669128
3
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/658
Next page
06-2016
PZ49X-20C45-NL
Avensis Handleiding
Avensis
Handleiding
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Overzicht
Zoeken op afbeelding
1
Veiligheid en
beveiliging
Zorg ervoor dat u deze leest
2
Instrumenten-
paneel
Het aflezen van de meters en tellers, het interpreteren
van de verschillende waarschuwingslampjes en
controlelampjes, enz.
3
Bediening van
elk onderdeel
Openen en sluiten van de portieren en ruiten, afstellen
vóór het rijden, enz.
4
Rijden
Handelingen en adviezen die voor het rijden moeten
worden opgevolgd
5
Audiosysteem
Bedienen van het audiosysteem
6
Voorzieningen in
het interieur
Gebruik van de voorzieningen in het interieur, enz.
7
Onderhoud en
verzorging
De zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures
8
Bij problemen
Informatie over wat u moet doen bij een storing of
noodgeval
9
Voertuig-
specificaties
Voertuigspecificaties, systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke voorkeursinstellingen, enz.
Index
Zoeken op symptoom
Alfabetisch zoeken
PZ49X-20C45-NL
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 1 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
INHOUDSOPGAVE
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Ter informatie .................................8
Over deze handleiding .................10
Zoekmethoden .............................11
Overzicht ......................................12
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden ...........30
Veilig rijden ..........................32
Veiligheidsgordels................34
SRS-airbags ........................39
Belangrijke
voorzorgsmaatregelen
in verband met
uitlaatgassen .....................51
1-2. Veiligheidsvoorzieningen
voor kinderen
Aan/uit-schakelaarairbag.....52
Veiligheidsinformatie
voor kinderen.....................54
Baby- en kinderzitjes ...........55
1-3. Antidiefstalsysteem
Startblokkering.....................78
Supervergrendeling .............87
Alarm ...................................89
2. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes en
controlelampjes................. 98
Meters en tellers................ 104
Multi-informatiedisplay
(met monochroom-
display)............................ 108
Multi-informatiedisplay
(met kleurendisplay)........ 111
Informatie over
brandstofverbruik ............ 117
3-1. Informatie over sleutels
Sleutels ............................. 120
3-2. Openen, sluiten en
vergrendelen van de
portieren
Portieren............................ 132
Achterklep (sedan)............ 139
Achterklep (wagon) ........... 143
Smart entry-systeem
met startknop .................. 148
3-3. Verstellen van de stoelen
Voorstoelen....................... 166
Achterstoelen .................... 168
Ergonomisch geheugen .... 170
Hoofdsteunen.................... 172
1
Veiligheid en beveiliging
2
Instrumentenpaneel
3
Bediening van
elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 2 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
3
1
8
6
5
4
3
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
9
7
3-4. Verstellen van het stuurwiel
en de spiegels
Stuurwiel............................174
Binnenspiegel ....................176
Buitenspiegels ...................179
3-5. Openen en sluiten van
de ruiten
Elektrisch bedienbare
ruiten................................182
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto.............186
Lading en bagage..............198
Rijden met
een aanhangwagen.........200
4-2. Rijprocedures
Contactslot
(auto's zonder Smart entry-
systeem en startknop) .....209
Startknop
(auto's met Smart entry-
systeem en startknop) .....212
Multidrive CVT ...................219
Handgeschakelde
transmissie ......................225
Richtingaanwijzer-
schakelaar .......................228
Parkeerrem........................229
4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar..................232
Schakelaar mistlampen .....240
Ruitenwissers en
-sproeiers.........................242
Achterruitenwisser en
-sproeier ..........................246
4-4. Tanken
Openen van de tankdop.... 247
4-5. Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense......... 251
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem) ......................... 257
LDA (Lane Departure
Alert) ............................... 270
Automatic High Beam-
systeem........................... 276
RSA (Road Sign Assist).... 282
4-6. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Cruise control.................... 287
Snelheidsbegrenzer .......... 290
Stop & Start-systeem ........ 293
Ondersteunende
systemen......................... 304
4-7. Rijtips
Rijden in de winter............. 310
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 3 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
INHOUDSOPGAVE
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
5-1. Basishandelingen
Soorten audiosystemen.....314
Stuurwieltoetsen
audiosysteem ..................317
AUX-aansluiting/USB-
aansluiting .......................318
5-2. Gebruik van het audiosysteem
Optimaal gebruikmaken van
het audiosysteem ............319
5-3. Gebruik van de radio
Bediening radio..................321
5-4. Afspelen van een audio-CD en
discs met MP3-/WMA-
bestanden
Bediening CD-speler..........327
5-5. Gebruik van een extern
apparaat
Afspelen van bestanden
op een iPod .....................338
Afspelen van bestanden op
een USB-geheugen.........347
Gebruik van de AUX-
aansluiting .......................355
5-6. Gebruik van Bluetooth
®
-
apparaten
Bluetooth
®
-audio/
telefoon............................356
Gebruik van de
stuurwielschakelaars .......362
Registreren van een
Bluetooth
®
-apparaat........363
5-7. Menu SETUP (instellingen)
Gebruik van het menu SETUP
(instellingen)
(Menu “Bluetooth
*”) ........ 364
Gebruik van het menu SETUP
(instellingen)
(menu TEL)..................... 367
5-8. Bluetooth
®
-audio
Bedienen van een Bluetooth
®
compatibele draagbare
speler .............................. 370
5-9. Bluetooth
®
-telefoon
Bellen ................................ 374
Een telefoongesprek
ontvangen ....................... 376
Voeren van een
telefoongesprek .............. 377
5-10.Bluetooth
®
Bluetooth
®
......................... 379
6-1. Gebruik van de
airconditioning en de
achterruitverwarming
Handmatig bediende
airconditioning................. 388
Automatische
airconditioning................. 394
Extra verwarming .............. 401
Stoelverwarming ............... 403
5
Audiosysteem
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc.
6
Voorzieningen in
het interieur
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 4 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
5
1
8
6
5
4
3
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
9
7
6-2. Gebruik van de
interieurverlichting
Overzicht
interieurverlichting ...........405
Hoofdschakelaar leeslamp-
jes/interieurverlichting....406
Leeslampjes/
interieurverlichting .........406
Leeslampjes ..................406
6-3. Gebruik van de
opbergmogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden ......408
Dashboardkastje............409
Consolevak....................410
Dakconsole....................410
Bekerhouders/
fleshouders....................411
Muntenvak.....................413
Voorzieningen bagageruimte
(sedan) ............................414
Voorzieningen bagageruimte
(wagon)............................416
6-4. Gebruik van de overige
voorzieningen in het
interieur
Overige voorzieningen in
het interieur......................423
Zonnekleppen................423
Make-upspiegel.............423
Accessoireaansluiting....424
Armsteun .......................425
Bagageruimte/skiluik .....426
Zonnescherm
panoramadak (wagon)...427
Kledinghaakjes ..............429
Handgrepen...................429
7-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen
van het exterieur van
uw auto ........................... 432
Reinigen en beschermen
van het interieur van
uw auto ........................... 436
7-2. Onderhoud
Onderhoud en reparatie.... 439
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen
bij zelf uit te voeren
onderhoud....................... 442
Motorkap ........................... 446
Plaatsen van
de garagekrik .................. 448
Motorruimte....................... 449
Banden.............................. 464
Bandenspanning ............... 482
Velgen............................... 484
Interieurfilter ...................... 487
Batterij afstandsbediening/
elektronische sleutel ....... 489
Controleren en vervangen
van zekeringen................ 492
Lampen ............................. 497
7
Onderhoud en verzorging
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 5 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
INHOUDSOPGAVE
6
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten ...........514
Als uw auto in geval van nood
tot stilstand moet
worden gebracht..............515
8-2. Stappen die genomen moeten
worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden
gesleept...........................517
Als u denkt dat er iets
mis is ...............................524
Uitschakelsysteem
brandstofpomp
(benzinemotor) ................525
Als een waarschuwingslampje
gaat branden of een
waarschuwingszoemer
klinkt ................................526
Als er een
waarschuwingsmelding
wordt weergegeven .........533
Als uw auto een lekke band
heeft (auto's met een
reservewiel) .....................550
Als de auto een lekke band
heeft (auto's met een
reparatieset).................... 566
Als de motor niet wil
aanslaan ......................... 581
Als de selectiehendel niet
in een andere stand dan P
kan worden gezet............ 583
Als de parkeerrem niet
gedeactiveerd kan
worden ............................ 584
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt................ 588
Als de accu ontladen is ..... 591
Als uw auto oververhit
raakt................................ 596
Als de auto vast komt
te zitten ........................... 599
8
Bij problemen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 6 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
7
1
8
6
5
4
3
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
9
7
9-1. Specificaties
Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil,
enz.).................................602
Informatie over brandstof...622
9-2. Persoonlijke
voorkeursinstellingen
Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke
voorkeursinstellingen.......625
9-3. Te initialiseren onderdelen
Te initialiseren
onderdelen.......................634
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen)..............636
Alfabetische index ......................640
9
Voertuigspecificaties
Index
Raadpleeg bij auto's met een navigatiesysteem of een multimedia-
systeem de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem
voor meer informatie over de onderstaande uitrusting.
Navigatiesysteem
Rear View Monitor-systeem
Audio-/videosysteem
Toyota Motor Europe NV/SA, Avenue du Bourget 60 - 1140 Brussel,
België www.toyota-europe.com
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 7 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
8
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Ter informatie
Deze handleiding is bestemd voor alle uitvoeringen van dit type auto; alle
mogelijke opties zijn in deze handleiding opgenomen. Er zullen dan ook
ongetwijfeld onderwerpen worden beschreven die niet op uw auto van toe-
passing zijn.
Alle specificaties in deze handleiding waren actueel ten tijde van de druk.
Toyota streeft er doorlopend naar haar producten te perfectioneren en wij
behouden ons dan ook het recht voor tussentijdse wijzigingen in specificatie
en uitvoering door te voeren zonder voorafgaande kennisgeving.
Afhankelijk van de specificaties kan de in de afbeeldingen getoonde auto
afwijken van uw auto voor wat betreft de uitrusting.
Er is een grote hoeveelheid originele en niet-originele onderdelen en acces-
soires voor uw Toyota te verkrijgen. Als een origineel onderdeel of accessoire
van uw Toyota moet worden vervangen, raadt Toyota u aan om originele
Toyota-onderdelen en -accessoires te gebruiken. U kunt ook andere onder-
delen of accessoires van gelijkwaardige kwaliteit gebruiken. Toyota kan geen
garantie geven op of betrouwbaarheid garanderen van onderdelen en acces-
soires die geen origineel Toyota-product zijn en ook niet voor het vervangen
door of monteren van dergelijke onderdelen. Bovendien vallen schade of ver-
minderde prestaties als gevolg van het gebruik van niet-originele Toyota-
onderdelen en -accessoires mogelijk niet onder de garantie.
De inbouw van een zend-/ontvanginstallatie in uw auto kan elektronische
systemen beïnvloeden, zoals:
(Sequentieel) multipoint brandstofinspuitsysteem
Cruise control-systeem (indien aanwezig)
Antiblokkeersysteem
SRS-airbagsysteem
Gordelspanner
Toyota Safety Sense (indien aanwezig)
Neem voor voorzorgsmaatregelen of speciale voorschriften met betrekking
tot de inbouw van een zend-/ontvanginstallatie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Nadere informatie met betrekking tot frequentiebanden, vermogens, antenne-
posities en montagevoorwaarden voor zend-/ontvanginstallaties is op ver-
zoek beschikbaar bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Handleiding
Accessoires, onderdelen en veranderingen aan uw Toyota
Inbouw van een zend-/ontvanginstallatie
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 8 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
9
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
De SRS-airbags en de gordelspanners in uw Toyota bevatten explosieve che-
micaliën. Wanneer uw auto wordt vernietigd terwijl de airbags en/of de gor-
delspanners nog intact zijn, kan tijdens de vernietiging een ontploffing
plaatsvinden en brand ontstaan. Laat daarom het airbagsysteem en de gor-
delspanners eerst verwijderen en afvoeren door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Vernietigen van uw Toyota
WAARSCHUWING
Algemene voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden
Rijden onder invloed: Ga niet rijden met uw auto als u alcohol of drugs
gebruikt hebt omdat deze middelen invloed kunnen hebben op de rijvaar-
digheid. Alcohol en bepaalde drugs vergroten de reactietijd, beïnvloeden
het beoordelingsvermogen en hebben een negatieve invloed op de coördi-
natie, waardoor aanrijdingen kunnen ontstaan met ernstig letsel als gevolg.
Defensief rijden: Rijd altijd defensief. Anticipeer op fouten die andere
bestuurders of voetgangers zouden kunnen maken omdat u hierdoor wel-
licht een ongeluk kunt voorkomen.
Afleiding van de bestuurder: Houd altijd uw volledige aandacht bij het ver-
keer. Alles wat de aandacht van de bestuurder kan afleiden, zoals het ver-
anderen van instellingen, telefoneren of lezen, kan leiden tot een aanrijding
waarbij u, de andere inzittenden van de auto of anderen ernstig letsel kun-
nen oplopen.
Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot veiligheid van kin-
deren
Laat kinderen nooit alleen in de auto achter en laat ze nooit met de sleutel
spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto te starten of de neutraalstand in
te schakelen. Daarnaast kunnen kinderen zich bezeren als ze met de ruiten
of andere systemen in de auto spelen. Verder kan de temperatuur in de
auto zo hoog oplopen of zo ver dalen dat dat kinderen fataal kan worden.
Uw auto is uitgerust met batterijen en/of accu's. Zorg ervoor dat deze
gescheiden worden ingezameld en op een milieuvriendelijke manier wor-
den afgevoerd (richtlijn 2006/66/EG).
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 9 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
10
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Over deze handleiding
WAARSCHUWING:
Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in ernstig letsel wanneer
de voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen.
OPMERKING:
Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in schade of storingen
aan de auto of de uitrusting wanneer de voorzorgsmaatregelen
niet in acht worden genomen.
Geeft bedienings- of werkingsprocedures aan. Volg de
stappen in de aangegeven volgorde.
Geeft de handeling aan voor
het bedienen van schake-
laars en dergelijke (druk-
ken, draaien, enz.).
Geeft het resultaat van een
handeling aan (er wordt bij-
voorbeeld een klep ge-
opend).
Geeft het onderdeel of de
positie aan waarover uitleg
wordt gegeven.
Dit betekent dat er iets niet
mag worden gedaan of mag
gebeuren.
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 10 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
11
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Zoekmethoden
Zoeken op naam
Alfabetische index... Blz. 640
Zoeken op montagepositie
Overzicht................... Blz. 12
Zoeken op symptoom of
geluid
Wat moet u doen als...
(Problemen
oplossen)................. Blz. 636
Zoeken op titel
Inhoudsopgave............ Blz. 2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 11 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
12
Overzicht
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Overzicht
Exterieur (sedan)
Portieren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 132
Vergrendelen/ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 132
Openen/sluiten van de portierruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 182
Vergrendelen/ontgrendelen met de mechanische sleutel
*
1
.Blz. 588
Waarschuwingsmeldingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 537
Achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 139
Openen van buitenaf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 140
Waarschuwingsmeldingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 537
Buitenspiegels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 179
Verstellen van de spiegelhoek. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 179
Inklappen van de buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 180
Ontwasemen van de spiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 390, 397
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 12 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
13
Overzicht
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Ruitenwissers voor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 242
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . .Blz. 310
Voorkomen van bevriezing (voorruitverwarming)
*
1
. . . .Blz. 390, 397
Voorzorgsmaatregelen voor de wasstraat. . . . . . . . . . . . . . .Blz. 433
Tankdopklep. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 247
Tanken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 247
Brandstofsoort/inhoud brandstoftank. . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 607
Banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 464
Bandenmaat/bandenspanning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 619
Winterbanden/sneeuwketting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 310
Controleren/wisselen/bandenspanningswaarschuwings-
systeem*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 464
In geval van een lekke band . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 550, 566
Motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 446
Openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 446
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 608
In geval van oververhitting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 596
Koplampen/parkeerlichten voor/dagrijverlichting . . . . . .Blz. 232
Mistlampen voor
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 240
Bochtverlichting/mistlamp
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 236
Richtingaanwijzers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 228
Achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 232
Remlichten
Achteruitrijlichten
*
2
De selectiehendel in stand R zetten . . . . . . . . . . . . . . Blz. 219, 225
Kentekenplaatverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 232
Mistachterlicht
*
1, 2
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 240
4
5
6
7
Lampen voor verlichting buitenzijde tijdens rijden
(Vervangingsmethode: Blz. 497, wattage: Blz. 621)
*
1
: Indien aanwezig
*
2
: Deze zijn mogelijk aan de andere kant geplaatst, afhankelijk van de regio.
8
9
10
11
12
13
14
15
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 13 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
14
Overzicht
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Exterieur (wagon)
Portieren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 132
Vergrendelen/ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 132
Openen/sluiten van de portierruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 182
Vergrendelen/ontgrendelen met de mechanische sleutel
*
1
.Blz. 588
Waarschuwingsmeldingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 537
Achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 143
Openen van buitenaf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 144
Waarschuwingsmeldingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 537
Buitenspiegels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 179
Verstellen van de spiegelhoek. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 179
Inklappen van de buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 180
Ontwasemen van de spiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 390, 397
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 14 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
15
Overzicht
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Ruitenwissers voor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 242
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . .Blz. 310
Voorkomen van bevriezing (voorruitverwarming)
*
1
. . . .Blz. 390, 397
Voorzorgsmaatregelen voor de wasstraat. . . . . . . . . . . . . . .Blz. 433
Tankdopklep. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 247
Tanken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 247
Brandstofsoort/inhoud brandstoftank. . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 607
Banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 464
Bandenmaat/bandenspanning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 619
Winterbanden/sneeuwketting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 310
Controleren/wisselen/bandenspanningswaarschuwings-
systeem*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 464
In geval van een lekke band . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 550, 566
Motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 446
Openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 446
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 608
In geval van oververhitting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 596
Koplampen/parkeerlichten voor/dagrijverlichting . . . . . .Blz. 232
Mistlampen voor
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 240
Bochtverlichting/mistlamp
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 236
Richtingaanwijzers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 228
Achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 232
Remlichten
Achteruitrijlichten
*
2
De selectiehendel in stand R zetten . . . . . . . . . . . . . . Blz. 219, 225
Kentekenplaatverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 232
Mistachterlicht
*
1, 2
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 240
4
5
6
7
Lampen voor verlichting buitenzijde tijdens rijden
(Vervangingsmethode: Blz. 497, wattage: Blz. 621)
*
1
: Indien aanwezig
*
2
: Deze zijn mogelijk aan de andere kant geplaatst, afhankelijk van de regio.
8
9
10
11
12
13
14
15
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 15 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
16
Overzicht
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Dashboard (auto's met linkse besturing)
Contact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 209, 212
Starten van de motor/wijzigen van de stand van
het contact. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 209, 212
Noodstop van de motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 515
Wanneer de motor niet wil aanslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 581
Waarschuwingsmeldingen
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 533
Selectiehendel (Multidrive CVT). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 219
Wijzigen van de schakelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 219
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 517
Als de selectiehendel niet in een andere stand
kan worden gezet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 583
Selectiehendel (handgeschakelde transmissie). . . . . . . .Blz. 225
Wijzigen van de schakelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 225
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 517
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 104
Tellers aflezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 104
Instellen van de helderheid van
de dashboardverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 106, 114
Waarschuwingslampjes/indicatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 98
Als de waarschuwingslampjes gaan branden . . . . . . . . . . . .Blz. 526
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 16 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
17
Overzicht
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Multi-informatiedisplay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 108, 111
Display. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 108, 111
Als de waarschuwingsmeldingen worden weergegeven. . . .Blz. 533
Parkeerremschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 229
Activeren/deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 229
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . . Blz. 311
Waarschuwingszoemer/-melding. . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 529, 536
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 228
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 232
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/
dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 232
Mistlampen voor
*
1
/mistachterlicht*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 240
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers . . . . . . . . . . . . . .Blz. 242
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 242
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 462
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 514
Tankdopklepontgrendeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 249
Ontgrendelingshendel motorkap. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 446
Ontgrendelingshendel stuurverstelling . . . . . . . . . . . . . .Blz. 174
Handmatig bediende airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 388
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 388
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 390
Automatische airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 394
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 394
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 397
Audiosysteem
*
1, 2
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 314
Navigatiesysteem/multimediasysteem
*
1, 2
*
1
: Indien aanwezig
*
2
: Raadpleeg bij auto's met een navigatiesysteem of multimediasysteem de
handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 17 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
18
Overzicht
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Schakelaars (auto's met linkse besturing)
Schakelaars ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 182
Schakelaar centrale vergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 135
Blokkeerschakelaar ruitbediening. . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 182
Schakelaars ergonomisch geheugen
*
1
. . . . . . . . . . . . . .Blz. 170
Uitschakeltoets Stop & Start-systeem
*
1
. . . . . . . . . . . . . .Blz. 293
Schakelaars buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 179
Draaiknop koplampverstelling
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 235
Schakelaar VSC OFF. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 305
Schakelaar PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
*
1
. . . . . . . .Blz. 257
1
2
3
4
5
6
7
8
9
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 18 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
19
Overzicht
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Paddle shift-schakelaars
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 221
Bedieningstoetsen instrumentenpaneel . . . . . . . . . .Blz. 108, 112
Schakelaar LDA (Lane Departure Alert)
*
1
. . . . . . . . . . . . .Blz. 270
Schakelaar snelheidsbegrenzer
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 290
Cruise control-schakelaar
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 287
Telefoontoetsen
*
1, 2
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 362
Spraaktoets
*
1, 2
Afstandsbediening audiosysteem*
1, 2
. . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 317
Schakelaars stoelverwarming voor
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 403
Toets SPORT
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 220
1
2
3
4
5
6
7
8
*
1
: Indien aanwezig
*
2
: Raadpleeg bij auto's met een navigatiesysteem of multimediasysteem de
handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 19 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
20
Overzicht
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Interieur (auto's met linkse besturing)
SRS-airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 39
Vloermatten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 30
Voorstoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 166
Achterstoelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 168
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 172
Veiligheidsgordels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 34
Consolevak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 410
Vergrendelknoppen binnenzijde portier . . . . . . . . . . . . . .Blz. 135
Bekerhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 411
Fleshouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 411
Handgrepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 429
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 20 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
21
Overzicht
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 176
Zonnekleppen
*
2
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 423
Make-upspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 423
Leeslampjes/interieurverlichting
*
3
. . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 406
Schakelaar voor zonnescherm panoramadak
*
1
. . . . . . . .Blz. 427
Dakconsole
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 410
*
3
: De afbeelding toont de voorzijde, maar ze zijn ook aan de achterzijde geplaatst.
1
2
3
4
5
6
*
1
: Indien aanwezig
*
2
: Gebruik NOOIT een tegen de rijrichting
in geplaatst baby- of kinderzitje op een
stoel met een INGESCHAKELDE AIR-
BAG, omdat het KIND anders ERNSTIG
LETSEL kan oplopen als de airbag
wordt geactiveerd. (Blz. 62)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 21 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
22
Overzicht
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Dashboard (auto's met rechtse besturing)
Contact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 209, 212
Starten van de motor/wijzigen van de stand van
het contact. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 209, 212
Noodstop van de motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 515
Wanneer de motor niet wil aanslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 581
Waarschuwingsmeldingen
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 533
Selectiehendel (Multidrive CVT). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 219
Wijzigen van de schakelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 219
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 517
Als de selectiehendel niet in een andere stand
kan worden gezet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 583
Selectiehendel (handgeschakelde transmissie). . . . . . . .Blz. 225
Wijzigen van de schakelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 225
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 517
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 104
Tellers aflezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 104
Instellen van de helderheid van
de dashboardverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 106, 114
Waarschuwingslampjes/indicatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 98
Als de waarschuwingslampjes gaan branden . . . . . . . . . . . .Blz. 526
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 22 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
23
Overzicht
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Multi-informatiedisplay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 108, 111
Display. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 108, 111
Als de waarschuwingsmeldingen worden weergegeven. . . .Blz. 533
Parkeerremschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 229
Activeren/deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 229
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . . Blz. 311
Waarschuwingszoemer/-melding. . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 529, 536
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 228
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 232
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/
dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 232
Mistlampen voor
*
1
/mistachterlicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 240
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers . . . . . . . . . . . . . .Blz. 242
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 242
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 462
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 514
Tankdopklepontgrendeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 249
Ontgrendelingshendel motorkap. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 446
Ontgrendelingshendel stuurverstelling . . . . . . . . . . . . . .Blz. 174
Handmatig bediende airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 388
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 388
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 390
Automatische airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 394
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 394
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 397
Audiosysteem
*
1, 2
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 314
Navigatiesysteem/multimediasysteem
*
1, 2
*
1
: Indien aanwezig
*
2
: Raadpleeg bij auto's met een navigatiesysteem of multimediasysteem de
handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 23 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
24
Overzicht
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Schakelaars (auto's met rechtse besturing)
Draaiknop koplampverstelling*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 235
Schakelaars buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 179
Uitschakeltoets Stop & Start-systeem
*
1
. . . . . . . . . . . . . .Blz. 293
Blokkeerschakelaar ruitbediening. . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 182
Schakelaar centrale vergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 135
Schakelaars ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 182
Schakelaars ergonomisch geheugen
*
1
. . . . . . . . . . . . . .Blz. 170
Schakelaar PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
*
1
. . . . . . . .Blz. 257
Schakelaar VSC OFF. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 305
1
2
3
4
5
6
7
8
9
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 24 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
25
Overzicht
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Paddle shift-schakelaars
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 221
Bedieningstoetsen instrumentenpaneel . . . . . . . . . .Blz. 108, 112
Schakelaar LDA (Lane Departure Alert)
*
1
. . . . . . . . . . . . .Blz. 270
Schakelaar snelheidsbegrenzer
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 290
Cruise control-schakelaar
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 287
Telefoontoetsen
*
1, 2
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 362
Spraaktoets
*
1, 2
Afstandsbediening audiosysteem*
1, 2
. . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 317
Schakelaars stoelverwarming voor*
1
. . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 403
Toets SPORT
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 220
1
2
3
4
5
6
7
8
*
1
: Indien aanwezig
*
2
: Raadpleeg bij auto's met een navigatiesysteem of multimediasysteem de
handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 25 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
26
Overzicht
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Interieur (auto's met rechtse besturing)
SRS-airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 39
Vloermatten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 30
Voorstoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 166
Achterstoelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 168
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 172
Veiligheidsgordels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 34
Consolevak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 410
Vergrendelknoppen binnenzijde portier . . . . . . . . . . . . . .Blz. 135
Bekerhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 411
Fleshouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 411
Handgrepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 429
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 26 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
27
Overzicht
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 176
Zonnekleppen
*
2
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 423
Make-upspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 423
Leeslampjes/interieurverlichting
*
3
. . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 406
Schakelaar voor zonnescherm panoramadak
*
1
. . . . . . . .Blz. 427
Uitschakeltoets inbraaksensor
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 92
Dakconsole
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 410
*
3
: De afbeelding toont de voorzijde, maar ze zijn ook aan de achterzijde geplaatst.
1
2
3
4
5
6
*
1
: Indien aanwezig
*
2
: Gebruik NOOIT een tegen de rijrichting
in geplaatst baby- of kinderzitje op een
stoel met een INGESCHAKELDE AIR-
BAG, omdat het KIND anders ERNSTIG
LETSEL kan oplopen als de airbag
wordt geactiveerd. (Blz. 62)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 27 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
28
Overzicht
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 28 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
29
1
Veiligheid en beveiliging
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden ...........30
Veilig rijden ..........................32
Veiligheidsgordels................34
SRS-airbags ........................39
Belangrijke voorzorgs-
maatregelen in verband
met uitlaatgassen ..............51
1-2. Veiligheidsvoorzieningen
voor kinderen
Aan/uit-schakelaar airbag....52
Veiligheidsinformatie
voor kinderen.....................54
Baby- en kinderzitjes ...........55
1-3. Antidiefstalsysteem
Startblokkering.....................78
Supervergrendeling .............87
Alarm ...................................89
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 29 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
30
1-1. Voor een veilig gebruik
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Voordat u gaat rijden
Gebruik alleen vloermatten die speciaal zijn ontworpen voor auto's
van hetzelfde model en modeljaar als uw auto. Bevestig ze op de
juiste wijze op de vloerbedekking.
Steek de klemhaken (clips) in
de ringen in de vloermat.
Draai het bovenste hendeltje
van de klemhaken (clips) om de
vloermatten te bevestigen.
*: Breng de merktekens altijd in
lijn.
De vorm van de klemhaken (clips) wijkt mogelijk af van wat is aan-
gegeven in de afbeelding.
Vloermat
1
*
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 30 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
31
1-1. Voor een veilig gebruik
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, kan de vloermat van de bestuurder gaan schuiven, wat de
bediening van de pedalen tijdens het rijden kan hinderen. Hierdoor kan de
snelheid plotseling toenemen of kan mogelijk niet geremd worden. Dit kan lei-
den tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
Wanneer u de vloermat van de bestuurder plaatst
Gebruik geen vloermatten die zijn ontworpen voor auto's van een ander
model en/of modeljaar, zelfs niet als het gaat om originele Toyota-vloer-
matten.
Gebruik alleen vloermatten die zijn ontworpen voor de bestuurderszijde.
Zet de vloermat altijd vast met behulp van de meegeleverde klemhaken
(clips).
Leg nooit twee of meer vloermatten boven op elkaar.
Bevestig de vloermat niet met de onderzijde naar boven of in de verkeerde
richting.
Voordat u gaat rijden
Controleer of de vloermat stevig op de
juiste plaats is bevestigd met alle mee-
geleverde klemhaken (clips). Voer deze
controle altijd uit nadat de vloer van de
auto is gereinigd.
Zet de motor uit, zet de selectiehendel
in stand P (Multidrive CVT) of in stand N
(handgeschakelde transmissie) en trap
elk pedaal volledig in om te controleren
of het de vloermat niet raakt.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 31 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
32
1-1. Voor een veilig gebruik
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veilig rijden
Pas de hoek van de rugleuning
zo aan dat u rechtop zit en niet
voorover hoeft te leunen om te
kunnen sturen. (Blz. 166)
Pas de zitting zo aan dat u de
pedalen helemaal kunt intrap-
pen en dat uw armen licht
gebogen zijn bij de ellebogen
wanneer u het stuurwiel vast-
houdt. (Blz. 166)
Vergrendel de hoofdsteun met het midden zo dicht mogelijk bij de
bovenkant van uw oren. (Blz. 172)
Draag de veiligheidsgordel op de juiste wijze. (Blz. 34)
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veiligheids-
gordel dragen. (Blz. 34)
Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is
om de veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen.
(Blz. 55)
Zorg ervoor dat u goed achteruit kunt kijken door de binnenspiegel en
de buitenspiegels goed af te stellen. (Blz. 176, 179)
Om veilig te kunnen rijden, moet u de stoel in de juiste positie
zetten en de spiegels afstellen voordat u gaat rijden.
De juiste houding achter het stuur
1
2
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Afstellen van de spiegels
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 32 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
33
1-1. Voor een veilig gebruik
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens het rijden.
Als u dat wel doet, kunt u de controle over de auto verliezen.
Plaats geen kussen tussen de bestuurder of voorpassagier en de rugleu-
ning.
Gebruik van een kussen kan ertoe leiden dat de zithouding niet correct is,
waardoor het effect van de veiligheidsgordel en de hoofdsteun in nega-
tieve zin kan worden beïnvloed.
Plaats geen voorwerpen onder de voorstoelen.
Voorwerpen onder de voorstoelen kunnen klem komen te zitten in de
stoelslede, waardoor de stoelen wellicht niet goed vergrendeld worden. Dit
kan leiden tot een ongeval en ook kan het stelmechanisme beschadigd
raken.
Houd u altijd aan de wettelijke maximumsnelheid wanneer u op de open-
bare weg rijdt.
Neem, wanneer u lange afstanden rijdt, geregeld een pauze voordat u zich
moe begint te voelen.
Als u zich tijdens het rijden moe of slaperig voelt, moet u zichzelf niet
dwingen om verder te rijden, maar direct een pauze nemen.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 33 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
34
1-1. Voor een veilig gebruik
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheidsgordels
Trek de schoudergordel zo ver
naar buiten dat de gordel goed
tegen de schouder aan ligt en
niet van de schouder af glijdt of
tegen de nek aan ligt.
Plaats het heupgedeelte van de
gordel zo laag mogelijk over de
heupen.
Stel de rugleuning af. Ga zo
rechtop mogelijk in de stoel zit-
ten met uw rug stevig tegen de
leuning.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel niet gedraaid zit.
Maak de veiligheidsgordel vast
door de gesp in de gordelslui-
ting te drukken totdat u een klik
hoort.
De veiligheidsgordel kan wor-
den losgemaakt door de ont-
grendelknop in te drukken.
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veilig-
heidsgordel dragen.
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Vast- en losmaken van de veiligheidsgordel
Ontgren-
delknop
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 34 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
35
1-1. Voor een veilig gebruik
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Duw het schouderbevestigings-
punt omlaag terwijl u de ont-
grendelknop indrukt.
Duw het schouderbevestigings-
punt omhoog.
Zet het bovenste bevestigingspunt
in de gewenste positie en laat het
los als u een klik hoort.
De gordelspanners helpen bij het
op hun plaats houden van de inzit-
tenden doordat ze de gordels snel
strak tegen het lichaam aan trek-
ken bij bepaalde soorten zware
frontale aanrijdingen en aanrijdin-
gen van opzij.
De gordelspanners worden niet
geactiveerd bij lichtere frontale
aanrijdingen of aanrijdingen van
opzij, bij aanrijdingen van achte-
ren of wanneer de auto over de
kop slaat.
Afstellen van de hoogte van de veiligheidsgordels (voorstoelen)
1
2
Gordelspanners (voorstoelen en buitenste zitplaatsen achter)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 35 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
36
1-1. Voor een veilig gebruik
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Blokkeerautomaat (ELR)
De blokkeerautomaat blokkeert de gordel als u zeer krachtig remt of betrok-
ken raakt bij een aanrijding. De blokkeerautomaat kan ook in werking treden
als u te snel vooroverbuigt. Door rustig te bewegen kan de veiligheidsgordel
afrollen, zodat u vrij kunt bewegen.
Gebruik van veiligheidsgordels door kinderen
De veiligheidsgordels van uw auto zijn in principe ontworpen voor gebruik
door volwassenen.
Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is om de
veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen. (Blz. 55)
Als het kind groot genoeg is om de veiligheidsgordel op een juiste manier te
dragen, volg dan de instructies met betrekking tot het gebruik van de veilig-
heidsgordel op. (Blz. 34)
Vervangen van de veiligheidsgordel als de gordelspanner geactiveerd is
geweest
Als de auto betrokken is bij meerdere aanrijdingen, wordt de gordelspanner
geactiveerd voor de eerste aanrijding, maar niet voor de tweede of voor vol-
gende aanrijdingen.
Wetgeving met betrekking tot veiligheidsgordels
Als er in het land waarin u woont regels zijn voor veiligheidsgordels, neem
dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor het ver-
vangen of plaatsen van veiligheidsgordels.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 36 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
37
1-1. Voor een veilig gebruik
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om de kans op letsel bij
plotseling remmen, plotseling uitwijken of een ongeval te beperken.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan resulteren in ernstig
letsel.
Dragen van een veiligheidsgordel
Zorg ervoor dat alle inzittenden de veiligheidsgordel dragen.
Draag de veiligheidsgordel altijd op de juiste manier.
Elke veiligheidsgordel mag maar door één persoon gebruikt worden.
Gebruik geen veiligheidsgordel voor twee personen tegelijk, ook niet als
de tweede persoon een kind is.
Toyota beveelt aan dat kinderen op de achterstoel plaatsnemen en altijd
op de juiste manier gebruikmaken van de veiligheidsgordels en het baby-
of kinderzitje.
Laat om de juiste zitpositie in te stellen de rugleuning niet verder achter-
over hellen dan nodig is. De veiligheidsgordels zijn het meest effectief als
de inzittenden rechtop en goed tegen de rugleuning zitten.
Draag de schoudergordel niet onder uw arm.
Draag de veiligheidsgordel altijd laag en goed aansluitend over uw heu-
pen.
Zwangere vrouwen
Mensen met fysieke beperkingen
Win medisch advies in en draag de veiligheidsgordel op de juiste manier.
Als er kinderen in de auto aanwezig zijn
Blz. 68
Win medisch advies in en draag de vei-
ligheidsgordel op de juiste manier.
(Blz. 34)
Zwangere vrouwen moeten het heupge-
deelte van de veiligheidsgordel zo laag
mogelijk over de heupen dragen, net als
de andere inzittenden. Trek het schou-
dergedeelte over de schouder en draag
de gordel over de borst. Vermijd dat de
gordel over de buik loopt.
Als de veiligheidsgordel niet op de juiste
wijze gedragen wordt, kan niet alleen de
zwangere vrouw zelf, maar ook het onge-
boren kind ernstig letsel oplopen bij plot-
seling remmen of een aanrijding.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 37 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
38
1-1. Voor een veilig gebruik
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Gordelspanners
Het waarschuwingslampje SRS gaat branden als een gordelspanner is
geactiveerd. De veiligheidsgordel kan in dit geval niet meer worden gebruikt
en moet worden vervangen door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Verstelbaar schouderbevestigingspunt
Zorg ervoor dat de gordel goed over het midden van de schouder ligt. De
gordel mag niet tegen de nek aanliggen, maar ook niet van uw schouder
afglijden. Als u hier niet voor zorgt, wordt de mate van bescherming bij plot-
seling remmen, uitwijken of een ongeval minder en de kans op ernstig letsel
groter. (Blz. 35)
Beschadiging en slijtage van veiligheidsgordels
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels niet beschadigd raken doordat de
riem, de gesp of de gordelsluiting bekneld raakt tussen het portier en de
carrosserie.
Controleer het veiligheidsgordelsysteem regelmatig. Let op beschadigin-
gen, zoals scheuren en rafels, en op losse onderdelen. Gebruik een
beschadigde veiligheidsgordel niet, maar laat hem zo snel mogelijk ver-
vangen. Een beschadigde veiligheidsgordel biedt een inzittende onvol-
doende bescherming tegen ernstig letsel.
Controleer of de gordel en de gesp vergrendeld zijn en of de gordel niet
gedraaid is.
Neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als de veiligheidsgordel niet goed werkt.
Laat de stoelen, inclusief de veiligheidsgordels, vervangen als de auto
betrokken is geweest bij een ernstig ongeval, ook al is er geen zichtbare
schade.
Probeer de veiligheidsgordels niet zelf te plaatsen, verwijderen, wijzigen,
demonteren of af te voeren. Laat reparaties altijd uitvoeren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Een onjuiste behandeling
van de gordelspanner kan de werking in negatieve zin beïnvloeden, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan.
Controleer bij gebruik van de veiligheidsgordel altijd of de schoudergordel
door de geleider loopt. Als dit niet het geval is, biedt de veiligheidsgordel
bij een ongeval geen optimale bescherming en kunt u bij een aanrijding of
noodstop ernstig letsel oplopen.
Controleer altijd of de gordel niet gedraaid is, niet vastzit in de geleider of
achter de rugleuning en zich in de juiste positie bevindt.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 38 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
39
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
SRS-airbags
Airbags voor
Bestuurdersairbag/voorpassagiersairbag
Helpen het hoofd en de borst van de bestuurder en de voorpas-
sagier te beschermen tegen contact met onderdelen van het
interieur
Knie-airbag
Helpt de bestuurder te beschermen
Side airbags en curtain airbags
Side airbags
Helpen het bovenlichaam van de voorste inzittenden te beschermen
Curtain airbags
Helpen het hoofd van de passagiers op de buitenste zitplaatsen
voor en achter te beschermen
De SRS-airbags worden geactiveerd als de auto betrokken raakt
bij bepaalde soorten zware aanrijdingen, die zouden kunnen lei-
den tot ernstig letsel voor de inzittenden. Ze werken samen met
de veiligheidsgordels om de kans op ernstig letsel te beperken.
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 39 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
40
1-1. Voor een veilig gebruik
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Onderdelen airbagsysteem
Sensoren frontale aanrijding
Aan/uit-schakelaar airbag
Voorpassagiersairbag
Sensoren aanrijding opzij (voor)
Gordelspanners en spankracht-
begrenzers
Side airbags
Curtain airbags
Bestuurdersairbag
Schakelaar veiligheidsgordel
bestuurder
Knie-airbag bestuurder
Waarschuwingslampje SRS
Controlelampje PASSENGER
AIRBAG
Airbag-ECU
Sensoren aanrijding opzij
(achter)
Positiesensor bestuurders-
stoel
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 40 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
41
1-1. Voor een veilig gebruik
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
De belangrijkste onderdelen van het SRS-airbagsysteem zijn hierbo-
ven afgebeeld. Het SRS-airbagsysteem wordt aangestuurd door de
airbag-ECU. Bij het activeren van de airbags zorgt een chemische
reactie in de ontstekingsmechanismen ervoor dat de airbags snel
gevuld worden met niet-giftig gas om de beweging van de inzittenden
te helpen beperken.
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen SRS-airbags
Neem met betrekking tot de airbags de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Alle inzittenden dienen hun veiligheidsgordel op de juiste manier te dra-
gen.
De SRS-airbags zijn aanvullende middelen die samen met de veiligheids-
gordels gebruikt moeten worden.
De bestuurdersairbag wordt met een aanzienlijke kracht geactiveerd,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan, vooral wanneer de bestuurder zich
erg dicht bij de airbag bevindt.
Het gevaarlijkst bij de activering van de airbag zijn de eerste 50 - 75 mm;
door een afstand van minimaal 250 mm tot het stuurwiel aan te houden,
hanteert u een veilige marge. Dit is de afstand gemeten vanaf het midden
van het stuurwiel tot aan uw borstbeen. Als u nu minder dan 250 mm van
de airbag zit, kunt u uw zitpositie op verschillende manieren wijzigen:
Plaats uw stoel zo ver mogelijk naar achteren terwijl de pedalen nog
goed kunnen worden bediend.
