Kompastoepassingen
Positiebepaling met de
achterwaartse peiling
Zoek op uw actuele positie
twee afb. achterwaartse peiling
verwijderde, markante punten
(berg, toren of dergelijke), bi-
jvoorbeeld berg A en berg B, die
ook op uw landkaart uitgezet
zijn. Noteer de achterwaartse
peiling van de bergen A en B
vanuit uw actuele positie, zoals
Opslag van de kompas-
richting
De klok kan de voornaamste
richtingsmeting opslaan.
Druk in de modus “Kompas”
de toets „LAP/RESET“ in om
de opslag te (de)activeren.
Als de Lock-aanduiding „ “
op het display verschijnt, zijn
kompasrichting, peilrichting en
135° voor berg A en 270°
voor berg B. Zet de lijn 135°,
beginnend aan berg A, met
een liniaal op uw kaart uit.
Zet de lijn 270°, beginnend
aan berg B, op uw kaart uit.
Uw actuele positie bevindt
zich op het kruispunt van
de lijnen 135° en 270° op
de kaart.
wordt automatisch gedeac-
tiveerd als de klok naar de
modus “Stand-by” overgaat.
de pointer van de magnetische
noordpool opgeslagen. De
opslag van de kompasrichting