierformaat......................................................................................................3-6
Hulp printerdriver...................................................................................................................................3-7
Printfuncties...........................................................................................................................................3-8
Afdrukken
3-2
Afdrukken vanuit toepassingen
Dit gedeelte voorziet in basisinstructies voor het afdrukken van documenten. De instructies zijn gebaseerd op interface-
elementen zoals deze in Windows 7 voorkomen. Om documenten uit toepassingen af te drukken, moet u vanaf de
meegeleverde schijf met Product Library de printerdriver op uw computer installeren.
Volg onderstaande stappen om documenten vanuit toepassingen af te drukken.
1 Creëer een document met een toepassing.
2 Klik in de toepassing op Bestand en kies Afdrukken. Dialoogvenster
Afdrukken verschijnt.
3 Klik op naast veld Naam en selecteer dit apparaat uit de lijst.
4 Geef de gewenste hoeveelheid afdrukken in veld Aantal afdrukken
in. Geef een aantal in tot 999.
Selecteer bij meer dan één pagina Sorteren om een voor een in de
volgorde van de paginanummering af te drukken.
5 Klik op Eigenschappen. Dialoogvenster Eigenschappen verschijnt.
6 Selecteer tabblad Basis en klik op Afdrukformaat om het
papierformaat te kiezen.
Om af te drukken op speciaal papier, zoals dik papier of
transparanten, wordt op menu Afdrukmateriaaltype geklikt en een
mediatype geselecteerd.
7 Klik op Bron en selecteer de papierbron.
8 Selecteer de afdrukrichting, ofwel Staand of Liggend om overeen te
komen met de richting van het document.
Bij een keuze voor Gedraaid wordt het document 180° geroteerd.
9 Klik op OK om terug te keren naar dialoogvenster Afdrukken.
10Klik op OK om te beginnen met afdrukken.
Opmerking Raadpleeg Software installeren op pagina 2-7.
Opmerking Bij een keuze voor Auto wordt het papier
automatisch uit de papierbron gehaald die geladen is met papier
van een optimale afmeting en soort. Om op speciaal papier zoals
enveloppen of dik papier af te drukken, wordt dit speciale papier
op de multifunctionele lade geplaatst en wordt Multifunct. lade
geselecteerd.
3-3
Afdrukken
Een afdruktaak annuleren
1 Druk op [Annuleren] wanneer de printer Wordt verwerkt
weergeeft.
De Lijst ann. taken verschijnt, met de lijst van huidige
afdruktaken.
2 Druk op of om de gewenste taak weer te geven en druk op [OK].
De taak wordt geannuleerd. Bericht Weet u het zeker?
verschijnt; druk op [Ja] ([Linker keuzetoets]) om de taak te
annuleren of [Nee] ([Rechterkeuzetoets]) om de bewerking te
annuleren en door te gaan met afdrukken.
Wanneer u een taak annuleert, geeft het berichtenscherm
Annuleren... weer en het afdrukken stopt nadat de pagina die nu
afgedrukt wordt, uitgevoerd is.
Afdrukken
3-4
Scherm Eigenschappen printerdriver
Het scherm met eigenschappen van de printerdriver maakt het mogelijk een aantal printergerelateerde instellingen te
configureren. Raadpleeg de Printing System Driver User Guide op de schijf met Product Library voor meer informatie.
Nr. Beschrijving
1
Snel afdrukken
Geeft pictogrammen weer die gebruikt kunnen worden voor het eenvoudig configureren van veel gebruikte
functies. Elke keer dat op een pictogram gedrukt wordt, wijzigt dit naar een afbeelding die overeenkomt met de
afdrukresultaten en worden de instellingen toegepast.
Basis
Dit tabblad groepeert basisfuncties die veel gebruikt worden. Het kan gebruikt worden om papierformaat,
mediatype, bestemming en dubbelzijdig afdrukken te configureren.
Indeling
Dit tabblad maakt het mogelijk instellingen te configureren voor het afdrukken van verschillende lay-outs,
waaronder boekjes afdrukken, modus combineren, afdrukken van posters en schalen.
Imaging
Dit tabblad maakt het mogelijk instellingen te configureren voor kwaliteit en aanpassing in grijsschaal van de
afdrukresultaten.
Publiceren
Dit tabblad maakt het mogelijk kaften en inlegvellen te creëren en tussenlegvellen te gebruiken tussen
overheadbladen.
Taak
Dit tabblad maakt het mogelijk instellingen te configureren voor het opslaan van afgedrukte gegevens vanaf de
computer naar het apparaat. Regelmatig gebruikte documenten en andere gegevens kunnen op het apparaat
opgeslagen worden om op een later moment gemakkelijk af te drukken. Omdat opgeslagen documenten direct
vanaf het apparaat afgedrukt kunnen worden, is deze functie ook handig wanneer u een document wilt afdrukken
waarvan u niet wilt dat anderen het zien.
Geavanceerd
Dit tabblad maakt het mogelijk instellingen te configureren voor het toevoegen van tekstpagina's of watermerken
aan af te drukken gegevens.
2
1
3-5
Afdrukken
2
Profielen
De instellingen van de printerdriver kunnen opgeslagen worden als profiel. Opgeslagen profielen kunnen op elk
gewenst moment teruggehaald worden, waardoor het nuttig wordt om vaak gebruikte instellingen op te slaan.
Nr. Beschrijving
Afdrukken
3-6
Registreren van een papierformaat
Wanneer kaarten of enveloppen in de multifunctionele lade geladen zijn, moeten het afdrukformaat en type worden ingesteld,
waarna het afdrukformaat in tab Basis van het scherm met printerinstellingen voor de printerdriver moet worden geregistreerd.
Na registratie kan het afdrukformaat worden geselecteerd via menu Paginagrootten....
1 Scherm Eigenschappen printerdriver weergeven.
2 Klik op tabblad Basis.
3 Klik op Paginagrootten... om het formaat te registreren.
4 Klik op Nieuw.
5 Geef de naam van de printer in.
6 Geef het afdrukformaat in.
7 Klik op OK.
8 Selecteer het afdrukformaat (naam) zoals geregistreerd in de
stappen 4 tot en met 7.
9 Selecteer Multifunct. lade.
10Selecteer Karton of Envelop.
2
8
9
3
10
5
6
4
7
3-7
Afdrukken
Hulp printerdriver
De printerdriver bevat ook hulp. Om meer te leren over printerinstellingen wordt het scherm met instellingen voor de printerdriver
geopend en Help weergegeven, zoals hieronder wordt uitgelegd.
1 Klik op ? in de rechter bovenhoek van het scherm.
2 Klik op het item waarover u meer wilt weten.
Wijzigen van de standaardinstelling voor printerdriver (Windows 7)
De standaardinstelling voor printerdrivers kan gewijzigd worden. Door veel gebruikte instellingen te selecteren, kunt u bij het
afdrukken stappen overslaan.
De procedure werkt als volgt.
1 Klik op start en klik op Apparaten en printers.
2 Rechtsklik op het pictogram voor de printerdriver en klik op menu
Eigenschappen van de printerdriver.
3 Klik op Afdrukvoorkeuren in tabblad Algemeen.
4 Selecteer de standaard instellingen en klik op OK.
Raadpleeg Scherm Eigenschappen printerdriver op pagina 3-4 voor
meer informatie over de instellingen.
2
1
Afdrukken
3-8
Printfuncties
Dit gedeelte legt de nuttige functies uit die met de printerdriver ingesteld kunnen worden. Raadpleeg de Printing System
Driver User Guide voor meer informatie.
Modus halve snelheid (instellingen printerdriver)
Modus halve snelheid reduceert de afdruksnelheid tot de helft van de ingestelde snelheid. Wanneer deze optie geselecteerd
is, hecht de toner zich beter bij afdrukken op papier van klein formaat, dik papier of papier met textuur. Daarnaast kan deze
modus geselecteerd worden om dik papier soepel in te voeren en papierstoringen te vermijden. Deze modus kan leiden tot
stiller afdrukken.
Lijnen dunner maken (instellingen printerdriver)
Het dunner maken van lijnen verkleint de penbreedte van de regels die gebruikt worden voor barcodes en lijntekeningen.
Tekenwaarden die door een toepassing gecontroleerd worden, worden niet gewijzigd.
Corrigeren dunne lijnen door apparaat
Schakel correctie van penbreedte door apparaat in. Deze functie is alleen voor ondersteunde modi beschikbaar.
Aangepaste box (optionele functionaliteit)
Aangepaste box is een onderdeelbox die binnen een documentbox gecreëerd kan worden waarin data opgeslagen kan
worden om deze later terug te halen.
Het is mogelijk een aangepaste box te creëren of te verwijderen; de gegevens kunnen op verschillende manieren
uitgewisseld worden. Voor gebruik van Aangepaste box moet een optionele SSD in de printer geïnstalleerd zijn.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie over de werking van Aangepaste box.
Taakbox (optionele functionaliteit)
Een Taakbox bevat tijdelijke of permanente afdrukgegevens voor gebruik bij taakopties, waaronder privé-afdruk,
opgeslagen taak, snel kopiëren en testen en vasthouden, die later besproken worden.
Er zijn in de Documentbox al vier individuele Taakboxen aanwezig die overeenkomen met deze taakopties. Deze
Taakboxen kunnen niet door gebruikers gecreëerd of verwijderd worden.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie over de werking van Taakboxen.
Opmerking Modus halve snelheid kan op alle mediatypes behalve Transparanten en Vellum toegepast worden.
Item Beschrijving
Uit (standaardinstelling) Lijnen worden niet dunner gemaakt.
Barcodes Deze instelling vermindert de waarde voor penbreedte voor verticale en horizontale lijnen. De
leesbaarheid van barcodes wordt verbeterd.
Dunne lijnen Deze instelling vermindert de waarde voor penbreedte voor verticale, horizontale en
diagonale lijnen.
Alle Deze instelling vermindert de penbreedte met een waarde van 1 voor verticale, horizontale en
diagonale lijnen die in barcodes en lijntekeningen gebruikt worden.
Opmerking Lijnen dunner maken is beschikbaar wanneer in dialoogvenster PDL-instellingen PCL XL geselecteerd
is. Wanneer modus GDI-compatibel geselecteerd is in dialoogvenster PDL-instellingen, is het dunner maken van
lijnen niet beschikbaar.
3-9
Afdrukken
Activeren ThinPrint (optionele functionaliteit)
Deze printer kan kiezen of er wel of niet via ThinPrint gecommuniceerd wordt.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie over de werking.
Beveiligd 'follow me' afdrukken (optionele functionaliteit)
Beveiligd 'follow me' afdrukken is een afdrukfunctie waarbij een gebruiker de taak naar een printer toe haalt die wordt
geselecteerd nadat de taak naar een server verstuurd is. Om deze functie te kunnen gebruiken zijn de volgende
systeemomgevingen vereist.
De verificatieserver: Policy Manager (optionele software) moet geïnstalleerd zijn.
ID-kaart en ID-kaartlezer: deze worden gebruikt om gebruikers te registreren en te authenticeren.
De spoolerserver: verzendt de afdruktaak naar een geselecteerde printer nadat de gebruiker zich aangemeld heeft.
Neem voor meer informatie contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger.
6. De gebruiker
haalt de afdruktaak
naar de
geselecteerde
printer toe.
5. De
spoolerserver
stuurt de
afdruktaak naar
de geselecteerde
printer.
2. De spoolerserver
ontvangt de
afdruktaak.
1. Een gebruiker
stuurt de
afdruktaak naar
de spoolerserver.
4. De verificatieserver
bevestigt de
geregistreerde
aanmeldinformatie.
3. De gebruiker meldt
zich met een ID-kaart op
de printer of een andere
MFP aan via een
verificatieserver.
Afdrukken
3-10
4-1
4 Bedieningspaneel
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Berichtenscherm....................................................................................................................................4-2
Toetsen....................................................................................................................................................4-4
Het menuselectiesysteem gebruiken...................................................................................................4-7
Bedieningspaneel
4-2
Berichtenscherm
Berichten die de status van de diverse afdrukbewerkingen aangeven, worden in het berichtenscherm getoond.
Statusinformatie
Foutcodes
Raadpleeg Foutmeldingen op pagina 6-5 voor informatie over foutcodes en fouten waarvoor de aandacht van de bediener
nodig is.
Bericht Betekenis
Wachten a.u.b. De printer is aan het opwarmen en is nog niet klaar.
Wanneer de printer voor het eerst ingeschakeld wordt, zal dit bericht enkele minuten
duren.
Wachten a.u.b.
Papier aan het
laden...
Het papier in de cassette wordt verplaatst naar een positie waar invoer ervan mogelijk is.
Dit bericht wordt soms gedurende korte tijd weergegeven wanneer de cassette
teruggeplaatst wordt in de originele positie, bijvoorbeeld nadat papier toegevoegd is.
Opmerking DIt bericht wordt niet weergegeven op de P-4030D en de P-4030DN.
Wachten a.u.b....
Toner toevoegen...
De toner wordt momenteel bijgevuld. Dit bericht kan tijdens het voortdurend afdrukken
van grote hoeveelheden pagina's, die een grote hoeveelheid toner verbruiken, zoals bij
foto's, worden getoond.
Gereed om te printen. De printer is gereed om af te drukken.
Wordt verwerkt. De printer ontvangt gegevens die afgedrukt moeten worden. Dit bericht wordt ook
getoond wanneer de printer een SD/SDHC-geheugenkaart, USB-geheugen, SSD of
RAM-schijf aan het uitlezen is.
Annuleren... Taken in de printer worden geannuleerd. Raadpleeg Een afdruktaak annuleren op pagina
4-4 voor het annuleren van een taak.