Zet de rugleuning iets achterover. Hoewel auto's verschillen, verkrij-
gen veel bestuurders, zelfs met de bestuurdersstoel helemaal naar
voren, de afstand van 250 mm door simpelweg de rugleuning iets ach-
terover te zetten. Als u door het achterover zetten van uw stoel de weg
niet goed meer kunt zien, kunt u een stevig, niet-glad kussen gebrui-
ken om hoger te zitten, of uw stoel hoger zetten wanneer uw auto
deze mogelijkheid biedt.
Als het stuurwiel verstelbaar is, kantel het dan naar beneden. Hierdoor
wijst de airbag naar uw borst in plaats van naar uw hoofd en nek.
De stoel dient te worden afgesteld zoals hierboven aanbevolen, terwijl de
pedalen en het stuurwiel nog steeds goed bediend kunnen worden en u het
instrumentenpaneel nog goed kunt zien.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 41 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
42
1-1. Voor een veilig gebruik
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen SRS-airbags
De voorpassagiersairbag wordt ook met een aanzienlijke kracht geacti-
veerd waardoor ernstig letsel kan ontstaan, vooral wanneer de voorpassa-
gier zich erg dicht bij de airbag bevindt. De voorpassagiersstoel dient zo
ver mogelijk van de airbag af te staan, met de rugleuning rechtop.
Kinderen die niet goed op de stoel zitten en/of niet goed vastzitten, kun-
nen ernstig letsel oplopen door een geactiveerde airbag. Gebruik de veilig-
heidsgordels nooit voor baby's of kleine kinderen, maar zet hen goed vast
in een baby- of kinderzitje. Toyota beveelt ten zeerste aan dat alle kinde-
ren op de achterstoelen plaatsnemen en op de juiste wijze vastzitten. Ach-
terin zitten kinderen veiliger dan op de voorpassagiersstoel. (Blz. 55)
Ga niet op het puntje van de stoel zitten
en leun niet op het dashboard.
Laat een kind niet op de voorpassa-
giersstoel staan of bij een voorpassa-
gier op schoot zitten.
Sta niet toe dat voorpassagiers voor-
werpen op hun knieën vasthouden.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 42 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
43
1-1. Voor een veilig gebruik
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen SRS-airbags
Leun niet tegen het portier, de dakzijrail
of de voor-, midden- of achterstijl.
Laat niemand knielen op de passagiers-
stoel in de richting van het portier of
hoofd en handen buiten de auto steken.
Bevestig niets aan en laat niets rusten
tegen componenten als het dashboard,
het stuurwielkussen of het onderste
deel van het dashboard.
Dergelijke voorwerpen kunnen als een
projectiel worden gelanceerd als de
bestuurdersairbag, de voorpassagiers-
airbag en de knie-airbag worden geacti-
veerd.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 43 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
44
1-1. Voor een veilig gebruik
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen SRS-airbags
Hang geen kleerhangers of andere harde voorwerpen aan de kleding-
haakjes. Dergelijke voorwerpen kunnen als een projectiel gelanceerd wor-
den en ernstig letsel veroorzaken wanneer de SRS-curtain airbags
geactiveerd worden.
Bevestig niets aan het portier, de voor-
ruit, de portierruit, de voor- of achterstijl,
de dakzijrail, de handgreep, enz.
(Auto's met een bandenreparatieset:
Behalve het label voor de snelheidsbe-
perking Blz. 570)
Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop: Bevestig geen zware,
scherpe of harde voorwerpen zoals
sleutels of accessoires aan de contact-
sleutel. De voorwerpen kunnen het acti-
veren van de knie-airbag hinderen, of
weggeslingerd worden in de richting
van de bestuurdersstoel door de kracht
waarmee de airbag wordt geactiveerd.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 44 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
45
1-1. Voor een veilig gebruik
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen SRS-airbags
Verwijder een eventueel aanwezige afdekking van de plaats waar de knie-
airbag uit het dashboard komt.
Gebruik geen accessoires die het gedeelte van de stoel waarin de side
airbags geactiveerd worden, afdekken omdat dat het activeren van de air-
bags negatief kan beïnvloeden. Dergelijke accessoires kunnen tot resul-
taat hebben dat de side airbags niet op de juiste wijze geactiveerd worden,
helemaal niet geactiveerd worden of per ongeluk geactiveerd worden,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Oefen geen overmatige kracht uit op delen waarin onderdelen van het air-
bagsysteem aanwezig zijn.
Als dat wel gebeurt, kunnen er storingen aan de SRS-airbags ontstaan.
Raak onderdelen van het airbagsysteem niet aan direct nadat de SRS-air-
bags geactiveerd zijn omdat deze heet kunnen zijn.
Als u na het activeren van de SRS-airbags moeilijkheden met de ademha-
ling ondervindt, open dan een portier of ruit om frisse lucht binnen te laten
of verlaat de auto als u dat op een veilige manier kunt doen. Als er poeder-
deeltjes op uw huid zijn terechtgekomen, was deze er dan zo snel moge-
lijk af om huidirritatie te voorkomen.
Als de delen van de auto waarin airbags ondergebracht zijn, zoals het
stuurwielkussen en de bekleding van de voor- en achterstijlen, beschadigd
of gescheurd zijn, laat deze dan vervangen door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Wijzigingen aan en afvoeren van onderdelen van het SRS-airbagsys-
teem
Voer uw auto niet af en voer geen van onderstaande veranderingen uit zon-
der eerst een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige te raadplegen. De
airbags kunnen defect raken of per ongeluk worden geactiveerd (opgebla-
zen), waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Plaatsen, verwijderen, demonteren en repareren van de airbags
Reparaties, wijzigingen, verwijderen of vervangen van het stuurwiel, het
instrumentenpaneel, het dashboard, de stoelen of stoelbekleding, de voor-
, midden- en achterstijlen en de dakzijrail.
Reparaties of wijzigingen aan het voorspatbord, de voorbumper of de zij-
kant van het passagierscompartiment.
Plaatsen van een bullbar, sneeuwploeg of lier.
Wijzigingen aan de wielophanging van de auto.
Montage van elektronische apparatuur als een mobiele tweewegradio
(zend-/ontvanginstallatie) of CD-speler.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 45 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
46
1-1. Voor een veilig gebruik
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Als de SRS-airbags worden geactiveerd
U kunt lichte schaafplekken, brandwonden, kneuzingen, e.d. oplopen als
gevolg van de zeer hoge snelheid waarmee de SRS-airbags worden geacti-
veerd door hete gassen.
Er is een luide knal hoorbaar en er komt wit poeder vrij.
Gedurende enkele minuten na het activeren van de airbags kunnen onder-
delen van de airbagmodules (stuurwielnaaf, afdekkap van de airbag en
opblaasmechanisme) en voorstoelen, voorstijl en dakzijrail nog heet zijn. De
airbag zelf kan ook heet zijn.
De voorruit kan barsten.
Voorwaarden voor activering van de SRS-airbags (SRS-airbags voor)
De airbags voor worden geactiveerd als een bepaalde drempelwaarde
wordt overschreden (vergelijkbaar met een frontale aanrijding met een snel-
heid van ongeveer 20 - 30 km/h tegen een muur die niet kan bewegen of
vervormen).
Deze drempelsnelheid kan in de volgende situaties echter veel hoger lig-
gen:
Wanneer de auto iets raakt dat kan bewegen en/of vervormen, zoals een
geparkeerde auto of lantaarnpaal
Wanneer de auto betrokken raakt bij een ongeval waarbij de neus van de
auto onder een vrachtwagen terechtkomt
Afhankelijk van het type aanrijding worden mogelijk alleen de gordelspan-
ners geactiveerd.
Voorwaarden voor activering airbag (side airbags en curtain airbags)
De SRS-side airbags en curtain airbags worden geactiveerd als een
bepaalde drempelwaarde wordt overschreden (vergelijkbaar met ter plaatse
van het passagierscompartiment aangereden worden met een snelheid van
ongeveer 20 - 30 km/h door een ongeveer 1.500 kg wegend voertuig,
komend vanuit een richting die haaks staat op de positie van de auto).
De curtain airbags worden mogelijk ook geactiveerd bij een ernstige frontale
aanrijding.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 46 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
47
1-1. Voor een veilig gebruik
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Omstandigheden waarbij de airbags geactiveerd kunnen worden, anders
dan bij een aanrijding
De airbags voor en de curtain airbags kunnen ook geactiveerd worden bij
zware stoten tegen de onderkant van de auto. Zie de afbeelding voor een
aantal voorbeelden.
Soorten aanrijdingen waarbij de airbags soms niet geactiveerd worden
(airbags voor)
De airbags voor worden over het algemeen niet geactiveerd bij aanrijdingen
van opzij of van achteren, als de auto over de kop slaat of bij een frontale
aanrijding op lage snelheid. Maar wanneer een aanrijding voldoende voor-
waartse deceleratie veroorzaakt, wordt de airbag mogelijk geactiveerd.
Raken van een stoeprand of een ander
hard voorwerp
In of over een diepe kuil rijden
Hard neerkomen
Aanrijding van opzij
Aanrijding van achteren
Over de kop slaan
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 47 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
48
1-1. Voor een veilig gebruik
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Soorten aanrijdingen waarbij de side airbags en de curtain airbags
mogelijk niet geactiveerd worden
De side airbags en curtain airbags treden mogelijk niet in werking bij aanrij-
dingen van opzij onder een bepaalde hoek of bij aanrijdingen van opzij waar-
bij het passagierscompartiment niet wordt geraakt.
De side airbags treden over het algemeen niet in werking bij aanrijdingen van
voren of van achteren, als de auto over de kop slaat of bij een aanrijding van
opzij op lage snelheid.
De curtain airbags treden over het algemeen niet in werking bij aanrijdingen
van achteren, als de auto over de kop slaat of bij een aanrijding van opzij of
bij een frontale aanrijding op lage snelheid.
Aanrijding van opzij waarbij het passa-
gierscompartiment niet wordt geraakt
Aanrijding van opzij onder een hoek
Aanrijding van voren
Aanrijding van achteren
Over de kop slaan
Aanrijding van achteren
Over de kop slaan
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 48 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
49
1-1. Voor een veilig gebruik
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Wanneer moet u contact opnemen met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige?
In de volgende gevallen zal controle en/of reparatie van de auto nodig zijn.
Neem zo snel mogelijk contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Nadat een of meer SRS-airbags zijn geactiveerd.
De voorzijde van de auto is beschadigd
of vervormd of de auto was betrokken bij
een ongeval dat niet van zodanige aard
was dat de airbags vóór werden geacti-
veerd.
Bij beschadiging of vervorming van een
gedeelte van een portier of het omlig-
gende gebied of bij een ongeval dat niet
van zodanige aard was dat de side air-
bags en curtain airbags werden geacti-
veerd.
Bij krassen, scheuren of andere bescha-
digingen aan het stuurwielkussen of het
dashboard bij de voorpassagiersairbag
of het onderste gedeelte van het instru-
mentenpaneel.
Bij krassen, scheuren of andere bescha-
digingen aan de zijkant van de leuning
van een voorstoel met een side airbag.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 49 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
50
1-1. Voor een veilig gebruik
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Bij krassen, scheuren of andere bescha-
digingen in het deel van de voor- en ach-
terstijl en de daklijstbekleding met de
curtain airbags.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 50 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
51
1-1. Voor een veilig gebruik
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Belangrijke voorzorgsmaatregelen in
verband met uitlaatgassen
Uitlaatgassen bevatten stoffen die schadelijk zijn bij inademing.
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten het schadelijke koolmonoxide (CO). Dit is een kleur-
loos en reukloos gas. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in acht neemt, kunnen er uitlaatgassen
in de auto terechtkomen waardoor de bestuurder duizelig kan worden en een
ongeval kan veroorzaken, of waardoor de gezondheid van de inzittenden ern-
stig kan worden geschaad.
Belangrijke punten tijdens het rijden
Houd de achterklep gesloten.
Als u uitlaatgassen ruikt in de auto, zelfs als de achterklep gesloten is,
moet u de ruiten openzetten en de auto zo snel mogelijk laten nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Tijdens het parkeren
Als de auto zich in een slecht geventileerde omgeving of een afgesloten
ruimte bevindt, zoals een garage, moet u de motor uitschakelen.
Laat de motor niet langdurig stationair draaien.
Als dat niet anders kan, parkeer de auto dan op een open plek en zorg
ervoor dat er geen uitlaatgassen in het interieur terecht kunnen komen.
Laat de motor niet draaien op een plaats waar sneeuw de afvoer van de
uitlaatgassen zou kunnen hinderen. Als zich sneeuw rond de auto
ophoopt terwijl de motor draait, kunnen uitlaatgassen zich verzamelen en
in de auto terechtkomen.
Uitlaatpijp
Het uitlaatsysteem dient regelmatig te worden gecontroleerd. Laat uw auto
nakijken en repareren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
bij gaten of scheuren als gevolg van corrosie of beschadigingen aan verbin-
dingsstukken of bij een abnormaal geluid aan het uitlaatsysteem.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 51 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
52
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Aan/uit-schakelaar airbag
Controlelampje PASSENGER
AIRBAG
Auto's zonder Smart entry-
systeem en startknop
Het controlelampje gaat branden
als het airbagsysteem is ingescha-
keld (alleen als het contact AAN
staat).
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Het controlelampje gaat branden als het airbagsysteem is ingeschakeld
(alleen als het contact AAN staat).
Aan/uit-schakelaar airbag
Steek de sleutel in de slotcilinder
en zet de slotcilinder in stand
OFF.
De aanduiding OFF licht op.
Met dit systeem kan de voorpassagiersairbag worden uitgescha-
keld.
Schakel deze airbag alleen uit als er een baby- of kinderzitje op
de voorpassagiersstoel gebruikt wordt.
1
2
Voorpassagiersairbag uitschakelen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 52 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
53
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Informatie over controlelampje PASSENGER AIRBAG
Als een van de onderstaande problemen optreedt, is er mogelijk een storing
in het systeem aanwezig. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
ON noch OFF gaat branden.
Het controlelampje verandert niet wanneer de aan/uit-schakelaar van de air-
bag van ON naar OFF wordt gezet.
WAARSCHUWING
Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Plaats vanwege veiligheidsredenen het baby- of kinderzitje altijd achterin.
Als de achterstoel niet kan worden gebruikt, mag de voorstoel worden
gebruikt zo lang de aan/uit-schakelaar van de airbag in stand OFF wordt
gezet.
Als de aan/uit-schakelaar van de airbag in stand ON blijft staan, kan de
kracht die met het activeren (opblazen) van de airbag gepaard gaat, ernstig
letsel veroorzaken.
Als er geen baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel is geplaatst
Controleer of de aan/uit-schakelaar van de airbag in stand ON staat.
Als de schakelaar in stand OFF staat, zal de airbag in geval van een onge-
val niet worden geactiveerd, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 53 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
54
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheidsinformatie voor kinderen
U wordt aangeraden om kinderen op de achterstoelen te vervoeren
om te voorkomen dat ze per ongeluk tegen onderdelen aankomen,
zoals de selectiehendel, de ruitenwisserschakelaar, enz.
Gebruik het kinderslot van het achterportier of de blokkeerschake-
laar van de ruitbediening om te voorkomen dat kinderen het portier
openen tijdens het rijden of per ongeluk de elektrisch bedienbare
ruit bedienen.
Laat kleine kinderen geen onderdelen bedienen waarbij lichaams-
delen vast kunnen komen te zitten of bekneld kunnen raken, zoals
de elektrisch bedienbare ruiten, de motorkap, de achterklep, de
stoelen enzovoort.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht als er kinderen
in de auto aanwezig zijn.
Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot
genoeg is om de veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze
te dragen.
WAARSCHUWING
Laat kinderen nooit alleen in de auto achter en laat ze nooit met de sleutel
spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto te starten of de neutraalstand in
te schakelen. Daarnaast kunnen kinderen zich bezeren als ze met de ruiten
of andere systemen in de auto spelen. Verder kan de temperatuur in de
auto zo hoog oplopen of zo ver dalen dat dat kinderen fataal kan worden.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 54 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
55
1
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Baby- en kinderzitjes
Punten om rekening mee te houden.................................... Blz. 55
Baby- of kinderzitje .............................................................. Blz. 57
Bij gebruik van een baby- of kinderzitje ............................... Blz. 61
Plaatsingsmethode baby- of kinderzitje
Vastgezet met een veiligheidsgordel................................ Blz. 64
Vastgezet met een ISOfix-bevestigingssysteem.............. Blz. 69
Gebruik van een bevestigingssteun (bovenste gordel).... Blz. 76
Geef prioriteit aan de waarschuwingen en neem deze in acht. Houd
u daarnaast ook aan de wetgeving en voorschriften met betrekking
tot baby- en kinderzitjes.
Gebruik een baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is om de
standaard gemonteerde veiligheidsgordel op de juiste wijze te
gebruiken.
Kies een baby- of kinderzitje dat past bij de leeftijd en de lengte van
het kind.
Let erop dat niet alle baby- of kinderzitjes in alle auto's kunnen wor-
den gemonteerd.
Controleer, voordat u een baby- of kinderzitje koopt of gebruikt, of
het zitje geschikt is voor de stoelposities. (Blz. 64, 69)
Voordat u een baby- of kinderzitje in de auto plaatst, zijn er voor-
zorgsmaatregelen die u in acht moet nemen, verschillende soor-
ten baby- en kinderzitjes en verschillende plaatsingsmethoden,
enz. Deze staan beschreven in deze handleiding.
Gebruik een baby- of kinderzitje wanneer er een klein kind in de auto
meerijdt dat nog niet op de juiste wijze gebruik kan maken van een
veiligheidsgordel. Plaats voor de veiligheid van het kind het baby- of
kinderzitje op een achterstoel. Zorg ervoor dat u de plaatsingsme-
thode opvolgt die in de handleiding van het baby- of kinderzitje staat.
Wij raden het gebruik van een origineel baby- of kinderzitje van
Toyota aan, aangezien deze in het gebruik veiliger is in deze auto. De
originele baby- of kinderzitjes van Toyota zijn speciaal gemaakt voor
auto's van Toyota. U kunt ze kopen bij een Toyota-dealer.
Inhoudsopgave
Punten om rekening mee te houden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 55 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
56
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Wanneer er een kind in de auto meerijdt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Voor de meest effectieve bescherming van een kind tijdens een ongeval of
bij hard remmen moet een kind goed vastzitten, met een veiligheidsgordel
of een baby- of kinderzitje dat op de juiste wijze is geplaatst. Raadpleeg
voor informatie over het plaatsen de bij het baby- of kinderzitje bijgesloten
handleiding. In deze handleiding vindt u algemene aanwijzingen m.b.t. het
plaatsen.
Toyota adviseert met klem gebruik te maken van een geschikt zitje dat
past bij het gewicht en de lengte van het kind en dat op de achterstoel is
geplaatst. In ongevallenstatistieken is aangetoond dat kinderen minder
verwondingen oplopen als zij op de achterstoelen op de juiste wijze vast-
zitten dan als zij op de voorstoel zitten.
Het vasthouden van een kind in de armen is geen vervanging voor een
baby- of kinderzitje. Bij een ongeval kan een kind dan de voorruit raken of
klem komen te zitten tussen degene die het kind vasthoudt en delen van
het interieur.
Behandelen van baby- en kinderzitjes
Als het baby- of kinderzitje niet goed wordt vastgezet, kan het kind of een
andere passagier bij plotseling remmen, een uitwijkmanoeuvre of een aan-
rijding ernstig letsel oplopen.
Als de auto een hevige impact te verduren krijgt, bijvoorbeeld als gevolg
van een ongeval, kan er schade ontstaan aan het baby- of kinderzitje die
niet direct zichtbaar is. Gebruik het baby- of kinderzitje in dergelijke geval-
len niet meer.
Afhankelijk van het baby- of kinderzitje kan het zijn dat deze moeilijk of
onmogelijk kan worden geplaatst. Controleer in dergelijke gevallen of het
baby- of kinderzitje geschikt is voor plaatsing in de auto. (Blz. 64, 69)
Houdt u zich bij het plaatsen en gebruik aan de voorschriften voor het
vastzetten van het zitje in deze handleiding en de handleiding van het
baby- of kinderzitje. Lees deze voorschriften zorgvuldig.
Laat het zitje goed vastzitten op de stoel, zelfs als het niet wordt gebruikt.
Plaats het baby- of kinderzitje niet los in het passagierscompartiment.
Als het zitje moet worden losgemaakt, verwijder het dan uit de auto of berg
het veilig op in de bagageruimte.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 56 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
57
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Plaats het beschikbare baby- of kinderzitje in de auto nadat u de vol-
gende zaken hebt gecontroleerd.
Normen voor baby- en kinderzitjes
Gebruik een baby- of kinderzitje dat voldoet aan de ECE R44-
*
1
of
ECE R129
*
1, 2
-norm.
Het onderstaande erkende keurmerk staat op de baby- en kinder-
zitjes.
Controleer of het baby- of kinderzitje is voorzien van het juiste keur-
merk.
Voorbeeld van het weergege-
ven nummer van het voorschrift
Typegoedkeuringsmerk
ECE R44*
3
De gewichtsklasse van kin-
deren die in aanmerking ko-
men voor een zitje met het
typegoedkeuringsmerk ECE
R44 wordt weergegeven.
Typegoedkeuringsmerk
ECE R129
*
3
De lengtecategorie en ge-
wichtsklasse van kinderen die
in aanmerking komen voor
een zitje met het typegoed-
keuringsmerk ECE R129
wordt weergegeven.
*
1
: ECE R44 en ECE R129 zijn voorschriften van de VN voor baby- en kin-
derzitjes.
*
2
: De in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes zijn mogelijk niet ver-
krijgbaar buiten de EU.
*
3
: Het weergegeven keurmerk kan per product verschillend zijn.
Baby- en kinderzitjes
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 57 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
58
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Gewichtsgroep (alleen ECE R44)
Deze gewichtsgroeptabel is nodig bij het controleren van de
geschiktheid van de baby- en kinderzitjes. Controleer de geschikt-
heid van baby- en kinderzitjes overeenkomstig de tabel.
(Blz. 64, 71).
Het baby- of kinderzitje dat voldoet aan de ECE R44-norm is opge-
deeld in 5 groepen op basis van het gewicht van het kind.
*: De leeftijd is bij benadering. Selecteer overeenkomstig het gewicht van het
kind.
Gewichtsgroep Gewicht kind Referentieleeftijd*
Groep 0 Minder dan 10 kg Ongeveer 9 maanden
Groep 0+ Minder dan 13 kg Ongeveer 1,5 jaar
Groep I 9 - 18 kg
Vanaf 9 maanden
tot ongeveer 4 jaar
Groep II 15 - 25 kg Vanaf 3 jaar tot ongeveer 7 jaar
Groep III 22 - 36 kg Vanaf 6 jaar tot ongeveer 12 jaar
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 58 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
59
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Plaatsingsmethodes baby- of kinderzitje
Controleer aan de hand van de bij het baby- of kinderzitje bijgeslo-
ten handleiding de plaatsing van het zitje.
Plaatsingsmethode
Blad-
zijde
Bevestiging met
veiligheidsgordels
Blz. 64
Bevestiging met
ISOfix-bevestigings-
systeem
Blz. 69
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 59 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
60
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Bevestiging met
bevestigings-
steunen
(bovenste gordel)
Sedan
Blz. 76
Wagon
Plaatsingsmethode
Blad-
zijde
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 60 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
61
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst op de voorpas-
sagiersstoel
Plaats voor de veiligheid van het kind een baby- of kinderzitje op
een achterstoel. Als het plaatsen van een zitje op de voorpassa-
giersstoel onvermijdelijk is, stel dan de stoel als volgt af en plaats
het baby- of kinderzitje.
Zet de rugleuning zo rechtop
mogelijk.
Zet de stoel helemaal naar
achteren.
Zet de zitting in de hoogste
stand.
Verwijder indien mogelijk de
hoofdsteun indien deze de
plaatsing van het baby- of
kinderzitje hindert.
Bij gebruik van een baby- of kinderzitje
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 61 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
62
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Bij gebruik van een baby- of kinderzitje
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Gebruik nooit een tegen de rijrichting in
geplaatst baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel als de aan/uit-
schakelaar voor de airbag in stand ON
staat. (Blz. 52)
Bij een ongeval kan het kind ernstig let-
sel oplopen door de kracht waarmee de
voorpassagiersairbag wordt geacti-
veerd.
Een waarschuwingslabel op de zonne-
klep aan passagierszijde geeft aan dat
het niet is toegestaan om een tegen de
rijrichting in geplaatst baby- of kinder-
zitje op de voorpassagiersstoel te plaat-
sen.
In onderstaande afbeelding is het label
in detail te zien.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 62 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
63
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
Bij gebruik van een baby- of kinderzitje
Controleer als er een zitkussen geplaatst is altijd of de schoudergordel
over het midden van de schouder van het kind loopt. De gordel mag niet
langs de nek van het kind lopen, maar mag ook niet van de schouder van
het kind vallen.
Gebruik een baby- of kinderzitje dat past bij de leeftijd en de grootte van
het kind en plaats dit op de achterstoel.
Plaats een in de rijrichting geplaatst
baby- of kinderzitje alleen op de voor-
stoel als het niet anders kan. Als er een
zitje waarin het kind met het gezicht in
de rijrichting zit op de voorpassagiers-
stoel wordt geplaatst, moet de stoel zo
ver mogelijk naar achteren worden
geschoven. Als dat niet gedaan wordt,
kan er ernstig letsel ontstaan als de air-
bags geactiveerd worden.
Laat een kind niet met het hoofd of een
ander lichaamsdeel tegen het portier
leunen of tegen dat deel van de stoel,
de voor- of achterstijlen of de dakzijrails
leunen waarin de side airbags of de cur-
tain airbags zijn ondergebracht, ook niet
als het kind in een baby- of kinderzitje
zit. Anders kan het kind ernstig letsel
oplopen als bij een aanrijding de side
airbags of de curtain airbags worden
geactiveerd.
Als het kinderzitje niet goed gemon-
teerd kan worden omdat de bestuur-
dersstoel in de weg zit, moet het
kinderzitje rechts achterin (auto's met
linkse besturing) of links achterin (auto's
met rechtse besturing) worden gemon-
teerd. (Blz. 66, 73)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 63 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
64
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Controleren van mogelijke plaatsingspositie en gewichtsgroep
voor baby- of kinderzitje met veiligheidsgordel.
Controleer de desbetreffende [gewichtsgroep] aan de hand van
het gewicht van het kind (Blz. 58)
(Voorbeeld 1) Bij een gewicht van 12 kg, [gewichtsgroep 0+]
(Voorbeeld 2) Bij een gewicht van 15 kg, [gewichtsgroep I]
Controleer en selecteer de juiste plaatsingspositie voor het baby-
of kinderzitje en het overeenkomstige type systeem in de [Tabel
m.b.t. geschiktheid en aanbevolen baby- en kinderzitjes (baby- of
kinderzitje vastgezet met een veiligheidsgordel)]. (
Blz. 64)
Tabel m.b.t. geschiktheid en aanbevolen baby- en kinderzitjes
(baby- of kinderzitje vastgezet met een veiligheidsgordel)
Als uw baby- of kinderzitje een “universeel” zitje is, kunt u het plaat-
sen op de in de onderstaande tabel aangegeven posities U of UF
(UF is uitsluitend voor in de rijrichting geplaatste baby- of kinderzit-
jes). De categorie en gewichtsgroep van baby- of kinderzitjes staan
in de handleiding van het baby- of kinderzitje.
Als uw baby- of kinderzitje geen “universeel” zitje is (of wanneer u
de informatie niet in de onderstaande tabel kunt vinden), raadpleeg
dan de “voertuiglijst” van het baby- of kinderzitje voor informatie
over de geschiktheid of informeer bij de verkoper van uw kinder-
zitje.
Baby- of kinderzitje vastgezet met een veiligheidsgordel
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 64 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
65
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Verklaring van lettercodes in de bovenstaande tabel:
X: Geen geschikte zitpositie voor kinderen in deze gewichtsgroep.
U: Geschikt voor een “universeel” baby- of kinderzitje dat is goedge-
keurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
UF: Geschikt voor een in de rijrichting geplaatst “universeel” baby- of
kinderzitje dat is goedgekeurd voor gebruik in deze gewichts-
groep.
*
1
: Zet de rugleuning zo veel mogelijk rechtop. Schuif de voorstoel helemaal
naar achteren. Als de hoogte van de passagiersstoel kan worden versteld,
dan moet deze in de hoogste positie staan.
*
2
: Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun indien deze de werking van het
baby- of kinderzitje hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de hoogste stand.
Gewichts-
groepen
Zitpositie
Aanbevolen
baby- en kinderzitjes
Voorpassagiers-
stoel
Achterstoel
Aan/uit-schakelaar
airbag
Buiten-
ste
Midden
AAN UIT
0
Minder dan
10 kg
X
U
*
1
UU
TOYOTA G 0+,
BABY SAFE PLUS
TOYOTA MINI
0+
Minder dan
13 kg
X
U
*
1
UU
I
9 - 18 kg
Tegen de
rijrichting
in:
X
U
*
1, 2
U*
2
U*
2
TOYOTA DUO+
In de
rijrichting:
UF
*
1, 2
II, III
15 - 36 kg
UF
*
1, 2
U*
1, 2
U*
2
U*
2
TOYOTA KIDFIX
XP SICT
(Kan op de ISOfix-
bevestigingen wor-
den gemonteerd.)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 65 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
66
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Bij het vastzetten van sommige typen baby- of kinderzitjes op de ach-
terstoel kunnen de veiligheidsgordels op de plaatsen naast het zitje
mogelijk niet goed worden gebruikt en komen ze mogelijk in aanra-
king met het zitje. Ook kan de werking van de veiligheidsgordel nega-
tief worden beïnvloed. Draag uw veiligheidsgordel goed aansluitend
over uw schouder en laag over uw heupen. Wanneer dit niet het geval
is of wanneer hij in aanraking komt met het zitje, ga dan ergens
anders zitten. Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen
kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
De in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes zijn mogelijk niet ver-
krijgbaar buiten de EU.
Verstel bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje op de achter-
stoelen de voorstoel zodanig dat deze niet in aanraking komt met
het kind of het baby- of kinderzitje.
Indien bij het plaatsen van een kinderzitje met steunvoet de rugleu-
ning in de weg zit wanneer u het zitje op de steunvoet wilt bevesti-
gen, zet dan de rugleuning naar achteren tot er voldoende ruimte
is.
Indien bij het plaatsen van een
in de rijrichting geplaatst kinder-
zitje er een opening aanwezig
is tussen het kinderzitje en de
rugleuning, stel de rugleuning
dan af totdat het zitje en de rug-
leuning goed contact maken.
Als het schouderbevestigings-
punt van de veiligheidsgordel
zich vóór de gordelgeleider van
het kinderzitje bevindt, ver-
plaatst u de zitting naar voren.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 66 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
67
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Indien bij het plaatsen van een zitkussen het kind in het baby- of
kinderzitje erg rechtop zit, zet u de rugleuning in een comfortabe-
lere stand. En als het schouderbevestigingspunt van de veiligheids-
gordel zich vóór de gordelgeleider van het kinderzitje bevindt,
verplaatst u de zitting naar voren.
Een baby- of kinderzitje plaatsen met behulp van een veilig-
heidsgordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de hand van de bijgesloten
handleiding.
Voorpassagiersstoel:
Als het plaatsen van een baby- of kinderzitje op de voorpassa-
giersstoel onvermijdelijk is, raadpleeg dan Blz. 61 voor het afstel-
len van de voorpassagiersstoel.
Achterstoel:
Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun indien deze de plaatsing
van het baby- of kinderzitje hindert. Zet anders de hoofdsteun in
de hoogste stand. (Blz. 172)
Voer de veiligheidsgordel
door het baby- of kinderzitje
en steek de gesp in de gor-
delsluiting. Controleer of de
gordel niet gedraaid is. Maak
de veiligheidsgordel goed
vast aan het baby- of kinder-
zitje aan de hand van de bij-
gesloten handleiding.
Als uw baby- of kinderzitje
niet is voorzien van een ver-
grendelsysteem voor de vei-
ligheidsgordel, zet het zitje
dan vast met een blokkeer-
clip.
Beweeg het baby- of kinderzitje na het plaatsen naar achteren en
naar voren om te controleren of het goed vastzit. (Blz. 68)
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 67 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
68
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Verwijderen van een baby- of kinderzitje dat is vastgezet met
een veiligheidsgordel
Druk de ontgrendelknop op de gordelsluiting in en laat de gordel
helemaal oprollen.
Bij het losmaken van de gordelsluiting komt het baby- of kinderzitje
mogelijk een stukje omhoog als gevolg van de terugwerking van de zit-
ting. Maak de gordelsluiting los terwijl u het baby- en kinderzitje tegen-
houdt.
De veiligheidsgordel rolt automatisch op. Houd de gordel vast, zodat het
oprollen rustig gebeurt.
Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
U moet bij het plaatsen van het zitje mogelijk gebruikmaken van een blokkeer-
clip. Volg de aanwijzingen van de fabrikant van het baby- of kinderzitje. Als uw
zitje niet over een blokkeerclip beschikt, kunt u deze kopen bij een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige: blokkeerclip voor baby- of kinderzitje
(onderdeelnr. 73119-22010)
WAARSCHUWING
Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de veiligheidsgor-
del om de nek van het kind draait, kan het kind stikken of ernstig letsel
oplopen. Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet kan worden losgemaakt,
knip de gordel dan door met een schaar.
Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting is vergrendeld en of de vei-
ligheidsgordel niet gedraaid is.
Beweeg het baby- of kinderzitje naar links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of het goed is geplaatst.
Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.
Controleer als er een zitkussen geplaatst is altijd of de schoudergordel
over het midden van de schouder van het kind loopt. De gordel mag niet
langs de nek van het kind lopen, maar mag ook niet van de schouder van
het kind vallen.
Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 68 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
69
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
ISOfix-bevestigingssysteem (ISOfix-baby- of kinderzitje)
Voor de buitenste zitplaatsen
achter zijn lage bevestigings-
punten aanwezig. (Labels
geven aan waar de bevesti-
gingspunten zich in de stoelen
bevinden.)
Baby- of kinderzitje vastgezet met een ISOfix-bevestigingssys-
teem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 69 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
70
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Controleren van de gewichtsgroep en grootteklasse voor ECE
R44 ISOFIX overeenkomstig de baby- of kinderzitjes
Controleer de desbetreffende [gewichtsgroep] aan de hand van
het gewicht van het kind (Blz. 58)
(Voorbeeld 1) Bij een gewicht van 12 kg, [gewichtsgroep 0+]
(Voorbeeld 2) Bij een gewicht van 15 kg, [gewichtsgroep I]
Controleren van de grootteklasse
Selecteer de grootteklasse die overeenkomt met de [gewichts-
groep] die u hebt gecontroleerd in stap van de [Tabel m.b.t.
geschiktheid en aanbevolen baby- en kinderzitjes (baby- of kin-
derzitje vastgezet met ISOfix (ECE R44))] (Blz. 71)
*.
(Voorbeeld 1) Bij [gewichtsgroep 0+] is de overeenkomstige
grootteklasse [C], [D] of [E].
(Voorbeeld 2) Bij [gewichtsgroep I] is de overeenkomstige groot-
teklasse [A], [B], [B1], [C] of [D].
*: Onderdelen uit de lijst met een [X] kunnen echter niet worden geselec-
teerd, ondanks dat ze de overeenkomstige grootteklasse hebben in de
geschiktheidstabel van de [zitpositie]. Selecteer ook het product aange-
geven door [Aanbevolen baby- en kinderzitjes] (Blz. 72) als het
onderdeel uit de lijst de aanduiding [IL] heeft.
1
2
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 70 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
71
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Tabel m.b.t. geschiktheid en aanbevolen baby- en kinderzitjes
(baby- of kinderzitje vastgezet met ISOfix (ECE R44))
ISOfix-baby- of kinderzitjes worden onderverdeeld in verschillende
“grootteklassen”. Overeenkomstig deze “grootteklassen” mag u het
zitje gebruiken op de in de onderstaande tabel aangegeven zitposi-
tie. Raadpleeg de handleiding van het baby- of kinderzitje voor de
“grootteklasse” en “gewichtsgroep” van uw zitje.
Als uw baby- of kinderzitje geen “grootteklasse” heeft (of wanneer u
de informatie niet in de onderstaande tabel kunt vinden), raadpleeg
dan de “voertuiglijst” van het baby- of kinderzitje voor informatie
over de geschiktheid of informeer bij de verkoper van uw kinder-
zitje.
Grootteklasse Beschrijving
A
In de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje,
volledige hoogte
B In de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje, verlaagd
B1 In de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje, verlaagd
C
Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje,
volledig formaat
D
Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje,
kleiner formaat
E Tegen de rijrichting in geplaatst babyzitje
F Naar links gericht babyzitje (reiswieg)
G Naar rechts gericht babyzitje (reiswieg)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 71 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
72
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Verklaring van lettercodes in de bovenstaande tabel:
X: Zitpositie niet geschikt voor ISOfix-baby- of kinderzitjes in deze
gewichtsgroep en/of grootteklasse.
IUF: Geschikt voor een in de rijrichting geplaatst universeel ISOfix-
baby- of kinderzitje dat is goedgekeurd voor gebruik in deze
gewichtsgroep.
IL: Geschikt voor een ISOfix-baby- of kinderzitje uit de categorie
“specifieke voertuigen”, “beperkt” of “semi-universeel” dat is
goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
Gewichts-
groepen
Grootte-
klasse
Zitpositie
Aanbevolen
baby- en kinder-
zitjes
Voorstoel Achterstoel
Passa-
giersstoel
Buitenste Midden
Reiswieg
FXXX
GXXX
0
Minder dan
10 kg
EX IL X
TOYOTA G 0+,
BABYSAFE
PLUS met
ISOFIX-
BEVESTIGING,
BASE
PLATFORM
TOYOTA MINI
TOYOTA MIDI
0+
Minder dan
13 kg
EX IL X
DX IL X
TOYOTA MINI
TOYOTA MIDI
CX IL X
I
9 - 18 kg
DX IL X
CX IL X
BX
IUF
*
IL*
XTOYOTA MIDI
B1 X
IUF
*
IL*
X
TOYOTA DUO+
TOYOTA MIDI
AX
IUF
*
IL*
XTOYOTA MIDI
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 72 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
73
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
*: Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun indien deze de werking van het
baby- of kinderzitje hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de hoogste stand.
Bij het vastzetten van sommige typen baby- of kinderzitjes op de ach-
terstoel kunnen de veiligheidsgordels op de plaatsen naast het zitje
mogelijk niet goed worden gebruikt en komen ze mogelijk in aanra-
king met het zitje. Ook kan de werking van de veiligheidsgordel nega-
tief worden beïnvloed. Draag uw veiligheidsgordel goed aansluitend
over uw schouder en laag over uw heupen. Wanneer dit niet het geval
is of wanneer hij in aanraking komt met het zitje, ga dan ergens
anders zitten. Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen
kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
De in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes zijn mogelijk niet ver-
krijgbaar buiten de EU.
Verstel bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje op de achter-
stoelen de voorstoel zodanig dat deze niet in aanraking komt met
het kind of het baby- of kinderzitje.
Vergrendel bij gebruik van een
zitje van het type TOYOTA G
0+, BABYSAFE PLUS met
ISOFIX-BEVESTIGING, BASE
PLATFORM de steunpoot op
het punt waar de 4e opening
gedeeltelijk zichtbaar is.
Wanneer een TOYOTA MINI- of TOYOTA MIDI-zitje wordt gebruikt,
past u de steunpoot en de ISOfix-koppelingen als volgt aan:
Vergrendel de ISOfix-koppe-
lingen bij nr. 4.
Vergrendel de steunpoot op
het punt waar 4 openingen
zichtbaar zijn.
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 73 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
74
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Tabel m.b.t. geschiktheid i-Size baby- en kinderzitjes vastgezet
met ISOfix (ECE R129)
Als uw baby- of kinderzitje een “i-Size” zitje is, kunt u het plaatsen
op de in de onderstaande tabel aangegeven posities i-U.
De categorie van baby- of kinderzitjes staat in de handleiding van
het baby- of kinderzitje.
Verklaring van lettercodes in de bovenstaande tabel:
X: Niet geschikt voor gebruik met i-Size baby- of kinderzitjes.
i-U: Geschikt voor een in de rijrichting of tegen de rijrichting in
geplaatst “universeel” i-Size baby- of kinderzitje.
*: Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun indien deze de werking van het
baby- of kinderzitje hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de hoogste stand.
Bij het vastzetten van sommige typen baby- of kinderzitjes op de ach-
terstoel kunnen de veiligheidsgordels op de plaatsen naast het zitje
mogelijk niet goed worden gebruikt en komen ze mogelijk in aanra-
king met het zitje. Ook kan de werking van de veiligheidsgordel nega-
tief worden beïnvloed. Draag uw veiligheidsgordel goed aansluitend
over uw schouder en laag over uw heupen. Wanneer dit niet het geval
is of wanneer hij in aanraking komt met het zitje, ga dan ergens
anders zitten. Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen
kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
Verstel bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje op de achter-
stoelen de voorstoel zodanig dat deze niet in aanraking komt met
het kind of het baby- of kinderzitje.
Zitpositie
Voorstoel Achterstoel
Passagiersstoel Buitenste Middelste
i-Size baby- en
kinderzitjes
X i-U* X
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 74 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
75
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Plaatsen met ISOfix-bevestigingssysteem (ISOfix-baby- of kin-
derzitje)
Plaats het baby- of kinderzitje aan de hand van de bijgesloten
handleiding.
Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun indien deze de plaatsing
van het baby- of kinderzitje hindert. Zet anders de hoofdsteun in
de hoogste stand. (Blz. 172)
Controleer de posities van de
speciale stangen en plaats
het zitje op de stoel.
De stangen bevinden zich in de
opening tussen de zitting en de
rugleuning.
Beweeg het baby- of kinderzitje na het plaatsen naar achteren en
naar voren om te controleren of het goed vastzit. (Blz. 68)
1
2
WAARSCHUWING
Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.
Controleer bij het gebruik van de onderste bevestigingspunten of er geen
vreemde voorwerpen rond de bevestigingspunten aanwezig zijn en of de
gordel niet klem zit achter het baby- of kinderzitje.
Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 75 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
76
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Bevestigingssteunen (bovenste gordel)
De buitenste zitplaatsen achter zijn voorzien van bevestigingssteu-
nen.
Gebruik de bevestigingssteunen bij het vastmaken van de boven-
ste gordel.
Bovenste gordel vastmaken aan de bevestigingssteun
Plaats het baby- of kinderzitje aan de hand van de bijgesloten
handleiding.
Zet de hoofdsteun in de
hoogste stand.
Verwijder indien mogelijk de
hoofdsteun indien deze de
plaatsing van het baby- of kin-
derzitje of de bovenste gordel
hindert. (Blz. 172)
Gebruik van een bevestigingssteun (bovenste gordel)
Sedan Wagon
Bevestigingssteunen
Bovenste
gordel
Bevestigingssteunen
Bovenste gordel
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 76 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
77
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Open het klepje van de bevestigingssteun, zet de haak vast aan
de bevestigingssteun en trek de bovenste gordel aan.
Controleer of de bovenste gordel goed vastzit. (Blz. 172)
Wanneer u het baby- of kinderzitje plaatst terwijl de hoofdsteun omhoog
staat, zorg er dan voor dat de bovenste gordel onder de hoofdsteun
door loopt.
2
Sedan Wagon
Haak
Bovenste gordel
Haak
Bovenste
gordel
WAARSCHUWING
Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Bevestig de bovenste gordel stevig en controleer of de gordel niet
gedraaid is.
Bevestig de bovenste gordel uitsluitend aan de bevestigingssteun.
Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.
Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
Wanneer u het baby- of kinderzitje plaatst terwijl de hoofdsteun omhoog
staat, nadat de hoofdsteun omhoog is gezet en de bevestigingssteun ver-
volgens is vastgemaakt, zet de hoofdsteun dan niet in een lagere stand.
OPMERKING
Bevestigingssteunen (bovenste gordel)
Sluit de klep wanneer de bevestigingssteun niet wordt gebruikt. Wanneer
de klep open blijft, kan deze beschadigd raken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 77 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
78
1-3. Antidiefstalsysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Startblokkering
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Het controlelampje gaat knippe-
ren als de sleutel uit het contact-
slot is verwijderd, om aan te
geven dat het systeem is inge-
schakeld.
Het controlelampje stopt met knip-
peren als de geregistreerde sleu-
tel in het contactslot is gestoken
om aan te geven dat het systeem
is uitgeschakeld.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Het controlelampje knippert nadat het contact UIT is gezet om aan te
geven dat het systeem in werking is.
Het controlelampje houdt op met knipperen als het contact in stand
ACC of AAN is gezet om aan te geven dat het systeem is uitgescha-
keld.
De sleutels van de auto zijn uitgerust met ingebouwde transpon-
derchips die voorkomen dat de motor gestart kan worden met
een sleutel die niet in een eerder stadium geregistreerd is in de
boordcomputer van de auto.
Dit systeem is ontworpen om autodiefstal te voorkomen, maar abso-
lute beveiliging tegen elke vorm van diefstal kan niet worden gega-
randeerd.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 78 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
79
1-3. Antidiefstalsysteem
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrije startblokkering.
Omstandigheden waardoor het systeem mogelijk niet goed werkt
Als de greep van de sleutel tegen een metalen voorwerp wordt gehouden
Als de sleutel dicht bij of tegen een sleutel met ingebouwde transponderchip
van een andere auto wordt gehouden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 79 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
80
1-3. Antidiefstalsysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Certificatie voor startblokkering (auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 80 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
81
1-3. Antidiefstalsysteem
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 81 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
82
1-3. Antidiefstalsysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 82 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
83
1-3. Antidiefstalsysteem
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Certificatie voor startblokkering (auto's met Smart entry-systeem en
startknop)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 83 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
84
1-3. Antidiefstalsysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 84 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
85
1-3. Antidiefstalsysteem
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 85 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
86
1-3. Antidiefstalsysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het systeem goed werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na veranderen of verwijderen kan
de juiste werking van het systeem niet worden gegarandeerd.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 86 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
87
1
1-3. Antidiefstalsysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Supervergrendeling
Auto's die met dit systeem zijn uit-
gerust, zijn voorzien van labels op
de ruiten van de beide voorportie-
ren.
Zet het contact UIT, laat alle passagiers uitstappen en controleer of
alle portieren zijn gesloten.
Gebruik van de instapfunctie (auto's met Smart entry-systeem en
startknop):
Raak binnen 5 seconden 2 keer de vergrendelsensor op de buiten-
portiergreep aan.
Met de afstandsbediening:
Druk tweemaal binnen 5 seconden op .
Gebruik van de instapfunctie (auto's met Smart entry-systeem en
startknop):
Houd de buitenportiergreep van het bestuurdersportier ingedrukt.
Met de afstandsbediening:
Druk op .
: Indien aanwezig
Toegang door onbevoegden wordt voorkomen door het ontgren-
delen van de portieren zowel van buitenaf als van binnenuit
onmogelijk te maken.
Inschakelen van de supervergrendeling
Uitschakelen van de supervergrendeling
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 87 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
88
1-3. Antidiefstalsysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen voor de supervergrendeling
Schakel de supervergrendeling nooit in als er zich nog personen in de auto
bevinden, omdat de portieren dan niet van binnenuit kunnen worden
geopend.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 88 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
89
1
1-3. Antidiefstalsysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Alarm
Met licht en geluid worden alarmsignalen gegeven wanneer er een
inbraakpoging wordt gedetecteerd.
Het ingeschakelde alarmsysteem wordt onder de volgende omstan-
digheden geactiveerd:
Een vergrendeld portier of vergrendelde achterklep wordt anders
dan met de instapfunctie (auto's met Smart entry-systeem en start-
knop) of de afstandsbediening ontgrendeld of geopend. (De portie-
ren zullen automatisch opnieuw worden vergrendeld.)
De motorkap wordt geopend.
Indien aanwezig, signaleert de inbraaksensor een beweging in de
auto. (Iemand dringt de auto binnen.)
Sluit de portieren, de achterklep
en de motorkap en vergrendel alle
portieren.
Na 30 seconden wordt het sys-
teem automatisch ingeschakeld.
Het systeem is ingeschakeld zodra
het controlelampje niet meer con-
stant brandt maar knippert.
Het alarm kan op een van de volgende manieren worden gedeacti-
veerd.
Ontgrendel de portieren of de achterklep met de instapfunctie
(auto's met Smart entry-systeem en startknop) of de afstandsbedie-
ning.
Start de motor. (Het alarm wordt na enkele seconden gedeactiveerd
of uitgeschakeld.)
: Indien aanwezig
Het alarm
Inschakelen van het alarmsysteem
Deactiveren of uitschakelen van het alarm
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 89 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
90
1-3. Antidiefstalsysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrij alarmsysteem.
Zaken die gecontroleerd moeten worden alvorens de auto te vergrende-
len
Controleer onderstaande zaken om ongewild activeren van het alarm en dief-
stal te voorkomen:
Er is niemand in de auto.
De ruiten zijn gesloten voordat het alarm wordt ingeschakeld.
Er zijn geen waardevolle spullen of persoonlijke zaken in de auto achterge-
bleven.
Activeren van het alarm
Het alarm wordt in de volgende gevallen mogelijk geactiveerd.
(Het alarmsysteem wordt door het stoppen van het alarm uitgeschakeld.)
Een portier wordt met de sleutel ont-
grendeld.
Iemand in de auto opent een portier of
de motorkap.
De accu wordt opgeladen of vervangen
terwijl de auto is vergrendeld.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 90 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
91
1-3. Antidiefstalsysteem
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Als de accu is losgenomen
Schakel het alarmsysteem uit.
Als de accu wordt losgenomen voordat het alarm is uitgeschakeld, kan het
alarmsysteem afgaan als de accu weer wordt aangesloten.
Door alarmsysteem bediende portiervergrendeling
Als het alarm in werking is, worden de portieren automatisch vergrendeld
om potentiële indringers buiten de auto te houden.
Laat de sleutel niet in de auto liggen als het alarm in werking is en zorg
ervoor dat de sleutel zich niet in de auto bevindt als de accu wordt opgela-
den of vervangen.
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het systeem goed werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na veranderen of verwijderen kan
de juiste werking van het systeem niet worden gegarandeerd.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 91 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
92
1-3. Antidiefstalsysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
De inbraaksensor signaleert indringers of een beweging in de auto.
Het alarm wordt geactiveerd wanneer een indringer of een beweging
wordt gesignaleerd.
Dit systeem is ontworpen om diefstal te voorkomen, maar een opti-
male beveiliging tegen elke vorm van inbraak kan niet worden gega-
randeerd.
Inschakelen van de inbraaksensor
Als het alarm wordt ingeschakeld, wordt de inbraaksensor automa-
tisch ingesteld. (Blz. 89)
Uitschakelen van de inbraaksensor
Als u huisdieren of bewegende voorwerpen in de auto achterlaat,
moet u ervoor zorgen dat u de inbraaksensor uitschakelt voordat u
het alarm instelt, omdat deze sensor reageert op bewegingen in de
auto.
Zet het contact UIT.
Druk op de uitschakeltoets
van de inbraaksensor.
Wanneer deze toets opnieuw
wordt ingedrukt, wordt de
inbraaksensor weer geacti-
veerd.
Uitschakelen en automatisch opnieuw inschakelen van de inbraaksen-
sor
Het alarm kan zelfs worden ingeschakeld wanneer de inbraaksensor is uit-
geschakeld.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Nadat de inbraaksensor is
uitgeschakeld, kan deze opnieuw worden ingeschakeld door het contact UIT
te zetten of door de portieren met de afstandsbediening te ontgrendelen.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Nadat de inbraaksensor is
uitgeschakeld, kan deze opnieuw worden ingeschakeld door op de start-
knop te drukken of door de portieren met de instapfunctie of de afstandsbe-
diening te ontgrendelen.
De inbraaksensor wordt automatisch opnieuw ingeschakeld wanneer het
alarmsysteem is uitgeschakeld.
Inbraaksensor (indien aanwezig)
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 92 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
93
1-3. Antidiefstalsysteem
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Informatie over de inbraaksensor
De sensor activeert in de volgende gevallen mogelijk het alarm:
Er bevinden zich onstabiele voorwerpen, zoals loshangende accessoires of
kleding aan kledinghaakjes, in de auto.
Er is een portierruit geopend.
De auto staat in een wasstraat of een hogedruk-wasinstallatie.
De auto is blootgesteld aan schokken die het gevolg zijn van hagel, onweer
of andere van buitenaf komende herhaalde schokken of trillingen.
Er bevinden zich nog personen of huis-
dieren in de auto.
De auto is geparkeerd op een plek waar
extreme trillingen of geluiden optreden,
zoals in een parkeergarage.
Er wordt ijs of sneeuw van de auto ver-
wijderd, waardoor de auto herhaaldelijk
wordt blootgesteld aan schokken of tril-
lingen.
De wind of iets vergelijkbaars zorgt
ervoor dat een ruitfolie beweegt.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 93 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
94
1-3. Antidiefstalsysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Verklaring
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 94 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
95
1-3. Antidiefstalsysteem
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 95 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
96
1-3. Antidiefstalsysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 96 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
97
2
Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
2. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes en
controlelampjes .................98
Meters en tellers ................104
Multi-informatiedisplay
(met monochroom-
display) ............................108
Multi-informatiedisplay
(met kleurendisplay) ........111
Informatie over
brandstofverbruik.............117
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 97 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
98
2. Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Waarschuwingslampjes en controlelampjes
Auto's met monochroomdisplay
Auto's met kleurendisplay
De waarschuwingslampjes en controlelampjes op het instru-
mentenpaneel en middenpaneel informeren de bestuurder over
de status van de diverse systemen in de auto.
Om de functie van alle lampjes uit te leggen, zijn in de volgende
afbeelding alle controle- en waarschuwingslampjes brandend
afgebeeld.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 98 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
99
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
De eenheden die op de snelheidsmeter, de toerenteller en enkele
controlelampjes worden aangegeven, kunnen per motor, transmissie,
enz. verschillend zijn.
Waarschuwingslampjes informeren de bestuurder over storingen in
de systemen van de auto.
Waarschuwingslampjes
*
1
(rood)
Waarschuwingslampje
remsysteem
(Blz. 526)
*
1, 2
(diesel-
motor)
Controlelampje uitge-
schakeld Stop & Start-
systeem (Blz. 528)
*
1
Motorcontrolelampje
(Blz. 526)
*
1
Waarschuwingslampje
elektrische stuurbe-
krachtiging
(Blz. 527)
*
1
Waarschuwingslampje
SRS (Blz. 526)
Waarschuwingslampje
laag brandstofniveau
(Blz. 528)
*
1
Waarschuwingslampje
ABS (Blz. 527)
Controlelampje
veiligheidsgordel
(Blz. 528)
*
1
(geel)
Waarschuwingslampje
remsysteem
(Blz. 527)
Controlelampjes
veiligheidsgordels
achterpassagier
(op het centrale paneel)
(Blz. 528)
*
1, 2
(indien
aanwezig)
Waarschuwingslampje
PCS (Blz. 527)
Waarschuwingslampje
parkeerrem
(Blz. 529)
*
1, 2
(indien
aanwezig)
Controlelampje
AFS OFF (Blz. 528)
*
1
Centraal
waarschuwingslampje
(Blz. 529)
*
1
Controlelampje Traction
Control (Blz. 528)
*
1
(indien
aanwezig)
Waarschuwingslampje
lage bandenspanning
(Blz. 529)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 99 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
100
2. Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
*
1
: Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan te
geven dat er een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze doven nadat de
motor is aangeslagen of nadat er enkele seconden verstreken zijn. Er kan
een storing in een systeem aanwezig zijn als een lampje niet gaat branden
of niet dooft. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
*
2
: Het lampje knippert om een storing aan te geven.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 100 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
101
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
De controlelampjes informeren de bestuurder over de bedrijfsstatus
van de verschillende systemen van de auto.
Controlelampjes
Controlelampje
richtingaanwijzers
(Blz. 228)
Controlelampje antidief-
stalsysteem (in het cen-
trale paneel) (Blz. 78)
Controlelampje
grootlicht (Blz. 233)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
cruise control
(Blz. 287)
Controlelampje
achterlicht (Blz. 232)
*
4
(indien
aanwezig)
Controlelampje
cruise control
SET (Blz. 287)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
mistlampen voor
(Blz. 240)
*
4
(indien
aanwezig)
Controlelampje
snelheidsbegrenzer
(Blz. 290)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
mistachterlicht
(Blz. 240)
*
4
(indien
aanwezig)
Controlelampje LDA
(Lane Departure Alert)
(Blz. 270)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
Automatic High Beam-
systeem (Blz. 276)
*
1, 3
(indien
aanwezig)
Controlelampje
AFS OFF (Blz. 234)
*
1, 2
Controlelampje Traction
Control (Blz. 305)
*
1, 4
(indien
aanwezig)
ECO-controlelampje
(Blz. 103)
*
1, 3
Controlelampje
VSC OFF (Blz. 305)
*
1, 4
(diesel-
motor)
Controlelampje
Stop & Start-systeem
(Blz. 293)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 101 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
102
2. Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
*
1
: Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan te
geven dat er een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze doven nadat de
motor is aangeslagen of nadat er enkele seconden verstreken zijn. Er kan
een storing in een systeem aanwezig zijn als een lampje niet gaat branden
of niet dooft. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
*
2
: Het lampje knippert om aan te geven dat het systeem in werking is.
*
3
: Het lampje gaat branden wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
*
4
: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
*
5
: Bij auto's met een kleurendisplay brandt dit lampje op het multi-informatie-
display.
(diesel-
motor)
Controlelampje
voorgloeien (Blz. 209)
*
1, 3, 5
(diesel-
motor)
Controlelampje
uitgeschakeld
Stop & Start-systeem
(Blz. 293)
*
1
(indien
aanwezig)
Controlelampje
Auto P UIT (Blz. 230)
*
1, 3
(indien
aanwezig)
Waarschuwingslampje
PCS (Blz. 260)
*
4
(indien
aanwezig)
Schakelstandindicator
(Blz. 222)
*
5
(indien
aanwezig)
Controlelampje SPORT
(Blz. 220)
*
4
(indien
aanwezig)
Schakelstandindicator
(Blz. 222)
Waarschuwingslampje
parkeerrem
(Blz. 229)
*
1, 4
(indien
aanwezig)
Schakeladviesindicator
(Blz. 225)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
lage buitentemperatuur
(Blz. 107)
Controlelampje
PASSENGER
AIRBAG (in het
centrale paneel)
(Blz. 52)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 102 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
103
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
ECO-controlelampje (indien aanwezig)
De auto rijdt in de sportmodus (Blz. 220)
De paddle shift-schakelaar, indien aanwezig, wordt bediend terwijl de selec-
tiehendel in stand D staat
De rijsnelheid is ongeveer 130 km/h of hoger.
Tijdens milieuvriendelijk accelereren
(ECO-rijden) gaat het ECO-controle-
lampje branden. Wanneer de acceleratie
buiten de ECO-zone valt en wanneer de
auto tot stilstand komt, gaat het lampje
uit.
In de volgende gevallen werkt het ECO-
controlelampje niet:
De selectiehendel staat in een andere
stand dan D.
WAARSCHUWING
Als een waarschuwingslampje van een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van een veiligheidssysteem zoals de waarschuwingslamp-
jes ABS en SRS niet gaan branden als u de motor start, kan dat betekenen
dat deze systemen niet beschikbaar zijn om u te beschermen in geval van
een ongeval, waardoor ernstig letsel zou kunnen ontstaan. Laat de auto
onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
als dit gebeurt.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 103 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
104
2. Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Meters en tellers
Auto's met monochroomdisplay
Auto's met kleurendisplay
De eenheden die op de snelheidsmeter zijn aangegeven, kunnen per
regio verschillen.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 104 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
105
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Toerenteller
Geeft het motortoerental aan in omwentelingen per minuut.
Multi-informatiedisplay
Geeft de bestuurder een aantal gegevens met betrekking tot het rijden.
(Blz. 108, 111)
Snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid aan.
Brandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in de tank aanwezig is.
Klok
Geeft de tijd aan.
Weergave buitentemperatuur
Blz. 107
1
2
3
4
5
6
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 105 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
106
2. Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Weergave kilometerteller en dagteller
Geeft de volgende zaken weer.
Kilometerteller
Geeft de totale afstand weer die met de auto gereden is.
Dagteller
Geeft de afstand weer die met de auto gereden is sinds de teller de laat-
ste keer op nul is gezet. Dagteller A en B kunnen onafhankelijk van
elkaar worden gebruikt en verschillende afstanden weergeven.
Informatie over benodigd onderhoud (1WW en 2WW motor)
Geeft de afstand aan tot de motorolie moet worden ververst. Als “-”
wordt weergegeven vóór de afstand, betekent dat dat de olie al ververst
had moeten zijn. Laat de motorolie verversen door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Geeft de informatie over het benodigde onderhoud weer wanneer het
contact AAN staat.
Methode voor resetten van de informatie over het benodigde onder-
houd (Blz. 455)
Werkingsduur Stop & Start-systeem (1WW en 2WW motor met
monochroomdisplay)
Geeft de tijd aan dat de motor is gestopt door werking van het Stop &
Start-systeem tijdens de huidige rit.
Totale werkingsduur Stop & Start-systeem (1WW en 2WW motor
met monochroomdisplay)
Geeft de totale tijd aan dat de motor is gestopt door de werking van het
Stop & Start-systeem sinds het systeem voor het laatst is gereset.
Werkingsduur Stop & Start-systeem (1WW en 2WW motor met
kleurendisplay)
Geeft de verstreken tijd weer sinds het stoppen van de motor tot het
herstarten van de motor door het Stop & Start-systeem.
Display dimmer dashboardverlichting (auto's met monochroom-
display)
Geeft het display voor de regeling van de instrumentenverlichting weer.
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur weer.
7
8
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 106 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
107
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Wanneer u op de toets ODO/TRIP
drukt, wordt geschakeld tussen de
onderwerpen op het display van
de kilometerteller en de dagteller.
Als de dagteller wordt weergege-
ven, wordt deze gereset als de
toets ODO/TRIP ingedrukt wordt
gehouden.
Wanneer het display van de dim-
mer van de dashboardverlichting
wordt weergegeven, kunt u de
helderheid van de instrumenten-
verlichting afstellen door de toets
ODO/TRIP ingedrukt te houden
terwijl de achterlichten branden.
Tellers en display worden verlicht als
Het contact AAN staat.
Weergave buitentemperatuur
Onder de volgende omstandigheden wordt mogelijk niet de juiste buiten-
temperatuur weergegeven of duurt het langer voordat de weergave wordt
gewijzigd.
Wanneer de auto stilstaat of met lage snelheid rijdt (lager dan 20 km/h)
Wanneer de buitentemperatuur plotseling verandert (bijvoorbeeld bij het
in- of uitrijden van een garage of tunnel)
Wanneer -- wordt weergegeven, is het systeem mogelijk defect.
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Het temperatuurbereik dat kan worden weergegeven, loopt van -40°C tot
50°C
Wanneer de buitentemperatuur tot onder 3°C daalt, gaat het controlelampje
lage buitentemperatuur knipperen.
De weergave wijzigen
OPMERKING
Voorkomen van schade aan de motor en onderdelen ervan
Laat de naald van de toerenteller niet in het rode gebied komen dat het
maximumtoerental aangeeft.
Als de naald van de koelvloeistoftemperatuurmeter in het rode gebied (H)
staat, kan de motor oververhit zijn. Breng in dat geval de auto zo snel
mogelijk op een veilige plaats tot stilstand en controleer de motor nadat
deze volledig is afgekoeld. (Blz. 596)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 107 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
108
2. Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Multi-informatiedisplay (met monochroom-
display)
Het multi-informatiedisplay verschaft de bestuurder uiteenlopende rij-
gerelateerde informatie.
Rij-informatie
Waarschuwingsmeldingen
(Blz. 533)
ECO-indicator (Blz. 109)
De onderwerpen die op het dis-
play worden weergegeven, kun-
nen worden gewijzigd door op de
toets DISP te drukken.
Het gemiddelde brandstofver-
bruik en het huidige brandstof-
verbruik
Geeft het gemiddelde brand-
stofverbruik aan sinds de laat-
ste reset van de functie.
De functie kan worden gereset door de toets DISP langer dan een
seconde in te drukken als het gemiddelde brandstofverbruik wordt
weergegeven.
Het weergegeven gemiddelde brandstofverbruik is een globale waarde.
Geeft het actuele brandstofverbruik aan.
Het weergegeven actuele brandstofverbruik is een globale waarde.
Actieradius
Geeft de geschatte maximale afstand aan die nog met de in de tank
aanwezige brandstof kan worden gereden.
Deze afstand wordt berekend op basis van het gemiddelde brandstofver-
bruik. Hierdoor kan de werkelijke afstand die nog kan worden gereden,
afwijken van de weergegeven afstand.
Als er een kleine hoeveelheid brandstof wordt getankt, wordt de weergave
mogelijk niet bijgewerkt.
Informatie op display
Rij-informatie
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 108 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
109
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Zet wanneer u gaat tanken het contact UIT.
Als er wordt getankt terwijl het contact niet UIT staat, wordt het display
mogelijk niet bijgewerkt.
Gemiddelde rijsnelheid
Geeft de gemiddelde rijsnelheid aan sinds de laatste keer dat de
motor is gestart.
Verstreken tijd
Geeft de verstreken tijd weer sinds het starten van de motor.
Instellen
De instellingen van de volgende items kunnen worden gewijzigd.
•Taal
Hiermee kan de taal op het display worden gewijzigd. (
Blz. 625)
Eenheden
Hiermee kunnen de eenheden voor het brandstofverbruik en de buitentem-
peratuur worden gewijzigd. (
Blz. 625)
ECO-controlelampje
Hiermee kunt u het ECO-controlelampje in- en uitschakelen. (
Blz. 109)
Stop & Start-systeem
Hiermee kunt u de instelling van het Stop & Start-systeem wijzigen.
(
Blz. 293)
•Klok
Hiermee kunt u de uren en minuten instellen. (
Blz. 110)
Tijdsweergave
Hiermee kunt u de tijdsweergave wijzigen.
Bandenspanningswaarschuwingssysteem
Hiermee kunt u het bandenspanningswaarschuwingssysteem instellen.
(
Blz. 466)
Gemiddeld brandstofverbruik en ECO-indicator (indien aanwezig)
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik weer sinds de functie is
gereset.
Geeft de ECO-zone weer en de mate van milieuvriendelijk rijden op
basis van de acceleratie.
ECO-indicator (indien aanwezig)
ECO-zone
Geeft de ECO-zone weer en de mate van
milieuvriendelijk rijden op basis van de
acceleratie.
Mate van milieuvriendelijk rijden op
basis van acceleratie
Als de acceleratie de bovengrens van de
ECO-zone overschrijdt, gaat de rechterzijde
van de ECO-indicator knipperen en gaat het
ECO-controlelampje uit. (
Blz. 103)
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 109 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
110
2. Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Bij het losnemen en aansluiten van de accukabels
De volgende gegevens worden gereset:
Verstreken tijd
Gemiddeld brandstofverbruik
Actieradius
Gemiddelde rijsnelheid
LCD-scherm
Op het scherm kunnen kleine vlekjes of lichte puntjes verschijnen. Dit ver-
schijnsel is kenmerkend voor LCD-schermen en u kunt het scherm zonder
problemen blijven gebruiken.
Het instellingenscherm automatisch uitschakelen
In de volgende situaties wordt het instellingenscherm uitgeschakeld.
Wanneer er een melding verschijnt
Wanneer de auto begint te rijden
Instellen van de klok
De klok kan worden ingesteld m.b.v. het instelmenu.
Wacht na het instellen van de minuten 5 seconden totdat de balk niet meer
wordt weergegeven en controleer of de minuten zijn ingevoerd.
Druk op de toets DISP om de uren in te
stellen.
Wacht na het instellen van de uren 5
seconden totdat de balk niet meer wordt
weergegeven en controleer of de uren
zijn ingevoerd.
Druk op de toets DISP om de minuten
in te stellen.
WAARSCHUWING
Informatiedisplay bij lage temperaturen
Laat het interieur van de auto op temperatuur komen alvorens het display te
gebruiken. Bij extreem lage temperaturen kan het display trager reageren
en worden wijzigingen mogelijk met enige vertraging weergegeven.
Zo kan er bijvoorbeeld een vertraging ontstaan tussen het schakelen door
de bestuurder en de weergave van de ingeschakelde versnelling op het dis-
play. Deze vertraging kan de bestuurder doen besluiten nogmaals terug te
schakelen, waardoor er snel en te sterk op de motor wordt afgeremd en er
een aanrijding kan ontstaan, mogelijk met ernstig letsel tot gevolg.
Waarschuwing bij het instellen van het display
Aangezien de motor tijdens het instellen van het display moet draaien, dient
de auto te worden geparkeerd op een plaats met voldoende ventilatie. In
een afgesloten ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaatgassen die het
schadelijke koolmonoxide (CO) bevatten, zich ophopen en in de auto
terechtkomen. Dit kan zeer schadelijk zijn voor de gezondheid.
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 110 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
111
2
2. Instrumentenpaneel
Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Multi-informatiedisplay (met kleuren-
display)
Het multi-informatiedisplay verschaft de bestuurder uiteenlopende
gegevens met betrekking tot de auto.
Menu-iconen
Geeft de volgende informatie
weer wanneer een icoon is
geselecteerd. (Blz. 112)
Afhankelijk van de situatie
wordt bepaalde informatie
mogelijk automatisch weerge-
geven.
Rij-informatie
Hiermee kunnen allerlei gegevens met betrekking tot het rijden wor-
den weergegeven. (Blz. 112)
Aan navigatiesysteem gekoppelde weergave (indien aanwezig)
Hiermee kan de volgende aan het navigatiesysteem gekoppelde
informatie worden weergegeven.
Routebegeleiding
Kompasdisplay (weergave noorden boven/weergave rijrichting
boven)
Aan audiosysteem gekoppelde weergave (indien aanwezig)
Hiermee kunt u een audiobron of muziekstuk selecteren op het
instrumentenpaneel met behulp van de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel.
Informatie over ondersteunend systeem (indien aanwezig)
Hiermee kan de werkingsstatus van de volgende systemen worden
weergegeven:
LDA (Lane Departure Alert) (Blz. 270)
RSA (Road Sign Assist) (Blz. 282)
Weergave waarschuwingsmelding
Hiermee kunnen waarschuwingsmeldingen en te nemen maatrege-
len worden weergegeven als een storing wordt gesignaleerd.
(Blz. 533)
Informatie op display
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 111 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
112
2. Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Weergave instellingen
Hiermee kunnen de instellingen van de weergave van het instrumen-
tenpaneel en de bedieningsinstelling van bepaalde voertuigfuncties
worden gewijzigd. (Blz. 114)
Het multi-informatiedisplay wordt
bediend met de bedieningstoet-
sen van het instrumentenpaneel.
Enter/instellen
Een item selecteren/pagina wij-
zigen
Terugkeren naar het vorige
scherm
Actueel brandstofverbruik (zoneweergave/numerieke weergave)
*
1
Geeft het actuele brandstofverbruik aan.
Gemiddeld brandstofverbruik (sinds resetten
*
2
/sinds starten/sinds
tanken)
*
1
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik weer sinds respectievelijk
het resetten van de functie, het starten van de motor en het tanken
Het weergegeven gemiddelde brandstofverbruik is een globale waarde.
Werkingsduur Stop & Start-systeem (indien aanwezig) (sinds reset-
ten
*
2
/sinds starten)*
3
Geeft de tijd aan dat de motor is gestopt door de werking van het
Stop & Start-systeem sinds het systeem voor het laatst is gereset
en de motor werd gestart.
Gemiddelde rijsnelheid (sinds resetten
*
2
/sinds starten)*
1
Geeft de gemiddelde rijsnelheid weer sinds respectievelijk het
resetten van de functie en het starten van de motor
Verstreken tijd (sinds resetten
*
2
/sinds starten)*
1
Geeft de verstreken tijd weer sinds respectievelijk het resetten van
de functie en het starten van de motor
Bedienen van de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel
1
2
3
Rij-informatie
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 112 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
113
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Afstand (actieradius/sinds starten)*
1
Geeft respectievelijk de berekende maximale afstand weer die nog
kan worden gereden met de resterende brandstof en de gereden
afstand sinds het starten van de motor
Deze afstand wordt berekend op basis van het gemiddelde
brandstofverbruik. Hierdoor kan de werkelijke afstand die nog
kan worden gereden, afwijken van de weergegeven afstand.
Als er een kleine hoeveelheid brandstof wordt getankt, wordt de
weergave mogelijk niet bijgewerkt.
Zet bij het tanken het contact UIT. Als brandstof wordt getankt
terwijl het contact niet UIT staat, wordt het display mogelijk niet
bijgewerkt.
Display uit
Er wordt een leeg scherm weergegeven.
*
1
: Kan worden geregistreerd als Rij-informatie 1 en 2. (Blz. 114)
*
2
: Resetprocedures:
Selecteer een te resetten functie m.b.v. de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel en houd vervolgens ingedrukt om te resetten.
Als er meer dan één te resetten functie is, worden er naast die functies
selectievakjes weergegeven.
*
3
: Kan worden geregistreerd als Rij-informatie 3. (Blz. 114)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 113 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
114
2. Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
De instellingen van de volgende items kunnen worden gewijzigd. Zie
Blz. 625.
Bij functies die in- of uitgeschakeld kunnen worden, wordt iedere keer als
op wordt gedrukt, geschakeld tussen aan en uit.
(LDA [Lane Departure Alert])*
1
Hiermee kunt u de gevoeligheid van de LDA (Lane Departure Alert)
instellen.
(RSA [Road Sign Assist])*
1
Hiermee kunt u de RSA (Road Sign Assist) inschakelen/uitschake-
len.
AFS (Adaptive Front Lighting-systeem)
Hiermee kunt u het AFS (Adaptive Front Lighting-systeem) inscha-
kelen/uitschakelen.
(Klok)
Hiermee kunt u de tijd of tijdsweergave instellen.
(Dashboardverlichting)
Hiermee kunt u de helderheid van de dashboardverlichting instel-
len.
Instellingen
Selecteer het menu om de volgende zaken in te stellen.
Instellen (RSA [Road Sign Assist])
*
1
Hiermee kunt u de RSA (Road Sign Assist) instellen.
Instellen (Stop & Start-systeem)*
1
Hiermee kunt u de prioriteit van het Stop & Start-systeem instellen.
(Blz. 298)
Instellen (bandenspanningswaarschuwingssysteem)*
1
Hiermee kunt u het bandenspanningswaarschuwingssysteem instellen.
(Blz. 466)
Weergave instellingen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 114 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
115
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Eenheden
Hiermee kunnen de eenheden voor het brandstofverbruik en de buiten-
temperatuur worden gewijzigd.
(ECO-controlelampje)*
1
Hiermee kunt u het ECO-controlelampje in- en uitschakelen.
(
Blz. 103)
Rij-informatie 1 t/m 3
Hiermee kunnen maximaal 2 items worden geselecteerd die worden
weergegeven op een rij-informatiescherm. Er kunnen maximaal 3 rij-
informatieschermen worden ingesteld.
Pop-updisplay
Hiermee kunnen de pop-updisplays*
2
worden in-/uitgeschakeld. Deze
displays kunnen in bepaalde situaties verschijnen.
Initialisatie
Geregistreerde of gewijzigde instellingen van het instrumentenpaneel
worden gewist of naar de beginwaarden teruggezet.
Taal
Hiermee kan de taal op het display worden gewijzigd.
*
1
: Indien aanwezig
*
2
: Weergave van de werkingsduur van het Stop & Start-systeem (indien
aanwezig), weergave van de routebegeleiding van het aan het navigatie-
systeem gekoppelde systeem (indien aanwezig) en weergave van bin-
nenkomende oproepen van het handsfree-systeem (indien aanwezig).
Pop-updisplay
Onder bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer een schakelaar
wordt bediend, wordt tijdelijk een pop-updisplay weergegeven op het multi-
informatiedisplay.
De functie voor het pop-updisplay kan worden in- en uitgeschakeld.
Het instellingenscherm automatisch uitschakelen
In de volgende situaties wordt het instellingenscherm waarop instellingen met
de bedieningstoets van het instrumentenpaneel kunnen worden gewijzigd,
automatisch uitgeschakeld.
Wanneer er een waarschuwingsmelding verschijnt terwijl het instellingen-
scherm wordt weergegeven
Wanneer de auto begint te rijden terwijl het instellingenscherm wordt weer-
gegeven
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 115 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
116
2. Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
LCD-scherm
Op het scherm kunnen kleine vlekjes of lichte puntjes verschijnen. Dit ver-
schijnsel is kenmerkend voor LCD-schermen en u kunt het scherm zonder
problemen blijven gebruiken.
ECO-indicator (indien aanwezig)
Geeft de ECO-zone weer en de mate van
milieuvriendelijk rijden op basis van de
acceleratie.
ECO-zone
Mate van milieuvriendelijk rijden op
basis van acceleratie
Als de auto buiten de ECO-zone
terechtkomt, verdwijnt het groene
gebied en gaat het ECO-controlelampje
uit. ( Blz. 103)
WAARSCHUWING
Informatiedisplay bij lage temperaturen
Laat het interieur van de auto op temperatuur komen alvorens het informa-
tiedisplay te gebruiken. Bij extreem lage temperaturen kan het display tra-
ger reageren en worden wijzigingen mogelijk met enige vertraging
weergegeven.
Zo kan er bijvoorbeeld een vertraging ontstaan tussen het schakelen door
de bestuurder en de weergave van de ingeschakelde versnelling op het dis-
play. Deze vertraging kan de bestuurder doen besluiten nogmaals terug te
schakelen, waardoor er snel en te sterk op de motor wordt afgeremd en er
een aanrijding kan ontstaan, mogelijk met ernstig letsel tot gevolg.
Waarschuwing bij het instellen van het display
Aangezien de motor tijdens het instellen van het display moet draaien, dient
de auto te worden geparkeerd op een plaats met voldoende ventilatie. In
een afgesloten ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaatgassen die het
schadelijke koolmonoxide (CO) bevatten, zich ophopen en in de auto
terechtkomen. Dit kan zeer schadelijk zijn voor de gezondheid.
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 116 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
117
2
2. Instrumentenpaneel
Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Informatie over brandstofverbruik
Druk op de toets CAR en selecteer vervolgens “Reisinformatie” of
“Historische gegevens” op het scherm.
Gemiddelde rijsnelheid
Actieradius
Vorig brandstofverbruik per
minuut
Actueel brandstofverbruik
De reisinformatie resetten
Verstreken tijd
Scherm “Historische gegevens” weergeven
Het gemiddelde brandstofverbruik over de laatste 15 minuten wordt
door het gebruik van kleuren verdeeld in vorige gemiddelden en
gemiddelden sinds de laatste keer dat het contact AAN is gezet. Het
weergegeven gemiddelde brandstofverbruik is een globale waarde.
De volgende afbeeldingen zijn slechts voorbeelden en kunnen licht
afwijken van de werkelijke situaties.
: Indien aanwezig
De informatie over het brandstofverbruik kan worden weergege-
ven op het scherm van het navigatiesysteem of multimediasys-
teem.
Het scherm “Reisinformatie” of “Historische gegevens” weerge-
ven
Reisinformatie
1
2
3
4
5
6
7
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 117 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
118
2. Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Het beste gemeten brandstof-
verbruik
Het vorige gemeten brandstof-
verbruik
Actueel brandstofverbruik
Historische gegevens resetten
Historische gegevens bijwerken
Scherm “Reisinformatie” weer-
geven
De volgende afbeeldingen zijn slechts voorbeelden en kunnen licht
afwijken van de werkelijke situaties.
De gegevens resetten
Als u “Wissen” kiest op het scherm “Reisinformatie”, worden de reisinforma-
tiegegevens gereset.
Als u “Wissen” kiest op het scherm “Historische gegevens”, worden alle histo-
rische gegevens gereset.
De historische gegevens bijwerken
Als u “Updaten” kiest op het scherm “Historische gegevens”, worden de histo-
rische gegevens bijgewerkt.
Ook het gemiddelde brandstofverbruik dat op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven, wordt gelijktijdig gereset.
Actieradius
Geeft de geschatte maximale afstand aan die nog met de in de tank aanwe-
zige brandstof kan worden gereden.
Deze afstand wordt berekend op basis van het gemiddelde brandstofver-
bruik. Hierdoor kan de werkelijke afstand die nog kan worden gereden, afwij-
ken van de weergegeven afstand.
Historische gegevens
1
2
3
4
5
6
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 118 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
119
3
Bediening van
elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
3-1. Informatie over sleutels
Sleutels..............................120
3-2. Openen, sluiten en
vergrendelen van de
portieren
Portieren............................132
Achterklep (sedan).............139
Achterklep (wagon)............143
Smart entry-systeem
met startknop...................148
3-3. Verstellen van de stoelen
Voorstoelen........................166
Achterstoelen.....................168
Ergonomisch geheugen.....170
Hoofdsteunen ....................172
3-4. Verstellen van het stuurwiel
en de spiegels
Stuurwiel............................174
Binnenspiegel....................176
Buitenspiegels ...................179
3-5. Openen en sluiten van de
ruiten
Elektrisch bedienbare
ruiten................................182
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 119 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
120
3-1. Informatie over sleutels
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Sleutels
Bij de auto worden de volgende sleutels geleverd.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Sleutels
Gebruik van de afstandsbedie-
ningsfunctie
Plaatje met sleutelnummer
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Elektronische sleutels
Bedienen van het Smart entry-
systeem met startknop
(Blz. 148)
• Gebruik van de afstandsbedie-
ningsfunctie
Mechanische sleutels
Plaatje met sleutelnummer
De sleutels
1
2
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 120 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
121
3-1. Informatie over sleutels
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Vergrendelen van alle portie-
ren en de achterklep
(Blz. 133)
Ontgrendelen van de achter-
klep
Ontgrendelen van alle portieren
en de achterklep (Blz. 133)
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Vergrendelen van alle portie-
ren en de achterklep
(Blz. 133)
Ontgrendelen van alle portieren
en de achterklep (Blz. 133)
Ontgrendelen van de achter-
klep
Afstandsbediening
1
2
3
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 121 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
122
3-1. Informatie over sleutels
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Druk op de knop om de sleutel te
openen.
Druk, om de sleutel op te bergen,
op de knop en klap de sleutel in.
Neem de mechanische sleutel uit
de houder.
Bewaar de mechanische sleutel na
gebruik in de elektronische sleutel.
Zorg dat u de mechanische sleutel
en de elektronische sleutel bij u
hebt. Als de batterij van de elektro-
nische sleutel leeg is of de instap-
functie niet goed werkt, bent u op
de mechanische sleutel aangewe-
zen. (Blz. 588)
Als u een autosleutel bij een parkeerwachter moet achterlaten (auto met
rechtse besturing met Smart entry-systeem met startknop)
Vergrendel indien nodig het dashboardkastje. (Blz. 409)
Verwijder de mechanische sleutel voor eigen gebruik en geef alleen de elek-
tronische sleutel aan de parkeerwachter.
Als u uw sleutels verliest
Een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kan een nieuwe sleutel maken
met behulp van de andere originele sleutel en het sleutelnummer op uw
plaatje met sleutelnummer. Bewaar het plaatje met het sleutelnummer op een
veilige plaats buiten de auto, bijvoorbeeld in uw portemonnee.
