Approx. +2˚C
Approx. +1˚C
SET
TEMP.
High Medium Low Off Re-lgnition
GEBRUIK
HANDMATIGE BEDIENING
De kachel wordt door de gebruiker direct bediend. De geleverde warmte zal echter automatisch worden
aangepast aan de omgevingstemperatuur die wordt gemeten door de temperatuursensor.
1. De kachel inschakelen (ON)
A. Zet de ON/OFF schakelaar in de “ON” positie. De huidige omgevingstemperatuur en de ingestelde
temperatuur worden op de digitale display weergegeven. De indicator “ON” zal gaan knipperen en de
ventilatormotor en de ontsteking worden ingeschakeld. De indicator zal gedurende de voorverwarming
blijven knipperen.
B. Na ca. 1.5 - 4 minuten zal de kachel worden ontstoken. (*) Na het ontsteken zal de indicator stoppen met
knipperen en permanent gaan branden. De circulatieventilator zal na ca. 2 minuten worden ingeschakeld.
OPMERKING: (*) Het voorverwarmen hangt af van de omgevingstemperatuur.
Omgevingstemperatuur: lager dan 0 ˚C 4 minuten
0 ˚C - 15 ˚C 2 minuten
15 ˚C 1.5 minuten
2. Instellen van de omgevingstemperatuur
A. Druk op de “▲MIN.” of “▼HOUR” toets. ˚F of ˚C gaat knipperen.
OPMERKING: Met de “▲MIN.” of “▼HOUR” kan de temperatuur in stappen van 1 ˚C (2 ˚F) worden versteld.
B. Druk op de “▲MIN.” of “▼HOUR” toets voor zover nodig. De omgevingstemperatuur kan worden ingesteld
tussen 10 ˚C (50 ˚F) en 32 ˚C (90 ˚F). (eerste instelling: 13 ˚C / 56 ˚F)
OPMERKING: De instelling van de gewenste temperatuur zal op de display worden weergegeven tijdens het
instellen van de omgevingstemperatuur.
C. Wanneer de omgevingstemperatuur de ingestelde temperatuur bereikt, zal de kachel automatisch worden
omgeschakeld naar de “MED” of “LOW” modus om de gewenste temperatuur te handhaven.
Wanneer de omgevingstemperatuur ca. 2 ˚C (4 ˚F) hoger wordt dan de ingestelde temperatuur, zal de kachel
automatisch worden uitgeschakeld. Wanneer de omgevingstemperatuur daalt, zal de kachel automatisch
opnieuw starten om de gewenste temperatuur in stand te houden.