4-3
Bedieningspaneel
Indicatoren in berichtenscherm
Indictoren voor Ready, Data en Attention
Tijdens normaal gebruik en als de printer aandacht nodig heeft, zullen de volgende indicatoren (lampjes) oplichten.
Afhankelijk van de verlichtingsstatus heeft elk lampje de volgende betekenis:
Indicator Beschrijving
Knipperend. Geeft een fout aan die u kunt oplossen. Raadpleeg Problemen oplossen op pagina 6-1 voor
meer informatie.
Of: de printer staat in de automatische slaapstand. De printer komt uit de automatische slaapstand wanneer
een taak ontvangen wordt. De printer warmt dan op en komt on-line.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor informatie over de automatische slaapstand.
Aan. Geeft aan dat de printer klaar en online is. De printer drukt de gegevens die ontvangen worden, af.
Uit. Geeft aan dat de printer offline is omdat het afdrukken handmatig of automatisch gestopt is als gevolg
van een foutconditie. Gegevens kunnen worden ontvangen maar worden niet afgedrukt. Raadpleeg
Foutmeldingen op pagina 6-5 als het afdrukken automatisch gestopt is toen zich een foutconditie voordeed.
Knipperend. Geeft aan dat er data ontvangen wordt.
Aan. Geeft aan dat ontvangen data wordt verwerkt voordat het afdrukken begint, of dat er data van de
harde schijf of geheugenkaart wordt gelezen.
Knipperend. Als Wachten a.u.b. wordt getoond, is de printer aan het opwarmen.
Of: de printer kan om enige reden niet afdrukken (bijv. als de cassette geen papier bevat). Controleer het
berichtenscherm en voer de vereiste actie uit. Raadpleeg Foutmeldingen op pagina 6-5 voor meer
informatie.
Aan. De printer kan niet afdrukken als gevolg van een fout. Controleer het berichtenscherm en voer de
vereiste actie uit. Raadpleeg Foutmeldingen op pagina 6-5 voor meer informatie.
Gereed om te printen.
UW
A4
VX
A6
[ Status ] [ Toner ]
Bedieningspaneel
4-4
Toetsen
De toetsen van het bedieningspaneel worden gebruikt om de bediening van de printer te configureren. Houd er rekening
mee dat bepaalde toetsen een secundaire functie hebben.
Toets Annuleren
Deze toets wordt gebruikt om:
Een afdruktaak te annuleren.
Het alarmgeluid te laten stoppen.
Een afdruktaak annuleren
1 Druk op [Annuleren] wanneer de printer Wordt verwerkt
weergeeft.
De Lijst ann. taken verschijnt, met de lijst van huidige
afdruktaken.
2 Druk op of om de gewenste taak weer te geven en druk op [OK].
De taak wordt geannuleerd. Bericht Weet u het zeker?
verschijnt; druk op [Ja] ([Linkerkeuzetoets]) om de taak te
annuleren of [Nee] ([Rechterkeuzetoets]) om de bewerking te
annuleren en door te gaan met afdrukken.
Wanneer u een taak annuleert, geeft het berichtenscherm
Annuleren... weer en het afdrukken stopt nadat de pagina die nu
afgedrukt wordt, uitgevoerd is.
Toets Afmelden
Als gebruikersbeheer ingesteld is, meld u dan af door op [Afmelden] te drukken nadat de bewerkingen voltooid zijn.
Toets Menu
[Menu] geeft toegang tot het menusysteem om de instellingen en de afdrukomgeving van de printer te wijzigen.
Toets Terug
Annuleert de menu-instelling die nu weergegeven wordt en keert terug naar het menu voor de vorige stap.
4-5
Bedieningspaneel
Pijltjestoetsen
De vier pijltjestoetsen worden in het menusysteem gebruikt voor toegang tot items of het ingeven van numerieke
waarden.
Toets OK
Instellingen of numerieke waarden en andere selecties te voltooien.
Cijfertoetsen
Om cijfers en symbolen in te voeren.
Toets Wissen
Wist ingevoerde nummers en karakters.
Toets Documentbox
Druk op deze toets wanneer Documentbox gebruikt wordt. Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer
informatie.
Bedieningspaneel
4-6
Linkerkeuzetoets / Rechterkeuzetoets
Deze toetsen werken alleen wanneer de betreffende toetsentabs in het berichtenscherm getoond worden. Op de toets
drukken voert de functie uit die in het berichtenscherm getoond wordt.
Op de toets drukken voert de functie uit die in het berichtenscherm getoond wordt.
Bijv.:
Wanneer onderstaand menu getoond wordt, zal een druk op de [Linkerkeuzetoets] ([Ja]) het geselecteerde bestand
(laten) afdrukken. Een druk op [Rechterkeuzetoets] ([Nee]) annuleert het afdrukken en de printer keert terug naar het
menu voor de vorige stap.
Deze toetsen werken alleen wanneer het bericht over vastgelopen papier op het berichtenscherm verschenen is. Er
verschijnt dan een help-bericht om het oplossen van de storing op de locatie mogelijk te maken.
4-7
Bedieningspaneel
Het menuselectiesysteem gebruiken
Menuselectiesysteem
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het menuselectiesysteem gebruikt.
[Menu] op het bedieningspaneel maakt het mogelijk het menu te gebruiken om de printerinstellingen te configureren
volgens uw specifieke behoeften. Er kunnen instellingen gedaan worden wanneer Gereed om te printen., Wachten
a.u.b. of Wordt verwerkt. op het berichtenscherm van de printer aangegeven wordt.
Toegang tot het selectiemenu Modus
Druk op [Menu] wanneer Gereed om te printen. wordt aangegeven op het berichtenscherm.
Selectiemenu Modus wordt weergegeven.
Opmerking Instellingen die ontvangen worden vanuit toepassingssoftware en de printerdriver krijgen voorrang
boven instellingen die in het bedieningspaneel vastgelegd zijn.
Opmerking Alleen wanneer USB-geheugen geïnstalleerd is, wordt USB-geheugen getoond.
Netwerk wordt alleen weergegeven op modellen die compatibel zijn met netwerkgebruik.
menu Selectie
Submenu
Druk op .
Druk op
.
Druk op
.
Druk op
.
Menu:
a
b
********************-
2
USB-geheugen
3
Teller
[ Einde ]
1
Druk rapport af
Menu:
a
b
********************-
5
Afdrukinstelling
6
Netwerk
[ Einde ]
4
Papier instel.
Papier instel.:
a
b
1
Inst. MF-lade
********************-
3
Inst. mediatype
[ Einde ]
2
Cassette 1 inst.:
Mediatype:
a
b
********************-
2
Afgedrukt
3
Dik papier
1
*Normaal
Bladeren pagina
Bladeren regel
Gereed om te printen.
UW
LT
VX
A4
[ Status ] [ Toner ]
De richting van de
bruikbare pijltjestoetsen
wordt op het betreffende
scherm getoond.
Links van de momenteel
geselecteerde instelling
wordt een asterisk (*)
weergegeven.
Bedieningspaneel
4-8
Een menu selecteren
Het selectiemenu Modus is hiërarchisch. Druk op , , of om het gewenste menu weer te geven.
Als er rechts bovenin het scherm [
a ] verschijnt, kunt u de toetsen
en gebruiken om per regel naar boven en naar beneden te
bladeren door de menuopties en de toetsen en om per pagina
door de menuopties heen te bladeren.
Aks rechts bovenin het scherm [
P ] verschijnt, kunt u de toetsen en
gebruiken om tussen pagina's te wisselen.
Om terug te keren naar het menu dat een niveau hoger ligt, wordt op
[Terug] gedrukt.
Een menu selecteren
Kies het gewenste menu en druk op [OK]. U kunt nu opties in het menu
selecteren. Druk op , , of om de gewenste instelling te
selecteren of in te voeren en dan op [OK] om uw keuze te bevestigen.
Als u uit een lijst met instellingen kiest, wordt links van de momenteel
geselecteerde instelling een asterisk (*) weergegeven.
Annuleren menuselectie
Als op [Menu] gedrukt wordt als een menu geselecteerd is, keert het berichtenscherm terug naar scherm Gereed om te
printen.
1
Druk rapport af
4-9
Bedieningspaneel
Toegang tot selectiemenu Modus
Dit gedeelte geeft uitleg over de procedures voor instellingen die gebruikt worden voor elk menu-item in selectiemenu
Modus.
1 Druk, wanneer de printer Gereed om te printen, Even wachten
aub., In slaapstand of Wordt verwerkt weergeeft, op
[Menu]. Selectiemenu Modus wordt weergegeven.
2 Telkens als u op of drukt, wijzigt de selectie.
Druk rapport af
USB-geheugen
•Teller
Papierinstellingen
Afdrukinstellingen
•Netwerk
Algemeen apparaat
Beveiliging
Aanm./Taakacc.
Aanp./Onderh.
Op-functies
•Afsluiten
Raadpleeg de Engelse gebruikershandleiding voor informatie over al
deze items.
Opmerking Optioneel netwerk wordt alleen
weergegeven wanneer een netwerkinterfacekaart of een
draadloze netwerkinterfacekit als optie geïnstalleerd zijn.
1
Druk rapport af
Bedieningspaneel
4-10
5-1
5 Onderhoud
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Tonercontainer vervangen....................................................................................................................5-2
Vervangen van de tonerafvalbak..........................................................................................................5-6
De printer reinigen.................................................................................................................................5-8
Onderhoud
5-2
Tonercontainer vervangen
De printer toont in twee fasen berichten over het tonergebruik:
Wanneer de toner op begint te raken, geeft de printer bericht De toner is bijna op. weer als eerste
waarschuwing. Het is in dit stadium niet altijd nodig de toner direct te verwisselen. Bereid wel een nieuwe tonerkit voor.
Als bovenstaande melding genegeerd wordt en doorgegaan wordt met afdrukken, geeft de printer net voor de toner
opgebruikt is bericht Vervang de toner. weer. De printer zal stoppen met afdrukken. De tonercontainer moet direct
vervangen worden. Raadpleeg
Vervangen van de tonercontainer op pagina 5-3.
Hoe vaak moet de tonercontainer worden vervangen
De levensduur van de tonercontainers hangt af van de hoeveelheid toner die nodig is om uw afdruktaken uit te voeren.
Volgens ISO/IEC 19752 met EcoPrint uitgeschakeld kan de tonercontainer als volgt printen (er wordt uitgegaan van A4/
Letter-papier): 12.500 afbeeldingen (P-4030D en P-4030DN), 15.500 afbeeldingen (P-4530DN) of 25.000 afbeeldingen
(P-5030DN en P-6030DN).
Starttonercontainer
De tonercontainer die bij de nieuwe printer is verpakt, is een starttonercontainer. De starttonercontainer gaat gemiddeld
6000 afbeeldingen (P-4030D en P-4030DN), 8000 afbeeldingen (P-4530DN) of 10.000 afbeeldingen (P-5030DN en P-
6030DN) mee.
Tonerpakketten
Wij raden u aan om voor de beste resultaten alleen originele onderdelen en voorraad te gebruiken. Mocht er schade
veroorzaakt worden door het gebruik van een andere toner dan originele toner, dan valt deze beschadiging buiten de
garantie.
Een nieuw tonerpakket bevat de volgende onderdelen:
Tonercontainer
Plastic afvalzakken voor de oude tonercontainer en de oude tonerafvalbak
Tonerafvalbak
Installatiehandleiding
Opmerking Verzamelen van informatie op geheugenchips - De geheugenchip die aan de tonercontainer vastzit, is
ontwikkeld om het gemak voor de eindgebruiker te vergroten, om hergebruik van lege tonercontainers te
ondersteunen en om informatie te verzamelen ter ondersteuning van nieuwe productplanning en ontwikkeling. De
verzamelde informatie is anoniem - het kan met niemand in verband gebracht worden en de gegevens worden
vertrouwelijk behandeld.
Opmerking Haal de tonercontainer pas uit de doos als u klaar bent om de container in de printer te plaatsen.
5-3
Onderhoud
Vervangen van de tonercontainer
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de tonercontainers vervangt. Bij vervanging van de tonercontainer dient altijd
tegelijkertijd de tonerafvalbak vervangen te worden. Als deze bak vol is, kan de printer beschadigd raken of worden vervuild
door het tonerafval dat uit de bak kan lekken.
BELANGRIJK Verwijder tijdens het vervangen van de tonercontainer opslagmedia en computerbenodigdheden (zo-
als diskettes en USB-geheugens) uit de buurt van de tonercontainer. Zo wordt schade aan de media vermeden als
gevolg van de magnetische lading van de toner.
BELANGRIJK Maak altijd de binnenkant van de printer schoon na het vervangen van de tonercontainer. Raadpleeg
De printer reinigen op pagina 5-8 voor meer informatie.
BELANGRIJK We aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade of problemen die voortkomen uit het gebruik
van andere tonercontainers dan de originele tonercontainers. Het is ook aanbevolen om voor een optimale prestatie
alleen onze tonercontainers te gebruiken die speciaal bedoeld zijn voor gebruik in uw land of regio. Als een tonercon-
tainer voor een ander land/regio wordt geïnstalleerd, zal de printer stoppen met afdrukken.
BELANGRIJK Verwijder papier van de multifunctionele lade voordat de tonercontainer vervangen wordt.
1 Open de bovenklep.
2 Draai de vergrendelingshendel in de ontgrendelingsstand.
VOORZICHTIG De tonercontainer mag niet worden verbrand. De vonken kunnen brandwonden
veroorzaken.
Opmerking U hoeft de printer niet uit te zetten voordat u met vervanging begint. Gegevens die zich al in het proces
van de printer bevinden, worden verwijderd als u de printer uit zet.
Bovenklep
Vergrendelingshendel
Onderhoud
5-4
3 Verwijder de oude tonercontainer voorzichtig uit de printer.
4 Plaats de oude tonercontainer in de plastic zak (bij het tonerpakket
meegeleverd) en gooi de zak later weg volgens de plaatselijke regels
of bepalingen voor het weggooien van afval.