Gebruik van de sleutel (indien aanwezig)
Gebruik van de mechanische sleutel (indien aanwezig)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 122 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
123
3-1. Informatie over sleutels
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Aan boord van een vliegtuig
Druk aan boord van een vliegtuig nooit op de knoppen van de sleutel met
afstandsbediening. Zorg dat de toetsen niet per ongeluk kunnen worden inge-
drukt als de sleutel zich bijvoorbeeld in uw tas bevindt. Als op de toetsen van
de sleutel wordt gedrukt, kunnen er radiogolven worden uitgezonden die de
werking van de vliegtuigsystemen kunnen verstoren.
Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
De afstandsbediening werkt in de volgende situaties mogelijk niet goed:
In de buurt van een televisiezendmast, radiozender, elektriciteitscentrale,
luchthaven of andere locatie waar sterke radiogolven of elektromagnetische
velden aanwezig zijn
Als u een draagbare radio, mobiele telefoon of ander draadloos communi-
catiemiddel bij u draagt
Als er meerdere elektronische sleutels in de buurt zijn
Wanneer de elektronische sleutel tegen een metalen voorwerp wordt
gehouden of erdoor wordt bedekt
Als er een andere sleutel met afstandsbediening (die ook radiogolven uit-
zendt) in de buurt wordt gebruikt
Als de elektronische sleutel in de buurt heeft gelegen van een elektrisch
apparaat, zoals een computer
Als een metalen coating of metalen voorwerpen aan de achterruit zijn
bevestigd
Sedan: Als een metalen voorwerp op de hoedenplank wordt geplaatst
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Blz. 152
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 123 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
124
3-1. Informatie over sleutels
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Levensduur sleutelbatterij
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Als de afstandsbediening niet werkt, is de batterij mogelijk leeg. Vervang de
batterij indien nodig. (Blz. 489)
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
De standaard levensduur van de batterij is 1 - 2 jaar. (De batterij raakt ook
ontladen als de elektronische sleutel niet wordt gebruikt.) Als het Smart
entry-systeem met startknop of de afstandsbediening niet werkt of als de
afstand waarbinnen het systeem werkt kleiner wordt, is de batterij mogelijk
ontladen. Vervang de batterij indien nodig. (Blz. 489)
Als de batterij bijna leeg is, klinkt een waarschuwingssignaal in de auto als
de motor wordt uitgezet. (Blz. 150, 548)
Houd, om de levensduur van de batterij niet nodeloos te bekorten, de elek-
tronische sleutel op een afstand van minimaal 1 m van de volgende elektri-
sche apparaten met een magnetisch veld:
Televisietoestellen
Computers
Mobiele telefoons, draadloze telefoons en batterijladers
Oplaadapparatuur voor draadloze en mobiele telefoons
Inductiekookplaten
Tafellampen
Vervangen van de
sleutelbatterij
Blz. 489
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijvoorbeeld van de afstandsbediening) kunnen worden
gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
Blz. 625)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 124 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
125
3-1. Informatie over sleutels
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Verklaring voor de afstandsbediening (auto's zonder Smart entry-sys-
teem en startknop)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 125 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
126
3-1. Informatie over sleutels
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 126 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
127
3-1. Informatie over sleutels
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 127 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
128
3-1. Informatie over sleutels
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 128 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
129
3-1. Informatie over sleutels
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 129 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
130
3-1. Informatie over sleutels
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 130 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
131
3-1. Informatie over sleutels
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de sleutel
Laat de sleutels niet vallen, stel ze niet bloot aan sterke schokken en buig
ze niet.
Stel de sleutels niet langdurig bloot aan hoge temperaturen.
Voorkom dat de sleutels nat worden en reinig ze niet in een ultrasoon rei-
nigingsbad of iets dergelijks.
Bevestig geen metaalhoudende of magnetische voorwerpen aan de sleu-
tels en houd de sleutels uit de buurt van dergelijke voorwerpen.
Haal de sleutels niet uit elkaar.
Bevestig geen stickers en dergelijke op de sleutel met afstandsbediening.
Houd de sleutels uit de buurt van apparaten die magnetische velden
opwekken (bijvoorbeeld televisietoestellen, audiosystemen, inductiekook-
platen en medische apparatuur, zoals laagfrequente therapeutische uitrus-
ting).
De elektronische sleutel bij u dragen (auto's met Smart entry-systeem
en startknop)
Houd de elektronische sleutel altijd ten minste 10 cm uit de buurt van inge-
schakelde elektrische apparaten. Radiogolven die worden uitgezonden
door elektrische apparaten die zich minder dan 10 cm van de elektronische
sleutel vandaan bevinden, kunnen de correcte werking van de sleutel hin-
deren.
Wat te doen bij een storing in het Smart entry-systeem met startknop of
bij andere problemen met betrekking tot de sleutels (auto's met Smart
entry-systeem en startknop)
Breng uw auto, inclusief alle elektronische sleutels die bij uw auto zijn gele-
verd, naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Bij verlies van een elektronische sleutel (auto's met Smart entry-sys-
teem en startknop)
Als de elektronische sleutel zoek blijft, wordt het risico aanzienlijk groter dat
de auto wordt gestolen. Ga onmiddellijk met alle overgebleven elektroni-
sche sleutels die bij uw auto zijn geleverd naar een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 131 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
132
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Portieren
Instapfunctie (auto's met Smart entry-systeem en startknop)
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u hebt om deze functie in te
kunnen schakelen.
Pak een van de voorportier-
grepen vast om de portieren
te ontgrendelen.
Zorg ervoor dat u de sensor aan
de achterzijde van de portier-
greep aanraakt.
De portieren gedurende 3
seconden na het vergrendelen
niet worden ontgrendeld.
Raak de vergrendelsensor
(de inkeping aan de boven-
zijde van de voorportier-
greep) aan om de portieren
te vergrendelen.
Controleer of het portier goed vergrendeld is.
De auto kan worden vergrendeld en ontgrendeld met behulp van
het Smart entry-systeem met startknop, de afstandsbediening of
de schakelaar van de centrale vergrendeling.
Van buitenaf ontgrendelen en vergrendelen van de portieren
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 132 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
133
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Afstandsbediening
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Vergrendelen van alle portie-
ren en de achterklep
Controleer of het portier goed
vergrendeld is.
Ontgrendelen van alle portie-
ren en de achterklep
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Vergrendelen van alle portie-
ren en de achterklep
Controleer of het portier goed
vergrendeld is.
Ontgrendelen van alle portie-
ren en de achterklep
Sleutel
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Vergrendelen van alle portie-
ren
Ontgrendelen van alle portie-
ren
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
De portieren kunnen ook worden vergrendeld en ontgrendeld met
de mechanische sleutel. (Blz. 588)
1
2
1
2
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 133 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
134
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Feedbacksignalen
De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portieren en de
achterklep zijn vergrendeld/ontgrendeld. (Vergrendeld: eenmaal; ontgren-
deld: tweemaal)
Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na het ontgrendelen van de auto
een portier wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie ervoor dat de auto
weer automatisch wordt vergrendeld.
Wanneer het portier niet kan worden vergrendeld met de vergrendelsen-
sor aan de bovenzijde van de portiergreep
Zoemer centrale vergrendeling (auto's met Smart entry-systeem en start-
knop)
Als geprobeerd wordt de portieren te vergrendelen wanneer een portier niet
geheel gesloten is, klinkt er gedurende 5 seconden een zoemer. Sluit het por-
tier volledig om de zoemer uit te schakelen en vergrendel de portieren
opnieuw.
Het alarm inschakelen (indien aanwezig)
Wanneer de portieren worden vergrendeld, wordt het alarmsysteem inge-
schakeld. (Blz. 89)
Wanneer het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbedie-
ning niet goed werkt
Gebruik de mechanische sleutel om de portieren te vergrendelen en ontgren-
delen. (Blz. 588)
Vervang de sleutelbatterij door een nieuw exemplaar als deze ontladen raakt.
(Blz. 489)
Als het portier niet kan worden vergren-
deld, zelfs wanneer het sensorgebied
bovenaan wordt aangeraakt, probeer dan
de sensorgebieden bovenaan en onder-
aan tegelijkertijd aan te raken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 134 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
135
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Schakelaar centrale vergrendeling
Vergrendelen van alle portie-
ren
Ontgrendelen van alle portie-
ren
Sedan: De achterklep wordt ook
vergrendeld/ontgrendeld.
Vergrendelknop binnenzijde portier
Vergrendelen van het portier
Ontgrendelen van het portier
De voorportieren kunnen wor-
den geopend door aan de por-
tiergrepen aan de binnenzijde te
trekken, ook al staan de ver-
grendelknoppen in de stand ver-
grendeld.
Zet de vergrendelknop aan de binnenzijde in de vergrendelde
stand.
Sluit het portier met de portiergreep uitgetrokken.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Het portier kan niet worden vergrendeld als de sleutel zich in het con-
tactslot bevindt.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Het portier kan niet worden vergrendeld als het contact in stand ACC
of AAN staat of als de elektronische sleutel zich nog in de auto
bevindt.
Afhankelijk van de positie van de elektronische sleutel, wordt de sleutel
mogelijk niet door het systeem gesignaleerd, waardoor het portier wellicht
vergrendeld wordt.
Van binnenuit vergrendelen en ontgrendelen van de portieren
1
2
1
2
Vergrendelen van de voorportieren van buitenaf zonder gebruik
te maken van een sleutel
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 135 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
136
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
De achterportieren kunnen niet
van binnenuit worden geopend als
het kinderslot is geactiveerd.
Ontgrendelen
Vergrendelen
Hierdoor wordt voorkomen dat kin-
deren per ongeluk de achterportie-
ren openen. Druk de schakelaars
op de achterportieren naar bene-
den om de achterportieren te ver-
grendelen.
De volgende functies kunnen worden in- of uitgeschakeld:
*
1
: Auto's met Multidrive CVT
*
2
: Nadat deze functie in werking is getreden, treedt hij pas weer in werking
als het contact UIT wordt gezet of als een portier wordt geopend en geslo-
ten.
Kindersloten achterportieren
1
2
Automatische vergrendel- en ontgrendelsystemen van de portie-
ren
Functie Werking
Functie koppeling van stand selec-
tiehendel aan portiervergrendeling
*
1
Het in een andere stand dan stand P
zetten van de selectiehendel ver-
grendelt alle portieren.
Functie koppeling van stand selec-
tiehendel aan portierontgrendeling
*
1
Het in stand P zetten van de selec-
tiehendel ontgrendelt alle portieren.
Functie koppeling van rijsnelheid
aan portiervergrendeling
Alle portieren worden vergrendeld
als de rijsnelheid ongeveer 20 km/h
of hoger is.
*
2
Functie koppeling portierontgrende-
ling aan bestuurdersportier
Alle portieren worden ontgrendeld
als het bestuurdersportier wordt
geopend binnen 45 seconden nadat
het contact UIT is gezet.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 136 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
137
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
In- en uitschakelen van de functies (auto's zonder navigatie-
systeem of multimediasysteem)
Volg onderstaande procedure voor omschakelen tussen in- en uit-
schakelen:
Sluit alle portieren en zet het contact AAN.
Voer uit binnen 10 seconden.
Zet de selectiehendel in
stand P of N, houd de scha-
kelaar van de centrale ver-
grendeling in het bestuur-
dersportier ( of )
gedurende ongeveer 5
seconden ingedrukt en laat
deze vervolgens los.
De standen van de selectiehen-
del en de schakelaar die horen
bij de in te stellen functie staan
in de onderstaande tabel.
Voer dezelfde procedure uit om de functie uit te schakelen.
*: Auto's met Multidrive CVT
Als de procedure voor in- of uitschakelen is uitgevoerd, worden alle
portieren vergrendeld en vervolgens ontgrendeld.
1
2
2
Functie
Stand
selectiehendel
Stand schakelaar
centrale vergren-
deling
Functie koppeling van stand
selectiehendel aan portiervergren-
deling
*
P
Functie koppeling van stand
selectiehendel aan portierontgren-
deling
*
Functie koppeling van rijsnelheid
aan portiervergrendeling
N
Functie koppeling portierontgren-
deling aan bestuurdersportier
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 137 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
138
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Systeem voor crashportierontgrendeling
Als de auto aan een sterke schok wordt blootgesteld, worden alle portieren
ontgrendeld. Of het systeem in werking treedt, is afhankelijk van de kracht
van de schok of het type ongeval.
Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Blz. 123
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Blz. 152
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Instellingen, zoals van het automatische vergrendel- en ontgrendelsysteem
van de portieren, kunnen worden gewijzigd. (Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke voorkeursinstellingen Blz. 625)
WAARSCHUWING
Voorkomen van ongevallen
Neem bij het rijden met de auto de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan ertoe leiden dat
er per ongeluk een portier wordt geopend en een inzittende uit de auto valt,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Controleer of alle portieren volledig gesloten zijn.
Trek tijdens het rijden niet aan de binnenportiergreep.
Wees extra voorzichtig met het bestuurdersportier; dit kan zelfs worden
geopend wanneer de vergrendelknop aan de binnenzijde in de stand ver-
grendeld staat.
Activeer de kindersloten op de achterportieren als er kinderen achter in de
auto vervoerd worden.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 138 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
139
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Achterklep (sedan)
Instapfunctie (auto's met Smart entry-systeem en startknop)
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u hebt om deze functie in te
kunnen schakelen.
Ontgrendelen van de achter-
klep
De achterklep kan gedurende 3
seconden na het vergrendelen
niet worden ontgrendeld.
Vergrendel de achterklep op-
nieuw wanneer u de auto ver-
laat. De achterklep wordt niet
automatisch vergrendeld nadat
de klep geopend en vervolgens
gesloten is.
Vergrendelen van alle portie-
ren en de achterklep
Controleer of de achterklep goed vergrendeld is.
Afstandsbediening
Blz. 121
Schakelaar centrale vergrendeling
Blz. 135
De achterklep kan als volgt worden vergrendeld/ontgrendeld en
geopend/gesloten.
Ontgrendelen en vergrendelen van de achterklep
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 139 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
140
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Trek de achterklep omhoog terwijl
u de schakelaar van het ope-
ningssysteem van de achterklep
ingedrukt houdt.
Trek de achterklep aan de greep
in de klep naar beneden zonder
kracht te gebruiken en duw de
achterklep vervolgens van bui-
tenaf naar beneden om deze te
sluiten.
Bagageruimteverlichting
De bagageruimteverlichting gaat branden als de achterklep wordt geopend.
Als het openingssysteem voor de achterklep niet werkt
Als het openingssysteem voor de achterklep niet werkt, zit er mogelijk een
storing in het openingssysteem. Laat uw auto direct controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Met de volgende procedure kan de achterklep in noodgevallen van binnenuit
worden geopend.
Neerklappen van de rugleuning van de rechterstoel. (Blz. 168)
Openen van de achterklep
Sluiten van de achterklep
Trek aan de noodontgrendelingshendel.
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 140 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
141
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Omstandigheden die de werking van het Smart entry-systeem met start-
knop en de afstandsbediening beïnvloeden
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Blz. 123
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Blz. 152
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Voordat u gaat rijden
Zorg ervoor dat de achterklep volledig gesloten is. Als de achterklep niet
volledig is gesloten, kan deze tijdens het rijden onverwacht opengaan,
nabij gelegen objecten raken en kunnen er voorwerpen of bagage uit de
bagageruimte vallen, waardoor een ongeval kan ontstaan.
Laat kinderen niet in de bagageruimte spelen.
Als een kind per ongeluk in de bagageruimte opgesloten wordt, kan het
ernstig letsel oplopen als gevolg van blootstelling aan hoge temperaturen
of stikken.
Laat nooit kinderen de achterklep openen of sluiten.
Anders wordt de achterklep mogelijk onbedoeld geopend en kan een
hand, het hoofd of de nek van een kind bekneld raken bij het sluiten van
de achterklep.
Belangrijk punt tijdens het rijden
Sta nooit toe dat personen in de bagageruimte meerijden. Bij plotseling
remmen, een plotselinge uitwijkmanoeuvre of bij een aanrijding lopen ze
eerder ernstig letsel op.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 141 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
142
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Gebruik van de bagageruimte
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ertoe leiden dat
lichaamsdelen bekneld raken, met ernstig letsel tot gevolg.
Verwijder eventuele zware lasten, zoals sneeuw en ijs, van de achterklep
voordat u deze opent. Als u dat niet doet, kan de achterklep na het openen
plotseling weer dichtvallen.
Controleer de omgeving om er zeker van te zijn dat u de achterklep veilig
kunt openen en sluiten.
Als zich personen in de buurt bevinden, zorg er dan voor dat deze niet in
gevaar worden gebracht en laat ze weten dat de achterklep geopend of
gesloten gaat worden.
Wees extra voorzichtig wanneer u de achterklep opent of sluit wanneer er
veel wind staat, aangezien sterke wind ervoor kan zorgen dat de achter-
klep plotseling beweegt.
Bevestig alleen originele Toyota-accessoires aan de achterklep. Door het
extra gewicht op de achterklep kan de achterklep, nadat deze is geopend,
plotseling weer dichtvallen.
Wanneer de achterklep niet volledig
wordt geopend, kan deze plotseling
dichtvallen. Wanneer de auto op een
helling staat is het moeilijker om de ach-
terklep te openen of te sluiten dan wan-
neer de auto vlak staat. Let er dus op
dat de achterklep niet onverwachts van-
zelf open gaat of wordt gesloten. Zorg
ervoor dat de achterklep volledig
geopend is voordat u de bagageruimte
gebruikt.
Let bij het sluiten van de achterklep
extra goed op dat er geen vingers of
andere zaken bekneld raken.
Druk bij het sluiten van de achterklep
licht op de buitenzijde. Als gebruik
wordt gemaakt van de handgreep in de
achterklep om de achterklep helemaal
te sluiten, kunnen handen of armen
bekneld raken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 142 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
143
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Achterklep (wagon)
Instapfunctie (auto's met Smart entry-systeem en startknop)
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u hebt om deze functie in te
kunnen schakelen.
Ontgrendelen van de achter-
klep
De achterklep kan gedurende 3
seconden na het vergrendelen
niet worden ontgrendeld.
Vergrendel de achterklep op-
nieuw wanneer u de auto ver-
laat. De achterklep wordt niet
automatisch vergrendeld nadat
de klep geopend en vervolgens
gesloten is.
Vergrendelen van alle portie-
ren
Controleer of het portier goed vergrendeld is.
Afstandsbediening
Blz. 121
Schakelaar centrale vergrendeling
Blz. 135
De achterklep kan als volgt worden vergrendeld/ontgrendeld en
geopend/gesloten.
Ontgrendelen en vergrendelen van de achterklep
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 143 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
144
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Trek de achterklep omhoog terwijl
u de schakelaar achterklep ope-
nen ingedrukt houdt.
Laat de achterklep zakken met
behulp van de achterklepgreep en
druk de achterklep van buitenaf
naar beneden om deze te sluiten.
Bagageruimteverlichting
De bagageruimteverlichting gaat branden als de achterklep wordt geopend.
Als het openingssysteem van de achterklep niet werkt
Als het openingssysteem voor de achterklep niet werkt, zit er mogelijk een
storing in het openingssysteem. Laat uw auto direct controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Met de volgende procedure kan de achterklep in noodgevallen van binnenuit
worden geopend.
Openen van de achterklep
Sluiten van de achterklep
Verwijder de plaat in het achterkleppa-
neel.
Gebruik een doek om krassen te voor-
komen.
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 144 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
145
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Omstandigheden die de werking van het Smart entry-systeem met start-
knop en de afstandsbediening beïnvloeden
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Blz. 123
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Blz. 152
Beweeg de hendel van de slotservo van
de achterklep.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Voordat u gaat rijden
Controleer of de achterklep volledig gesloten is. Als de achterklep niet vol-
ledig gesloten is, kan deze tijdens het rijden opengaan, waardoor een
ongeval kan ontstaan.
Laat kinderen niet in de bagageruimte spelen.
Als een kind per ongeluk in de bagageruimte wordt opgesloten, kan het
bevangen worden door de hitte of verwondingen oplopen.
Laat kinderen de achterklep niet openen of sluiten.
De achterklep kan mogelijk onverwachts in beweging komen of er kan een
lichaamsdeel bekneld raken.
Belangrijke punten tijdens het rijden
Zorg ervoor dat de achterklep tijdens het rijden gesloten is.
Als de achterklep open blijft, kan deze tijdens het rijden voorwerpen raken
of kan er bagage uit de bagageruimte vallen, waardoor een ongeval kan
ontstaan.
Bovendien kunnen uitlaatgassen in de auto terechtkomen, hetgeen zeer
schadelijk kan zijn voor de gezondheid. Controleer voordat u wegrijdt of de
achterklep is gesloten.
Sta nooit toe dat er personen in de bagageruimte meerijden. Bij plotseling
remmen, een plotselinge uitwijkmanoeuvre of bij een aanrijding lopen ze
eerder ernstig letsel op.
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 145 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
146
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Bedienen van de achterklep
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Verwijder sneeuw en ijs van de achterklep voordat u deze opent. Als u dat
niet doet, kan de achterklep na het openen plotseling weer dichtvallen.
Controleer voordat u de achterklep opent of sluit zorgvuldig of de omge-
ving veilig is.
Zorg als er iemand dichtbij staat dat deze persoon veilig is en meld dat u
de achterklep gaat openen of sluiten.
Wees voorzichtig bij het openen en sluiten van de achterklep bij sterke
wind, aangezien de achterklep als gevolg van sterke wind plotseling kan
bewegen.
Trek nooit aan de steun van de achterklepgasdemper om de achterklep te
sluiten en hang niets aan de steun van de gasdemper.
Als dat wel gebeurt, kunnen uw handen bekneld raken of kan de gasdem-
per afbreken, waardoor een ongeval kan ontstaan.
Als er op de achterklep een fietsendrager of een vergelijkbaar zwaar
onderdeel gemonteerd is, kan de achterklep na het openen plotseling
dichtvallen waardoor lichaamsdelen bekneld kunnen raken en letsel kan
optreden. Wij raden u aan om originele Toyota-onderdelen te gebruiken
wanneer u accessoires op de achterklep wilt monteren.
Als de achterklep niet helemaal wordt
geopend, kan deze plotseling dichtval-
len. Op een helling is het moeilijker om
de achterklep te openen of te sluiten
dan op een horizontale ondergrond. Let
dus op dat de achterklep niet plotseling
vanzelf open- of dichtgaat. Controleer
voordat u de bagageruimte gebruikt of
de achterklep volledig geopend en vei-
lig is.
Let bij het sluiten van de achterklep
goed op dat er geen vingers, enz.
bekneld raken.
Controleer na het sluiten van de achter-
klep altijd of deze goed gesloten is door
er even op te drukken. Als de achter-
klepgreep wordt gebruikt om de achter-
klep volledig te sluiten, kunnen uw
handen of armen bekneld raken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 146 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
147
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
OPMERKING
Steunen achterklepgasdempers
De achterklep is voorzien van gasdempers die de achterklep op zijn plaats
houden.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kunnen de gasdempers van de achterklep beschadigd raken, waar-
door deze niet meer werken.
Bevestig nooit stickers, kunststoffolie,
zelfklevende voorwerpen, enz. aan de
gasdemper.
Raak de binnenpoot van de gasdemper
nooit aan met handschoenen of andere
stoffen voorwerpen.
Bevestig alleen originele Toyota-acces-
soires aan de achterklep.
Plaats nooit uw handen op de gasdem-
per en oefen er geen zijdelingse krach-
ten op uit.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 147 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
148
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Smart entry-systeem met startknop
Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren (Blz. 132)
Ontgrendelen en vergrendelen van de achterklep (Blz. 139)
Ontgrendelen en vergrendelen van de achterklep (Blz. 143)
Starten en stoppen van de motor (Blz. 212)
Plaats van antenne
Sedan
: Indien aanwezig
De volgende handelingen kunnen worden uitgevoerd als u de
elektronische sleutel bij u hebt, bijvoorbeeld in uw zak.
De bestuurder moet de elektronische sleutel altijd bij zich heb-
ben.
Antennes aan de buitenzijde van het
interieur
Antenne aan de buitenzijde van de
bagageruimte
Antenne in de bagageruimte
Antennes in het interieur
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 148 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
149
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Wagon
Bereik (gebieden waarin de elektronische sleutel wordt gesignaleerd)
Antennes aan de buitenzijde van het
interieur
Antenne aan de buitenzijde van de
bagageruimte
Antenne in de bagageruimte
Antennes in het interieur
Bij het vergrendelen of ontgrendelen
van de portieren
Het systeem kan worden bediend als de
elektronische sleutel zich binnen onge-
veer 0,7 m van een van de voorportier-
grepen bevindt.
Bij het starten van de motor of het in
een andere stand zetten van het con-
tact
Het systeem werkt als de elektronische
sleutel zich in de auto bevindt.
Bij het vergrendelen of ontgrendelen
van de achterklep
Het systeem kan worden bediend als de
elektronische sleutel zich binnen onge-
veer 0,7 m van de schakelaar voor elek-
trisch openen van de achterklep
bevindt.
Sedan
Wagon
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 149 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
150
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Alarmsignalen en waarschuwingen
Door een combinatie van in en buiten de auto hoorbare alarmsignalen wordt
de kans op diefstal van de auto en ongevallen als gevolg van onjuist gebruik
tot een minimum beperkt. Neem de juiste maatregelen overeenkomstig de
waarschuwingen die op het multi-informatiedisplay getoond worden.
(Blz. 533)
In onderstaande tabel worden de omstandigheden en de correctieprocedures
beschreven in de gevallen waarin alleen het alarm klinkt.
Alarm Situatie Correctieprocedure
Het alarm in de
auto klinkt 1 keer
en het buiten de
auto hoorbare
alarm 1 keer gedu-
rende 10 secon-
den
Er wordt geprobeerd de por-
tieren te vergrendelen met
de instapfunctie terwijl de
elektronische sleutel zich
nog in het passagierscom-
partiment of de bagageruim-
te bevindt
Neem de elektronische
sleutel uit de auto en
vergrendel de portie-
ren opnieuw
Er wordt geprobeerd de
auto te verlaten en de por-
tieren te vergrendelen terwijl
het contact niet UIT is gezet
Zet het contact UIT en
vergrendel de portie-
ren opnieuw
Het buiten de auto
hoorbare alarm
klinkt één keer ge-
durende 5 secon-
den
Er wordt geprobeerd de
auto te vergrendelen terwijl
een portier of de achterklep
geopend is
Sluit alle portieren en
vergrendel ze opnieuw
Het alarm in de
auto klinkt continu
Het contact werd in stand
ACC gezet terwijl het be-
stuurdersportier geopend
was (of het bestuurderspor-
tier werd geopend terwijl het
contact in stand ACC stond)
Zet het contact UIT en
sluit het bestuurders-
portier
Het contact stond UIT terwijl
het bestuurdersportier ge-
opend was
Sluit het bestuurders-
portier
Het alarm in de
auto klinkt continu
Met het contact AAN of in
stand ACC werd gepro-
beerd het portier te openen
en de auto te verlaten terwijl
de selectiehendel niet in
stand P stond
Zet de selectiehendel
in stand P en zet het
contact UIT
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 150 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
151
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
*: Als de motor niet start terwijl de elektronische sleutel zich in de auto
bevindt, kan de batterij van de elektronische sleutel leeg zijn of kan er een
probleem zijn met de ontvangst van het signaal van de sleutel.
(Blz. 589)
De in en buiten de
auto hoorbare
alarmen klinken
continu
Met het contact AAN of in
stand ACC werd het be-
stuurdersportier gesloten
nadat de elektronische sleu-
tel buiten de auto was ge-
bracht terwijl de selectie-
hendel niet in stand P stond
Zet de selectiehendel
in stand P, zet het con-
tact UIT en sluit het be-
stuurdersportier nog-
maals
Het alarm in de
auto klinkt één
keer.
De spanning van de batterij
van de elektronische sleutel
is laag
Vervang de batterij van
de elektronische sleutel
Er werd geprobeerd de mo-
tor te starten terwijl de elek-
tronische sleutel niet aan-
wezig was, of terwijl de elek-
tronische sleutel niet correct
functioneerde
Start de motor terwijl de
elektronische sleutel
aanwezig is
*
Het alarm in de
auto klinkt één
keer en het alarm
buiten de auto
klinkt 3 keer.
Het bestuurdersportier werd
gesloten nadat de elektroni-
sche sleutel buiten de auto
was gebracht en het contact
niet UIT stond
Zet het contact UIT en
sluit nogmaals het be-
stuurdersportier
Een inzittende nam de elek-
tronische sleutel mee bui-
ten de auto en sloot het por-
tier terwijl het contact niet
UIT stond
Neem de elektronische
sleutel mee in de auto
Alarm Situatie Correctieprocedure
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 151 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
152
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Energiebesparende functie
Onder de volgende omstandigheden wordt het Smart entry-systeem met
startknop uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu van de auto en de bat-
terij van de elektronische sleutel ontladen raken.
Als het Smart entry-systeem met startknop gedurende 5 dagen of langer
niet gebruikt is
Als de elektronische sleutel zich gedurende 10 minuten of langer binnen
een afstand van 1 m van de auto bevindt
Het systeem keert weer terug naar de normale werking als...
De auto wordt vergrendeld door aanraken van het vergrendelsensorgebied
in de portiergreep.
De auto wordt vergrendeld/ontgrendeld met behulp van de afstandsbedie-
ning. (Blz. 133)
De auto wordt vergrendeld/ontgrendeld met behulp van de mechanische
sleutel. (Blz. 588)
Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop maakt gebruik van zwakke radiogol-
ven. In de volgende situaties kan de communicatie tussen de elektronische
sleutel en de auto worden belemmerd, waardoor het Smart entry-systeem
met startknop en de afstandsbediening niet goed werken. (Oplossingen:
Blz. 588)
Wanneer de batterij van de elektronische sleutel leeg is
In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation,
radiozender, videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radiogol-
ven of elektromagnetische velden aanwezig zijn
Als u een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoon of ander
draadloos communicatiemiddel bij u draagt
Wanneer de elektronische sleutel tegen een van de volgende metalen voor-
werpen wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
Kaarten met aluminiumfolie
Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
Metalen portemonnees of tassen
Muntgeld
Metalen handwarmers
Media zoals CD's en DVD's
Als er in de directe omgeving meerdere elektronische sleutels aanwezig zijn
Als er in de buurt gebruik wordt gemaakt van een andere sleutel met
afstandsbediening (die radiosignalen uitzendt)
Wanneer u de elektronische sleutel bij u hebt of gebruikt samen met de vol-
gende apparaten die radiosignalen uitzenden
De elektronische sleutel of een afstandsbediening van een andere auto
die radiogolven uitzendt
Computer of personal digital assistants (PDA's)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 152 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
153
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Digitale audioapparatuur
Draagbare spelcomputers
Als een metalen coating of metalen voorwerpen aan de achterruit zijn
bevestigd
Sedan: Als een metalen voorwerp op de hoedenplank wordt geplaatst
Aanwijzing voor de instapfunctie
Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt,
werkt het systeem in de volgende gevallen mogelijk niet juist.
De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportier-
greep, te dicht bij de grond of te hoog als de portieren worden vergren-
deld of ontgrendeld.
Bij het vergrendelen/ontgrendelen van de achterklep bevindt de elektroni-
sche sleutel zich te dicht bij de grond of op een hoge plaats, of te dicht bij
het midden van de achterbumper.
De elektronische sleutel bevindt zich op het dashboard, de hoedenplank
(sedan), de bagageafdekking (wagon), de vloer of in het dashboardkastje
wanneer de motor gestart wordt of het contact in een andere stand wordt
gezet.
Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van
de portiervakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de ont-
vangst van de radiogolven wordt door de antenne mogelijk waargenomen
dat de sleutel zich buiten de auto bevindt en kunnen de portieren worden
vergrendeld vanaf de buitenzijde, waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kun-
nen de portieren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ont-
grendeld.
Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan de motor
mogelijk gestart worden als de elektronische sleutel zich in de buurt van de
ruit bevindt.
Als de sleutel zich binnen het ontvangstgebied bevindt en er een grote hoe-
veelheid water op de portiergreep terechtkomt (bijvoorbeeld tijdens een
zware regenbui of het wassen van de auto), kunnen de portieren worden
ontgrendeld of vergrendeld. (Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30 seconden automatisch weer ver-
grendeld.)
Als de elektronische sleutel in de buurt van de auto aanwezig is terwijl deze
wordt gewassen, kan het portier als gevolg van water op een portiergreep
herhaaldelijk vergrendeld en ontgrendeld worden. Plaats de sleutel in dit
geval op een afstand van ten minste 2 m van de auto, maar zorg dat u de
sleutel niet kwijtraakt.
Als de elektronische sleutel in de auto aanwezig is terwijl deze wordt gewas-
sen, kan als gevolg van water op een portiergreep een zoemer hoorbaar
zijn en een melding worden weergegeven. Door vergrendelen van alle por-
tieren wordt in dit geval de melding gewist en is de zoemer niet meer hoor-
baar.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 153 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
154
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Het kan onmogelijk blijken om de portieren te vergrendelen als het sensor-
gebied is bedekt met modder, ijs, sneeuw, enz. Maak in dit geval eerst het
gebied schoon en probeer opnieuw te vergrendelen, of probeer te vergren-
delen door aanraken van het sensorgebied aan de onderzijde van de por-
tiergreep.
Als u de portiergreep vastpakt terwijl u handschoenen draagt, worden de
portieren mogelijk niet ontgrendeld of vergrendeld.
Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen
terwijl de elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt,
bestaat de mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worden door het
Smart entry-systeem met startknop. (Gebruik de afstandsbediening om de
portieren te ontgrendelen.)
Plotseling binnen het ontvangstgebied stappen of abrupte bediening van de
portiergreep kan vergrendeling van de portieren belemmeren. Laat in dat
geval de portiergreep los en controleer of de portieren worden ontgrendeld
voordat u opnieuw aan de portiergreep trekt.
Als er gedurende langere tijd niet met de auto wordt gereden
Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektronische sleutel niet
binnen een afstand van 2 m van de auto.
Voor een juiste bediening van het systeem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij u hebt als u het systeem
bedient. Houd de elektronische sleutel niet te dicht bij de auto als u het sys-
teem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie waarin de elektronische sleutel
wordt bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet correct door het systeem gesig-
naleerd, waardoor het systeem wellicht niet juist functioneert. (Het alarm kan
per ongeluk afgaan of de functie die voorkomt dat de portieren per ongeluk
worden vergrendeld, werkt wellicht niet goed.)
Als het Smart entry-systeem met startknop niet goed werkt
Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren: Gebruik de mechanische
sleutel. (Blz. 588)
Starten van de motor: Blz. 589
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Verschillende instellingen (bijv. van het Smart entry-systeem met startknop)
kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
Blz. 625)
Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen
Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren:
Gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel. (Blz. 121, 588)
Starten van de motor en wijzigen van de standen van het contact:
Blz. 589
Uitzetten van de motor: Blz. 214
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 154 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
155
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Verklaring voor het Smart entry-systeem met startknop
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 155 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
156
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 156 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
157
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 157 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
158
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 158 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
159
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 159 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
160
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 160 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
161
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 161 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
162
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 162 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
163
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 163 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
164
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 164 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
165
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Waarschuwing met betrekking tot beïnvloeding van elektronische
apparatuur
Mensen met geïmplanteerde pacemakers, CRT-pacemakers of geïmplan-
teerde hartdefibrillatoren moeten voldoende afstand bewaren tot de anten-
nes van het Smart entry-systeem met startknop. (Blz. 149)
Radiogolven kunnen de werking van dergelijke apparatuur beïnvloeden.
Indien nodig kan de instapfunctie worden uitgeschakeld. Neem voor meer
informatie over bijvoorbeeld de frequentie van de radiogolven en de
momenten waarop deze worden uitgezonden contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige. Raadpleeg vervolgens uw arts om na
te gaan of de instapfunctie moet worden uitgeschakeld.
Gebruikers van elektrische medische apparatuur anders dan geïmplan-
teerde pacemakers, CRT-pacemakers en geïmplanteerde hartdefibrillato-
ren moeten contact opnemen met de fabrikant van deze producten om te
informeren of radiosignalen invloed uitoefenen op de werking van deze
apparatuur.
Radiogolven kunnen onverwachte effecten hebben op de werking van der-
gelijke medische apparatuur.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie over het uitschakelen van de instapfunctie.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 165 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
166
3-3. Verstellen van de stoelen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Voorstoelen
Handmatig verstelbare stoel
Hendel stoelpositieverstelling
Hendel rugleuningverstelling
Hendel hoogteverstelling
(bestuurderszijde)
Schakelaar lendensteunverstel-
ling (bestuurderszijde, indien
aanwezig)
Elektrisch verstelbare stoel
Schakelaar stoelpositie
Schakelaar rugleuningverstel-
ling
Schakelaar hoekverstelling zit-
ting (voorzijde)
Schakelaar hoogteverstelling
Schakelaar lendensteunverstel-
ling (bestuurderszijde)
Procedure voor het verstellen
1
2
3
4
1
2
3
4
5
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 166 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
167
3-3. Verstellen van de stoelen
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Wanneer de positie van de stoel wordt versteld
Let er bij het verstellen van de positie van de stoel op dat de stoel de ove-
rige inzittenden van de auto niet raakt, omdat deze hierdoor wellicht letsel
zouden kunnen oplopen.
Houd uw handen niet onder de stoel of in de buurt van bewegende onder-
delen om letsel te voorkomen.
Uw vingers of handen zouden bekneld kunnen raken in het stoelmecha-
nisme.
Stoel afstellen
Om te voorkomen dat u bij een aanrijding onder de veiligheidsgordel door-
schuift, is het raadzaam de leuning niet verder achterover te zetten dan
strikt noodzakelijk is.
Als de rugleuning te ver achterover staat, kan bij een ongeval het heupge-
deelte over uw heupen heen schuiven, waardoor er te veel kracht op uw
buik wordt uitgeoefend, of kan het schoudergedeelte van de gordel in con-
tact komen met uw nek, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens het rijden, aangezien de stoel dan
onverwachts kan bewegen. Hierdoor kan de bestuurder de controle over
de auto verliezen.
Handmatig verstelbare stoel: Controleer na het verstellen of de stoel goed
is vergrendeld.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 167 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
168
3-3. Verstellen van de stoelen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Achterstoelen
Vóór het neerklappen
Berg de gordelsluitingen op
zoals aangegeven.
Duw de hoofdsteunen
omlaag en houd daarbij de
ontgrendelknop ingedrukt.
Rugleuningen neerklappen
Trek aan de hendel om de rug-
leuning te ontgrendelen en klap
de rugleuning naar beneden.
De rugleuningen van de achterstoelen kunnen worden neerge-
klapt.
Rugleuningen achter neerklappen
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 168 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
169
3-3. Verstellen van de stoelen
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Terugklappen van de rugleuningen (sedan)
Klap de rugleuning op tot hij vergrendelt
terwijl u ondertussen de veiligheidsgordel
vasthoudt om te voorkomen dat die klem
raakt tussen rugleuning en zijwand.
Controleer of de veiligheidsgordel bij
het terugklappen van de achterstoelen
door de geleider loopt en of de veilig-
heidsgordel op zijn plaats is alvorens de
zitting neer te klappen en de rugleuning
op te klappen.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet in acht nemen van
de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
Wanneer de rugleuningen achter omlaag worden geklapt
Klap de rugleuningen niet neer tijdens het rijden.
Breng de auto op een vlakke ondergrond tot stilstand, activeer de parkeer-
rem en zet de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT) of de neutraal-
stand (handgeschakelde transmissie).
Laat geen personen op de neergeklapte rugleuning of in de bagageruimte
zitten tijdens het rijden.
Laat geen kinderen toe in de bagageruimte.
Nadat de rugleuningen van de achterstoelen rechtop zijn gezet
Controleer of de veiligheidsgordels niet gedraaid zijn of vastzitten in de rugleuning.
OPMERKING
Opbergen van de gordelsluitingen van de veiligheidsgordels
Berg de veiligheidsgordels achter en de armsteun altijd op voor u de rugleu-
ningen neerklapt. (Blz. 168, 425)
Als de rugleuning rechts achter is neergeklapt (sedan)
Pas op dat de bagage in de vergrote bagageruimte de band van de middel-
ste veiligheidsgordel achter niet beschadigt.
Controleer of de rugleuning goed ver-
grendeld is door de rugleuning voor-
zichtig naar voren en naar achteren te
drukken.
Als de rugleuning niet goed vergrendeld
is, is de rode markering zichtbaar op de
ontgrendelingshendel van de rugleu-
ningverstelling. Zorg dat het rode merk-
teken niet zichtbaar is.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 169 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
170
3-3. Verstellen van de stoelen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Ergonomisch geheugen
De rijpositie die uw voorkeur heeft (de positie van de bestuurders-
stoel), kan met een druk op de knop in het geheugen worden opgesla-
gen en weer worden opgeroepen.
Er kunnen twee verschillende rijposities worden opgeslagen in het
geheugen.
Procedure voor opslaan
Auto's met Multidrive CVT:
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Auto's met handgeschakelde transmissie:
Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Zet het contact AAN.
Zet de bestuurdersstoel in de gewenste positie.
Druk, terwijl u de toets SET
ingedrukt houdt of binnen 3
seconden nadat de toets
SET is ingedrukt, op toets 1
of 2 tot de zoemer klinkt.
Als er onder de gekozen toets al
een instelling was opgeslagen,
zal deze worden overschreven.
: Indien aanwezig
Deze functie zet de bestuurdersstoel automatisch in de
gewenste stand.
Ergonomisch geheugen
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 170 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
171
3-3. Verstellen van de stoelen
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Procedure voor oproepen
Auto's met Multidrive CVT:
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Auto's met handgeschakelde transmissie:
Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Zet het contact AAN.
Druk op toets 1 of 2 totdat de
zoemer klinkt om de
gewenste opgeslagen rijposi-
tie op te roepen.
