5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Als de motor niet wil aanslaan terwijl wel de juiste startprocedures zijn
gevolgd (→Blz. 114), kan dat de volgende oorzaken hebben.
■ De motor slaat niet aan terwijl de startmotor wel normaal
werkt.
Een van de onderstaande punten kan het probleem veroorzaken:
● Er kan onvoldoende brandstof aanwezig zijn in de tank.
Vul de brandstoftank.
● De motor kan verzopen zijn.
Probeer nogmaals de motor te starten en volg daarbij de juiste
startprocedures. (→Blz. 114)
● Er kan een storing aanwezig zijn in de startblokkering.
(→Blz. 62)
■ De startmotor draait langzaam rond, de interieurverlichting en
de koplampen gaan zwakker branden of de claxon maakt geen
of weinig geluid.
Een van de onderstaande punten kan het probleem veroorzaken:
● De accu kan te ver ontladen zijn. (→Blz. 316)
● De accuklemmen kunnen loszitten of gecorrodeerd zijn.
■ De startmotor draait niet, de interieurverlichting en de koplam-
pen gaan niet aan of de claxon maakt geen geluid.
Een van de onderstaande punten kan het probleem veroorzaken:
● Een of beide accuklemmen zit(ten) los.
● De accu kan te ver ontladen zijn. (→Blz. 316)
Neem contact op met een Toyota-dealer of erkende reparateur als het
probleem niet verholpen kan worden of als de reparatieprocedure niet
bekend is.