5 Haal de nieuwe tonercontainer uit het tonerpakket.
6 Schud de nieuwe tonercontainer ten minste 10 keer (zie afbeelding)
om de toner gelijkmatig in de container te verspreiden.
Druk niet te hard op het midden van de tonercontainer en raak de
tonerinvoersleuf niet aan.
BELANGRIJK Raak het deel van de tonercontainer dat op het dia-
gram aangegeven wordt, niet aan.
Raak de elektrische delen van de tonercontainer niet aan om bescha-
diging door statische elektriciteit te voorkomen.
7 Plaats de nieuwe tonercontainer in de printer zoals aangegeven in de
afbeelding.
8 Duw de tonercontainer naar beneden om hem goed vast te zetten.
Plastic zak
5-5
Onderhoud
9 Draai de vergrendelingshendel in de vergrendelingsstand.
10
Sluit daarna de bovenklep.
Ga verder naar het volgende gedeelte.
Opmerking Als de bovenklep (bovenlade) niet sluit,
controleer of de nieuwe tonercontainer correct is geplaatst (in
stap 7).
Gooi de tonercontainer en de tonerafvalbak na gebruik altijd
overeenkomstig de plaatselijke milieuwetgeving weg.
Vergrendelingshendel
Onderhoud
5-6
Vervangen van de tonerafvalbak
Vervang de tonerafvalbak wanneer bericht Controleer de tonerafvalbak wordt weergegeven. Er zit een nieuwe
tonerafvalbak in het tonerpakket. De tonerafvalbak dient te worden vervangen voordat de printer in gebruik wordt genomen.
1 Open de linkerklep.
2 Houd de tonerafvalbak vast en druk op de vergrendelinghendel.
Verwijder de tonerafvalbak nu voorzichtig.
3 Sluit, nadat u de bak uit de printer heeft gehaald, de dop van de oude
tonerafvalbak.
4 Plaats, om te voorkomen dat er toner wordt gemorst, de oude
tonerafvalbak in de plastic zak (bij het tonerpakket inbegrepen) en
gooi de zak later weg volgens de plaatselijke regels of bepalingen
voor het weggooien van afval.
Opmerking Verwijder de tonerafvalbak zo voorzichtig
mogelijk, zodat de toner niet wordt verstrooid. Zorg ervoor dat
de opening van de tonerafvalbak omhoog wijst.
Linkerklep
Vergrendelings-
hendel
Oud afval
tonerbak
Dop
Plastic zak
5-7
Onderhoud
5 Open de dop van de nieuwe tonerafvalbak.
6 Plaats de nieuwe tonerafvalbak zoals in afbeelding aangegeven.
Wanneer de bak goed is geplaatst, wordt de bak vastgeklikt.
7 Controleer of de tonerafvalbak goed geplaatst is en sluit de
linkerklep.
Nadat de tonercontainers en de tonerafvalbak zijn vervangen, dient u de
papiertransfereenheid te reinigen. Raadpleeg De printer reinigen op
pagina 5-8 voor instructies.
Dop
Nieuwe
toner-
afvalbak
Nieuwe tonerafvalbak
Onderhoud
5-8
De printer reinigen
Om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen, moet telkens wanneer de tonercontainer vervangen wordt, de
binnenkant van de printer worden gereinigd.
BELANGRIJK Verwijder papier van de multifunctionele lade voordat de printer gereinigd wordt.
1 Open de bovenklep en voorklep.
2 Trek aan de ontwikkeleenheid en de tonercontainer.
3 Gebruik een pluisvrije doek om stof en vuil van de registratierol
(metaal) te verwijderen.
4 Plaats de ontwikkelaar samen met de tonercontainer terug in het
apparaat.
5 Sluit daarna de voorklep en bovenklep.
5-9
Onderhoud
6 Open de linkerklep. Gebruik een pluisvrije doek om stof en vuil van
de ventilatieopeningen te verwijderen.
7 Sluit de linkerklep.
8 Gebruik een pluisvrije doek om stof en vuil uit de ventilatieopening
aan de rechterkant van het apparaat te verwijderen.
Onderhoud
5-10
Langdurig niet gebruiken en verplaatsen van de printer
Langdurig niet gebruiken
Als u de printer voor langere tijd niet gebruikt, verwijdert u het netsnoer uit het stopcontact.
Wij raden u aan contact met uw dealer op te nemen over de aanvullende stappen die u moet ondernemen om mogelijke
schade te voorkomen, die kan optreden wanneer de printer de volgende keer gebruikt wordt.
De printer verplaatsen
Wanneer u de printer verplaatst:
Voorzichtig verplaatsen.
De printer zo horizontaal mogelijk houden om te voorkomen dat er toner in de printer terechtkomt.
Zorg ervoor dat u een onderhoudstechnicus om advies vraagt voordat u de printer over een lange afstand gaat
vervoeren.
Houd de printer horizontaal.
WAARSCHUWING Als u de printer wilt verzenden, verwijdert u de ontwikkelaar, verpakt u deze in een
plastic zak, en verzendt u deze apart van de printer.
6-1
6 Problemen oplossen
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Algemene richtlijnen..............................................................................................................................6-2
Problemen met de afdrukkwaliteit........................................................................................................6-3
Foutmeldingen.......................................................................................................................................6-5
Papierstoringen oplossen...................................................................................................................6-17
Als een probleem niet kan worden opgelost, neemt u dan contact op met uw servicetechnicus.
Problemen oplossen
6-2
Algemene richtlijnen
In de onderstaande tabel staan basisoplossingen voor problemen die bij de printer kunnen optreden. Voordat u de service
belt, raden wij u aan eerst deze tabel te raadplegen om problemen op te lossen.
Tips
Printerproblemen kunnen gemakkelijk worden opgelost met behulp van onderstaande tips. Wanneer u een probleem
tegenkomt dat met de bovenstaande suggesties niet kan worden opgelost, probeer dan het volgende:
Zet de printer uit en wacht enkele seconden. Zet de printer vervolgens weer aan.
Start de computer, die de afdruktaken naar de printer verzendt, opnieuw op.
Zorg ervoor dat de afdrukprocedures in de applicatiesoftware juist worden opgevolgd. Raadpleeg de documentatie die
met de applicatiesoftware is meegeleverd.
Probleem Te controleren items Mogelijke oplossing
De afdrukkwaliteit is niet goed. Raadpleeg Problemen met de afdrukkwaliteit op pagina 6-3.
Het papier is vastgelopen. Raadpleeg Papierstoringen oplossen op pagina 6-17.
Er branden geen indicatoren op het
bedieningspaneel, zelfs niet wanneer
de printer aanstaat, en de ventilator
maakt geen geluid.
Controleer of het netsnoer goed op het
stopcontact is aangesloten.
Sluit het netsnoer goed aan en zet de
printer weer aan.
Als bovenstaande correctieve actie het
probleem niet verhelpt, trek het
stroomsnoer dan uit het stopcontact.
Wacht langer dan 1 minuut, sluit het
netsnoer opnieuw aan en zet de printer
weer aan.
- Druk op de hoofdschakelaar.
De printer drukt een statuspagina af,
maar drukt geen taken vanaf de
computer af.
Controleer de printerkabel of de
aansluitingskabel.
Sluit beide uiteinden van de
printerkabel stevig aan. Probeer de
printerkabel of de aansluitingskabel te
vervangen.
Controleer de programmabestanden
en de applicatiesoftware.
Probeer een ander bestand af te
drukken of een andere afdrukopdracht
te gebruiken. Als het probleem zich
alleen bij een bepaald bestand of
applicatie voordoet, controleert u dan
de instellingen van de printerdriver
voor die applicatie.
Er komt stoom uit de printer in het
gebied rond de bovenlade.
Controleer of de kamertemperatuur erg
laag is of dat er vochtig papier werd
gebruikt.
Afhankelijk van de afdrukomgeving en
de toestand van het papier, zal de hitte
die ontstaat tijdens het afdrukken het
vocht in het papier doen verdampen en
de stoom die daarbij vrijkomt kan eruit
zien als rook. Dit is geen probleem en
u kunt gewoon doorgaan met
afdrukken.
Als u bezorgd bent om de stoom,
verhoog dan de kamertemperatuur of
vervang het papier door nieuwer,
droger papier.
6-3
Problemen oplossen
Problemen met de afdrukkwaliteit
In de volgende tabellen en diagrammen worden problemen met de afdrukkwaliteit beschreven en vindt u de mogelijke
oplossingen die u kunt proberen om de problemen op te lossen. Bij sommige oplossingen dient u onderdelen van de printer
te reinigen of te vervangen.
Als het probleem niet wordt opgelost door de voorgestelde oplossing, neem dan contact op met de service.
Afgedrukte resultaten Mogelijke oplossing
Zwarte of witte verticale strepen Drumeenheid of de eenheid met ontwikkelaar kunnen beschadigd
zijn. Als het probleem zelfs na het printen van een aantal pagina's niet
opgelost is, bel service.
Vage of onduidelijke afdrukken Controleer de EcoPrint-instellingen.
Als de instelling op Aan staat, schakelt u deze uit op het
bedieningspaneel.
Zorg ervoor dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het
gebruikte papier.
Vervang de drum om de printkwaliteit te herstellen. Raadpleeg de
Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Pas de dichtheid van de afdruk aan. Raadpleeg de Engelse
Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Als er vochtig papier in de cassette of de MF-lade geladen is, vervang
het dan door nieuw, droger papier.
Als het probleem na bovenstaande correctieve actie niet verholpen is,
bel dan voor onderhoud.
Grijze achtergrond Vervang de drum om de printkwaliteit te herstellen. Raadpleeg de
Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Pas de dichtheid van de afdruk aan. Raadpleeg de Engelse
Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Als het probleem na bovenstaande correctieve actie niet verholpen is,
bel dan voor onderhoud.
Problemen oplossen
6-4
Vuil op de bovenrand of achterkant
van het papier
Als het probleem zelfs na het printen van een aantal pagina's niet is
opgelost, maak dan de registratierol schoon. Raadpleeg De printer
reinigen op pagina 5-8 voor meer informatie.
Als het probleem na reinigen niet opgelost is, bel dan voor onderhoud.
Afdrukken onvolledig of op verkeerde
plaats
Controleer of de applicatiesoftware goed werkt. Raadpleeg Tips op
pagina 6-2.
De hoogte is meer dan 1500 m en
afdrukken bevatten hiaten of losse
vlekken.
Wijzig de instelling voor Hoogte aanp. in menu Service inst.
naar Hoog 1. Als er ook nu geen verbetering optreedt, wijzig de
instelling dan naar Hoog 2. Raadpleeg de Engelse
Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Afgedrukte resultaten Mogelijke oplossing
6-5
Problemen oplossen
Foutmeldingen
In de volgende tabel staan foutmeldingen en onderhoudsberichten die u zelf kunt afhandelen. Als Storing apparaat.
Neem contact op met uw serviceprovider. verschijnt, zet de printer dan uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en
neem contact op met uw onderhoudstechnicus.
Als
Storing apparaat. Neem contact op met uw serviceprovider. of Een fout is opgetreden. Schakel
de stroom uit en weer aan. verschijnt, zet de printer dan uit en weer aan om te kijken of de printer zich herstelt. Als
de printer zich niet hersteld heeft, zet dan de printer uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en neem contact op met uw
servicevertegenwoordiger of erkend servicebedrijf.
Bij sommige fouten hoort u het alarm. Druk op [Annuleren] om het alarm uit te schakelen.
Bericht Mogelijke oplossing
U kunt de geselecteerde instellingen alleen wijzigen wanneer u aangemeld bent
als gebruiker met beheerdersrechten.
Het aanmelden is mislukt voor een aangegeven aantal keren, waardoor het niet
langer mogelijk is te proberen aan te melden. Neem contact op met een
systeembeheerder.
Het is niet mogelijk gebleken verbinding te maken met het netwerk middels de
optionele draadloze netwerkinterfacekit.
Controleer de instellingen van de draadloze netwerkinterface.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer functie taakaccounting ingeschakeld is
en een poging om instellingen voor taakaccounting te specificeren of om een
account te registreren of te verwijderen, mislukt. Druk op [OK] om de printer
weer in status Gereed voor printen te plaatsen.
Problemen oplossen
6-6
Het papier in de weergegeven papierbron is op. Plaats papier in de
weergegeven papierbron (papiercassettes, MF-lade of optionele
papierinvoereenheden).
U kunt de geselecteerde instellingen alleen wijzigen wanneer u aangemeld bent
als gebruiker met beheerdersrechten.
Wanneer de cassette geen papier bevat dat overeenkomt met de
afdrukgegevens (papierformaat en -soort), kunt u aan de hand van dit bericht
een andere cassette opgeven om te gebruiken. Er wordt alleen een nummer
voor de papierbron weergegeven wanneer een optionele papierinvoereenheid is
geïnstalleerd. Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor het afdrukken
vanaf een andere papierbron.
De capaciteit van de box is vol.
Verwijder bestanden of wijzig de capaciteit van de box.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Wordt weergegeven wanneer gegevens worden geannuleerd.
Het is niet mogelijk gebleken verbinding te maken met het netwerk middels de
optionele draadloze netwerkinterfacekit.
Controleer de instellingen van de draadloze netwerkinterface.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Bericht Mogelijke oplossing
6-7
Problemen oplossen
Druk op [OK] en controleer de volgelnde items:
• Registratie bij verificatieserver
• Wachtwoord en computeradres voor verificatieserver
• Verbinding netwerk
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
De optionele draadloze netwerkinterfacekit heeft meerdere toegangspunten
gedetecteerd. Controleer de instellingen van de draadloze netwerkinterface.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
U heeft geprobeerd af te drukken met een papierformaat en papiersoort die niet
gebruikt kunnen voor dubbelzijdig afdrukken. Druk op [OK] om op één kant van
het papier af te drukken.