Het oproepen van de stoelpositie halverwege onderbreken
Voer een van de volgende handelingen uit:
Druk op de toets SET.
Druk op toets 1 of 2.
Bedien een van de schakelaars voor de stoelverstelling.
Stoelposities die in het geheugen kunnen worden opgeslagen
(Blz. 166)
Andere ingestelde posities dan de ingestelde positie met de schakelaar voor
de lendensteun kunnen in het geheugen worden opgeslagen.
Bedienen van het ergonomisch geheugen nadat het contact UIT is gezet
De opgeslagen posities kunnen gedurende 180 seconden na het openen van
het bestuurdersportier nog worden geactiveerd en nog eens 60 seconden na
het sluiten van het portier.
Het ergonomisch geheugen op de juiste wijze gebruiken
Als de stoel al in de verst mogelijke stand staat en de stoel wordt in dezelfde
richting bewogen, dan wijkt de opgeslagen positie mogelijk iets af wanneer
deze wordt opgeroepen.
1
2
3
WAARSCHUWING
Waarschuwing bij het verstellen van de stoel
Let er bij het instellen van de stoelpositie op dat de stoel de passagier ach-
terin niet raakt en dat uw lichaam niet klem komt te zitten tussen de stoel en
het stuurwiel.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 171 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
172
3-3. Verstellen van de stoelen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Hoofdsteunen
Omhoog
Trek de hoofdsteun omhoog.
Omlaag
Duw de hoofdsteun omlaag en
houd daarbij de ontgrendelknop
ingedrukt.
Verwijderen van de hoofdsteunen
Voorstoel
Houd de schroevendraaier in de opening gedrukt en de ontgrendelknop
ingedrukt en trek de hoofdsteun omhoog.
Achterstoel
Alle zitplaatsen zijn voorzien van een hoofdsteun.
Ontgren-
delknop
1
2
Steek een sleufkopschroevendraaier in
de uitsparing.
De opening bevindt zich aan de rechter-
zijde van het rechter bevestigingspunt
van de hoofdsteun.
Trek de hoofdsteun omhoog en houd
daarbij de ontgrendelknop ingedrukt.
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 172 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
173
3-3. Verstellen van de stoelen
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Plaatsen van de hoofdsteunen
Afstellen van de hoogte van de hoofdsteunen (voorstoelen)
Afstellen van de hoofdsteun achter
Breng de hoofdsteun in lijn met de beves-
tigingsgaten en schuif hem omlaag tot hij
in de vergrendeling klikt.
Stel de hoofdsteunen zo in dat het midden
van de hoofdsteun zich zo dicht mogelijk
bij de bovenzijde van uw oren bevindt.
Stel de hoofdsteunen voor gebruik altijd
minimaal in op de op een na laagste
stand.
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de hoofdsteunen
Neem met betrekking tot de hoofdsteunen de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht. Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan
ernstig letsel tot gevolg hebben.
Plaats de hoofdsteunen altijd op de bijbehorende stoel.
Stel de hoofdsteunen altijd goed af.
Druk de hoofdsteunen na het plaatsen naar beneden om te controleren of
ze goed vergrendeld zijn.
Rijd nooit zonder hoofdsteunen.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 173 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
174
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Stuurwiel
Houd het stuurwiel vast en druk
de hendel omlaag.
Zet het stuurwiel in de ideale
positie door het in horizontale
en verticale richting te bewe-
gen.
Trek na de verstelling de hendel
omhoog om het stuurwiel te bor-
gen.
Druk op of vlak bij het symbool
om te claxonneren.
Na het afstellen van het stuurwiel
Zorg ervoor dat het stuurwiel goed vergrendeld is.
Als het stuurwiel niet goed vergrendeld is, klinkt de claxon wellicht niet.
Procedure voor het verstellen
1
2
Claxon
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 174 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
175
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Verstel het stuurwiel niet.
Anders kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeval veroorza-
ken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Na het afstellen van het stuurwiel
Zorg ervoor dat het stuurwiel goed vergrendeld is.
Anders kan het stuurwiel plotseling bewegen, waardoor een ongeval kan
ontstaan met ernstig letsel tot gevolg.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 175 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
176
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Binnenspiegel
De hoogte van de binnenspiegel kan worden afgestemd op uw hou-
ding achter het stuur.
Stel de hoogte van de binnenspie-
gel af door de spiegel omhoog of
omlaag te bewegen.
De positie van de binnenspiegel kan worden afgesteld zodat de
bestuurder voldoende zicht naar achteren heeft.
Afstellen van de hoogte van de binnenspiegel (auto's met bin-
nenspiegel met automatische antiverblindingsstand)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 176 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
177
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Binnenspiegel met handmatig bediende antiverblindingsstand
Verblinding door de koplampen van achteropkomend verkeer kan
worden beperkt door de lip te verstellen.
Normale stand
Antiverblindingsstand
Binnenspiegel met automatische antiverblindingsstand
De hoeveelheid gereflecteerd licht wordt automatisch gereduceerd op
basis van de helderheid van de koplampen van achteropkomend ver-
keer.
Wijzigen modus automatische
antiverblindingsstandAAN/UIT
Wanneer de automatische antiver-
blindingsstand is ingeschakeld,
brandt het controlelampje.
De functie wordt iedere keer wan-
neer het contact AAN wordt gezet
ingeschakeld.
Druk op de toets om de functie uit te schakelen. (Het controlelampje gaat
ook uit.)
Antiverblindingsstand
1
2
Controlelampje
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 177 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
178
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Voorkomen van een onjuiste werking van de sensoren (auto's met bin-
nenspiegel met automatische antiverblindingsstand)
Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de sensoren in negatieve zin beïnvloed
kan worden.
WAARSCHUWING
Verstel de spiegel niet tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeval veroorza-
ken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 178 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
179
3
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Buitenspiegels
Druk op de schakelaar om de
buitenspiegel te selecteren die
moet worden versteld.
Links
Rechts
Verstel de buitenspiegel met de
schakelaar.
Omhoog
Rechts
Omlaag
Links
Procedure voor het verstellen
1
1
2
2
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 179 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
180
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Type met handmatige verstelling
Klap de buitenspiegel naar de
achterzijde van de auto in.
Elektrische verstelling
Druk op de schakelaar om de bui-
tenspiegels in te klappen.
Druk nogmaals op de schakelaar
om de buitenspiegels weer uit te
klappen.
De buitenspiegels kunnen worden bediend als
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Het contact staat in stand ACC of AAN.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Het contact in stand ACC of AAN staat.
Als de spiegels beslagen zijn
De buitenspiegels kunnen worden ontwasemd met de spiegelverwarming.
Door de achterruitverwarming in te schakelen wordt de buitenspiegelverwar-
ming ingeschakeld. (Blz. 390, 397)
Inklappen van de buitenspiegels
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 180 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
181
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Tijdens het rijden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeval
veroorzaken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Verstel de spiegels niet tijdens het rijden.
Rijd niet met de auto als de spiegels zijn ingeklapt.
Beide buitenspiegels dienen in de normale stand te staan en goed te zijn
ingesteld alvorens met de auto wordt gereden.
Wanneer een spiegel wordt versteld
Let erop dat uw hand niet door de bewegende spiegel wordt geraakt om let-
sel en beschadiging van de spiegel te voorkomen.
Als de spiegelverwarming is ingeschakeld
Raak het oppervlak van de spiegels niet aan, omdat dit heet kan worden en
brandwonden kan veroorzaken.
OPMERKING
Als het stelmechanisme vastzit als gevolg van bevriezing
Bedien de spiegels niet en krab het ijs niet van de spiegel. Bespuit de spie-
gel met ruitontdooier om deze weer beweegbaar te maken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 181 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
182
3-5. Openen en sluiten van de ruiten
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Elektrisch bedienbare ruiten
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen worden geopend en gesloten
met behulp van de volgende schakelaars.
Door de schakelaar te bedienen bewegen de ruiten als volgt:
Sluiten
One-touch sluiten
*
Openen
One-touch openen
*
*
: De ruit stopt in een tussenstand
door de schakelaar in de andere
richting te bewegen.
Druk de schakelaar in om de
schakelaars voor de ruiten van de
passagiers te blokkeren.
Gebruik deze schakelaar om te
voorkomen dat kinderen per onge-
luk een passagiersruit openen of
sluiten.
: Indien aanwezig
Openen en sluiten
1
2
3
4
Blokkeerschakelaar ruitbediening
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 182 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
183
3-5. Openen en sluiten van de ruiten
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen bediend worden als
Het contact AAN staat.
Bedienen van de elektrisch bedienbare ruiten nadat het contact UIT is
gezet
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen, zelfs nadat het contact in stand ACC
of UIT is gezet, nog ongeveer 45 seconden worden bediend. Ze kunnen ech-
ter niet meer worden bediend zodra een van de voorportieren is geopend.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen, zelfs nadat het contact in stand ACC
of UIT is gezet, nog ongeveer 45 seconden worden bediend. Ze kunnen ech-
ter niet meer worden bediend zodra een van de voorportieren is geopend.
Klembeveiliging
Als tijdens het sluiten een object bekneld raakt tussen de ruit en het ruitframe,
stopt de beweging van de ruit en wordt de ruit weer iets geopend.
Als de elektrisch bedienbare ruit niet normaal sluit
Als de klembeveiliging niet goed werkt en een ruit niet kan worden gesloten,
voert u de volgende handelingen uit met de schakelaar voor de ruitbediening
van het desbetreffende portier.
Nadat de auto is stilgezet, kan de ruit worden gesloten door de schakelaar
van de ruitbediening ingedrukt te houden in de one-touch sluitpositie terwijl
het contact AAN is gezet.
Als de ruit zelfs na het uitvoeren van de bovenstaande stap nog steeds niet
kan worden gesloten, initialiseer dan de functie via de volgende procedure.
Houd de schakelaar ruitbediening ingedrukt in de one-touch sluitfunctie.
Blijf, nadat de ruit is gesloten, de schakelaar gedurende 6 seconden
ingedrukt houden.
Houd de schakelaar ruitbediening in de one-touch openpositie. Blijf,
nadat de ruit volledig is geopend, de schakelaar gedurende 2 seconden
ingedrukt houden.
Houd de schakelaar ruitbediening weer in de one-touch sluitpositie. Blijf,
nadat de ruit is gesloten, de schakelaar gedurende 2 seconden ingedrukt
houden.
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 183 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
184
3-5. Openen en sluiten van de ruiten
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Herhaal de procedure vanaf het begin als u de schakelaar hebt losgelaten
terwijl de ruit nog in beweging was. Als de ruit ook na het op de juiste wijze
uitvoeren van bovenstaande procedure sluit, maar vervolgens weer iets
opent, laat dan uw auto controleren door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kan er ernstig letsel ontstaan.
Sluiten van de ruiten
De bestuurder is verantwoordelijk voor de bediening van de elektrisch
bedienbare ruiten, ook voor die van de passagiers. Laat, om onbedoelde
bediening, met name door kinderen, te voorkomen, de elektrisch bedien-
bare ruiten niet door kinderen bedienen. Het kan gebeuren dat een
lichaamsdeel van een kind of een andere passagier klem komt te zitten
tussen de elektrisch bedienbare ruit. Wanneer er een kind in de auto zit,
verdient het aanbeveling om de blokkeerschakelaar voor de ruitbediening
te gebruiken. (Blz. 182)
Controleer of geen van de inzittenden een lichaamsdeel naar buiten steekt
dat bekneld zou kunnen raken als de ruiten bediend worden.
Wanneer u uit de auto stapt, zet dan het contact UIT en neem de sleutel
en het kind met u mee. Anders kan het kind de auto mogelijk onbedoeld,
uit kattenkwaad, enz. bedienen, wat tot een ongeval kan leiden.
Klembeveiliging
Gebruik geen lichaamsdelen om de klembeveiliging opzettelijk te active-
ren.
De klembeveiliging werkt mogelijk niet als de ruit bijna gesloten is.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 184 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
185
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto ............186
Lading en bagage..............198
Rijden met een
aanhangwagen................200
4-2. Rijprocedures
Contactslot
(auto's zonder Smart entry-
systeem en startknop) .....209
Startknop
(auto's met Smart entry-
systeem en startknop) .....212
Multidrive CVT...................219
Handgeschakelde
transmissie ......................225
Richtingaanwijzer-
schakelaar .......................228
Parkeerrem........................229
4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar..................232
Schakelaar mistlampen .....240
Ruitenwissers en
-sproeiers.........................242
Achterruitenwisser en
-sproeier ..........................246
4-4. Tanken
Openen van de tankdop ....247
4-5. Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense .........251
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem)..........................257
LDA (Lane Departure
Alert)................................270
Automatic High Beam-
systeem ...........................276
RSA (Road Sign Assist).....282
4-6. Gebruik van de
ondersteunende
systemen
Cruise control.....................287
Snelheidsbegrenzer...........290
Stop & Start-systeem.........293
Ondersteunende
systemen .........................304
4-7. Rijtips
Rijden in de winter .............310
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 185 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
186
4-1. Voordat u gaat rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Rijden met de auto
Blz. 209, 212
Multidrive CVT
Houd het rempedaal ingetrapt en zet de selectiehendel in stand D
of M. (Blz. 219)
Deactiveer de parkeerrem. (Blz. 229)
Laat het rempedaal geleidelijk opkomen en trap langzaam het gas-
pedaal in om de auto in beweging te brengen.
Handgeschakelde transmissie
Houd het koppelingspedaal volledig ingetrapt en zet de selectie-
hendel in de 1e versnelling. (Blz. 225)
Deactiveer de parkeerrem. (Blz. 229)
Laat het koppelingspedaal geleidelijk opkomen. Trap tegelijkertijd
het gaspedaal langzaam in om de auto in beweging te brengen.
Multidrive CVT
Trap, terwijl de selectiehendel in stand D of M staat, het rempedaal
in.
Activeer indien nodig de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P of N als de auto langdurig stil zal staan.
(Blz. 219)
Handgeschakelde transmissie
Trap het rempedaal in terwijl het koppelingspedaal geheel ingetrapt
is.
Activeer indien nodig de parkeerrem.
Als de auto gedurende langere tijd stilstaat, zet dan de selectiehendel in
stand N. (Blz. 225)
Volg om veilig te kunnen rijden de onderstaande procedures.
Starten van de motor
Rijden
Tot stilstand brengen van de auto
1
2
3
1
2
3
1
2
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 186 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
187
4-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Multidrive CVT
Trap, terwijl de selectiehendel in stand D of M staat, het rempedaal
in.
Zet de selectiehendel in stand P. (Blz. 219)
Activeer de parkeerrem. (Blz. 229)
Zet het contact UIT om de motor uit te zetten.
Vergrendel het portier nadat u gecontroleerd hebt of u de sleutel bij
u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien nodig wielblokken.
Handgeschakelde transmissie
Trap met ingetrapt koppelingspedaal het rempedaal in.
Zet de selectiehendel in stand N. (Blz. 225)
Zet de selectiehendel bij het parkeren op een helling indien nodig in
stand 1 of R.
Activeer de parkeerrem. (Blz. 229)
Zet het contact UIT om de motor uit te zetten.
Vergrendel het portier nadat u gecontroleerd hebt of u de sleutel bij
u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien nodig wielblokken.
Parkeren van de auto
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 187 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
188
4-1. Voordat u gaat rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Multidrive CVT
Activeer de parkeerrem en zet de selectiehendel in stand D of M.
Trap het gaspedaal geleidelijk in.
Deactiveer de parkeerrem.
Handgeschakelde transmissie
Activeer de parkeerrem, trap het koppelingspedaal volledig in en
zet de selectiehendel in de 1e versnelling.
Trap het gaspedaal een beetje in en laat tegelijkertijd het koppe-
lingspedaal geleidelijk opkomen.
De parkeerrem wordt automatisch gedeactiveerd. (Blz. 229)
Als u wegrijdt op een helling omhoog
De Hill Start Assist Control is beschikbaar. (Blz. 304)
Rijden in de regen
Rijd voorzichtig als het regent, omdat het zicht dan minder is, de ruiten
beslagen kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
Rijd extra voorzichtig wanneer het begint te regenen, de weg kan dan
immers bijzonder glad zijn.
Matig uw snelheid bij het rijden in de regen, tussen band en wegdek kan er
zich dan immers een waterfilm vormen die het sturen en remmen kan
bemoeilijken.
Motortoerental tijdens het rijden (auto's met Multidrive CVT)
In de volgende gevallen kan het motortoerental tijdens het rijden te hoog
oplopen. Dit is het gevolg van automatisch op- of terugschakelen, al naar
gelang de rijomstandigheden. Het duidt niet op plotseling accelereren.
Het systeem signaleert dat de auto een helling op of af rijdt
Als het gaspedaal wordt losgelaten
Als het rempedaal is ingetrapt en de sportmodus is geselecteerd.
Als de auto plotseling decelereert doordat het rempedaal wordt ingetrapt.
Wegrijden op een helling
1
2
3
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 188 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
189
4-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Inrijden van uw nieuwe Toyota
Voor een maximale levensduur van de auto adviseren wij rekening te houden
met onderstaande aanwijzingen:
De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
De eerste 800 km:
Rijd niet met een aanhangwagen.
De eerste 1.000 km:
Rijd niet met extreem hoge snelheden.
Vermijd plotseling sterk accelereren.
Rijd niet langdurig in een lage versnelling.
Rijd niet langdurig met een constante snelheid.
Stationair draaien vóór uitzetten van de motor (dieselmotor)
Laat de motor stationair draaien na rijden met hoge snelheden of oprijden
van een helling om schade aan de turbo te voorkomen.
Rijomstandigheden Stationair draaien
Normaal stadsgebruik Niet nodig
Rijden met
hoge snelheid
Constante snelheid van
ongeveer 80 km/h
Ongeveer
20 seconden
Constante snelheid van
ongeveer 100 km/h
Ongeveer
1 minuut
Oprijden van een helling of langdurig rijden met
een snelheid van 100 km/h of hoger (rijden op een
circuit enz.)
Ongeveer
2 minuten
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 189 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
190
4-1. Voordat u gaat rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Rijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in het desbetreffende land geldende
wettelijke voorschriften en controleer of de juiste brandstof verkrijgbaar is.
(Blz. 607)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Bij het starten van de auto (auto's met Multidrive CVT)
Houd het rempedaal altijd ingetrapt als de auto stilstaat en de motor draait.
Dit voorkomt kruipen van de auto.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 190 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
191
4-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Tijdens het rijden
Zorg ervoor dat u, voordat u wegrijdt, blindelings het gas- en rempedaal
kunt vinden.
Als u per ongeluk in plaats van het rempedaal het gaspedaal intrapt, zal
de auto onverwacht accelereren, wat een ongeval tot gevolg kan heb-
ben.
Bij het achteruitrijden draait u wellicht uw lichaam, waardoor het bedie-
nen van de pedalen moeilijk wordt. Zorg dat u de pedalen altijd goed
kunt bedienen.
Zorg dat u altijd in de juiste houding achter het stuur zit, ook als de auto
maar kort hoeft te rijden. Zo kunt u rem- en gaspedaal goed bedienen.
Trap het rempedaal met uw rechtervoet in. Wanneer u het rempedaal
met uw linkervoet intrapt, kan in een noodgeval uw reactie vertraagd
worden, waardoor een ongeval kan ontstaan.
Rijd niet met de auto over licht ontvlambare materialen en parkeer de auto
ook niet in de buurt van dergelijke materialen.
Het uitlaatsysteem en de uitlaatgassen kunnen zeer heet worden. Deze
hete onderdelen kunnen brand veroorzaken als er licht ontvlambaar mate-
riaal aanwezig is.
Zet de motor niet uit tijdens het rijden. Door de motor tijdens het rijden uit
te zetten, verliest u niet de controle over het stuurwiel of de remmen, maar
werkt de bekrachtiging van deze systemen niet meer. Hierdoor zullen het
remmen en sturen veel zwaarder gaan dan normaal. Zet in dat geval de
auto aan de kant zodra dit veilig kan.
In geval van nood echter, bijvoorbeeld als de auto onmogelijk op de nor-
male manier tot stilstand kan worden gebracht: Blz. 515
Rem bij het afdalen van een steile helling af op de motor (terugschakelen)
om een veilige snelheid aan te kunnen houden.
Het continu gebruiken van de remmen kan leiden tot oververhitting en een
verminderde remwerking. (Blz. 220)
Verstel het stuurwiel, de stoel en de binnen- en buitenspiegels niet tijdens
het rijden.
Als u dat wel doet, kunt u de macht over het stuur verliezen met een onge-
val tot gevolg.
Controleer altijd of alle passagiers hun armen, hoofd en andere lichaams-
delen binnen de auto houden.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 191 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
192
4-1. Voordat u gaat rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Tijdens het rijden op een glad wegdek
Door plotseling remmen, accelereren en sturen kunnen de banden hun
grip verliezen waardoor u de controle over de auto kunt verliezen, met
mogelijk een ongeval tot gevolg.
Door plotseling accelereren, afremmen op de motor als gevolg van terug-
schakelen of veranderingen in het motortoerental kan de auto in een slip
raken. Dit kan leiden tot een ongeval.
Trap, nadat u door een plas bent gereden, het rempedaal lichtjes in om
ervoor te zorgen dat de remmen goed werken. Door natte remblokken kan
de remwerking afnemen. Remmen die aan één kant van de auto nat zijn
en niet goed werken, kunnen de besturing bemoeilijken met mogelijk een
ongeval tot gevolg.
Bedienen van de selectiehendel
Auto's met Multidrive CVT: Laat de auto niet achteruit rollen als de vooruit-
versnelling is ingeschakeld of vooruit rollen terwijl de selectiehendel in
stand R staat.
Als dat wel gebeurt, kan de motor afslaan of kan de rem- en stuurwerking
verslechteren, waardoor een ongeval of schade aan de auto kan ontstaan.
Auto's met Multidrive CVT: Zet de selectiehendel nooit in stand P terwijl de
auto nog rijdt.
Als u dat wel doet, kan er schade aan de transmissie ontstaan waardoor u
de controle over de auto kunt verliezen.
Zet de selectiehendel tijdens het vooruitrijden niet in stand R.
Als u dat wel doet, kan er schade aan de transmissie ontstaan waardoor u
de controle over de auto kunt verliezen.
Zet de selectiehendel tijdens het achteruitrijden niet in een vooruitversnel-
ling.
Als u dat wel doet, kan er schade aan de transmissie ontstaan waardoor u
de controle over de auto kunt verliezen.
Zet de selectiehendel tijdens het rijden niet in stand N. Als u dat wel doet,
wordt de verbinding tussen de motor en de transmissie verbroken. Als de
transmissie in stand N staat, is afremmen op de motor niet mogelijk.
Auto's met Multidrive CVT: Zet de selectiehendel niet in een andere stand
als het gaspedaal is ingetrapt.
Als de selectiehendel in een andere stand dan P wordt gezet, kan de auto
onverwacht snel accelereren, waardoor een ongeval kan ontstaan.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 192 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
193
4-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Als u een piepend of krassend geluid hoort (remblokslijtage-indicato-
ren)
Laat de remblokken zo snel mogelijk nakijken en indien nodig vervangen
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De remschijven kunnen beschadigd raken als de remblokken niet op tijd
worden vervangen.
Alleen voorremmen: Een beperkte mate van slijtage van de remblokken en
remschijven maakt een grotere remkracht vóór mogelijk. Daardoor kunnen
de remschijven iets sneller slijten dan de remschijven bij een conventioneel
remsysteem. Toyota adviseert daarom bij het vervangen van de remblokken
tevens de dikte van de remschijven op te meten.
Het rijden met een auto waarvan de remblokken en/of de remschijven de
slijtagelimiet overschreden hebben, is gevaarlijk.
Bij stilstaande auto
Laat de motor niet met te veel toeren draaien.
Als de transmissie in een andere stand dan P (auto's met Multidrive CVT)
of N staat, kan de auto onverwachts accelereren, waardoor een ongeval
kan ontstaan.
Auto's met Multidrive CVT: Voorkom het ontstaan van ongevallen door het
wegrollen van de auto en houd het rempedaal altijd ingetrapt als de motor
draait. Activeer indien nodig de parkeerrem.
Voorkom voor- of achteruitrollen van de auto bij stoppen op een helling,
waardoor een ongeval kan ontstaan: trap altijd het rempedaal in en acti-
veer de parkeerrem indien nodig.
Voorkom dat de motor met een te hoog toerental draait.
Als de motor met een hoog toerental draait terwijl de auto stilstaat, kan het
uitlaatsysteem oververhit raken, hetgeen brand kan veroorzaken als er
brandbaar materiaal aanwezig is.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 193 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
194
4-1. Voordat u gaat rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Als de auto geparkeerd is
Laat geen brillen, aanstekers, spuitbussen of blikken frisdrank in de auto
liggen als deze in de zon geparkeerd staat.
Dit kan resulteren in het volgende:
Een aansteker of spuitbus kan gas gaan lekken, waardoor brand kan
ontstaan.
De temperatuur in de auto kan zo hoog oplopen dat kunststof brillengla-
zen en kunststof monturen kunnen vervormen of barsten.
Blikjes frisdrank kunnen open barsten, waardoor de inhoud in het interi-
eur terechtkomt. Bovendien kan de vloeistof kortsluiting in de elektri-
sche componenten van de auto veroorzaken.
Laat geen aanstekers achter in de auto. Als een aansteker in het dash-
boardkastje of op de vloer ligt, kan deze per ongeluk gaan branden als er
bagage wordt geplaatst of een stoel wordt afgesteld en brand veroorza-
ken.
Plak geen parkeerschijven op de voorruit of andere ruiten. Plaats geen
reservoirs zoals luchtverfrissers op het instrumentenpaneel of dashboard.
Deze parkeerschijven of reservoirs kunnen als een lens werken en brand
veroorzaken in de auto.
Laat geen portier of ruit open als het gebogen glas van naastliggende
gebouwen voorzien is van een gemetalliseerde film, bijvoorbeeld een zil-
verkleurige folie. Weerkaatst zonlicht kan van het glas een lens maken en
brand veroorzaken.
Zet altijd de selectiehendel in stand P (auto's met Multidrive CVT), activeer
de parkeerrem, schakel de motor uit en vergrendel de auto.
Laat de auto niet onbeheerd achter met draaiende motor.
Raak de uitlaatpijp niet aan als de motor draait en ook niet net na het uit-
zetten van de motor.
Anders kunt u brandwonden oplopen.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 194 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
195
4-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Als u even gaat slapen in de auto
Zet de motor altijd uit.
Anders zou u per ongeluk de selectiehendel kunnen verplaatsen of het gas-
pedaal in kunnen trappen, waardoor een ongeval zou kunnen ontstaan of
de motor oververhit zou kunnen raken en brand kan ontstaan. Verder kun-
nen uitlaatgassen in een slecht geventileerde omgeving in de auto terecht-
komen, hetgeen zeer schadelijk is voor de gezondheid.
Bij het remmen
Rijd voorzichtiger wanneer de remmen nat zijn.
De remweg neemt toe als de remmen nat zijn en bovendien kan vocht
ertoe leiden dat de ene kant van de auto sterker afgeremd wordt dan de
andere kant. Ook de werking van de parkeerrem kan door vocht in nega-
tieve zin beïnvloed worden.
Rijd niet te dicht achter een andere auto als de rembekrachtiging niet
werkt en vermijd afdalingen en scherpe bochten die krachtig afremmen
noodzakelijk maken.
In dit geval kan de auto nog wel worden afgeremd, maar moet er een gro-
tere kracht op het rempedaal worden uitgeoefend dan normaal. De rem-
weg zal ook langer zijn. Laat uw remmen onmiddellijk repareren.
Rem niet “pompend” als de motor afgeslagen is.
Bij elke keer intrappen van het rempedaal verbruikt u een gedeelte van de
reservevoorraad voor de rembekrachtiging.
Het remsysteem bestaat uit twee afzonderlijke hydraulische systemen: als
een van de beide systemen uitvalt, werkt het andere systeem nog wel. In
dat geval moet het rempedaal krachtiger worden ingetrapt dan gewoonlijk
en neemt ook de remweg toe.
Laat uw remmen onmiddellijk repareren.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 195 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
196
4-1. Voordat u gaat rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
OPMERKING
Tijdens het rijden
Trap tijdens het rijden niet tegelijkertijd het gaspedaal en het rempedaal in,
anders neemt het motorvermogen mogelijk af.
Auto's met Multidrive CVT:
Gebruik niet het gaspedaal of het gaspedaal en het rempedaal samen om
de auto op een helling staande te houden.
Auto's met handgeschakelde transmissie:
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om beschadiging van de
koppeling, de transmissie en het schakelmechanisme te voorkomen.
Schakel alleen een andere versnelling in als het koppelingspedaal hele-
maal is ingetrapt. Laat na het schakelen het koppelingspedaal geleide-
lijk opkomen.
Laat uw voet tijdens het rijden niet op het koppelingspedaal rusten.
Gebruik voor het wegrijden alleen de eerste versnelling.
Gebruik de koppeling niet om de auto op een helling stil te laten staan.
Zet de selectiehendel niet in stand R terwijl de auto nog rijdt.
Bij het parkeren van de auto (auto's met Multidrive CVT)
Zet de selectiehendel altijd in stand P. Anders kan de auto in beweging
komen of onverwachts accelereren als het gaspedaal per ongeluk wordt
ingetrapt.
Vermijd schade aan onderdelen van de auto
Draai het stuurwiel niet gedurende langere tijd in een van beide richtingen
tegen de aanslag aan.
Anders kan schade aan de stuurbekrachtigingsmotor ontstaan.
Rijd zo langzaam mogelijk over oneffenheden in de weg om schade aan
de wielen, de onderzijde van de auto, enz. te vermijden.
Alleen dieselmotor: Laat de motor direct na het rijden met hoge snelheden
of het oprijden van een helling stationair draaien. Zet de motor pas af als
de turbo is afgekoeld.
Anders kan de turbo beschadigd raken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 196 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
197
4-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
OPMERKING
Als u tijdens het rijden een lekke band krijgt
Een lekke of beschadigde band kan leiden tot de onderstaande situaties.
Houd het stuurwiel stevig vast en trap het rempedaal geleidelijk in om de
auto tot stilstand te brengen.
Het kan moeilijk zijn om de auto onder controle te houden.
De auto kan abnormale geluiden maken of trillen.
De auto kan abnormaal gaan overhellen.
Informatie over wat u moet doen in het geval van een lekke band.
(Blz. 550, 566)
Overstroomde wegen
Rijd niet op wegen die na zware regenval e.d. zijn overstroomd. Indien u dat
toch doet, kan de auto hierdoor ernstig worden beschadigd.
Motor slaat af
Kortsluiting in elektrische componenten
Motorschade door onderdompeling in water
Na het rijden op een overstroomde weg moet het volgende worden nageke-
ken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Remwerking
Peil en kwaliteit van motorolie, transmissievloeistof, enz.
Smering van de lagers en de wielophanging (indien mogelijk) en de wer-
king van alle koppelingen, lagers, enz.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 197 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
198
4-1. Voordat u gaat rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Lading en bagage
Lees onderstaande informatie over voorzorgsmaatregelen, laad-
vermogen en belading zorgvuldig door.
WAARSCHUWING
Zaken die niet in de bagageruimte vervoerd mogen worden
De volgende zaken kunnen brand veroorzaken als ze in de bagageruimte
vervoerd worden.
Jerrycans met benzine
Spuitbussen
Voorzorgsmaatregelen bij opbergen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ertoe leiden dat
de pedalen niet goed kunnen worden ingetrapt, dat het zicht van de
bestuurder wordt gehinderd of dat de bestuurder of passagiers door voor-
werpen geraakt worden, wat een ongeval kan veroorzaken.
Vervoer lading en bagage indien mogelijk altijd in de bagageruimte.
Sedan: Stapel bagage in de vergrote bagageruimte nooit hoger dan de
rugleuningen, om te voorkomen dat goederen tijdens hard remmen naar
voren schuiven. Plaats bagage altijd zo laag mogelijk.
Wagon: Stapel bagage in de bagageruimte nooit hoger dan de rugleu-
ningen.
Plaats als u de achterstoelen neerklapt geen lange voorwerpen direct ach-
ter de voorstoelen.
Sta nooit toe dat er personen in de vergrote bagageruimte meerijden. De
bagageruimte is niet ontworpen om personen te vervoeren. Personen die-
nen plaats te nemen op een zitplaats en een gordel op de juiste manier om
te doen.
Leg geen lading of bagage op de volgende plaatsen:
Voeten van de bestuurder
Stoel van de voorpassagier of de achterstoelen (als er goederen op
elkaar gestapeld worden)
Hoedenplank (sedan)
Bagageafdekking (wagon)
Instrumentenpaneel
Dashboard
Extra opbergvak of vak zonder klep
Zorg dat alle voorwerpen die zich in het passagierscompartiment bevinden
zijn opgeborgen of vastgezet.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 198 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
199
4-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Lading en gewichtsverdeling
Overlaad uw auto niet.
Verdeel het gewicht gelijkmatig.
Een onjuiste belading kan de besturing en de remwerking in negatieve zin
beïnvloeden, waardoor een ongeval met ernstig letsel zou kunnen ontstaan.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 199 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
200
4-1. Voordat u gaat rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Rijden met een aanhangwagen
Maximale gewichten
Controleer het maximaal toelaatbare aanhangwagengewicht, het
maximaal toelaatbare voertuiggewicht (GVW), de maximale asbe-
lasting (MPAC), en de maximaal toelaatbare kogeldruk voordat u
met een aanhangwagen gaat rijden. (Blz. 602)
Trekhaak/trekhaak met afneembare kogel
Toyota adviseert gebruik te maken van een originele Toyota trek-
haak/afneembare trekhaak voor uw auto. Ook andere geschikte en
kwalitatief vergelijkbare trekhaken mogen worden gebruikt.
Uw auto is in eerste instantie ontworpen voor het vervoer van
personen en hun bagage. Het rijden met een aanhangwagen zal
een negatief effect hebben op de rijeigenschappen, prestaties,
remvermogen, duurzaamheid en het brandstofverbruik. Met
name bij het rijden met een aanhangwagen hangen uw veiligheid
en comfort af van de juiste uitrusting en een voorzichtig rijge-
drag. Voor uw veiligheid en die van anderen, mag de aanhang-
wagen niet te zwaar worden beladen.
Rijd voorzichtig tijdens het rijden met een aanhangwagen en
houd u aan de voorschriften die gelden voor de aanhangwagen.
De Toyota-garantie dekt geen schade die ontstaat bij het
bedrijfsmatig rijden met een aanhangwagen.
Raadpleeg voordat u met een aanhangwagen gaat rijden eerst
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie. In sommige landen zijn er namelijk wettelijke
voorschriften voor het rijden met aanhangwagens.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 200 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
201
4-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Totaal aanhangwagengewicht en maximaal toegestane kogel-
druk
Totaal aanhangwagenge-
wicht
Het gewicht van de aanhangwa-
gen plus het gewicht van de
lading mag het maximale aan-
hangwagengewicht niet over-
schrijden. Het is gevaarlijk om
dit gewicht te overschrijden.
(Blz. 602)
Als u met een aanhangwagen
rijdt, raden wij u aan een stabili-
sator te gebruiken (om slingeren
te voorkomen).
Maximaal toegestane kogeldruk
Belaad de aanhangwagen zo dat de kogeldruk hoger is dan 25 kg of 4%
van het maximale aanhangwagengewicht. Laat de kogeldruk de aange-
geven waarde niet overschrijden. (Blz. 602)
Informatielabel (typeplaatje)
Maximaal toelaatbaar voer-
tuiggewicht
Het totale gewicht van de
bestuurder, passagiers, bagage,
trekhaak, auto en kogeldruk
mag het maximaal toelaatbare
voertuiggewicht niet met meer
dan 100 kg overschrijden. Het is
gevaarlijk om dit gewicht te
overschrijden.
Maximaal toelaatbare achter-
asbelasting
De belasting van de achteras mag de maximaal toegestane belasting
van de achteras niet met meer dan 15% overschrijden. Het is gevaarlijk
om dit gewicht te overschrijden.
Het maximale aanhangwagengewicht is bepaald bij tests op zeeniveau.
Houd er rekening mee dat het motorvermogen en het maximale aan-
hangwagengewicht op grotere hoogten lager zijn.
Belangrijke punten met betrekking tot het beladen van een aan-
hangwagen
1
2
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 201 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
202
4-1. Voordat u gaat rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Als de limiet voor het maximaal toelaatbare voertuiggewicht of de
maximale asbelasting overschreden is
Rijd niet harder dan de wettelijke limiet voor auto's met een aanhangwagen
of 100 km/h, waarbij de laagste limiet moet worden aangehouden.
Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot een ongeval
en ernstig letsel.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 202 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
203
4-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Sedan
460 mm
460 mm
460 mm
460 mm
460 mm
460 mm
1.110 mm
35 mm
369 mm
*
1
374 mm*
2
392 mm*
3
391 mm*
4
320 mm
385 mm
575 mm
*
1
: 205/60R16 banden*
5
*
2
: 215/55R17 of 225/45R18 banden*
5
*
3
: 205/60R16 banden met verhoogde wagenhoogte*
5
*
4
: 215/55R17 banden met verhoogde wagenhoogte*
5
*
5
: Vraag het autotype na bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Montagepositie voor de trekhaak/afneembare trekhaak
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 203 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
204
4-1. Voordat u gaat rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Wagon
460 mm
460 mm
460 mm
460 mm
460 mm
460 mm
1.180 mm
37 mm
369 mm
*
1
375 mm*
2
393 mm*
3
391 mm*
4
387 mm
452 mm
643 mm
*
1
: 205/60R16 banden*
5
*
2
: 215/55R17 of 225/45R18 banden*
5
*
3
: 205/60R16 banden met verhoogde wagenhoogte*
5
*
4
: 215/55R17 banden met verhoogde wagenhoogte*
5
*
5
: Vraag het autotype na bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 204 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
205
4-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Informatie over banden
Verhoog de bandenspanning met 20,0 kPa (0,2 kg/cm
2
of bar, 3 psi) als er
een aanhangwagen getrokken wordt. (Blz. 619)
Verhoog de bandenspanning van de aanhangwagen tot de waarde die de
fabrikant van de aanhangwagen opgeeft voor de combinatie van aanhang-
wagengewicht en belading.
Verlichting
Neem voor het plaatsen van aanhangwagenverlichting contact op met een
erkende dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige, aangezien onjuiste plaatsing de verlichting
van de auto kan beschadigen. Houd u bij het plaatsen van aanhangwagen-
verlichting aan de wettelijke voorschriften in uw land.
Inrijden
Toyota raadt het rijden met een aanhangwagen af gedurende de eerste 800
km als er onderdelen van de aandrijflijn van de auto vervangen zijn.
Onderhoud
Als met de auto regelmatig met een aanhangwagen wordt gereden, moet er
vaker onderhoud worden uitgevoerd omdat de auto zwaarder belast wordt
dan bij het rijden zonder aanhangwagen.
Draai nadat er ongeveer 1.000 km met een aanhangwagen is gereden alle
bouten van de trekhaak nogmaals vast.
Veiligheidscontroles voor het rijden met een aanhangwagen
Controleer of de maximale kogeldruk voor de trekhaak/trekhaak met
afneembare kogel niet overschreden wordt. Houd er rekening mee dat het
gewicht van de aanhangwagen moet worden opgeteld bij het gewicht van
de auto. Controleer ook of het totale gewicht van de auto binnen het maxi-
maal toegestane gewicht blijft. (Blz. 201)
Controleer of de lading op de aanhangwagen goed vastgezet is.
Maak, indien u het achteropkomend verkeer niet goed kunt zien met de
standaard buitenspiegels, gebruik van extra buitenspiegels. Stel de armen
van deze extra spiegels aan beide zijden zo af dat ze altijd maximaal zicht
bieden op de weg achter u.
OPMERKING
Als de achterbumperversterking van aluminium is
Controleer of het stalen deel van de trekhaak niet direct in contact komt met
het aluminium.
Als staal en aluminium met elkaar in contact komen, ontstaat er een reactie
die te vergelijken is met corrosie, waardoor het desbetreffende gedeelte
verzwakt wordt en er schade kan ontstaan. Breng daarom op het contact-
vlak een roestwerend middel aan.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 205 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
206
4-1. Voordat u gaat rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
De auto zal anders aanvoelen als u met een aanhangwagen rijdt.
Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht om een onge-
val en ernstig letsel te voorkomen:
Controleer de elektrische aansluiting tussen de aanhangwa-
gen en de auto
Breng de auto tot stilstand na een korte afstand gereden te hebben
en controleer, net als voor het wegrijden, of de verlichting van de
aanhangwagen werkt.
Oefen het rijden met een aanhangwagen
Oefen het rijden met een aanhangwagen in een omgeving zon-
der of met weinig verkeer, zodat u leert hoe de combinatie aan-
voelt bij het keren, stoppen en achteruitrijden.
Houd tijdens het achteruitrijden het stuurwiel stevig vast en draai
het stuurwiel rechtsom om de aanhangwagen naar links te stu-
ren en linksom om de aanhangwagen naar rechts te sturen. Ver-
draai het stuurwiel altijd geleidelijk om stuurfouten te voorkomen.
Laat iemand u bij het achteruitrijden begeleiden om de kans op
een ongeval te beperken.
Vergroten van de tussenafstand
Bij een snelheid van 10 km/h moet de afstand tot uw voorligger
minimaal gelijk zijn aan de totale lengte van uw auto en de aan-
hangwagen. Voorkom plotselinge remmanoeuvres die tot een slip
zouden kunnen leiden. Als de auto in een slip raakt, zou u de con-
trole over de auto kunnen verliezen. De kans hierop is vooral aan-
wezig tijdens het rijden op een nat of glad wegdek.
Acceleratie/stuurcommando's/bochtengedrag
In te krappe bochten kan de aanhangwagen de auto raken. Redu-
ceer uw snelheid voordat u een bocht nadert en neem bochten met
een zodanige snelheid dat plotseling remmen niet nodig is.