Dit bericht wordt getoond wanneer bewerkingen beperkt zijn voor het account
wanneer taakaccounting actief is.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor het wijzigen van de
accountinstellingen.
Het is niet mogelijk de reiniging uit te voeren omdat er een taak wordt
uitgevoerd, enz.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer Verw. geheugen geselecteerd is
terwijl een USB-geheugen in gebruik is.
Het vorige scherm wordt opnieuw 1 of 2 seconden weergegeven.
De overeenkomende papiercassette is niet geplaatst. Plaats de cassette. Het
cassettenummer kan 1 (bovenste) tot 5 (onderste) zijn.
Bericht Mogelijke oplossing
Problemen oplossen
6-8
Dit bericht wordt weergegeven wanneer er zich een papieroptilfout heeft
voorgedaan in de cassette van de papierbron. Trek de cassette van de
weergegeven papierbron naar buiten (de papiercassettes of optionele
papierinvoeren) en controleer of het papier correct wordt geladen.
Bericht Neem contact op met uw service provider wordt
weergegeven wanneer deze fout zich herhaaldelijk voordoet.
Dit bericht waarschuwt in de volgende twee gevallen. Installeer de nieuwe
tonerafvalbak.
De tonerafvalbak is niet geplaatst.
De tonerafvalbak is vol.
Raadpleeg Vervangen van de tonerafvalbak op pagina 5-6 voor meer
informatie.
De linkerklep van de printer staat open. Sluit de linkerklep.
De achterklep van de printer staat open. Sluit de achterklep.
De bovenklep van de printer staat open. Sluit de bovenklep van de printer.
De ontwikkeleenheid is niet geïnstalleerd of niet correct geplaatst.
Plaats de ontwikkeleenheid goed in het apparaat.
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
De drumeenheid is niet geïnstalleerd of niet correct geplaatst.
Plaats de drumeenheid goed in het apparaat.
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Bericht Mogelijke oplossing
6-9
Problemen oplossen
Het IPv6-adres dat in de hostname is opgegeven, is niet omgeven door haakjes
[ ]. Geef het adres tussen [] haakjes in om het IPv6-adres in te geven.
(bijv. [3ae3:9a0:cd05:b1d2:28a:1fc0:a1:10ae]:140)
Wordt weergegeven wanneer de envelopschakelaars zijn ingesteld op
envelopmodus.
Druk op de hoofdschakelaar om het apparaat uit te schakelen; druk er
nogmaals op om het weer in te schakelen. Als het bericht nog steeds wordt
weergegeven, druk dan op de hoofdschakelaar om het apparaat uit te zetten en
neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Er heeft zich een fout voorgedaan bij het verkrijgen van de gebruikersinformatie
na de authenticatie. Opnieuw aanmelden a.u.b.
Het geselecteerde bestand of de box bestaat niet.
Controleer of de box niet gewist is, en dat het bestand niet gewist of verplaatst
is.
De in de printer geplaatste SD/SDHC-geheugenkaart is niet geformatteerd en
kan daarom niet worden gebruikt om te lezen of schrijven. Volg de in de Engelse
Gebruikershandleiding aangegeven procedure voor het formatteren van een
SD/SDHC-geheugenkaart.
Bericht Mogelijke oplossing
Problemen oplossen
6-10
De in de printer geplaatste SSD (HD-6) is niet geformatteerd en kan daarom niet
worden gebruikt om te lezen of schrijven. Volg de in de Engelse
Gebruikershandleiding aangegeven procedure voor het formatteren van een
SSD.
De fusereenheid is niet geïnstalleerd of niet correct geplaatst.
Plaats de fusereenheid goed in het apparaat.
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Het account-ID komt niet overeen.
Controleer het geregistreerde account-ID.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer de taakaccounting-functie is
ingeschakeld en er geen account is ingesteld voor een verzonden afdruktaak of
de gespecificeerde account niet is geregistreerd (de verkeerde account is
ingesteld).
Druk op [OK] om de printer terug gebruiksklaar te zetten.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
De gebruikers-ID die voor een privé-taak is ingevoerd is niet correct. Controleer
de gebruikers-ID die u op de printerdriver heeft ingevoerd.
De NTLM-server heeft de verificatie afgewezen. Geef een juiste
aanmeldingsgebruikersnaam en/of wachtwoord in.
Bericht Mogelijke oplossing
6-11
Problemen oplossen
Geef een juiste aanmeldingsgebruikersnaam en/of wachtwoord in.
Geef het juiste wachtwoord op.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer functie taakaccounting is ingeschakeld
en er een poging is ondernomen om de afdruklimiet die voor elke account is
ingesteld, te overschrijden. Druk op [OK] om de printer terug gebruiksklaar te
zetten.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Afdrukken via functie Aangepaste box is mislukt omdat er onvoldoende ruimte
was op de SSD- de RAM-schijf of de SD/SDHC-geheugenkaart, of omdat de
RAM-schijf uitgeschakeld was bij het demounten van de harde schijf. Druk op
[OK] om een foutenoverzicht af te drukken en de printer opnieuw gebruiksklaar
te zetten.
Het huidige afdrukproces kan niet worden voortgezet als gevolg van een KPDL-
fout. Laat voor het afdrukken van een foutenoverzicht KPDL-foutrapp. tonen
in het menusysteem en selecteer Aan. Druk op [OK] om verder te gaan met
afdrukken. U kunt ophouden met afdrukken door op [Annuleren] te drukken.
Als 'Fouten aut. verw.' op Aan staat, wordt het afdrukken na een vooraf
ingestelde periode automatisch hervat.
De toegevoegde box overstijgt het maximale aantal boxen.
Verwijder de box als deze overbodig is.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Bericht Mogelijke oplossing
Problemen oplossen
6-12
Het formaat van het papier in de cassette en de instelling op de knop voor
papierformaat komen niet overeen. Controleer het papierformaat.
De papiercassette met het papierformaat en de papiersoort van de afdruktaak is
leeg. Laad papier in de papiercassette die op de plaats van # wordt
weergegeven. Druk op [OK] om verder te gaan met afdrukken.
Als u vanuit een andere papierbron wilt afdrukken, druk dan op [Alt]
([Linkerkeuzetoets]) om Alternatief: weer te geven, waarna u de bron
voor de papierinvoer kunt wijzigen. U kunt ophouden met afdrukken door op
[Annuleren] te drukken.
Er is geen papiercassette in de printer geïnstalleerd die overeenkomt met het
papierformaat en de papiersoort van de afdruktaak. Plaats papier in de
multifunctionele lade. Druk op [OK] om verder te gaan met afdrukken. (Houd er
rekening mee dat bij invoer van papier met een papierformaat dat niet
overeenkomt met het huidige papierformaat van de MF-lade, dit tot gevolg kan
hebben dat het papier vastloopt.)
Als u vanuit een andere papierbron wilt afdrukken, druk dan op [Alt]
([Linkerkeuzetoets]) om Alternatief: weer te geven, waarna u de bron
voor de papierinvoer kunt wijzigen. U kunt ophouden met afdrukken door op
[Annuleren] te drukken.
De geselecteerde cassette wordt voorbereid.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer Laag werd geselecteerd in
Beveiligingsniveau.
Bericht Mogelijke oplossing
6-13
Problemen oplossen
#### staat voor een mechanische fout (#=0, 1, 2, ...). Bel voor onderhoud. De
printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven. Tegelijk wordt het
totale aantal afgedrukte pagina's weergegeven, bijvoorbeeld 0123456.
Wordt weergegeven wanneer de papiersoort niet overeenkomt met de instelling
van de envelopschakelaar.
De totale hoeveelheid door de printer ontvangen gegevens overschrijdt het
interne geheugen van de printer.
Voeg geheugen toe. Druk op [OK] om verder te gaan met afdrukken. U kunt
ophouden met afdrukken door op [Annuleren] te drukken.
Als 'Fouten aut. verw.' op Aan staat, wordt het afdrukken na een vooraf
ingestelde periode automatisch hervat.
Er kan maar één exemplaar worden afgedrukt, omdat de RAM-schijf is
uitgeschakeld of omdat de SSD niet geïnstalleerd is. Probeer geheugen toe te
voegen of een SSD te installeren en de instellingen van de RAM-schijf te
configureren.
Dit bericht wordt weergegeven als er een niet-originele tonercontainer geplaatst
is.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die door niet-originele toner wordt
veroorzaakt.
Het wordt aanbevolen alleen originele tonercontainers te gebruiken.
Als u de momenteel geïnstalleerde tonercontainer wilt gebruiken, druk dan
tegelijk, gedurende 3 seconden of langer op zowel [OK] als [Annuleren].
Er heeft zich een papierstoring voorgedaan. De locatie van de papierstoring
wordt aangegeven op de plaats van #. Raadpleeg Papierstoringen oplossen op
pagina 6-17 voor meer informatie.
Er bevindt zich geen papiercassette in de invoereenheid of de cassette is niet
goed geplaatst. U kunt na het opnieuw plaatsen van de papiercassette weer
afdrukken. Wanneer twee of meer optionele invoereenheden zijn geïnstalleerd
en de onderste wordt geselecteerd, verschijnt hetzelfde bericht als een van de
bovenste papierinvoereenheden en de printercassette niet goed zijn
geïnstalleerd.
Bericht Mogelijke oplossing
Problemen oplossen
6-14
De data die naar de printer zijn overgebracht, zijn te ingewikkeld om op een
pagina te kunnen afdrukken. Druk op [OK] om verder te gaan met afdrukken.
Er is een fout op de RAM-schijf opgetreden. Bekijk de foutcode die op de plaats
van ## staat.
De mogelijke foutcodes en hun beschrijvingen zijn de volgende:
02: RAM-diskmode staat op Uit. Stel de instelling in op Aan. Raadpleeg de
Engelse Bedieningshandleiding.
04: Geen schijfruimte. Wis overbodige bestanden of vergroot de schijf van de
RAM-schijf. Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer
informatie.
05: Het opgegeven bestand bestaat niet op de RAM-schijf. Sla het bestand op
de RAM-schijf op.
Er zijn al 100 geregistreerde accounts, waardoor het niet mogelijk is nieuwe
accounts te registreren.
Vervang het onderhoudspakket dat op het berichtenscherm wordt
weergegeven. De onderhoudskit dient om de 500.000 afgedrukte afbeeldingen
te worden vervangen (of elke 300.000 afbeeldingen bij de P-4030D/P-4030DN);
hiervoor is professioneel onderhoud nodig.
Toner in de tonercontainer is op. Vervang de tonercontainer met een nieuwe
tonerkit. De printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer een poging tot afdrukken werd
ondernomen, ondanks het feit dat functie taakaccounting geactiveerd was met
Beperking ingesteld als de taaklimiet voor elke taakaccount.
Druk op [OK] om de printer terug gebruiksklaar te zetten.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Bericht Mogelijke oplossing
6-15
Problemen oplossen
Er is een fout opgetreden in de SD/SDHC-geheugenkaart. Bekijk de foutcode
die op de plaats van ## staat.
De mogelijke foutcodes en hun beschrijvingen zijn de volgende:
02: De printer ondersteunt de geplaatste SD/SDHC-geheugenkaart niet, of deze
geheugenkaart is defect. Installeer de juiste SD/SDHC-geheugenkaart.
04: Er is onvoldoende ruimte op de SD/SDHC-geheugenkaart. Verwijder
onnodige bestanden of gebruik een nieuwe SD/SDHC-geheugenkaart.
05: Het opgegeven bestand bestaat niet op de SD/SDHC-geheugenkaart. Sla
het bestand op de SD/SDHC-geheugenkaart op.
Er heeft zich een SSD-fout voorgedaan. Bekijk de foutcode die op de plaats van
## staat.
De mogelijke foutcodes en hun beschrijvingen zijn de volgende:
04: Er is geen ruimte beschikbaar op de SSD. Verwijder onnodige bestanden
e.d. om ruimte vrij te maken.
05: Het opgegeven bestand bestaat niet op de SSD. Sla het bestand op de SSD
op.
Kopiëren is niet mogelijk omdat de bestemming al gegevens met dezelfde
bestandsnaam bevat. Verwijder de gegevens met dezelfde bestandsnaam van
de bestemmingslocatie voordat er gekopieerd wordt.
De ingegeven aanmeldingsgebruikersnaam is niet geregistreerd. Controleer de
aanmeldingsgebruikersnaam.
Het ingestelde account-ID is al geregistreerd. Registreer een ander account-ID.
De gewijzigde aanmeldingsgebruikersnaam is al geregistreerd. Stel een andere
aanmeldingsgebruikersnaam in.
Bericht Mogelijke oplossing
Problemen oplossen
6-16
De toner is op. Zorg ervoor dat er meteen een nieuwe tonercontainer
beschikbaar is. Raadpleeg Tonercontainer vervangen op pagina 5-2 voor meer
informatie.
De bovenste lade is vol (ca. 250 (bij P-4030D en P-4030DN) of 500 (P-4530DN,
P-5030DN en P-6030DN) pagina's). U moet alle afgedrukte pagina's uit de
bovenste bak verwijderen. Wanneer de printer merkt dat de bovenste bak weer
leeg is, gaat de printer verder met het afleveren van afdrukken in de bovenste
opvangbak.
Dit bericht wordt weergegeven als de regionale specificatie van de
geïnstalleerde tonercontainer niet overeenkomt met die van de printer.
Installeer de gespecificeerde tonercontainer.
Er is een fout opgetreden in het USB-geheugenapparaat.
Bekijk de foutcode die op de plaats van ## staat.
De mogelijke foutcodes en hun beschrijvingen zijn de volgende:
01: De hoeveelheid gegevens die tegelijk kan worden opgeslagen is
overschreden. Splits het grote bestand in meerdere kleinere bestanden.
Het USB-geheugen is beveiligd tegen schrijven. Verwijder de schrijfbeveiliging.
Het USB-geheugen is defect.
Zelfs als het probleem niet verholpen is, formatteer het USB-geheugen dan met
het apparaat of gebruik het nieuwe USB-geheugen dat compatibel is met de
printer.
04: Er is geen ruimte beschikbaar. Verwijder onnodige bestanden e.d. om ruimte
vrij te maken.
Bericht Mogelijke oplossing
6-17
Problemen oplossen
Papierstoringen oplossen
Als papier in het papiertransportsysteem is vastgelopen, of als er helemaal geen papier is doorgevoerd, verschijnt bericht
Papierstoring met de locatie van de papierstoring (het onderdeel waarin de papierstoring zich heeft voorgedaan).
Statusbewaking of embedded web server kan de plek van de papierstoring lokaliseren (het onderdeel waar de storing is
opgetreden). Verwijder het vastgelopen papier. Wanneer u het vastgelopen papier heeft verwijderd, begint de printer weer
met afdrukken.
Mogelijke locaties van papierstoringen
Onderstaande figuur laat de papierpaden van de printer zien, inclusief de optionele papierinvoer. De locaties waar de
papierstoringen zich kunnen voordoen, worden hier tevens weergegeven, waarbij elke locatie in de onderstaande tabel
wordt uitgelegd. Papierstoringen kunnen zich in meer dan één onderdeel langs de papierpaden voordoen.
BELANGRIJK De printer kan het papier niet op juiste wijze invoeren, afhankelijk van de papiersoort. Print verschil-
lende pagina's om te bevestigen of de printer het papier juist kan invoeren. Om dik papier soepel in te voeren kan in
de printerdriver gekozen worden voor invoeren op halve snelheid. Raadpleeg Modus halve snelheid (instellingen
printerdriver) op pagina 3-8 voor meer informatie.
E
A
B
C
D
B
B
B
B
Papierinvoer
Opvangbak
Beeldzijde omhoog
Multifunctionele
lade
Bulkpapier-
invoer
Papiercassette
Problemen oplossen
6-18
Bericht papierstoring
Papierstoring
locatie
Beschrijving Zie pagina
A Het papier is in de MF-lade of de
optionele bulkpapierinvoer
vastgelopen.
pagina 6-19
pagina 6-23
B Het papier is in de papiercassette
vastgelopen. Het cassettenummer
kan 1 (bovenste) tot 5 (onderste)
zijn.
pagina 6-20
C Het papier is in het duplexgedeelte
vastgelopen.
pagina 6-21
D Het papier is in de printer
vastgelopen.
pagina 6-22
E Het papier is in de achtereenheid
vastgelopen.
pagina 6-23
6-19
Problemen oplossen
Algemene aandachtspunten bij het oplossen van storingen
Houd rekening met de volgende aandachtspunten wanneer u papier probeert te verwijderen:
Als er regelmatig een papierstoring optreedt, kunt u een andere papiersoort proberen, het papier vervangen door nieuw
papier of de papierstapel omdraaien. Het kan zijn dat de printer problemen ondervindt als de papierstoringen blijven
optreden nadat het papier is vervangen.
Of de vastgelopen pagina's gewoon worden gereproduceerd wanneer het afdrukken wordt hervat, hangt af van de
locatie van de papierstoring.
Gebruik maken van online help-berichten
Wanneer Papierstoring wordt getoond, druk dan op [Help]([Linkerkeuzetoets]) om de procedure voor het opheffen van
de storing weer te geven.
Druk op om de volgende stap weer te geven of op om de voorgaande stap weer te geven.
Druk op [OK] om de online help in het berichtenscherm te verlaten.
Multifunctionele lade
Het papier is vastgelopen in de multifunctionele lade. Verwijder het vastgelopen papier met de onderstaande procedure.
1 Verwijder het papier dat in de multifunctionele lade is vastgelopen.
BELANGRIJK Verwijder papier van de multifunctionele lade
voordat het vastgelopen papier verwijderd wordt.
2 Open en sluit de bovenklep om de storing te verhelpen.
VOORZICHTIG Trek niet te hard aan het papier, anders scheurt het. Gescheurde stukjes papier zijn lastig
te verwijderen en kunnen gemakkelijk over het hoofd worden gezien, waardoor de papierstoring niet kan
worden opgelost.
Problemen oplossen
6-20
Papiercassette/Papierinvoer
1 Trek de cassette of optionele papierinvoer naar buiten.
2 Verwijder het papier dat niet helemaal ingevoerd is.
3 Duw de cassette weer goed naar binnen. De printer warmt op en gaat
verder met afdrukken.
Opmerking Controleer of het papier goed is geplaatst. Als dit
niet het geval is, plaatst u het papier opnieuw.
6-21
Problemen oplossen
Duplexeenheid
Het papier is in het duplexgedeelte vastgelopen. Verwijder het vastgelopen papier met de onderstaande procedure.
1 Trek de cassette helemaal uit de printer.
2 Open de voorklep van de duplexeenheid en verwijder het
vastgelopen papier.
3 Sluit de voorklep van de duplexeenheid.
4 Plaats de cassette in de sleuf van de printer. De printer warmt op en
gaat verder met afdrukken.
Problemen oplossen
6-22
Binnenin de printer
1 Open de bovenklep en voorklep.
BELANGRIJK Verwijder papier van de multifunctionele lade
voordat het vastgelopen papier verwijderd wordt.
2 Trek aan de ontwikkeleenheid en de tonercontainer.
3 Haal het papier uit de printer.
Als het papier tussen de rollen is vastgelopen, trekt u het papier in
de normale papierrichting.
4 Plaats de ontwikkelaar samen met de tonercontainer terug in het
apparaat.
5 Sluit daarna de voorklep en bovenklep. De printer warmt op en gaat
verder met afdrukken.
Opmerking Als u geen papierstoring kunt vinden, controleert
u binnenin de achterkant van de printer. Raadpleeg Achterste
eenheid op pagina 6-23.
6-23
Problemen oplossen
Achterste eenheid
1 Als het papier niet volledig in de bovenste lade is uitgevoerd, opent u
de achterklep.
2 Open de fuserklep en verwijder het vastgelopen papier door het naar
buiten te trekken.
3 Sluit de achterklep. De printer warmt op en gaat verder met
afdrukken.
Bulkpapierinvoer
Het papier is in de optionele bulkpapierinvoer vastgelopen. Haal de bulkpapierinvoer uit de printer door hem eruit te
schuiven met de rail van de printer af. Houd de bulkpapierinvoer met beide handen vast. Als er papier niet helemaal
uitgevoerd is, trekt u het er met de hand uit. Raadpleeg de PF-315+ Installation Guide voor meer informatie.
Opmerking Als u geen papierstoring kunt vinden, controleert
u binnenin de achterkant van de printer.
VOORZICHTIG De fusereenheid binnenin de printer is
heet. Raak de eenheid niet met uw handen aan, aangezien
dit brandwonden kan veroorzaken. Verwijder voorzichtig het
vastgelopen papier.
Problemen oplossen
6-24
A-1
Bijlage
Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Over de opties....................................................................................................................................... A-2
Papier..................................................................................................................................................... A-3
Specificaties........................................................................................................................................ A-14
Neem voor de beschikbaarheid van de opties contact op met uw onderhoudstechnicus.
Bijlage
A-2
Over de opties
Deze printer beschikt over de volgende opties om aan uw afdrukwensen te kunnen voldoen. Raadpleeg voor instructies
voor het installeren van individuele opties, de documentatie die met de optie is meegeleverd. Sommige opties worden in de
volgende paragrafen uitgelegd.
Uitvoerlade voor bovenzijde
omhoog PT-320 (voor
P-4530DN/P-5030DN/
P-6030DN)
Uitbreidingsgeheu-
gen (DIMM
256 MB/512 MB/
1GB)
Netwerkinterfacekit
IB-50
SSD HD-6
USB flashgeheugen
Papierinvoer PF-320Bulkpapierinvoer PF-315+
SD-geheugenkaart
SDHC-
geheugenkaart
Parallelle interfacekit
IB-32
Draadloze
netwerkinterfacekit
IB-51
A-3
Bijlage
Papier
Algemene richtlijnen
Dit apparaat is ontwikkeld om op standaard kopieerpapier (het type dat in gewone droge kopieerapparatuur gebruikt wordt)
af te drukken, maar het accepteert ook een reeks andere papiersoorten binnen de hieronder gespecificeerde limieten.
De juiste papierkeuze is belangrijk. Gebruik van verkeerd papier kan leiden tot papierstoringen, omkrullen, slechte
afdrukkwaliteit, en in uitzonderlijke gevallen kan het het apparaat beschadigen. Onderstaande richtlijnen zullen de
produktiviteit van uw kantoor vergroten door het garanderen van efficiënt, probleemloos afdrukken en het voorkomen van
slijtage van het apparaat.
Beschikbaarheid papier
De meeste papiersoorten zijn geschikt voor verschillende soorten apparaten. Papier bedoeld voor xerografische
kopieermachines, kan ook voor dit apparaat gebruikt worden.
Er zijn drie algemene kwaliteiten papier: economy, standaard en premium. Het belangrijkste kwaliteitsverschil is het gemak
waarmee het door het apparaat gaat. Dit wordt beïnvloed door de gladheid, het formaat en de vochtinhoud van het papier,
en de manier waarop het papier gesneden is. Hoe hoger de kwaliteit van het papier dat u gebruikt, des te minder risico er
is op papierstoringen en andere problemen, en des te hoger zal de kwaliteit van uw afdrukken zijn.
Verschillen tussen papier van verschillende leveranciers kunnen ook effect hebben op de werking van het apparaat. Een
hoge-kwaliteitsprinter kan geen resultaten van hoge kwaliteit leveren als het verkeerde papier wordt gebruikt. Goedkoop
papier is op de lange duur niet voordelig als het afdrukproblemen veroorzaakt.
Het aanbevolen basisgewicht is:
Cassette: 60 tot 120 g/m
2
Multifunctionele lade: 60 tot 220 g/m
2
PF-320: 60 tot 120 g/m
2
PF-315+: 60 tot 220 g/m
2
Papierspecificaties
In de volgende tabel worden de basis papierspecificaties samengevat. Details worden op de volgende pagina's gegeven.
Opmerking De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor problemen die ontstaan door het gebruik van
papier dat niet aan deze eisen voldoet.
Item Specificatie
Gewicht Cassette, PF-320: 60 tot 120 g/m²
Multifunctionele lade, PF-315+: 60 tot 220 g/m²
Dikte 0,086 tot 0,110 mm
Afmetingen Raadpleeg Papierformaten op pagina A-5
Nauwkeurigheid afmetingen ±0,7 mm
Haaksheid van de hoeken 90° ±0,2°
Vochtgehalte 4 tot 6%
Vezelrichting Lange vezel
Pulpgehalte 80% of meer
Bijlage
A-4
Minimale en maximale papierformaten
De minimale en maximale papierformaten zijn als volgt. Voor niet-standaardpapier zoals transparanten, etiketten, vellum,
kaarten, enveloppen en dik, moet de MF-lade (multifunctionele lade) gebruikt worden. Raadpleeg de Engelse
Gebruikershandleiding voor informatie over het instellen van papiergrootten.
Aanbevolen papier
Voor een optimale prestatie worden de volgende producten aanbevolen voor gebruik met de printer.
Opmerking Voor de P-4030D en P-4030DN is het minimale formaat van de papiercassette 140 × 210 mm. Op de
optionele papierinvoer (PF-320) is het minimale formaat 92 x 162 mm en het maximale formaat 216 x 356 mm.
Formaat Product Gewicht
Letter, Legal Internationaal papier Hammermill Tidal MF 75 g/m²
A4 Nautilus ReFresh TRIOTEC 80 g/m²
105 mm
148 mm
216 mm
356 mm
Minimaal
papier-
formaat
Maximaal
papierformaat
Papiercassette Multifunctionele lade
70 mm
148 mm
216 mm
356 mm
Minimaal
papier-
formaat
Maximaal
papierformaat
A-5
Bijlage
Het juiste papier kiezen
Deze paragraaf geeft de richtlijnen weer voor de papierkeuze.
Staat van het papier
Vermijd het gebruik van papier dat aan de randen gevouwen, gekruld, vies, gescheurd, gegaufreerd of vervuild door
pluisjes, zand of papiersnippers.
Gebruik van dit soort papier kan leiden tot onleesbare afdrukken en papierstoringen en het kan de levensduur van het
apparaat verkorten. Vermijd vooral het gebruik van papier met een deklaag of een andere oppervlaktebehandeling. Het
papier moet een zo zacht en vlak mogelijk oppervlak hebben.
Samenstelling
Gebruik geen papier met een laagje of oppervlakbehandeling en dat plastic of carbon bevat. Het warmteproces kan er voor
zorgen dat het papier schadelijke dampen afgeeft.
Dik papier moet tenminste 80% pulp bevatten. Niet meer dan 20% van de totale papierinhoud mag uit katoen of andere
vezels bestaan.
Papierformaten
Cassettes en de multifunctionele lade zijn geschikt voor de papierformaten in onderstaande tabel. Raadpleeg voor
informatie, ook over papierformaten voor de papierinvoer (Optionele papierinvoer PF-320) de Engelse
Gebruikershandleiding.
De toegestande speling in de afmeting is ± 0,7 mm voor de lengte en breedte. De hoek moet 90° ± 0,2° zijn.