Belangrijke punten met betrekking tot het aansnijden van
bochten
De wielen van de aanhangwagen maken een krappere bocht dan
de wielen van de auto. Snijd bochten daarom ruimer aan dan u zou
doen als u niet met een aanhangwagen rijdt.
Advies
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 206 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
207
4-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Belangrijke punten met betrekking tot de stabiliteit
Een slecht wegdek en krachtige zijwind zullen de wegligging en het
rijgedrag beïnvloeden. Ook bij het inhalen van bussen of grote
vrachtwagens of het ingehaald worden door dergelijke voertuigen,
kunnen de aanhangwagen en de auto gaan slingeren. Kijk bij het
rijden langs dergelijke voertuigen veelvuldig in uw spiegels. Vermin-
der vaart door voorzichtig het rempedaal in te trappen zodra u ziet
dat de aanhangwagen gaat slingeren. Houd tijdens het remmen het
stuurwiel altijd in de rechtuitstand.
Passeren van andere auto's
Houd rekening met de totale lengte van uw auto en de aanhangwa-
gen en zorg ervoor dat er voldoende ruimte is voordat u van rij-
strook verandert.
Informatie over de transmissie
Multidrive CVT
Rijd niet in stand D teneinde effectief op de motor te kunnen blijven
afremmen. Selecteer de juiste versnelling in stand M.
Handgeschakelde transmissie
Rijd niet in de 6e versnelling, teneinde effectief op de motor te kun-
nen blijven afremmen.
Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op een lange, steile helling bij
buitentemperaturen hoger dan 30°C kan ertoe leiden dat de motor
oververhit raakt. Als de koelvloeistoftemperatuurmeter aangeeft dat
de motor oververhit raakt, schakel dan direct de airconditioning uit
en breng de auto op een veilige plaats tot stilstand. (Blz. 596)
Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wielen van de auto en de aan-
hangwagen. Zorg ervoor dat de auto goed op de parkeerrem staat
en zet de selectiehendel in stand P bij auto's met Multidrive CVT en
in stand 1 of R bij auto's met handgeschakelde transmissie.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 207 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
208
4-1. Voordat u gaat rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Volg alle aanwijzingen in dit hoofdstuk op. Anders kunnen zich ongevallen
voordoen die tot ernstig letsel kunnen leiden.
Voorzorgsmaatregelen bij het rijden met een aanhangwagen
Controleer bij het rijden met een aanhangwagen of de maximaal toege-
stane gewichten niet worden overschreden. (Blz. 201)
Voorkomen van een ongeval of letsel
Rijd niet met een aanhangwagen wanneer het compacte reservewiel
onder uw auto is gemonteerd.
Rijd niet met een aanhangwagen wanneer een band is gemonteerd die is
gerepareerd met de bandenreparatieset.
Gebruik de cruise control (indien aanwezig) niet wanneer u met een aan-
hangwagen rijdt.
Rijsnelheid bij het rijden met een aanhangwagen
Overschrijd de maximum snelheid voor het rijden met een aanhangwagen
niet.
Voor het afrijden van een lange helling
Minder snelheid en schakel terug. Schakel bij het afdalen van een lange of
steile helling echter niet plotseling terug.
Werking van het rempedaal
Trap het rempedaal niet veelvuldig of gedurende een langere periode ach-
tereen in. Anders kan het remsysteem oververhit raken of kan de remwer-
king teruglopen.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 208 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
209
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Contactslot (auto's zonder Smart entry-
systeem en startknop)
Multidrive CVT
Druk de parkeerremschakelaar in en controleer of de parkeerrem is
geactiveerd. (Blz. 229)
Het waarschuwingslampje van de parkeerrem gaat branden.
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Trap het rempedaal stevig in.
Zet het contact in stand START om de motor te starten.
Handgeschakelde transmissie (benzinemotor)
Druk de parkeerremschakelaar in en controleer of de parkeerrem is
geactiveerd. (Blz. 229)
Het waarschuwingslampje van de parkeerrem gaat branden.
Controleer of de selectiehendel in stand N staat.
Trap het koppelingspedaal stevig in.
Zet het contact in stand START en start de motor.
Handgeschakelde transmissie (dieselmotor)
Druk de parkeerremschakelaar in en controleer of de parkeerrem is
geactiveerd. (Blz. 229)
Het waarschuwingslampje van de parkeerrem gaat branden.
Controleer of de selectiehendel in stand N staat.
Trap het koppelingspedaal stevig in.
Zet het contact AAN.
Controlelampje gaat branden.
Als het controlelampje uitgaat, zet dan het contact in stand
START om de motor te starten.
Starten van de motor
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
5
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 209 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
210
4-2. Rijprocedures
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
UIT
Het stuurwiel is geblokkeerd en de
sleutel kan worden verwijderd.
(Auto's met Multidrive CVT: de
sleutel kan alleen worden verwij-
derd als de selectiehendel in stand
P staat.)
ACC
Sommige elektrische componen-
ten zoals het audiosysteem kun-
nen worden gebruikt.
AAN
Alle elektrische componenten kunnen worden gebruikt.
START
Motor starten.
Het contact van stand ACC naar UIT zetten
Zet de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT) of de neutraalstand
(handgeschakelde transmissie). (Blz. 219, 225)
Als de motor niet aanslaat
De startblokkering is mogelijk niet uitgeschakeld. (Blz. 78)
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer het stuurslot niet kan worden ontgrendeld
Veranderen van de standen van het contact
1
2
Druk de sleutel dieper in het slot en
draai deze naar UIT.
Soms kan de sleutel bij het starten moei-
lijk vanuit UIT worden gedraaid. Draai het
stuurwiel enigszins naar links of naar
rechts om het stuurslot te ontgrendelen.
3
4
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 210 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
211
4-2. Rijprocedures
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Waarschuwingssysteem sleutel in contactslot
Wanneer u het bestuurdersportier opent terwijl het contact in stand ACC of
UIT staat, klinkt er een zoemer die u helpt herinneren dat u de sleutel moet
verwijderen.
WAARSCHUWING
Bij het starten van de motor
Start de motor altijd terwijl u in de bestuurdersstoel zit. Trap nooit het gas-
pedaal in terwijl u de motor start.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Zet het contact nooit UIT tijdens het rijden. Als in een noodgeval de motor
moet worden uitgezet terwijl de auto nog rijdt, zet dan het contact in stand
ACC. Als de motor wordt uitgeschakeld tijdens het rijden kan een ongeval
het gevolg zijn. (Blz. 515)
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de accu
Laat het contact niet gedurende langere tijd in stand ACC of AAN staan
wanneer de motor niet draait.
Bij het starten van de motor
Laat de startmotor niet langer dan 30 seconden onafgebroken werken.
Anders kunnen de startmotor en de bedrading oververhit raken.
Jaag een nog koude motor nooit op toeren.
Indien de motor moeilijk aanslaat of vaak afslaat, laat uw auto dan onmid-
dellijk controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 211 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
212
4-2. Rijprocedures
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Startknop (auto's met Smart entry-systeem
en startknop)
Multidrive CVT
Druk de parkeerremschakelaar in en controleer of de parkeerrem is
geactiveerd. (Blz. 229)
Het waarschuwingslampje van de parkeerrem gaat branden.
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Trap het rempedaal stevig in.
De indicator in de startknop gaat groen branden. Als de indicator niet
groen wordt, kan de motor niet worden gestart.
Druk op de startknop.
De motor wordt gestart totdat hij
aanslaat, waarbij elke startpoging
maximaal 30 seconden duurt.
Houd het rempedaal ingetrapt tot
de motor draait.
De motor kan in elke stand van het
contact worden gestart.
Als u de volgende handelingen uitvoert terwijl u een elektroni-
sche sleutel bij u hebt, wordt de motor gestart of de stand van
het contact veranderd.
Starten van de motor
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 212 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
213
4-2. Rijprocedures
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Handgeschakelde transmissie
Druk de parkeerremschakelaar in en controleer of de parkeerrem is
geactiveerd. (Blz. 229)
Het waarschuwingslampje van de parkeerrem gaat branden.
Controleer of de selectiehendel in stand N staat.
Trap het koppelingspedaal stevig in.
De indicator in de startknop gaat groen branden. Als de indicator niet
groen wordt, kan de motor niet worden gestart.
Druk op de startknop.
De motor wordt gestart totdat hij
aanslaat, waarbij elke startpoging
maximaal 30 seconden duurt.
Houd het koppelingspedaal inge-
trapt tot de motor draait.
Alleen dieselmotor: het controle-
lampje gaat branden. De
motor start zodra het controle-
lampje is gedoofd.
De motor kan in elke stand van het
contact worden gestart.
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 213 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
214
4-2. Rijprocedures
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Multidrive CVT
Breng de auto tot stilstand.
Zet de selectiehendel in stand P.
Activeer de parkeerrem. (Blz. 229)
Druk op de startknop.
Laat het rempedaal los en controleer of de indicator in de startknop
uit is.
Handgeschakelde transmissie
Breng de auto tot stilstand.
Zet de selectiehendel in stand N.
Activeer de parkeerrem. (Blz. 229)
Druk op de startknop.
Laat het rempedaal los en controleer of de indicator in de startknop
uit is.
Uitzetten van de motor
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 214 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
215
4-2. Rijprocedures
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
De standen kunnen worden gewijzigd door op de startknop te drukken
zonder het rempedaal (auto's met Multidrive CVT) of het koppe-
lingspedaal (auto's met handgeschakelde transmissie) in te trappen.
(De stand verandert iedere keer dat op de knop wordt gedrukt.)
UIT
*
Alarmknipperlichten kunnen wor-
den gebruikt.
Stand ACC
Sommige elektrische componen-
ten zoals het audiosysteem kun-
nen worden gebruikt.
Het controlelampje in de startknop
gaat oranje branden.
AAN
Alle elektrische componenten kunnen worden gebruikt.
Het controlelampje in de startknop gaat oranje branden.
*: Als bij auto's met Multidrive CVT de selectiehendel in een andere stand
dan stand P staat als de motor uit wordt gezet, gaat het contact naar stand
ACC en niet UIT.
Als de motor wordt uitgezet terwijl de selectiehendel in een andere
stand dan P staat, wordt de stand van het contact ACC, niet UIT. Voer
de volgende procedure uit om het contact UIT te zetten:
Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Zet de selectiehendel in stand P.
Controleer of de indicator in de startknop oranje brandt en druk ver-
volgens eenmaal op de startknop.
Controleer of het controlelampje in de startknop uit is.
Wijzigen van de standen van het contact
1
2
3
Uitzetten van de motor als de selectiehendel in een andere stand
dan P staat (auto's met Multidrive CVT)
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 215 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
216
4-2. Rijprocedures
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Auto power off-functie
Auto's met Multidrive CVT
Als het contact gedurende meer dan 20 minuten in stand ACC staat of gedu-
rende meer dan een uur AAN staat (zonder dat de motor draait) met de
selectiehendel in stand P, schakelt het systeem het contact automatisch UIT.
Deze functie kan echter niet geheel uitsluiten dat de accu ontladen kan
raken. Laat het contact niet gedurende langere tijd in stand ACC of AAN
staan zonder dat de motor draait.
Auto's met handgeschakelde transmissie
Als het contact gedurende meer dan 20 minuten in stand ACC staat of gedu-
rende meer dan een uur AAN staat (zonder dat de motor draait), schakelt het
systeem het contact automatisch UIT. Deze functie kan echter niet geheel uit-
sluiten dat de accu ontladen kan raken. Laat het contact niet gedurende lan-
gere tijd in stand ACC of AAN staan zonder dat de motor draait.
Bediening van de startknop
Eén keer kort en stevig indrukken van de startknop is voldoende om deze te
bedienen. Als de startknop niet op de juiste manier wordt bediend, kan het
voorkomen dat de motor niet start of dat de stand van het contact niet veran-
dert. U hoeft de startknop niet ingedrukt te houden.
Leegraken batterij elektronische sleutel
Blz. 124
Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden
Blz. 152
Aanwijzing voor het Smart entry-systeem met startknop
Blz. 153
Als de motor niet aanslaat
De startblokkering is mogelijk niet uitgeschakeld. (Blz. 78)
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Stuurslot
Nadat het contact UIT is gezet en de portieren zijn geopend en gesloten,
wordt het stuurwiel geblokkeerd door de stuurslotfunctie. Als u nogmaals op
de startknop drukt, wordt het stuurslot automatisch weer uitgeschakeld.
Wanneer het stuurslot niet kan worden ontgrendeld
Het groene controlelampje in de startknop
zal knipperen en er verschijnt een mel-
ding op het multi-informatiedisplay. Druk
de startknop nogmaals in terwijl het stuur-
wiel naar links en rechts gedraaid wordt.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 216 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
217
4-2. Rijprocedures
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Oververhitting van de elektromotor van het stuurslot voorkomen
Om te voorkomen dat de elektromotor van het stuurslot oververhit raakt, kan
het voorkomen dat de werking van de elektromotor wordt onderbroken als de
motor in een korte tijd herhaaldelijk wordt gestart en uitgezet.
Wacht in dat geval met het starten van de motor. Na ongeveer 10 seconden
zal de elektromotor van het stuurslot weer functioneren.
Als het controlelampje in de startknop oranje knippert
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de auto direct con-
troleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer de batterij van de elektronische sleutel leeg is
Blz. 588
WAARSCHUWING
Bij het starten van de motor
Start de motor altijd terwijl u in de bestuurdersstoel zit. Trap nooit het gas-
pedaal in terwijl u de motor start.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als zich een storing voordoet in de motor terwijl de auto rijdt, vergrendel of
open de portieren dan niet totdat de auto veilig en volledig tot stilstand is
gekomen. Als onder deze omstandigheden het stuurslot wordt geactiveerd,
kan dit leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
Uitzetten van de motor in noodgevallen
Als u in noodgevallen de motor tijdens het rijden af wilt zetten, houd dan de
startknop gedurende ten minste 2 seconden ingedrukt of druk hem ten min-
ste driemaal achter elkaar kort in. (Blz. 515)
Bedien de startknop tijdens het rijden echter uitsluitend in noodgevallen.
Door de motor tijdens het rijden uit te zetten, verliest u niet de controle over
het stuurwiel of de remmen, maar werkt de bekrachtiging van deze syste-
men niet meer. Hierdoor zullen het remmen en sturen veel zwaarder gaan
dan normaal. Zet in dat geval de auto aan de kant zodra dit veilig kan.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 217 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
218
4-2. Rijprocedures
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de accu
Laat het contact niet gedurende langere tijd in stand ACC of AAN staan
zonder dat de motor draait.
Als het controlelampje van de startknop brandt, is het contact niet UIT.
Controleer voordat u uitstapt altijd of het contact UIT is.
Zet bij auto's met Multidrive CVT de motor niet uit als de selectiehendel in
een andere stand dan P staat. Als de motor wordt uitgezet terwijl de selec-
tiehendel in een andere stand staat, wordt het contact niet UIT, maar in
stand ACC gezet. Als het contact in stand ACC blijft staan, kan de accu
ontladen raken.
Bij het starten van de motor
Jaag een nog koude motor nooit op toeren.
Indien de motor moeilijk aanslaat of vaak afslaat, laat uw auto dan onmid-
dellijk controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Symptomen die kunnen duiden op een probleem met de startknop
Wanneer u merkt dat de bediening van de startknop niet helemaal gaat
zoals u gewend bent, bijvoorbeeld als de startknop bij het indrukken iets
blijft hangen, kan dit duiden op een defect. Neem direct contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 218 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
219
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Multidrive CVT
Trap, terwijl het contact AAN staat, het rempedaal in en zet de
selectiehendel in een andere stand.
Breng de auto altijd eerst geheel tot stilstand voordat u scha-
kelt tussen stand P en D.
: Indien aanwezig
Bedienen van de selectiehendel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 219 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
220
4-2. Rijprocedures
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
*
1
: Zet de selectiehendel onder normale rijomstandigheden in stand D voor
een zo laag mogelijk brandstofverbruik en een zo laag mogelijke geluids-
productie.
*
2
: Door in stand M een schakelstap te selecteren, kunt u de mate van accele-
reren en afremmen op de motor beïnvloeden.
Druk op de schakelaar.
Voor snelle acceleratie en rijden in
bergachtige gebieden.
Druk nogmaals op de schakelaar
om terug te gaan naar de normale
modus.
Doel van de schakelstanden
Schakelstand Functie
P Parkeren van de auto/starten van de motor
R Achteruit
N Neutraalstand
D Normaal rijden*
1
M
Sequentiële shiftmatic-sportmodus met
7 versnellingen
*
2
(Blz. 222)
Selecteren van een rijmodus
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 220 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
221
4-2. Rijprocedures
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Bedien de paddle shift-schakelaar “-” terwijl de selectiehendel in stand
D staat om een tijdelijke schakelstap te selecteren. Door het verande-
ren van de schakelstap kan het gewenste niveau van motorremwer-
king worden geselecteerd. De schakelstap kan worden geselecteerd
door de paddle shift-schakelaars “-” en “+” te bedienen.
Opschakelen
Terugschakelen
De geselecteerde schakelstap
(1 t/m 7) wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
Houd de paddle shift-schakelaar
+ enige tijd omlaag om weer
terug te keren naar het normale
programma van stand D.
Schakelstappen en hun functies
Voor het afremmen op de motor kunt u uit 7 niveaus kiezen.
Een lagere schakelstap geeft een grotere remkracht dan een
hogere schakelstap en het toerental wordt ook hoger.
Selecteren van de schakelstap in stand D (auto's met paddle
shift-schakelaars)
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 221 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
222
4-2. Rijprocedures
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Zet de selectiehendel in stand M om de sequentiële shiftmatic-sport-
modus met 7 versnellingen in te schakelen. De gewenste schakel-
stappen kunnen worden geselecteerd met de selectiehendel of de
paddle shift-schakelaars “-” en “+” (indien aanwezig).
Opschakelen
Terugschakelen
Telkens wanneer de selectiehendel
of een paddle shift-schakelaar
wordt bediend, wordt één versnel-
ling op- of teruggeschakeld.
De geselecteerde schakelstap
(1 t/m 7) wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
De versnellingen worden echter zelfs in stand M automatisch gewij-
zigd als het motortoerental te hoog of te laag is.
Schakelfuncties
U kunt kiezen uit 7 niveaus voor de mate van accelereren en
afremmen op de motor.
In een lagere schakelstap wordt er feller geaccelereerd en op de
motor afgeremd dan in een hogere schakelstap en ook neemt
het toerental toe.
Schakelen in de sequentiële shiftmatic-sportmodus met 7 ver-
snellingen
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 222 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
223
4-2. Rijprocedures
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Wanneer de auto tot stilstand komt terwijl met de selectiehendel stand M
is geselecteerd
Zodra de auto tot stilstand is gekomen, zal de transmissie terugschakelen
naar M1.
Vervolgens zal de auto in stand M1 beginnen te rijden.
Wanneer de auto tot stilstand is gekomen, wordt de transmissie in M1 gezet.
Paddle shift-schakelaars (indien aanwezig)
Wanneer de paddle shift-schakelaar wordt bediend terwijl de selectiehendel
in stand D staat, wordt aan de hand van de rijsnelheid en de rijomstandighe-
den automatisch een schakelstap geselecteerd.
Automatisch uitschakelen van de schakelstapselectie terwijl de selectiehen-
del in stand D staat
De schakelstapselectie in stand D wordt onder de volgende omstandighe-
den uitgeschakeld:
Als de auto tot stilstand komt
Als het gaspedaal in één versnelling langer dan een bepaalde periode
wordt ingetrapt
Als de selectiehendel in een andere stand dan D wordt gezet
Waarschuwingszoemer bij beperking terugschakelmogelijkheid
Uit veiligheidsoverwegingen en om het rijgedrag niet in negatieve zin te beïn-
vloeden, kan er onder bepaalde omstandigheden beperkt worden terugge-
schakeld. In sommige omstandigheden kan er helemaal niet worden
teruggeschakeld met de selectiehendel of de paddle shift-schakelaar (indien
aanwezig). (De waarschuwingszoemer klinkt dan twee keer.)
Bij het rijden met ingeschakelde cruise control (indien aanwezig)
Ook wanneer de volgende handelingen worden uitgevoerd met als doel op de
motor af te remmen, wordt er niet op de motor afgeremd omdat de cruise
control niet wordt uitgeschakeld.
Terugschakelen naar 6, 5 of 4 tijdens het rijden in stand D of in de sequenti-
ele shiftmatic-sportmodus met 7 versnellingen. (Blz. 287)
Als tijdens het rijden in stand D de sportmodus wordt ingeschakeld.
(Blz. 221)
Automatisch uitschakelen van de sportmodus
Wanneer na het rijden in de sportmodus het contact UIT wordt gezet, wordt
deze modus automatisch uitgeschakeld.
Als de selectiehendel niet in een andere stand dan P kan worden gezet
Blz. 583
Als het controlelampje M niet gaat branden nadat de selectiehendel in
stand M is gezet
Dit kan duiden op een storing in de transmissie. Laat uw auto direct controle-
ren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 223 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
224
4-2. Rijprocedures
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
G AI-SHIFT
De G AI-SHIFT-functie wordt automatisch gewijzigd naar een passende
schakelstap terwijl in de sportmodus wordt gereden overeenkomstig de
bediening tijdens het rijden en de rijomstandigheden.
De G Al-SHIFT-functie wordt automatisch geactiveerd als de rijmodusselec-
tieschakelaar in de sportmodus staat en de selectiehendel in stand D staat.
(De functie wordt geannuleerd als de rijmodusselectieschakelaar in de nor-
male modus is gezet of de selectiehendel in stand M is gezet.)
WAARSCHUWING
Tijdens het rijden op een glad wegdek
Niet abrupt accelereren of schakelen.
Door plotseling afremmen op de motor kan de auto in een slip raken, wat
kan leiden tot een ongeval.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 224 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
225
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Handgeschakelde transmissie
Trap het koppelingspedaal vóór
het bedienen van de selectiehen-
del helemaal in en laat het lang-
zaam opkomen.
Trek om de selectiehendel in de
achteruit te zetten de ring onder
de pookknop omhoog.
De schakeladviesindicator helpt de bestuurder om het brandstofver-
bruik en de uitlaatgasemissie binnen de limieten van het motorvermo-
gen te verlagen.
Opschakelen
Terugschakelen
: Indien aanwezig
Bedienen van de selectiehendel
De selectiehendel in stand R zetten
Schakeladviesindicator
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 225 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
226
4-2. Rijprocedures
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Display schakeladviesindicator
De schakeladviesindicator wordt mogelijk niet weergegeven wanneer uw
voet op het koppelingspedaal rust.
Maximale snelheden voor terugschakelen
Schakel niet terug bij hogere snelheden dan in onderstaande tabel zijn aan-
gegeven om te voorkomen dat de motor met een te hoog toerental gaat
draaien.
Benzinemotor
km/h (mph)
Dieselmotor
km/h (mph)
Schakelstand
Maximale snelheid
1ZR-FAE motor 2ZR-FAE motor
1 48 (30) 53 (33)
2 89 (55) 98 (61)
3 130 (81) 143 (89)
4 175 (109) 193 (120)
Schakelstand
Maximale snelheid
1WW motor 2WW motor
1 43 (27) 40 (25)
2 86 (53) 81 (50)
3 136 (85) 127 (79)
4 193 (120) 180 (112)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 226 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
227
4-2. Rijprocedures
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Display schakeladviesindicator
Uit veiligheidsoverwegingen dient de bestuurder niet uitsluitend op het dis-
play te kijken. Raadpleeg het display alleen wanneer dit veilig kan en reke-
ning houdend met de wegcondities en de verkeersomstandigheden. Anders
kan zich een ongeval voordoen.
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de transmissie
Trek de ring onder de pookknop alleen omhoog om de achteruitversnelling
in te schakelen.
Zet de selectiehendel alleen in stand R als de auto stilstaat.
Zet de selectiehendel niet in stand R
zonder eerst het koppelingspedaal in te
trappen.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 227 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
228
4-2. Rijprocedures
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Richtingaanwijzerschakelaar
Rechts afslaan
Rijstrookwisseling naar rechts
(beweeg de hendel iets
omhoog en laat hem los)
De richtingaanwijzers aan de rech-
terzijde zullen drie keer knipperen.
Rijstrookwisseling naar links
(beweeg de hendel iets omlaag
en laat hem los)
De richtingaanwijzers aan de lin-
kerzijde zullen drie keer knipperen.
Links afslaan
De richtingaanwijzers kunnen bediend worden als
Het contact AAN staat.
Als de controlelampjes sneller knipperen dan normaal
Controleer of er een lamp van de richtingaanwijzer voor of achter is doorge-
brand.
Als de richtingaanwijzers stoppen met knipperen voordat van rijstrook
is veranderd
Bedien de hendel nogmaals.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Het aantal keren dat de richtingaanwijzers tijdens het veranderen van rij-
strook knipperen kan worden aangepast. (Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen Blz. 625)
Bedieningsinstructies
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 228 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
229
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Parkeerrem
Activeren van de parkeerrem
Tijdens activeren: Het waarschu-
wingslampje van de parkeerrem
gaat knipperen
Eenmaal geactiveerd: Het waar-
schuwingslampje van de parkeer-
rem gaat branden
Houd de parkeerremschakelaar
ingedrukt als u in geval van nood
de parkeerrem tijdens het rijden
moet bedienen.
Deactiveren van de parkeerrem
Bedien de parkeerremschakelaar
terwijl u het rempedaal intrapt.
Controleer of het waarschuwings-
lampje van de parkeerrem uitgaat.
Werking van parkeerrem
Als het contact niet AAN staat, kunt u de parkeerrem niet met de parkeer-
remschakelaar deactiveren.
Auto's met Stop & Start-systeem: Als de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem, wordt de parkeerrem niet gedeactiveerd, ook al wordt de par-
keerremschakelaar bediend. De motor wordt wel weer gestart. De parkeer-
rem kan worden gedeactiveerd nadat de motor is gestart, hetzij door het
omhoogtrekken van de parkeerremschakelaar tijdens het herstarten van de
motor, hetzij door na het herstarten van de motor en het verdwijnen van de
melding “PARKING BRAKE INOPERABLE”/“Parking brake inoperable.”
(Storing parkeerrem) op het multi-informatiedisplay nogmaals de schakelaar
omhoog te trekken.
Automatische deactivering (auto's met handgeschakelde transmissie)
De parkeerrem wordt tijdens het starten van de motor automatisch gedeacti-
veerd, waardoor het wegrijden gemakkelijker wordt.
Bedieningsinstructies
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 229 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
230
4-2. Rijprocedures
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Automatische activering (auto's met handgeschakelde transmissie)
Om te voorkomen dat de parkeerrem per ongeluk gedeactiveerd blijft, wordt
de parkeerrem onder de volgende omstandigheden automatisch geactiveerd:
De auto staat stil.
Het contact wordt stand ACC (auto's zonder Smart entry-systeem met start-
knop) of UIT (auto's met Smart entry-systeem met startknop) gezet.
Automatische activering (auto's met handgeschakelde transmissie)
De automatische activeringsfunctie (modus) wordt in eerste instantie inge-
schakeld, maar kan afhankelijk van de situatie worden in- of uitgeschakeld.
Automatische activering uitschakelen na inschakelen:
Breng de auto op een horizontaal oppervlak tot stilstand en zet het con-
tact AAN.
Automatische activering inschakelen na uitschakelen:
Breng de auto op een horizontaal oppervlak tot stilstand en zet het con-
tact AAN.
Druk de parkeerremschakelaar omlaag en houd de schakelaar ten min-
ste 5 seconden vast
Het controlelampje Auto P UIT gaat uit.
Tijdelijk uitschakelen van de automatische activering is mogelijk voor
bepaalde omstandigheden (wasstraat, slepen van de auto, enz.).
Om de functie voor het automatisch activeren van de parkeerrem tijdelijk uit
te schakelen moet de parkeerremschakelaar omhoog worden getrokken ter-
wijl tegelijkertijd het contact UIT wordt gezet.
Als de schakelaar langer dan 5 seconden wordt aangetrokken, wordt de
automatische activering uitgeschakeld.
Geluid parkeerrem
Wanneer de parkeerrem geactiveerd is, kan het geluid van een elektromotor
(zoemend geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Trek de parkeerremschakelaar om-
hoog en houd de schakelaar ten min-
ste 5 seconden vast
Het controlelampje Auto P UIT gaat
branden.
1
2
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 230 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
231
4-2. Rijprocedures
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Als het systeem oververhit raakt
Het systeem kan tijdelijk niet beschikbaar zijn om te voorkomen dat het sys-
teem oververhit raakt als de schakelaar herhaaldelijk onnodig wordt bediend.
In dat geval moet u even wachten totdat het systeem afgekoeld is en de nor-
male werking weer kan worden hervat.
Als er een storing in het systeem aanwezig is
Er gaat een waarschuwingslampje branden of knipperen. (Blz. 526)
Gebruik in de winter
Blz. 310
WAARSCHUWING
Bij het parkeren
Controleer of het waarschuwingslampje van de parkeerrem brandt. Als de
parkeerrem niet is geactiveerd, zou de auto in beweging kunnen komen,
wat kan leiden tot een ongeval.
Laat een kind niet alleen in de auto achter. De parkeerrem kan onbedoeld
worden gedeactiveerd en er bestaat het gevaar dat de auto in beweging
komt. Dit kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
OPMERKING
Bij het parkeren
Voordat u de auto verlaat, moet u de parkeerrem activeren, de selectiehen-
del in stand P (Multidrive CVT) of in de 1e versnelling of stand R (handge-
schakelde transmissie) zetten en ervoor zorgen dat de auto niet beweegt.
Wanneer een storing in het systeem optreedt
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand en controleer de waarschu-
wingsmeldingen. (Blz. 533)
Wanneer de parkeerrem niet gedeactiveerd kan worden door een sto-
ring
Gebruik het gereedschap om de parkeerrem handmatig te deactiveren.
(Blz. 584)
Als u gaat rijden terwijl de parkeerrem is geactiveerd, kunnen de onderde-
len van het remsysteem oververhit raken, waardoor de remprestaties in
negatieve zin kunnen worden beïnvloed en de onderdelen van het remsys-
teem sneller slijten.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 231 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
232
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Lichtschakelaar
De parkeerlichten voor,
achterlichten, kenteken-
plaat- en dashboardver-
lichting gaan branden.
De koplampen en alle
hierboven genoemde
verlichting gaan bran-
den.
De koplampen en alle
hierboven genoemde
lichten gaan automa-
tisch aan en uit wanneer
het contact AAN staat.
De dagrijverlichting wordt ingeschakeld. (Blz. 237)
De koplampen kunnen handmatig of automatisch worden
bediend.
Bedieningsinstructies
1
2
3
(indien
aanwezig)
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 232 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
233
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Druk bij ingeschakelde koplam-
pen de hendel naar voren om
het grootlicht in te schakelen.
Door de hendel weer in de midden-
stand te zetten, wordt het grootlicht
uitgeschakeld.
Trek de hendel naar u toe om
het grootlicht in te schakelen.
Laat de hendel weer los om het
grootlicht uit te schakelen. U kunt
lichtsignalen geven met de kop-
lampen in- of uitgeschakeld.
Inschakelen van het grootlicht
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 233 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
234
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AFS (Adaptive Front Lighting-systeem) verbetert het zicht bij kruisin-
gen en in bochten door de koplampen automatisch in de gewenste rij-
richting te verstellen op basis van de rijsnelheid en de hoek waarover
de voorwielen verdraaid worden.
Werkt bij een snelheid van 10 km/h of hoger.
Deactiveren van het Adaptive Front Lighting-systeem
Selecteer AFS op het instel-
scherm. (Blz. 112)
Druk op op het stuurwiel.
AFS (indien aanwezig)
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 234 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
235
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
De koplamphoogte kan worden afgestemd op het aantal passagiers in
de auto en de mate van belading.
Verhogen van de koplamp-
hoogte
Verlagen van de koplamp-
hoogte
Aanwijzing voor instellen van de koplamphoogte
Draaiknop koplampverstelling (auto's met halogeenkoplampen)
1
2
Aantal inzittenden en hoeveelheid bagage
Stand knop
Inzittenden Hoeveelheid bagage
Bestuurder Geen 0
Bestuurder en
voorpassagier
Geen 0
Alle zitplaatsen bezet Geen 1
Alle zitplaatsen bezet Maximale belading 3
Bestuurder Maximale belading 4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 235 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
236
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Dankzij dit systeem kunnen de koplampen gedurende 30 seconden
worden ingeschakeld wanneer het contact UIT wordt gezet.
Trek, nadat het contact UIT is
gezet, de hendel naar u toe en
laat hem los terwijl de lichtschake-
laar in de stand of
staat.
Trek de hendel naar u toe en laat hem weer los om de verlichting uit te
schakelen.
Wanneer aan een van de onderstaande voorwaarden wordt voldaan
terwijl de dimlichten zijn ingeschakeld, wordt ook de bochtverlichting
ingeschakeld en gaat deze branden in de richting waarin de auto
beweegt. Dit zorgt voor een uitstekend zicht bij zowel het rijden op
een kruising of tijdens het parkeren in het donker.
Het stuurwiel wordt bediend
De richtingaanwijzerschakelaar wordt bediend
De selectiehendel staat in stand R (zowel bochtverlichting links als
rechts)
Wanneer de rijsnelheid echter 35 km/h of hoger wordt, wordt de
bochtverlichting niet ingeschakeld. Wanneer de bochtverlichting is
ingeschakeld en de rijsnelheid hoger wordt dan 40 km/h, wordt de
bochtverlichting uitgeschakeld.
Wanneer de bochtverlichting gedurende meer dan 30 minuten is inge-
schakeld, wordt ze automatisch uitgeschakeld.
Follow Me Home-systeem (indien aanwezig)
Bochtverlichting (indien aanwezig)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 236 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
237
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te maken voor andere weggebruikers,
wordt de dagrijverlichting automatisch ingeschakeld als de motor wordt
gestart en de parkeerrem wordt gedeactiveerd met de lichtschakelaar uit of in
de stand AUTO. (Brandt helderder dan de parkeerlichten voor.) Dagrijverlich-
ting is niet ontworpen voor gebruik in het donker.
Sensor koplampregeling (indien aanwezig)
De werking van de sensor kan in nega-
tieve zin beïnvloed worden als er iets op
de ruit wordt aangebracht waardoor de
sensor wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht
signaleren, waardoor het automatische
koplampsysteem mogelijk onjuist functio-
neert.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 237 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
238
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Automatisch uitschakelsysteem verlichting
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
De koplampen en alle andere lichten worden automatisch uitgeschakeld als
de lichtschakelaar in stand AUTO staat terwijl het contact in stand ACC of
UIT wordt gezet.
De mistlampen voor worden automatisch uitgeschakeld als de lichtschake-
laar in de stand staat terwijl het contact in stand ACC of UIT wordt
gezet.
De koplampen en de mistlampen voor worden automatisch uitgeschakeld
als de lichtschakelaar in de stand staat terwijl het contact in stand
ACC of UIT wordt gezet.
De parkeerlichten voor en de achterlichten worden na 20 minuten automa-
tisch uitgeschakeld.
Zet, om de verlichting weer in te schakelen, het contact AAN of zet de licht-
schakelaar één keer in de stand en daarna weer in de stand of
.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
De koplampen en alle andere lichten worden automatisch uitgeschakeld als
de lichtschakelaar in stand AUTO staat terwijl het contact in stand ACC of
UIT wordt gezet.
De mistlampen voor worden automatisch uitgeschakeld als de lichtschake-
laar in stand staat terwijl het contact in stand ACC of UIT wordt gezet.
De koplampen en de mistlampen voor worden automatisch uitgeschakeld
als de lichtschakelaar in stand staat terwijl het contact in stand ACC
of UIT wordt gezet.
De parkeerlichten voor en de achterlichten worden na 20 minuten automa-
tisch uitgeschakeld.
Zet, om de verlichting weer in te schakelen, het contact AAN of zet de licht-
schakelaar een keer in de stand
en vervolgens terug in de stand
of .
Zoemer verlichting
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Er klinkt een zoemer wanneer het contact UIT of in stand ACC wordt gezet en
het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de verlichting is ingeschakeld.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Er klinkt een zoemer als het contact UIT of in stand ACC wordt gezet en het
bestuurdersportier wordt geopend terwijl de verlichting is ingeschakeld.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 238 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
239
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Automatische verticale koplampverstelling (auto's met LED-koplampen)
De koplamphoogte wordt automatisch geregeld op basis van het aantal
passagiers in de auto en de mate van belading om verblinding van andere
weggebruikers door de koplampen te voorkomen.
Als het controlelampje gaat knipperen...
Dit kan duiden op een storing in het systeem. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
Blz. 632)
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de accu
Laat de verlichting niet langer branden dan noodzakelijk is als de motor niet
draait.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 239 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
240
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Schakelaar mistlampen
Schakelaar mistlampen voor/mistachterlicht
De mistlampen voor en het
mistachterlicht worden uit-
geschakeld.
De mistlampen voor wor-
den ingeschakeld.
Zowel de mistlampen voor
als het mistachterlicht wor-
den ingeschakeld.
Als de schakelaarring wordt
losgelaten, keert de ring terug
naar de stand .
Door de schakelaarring nog-
maals te draaien, wordt
alleen het mistachterlicht uit-
geschakeld.
: Indien aanwezig
De mistlampen zorgen voor uitstekend zicht bij ongunstige
rijomstandigheden, zoals bij regen of mist.
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 240 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
241
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Schakelaar mistachterlicht
Het mistachterlicht wordt
uitgeschakeld.
Het mistachterlicht wordt
ingeschakeld.
Als de schakelaarring wordt
losgelaten, keert de ring terug
naar de stand .
Door de schakelaarring nog-
maals te draaien, wordt het
mistachterlicht uitgeschakeld.
Mistlampen kunnen worden gebruikt als
Auto's met schakelaar mistlampen voor en mistachterlicht
Mistlampen voor: De koplampen of parkeerlichten voor zijn ingeschakeld.
Mistachterlicht: De mistlampen voor zijn ingeschakeld.
Auto's met schakelaar mistachterlicht
De koplampen of parkeerlichten voor zijn ingeschakeld.
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 241 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
242
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Ruitenwissers en -sproeiers
De werking van de ruitenwisser wordt geselecteerd door de hendel
als volgt te bewegen:
Ruitenwissers met intervalstand
Intervalwerking
Lage snelheid
Hoge snelheid
Enkele slag
Verkort het interval van de wis-
serwerking
Verlengt het interval van de wis-
serwerking
Bedienen van de ruitenwisserhendel
1
2
3
4
5
6
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 242 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
243
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Gelijktijdig inschakelen ruiten-
sproeiers en ruitenwissers
De ruitenwissers werken auto-
matisch.
Als de koplampen aan zijn, wer-
ken de koplampsproeiers één
keer. Vervolgens zullen de kop-
lampsproeiers elke vijfde keer
dat u de hendel bedient wer-
ken. (indien aanwezig)
Ruitenwissers met regensensor
In de stand AUTO beginnen de ruitenwissers automatisch te wissen
als de sensor signaleert dat het regent. De wissnelheid wordt automa-
tisch afgestemd op de hoeveelheid neerslag.
Stand AUTO
Lage snelheid ruitenwissers
Hoge snelheid ruitenwissers
Enkele slag
7
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 243 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
244
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Sensorgevoeligheid (hoog)
Sensorgevoeligheid (laag)
Gelijktijdig inschakelen ruiten-
sproeiers en ruitenwissers
De ruitenwissers werken auto-
matisch.
Als de koplampen aan zijn, wer-
ken de koplampsproeiers één
keer. Vervolgens zullen de kop-
lampsproeiers elke vijfde keer
dat u de hendel bedient wer-
ken. (indien aanwezig)
De ruitenwissers en ruitensproeiers kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat.
Regensensor (auto's met ruitenwissers met regensensor)
Als de ruitenwisserschakelaar in de stand AUTO wordt gezet terwijl het con-
tact AAN staat, werken de ruitenwissers één keer om aan te geven dat de
stand AUTO is geactiveerd.
Als de ruitenwisser gevoeliger wordt afgesteld, kan de wisser één keer wer-
ken om aan te geven dat de gevoeligheid is gewijzigd.
Als er geen ruitensproeiervloeistof op de voorruit terechtkomt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het reservoir aanwezig is en of de
sproeierkoppen niet verstopt zijn.
5
6
7
De regensensor registreert de hoeveel-
heid neerslag.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 244 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
245
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Kenmerken van de ruitenwissers
De achterruitverwarming en de spiegelverwarmingen worden automatisch
ingeschakeld als u de ruitenwissers bedient.
WAARSCHUWING
Waarschuwing met betrekking tot het gebruik van de ruitenwissers in
de stand AUTO
De ruitenwissers voor kunnen onverwacht in werking treden als de sensor
wordt aangeraakt of als de voorruit aan trillingen wordt blootgesteld terwijl
de ruitenwissers in de stand AUTO staan. Let erop dat er niets bekneld
raakt als de ruitenwissers in werking treden.
Waarschuwing met betrekking tot het gebruik van ruitensproeiervloei-
stof
Gebruik bij koud weer de ruitensproeiervloeistof pas wanneer de voorruit
warm is. De vloeistof kan anders op de voorruit bevriezen en zo het zicht
belemmeren. Dit kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
OPMERKING
Als de voorruit droog is
Gebruik de ruitenwissers niet als de voorruit droog is omdat hierdoor de
voorruit beschadigd kan worden.
Als er geen ruitensproeiervloeistof uit de sproeierkoppen komt
Als u de hendel gedurende langere tijd naar u toe getrokken houdt, kan de
sproeierpomp beschadigd raken.
Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dat geval contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is geraakt deze niet schoon te maken
met een naald of iets dergelijks. Hierdoor kan de sproeierkop beschadigd
raken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 245 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
246
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Achterruitenwisser en -sproeier
Draai aan het uiteinde van de schakelaar om de achterruitenwisser en
-sproeier in te schakelen.