Ja: Kan opgeslagen worden Nee: Kan niet opgeslagen worden
Papierformaat Formaat
Cassette
(P-4030D/
P-4030DN)
Cassette
(P-4530DN/
P-5030DN/
P-6030DN)
Cassette
(PF-320)
Bulkpapier-
invoer
(PF-315+)
Multifunctio-
nele lade
Envelop Monarch 3,88 × 7,5 inch Nee Nee Ja Ja Ja
Envelop nr.10 4,13 × 9,5 inch Nee Nee Ja Ja Ja
Envelop DL 110×220 mm Nee Ja Ja Ja Ja
Envelop C5 162×229 mm Ja Ja Ja Ja Ja
Executive 7,25 × 10,5 inch Ja Ja Ja Ja Ja
Letter 8,5 × 11 inch Ja Ja Ja Ja Ja
Legal 8,5 × 14 inch Ja Ja Ja Nee Ja
A4 210 × 297 mm Ja Ja Ja Ja Ja
B5(JIS) 182 × 257 mm Ja Ja Ja Ja Ja
A5 148 × 210 mm Ja Ja Ja Ja Ja
A6 105 × 148 mm Nee Ja Nee Ja
Ja
B6 128 × 182 mm Nee Ja Ja Ja Ja
Envelop nr.9 3,88 × 8,88 inch Nee Nee Ja Ja Ja
Envelop nr.6-3/4 3,63 × 6,5 inch Nee Nee Ja Ja
Ja
ISO B5 176 × 250 mm Ja Ja Ja Ja Ja
Hagaki 100 × 148 mm Nee Nee Nee Ja
Ja
OufukuHagaki 148 × 200 mm Nee Ja Ja Ja Ja
Oficio II 8,5 × 13 inch Ja Ja Ja Nee Ja
Bijlage
A-6
Zachtheid
Het papier moet een glad, onbewerkt oppervlak hebben. Papier met een ruw of korrelig oppervlak kan lege ruimtes in de
afdrukken veroorzaken. Papier dat te glad is kan dubbele papierinvoer en wazigheid veroorzaken. (Wazig worden geeft een
grijs achtergrond-effect.)
Basisgewicht
Het basisgewicht is het gewicht uitgedrukt is gram per vierkante meter (g/m²). Papier dat te zwaar of te licht is kan leiden
tot invoerproblemen of papierstoringen en ook tot vroegtijdige slijtage van het product. Ongelijk papiergewicht, met name
ongelijke papierdikte, kan leiden tot dubbele papierinvoer of problemen met de afdrukkwaliteit, zoals troebelheid door
slechte tonerverdeling.
Het aanbevolen basisgewicht ligt voor de cassette tussen 60 en 120g/m² en voor de multifunctionele lade tussen 60 en
220g/m² .
Equivalentietabel Papiergewicht
Het papiergewicht wordt weergegeven in ponden (lb) en metrische grammen per vierkante meter (g/m²). Het gearceerde
gedeelte geeft het standaard gewicht aan.
216 × 340 mm 216 × 340 mm Ja Ja Ja Nee Ja
16 kai 197 × 273 mm Ja Ja Ja Ja Ja
Statement 5,5 × 8,5 inch Ja Ja Ja Ja Ja
Folio 210 × 330 mm Ja Ja Ja Nee Ja
Youkei 4 105 × 235 mm Nee Nee Ja Ja Ja
Youkei 2 114 × 162 mm Nee Nee Ja Ja
Ja
Aangepast Cassette (P-4030D/P-4030DN):
140 tot 216 mm × 210 tot 356 mm
Cassette (P-4530DN/P-5030DN/P-6030DN):
105 tot 216 mm × 148 tot 356 mm
Cassette (PF-320):
92 tot 216 mm × 162 tot 356 mm
Multifunctionele cassette:
70 tot 216 mm × 148 tot 356 mm
Bulkpapierinvoer (PF-315+):
76 tot 216 mm × 148 tot 305 mm
Het papierformaat kan in de printerdriver worden gespecificeerd. Het invoeren van papier is afhankelijk van de papiersoort.
U. S. Dik papier
Gewicht (lb)
Europees Metrisch Gewicht
(g/m²)
U. S. Dik papier
Gewicht (lb)
Europees Metrisch Gewicht
(g/m²)
16 60 32 120
17 64 34 128
20 75 36 135
21
80 39 148
22 81 42 157
24 90 43 163
Papierformaat Formaat
Cassette
(P-4030D/
P-4030DN)
Cassette
(P-4530DN/
P-5030DN/
P-6030DN)
Cassette
(PF-320)
Bulkpapier-
invoer
(PF-315+)
Multifunctio-
nele lade
A-7
Bijlage
Dikte
Het papier dat voor het apparaat gebruikt wordt moet niet te dun maar ook niet te dik zijn. Als u last heeft van
papierstoringen, dubbele papierinvoer en vage afdrukken, kan het papier dat u gebruikt te dun zijn. Als u last heeft van
papierstoringen en troebelige afdrukken, kan het papier dat u gebruikt te dik zijn. De juiste dikte is 0,086 tot 0,110 mm.
Vochtgehalte
De vochtinhoud wordt weergegeven als percentage verhouding van vocht ten op zichte van de droge massa van het papier.
Vocht kan het uiterlijk, de invoermogelijkheid, het krullen, de electrostatische eigenschappen en de karakteristieken van de
tonerverdeling beinvloeden.
De vochtinhoud van het papier schommelt onder invloed van de relatieve vochtigheid in de kamer. Wanneer de relatieve
vochtigheid hoog is en het papier neemt vocht op, zetten de randen van het papier uit en gaat er golverig uitzien. Wanneer
de relatieve vochtigheid laag is en het papier vocht verliest, krimpen de randen en spannen samen waar het afdrukcontrast
onder lijdt.
Golvende of gespannen randjes kunnen storingen en onregelmatige groepering tot gevolg hebben. De vochtinhoud van het
papier moet 4 tot 6% zijn.
Om de juiste vochtinhoud te garanderen, is het belangrijk om het papier in een gereguleerde omgeving op te slaan. Een
paar tips voor vochtregulering zijn:
Bewaar papier in een koele, droge ruimte.
Bewaar het papier zo lang mogelijk in de verpakking. Pak het papier dat niet gebruikt wordt opnieuw in.
Bewaar papier in de originele doos. Zet een palet etc. onder de doos zodat deze niet direct op de vloer staat.
Laat het papier nadat u het uit de opslag heeft gehaald, 48 uur voor gebruik in dezelfde kamer als het apparaat staan.
Voorkom dat het papier wordt blootgesteld aan warmte, zonlicht of vochtige lucht.
Papiervezel
Wanneer papier gemaakt wordt, wordt het in vellen gesneden met de vezel parallel aan de lengte (lange vezel) of parallel
aan de breedte (korte vezel). Papier met korte vezel kan invoerproblemen in het apparaat veroorzaken. Al het papier dat
voor het apparaat gebruikt wordt moet lange vezel zijn.
Andere papiereigenschappen
Poreusheid: geeft de dichtheid van papiervezel weer.
Stijfheid: slap papier kan omkrullen in het apparaat, wat tot papierstoringen kan leiden.
Omkrullen: het meeste papier heeft de neiging naar een kant om te krullen als het niet meer in de verpakking zit.
Elektrostatische ontlading: tijdens het afdrukproces wordt het papier electrostatisch geladen om de toner aan te trekken.
Het papier moet deze lading wel weer kunnen laten gaan zodat de afdrukken niet aan elkaar plakken in de Opvangbak.
Witheid: het contrast van de afgedrukte pagina hangt af van de witheid van het papier. Witter papier zorgt voor een scherper
en helderder beeld.
Kwaliteitscontrole: ongelijk papierformaat, hoeken die niet recht zijn, afgescheurde kantjes, gewelde (ongesneden) vellen
en verfrommelde kantjes en hoeken kunnen er toe leiden dat het apparaat op verschillende manieren slecht functioneert.
Een leverancier van kwaliteitspapier moet goede voorzorgsmaatregelen nemen om te garanderen dat deze problemen niet
voorkomen.
27
100 47 176
28 105 53 199
Opmerking Houd er bij gebruik van gecoat papier rekening mee dat de bladen aan elkaar zullen plakken in een
zeer vochtige omgeving.
U. S. Dik papier
Gewicht (lb)
Europees Metrisch Gewicht
(g/m²)
U. S. Dik papier
Gewicht (lb)
Europees Metrisch Gewicht
(g/m²)
Bijlage
A-8
Verpakking: papier moet in stevig karton verpakt zijn om het tegen beschadiging tijdens transport te beschermen.
Kwaliteitspapier dat bij een erkende leverancier gekocht is, is doorgaans goed verpakt.
Speciaal papier
De volgende soorten speciaal papier kunnen worden gebruikt:
Gebruik papier dat speciaal verkocht wordt voor gebruik in kopieermachines en printers (type warmtefusie). Voer bij het
gebruik van transparanten, etiketten, dun papier, postkaarten of dik papier het papier in vanuit de multifunctionele lade.
Raadpleeg de Engelse Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Aangezien de samenstelling en kwaliteit van speciaal papier aanmerkelijk kan verschillen, is het waarschijnlijker dat
speciaal papier eerder problemen geeft tijdens het afdrukken dan wit bankpostpapier. Er wordt geen aansprakelijkheid
aanvaard als vocht enzovoort vrijgekomen tijdens afdrukken op speciaal papier, schade aanricht aan het apparaat of de
besturing.
Opmerking Het kan voorkomen dat de printer stoom afgeeft in het gebied rond de bovenste lade als er vochtig
papier gebruikt wordt, maar het is veilig om door te gaan met afdrukken.
Te gebruiken papiersoort Te selecteren papiersoort
Transparanten voor overheadprojector Transparant
Ruw papier Ruw
Dun papier (60 tot 64 g/m²) Velijnpapier
Etiketten Etiketten
Gerecycled papier Hergebruikt
Afgedrukt papier Afgedrukt
Dik papier Dik papier
Briefkaarten Karton
Gekleurd papier Kleur
Geperforeerd papier Geperforeerd
Briefpapier Briefpapier
Enveloppen Envelop
Dik papier (120 tot 220 g/m²) Dik
Hogekwaliteitspapier Hoge kwaliteit
Aangepast Custom 1~8
Opmerking Voordat u speciaal papier koopt, maak dan eerst een proefafdruk op het apparaat en controleer of de
afdrukkwaliteit bevredigend is.
A-9
Bijlage
Transparanten
Transparanten moeten bestand zijn tegen de warmteafgifte tijdens het afdrukproces. Het aanbevolen product voor
transparanten is 3M CG3700 (Letter, A4).
Onderstaande tabel geeft de specificaties voor transparanten:
Om afdrukproblemen te voorkomen, moeten transparanten per blad in de
printer worden gevoerd vanuit de multifunctionele lade. Laad de
transparanten altijd verticaal (met de lange rand naar de printer toe).
Als de transparanten aan de achterzijde ruwe randen hebben, kan dit tot
papierstoringen leiden. Verwijder de ruwe randen, draai de zijden om,
voer het papier vanaf de andere zijde in of draai het blad om.
Houd transparanten bij het verwijderen ervan (bijv. voor het oplossen van
papierstoringen) bij de randen vast om te voorkomen dat er
vingerafdrukken op komen.
Etiketten
Etiketten moeten worden ingevoerd vanuit de Multifunctionele lade.
De basis regel voor afdrukken op zelfklevende etiketten is dat de plakkant nooit in aanraking mag komen met enig
onderdeel van het apparaat. Papier dat aan de drum of rollers blijft plakken zal het apparaat beschadigen.
Etiketpapier heeft een structuur dat bestaat uit drie lagen, zoals te zien is
in het diagram. Op het bovenste vel wordt afgedrukt. De zelfklevende
laag bestaat uit drukgevoelige kleefstoffen. Het draagvel (ook wel de
lineair of steunvel genoemd) houdt de etiketten vast tot ze gebruikt
worden. Door de complexe samenstelling is het aannemelijk dat vooral
zelfklevende etiketten afdrukproblemen veroorzaken.
Zelfklevend etiketpapier moet geheel bedekt zijn door het bovenste vel,
zonder ruimte tussen de afzonderlijke etiketten. Etiketten met
tussenruimtes zijn geneigd los te raken en kunnen ernstige
papierstoringen veroorzaken.
Item Specificatie
Hittetolerantie Moet ten minste 190 °C tolereren
Dikte 0,100 tot 0,110 mm
Materiaal Polyester
Maatnauwkeurigheid ±0,7 mm
Haaksheid van de hoeken 90° ±0,2°
Bovenste vel (wit
dik papier)
Zelfklevend
Basisvel
Bijlage
A-10
Sommig etiketpapier wordt gemaakt met een extra marge van het
bovenste vel rondom de rand. Verwijder het extra bovenste vel niet van
het draagvel totdat het afdrukken voltooid is.
Onderstaande tabel laat de specificaties zien voor zelfklevend
etiketpapier.
Briefkaarten
Waaier de briefkaarten uit en leg de randen op elkaar voor ze in de multifunctionele lade geplaatst worden. Wees er zeker
van dat de briefkaarten die u gaat plaatsen niet omgekruld zijn. Invoer van gekrulde briefkaarten kan papierstoringen
opleveren.
Sommige briefkaarten hebben ruwe randen aan de achterkant (deze
ontstaan wanneer het papier wordt gesneden). Leg in dat geval de
briefkaarten op een vlakke ondergrond en wrijf met bijvoorbeeld een
lineaal over de randjes om deze glad te strijken.