Intervalwerking
Normale werking
Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwis-
sers
Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwis-
sers
De achterruitenwisser en -sproeier kunnen worden bediend
Wanneer het contact AAN staat.
: Indien aanwezig
Bedienen van de ruitenwisserhendel
1
2
3
4
OPMERKING
Als de achterruit droog is
Gebruik de ruitenwissers niet als de achterruit droog is omdat de achterruit
hierdoor beschadigd kan raken.
Als het sproeierreservoir leeg is
Druk niet constant op de schakelaar, aangezien de sproeierpomp oververhit
kan raken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 246 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
247
4
4-4. Tanken
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Openen van de tankdop
Sluit alle portieren en ruiten en zet het contact UIT.
Controleer de brandstofsoort.
Brandstofsoorten
Benzinemotor
EU:
Loodvrije benzine conform de Europese norm EN228, research-octaangetal
(RON) 95 of hoger
Behalve EU:
Loodvrije benzine met een RON (research-octaangetal) van 95 of hoger
Dieselmotor
Dieselbrandstof conform de Europese norm EN590 (dieselbrandstof met een
ultralaag zwavelgehalte van max. 10 ppm)
Gebruik van benzine vermengd met ethanol in een benzinemotor
Toyota staat het gebruik van benzine vermengd met ethanol toe wanneer de
hoeveelheid ethanol maximaal 10% bedraagt. Zorg dat het gebruikte ben-
zine/ethanol-mengsel een research-octaangetal heeft dat overeenkomt met
het bovenstaande.
Voer de volgende stappen uit om de tankdop te openen.
Voor het tanken
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 247 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
248
4-4. Tanken
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Tanken
Neem bij het tanken de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Raak de auto of een ander metalen oppervlak aan om eventueel aanwe-
zige statische elektriciteit af te voeren.
Vonken als gevolg van statische elektriciteit kunnen brandstofdampen tot
ontbranding brengen.
Pak de tankdop bij de greep vast en draai hem langzaam los.
Tijdens het losdraaien van de tankdop kan er een sissend geluid hoorbaar
zijn. Wacht tot het geluid verdwenen is alvorens de tankdop te verwijderen.
Bij hoge buitentemperaturen kan er brandstof uit de vulpijp spuiten en letsel
veroorzaken.
Zorg ervoor dat er niemand die de eventueel aanwezige statische elektrici-
teit van zijn lichaam niet heeft afgevoerd, in de buurt van een niet afgeslo-
ten brandstoftank komt.
Adem de brandstofdampen niet in.
Brandstof bevat stoffen die schadelijk zijn als ze ingeademd worden.
Rook niet tijdens het tanken.
Als u dat wel doet, kan er brand ontstaan.
Keer niet naar de auto terug als u statisch geladen bent.
Statische elektriciteit kan vonkvorming en daarmee brand veroorzaken.
Bij het tanken
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om te voorkomen dat de
brandstoftank overstroomt:
Plaats het vulpistool nauwkeurig in de vulpijp.
Stop met het vullen van de tank wanneer het vulpistool automatisch uit
klikt.
Vul de brandstoftank niet tot de rand.
OPMERKING
Tanken
Mors geen brandstof tijdens het tanken.
Het morsen van brandstof kan schade aan de auto veroorzaken, zoals het
slecht functioneren van de emissieregeling of beschadiging van de onder-
delen van het brandstofsysteem of van de lak.
Noodontgrendelingshendel tankdopklep
Trek niet te hard aan de hendel.
Gebruik de hendel alleen in noodgevallen.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 248 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
249
4-4. Tanken
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Druk op de ontgrendelschake-
laar van de tankdopklep.
Draai de tankdop langzaam
open en plaats de tankdop in de
houder op de tankdopklep.
Als de tankdopklep niet geopend kan worden door de schakelaar in de
auto in te drukken
Openen van de tankdop
1
2
Trek de hendel langzaam naar achteren
(niet opzij), zoals aangegeven in de
afbeelding.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 249 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
250
4-4. Tanken
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Draai na het tanken van brandstof
de tankdop tot u een klik hoort.
Als u de dop loslaat, zal hij iets in
de andere richting draaien.
Sluiten van de tankdop
WAARSCHUWING
Vervangen van de tankdop
Gebruik alleen de originele Toyota-tankdop voor uw auto. Als u een andere
tankdop gebruikt, kan er brand ontstaan of kunnen er andere problemen
optreden waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 250 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
251
4
4-5. Toyota Safety Sense
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Toyota Safety Sense
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
Blz. 257
LDA (Lane Departure Alert)
Blz. 270
Automatic High Beam-systeem
Blz. 276
RSA (Road Sign Assist)
Blz. 282
: Indien aanwezig
Toyota Safety Sense bestaat uit de volgende ondersteunende
systemen en draagt bij aan een veilige en comfortabele rijerva-
ring:
WAARSCHUWING
Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense is ontworpen om te werken met als uitgangspunt dat
de bestuurder voorzichtig rijdt om te helpen de gevolgen van een aanrijding
voor de inzittenden en de auto te beperken of de bestuurder te assisteren
onder normale rijomstandigheden.
Vertrouw niet blindelings op het systeem, aangezien er een grens is aan de
mate van nauwkeurigheid bij de herkenning en de ondersteunende moge-
lijkheden die dit systeem kan bieden. Het is altijd de verantwoordelijkheid
van de bestuurder om de omgeving van de auto in de gaten te houden en
veilig te rijden.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 251 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
252
4-5. Toyota Safety Sense
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Het Pre-Crash Safety-systeem is uitgerust met een geavanceerde
computer die bepaalde informatie opslaat, zoals:
Status gaspedaal
Status rempedaal
Rijsnelheid
Bedrijfsstatus van de functies van het Pre-Crash Safety-systeem
Informatie (zoals de afstand en het relatieve snelheidsverschil tus-
sen uw auto en de voorligger of andere objecten)
Gebruik van gegevens
Toyota kan de gegevens die door deze computer worden opgesla-
gen, gebruiken om storingen vast te stellen, onderzoek te doen en
de kwaliteit van haar producten te verbeteren.
Toyota stelt de gegevens die zijn opgeslagen niet beschikbaar aan
derden, behalve:
Met toestemming van de eigenaar van de auto of, wanneer het
een leaseauto betreft, van de leaser van de auto
Op officieel verzoek van de politie, de rechtbank of een ander
overheidsorgaan
Voor gebruik door Toyota in een rechtszaak
Voor onderzoek waarbij de gegevens niet worden gekoppeld aan
een bepaalde auto of eigenaar
Opslaan voertuiginformatie
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 252 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
253
4-5. Toyota Safety Sense
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
De sensor voor bevindt zich aan
de bovenzijde van de voorruit. Hij
bestaat uit 2 soorten sensoren,
die beide informatie signaleren die
nodig is voor de werking van de
ondersteunende systemen.
Lasersensoren
Monoculaire camerasensor
Sensor voor
1
2
WAARSCHUWING
Sensor voor
De sensor voor maakt gebruik van lasers om voertuigen voor uw auto te
signaleren. De sensor voor is een klasse 1M laserproduct volgens de stan-
daard IEC 60825-1. Onder normale gebruiksomstandigheden zijn deze
lasers niet schadelijk voor het blote oog. Neem echter wel de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen kan resulteren in het verlies van gezichtsvermogen
of zware beschadiging van het gezichtsveld.
Probeer de sensor voor nooit te demonteren (bijvoorbeeld de lenzen te
verwijderen), om blootstelling aan schadelijke laserstralen te voorkomen.
Bij demontage is de sensor voor een klasse 3B laserproduct volgens de
standaard IEC 60825-1. Klasse 3B lasers zijn schadelijk en vormen bij
directe blootstelling een gevaar voor oogletsel.
Probeer niet in de sensor voor te kijken met een vergrootglas, microscoop
of ander optisch instrument op een afstand van minder dan 100 mm.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 253 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
254
4-5. Toyota Safety Sense
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Laserclassificatielabel
Label met uitleg over laser
Laseremissiegegevens
Maximaal gemiddeld vermogen: 45 mW
Pulsduur: 33 ns
Golflengte: 905 nm
Divergentie (horizontaal × verticaal): 28° × 12°
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 254 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
255
4-5. Toyota Safety Sense
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Storingen in de sensor voor voorkomen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, werkt de sensor voor mogelijk niet goed, hetgeen kan
leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
Houd de voorruit te allen tijde schoon. Reinig de voorruit als deze vuil is of
als er een dun olielaagje, waterdruppels, sneeuw, enz. op zit(ten). Neem
contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als de bin-
nenzijde van de voorruit vóór de sensor voor vuil is.
Als er een groot verschil bestaat tussen de temperatuur in de auto en de
buitentemperatuur, bijvoorbeeld in de winter, is de kans groot dat de voor-
ruit beslaat. Als de voorruit vóór de sensor voor is beslagen of wanneer er
condens of ijs op de voorruit zit, gaat het waarschuwingslampje PCS
mogelijk knipperen en wordt het systeem mogelijk tijdelijk uitgeschakeld.
Gebruik in zo'n geval de voorruitverwarming om de voorruit te ontwase-
men, enz. (Blz. 390, 397)
Als er waterdruppels op de voorruit vóór de sensor voor zitten, gebruik
dan de ruitenwissers voor om deze te verwijderen.
Als de waterdruppels niet goed worden verwijderd, neemt de werking van
de sensor voor mogelijk af.
Bevestig geen voorwerpen, zoals (door-
zichtige) stickers e.d. op de buitenzijde
van de voorruit vóór de sensor voor (het
grijze gebied in de afbeelding).
A: Van de bovenzijde van de voorruit tot
ongeveer 10 cm onder de onderkant
van de sensor voor
B:Ongeveer 20 cm (ongeveer 10 cm
rechts en links van het midden van de
sensor voor)
Plaats of bevestig niets op de binnen-
zijde van de voorruit onder de sensor
voor (het grijze gebied in de afbeel-
ding).
Ongeveer 10 cm (vanaf de onderzijde
van de sensor voor)
B: Ongeveer 20 cm (ongeveer 10 cm
rechts en links van het midden van de
sensor voor)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 255 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
256
4-5. Toyota Safety Sense
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Vervang het ruitenwisserrubber of het ruitenwisserblad als waterdruppels
niet goed kunnen worden verwijderd van het gedeelte van de voorruit vóór
de sensor voor met de ruitenwissers voor.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
indien de ruitenwisserrubbers of ruitenwisserbladen moeten worden ver-
vangen.
Plak geen ruitfolie op de voorruit.
Vervang de voorruit als deze beschadigd is of als er een barst in zit.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
indien de voorruit moet worden vervangen.
Plaats geen antenne vóór de sensor voor.
Zorg ervoor dat de sensor voor niet nat wordt.
Voorkom dat er fel licht op de sensor voor schijnt.
Zorg ervoor dat de sensor voor niet vuil wordt of beschadigd raakt.
Zorg er bij het reinigen van de binnenzijde van de voorruit voor dat er geen
glasreiniger op de lens terechtkomt. Raak de lens ook niet aan.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
indien de lens vuil of beschadigd is.
Stel de sensor voor niet bloot aan sterke schokken.
Wijzig de montagepositie of -richting van de sensor voor niet en verwijder
de sensor niet.
Haal de sensor voor niet uit elkaar.
Plaats geen elektronische apparaten of apparaten die sterke elektrische
golfsignalen versturen in de buurt van de sensor voor.
Wijzig geen onderdelen van de auto rond de sensor voor (binnenspiegel,
zonnekleppen, enz.) of het dak.
Bevestig geen accessoires die de sensor voor mogelijk hinderen op de
motorkap, de grille of de voorbumper. Neem voor meer informatie contact
op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Zorg er als een surfplank of een ander lang voorwerp op het dak moet
worden geplaatst voor dat deze de sensor voor niet hindert.
Breng geen wijzigingen aan de koplampen of andere lichten aan.
Monteer of plaats geen onderdelen op het dashboard.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 256 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
257
4
4-5. Toyota Safety Sense
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
Pre-Crash-waarschuwing
Wanneer het systeem oordeelt
dat een aanrijding aan de voor-
zijde waarschijnlijk is, klinkt er
een zoemer en wordt er een
waarschuwingsmelding weer-
gegeven op het multi-informa-
tiedisplay om de bestuurder
aan te sporen om uit te wijken.
Pre-Crash Brake Assist
Wanneer het systeem vaststelt dat de kans op een frontale aanrij-
ding groot is, past het systeem een grotere remkracht toe in relatie
tot de kracht waarmee het rempedaal wordt ingetrapt.
Pre-Crash Brake-systeem
Wanneer het systeem vaststelt dat de kans op een frontale aanrij-
ding groot is, wordt de bestuurder door het systeem gewaar-
schuwd. Wanneer het systeem oordeelt dat een aanrijding zeer
waarschijnlijk is, worden de remmen automatisch bekrachtigd om
te helpen een aanrijding te voorkomen of de snelheid van de aanrij-
ding te verlagen.
: Indien aanwezig
Het Pre-Crash Safety-systeem maakt gebruik van de sensor
voor om voorliggers te signaleren. Wanneer het systeem oor-
deelt dat een aanrijding aan de voorzijde met een voertuig waar-
schijnlijk is, wordt een waarschuwing geactiveerd om de
bestuurder aan te sporen om uit te wijken en wordt de potentiële
remdruk verhoogd om de bestuurder te helpen een aanrijding te
voorkomen. Wanneer het systeem oordeelt dat een aanrijding
aan de voorzijde met een voertuig zeer waarschijnlijk is, worden
de remmen automatisch bekrachtigd om te helpen een aanrij-
ding te voorkomen of om de impact van een aanrijding te helpen
verminderen.
Het Pre-Crash Safety-systeem kan worden in-/uitgeschakeld en het
waarschuwingstijdstip kan worden gewijzigd. (Blz. 260)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 257 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
258
4-5. Toyota Safety Sense
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Beperkingen van het Pre-Crash Safety-systeem
De bestuurder is volledig verantwoordelijk voor een veilig rijgedrag. Rijd
altijd veilig en houd rekening met de omgeving.
Gebruik het Pre-Crash Safety-systeem nooit in plaats van normaal rem-
men. Dit systeem voorkomt niet in alle gevallen een aanrijding en vermin-
dert ook niet altijd de schade of het letsel bij de aanrijding. Vertrouw niet
alleen op dit systeem. Als u dat wel doet, kunt u een ongeval veroorza-
ken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Hoewel dit systeem is ontworpen om aanrijdingen te helpen voorkomen of
de schade bij een aanrijding te helpen beperken, is het effect afhankelijk
van allerlei omstandigheden. Hierdoor bereikt het systeem mogelijk niet
altijd hetzelfde prestatieniveau.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen aandachtig door. Vertrouw niet
blindelings op dit systeem en rijd altijd voorzichtig.
Omstandigheden waaronder het systeem mogelijk werkt, zelfs als er
geen kans op een aanrijding is: Blz. 262
Omstandigheden waaronder het systeem mogelijk niet juist werkt:
Blz. 266
Probeer niet zelf de werking van het Pre-Crash Safety-systeem te testen,
omdat het systeem mogelijk niet juist werkt, hetgeen kan leiden tot een
ongeval.
Pre-Crash Brake-systeem
Het Pre-Crash Brake-systeem werkt mogelijk niet, afhankelijk van de
bediening van de auto door de bestuurder. Als het gaspedaal diep wordt
ingetrapt of het stuurwiel wordt gedraaid, oordeelt het systeem mogelijk
dat de bestuurder een uitwijkactie uitvoert en werkt het Pre-Crash Brake-
systeem mogelijk niet.
Terwijl het Pre-Crash Brake-systeem is ingeschakeld, wordt in sommige
gevallen de werking ervan mogelijk uitgeschakeld, wanneer het gaspedaal
diep wordt ingetrapt of het stuurwiel wordt gedraaid en het systeem oor-
deelt dat de bestuurder een uitwijkactie uitvoert.
Er wordt veel remkracht toegepast terwijl het Pre-Crash Brake-systeem in
werking is. Bovendien moet de bestuurder indien nodig het rempedaal
intrappen, aangezien de werking van de Pre-Crash Brake-functie wordt
uitgeschakeld wanneer de auto gedurende ongeveer 2 seconden stilstaat
nadat de auto is stilgezet door de werking van het Pre-Crash Brake-sys-
teem.
Als het rempedaal wordt ingetrapt, oordeelt het systeem mogelijk dat de
bestuurder een uitwijkactie uitvoert en stelt het mogelijk het werkingstijd-
stip van de Pre-Crash Brake-functie uit.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 258 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
259
4-5. Toyota Safety Sense
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Bij het rijden over bijvoorbeeld een spoorwegovergang stelt het systeem
mogelijk vast dat een aanrijding met een object, zoals spoorbomen, waar-
schijnlijk is en wordt de Pre-Crash Brake-functie geactiveerd. Voer de
onderstaande handelingen uit om de auto in een noodgeval, bijvoorbeeld
wanneer het systeem op een spoorwegovergang in werking treedt, te ver-
plaatsen en neem de benodigde maatregelen voor uw veiligheid.
Trap het gaspedaal in als de auto tot stilstand is gekomen.
Trap het gaspedaal volledig in als de auto decelereert. (Blz. 261)
Schakel het Pre-Crash Safety-systeem uit. (Blz. 260)
Wanneer moet het Pre-Crash Safety-systeem uitgeschakeld worden
Schakel in de volgende situaties het systeem uit, omdat het mogelijk niet
juist werkt, hetgeen kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan:
Als de auto wordt gesleept
Als uw auto een andere auto sleept
Bij het vervoeren van de auto op een vrachtwagen, boot, trein of vergelijk-
baar transportmiddel
Wanneer de auto wordt opgetakeld terwijl de motor aan staat en de wielen
vrij kunnen draaien
Tijdens controle van de auto met een rollentestbank, zoals een vermo-
gensbank of snelheidsmetertester, of bij gebruik van een wielstabilisator
Als niet op een stabiele wijze kan worden gereden met de auto, bijvoor-
beeld als hij betrokken is geweest bij een ongeval of als er storingen zijn
Als met een sportieve rijstijl of in het terrein wordt gereden
Wanneer de banden in slechte staat verkeren en niet goed presteren
(Blz. 464, 483)
Als er een andere maat banden dan voorgeschreven is gemonteerd
Als er sneeuwkettingen worden gebruikt
Als er een compact reservewiel of een bandenreparatieset wordt gebruikt
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 259 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
260
4-5. Toyota Safety Sense
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
In-/uitschakelen van het Pre-Crash Safety-systeem
Druk gedurende ten minste 3
seconden op de schakelaar
PCS.
Het waarschuwingslampje PCS
gaat branden en er wordt een
melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay wanneer
het systeem wordt uitgescha-
keld.
Druk nogmaals op de PCS-
schakelaar om het systeem in te
schakelen.
Het Pre-Crash Safety-systeem
wordt iedere keer wanneer de
motor wordt gestart, ingescha-
keld.
Wijzigen van de timing van de Pre-Crash-waarschuwing
Druk de PCS-schakelaar in om
de actuele timing van de waar-
schuwing op het multi-informa-
tiedisplay weer te geven.
Telkens wanneer op de PCS-
schakelaar wordt gedrukt in de
weergegeven status, wijzigt het
waarschuwingstijdstip als volgt.
Als de instelling van de timing is
gewijzigd, blijft de instelling de
volgende keer dat de motor
wordt gestart, bewaard.
Ver weg
De waarschuwing treedt eerder in werking dan bij de standaardtiming.
Gemiddeld
Dit is de standaardinstelling.
Dichtbij
De waarschuwing treedt later in werking dan bij de standaardtiming.
Wijzigen van de instellingen van het Pre-Crash Safety-systeem
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 260 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
261
4-5. Toyota Safety Sense
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Werkingsvoorwaarden
Het Pre-Crash Safety-systeem wordt ingeschakeld en oordeelt dat een aan-
rijding aan de voorzijde met een voertuig waarschijnlijk is.
De verschillende functies werken bij de volgende snelheden:
Pre-Crash-waarschuwing:
De rijsnelheid is ongeveer 15 tot 140 km/h.
Het snelheidsverschil tussen uw auto en een voorligger is ongeveer 15
km/h of groter.
Pre-Crash Brake Assist:
De rijsnelheid is ongeveer 30 tot 80 km/h.
Het snelheidsverschil tussen uw auto en een voorligger is ongeveer 30
km/h of groter.
Pre-Crash Brake-systeem:
De rijsnelheid is ongeveer 10 tot 80 km/h.
Het snelheidsverschil tussen uw auto en een voorligger is ongeveer 10
km/h of groter.
Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk niet:
Als een accupool is losgenomen en weer aangesloten en er vervolgens
gedurende een bepaalde tijd niet met de auto is gereden
Als de selectiehendel in stand R staat
Als de VSC wordt uitgeschakeld (alleen de Pre-Crash-waarschuwingsfunc-
tie werkt)
Als het waarschuwingslampje PCS knippert of brandt
Uitschakelen van het Pre-Crash Brake-systeem
Als zich een van de volgende situaties voordoet terwijl de Pre-Crash Brake-
functie in werking is, wordt dit systeem uitgeschakeld:
Het gaspedaal wordt diep ingetrapt.
Er wordt een scherpe stuurbeweging gemaakt of het stuurwiel wordt plot-
seling gedraaid.
Als de auto wordt stilgezet door de werking van het Pre-Crash Brake-sys-
teem, wordt de werking van dat systeem uitgeschakeld wanneer de auto
ongeveer 2 seconden stilstaat.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 261 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
262
4-5. Toyota Safety Sense
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Omstandigheden waaronder het systeem mogelijk werkt, zelfs als er
geen kans op een aanrijding is
In sommige situaties, zoals de onderstaande, oordeelt het systeem mogelijk
dat een aanrijding aan de voorzijde waarschijnlijk is en treedt het in werking.
Wanneer de voorzijde van de auto is verhoogd of verlaagd, bijvoorbeeld
op een ongelijk of glooiend wegdek
Wanneer een tegenligger wordt
gepasseerd die stilstaat om rechts of
links af te slaan
Als u bij het links of rechts afslaan
een tegemoetkomende auto passeert
Wanneer wordt gereden op een weg
waar de relatieve locatie ten opzichte
van een voorligger in een aangren-
zende rijstrook kan veranderen, bij-
voorbeeld op een kronkelige weg
Wanneer u snel een voorligger nadert
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 262 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
263
4-5. Toyota Safety Sense
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Wanneer wordt gereden op een smalle weg die wordt omgeven door een
constructie, zoals in een tunnel of op een ijzeren brug
• Wanneer de auto een auto of niet-
bewegend voorwerp zeer dichtbij pas-
seert
Wanneer er bij het begin van een
bocht een voertuig of object naast de
weg aanwezig is
Als op de weg of naast de weg een
reflecterend object (putdeksel, staal-
plaat, enz), stoep, daling of uitsteek-
sel aanwezig is
Wanneer wordt gereden op plaatsen
met een lage constructie boven de
weg (laag plafond, verkeersbord,
enz.)
Wanneer zich bovenop een helling
een groot, niet-bewegend voorwerp
(viaduct, verkeersbord, billboard,
straatlantaarn, enz.) bevindt
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 263 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
264
4-5. Toyota Safety Sense
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Wassen in een autowasstraat
Als er patronen of verf op de weg of op een muur aanwezig zijn/is die
kunnen/kan worden aangezien voor een voertuig
• Wanneer u snel een slagboom van
een elektronisch tolpoortje, van een
parkeerterrein of een andere slag-
boom nadert
Wanneer u een laaghangend voor-
werp nadert dat de auto kan raken,
zoals een spandoek, boomtakken of
hoog gras
Als de auto wordt geraakt door water,
sneeuw, stof, enz. van een voorligger
Als u door een stoomwolk of rookwolk
rijdt
Wanneer de voorzijde van de auto is
verhoogd of verlaagd
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 264 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
265
4-5. Toyota Safety Sense
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Als de sensor niet goed is uitgelijnd
doordat de sensor, enz. is blootge-
steld aan hevige schokken
Wanneer de auto geparkeerd staat op
een plaats waar zich een laaghan-
gend voorwerp bevindt ter hoogte van
de sensor voor
Als de voorruit bedekt is met regen-
druppels, enz.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 265 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
266
4-5. Toyota Safety Sense
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Situaties waarin het systeem mogelijk niet goed werkt
In sommige situaties, zoals de onderstaande, wordt een voertuig mogelijk
niet gesignaleerd door de sensor voor, waardoor het systeem niet goed
werkt:
Als een tegenligger uw auto nadert
Als u de zijkant of voorzijde van een auto nadert
Als een voorligger een smalle achterzijde heeft, zoals een onbeladen
vrachtwagen
Als een voorligger lading vervoert die voorbij de achterbumper uitsteekt
Als een voorligger ongelijkmatige vormen heeft, zoals een tractor of een
zijspan
Als de zon of ander licht rechtstreeks op een voorligger schijnt
Als de voorligger een abrupte beweging maakt (zoals plotseling uitwijken,
accelereren of decelereren)
Wanneer u plotseling achter een voorligger invoegt
Als een voorligger een lage achter-
zijde heeft, zoals een dieplader
Als een voorligger een extreem grote
bodemvrijheid heeft
Als uw auto plotseling wordt gesne-
den of als een auto opeens vanachter
een andere auto opduikt
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 266 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
267
4-5. Toyota Safety Sense
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Als de auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz. van een voorlig-
ger
Als u door een stoomwolk of rookwolk rijdt waardoor voorliggers niet te
zien zijn
Wanneer er wordt gereden op een plek waar de helderheid van het
omgevingslicht plotseling verandert, zoals bij het in- of uitrijden van een
tunnel
Bij het rijden in een bocht en gedurende enige tijd na het rijden in een
bocht
Als een voorligger zich niet direct
voor uw auto bevindt
Bij het rijden onder barre weersom-
standigheden, bijvoorbeeld bij zware
regenval, mist, sneeuw of een zand-
storm
• Wanneer een zeer fel licht, bijvoor-
beeld de zon of de koplampen van
tegemoetkomend verkeer, recht-
streeks in de sensor voor schijnt
Wanneer de omgeving schemerig is,
zoals bij zonsopgang of zonsonder-
gang of in een tunnel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 267 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
268
4-5. Toyota Safety Sense
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd
Als de sensor voor wordt gehinderd door een ruitenwisserblad
De auto schommelt
Er wordt gereden met extreem hoge snelheden
Bij het rijden op wegen met scherpe bochten of oneffenheden
Wanneer een voorligger een slechte reflector voor de laser is
In sommige situaties, zoals onderstaande, wordt er mogelijk onvoldoende
remkracht gegenereerd, waardoor het systeem niet goed werkt:
Als de functies van het remsysteem niet volledig hun werk kunnen doen,
zoals wanneer de onderdelen van het remsysteem zeer koud, zeer heet
of nat zijn
Als de auto niet goed is onderhouden (remmen of banden zijn overmatig
versleten, onjuiste bandenspanning, enz.)
Wanneer er met de auto wordt gereden op een grindpad of op een ander
glad oppervlak
Als uw auto in een slip raakt
Wanneer de voorzijde van de auto is
verhoogd of verlaagd
Als de sensor niet goed is uitgelijnd
doordat de sensor, enz. is blootge-
steld aan hevige schokken
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 268 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
269
4-5. Toyota Safety Sense
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Als het waarschuwingslampje PCS knippert en er een waarschuwings-
melding wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay
Het Pre-Crash Safety-systeem is mogelijk tijdelijk niet beschikbaar of er is
mogelijk een storing aanwezig in het systeem.
In de volgende situaties gaat het waarschuwingslampje uit, verdwijnt de
melding en wordt het systeem ingeschakeld wanneer de condities weer nor-
maal worden:
Wanneer het gebied rondom de sensor voor heet is, bijvoorbeeld in de
zon
Wanneer de voorruit is beslagen of wanneer er condens of ijs op de voor-
ruit zit (Blz. 390, 397)
Wanneer de sensor voor of het gebied rondom de sensor koud is, bijvoor-
beeld in een extreem koude omgeving
Als het gebied vóór de sensor voor wordt geblokkeerd, bijvoorbeeld wan-
neer de motorkap is geopend
Als het waarschuwingslampje PCS blijft knipperen of de waarschuwings-
melding niet verdwijnt, is er mogelijk een storing aanwezig in het systeem.
Laat uw auto direct controleren door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als de VSC wordt uitgeschakeld
Als de TRC en VSC zijn uitgeschakeld (Blz. 306), worden ook het Pre-
Crash Brake Assist en het Pre-Crash Brake-systeem uitgeschakeld. De
Pre-Crash-waarschuwingsfunctie werkt echter nog.
Het waarschuwingslampje PCS gaat branden en er wordt een waarschu-
wingsmelding weergegeven op het multi-informatiedisplay. (Blz. 540)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 269 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
270
4-5. Toyota Safety Sense
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
LDA (Lane Departure Alert)
*
Bij het rijden op een weg met rijstrookmarkeringen herkent dit sys-
teem de rijstroken met behulp van een als sensor werkende camera
die de bestuurder waarschuwt als van de rijstrook wordt afgeweken.
Als het systeem vaststelt dat de auto afwijkt van zijn rijstrook, waar-
schuwt het de bestuurder door middel van een zoemer en meldingen
op het multi-informatiedisplay.
Sensor voor
Druk op de toets LDA om het sys-
teem te activeren.
Het controlelampje LDA gaat bran-
den.
Druk nogmaals op de toets om het
LDA-systeem uit te schakelen.
Het LDA-systeem blijft in- of uitge-
schakeld, ook als het contact AAN
wordt gezet.
: Indien aanwezig
Overzicht van de functie
Inschakelen van het LDA-systeem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 270 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
271
4-5. Toyota Safety Sense
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Wanneer de rijsnelheid ongeveer 50 km/h of hoger is.
Wanneer de rijstrook meer dan ongeveer 3 m breed is.
Bij het rijden op een rechte weg of het nemen van een bocht met
een straal van meer dan ongeveer 150 m.
Wanneer beide rijstrookmarkerin-
gen volledig wit worden:
Geeft aan dat zowel de rechter als
de linker rijstrookmarkering wordt
herkend.
Als de auto van de rijstrook afwijkt,
gaat de rijstrookmarkering aan de
zijde die de auto verlaat oranje
knipperen. (Blz. 540)
Wanneer een van de rijstrookmar-
keringen volledig wit wordt:
Geeft aan dat de rijstrookmarke-
ring aan de witgekleurde zijde
wordt herkend.
Als de auto van de rijstrook afwijkt
aan de zijde met de herkende rij-
strookmarkering, gaat die marke-
ring oranje knipperen. (Blz. 540)
Wanneer beide rijstrookmarkerin-
gen wit omlijnd zijn:
Dit geeft aan dat er geen rijstrook-
markering wordt herkend of dat
het LDA-systeem tijdelijk is uitge-
schakeld.
Werkingsvoorwaarden
Weergave op het multi-informatiedisplay
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 271 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
272
4-5. Toyota Safety Sense
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Tijdelijk uitschakelen van de functies van het LDA-systeem
In de volgende gevallen worden de functies van het LDA-systeem tijdelijk uit-
geschakeld. De functies zullen weer ingeschakeld worden nadat de noodza-
kelijke bedrijfstoestanden hersteld zijn.
De richtingaanwijzerschakelaar wordt bediend.
De rijsnelheid wijkt af van het werkingsgebied van het LDA-systeem.
Als de rijstrookmarkeringen niet kunnen worden herkend als de auto rijdt.
Wanneer de Lane Departure Warning klinkt.
De Lane Departure Warning-functie zal enige seconden na activering niet
weer in werking treden, ook al verlaat de auto weer de rijstrook.
De Lane Departure Warning
Afhankelijk van het geluidsniveau van het audiosysteem of het geluid dat de
ventilator van de airconditioning maakt terwijl het audiosysteem of de aircon-
ditioning is ingeschakeld, is het waarschuwingsgeluid mogelijk moeilijk te
horen.
Nadat de auto in de zon heeft gestaan
Het LDA is mogelijk niet beschikbaar en er wordt gedurende een bepaalde
tijd na het wegrijden een waarschuwingsmelding (Blz. 540) weergegeven.
Als de temperatuur in de auto daalt en de temperatuur rondom de sensor
voor (Blz. 270) weer geschikt is voor de werking ervan, worden de functies
geactiveerd.
Als er slechts aan één zijde van de auto rijstrookmarkeringen aanwezig
zijn
De Lane Departure Warning-functie zal niet werken voor de zijde waar geen
rijstrookmarkeringen konden worden herkend.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 272 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
273
4-5. Toyota Safety Sense
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Omstandigheden waaronder de functie mogelijk niet goed werkt
In de volgende situaties kan de sensor voor de rijstrookmarkeringen mogelijk
niet herkennen, waardoor de Lane Departure Warning-functie niet goed
werkt. Dit duidt echter niet op een storing.
Bij een tolhuisje, zebrapad of kaartautomaat, enz.
Bij het nemen van een scherpe bocht
Wanneer de rijstrookmarkeringen zeer smal of breed zijn
Wanneer de auto naar een kant overhelt als gevolg van een zware belading
of een onjuiste bandenspanning
Wanneer de afstand tot uw voorligger zeer kort is
Wanneer de rijstrookmarkeringen geel zijn (het systeem herkent deze
mogelijk minder goed dan de witte markeringen)
Bij onderbroken rijstrookmarkeringen, kattenogen (verhoogde rijstrookmar-
keringen) of bij stenen
Wanneer de rijstrookmarkeringen op een stoeprand zijn aangebracht, enz.
Wanneer de rijstrookmarkeringen (deels) onzichtbaar zijn door zand, vuil,
enz.
Bij schaduwen op de weg die parallel lopen aan rijstrookmarkeringen of als
de rijstrookmarkeringen door een schaduw niet zichtbaar zijn
Bij het rijden over een zeer helder wegoppervlak, zoals beton
Bij het rijden op een wegoppervlak dat helder is als gevolg van gereflec-
teerd licht
Wanneer u ergens rijdt waar het licht heel snel verandert, bijvoorbeeld bij
het in- of uitrijden van een tunnel
Wanneer zonlicht of de koplampen van tegenliggers rechtstreeks in de
cameralens schijnt
Bij het rijden op wegen die zich splitsen of die samenkomen
Bij het rijden op een nat wegdek als gevolg van regen, plassen op de weg,
enz.
Wanneer de auto wordt blootgesteld aan sterke op- en neergaande bewe-
gingen, zoals bij het rijden over onverharde wegen of naden in het wegdek
Wanneer de koplampen in het donker minder helder zijn als gevolg van vuil
op de lenzen of wanneer de koplampen niet goed zijn uitgelijnd
Wanneer u op bochtige wegen of hobbelige wegen rijdt
Tijdens het rijden op onverharde wegen
Als de voorruit vuil is of wanneer er regendruppels, damp of ijs op de voor-
ruit zit(ten).
Wanneer de verwarming warme lucht naar de voeten blaast, beslaat moge-
lijk het bovenste deel van de voorruit, wat de werking negatief kan beïnvloe-
den.
Wanneer bij het schoonmaken van de binnenzijde van de voorruit de lens
wordt aangeraakt of er ruitreiniger op de lens terechtkomt, kan dit de wer-
king negatief beïnvloeden.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 273 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
274
4-5. Toyota Safety Sense
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Als de banden zijn gewisseld
Afhankelijk van de gebruikte banden zijn de prestaties mogelijk niet als voor-
heen.
Waarschuwingsmeldingen voor het LDA-systeem
Waarschuwingsmeldingen worden gebruikt om een storing in het systeem
aan te geven of om de bestuurder tijdens het rijden te waarschuwen.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De gevoeligheid van de sensor van het LDA-systeem kan worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
Blz. 625)
WAARSCHUWING
Voordat u het LDA-systeem gebruikt
Vertrouw niet uitsluitend op het LDA-systeem. Het LDA-systeem zorgt er
niet voor dat de auto automatisch rijdt en zorgt er ook niet voor dat u zelf
minder hoeft op te letten. De bestuurder dient als zodanig volledige verant-
woordelijkheid te nemen voor het overzien van zijn/haar omgeving, voor het
bedienen van het stuurwiel om de rijlijn te corrigeren en voor het veilig rij-
den.
Onjuist of nalatig rijgedrag kan resulteren in een ongeval.
Onbedoelde werking van de LDA vermijden
Schakel het LDA-systeem uit met de toets LDA wanneer u het systeem niet
gebruikt.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 274 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
275
4-5. Toyota Safety Sense
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van het LDA-systeem
Gebruik het LDA-systeem niet in de volgende situaties.
Anders werkt het systeem mogelijk niet correct wat kan leiden tot een aan-
rijding.
Als wordt gereden met sneeuwkettingen, een reservewiel of soortgelijke
uitrusting
Als zich objecten of constructies naast de weg bevinden die gezien zou-
den kunnen worden als rijstrookmarkeringen (bijvoorbeeld vangrails,
stoepranden, reflectorpalen, enz.)
Tijdens rijden op besneeuwde wegen
Wanneer rijstrookmarkeringen moeilijk te zien zijn door regen, sneeuw,
mist, zand, vuil, enz.
Wanneer tijdelijke wegmarkeringen zichtbaar zijn of wanneer oude rij-
strookmarkeringen nog deels zichtbaar zijn op de weg
Wanneer u op een weg rijdt die gedeeltelijk is afgesloten als gevolg van
onderhoud of wanneer u op een tijdelijke rijstrook rijdt
OPMERKING
Voorkomen van schade aan of een onjuiste werking van het LDA-sys-
teem
Breng geen wijzigingen aan de koplampen aan en plak geen stickers op
het lampglas.
Wijzig de wielophanging niet. Neem voor de reparatie van uw wielop-
hanging contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Monteer of plaats geen voorwerpen op de motorkap of de grille. Monteer
ook geen accessoires aan de voorzijde van de auto (bullbars, enz.).
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 275 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
276
4-5. Toyota Safety Sense
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Automatic High Beam-systeem
Duw de hendel van u af terwijl de
lichtschakelaar in de stand
staat.
Het controlelampje van het Auto-
matic High Beam-systeem gaat
branden als de koplampen auto-
matisch worden ingeschakeld om
aan te geven dat het systeem is
ingeschakeld.
: Indien aanwezig
Het Automatic High Beam-systeem maakt gebruik van een inge-
bouwde sensor voor om de helderheid van bijvoorbeeld de
straatverlichting en de verlichting van tegenliggers en voorlig-
gers te meten, en schakelt indien nodig automatisch het groot-
licht in of uit.
Inschakelen van het Automatic High Beam-systeem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 276 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
277
4-5. Toyota Safety Sense
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan, wordt het groot-
licht automatisch ingeschakeld:
De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 40 km/h.
Het gebied voor de auto is niet verlicht.
Er zijn geen tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde koplam-
pen of achterlichten.
Er bevinden zich weinig straatlantaarns op de weg voor u.
Als aan een van onderstaande voorwaarden is voldaan, wordt het
grootlicht automatisch uitgeschakeld:
De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 30 km/h.
Het gebied voor de auto is verlicht.
Er zijn tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde koplampen of
achterlichten.
Er bevinden zich veel straatlantaarns op de weg voor u.
Voorwaarden voor het automatisch in- of uitschakelen van het
grootlicht
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 277 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
278
4-5. Toyota Safety Sense
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Dimlicht inschakelen
Trek de hendel naar u toe,
zodat deze in de oorspronke-
lijke stand terugkomt.
Het controlelampje van het
Automatic High Beam-systeem
dooft.
Duw de hendel van u af om het
Automatic High Beam-systeem
weer in te schakelen.
Grootlicht inschakelen
Zet de lichtschakelaar in stand
.
Het controlelampje van het
Automatic High Beam-systeem
dooft en het controlelampje van
het grootlicht gaat branden.
Handmatig in- en uitschakelen van het grootlicht
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 278 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
279
4-5. Toyota Safety Sense
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Het Automatic High Beam-systeem kan worden ingeschakeld als
Het contact AAN staat.
Informatie werking camerasensor
In de volgende omstandigheden wordt het grootlicht mogelijk niet automa-
tisch uitgeschakeld:
Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
Als tegenliggers of voorliggers aan het zicht zijn onttrokken als gevolg
van een reeks bochten, wegafscheidingen of bomen langs de weg
Het grootlicht kan automatisch worden uitgeschakeld als een tegenligger
wel de mistlampen vóór, maar niet de koplampen heeft ingeschakeld.
Het grootlicht kan automatisch worden uitgeschakeld door de aanwezigheid
van huisverlichting, straatverlichting, verkeerslichten of verlichte reclame-
borden.
De volgende factoren kunnen invloed hebben op de reactietijd van het sys-
teem:
De helderheid van koplampen, mistlampen en achterlichten van tegenlig-
gers en voorliggers
De beweging en richting van tegenliggers en voorliggers
Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts aan één kant
werkt
Als een tegenligger of voorligger een voertuig op twee wielen betreft
De toestand van de weg (stijgingspercentage, bochten, toestand van het
wegdek, enz.)
Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage
Het grootlicht kan op voor de bestuurder onverwachte momenten worden
in- en uitgeschakeld.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 279 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
280
4-5. Toyota Safety Sense
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
In de volgende omstandigheden is het mogelijk dat het systeem de helder-
heid van het omgevingslicht niet correct detecteert, waardoor het grootlicht
kan gaan knipperen of voetgangers worden blootgesteld aan het grootlicht.
Het is daarom raadzaam om het grootlicht handmatig in en uit te schakelen
in plaats van blindelings te vertrouwen op de werking van het Automatic
High Beam-systeem.
Bij slecht weer (regen, mist, sneeuw, zandstormen, enz.)
Het zicht door de voorruit wordt belemmerd door damp, wasem, ijs, vuil,
enz.
De voorruit is gebarsten of beschadigd.
De sensor voor is vervormd of vuil.
De temperatuur van de sensor voor is extreem hoog.
De helderheid van het omgevingslicht komt overeen met die van koplam-
pen, achterlichten of mistlampen.