Item Specificatie
Gewicht van het bovenste vel 44 tot 74 g/m²
Samengesteld gewicht 104 tot 151 g/m²
Dikte van het bovenste vel 0,086 tot 0,107 mm
Samengestelde dikte 0,115 tot 0,145mm
Vochtgehalte 4 tot 6% (samengesteld)
Bovenste
laag
OnacceptabelAcceptabel
Basisvel
Ruw
Rand
Ruw
Rand
A-11
Bijlage
Enveloppen
Enveloppen moeten vanuit de MF-lade worden ingevoerd met de te
bedrukken zijde naar boven of vanuit de optionele papierinvoer (PF-320)
met de te bedrukken zijde naar beneden.
Voor de P-4030D en de P-4030DN moet modus envelop ingesteld
worden. Raadpleeg Schakelen naar Envelopmodus (P-4030D/P-
4030DN) op pagina 2-29.
Aangezien de samenstelling van een enveloppe gecompliceerder is dan
dat van normaal papier, is het niet altijd mogelijk om constante
afdrukkwaliteit te garanderen op het gehele oppervlak van de envelop.
Normaal gesproken hebben enveloppen een diagonale vezelrichting.
Raadpleeg Papiervezel op pagina A-7. Deze richting kan gemakkelijk
kreukels en vouwen veroorzaken wanneer de enveloppen door de printer
gaan. Maak een proefafdruk voordat u enveloppen koopt, om te kijken of
de printer de envelop accepteert.
Gebruik geen enveloppen met ingekapselde vloeibare kleefstof.
Vermijd lange afdruksessies voor alleen enveloppen. Langdurig
afdrukken op enveloppen kan voortijdige slijtage aan de printer
veroorzaken.
Als er een storing optreedt, probeer dan minder enveloppen in de
multifunctionele lade te plaatsen.
Laat niet meer dan 5 afgedrukte enveloppen in de opvangbak liggen,
om storingen die door gekrulde enveloppen veroorzaakt worden, te
voorkomen.
BELANGRIJK Plaats het papier zo dat het niet boven het
driehoekje op de breedtegeleider van de optionele papierinvoer
uitkomt.
Bijlage
A-12
Dik papier
Waaier de stapel papier los en leg de randen op elkaar alvorens deze in de multifunctionele cassette te plaatsen. Sommige
papiersoorten hebben ruwe randen aan de achterkant (deze ontstaan wanneer het papier wordt gesneden). Leg in dat geval
het papier op een vlakke ondergrond en wrijf met bijvoorbeeld een liniaal een of twee keer over de randjes om deze glad
te strijken. Invoer van ruwgerand papier kan papierstoringen veroorzaken.
Gekleurd papier
Gekleurd papier moet aan dezelfde voorwaarden voldoen als wit dik papier; raadpleeg Papierspecificaties op pagina A-3.
Bovendien moeten de pigmenten die in het papier gebruikt zijn, bestand zijn tegen de warmteafgifte tijdens het afdrukproces
(tot 200 °C).
Afgedrukt papier
Afgedrukt papier moet aan dezelfde voorwaarden voldoen als wit dik papier; raadpleeg Papierspecificaties op pagina A-3.
De voorgedrukte inkt moet bestand zijn tegen de warmteafgifte tijdens het afdrukproces en mag niet behandeld zijn met
siliconenolie. Gebruik geen papier met een oppervlaktebehandeling, zoals het papier dat doorgaans voor kalenders
gebruikt wordt.
Gerecycled papier
Kies gerecycled papier dat voldoet aan dezelfde voorwaarden als wit dik papier, behalve de witheid; raadpleeg
Papierspecificaties op pagina A-3.
Opmerking Als het papier vastloopt zelfs nadat u het heeft glad
gestreken, plaats dan het papier in de multifunctionele lade met
de hoofdrand een paar millimeter omhoog, zoals te zien is in het
voorbeeld.
Opmerking Voordat u hergebruikt papier koopt, probeer dan eerst een voorbeeld op het apparaat en controleer of
de afdrukkwaliteit bevredigend is.
A-13
Bijlage
Papiersoort
De printer kan afdrukken onder de optimale instelling voor de papiersoort die gebruikt wordt.
De papiersoort voor de papierbron instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer zal ervoor zorgen dan de printer de
papierbron automatisch selecteert en in de modus afdrukt die het beste bij die soort papier past.
Een andere papiersoortinstelling kan voor elke papierbron gedaan worden, inclusief de multifunctionele cassette. Er kunnen
niet alleen ingestelde papiersoorten geselecteerd worden, maar het is ook mogelijk om aangepaste papiersoorten de
definieren en te selecteren. Raadpleeg de Engelse Bedieningshandleiding. De volgende papiersoorten kunnen worden
gebruikt:
Ja: Kan opgeslagen worden Nee: Kan niet opgeslagen worden
Papiersoort
Papierbron
Multifunctionele
lade/
optionele
bulkpapierinvoer
PF-315+
Papier-
cassette
Optionele
papierinvoer
PF-320
Papiergewicht Duplexpad
Normaal Ja Ja Ja Normaal 2 Ja
Transparant Ja Nee Nee Extra zwaar Nee
Afgedrukt Ja Ja Ja Normaal 2 Ja
Etiketten Ja Nee Nee Zwaar 1 Nee
Dik papier Ja Ja Ja Normaal 3 Ja
Hergebruikt Ja Ja Ja Normaal 2 Ja
Velijnpapier Ja Nee Nee Licht Nee
Ruw Ja Ja Ja Normaal 3 Ja
Briefpapier Ja Ja Ja Normaal 3 Ja
Kleur Ja Ja Ja Normaal 3 Ja
Geperforeerd Ja Ja Ja Normaal 2 Ja
Envelop Ja Nee Ja Zwaar 3 Nee
Karton Ja Nee Nee Zwaar 3 Nee
Dik Ja Nee Nee Zwaar 3 Nee
Hoge kwaliteit Ja Ja Ja Normaal 2 Ja
Custom 1 (tot 8)
Dit is een papiersoort die gedefinieerd en geregistreerd is door de gebruiker. Er kunnen maximaal acht soorten
gebruikersinstellingen gedefinieerd worden. Raadpleeg
Engelse Bedieningshandleiding voor meer informatie.
Ja Ja Ja Normaal 2 Ja
Bijlage
A-14
Specificaties
Apparaat
Opmerking Wijzigingen van specificaties voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
Item
Beschrijving
P-4030D P-4030DN P-4530DN P-5030DN P-6030DN
Type Desktop
Afdrukmethode Elektrofotografie door halfgeleider, enkel drumsysteem
Papiergewicht Cassette 60 tot 120 g/m
2
Multifunctionele lade 60 tot 220 g/m
2
, 230 g/m
2
(kaarten)
Papiersoorten Cassette Normaal, afgedrukt, dik papier, gerecycled, ruw, briefpapier, kleur, geperforeerd,
hoge kwaliteit en CUSTOM 1 (tot 8)
Multifunctionele lade Normaal, transparant, afgedrukt, etiketten, dik papier, gerecycled, vellum, ruw,
briefpapier, kleur, geperforeerd, envelop, kaarten, dik, hoge kwaliteit en
CUSTOM 1 (tot 8)
Papier-
formaten
Cassette Envelop C5, Executive, 8 1/2 ×
11" (Letter), 8 1/2 × 14"(Legal),
A4, B5, A5, ISO B5, Oficio II,
216 × 340 mm, 16K,
Statement, Folio en Custom
Envelop DL, Envelop C5, Executive, 8 1/2 ×
11" (Letter), 8 1/2 × 14" (Legal), A4, B5, A5, A6,
B6, ISO B5, Oufuku Hagaki, Oficio II, 216 ×
340 mm, 16K, Statement, Folio en Custom
Multifunctionele lade Envelop Monarch, Envelop nr.10, Envelop DL, Envelop C5, Executive, 8 1/2 ×
11" (Letter), 8 1/2 × 14" (Legal), A4, B5, A5, A6, B6, Envelop nr.9, Envelop nr.6,
ISO B5, Hagaki, Oufuku Hagaki, Oficio II, 216 × 340 mm, 16K, Statement, Folio,
Youkei 2, Youkei 4 en Custom
Vergrotingsverhouding 25 tot 400%, 1% vergroting
Afdruk-
snelheden
Eenzijdig A4: 40 ppm
B5: 33 ppm
A5: 22 ppm
A6: 22 ppm
Letter: 42 ppm
Legal: 33 ppm
A4: 45 ppm
B5: 36 ppm
A5: 23 ppm
A6: 23 ppm
Letter: 47 ppm
Legal: 38 ppm
A4: 50 ppm
B5: 40 ppm
A5: 27 ppm
A6: 27 ppm
Letter: 52 ppm
Legal: 42 ppm
A4: 60 ppm
B5: 48 ppm
A5: 32 ppm
A6: 32 ppm
Letter: 62 ppm
Legal: 50 ppm
Dubbelzijdig A4: 20 ppm
B5: 16,5 ppm
A5: 11 ppm
Letter: 21 ppm
Legal: 16,5 ppm
A4: 32 ppm
B5: 25 ppm
A5: 16 ppm
Letter: 33 ppm
Legal: 16 ppm
A4: 36 ppm
B5: 28 ppm
A5: 19 ppm
Letter: 37 ppm
Legal: 21 ppm
A4: 43 ppm
B5: 34 ppm
A5: 23 ppm
Letter: 44 ppm
Legal: 25 ppm
Eerste afdruk (A4, invoer vanuit
cassette)
9 seconden of minder
Opwarmtijd
(22 °C,
60%RV)
Aanzetten 15 seconden of minder 20 seconden
of minder
25 seconden
of minder
Slaapstand
15 seconden of minder 20 seconden
of minder
25 seconden
of minder
A-15
Bijlage
Invoe-
rcapaciteit
Cassette 500 vel (80 g/m
2
)
Multifunctionele lade 100 vel (80 g/m
2
)
Capaciteit
uitvoerlade
Bovenlade 250 vel (67 g/m
2
) 500 vel (67 g/m
2
)
Opvangbak
Beeldzijde omhoog
100 vel (67 g/m
2
)
Doorlopend afdrukken 1 tot 999 vellen
Resolutie Fijne 1200 modus, snelle 1200 modus, 600 dpi, 300 dpi
Bedrijfs-
omgeving
Temperatuur 10 tot 32,5 °C
Relatieve vochtigheid 15 tot 80%
Hoogte Maximaal 2500 m
Verlichting Maximaal 1500 lux
Controller PowerPC465 PowerPC465, ARM9
Besturingssystemen Windows XP, Windows Server 2003/R2, Windows Vista, Windows Server 2008/
R2, Windows 7, Apple Macintosh OS 10.4 of hoger
Interface Standaard USB-
interface-
aansluiting: 1
USB Host: 2
eKUIO slot:1
USB-interface-aansluiting: 1
USB Host: 2
Netwerkinterface: 1 (10 BASE-T/100 BASE-TX/1000 BASE-T)
eKUIO slot:1
Optie HD-6, IB-50, IB-51, IB-32
PDL PRESCRIBE
Emulatie PCL6, IBM Proprinter, EPSON LQ-850, Line Printer, KPDL, KPDL(Auto)
Geheugen Standaard 128 MB 256 MB
Maximaal 1152 MB 1280 MB
Afmetingen (b x d x h) 380 × 416 × 285 mm 380 × 416 × 320 mm
Gewicht Ca. 13,5 kg Ca. 14,6 kg
Stroomvereisten 220-240 V, 50 Hz/60 Hz, 4,4 A 220-240 V, 50 Hz/60 Hz, 5,2 A
Item
Beschrijving
P-4030D P-4030DN P-4530DN P-5030DN P-6030DN
Bijlage
A-16
Stroomverbruik
(
Standaard)
Maximaal 986 W
(Europese
landen)
995 W
(Europese
landen)
1218 W
(Europese
landen)
1222 W
(Europese
landen)
1238 W
(Europese
landen)
Tijdens afdrukken 564 W
(Europese
landen)
584 W
(Europese
landen)
618 W
(Europese
landen)
677 W
(Europese
landen)
757 W
(Europese
landen)
Tijdens stand-by 11,5 W
(Europese
landen)
12,2 W
(Europese
landen)
13,3 W
(Europese
landen)
12,8 W
(Europese
landen)
13,1 W
(Europese
landen)
Slaapstand
3,0 W
(Europese
landen)
1,9 W
(Europese
landen)
1,6 W
(Europese
landen)
1,6 W
(Europese
landen)
1,6 W
(Europese
landen)
Uitzetten 0,5 W of minder
Stroomverbruik
(met opties)
Maximaal 1015 W
(Europese
landen)
1021 W
(Europese
landen)
1256 W
(Europese
landen)
1256 W
(Europese
landen)
1275 W
(Europese
landen)
Tijdens afdrukken 645 W
(Europese
landen)
627 W
(Europese
landen)
679 W
(Europese
landen)
715 W
(Europese
landen)
811 W
(Europese
landen)
Tijdens stand-by 15,7 W
(Europese
landen)
19,9 W
(Europese
landen)
20,0 W
(Europese
landen)
19,6 W
(Europese
landen)
19,6 W
(Europese
landen)
Slaapstand
5,9 W
(Europese
landen)
5,1 W
(Europese
landen)
4,7 W
(Europese
landen)
4,6 W
(Europese
landen)
4,8 W
(Europese
landen)
Uitzetten 0,5 W of minder
Optie Uitgebreid geheugen,
papierinvoer (500 vel × 4),
SSD (HD-6), SD-kaart,
netwerkinterfacekit (IB-50),
draadloze netwerkinterfacekit
(IB-51), parallele interfacekit
(IB-32), Bulkpapierinvoer
(PF-315+)
Uitgebreid geheugen, papierinvoer (500 vel ×
4), SSD (HD-6), SD-kaart, netwerkinterfacekit
(IB-50), draadloze netwerkinterfacekit (IB-51),
parallele interfacekit (IB-32), Bulkpapierinvoer
(PF-315+), uitvoerlade voor bovenzijde
omhoog (PT-320)
De waarde is in energiebesparende stand (standaard).
Item
Beschrijving
P-4030D P-4030DN P-4530DN P-5030DN P-6030DN
A-17
Bijlage
Papierinvoer (PF-320) (optie)
Papierinvoer (PF-315+) (optie)
SSD (HD-6) (optie)
Item Beschrijving
Het maximale aantal papiercassettes 4
Papierformaat Envelop Monarch, Envelop nr.10, Envelop DL, Envelop C5, Executive, 8 1/2 ×
11" (Letter), 8 1/2 × 14" (Legal), A4, B5, A5, B6, Envelop nr.9, Envelop nr.6, ISO
B5, Oufuku Hagaki, Oficio II, 216 × 340 mm, 16K, Statement, Folio, Youkei 2,
Youkei 4 en Custom
Papiersoort Normaal, afgedrukt, dik papier, gerecycled, ruw, briefpapier, kleur, geperforeerd,
envelop, hoge kwaliteit en CUSTOM 1 (tot 8)
Invoercapaciteit 500 vel (80 g/m
2
)
Afmetingen (b x d x h) 380 × 410 × 121 mm
Gewicht 4,0 kg of minder
Item Beschrijving
Papierformaat Envelop Monarch, Envelop nr.10, Envelop DL, Envelop C5, Executive, Letter,
A4, B5, A5, A6, B6, Envelop nr.9, Envelop nr.6, ISO B5, Custom, Hagaki,
Oufuku Hagaki, 16K, Statement, Youkei 2 en Youkei 4
Papiersoort Normaal, transparant, afgedrukt, etiketten, dik papier, gerecycled, vellum, ruw,
briefpapier, kleur, geperforeerd, envelop, kaarten, dik, hoge kwaliteit en
CUSTOM 1 (tot 8)
Invoercapaciteit 2000 vel (80 g/m
2
)
Geluid (Lwad)
P-4030D/P-4030DN: 70 dB(A)
P-4530DN: 71 dB(A)
P-5030DN: 72 dB(A)
P-6030DN: 74 dB(A)
(bij invoer van papier van standaardgrootte)
Afmetingen (b
x d x h)
PF-315+ 352 × 345 × 376 mm
PB-325 380 × 705,6 × 183,7 mm
Gewicht PF-315+ 7,7 kg of minder
PB-325 6,5 kg of minder
Item Beschrijving
Capaciteit 32 GB
Stroomtoevoer Vanuit de machine
Bijlage
A-18
Netwerkinterfacekit (IB-50) (optie)
Item Beschrijving
CPU SoC 88F6180
RAM 64 MByte
Flash ROM 16 MByte
Connectors 10BASE-T / 100BASE-TX / 1000BASE-T
Printerinterface eKUIO (5,0V)
Besturingssysteem Windows 2000(32bit) / XP (32bit/64bit) / Vista(32bit/64bit) /
7(32bit/64bit) / Server 2003(32bit/64bit) / Server 2008(32bit/
64bit)
NetWare 3.x. / 4.x. / 5.x. / 6.x
MacOS 9.x / Mac OS X(PowerPC:Ver 10.3.x-Ver 10.5.5 /
Intel:Ver 10.4.4-Ver 10.6.x)
UNIX
Netwerkprotocollen IPv6 Compatibel met Apple Bonjour, DHCPv6, DNSv6, FTP, FTPS,
HTTP, HTTPS, ICMPv6, IKEv1, IPP, IPPS, Kerberos, LDAP,
LPD, POP3, RawPort, SLP, SMTP, SNMP, SNMPv1/v2c/v3,
SNTP, ThinPrint
IPv4 Compatibel met Apple Bonjour, BOOTP, DHCP, DNS, FTP,
FTPS, HTTP, HTTPS, ICMP, IPP, IPPS, KCP, Kerberos, LDAP,
LPD, NetBIOS over TCP/IP, POP3, POP3 over SSL, RawPort,
SLP, SMTP, SNMP, SNMPv1/v2c/v3, SNTP, ThinPrint, WINS
Overig AppleTalk, IPX/SPX, LLTD, NetBEUI, NetWare (NDS/Bindery)
Beveiligingsprotocollen EAP-TLS, EAP-TTLS, EAP-FAST, IKE, PEAP, SNMPv3, SSL/
TLS (HTTPS)
Bedrijfscondities 0 tot 70 °C, 20 tot 80 % RV, geen condensatie
Opslagcondities -20 tot 50 °C, 20 tot 90 % RV, geen condensatie
Conformiteit EMI FCC klasse B (V.S.), CE (EU), VCCI klasse B (Japan)
A-19
Bijlage
Draadloze netwerkinterfacekit (IB-51) (optie)
Item Beschrijving
CPU SoC 88F6180
RAM 64 MByte
ROM 16 MByte
Draadloze
netwerkinterface
IEEE802.11b Frequentie 2,4 GHz
Overdracht-
systeem
DS-SS
Overdracht-
snelheid
1 / 2 / 5,5 / 11 (Mbps)
Kanaal 1-11 kanalen
IEEE802.11g Frequentie 2,4 GHz
Overdracht-
systeem
OFDM
Overdracht-
snelheid
6 / 9 / 12 / 18 / 24 / 36 / 48 / 54 (Mbps)
Kanaal 1-11 kanalen
IEEE802.11n Frequentie 2,4 GHz
Overdracht-
systeem
OFDM
Overdracht-
snelheid
Max 300Mbps
Kanaal 1-11 kanalen
Authenticatiemethode Open systeem / gedeelde sleutel / WPA / WPA2
Encryptiemodus Geen / WEP(64bit / 128bit) / TKIP / AES
Als het systeem draait in IEEE 802.11n, wordt alleen AES
ondersteund.
Antenne Niet-directionele antenne x 2
Printerinterface eKUIO (5,0V)
Besturingssysteem Windows 2000(32bit) / XP (32bit/64bit) / Vista(32bit/64bit) /
7(32bit/64bit) / Server 2003(32bit/64bit) / Server
2008(32bit/64bit)
NetWare 3.x. / 4.x. / 5.x. / 6.x
MacOS 9.x / Mac OS X(PowerPC:Ver 10.3.x-Ver 10.5.5 /
Intel:Ver 10.4.4-Ver 10.6.x)
UNIX
Bijlage
A-20
Parallelle interfacekit (IB-32) (optie)
Milieuspecificaties
Netwerkprotocollen IPv6 Compatibel met Apple Bonjour, DHCPv6, DNSv6, FTP,
FTPS, HTTP, HTTPS(IPPS), ICMPv6, IKEv1, IPP, IPPS,
Kerberos, LDAP, LPD, POP3, RawPort, SLP, SMTP, SNMP,
SNMPv1/v2c/v3, SNTP, ThinPrint
IPv4 Compatibel met Apple Bonjour, BOOTP, DHCP, DNS, FTP,
FTPS, HTTP, HTTPS, ICMP, IPP, IPPS, KCP, Kerberos,
LDAP, LPD, NetBIOS over TCP/IP, POP3, POP3 over SSL,
RawPort, SLP, SMTP, SNMP, SNMPv1/v2c/v3, SNTP,
ThinPrint, WINS
Overig AppleTalk, IPX/SPX, LLTD, NetBEUI, NetWare (NDS/
Bindery)
Beveiligingsprotocollen EAP-TLS, IKE, PEAP, SNMPv3, SSL/TLS (HTTPS)
Bedrijfscondities 0 tot 60 °C, 20 tot 80 % RV, geen condensatie
Opslagcondities -20 tot 50 °C, 20 tot 90 % RV, geen condensatie
Conformiteit EMI FCC klasse B (V.S.), CE (EU), VCCI klasse B (Japan)
Item Beschrijving
Item Beschrijving
Installatieomgeving In overeenstemming met de installatieomgeving van de machine
Interface Parallele interface × 1 (overeenst. IEEE-1284)
Stroomtoevoer Vanuit de machine
Item Beschrijving
Tijd voor slaapstand (standaard
instelling)
1 minuut
Hersteltijd uit
slaapstand
P-4030D
P-4030DN
P-4530DN
15 seconden of minder
P-5030DN 20 seconden of minder
P-6030DN 25 seconden of minder
Dubbelzijdig afdrukken Standaard
Invoermethode papier Er kan 100% gerecycled papier gebruikt worden.
Opmerking Raadpleeg uw dealer of uw servicevertegenwoordiger voor de aanbevolen papiersoorten.
Index-1
Index
A
Aan-/uitschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-2
Achterklep
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-4
Achterste eenheid
papierstoringen opheffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-23
Afdrukken vanuit toepassingen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-2
Afgedrukt papier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-12
B
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-2, 1-5
Bedieningspaneel vergrendelen
. . . . . . . . . . . . . . . . . .2-20
Berichtenscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-5, 4-2
Online help-berichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-19
Statusinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-2
Bijlage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-1
Binnenin de printer
papierstoringen opheffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-22
Bovenklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-3
Bovenlade
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-2
Briefkaarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-10
Bulkpapierinvoer
papierstoringen opheffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-23
C
Cassette 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-2
D
De printerdriver installeren
Windows . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-10
Dik papier
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-12
DIMM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-2
Duplexeenheid
papierstoringen opheffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-21
Dynamic Domain Name System (DDNS)
. . . . . . . . . . .2-19
E
Een afdruktaak annuleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-3, 4-4
Eenheid ontwikkelaar
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-3
Embedded Web Server RX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-17
Energy Star-programma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ix
Envelopmodus
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-29
Envelopschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-4
Etiketten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-9
F
Foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-5
Fuser-klep
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-4
G
Geheugen
Uitbreidingsgeheugen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-3
Gekleurd papier
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-12
Gerecycled papier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-12
H
Het printerdrivers installeren
Windows . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-7
Hulp printerdriver . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-7
I
Indicator
Attention . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-5, 4-3
Data . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-5, 4-3
Ready . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-5, 4-3
Interfaceslot voor opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-4
K
Klep interface . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-4
Klep netsnoeraansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-4
L
Langdurig niet gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-10
Linkerklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-2
M
MF- (Multifunctionele) lade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-2
MF- (multifunctionele) lade
Papier plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-27
MF-lade
papierstoringen opheffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-19
Module uitbreidingsgeheugen
optie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-2
N
Netsnoeraansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-4
Netwerkinstellingen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-2
Netwerkinterfaceconnector . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-4
O
Onderdelen van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1
Onderhoud
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-1
Online help-berichten
voor het verhelpen van papierstoringen . . . . . . . . . 6-19
Index-2
Optie
Bulkpapierinvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .A-2
Draadloze netwerkinterfacekit . . . . . . . . . . . . . . . . . .A-2
module uitbreidingsgeheugen . . . . . . . . . . . . . . . . . .A-2
Netwerkinterfacekit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .A-2
Papierinvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-2
Parallelle interfacekit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .A-2
SD/SDHC-geheugenkaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-2
SSD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .A-2
Uitvoerlade voor bovenzijde omhoog . . . . . . . . . . . . . A-2
USB flashgeheugen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .A-2
P
Papier
Afgedrukt papier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .A-12
Andere papiereigenschappen . . . . . . . . . . . . . . . . . .A-7
Beschikbaarheid papier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .A-3
Briefkaarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-10
Dik papier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .A-12
Enveloppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-11
Enveloppen plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-29
Etiketten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .A-9
Gekleurd papier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-12
Gerecycled papier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .A-12
minimale en maximale papierformaten . . . . . . . . . . . A-4
Papier in de cassette plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . 2-24
Papier in de MF-lade plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . 2-27
Papierformaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-5
Richtlijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-5
Speciaal papier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .A-8
Transparanten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-9
Papiercassette
Papier laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-24
papierstoringen opheffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-20
Papierinvoer
Papier laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-24
papierstoringen opheffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-20
Papierstop
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-32
Papierstopper
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-2
Papierstoring
Locaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-17
Papierstoringen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-17
Bericht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-18
Papierstoringen opheffen
Achterste eenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-23
binnenin de printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-22
bulkpapierinvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-23
Duplexeenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-21
MF-lade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-19
papiercassette . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-20
papierinvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-20
Printer verplaatsen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-10
Printerdriver
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-7
Macintosh . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-10
Printerstuurprogramma
Windows . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-7
Problemen met de
afdrukkwaliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-3
Problemen met de afdrukkwaliteit
problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-3
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-1
problemen met de afdrukkwaliteit . . . . . . . . . . . . . . . 6-3
R
Reinigen
printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-8
S
Selectiemenu Modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-9
Software installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-7
Software verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-16
Specificaties
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-14
T
Toets
[Annuleren] . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-5, 4-4
[Linkerkeuzetoets] . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-5, 4-6
[Menu]Toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-4
[Rechterkeuzetoets] . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-5, 4-6
Cijfertoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-5, 4-5
Pijltjestoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-5, 4-5
Toets [Afmelden] . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-5, 4-4
Toets [Documentbox] . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-5, 4-5
Toets [Menu] . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-5
Toets [OK] . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-5, 4-5
Toets [Terug] . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-5, 4-4
Toets [Wissen] . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-5, 4-5
Tonerafvalbak
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-2
Vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-6
Tonercontainer
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-3
Tonerkits . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2
Transparanten
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-9
U
USB-geheugenslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-2
USB-interface
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-4
USB-poort
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-4
V
Vervanging van de tonercontainer . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2
Voorklep
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-3
Voorklep dubbelzijdig afdrukken
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-3
TA Triumph-Adler GmbH, Ohechaussee 235, 22848 Norderstedt, Germany
121


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Triumph-Adler P-6030DN at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Triumph-Adler P-6030DN in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 5,54 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Triumph-Adler P-6030DN

Triumph-Adler P-6030DN User Manual - English - 312 pages

Triumph-Adler P-6030DN User Manual - German - 316 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info