Tegenliggers hebben de koplampen of voorliggers hebben de achterlich-
ten niet ingeschakeld of de lampen zijn vuil, hebben een andere kleur of
zijn niet correct afgesteld.
In gebieden waar lichte en donkere stukken elkaar afwisselen.
Als geregeld en herhaaldelijk over stijgende en dalende wegen wordt
gereden, of over wegen met een slecht of oneffen wegdek (zoals klinker-
wegen, zandwegen, enz.)
Als geregeld en herhaaldelijk over bochtige wegen wordt gereden.
Er bevindt zich een sterk spiegelend voorwerp, zoals een spiegel, voor
de auto.
De achterzijde van een voorligger is sterk spiegelend, zoals een contai-
ner op een truck.
De koplampen van de auto zijn beschadigd of vuil.
De auto helt naar één kant over door bijvoorbeeld een lekke band of ligt
aan de achterzijde wat lager doordat een aanhangwagen is aangekop-
peld.
De bestuurder meent dat andere bestuurders of voetgangers last hebben
van het grootlicht.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 280 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
281
4-5. Toyota Safety Sense
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Als een waarschuwingsmelding van het Automatic High Beam-systeem
wordt weergegeven...
Dit kan duiden op een storing in het systeem. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
Beperkingen van het Automatic High Beam-systeem
Vertrouw niet uitsluitend op het Automatic High Beam-systeem Rijd altijd
voorzichtig, houd de omgeving in de gaten en schakel indien nodig hand-
matig het grootlicht in of uit.
OPMERKING
Aanwijzingen voor het gebruik van het Automatic High Beam-systeem
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om ervoor te zorgen dat
het Automatic High Beam-systeem goed functioneert.
Voorkom overbelading van uw auto.
Breng geen wijzigingen aan de auto aan.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 281 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
282
4-5. Toyota Safety Sense
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
RSA (Road Sign Assist)
De RSA herkent bepaalde verkeersborden door gebruik te maken van
de sensor voor en voorziet de bestuurder via het multi-informatiedis-
play van informatie.
Als het systeem vaststelt dat de snelheidslimiet wordt overschreden,
of wanneer er bijvoorbeeld verboden acties ten opzichte van de her-
kende verkeersborden worden uitgevoerd, wordt de bestuurder m.b.v.
een waarschuwingsdisplay en waarschuwingszoemer gewaar-
schuwd
*.
*: U kunt deze instelling aan uw persoonlijke voorkeur aanpassen.
Sensor voor
Overzicht van de functie
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 282 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
283
4-5. Toyota Safety Sense
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Nadat een verkeersbord door de sensor voor is herkend, wordt deze
op het multi-informatiedisplay weergegeven wanneer de auto het ver-
keersbord passeert.
Wanneer de informatie van het
ondersteunende systeem wordt
geselecteerd, kunnen er maxi-
maal 3 verkeersborden worden
weergegeven. (Blz. 111)
Wanneer andere informatie dan
van het ondersteunende sys-
teem wordt geselecteerd, wordt
een verkeersbord met de snel-
heidslimiet of een verkeers-
bord voor einde van alle
verboden weergegeven.
(Blz. 111)
Er wordt geen verkeersbord
voor een inhaalverbod of met de
snelheidslimiet met een aanvul-
lend teken weergegeven. Als er
echter andere verkeersborden
dan die met de maximaal toege-
stane snelheid worden herkend,
worden deze trapsgewijs weer-
gegeven onder het verkeers-
bord met de maximaal toegesta-
ne snelheid.
Weergave op het multi-informatiedisplay
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 283 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
284
4-5. Toyota Safety Sense
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
De volgende soorten verkeersborden, inclusief elektronische ver-
keersborden en knipperende verkeersborden, worden herkend.
*: Als de richtingaanwijzers bij het wisselen van rijstrook niet worden
bediend, wordt het teken niet weergegeven.
Soorten herkende verkeersborden
Soort Multi-informatiedisplay
Begin/einde snelheidslimiet
Snelheidslimiet
met aanvullend
teken
(Gelijktijdig met
snelheidslimiet
weergegeven)
(Voorbeeld
display)
Regen
IJs
Oprit/afrit*
Er is een aanvul-
lend teken
(Inhoud wordt niet
herkend)
Begin/einde inhaalverbod
Einde alle verboden
(Einde van alle verboden. Terugkeer
naar de standaard verkeersregel-
geving.)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 284 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
285
4-5. Toyota Safety Sense
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
In de volgende situaties waarschuwt het RSA-systeem de bestuurder
m.b.v. een waarschuwingsdisplay.
Wanneer de rijsnelheid de drempelwaarde voor de snelheidswaar-
schuwing in relatie tot de maximumsnelheid op het op het multi-
informatiedisplay weergegeven verkeersbord overschrijdt, veran-
dert de kleur van het verkeersbord.
Als wordt gesignaleerd dat uw auto een ander voertuig inhaalt ter-
wijl er een verkeersbord voor een inhaalverbod wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay, gaat het verkeersbord knipperen.
Automatisch uitschakelen van weergave verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of meer verkeersborden automatisch uit-
geschakeld.
Een nieuw verkeersbord wordt over een bepaalde afstand niet herkend.
De weg verandert als gevolg van een afslag naar links of rechts, enz.
Omstandigheden waaronder de functie mogelijk niet goed werkt of niet
goed signaleert
In de volgende situaties werkt de RSA niet normaal en worden verkeersbor-
den mogelijk niet herkend, worden onjuiste verkeersborden weergegeven,
enz. Dit duidt echter niet op een storing.
De sensor voor is niet goed uitgelijnd doordat de sensor, enz. is blootgesteld
aan hevige schokken.
Er zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz. op de voorruit in de buurt van de sensor
voor.
Onder barre weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij zware regenval, mist,
sneeuw of zandstormen
Licht van een tegenligger, de zon, enz. dringt de sensor voor binnen.
Het verkeersbord is klein, vuil, vervaagd, gekanteld of krom of, in geval van een
elektronisch verkeersbord, het contrast is slecht.
Het verkeersbord gaat helemaal of gedeeltelijk verscholen achter boomblade-
ren, een paal, o.i.d.
Het verkeersbord is alleen voor korte tijd zichtbaar voor de sensor voor.
De omgeving (bij afslaan, rijstrookwisseling, enz.) wordt onjuist beoordeeld.
Ook wanneer een verkeersbord niet van toepassing is op de rijstrook waar op
dat moment op wordt gereden, staat dit bord wel direct na een vertakking van de
snelweg of bij een aangrenzende rijstrook net voordat rijstroken samenkomen.
Er zitten stickers op de achterzijde van de voorligger.
Er wordt een verkeersbord herkend dat lijkt op een verkeersbord dat compatibel
is met het systeem.
Er wordt met de auto in een land gereden waar het verkeer aan de andere kant
rijdt.
Mogelijk worden verkeersborden met de snelheidslimiet voor parallelwegen
gesignaleerd en weergegeven (wanneer deze in het zicht van de sensor voor
staan) terwijl de auto op de hoofdweg rijdt.
Waarschuwingsscherm
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 285 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
286
4-5. Toyota Safety Sense
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Mogelijk worden verkeersborden met de maximaal toegestane snelheid voor
afslagen van rotondes gesignaleerd en weergegeven (wanneer deze in het zicht
van de sensor voor staan) terwijl de auto op de rotonde rijdt.
De snelheidsinformatie die op het instrumentenpaneel wordt weergegeven ver-
schilt mogelijk met de informatie die wordt weergegeven op het navigatiesys-
teem (indien aanwezig) als gevolg van de gebruikte kaartgegevens van het
navigatiesysteem.
Rijden in een land met een andere eenheid voor snelheid
Aangezien de RSA verkeersborden herkent aan de hand van de ingestelde
eenheid voor snelheid, is het noodzakelijk om de ingestelde eenheid van het
instrumentenpaneel te wijzigen. Stel de ingestelde eenheid van het instru-
mentenpaneel in op de eenheid van snelheid van de verkeersborden op de
actuele locatie. (Blz. 625)
In-/uitschakelen van het systeem
Weergave verkeersbord snelheidslimiet
Als het contact de laatste keer UIT werd gezet terwijl er een verkeersbord
met de maximaal toegestane snelheid op het multi-informatiedisplay werd
weergegeven, wordt datzelfde verkeersbord weer weergegeven wanneer het
contact AAN wordt gezet.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen voor het waarschuwingsdisplay, de waarschuwingszoemer
*,
de drempelwaarde voor de waarschuwing voor te hard rijden, enz. kunnen
worden gewijzigd. (Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voor-
keursinstellingen: Blz. 625)
*: Als de snelheidslimiet met aanvullend teken wordt overschreden, werkt de
waarschuwingszoemer niet.
Selecteer op het instelscherm
(Blz. 111)
Druk op op het stuurwiel.
WAARSCHUWING
Voordat u de RSA gebruikt
Vertrouw niet uitsluitend op het RSA-systeem. De RSA is een systeem dat
de bestuurder ondersteunt middels het bieden van informatie, maar het is
geen vervanging van het eigen inzicht en de oplettendheid van de bestuur-
der. Rijd voorzichtig door altijd goed op de verkeersregels te letten.
Onjuist of nalatig rijgedrag kan resulteren in een ongeval.
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 286 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
287
4
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Cruise control
Met de cruise control kan een ingestelde snelheid worden vastgehou-
den zonder dat hiervoor het gaspedaal hoeft te worden ingetrapt.
Controlelampje cruise control
Controlelampje SET
Cruise control-schakelaar
Druk op de toets ON-OFF om
de cruise control in te schake-
len.
Het controlelampje cruise control
gaat branden.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Accelereer of decelereer naar
de gewenste snelheid en druk
de hendel naar beneden om de
snelheid in te stellen.
Het controlelampje SET gaat bran-
den.
De rijsnelheid op het moment dat
de hendel wordt losgelaten, wordt
de ingestelde snelheid.
: Indien aanwezig
Overzicht van functies
1
2
3
Instellen van de rijsnelheid
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 287 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
288
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat de
gewenste snelheid wordt bereikt.
Snelheid verhogen
Snelheid verlagen
Fijnafstelling: Beweeg de hendel
kort in de gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de hendel
in de gewenste richting gedrukt.
De ingestelde snelheid wordt als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: Ongeveer 1,6 km/h, telkens als de hendel bediend
wordt.
Ruime afstelling: De ingestelde snelheid wordt continu verhoogd of
verlaagd totdat de hendel wordt losgelaten.
Door de hendel naar u toe te
trekken wordt de constante-
snelheidsregeling uitgescha-
keld.
De snelheidsregeling wordt ook uit-
geschakeld als het rempedaal of
het koppelingspedaal (alleen hand-
geschakelde transmissie) wordt
ingetrapt.
Door de hendel omhoog te
drukken wordt de constante-
snelheidsregeling hervat.
Hervatten is mogelijk vanaf een rijsnelheid van hoger dan ongeveer 40 km/h.
De cruise control kan worden gebruikt als
De selectiehendel in stand D of in stand 4 of hoger van M staat. (auto's met
Multidrive CVT)
Stand 4 of hoger is geselecteerd met de paddle shift. (auto's met paddle
shift-schakelaar)
De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 40 km/h.
Wijzigen van de ingestelde snelheid
1
2
Uitschakelen en hervatten van de constante-snelheidsregeling
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 288 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
289
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
Er kan normaal met de auto geaccelereerd worden. Na de acceleratie gaat
de auto weer rijden met de ingestelde snelheid.
De ingestelde snelheid kan zelfs worden verhoogd zonder de cruise control
uit te schakelen, door eerst naar de gewenste snelheid te accelereren en
vervolgens de hendel omlaag te drukken om de nieuwe snelheid in te stel-
len.
Automatisch uitschakelen van de cruise control
De snelheidsregeling door de cruise control wordt in de volgende gevallen
onderbroken:
De werkelijke rijsnelheid zakt tot meer dan 16 km/h onder de geprogram-
meerde rijsnelheid.
In dit geval blijft de geprogrammeerde snelheid niet bewaard.
Werkelijke rijsnelheid is lager dan ongeveer 40 km/h.
VSC+ is geactiveerd.
Snelheidsbegrenzer is geactiveerd (indien aanwezig).
Als de waarschuwingsmelding voor de cruise control op het multi-infor-
matiedisplay wordt weergegeven
Druk eenmaal op de toets ON-OFF om het systeem uit te schakelen en druk
vervolgens opnieuw op de toets om het systeem in te schakelen.
Als er geen snelheid kan worden geprogrammeerd of de cruise control direct
na het activeren weer wordt uitgeschakeld, is er mogelijk een defect in het
cruise control-systeem aanwezig. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
Onbedoeld inschakelen van de cruise control voorkomen
Schakel de cruise control uit met de toets ON-OFF als deze niet wordt
gebruikt.
Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de cruise control
Gebruik de cruise control niet in de volgende situaties.
Als u dat wel doet, verliest u mogelijk de controle waardoor een ongeval
met ernstig letsel kan ontstaan.
In druk verkeer
Op wegen met scherpe bochten
Op slingerende wegen
Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
Op steile hellingen
Bij het afdalen van een steile helling kan de rijsnelheid de ingestelde snel-
heid overschrijden.
Bij het rijden met een aanhangwagen of tijdens het slepen in een noodge-
val
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 289 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
290
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Snelheidsbegrenzer
Druk op de knop om de snelheids-
begrenzer in te schakelen.
Druk nogmaals op de toets om de
snelheidsbegrenzer uit te schake-
len.
Accelereer of decelereer naar de
gewenste snelheid en druk de
hendel naar beneden om de
gewenste maximumsnelheid in te
stellen.
: Indien aanwezig
Er kan een gewenste maximumsnelheid worden ingesteld met
de cruise control-schakelaar.
De snelheidsbegrenzer voorkomt dat de auto de ingestelde snel-
heid overschrijdt.
Instellen van de rijsnelheid
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 290 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
291
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Verhogen van de snelheid
Verlagen van de snelheid
Houd de hendel vast tot de
gewenste snelheid bereikt is.
Voor een kleine wijziging van de
ingestelde snelheid druk u de hen-
del lichtjes omhoog of omlaag en
laat u hem vervolgens los.
Annuleren
Trek de hendel naar u toe om de
snelheidsbegrenzer uit te schake-
len.
Hervatten
Druk de hendel omhoog om het
gebruik van de snelheidsbegrenzer
te hervatten.
De snelheidsbegrenzer kan worden gebruikt als
De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 30 km/h.
Overschrijden van de ingestelde snelheid
In de volgende situaties overschrijdt de rijsnelheid de ingestelde snelheid en
gaat het multi-informatiedisplay branden:
Automatische uitschakeling snelheidsbegrenzer
De ingestelde snelheid wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de cruise
control geactiveerd wordt.
Het controlelampje van de snelheidsbegrenzer knippert
Dit kan duiden op een storing in het systeem. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wijzigen van de ingestelde snelheid
1
2
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsbegrenzer
1
2
Wanneer u het gaspedaal volledig
intrapt
Wanneer u bergaf rijdt (er klinkt ook een
zoemer)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 291 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
292
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Onbedoeld inschakelen van de snelheidsbegrenzer voorkomen
Laat de snelheidsbegrenzer uitgeschakeld wanneer deze niet in gebruik is.
Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de snelheidsbegrenzer
Gebruik de snelheidsbegrenzer niet in de volgende situaties.
Als u dat wel doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ern-
stig letsel kan ontstaan.
Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
Op steile hellingen
Bij het rijden met een aanhangwagen of slepen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 292 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
293
4
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Stop & Start-systeem
Breng de auto tot stilstand terwijl het koppelingspedaal geheel inge-
trapt is. Zet vervolgens de selectiehendel in stand N.
Laat het koppelingspedaal los.
Het controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat branden.
Controleer of de selectiehendel in stand N staat en trap het koppe-
lingspedaal in.
Het controlelampje van het Stop & Start-systeem dooft.
(In dit geval wordt de motor niet uitgezet als het koppelingspedaal wordt
losgelaten.)
: Indien aanwezig
Het Stop & Start-systeem stopt en start de motor overeenkom-
stig de bediening van het koppelingspedaal voor het stoppen
van en wegrijden met de auto.
Uitzetten van de motor
1
2
Opnieuw starten van de motor
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 293 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
294
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Druk op de uitschakeltoets van
het Stop & Start-systeem om het
Stop & Start-systeem uit te scha-
kelen.
Het controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem gaat bran-
den.
Druk nogmaals op de toets om het
Stop & Start-systeem weer in te
schakelen.
Automatisch opnieuw inschakelen van het Stop & Start-sys-
teem
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Zelfs als het Stop
& Start-systeem is uitgeschakeld met de uitschakeltoets van het
Stop & Start-systeem, zal het systeem automatisch weer worden
ingeschakeld als de motor weer wordt gestart nadat het contact UIT
is gezet.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Zelfs als het Stop &
Start-systeem is uitgeschakeld met de uitschakeltoets van het Stop
& Start-systeem, zal het systeem automatisch weer worden inge-
schakeld als de motor weer wordt gestart nadat het contact UIT is
gezet.
Als op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem wordt
gedrukt terwijl de auto stilstaat
Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem, kunt u de
motor weer starten door op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem te drukken.
Vanaf de volgende keer dat de auto tot stilstand wordt gebracht
(nadat het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld), zal de motor
niet worden uitgezet.
Als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld en op de uitscha-
keltoets van het Stop & Start-systeem wordt gedrukt, wordt het
systeem weer ingeschakeld, maar zal de motor blijven draaien.
Vanaf de volgende keer dat de auto tot stilstand wordt gebracht
(nadat het Stop & Start-systeem is ingeschakeld), zal de motor
worden uitgezet.
Uitschakelen van het Stop & Start-systeem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 294 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
295
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Werkingsvoorwaarden
Het Stop & Start-systeem werkt als aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
Het koppelingspedaal wordt niet ingetrapt.
De selectiehendel staat in stand N.
De motor is op bedrijfstemperatuur.
De buitentemperatuur is -5°C of hoger.
De voorruitverwarming is uitgeschakeld.
De extra verwarming is uitgeschakeld.
De parkeerrem is niet geactiveerd. (Blz. 229)
De motorkap is gesloten. (Blz. 296)
De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
Het bestuurdersportier is gesloten.
Onder de volgende omstandigheden wordt de motor mogelijk niet uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem. Dit wijst niet op een storing van het
Stop & Start-systeem.
• De airconditioning wordt gebruikt wanneer de omgevingstemperatuur
hoog of laag is.
De accu is niet voldoende opgeladen of wordt opgeladen.
Het vacuüm van de rembekrachtiger is te laag.
De auto wordt op een helling stilgezet.
Het stuurwiel wordt bediend.
Door verkeersdrukte of andere omstandigheden komt de auto veelvuldig
tot stilstand, waardoor de hoeveelheid tijd dat de motor is uitgezet door
het Stop & Start-systeem extreem oploopt.
Op grote hoogte.
De koelvloeistoftemperatuur is extreem hoog of laag.
De temperatuur van de accuvloeistof is extreem hoog of laag.
De accu is kortgeleden vervangen of de accupolen zijn kortgeleden los-
genomen geweest.
Als de bovenstaande omstandigheden zich niet meer voordoen, zal het
Stop & Start-systeem de volgende keer dat de auto tot stilstand komt de
motor weer uitzetten en starten.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 295 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
296
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Automatische startfunctie
Onder de volgende omstandigheden wordt de motor automatisch herstart
wanneer deze is uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem. (Rijd een-
maal met de auto om ervoor te zorgen dat de motor weer door het Stop &
Start-systeem wordt uitgeschakeld.)
De airconditioning wordt ingeschakeld.
De voorruitverwarming wordt ingeschakeld.
De extra verwarming wordt ingeschakeld.
De parkeerremschakelaar wordt omhooggetrokken. (Blz. 229)
Het stuurwiel wordt bediend.
De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.
Het bestuurdersportier wordt geopend.
De uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem wordt ingedrukt.
De auto begint te rollen op een helling.
Onder de volgende omstandigheden wordt de motor mogelijk automatisch
herstart wanneer deze is uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem. (Rijd
eenmaal met de auto om ervoor te zorgen dat de motor weer door het Stop
& Start-systeem wordt uitgeschakeld.)
Het rempedaal wordt pompend of diep ingetrapt.
De airconditioning wordt gebruikt.
De laadtoestand van de accu is onvoldoende.
Parkeerrem
Ook als aan de voorwaarden voor het automatisch herstarten van de motor
wordt voldaan terwijl de parkeerrem is geactiveerd, wordt de motor niet
direct herstart. De motor wordt herstart wanneer de parkeerrem wordt geac-
tiveerd.
Als de parkeerremschakelaar wordt ingedrukt terwijl de motor wordt her-
start, wordt het herstarten van de motor mogelijk geannuleerd. Als de bedie-
ning is geannuleerd, wordt de motor herstart wanneer de parkeerrem wordt
geactiveerd.
Motorkap
Als de motor is uitgezet door het Stop en Start-systeem en de motorkap
wordt geopend, kan de motor niet worden gestart door het Stop en Start-
systeem of de automatische startfunctie van de motor. Zet de selectiehendel
in stand N en herstart de motor terwijl de startknop wordt bediend.
(Blz. 209, 212)
Ook als de motorkap wordt gesloten nadat de motor is gestart terwijl de
motorkap was geopend, werkt het Stop & Start-systeem niet. Sluit de motor-
kap, zet het contact UIT, wacht enige tijd en start vervolgens de motor.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 296 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
297
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Gebruik van het Stop & Start-systeem
Als de motor wordt uitgezet door het Stop & Start-systeem en de selectie-
hendel in een andere stand dan N wordt gezet terwijl het koppelingspedaal
niet is ingetrapt, klinkt er een zoemer en gaat het controlelampje van het
Stop & Start-systeem knipperen. Dit geeft aan dat de motor alleen is uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem en niet helemaal is uitgezet.
Gebruik het Stop & Start-systeem wanneer de auto tijdelijk wordt stilgezet,
bijvoorbeeld bij verkeerslichten of kruispunten. Zet de motor volledig uit
wanneer de auto voor langere tijd wordt stilgezet.
Wanneer het systeem niet kan werken, wordt geannuleerd of een storing
heeft, worden waarschuwingsmeldingen en een waarschuwingszoemer toe-
gepast om de bestuurder te informeren. (Blz. 535)
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Ook als de startknop wordt
ingedrukt terwijl de motor is uitgeschakeld, wordt de motor niet herstart.
Start de motor door de selectiehendel in stand N te zetten en een normale
motorstartprocedure uit te voeren.
Wanneer de motor wordt herstart nadat deze is uitgeschakeld door het Stop
& Start-systeem, is de accessoireaansluiting mogelijk tijdelijk niet bruikbaar.
Dit duidt echter niet op een storing.
Het plaatsen en verwijderen van elektrische onderdelen en draadloze appa-
raten is mogelijk van invloed op het Stop & Start-systeem. Neem contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de voorruit is beslagen terwijl de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem
Schakel de voorruitverwarming in. (De motor wordt gestart door de automati-
sche startfunctie van de motor.) (Blz. 390, 397)
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uitschakeltoets van het Stop & Start-
systeem om het systeem uit te schakelen.
Airconditioning terwijl de motor door het Stop & Start-systeem is uitge-
schakeld (auto's met airconditioning)
Wanneer de motor is uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem, wordt de
airconditioning (koelen, verwarmen en ontvochtigen) tijdelijk uitgeschakeld en
wordt er alleen nog lucht geblazen of stopt het systeem met lucht blazen.
Druk op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem om het Stop & Start-
systeem uit te schakelen, zodat wordt voorkomen dat het airconditioningsys-
teem tijdelijk wordt uitgeschakeld.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 297 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
298
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Wijzigen van de instelling via het multi-informatiedisplay
Monochroomdisplay:
Selecteer STOP & START op het instelscherm en houd de scha-
kelaar DISP ingedrukt. (Blz. 108)
Selecteer de gewenste
instelling en houd de schake-
laar DISP ingedrukt.
Kleurendisplay:
Gebruik de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel om
Instellingen” te selecteren en druk op . (Blz. 112)
Selecteer de gewenste
instelling en druk op .
Wijzigen van de instelling via de uitschakeltoets van het Stop
& Start-systeem
Telkens wanneer de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem
gedurende ten minste 3 seconden ingedrukt wordt gehouden,
schakelt het systeem tussen normaal en verlengd. De systeemsta-
tus kan worden gecontroleerd op het instelscherm op het multi-
informatiedisplay. (Blz. 108, 111)
Wijzigen van de tijd voor uitschakeling bij stilstand bij ingescha-
kelde airconditioning
1
2
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 298 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
299
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Beveiliging van het Stop & Start-systeem
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Als het volume van het
audiosysteem hoog staat, wordt het audiosysteem mogelijk automatisch uit-
geschakeld om het stroomverbruik te beperken.
Zet als dit gebeurt het contact UIT en vervolgens in stand ACC of AAN om
het audiosysteem weer in te schakelen.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Als het volume van het audio-
systeem hoog staat, wordt het audiosysteem mogelijk automatisch uitgescha-
keld om het stroomverbruik te beperken.
Zet als dit gebeurt het contact UIT en vervolgens in stand ACC of AAN om
het audiosysteem weer in te schakelen.
Vervangen van de batterij
Blz. 593
Weergeven van de status van het Stop & Start-systeem
Alleen kleurendisplay: De bedrijfsstatus van het Stop & Start-systeem wordt
op het multi-informatiedisplay weergegeven.
De bedrijfsstatus van het Stop & Start-systeem kan op het multi-informatie-
display worden weergegeven.
Monochroomdisplay:
Druk op de toets ODO/TRIP op het stuurwiel. (Blz. 107)
Kleurendisplay:
Selecteer (rij-informatie) in de menu-iconen (Blz. 111)
Geeft de actuele tijd dat de motor niet
draait weer. (De tijd die de motor door het
Stop & Start-systeem is uitgeschakeld.)
Status A:
(Monochroomdisplay)
(Kleurendisplay)
Geeft de totale tijd weer die de motor
door het Stop & Start-systeem is uitge-
schakeld vanaf het moment dat de motor
werd gestart tot de motor werd uitge-
schakeld.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 299 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
300
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
De weergave van status B kan worden gereset.
Monochroomdisplay:
Houd de toets ODO/TRIP op het stuurwiel ingedrukt wanneer de totale ECO-
tijd op het multi-informatiedisplay wordt weergegeven.
Kleurendisplay:
Houd op het stuurwiel ingedrukt wanneer de status van het Stop & Start-
systeem op het multi-informatiedisplay wordt weergegeven.
Meldingen multi-informatiedisplay
Wanneer de motor niet kan worden uitgeschakeld door het Stop & Start-sys-
teem, wanneer de motor automatisch wordt herstart terwijl hij was uitgescha-
keld door het Stop & Start-systeem en wanneer de motor is uitgeschakeld
door het Stop & Start-systeem en de selectiehendel in een andere stand dan
N wordt gezet terwijl het koppelingspedaal niet wordt ingetrapt, worden de
volgende meldingen op het multi-informatiedisplay weergegeven.
Wanneer de motor niet kan worden uitgeschakeld door het Stop & Start-sys-
teem (kleurendisplay)
Status B:
(Monochroomdisplay)
(Kleurendisplay)
Geeft de totale tijd weer die de motor
door het Stop & Start-systeem is uitge-
schakeld vanaf de laatste keer resetten
totdat het systeem weer wordt gereset.
Melding Details/handelingen
• De airconditioning wordt gebruikt wanneer
de omgevingstemperatuur hoog of laag is.
Treedt direct in werking wanneer het ver-
schil tussen de ingestelde temperatuur
en de temperatuur in het interieur te klein
is.
De voorruitverwarming wordt ingeschakeld.
De extra verwarming wordt ingeschakeld.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 300 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
301
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
“Battery charging”
(accu aan het
opladen)
De accu is mogelijk bijna leeg.
Het uitschakelen van de motor is tijdelijk
niet mogelijk om voorrang te geven aan
het laden van de accu, maar als de motor
kortstondig draait, wordt het uitschake-
len van de motor toegestaan.
Mogelijk wordt een onderhoudslaadproce-
dure uitgevoerd (Voorbeeld: kort na het ver-
vangen van de accu of het verwijderen van
de accupolen, enz.)
Wanneer de onderhoudslaadprocedure
na ongeveer 5 - 40 minuten is voltooid,
kan het systeem worden bediend.
De motor is mogelijk herstart terwijl de
motorkap was geopend.
Sluit de motorkap, zet het contact UIT,
wacht enige tijd en start vervolgens de
motor.
De accu is mogelijk koud.
Wanneer de motor kortstondig draait,
kan het systeem herstellen doordat de
temperatuur in de motorruimte stijgt.
De accu is mogelijk zeer heet.
Als de motor is uitgeschakeld en u de
motorruimte voldoende laat afkoelen,
herstelt het systeem.
“For brake
system” (voor rem-
systeem)
De werking van de rembekrachtiger is ver-
minderd
De auto rijdt op grote hoogte.
Wanneer een bepaalde kracht wordt
gegenereerd door de rembekrachtiger,
herstelt het systeem.
“Driver seat belt
unbuckled”
(bestuurdersgor-
del los)
De veiligheidsgordel van de bestuurder is niet
vastgemaakt.
“Bonnet open”
(motorkap open)
De motorkap wordt geopend.
Melding Details/handelingen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 301 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
302
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Wanneer de motor automatisch wordt herstart terwijl hij was uitgeschakeld
door het Stop & Start-systeem (kleurendisplay)
Wanneer de selectiehendel in een andere stand dan N wordt gezet terwijl
het koppelingspedaal niet is ingetrapt en de motor is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem
Als het controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-systeem blijft knippe-
ren
Er is mogelijk een storing in het Stop & Start-systeem aanwezig. Neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Melding Details/handelingen
De airconditioning wordt ingeschakeld of
gebruikt.
De voorruitverwarming wordt ingeschakeld.
De extra verwarming wordt ingeschakeld.
“For brake
system” (voor rem-
systeem)
Het rempedaal wordt diep of pompend inge-
trapt.
Wanneer een bepaalde kracht wordt
gegenereerd door de rembekrachtiger
doordat er met de auto wordt gereden,
herstelt het systeem.
“Battery charging”
(accu aan het opla-
den)
De accu is mogelijk bijna leeg.
De motor wordt herstart om voorrang te
geven aan het laden van de accu. Wan-
neer de motor kortstondig draait, kan het
systeem herstellen.
“Steering wheel
turned” (stuurwiel
gedraaid)
Het stuurwiel wordt gedraaid.
“Driver seat belt
unbuckled”
(bestuurdersgor-
del los)
De veiligheidsgordel van de bestuurder is niet
vastgemaakt.
Melding Acties
“Stop & Start system active.
Shift to N and depress clutch
to restart.” (Stop & Start-sys-
teem actief. Schakel naar N
en trap koppeling in om
opnieuw te starten.)
Zet de selectiehendel in stand N en trap
het koppelingspedaal in. De motor her-
start.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 302 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
303
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Als het Stop & Start-systeem is ingeschakeld
Houd de selectiehendel in stand N en bedien het rempedaal of de parkeer-
rem als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem (het controle-
lampje Stop & Start brandt).
Anders kan de auto onverwacht in beweging komen als de motor wordt
gestart door de automatische startfunctie, waardoor een ongeval kan ont-
staan.
Verlaat de auto niet als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem
(zolang het controlelampje Stop & Start brandt).
Anders kan de auto onverwacht in beweging komen als de motor wordt
gestart door de automatische startfunctie, waardoor een ongeval kan ont-
staan.
Zorg ervoor dat de motor niet wordt uitgezet door het Stop & Start-systeem
als de auto zich in een slecht geventileerde ruimte bevindt. Anders kan de
motor worden gestart door de automatische startfunctie, waardoor er uit-
laatgassen in de auto terecht kunnen komen die zeer schadelijk kunnen
zijn voor de gezondheid.
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het systeem goed werkt
In onderstaande gevallen werkt het Stop & Start-systeem mogelijk niet
goed. Laat uw auto in dat geval zo snel mogelijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Het controlelampje voor de veiligheidsgordel knippert, terwijl de veilig-
heidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
Zelfs wanneer de veiligheidsgordel van de bestuurder niet is vastgemaakt,
blijft het controlelampje voor de veiligheidsgordel uit.
Zelfs wanneer het bestuurdersportier is gesloten, wordt de waarschuwing
open portier/achterklep weergegeven op het multi-informatiedisplay of
gaat de interieurverlichting branden wanneer de schakelaar van de inte-
rieurverlichting in de stand DOOR staat.
Zelfs wanneer het bestuurdersportier is geopend, wordt de waarschuwing
open portier/achterklep niet weergegeven op het multi-informatiedisplay of
gaat de interieurverlichting niet branden wanneer de schakelaar van de
interieurverlichting in de stand DOOR staat.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 303 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
304
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Ondersteunende systemen
ABS (antiblokkeersysteem)
Dit systeem helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen tijdens
hard remmen en bij remmen op een glad wegdek.
Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt
als het systeem oordeelt dat er sprake is een noodstop.
VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwijkma-
noeuvres en het nemen van bochten op een glad wegdek.
VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS-, TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit behouden blijft bij uitwijkma-
noeuvres op een glad wegdek door de stuurcommando's aan te
passen.
TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat
de voorwielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de auto of bij
het accelereren op een glad wegdek.
Hill Start Assist Control
Voorkomt dat de auto achteruitrolt bij het wegrijden op een steile of
gladde helling.
EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor
het ronddraaien van het stuurwiel te verminderen.
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren
is uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch
in werking treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd
er echter rekening mee dat dit aanvullende systemen zijn en ver-
trouw niet in al te sterke mate op deze systemen als u de auto
bedient.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 304 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
305
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
Blz. 257
Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt ingetrapt, gaan de alarmknip-
perlichten automatisch knipperen om het achteropkomende ver-
keer te waarschuwen.
Het controlelampje Traction Con-
trol knippert wanneer het TRC-/
VSC-systeem in werking is.
Als u met uw auto vast komt te zitten in modder of sneeuw, kan het
TRC-systeem het aandrijfvermogen van de motor naar de wielen
beperken. Als u dan op drukt, kunt u de auto waarschijnlijk mak-
kelijker los krijgen door te ‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door
snel in te drukken en weer
los te laten.
TRC OFF wordt op het multi-infor-
matiedisplay weergegeven.
Druk nogmaals op om het
systeem weer in te schakelen.
Als het TRC-/VSC-systeem in werking is
Uitschakelen van het TRC-systeem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 305 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
306
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Zowel TRC als VSC uitschakelen
Houd meer dan 3 seconden ingedrukt terwijl de auto stilstaat om TRC en
VSC uit te schakelen.
Het controlelampje VSC OFF gaat branden en TRC OFF wordt op het multi-
informatiedisplay weergegeven.
*
Druk nogmaals op om de systemen weer in te schakelen.
*: Bij auto's met PCS (Pre-Crash Safety-systeem) worden ook het Pre-Crash
Brake Assist en het Pre-Crash Brake-systeem uitgeschakeld. (Blz. 269)
Wanneer de melding wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay
dat de TRC is uitgeschakeld, zelfs al is de schakelaar VSC OFF niet inge-
drukt
De TRC en Hill Start Assist Control kunnen niet worden bediend. Neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Bijgeluiden en trillingen die veroorzaakt worden door de ABS, Brake
Assist, TRC, VSC en Hill Start Assist Control
Het is mogelijk dat u tijdens het starten van de motor of bij het wegrijden een
geluid in de motorruimte hoort wanneer het rempedaal herhaaldelijk wordt
ingetrapt. Dit duidt niet op een storing in een van deze systemen.
De volgende verschijnselen kunnen zich voordoen als bovenstaande syste-
men in werking zijn. Geen van deze verschijnselen duidt op een storing.
Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrich-
ting.
Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektro-
motor hoorbaar zijn.
Er kan een lichte trilling in het rempedaal voelbaar zijn als het antiblok-
keersysteem geactiveerd is.
Het rempedaal kan iets verder naar beneden bewegen als het antiblok-
keersysteem geactiveerd is.
Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan het geluid van een elektromotor
(zoemend geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Automatisch opnieuw inschakelen van de TRC- en VSC-systemen
Als de TRC- en VSC-systemen zijn uitgeschakeld, worden deze automatisch
opnieuw ingeschakeld in de volgende situaties:
Als het contact UIT wordt gezet.
Als alleen het TRC-systeem wordt uitgeschakeld, wordt de TRC weer inge-
schakeld zodra de rijsnelheid toeneemt.
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem is uitgeschakeld, worden deze niet
automatisch weer ingeschakeld als de rijsnelheid toeneemt.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 306 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
307
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Gereduceerde bekrachtiging door elektrische stuurbekrachtiging
De mate van bekrachtiging door de elektrische stuurbekrachtiging wordt
gereduceerd om het systeem tegen oververhitting te beschermen als er
gedurende langere tijd frequent wordt gestuurd. Hierdoor kan de besturing
zwaar aanvoelen. Probeer als dat het geval is minder frequent te sturen of
breng de auto tot stilstand en zet de motor uit. Het EPS-systeem moet binnen
10 minuten weer normaal werken.
Voorwaarden voor werking Hill Start Assist Control
Als aan de volgende vier voorwaarden wordt voldaan, werkt de Hill Start
Assist Control:
Multidrive CVT: De selectiehendel staat in een andere stand dan N of P (bij
het vooruit/achteruit bergop wegrijden).
Handgeschakelde transmissie: De selectiehendel staat in een andere stand
dan R wanneer vooruit bergop wordt weggereden of in stand R wanneer
achteruit bergop wordt weggereden.
De auto staat stil.
Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
De parkeerrem is niet geactiveerd.
Automatisch uitschakelen van Hill Start Assist Control
De Hill Start Assist Control wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
Multidrive CVT: De selectiehendel wordt in stand N of P gezet.
Handgeschakelde transmissie: De selectiehendel wordt in stand R gezet
wanneer vooruit bergop wordt weggereden of in een andere stand dan R
gezet wanneer achteruit bergop wordt weggereden.
Het gaspedaal wordt ingetrapt.
De parkeerrem wordt geactiveerd.
Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat het rempedaal is losgelaten.
Voorwaarden voor werking noodstopsignaal
Als aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan, werkt het noodstopsig-
naal:
De alarmknipperlichten zijn uit.
De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55 km/h.
Het rempedaal wordt op zo'n manier ingetrapt dat het systeem op basis van
de deceleratie van de auto oordeelt dat het om een noodstop gaat.
Automatisch uitschakelen van noodstopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
De alarmknipperlichten worden ingeschakeld.
Het rempedaal wordt losgelaten.
Het systeem oordeelt op basis van de deceleratie van de auto dat het niet
om een noodstop gaat.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 307 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
308
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
De volgende omstandigheden kunnen leiden tot een ongeval waarbij ernstig
letsel kan ontstaan.
Het ABS werkt niet effectief als
De maximale grip van de banden overschreden wordt (bijvoorbeeld ver-
sleten banden op een weg die bedekt is met sneeuw).
Er sprake is van aquaplaning bij hoge snelheid op een nat of glad wegdek.
De remweg met ABS in werking kan langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg van de auto te verkorten. Houd
altijd voldoende afstand tot uw voorligger, met name in de volgende geval-
len:
Als wordt gereden op wegen met grind, zand en dergelijke, of op
besneeuwde wegen
Als wordt gereden met sneeuwkettingen
Als wordt gereden op slechte wegen
Als wordt gereden over wegen met diepe gaten of andere grote oneffen-
heden
De TRC werkt mogelijk niet effectief als
Het insturen van de juiste richting en het overbrengen van de aandrijfkracht
kunnen op een gladde weg niet onder alle omstandigheden gerealiseerd
worden, zelfs niet als het TRC-systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder omstandigheden waarbij de stabiliteit en
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
Hill Start Assist Control werkt niet effectief als
Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start Assist Control. De Hill Start Assist
Control werkt niet altijd effectief op steile hellingen en op met ijs bedekte
wegen.
In tegenstelling tot de parkeerrem is de Hill Start Assist Control niet
bedoeld om de auto gedurende langere tijd op zijn plaats te houden.
Gebruik de Hill Start Assist Control niet om de auto op een helling op zijn
plaats te houden omdat dat kan leiden tot een ongeval.
Als de VSC is geactiveerd
Het controlelampje Traction Control knippert. Rijd altijd voorzichtig.
Roekeloos rijgedrag kan leiden tot ongevallen. Wees bijzonder voorzichtig
als het controlelampje knippert.
Als het TRC/VSC-systeem is uitgeschakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid aan de conditie van het wegdek
aan. Schakel de TRC en de VSC alleen in geval van nood uit, aangezien
deze systemen zorgdragen voor de voertuigstabiliteit en de aandrijfkracht.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 308 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
309
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben, van hetzelfde merk zijn en
hetzelfde profiel en draagvermogen hebben. Controleer verder of alle ban-
den de aanbevolen spanning hebben.
Het ABS-, TRC- en VSC-systeem werken niet goed als er verschillende
banden onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie over het vervangen van de wielen of banden.
Omgaan met banden en wielophanging
Het gebruiken van banden met een probleem of wijzigingen aan de wielop-
hanging hebben een negatief effect op de ondersteunende systemen en
kunnen een storing veroorzaken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 309 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
310
4-7. Rijtips
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Rijden in de winter
Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn voor winterse omstandighe-
den.
Motorolie
Koelvloeistof
Ruitensproeiervloeistof
Laat de toestand van de accu controleren door een monteur.
Laat winterbanden onder uw auto monteren of schaf een set
sneeuwkettingen voor de voorwielen aan.
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben en van hetzelfde merk
zijn en controleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn voor de bandenmaat
van uw auto.
Voer, afhankelijk van de omstandigheden, de volgende handelingen
uit.
Probeer een vastgevroren ruit niet met kracht te openen en zet de
ruitenwissers niet aan als deze vastgevroren zijn. Giet warm water
over het bevroren gedeelte om het ijs te laten smelten. Veeg het
water direct weg om te voorkomen dat het bevriest.
Verwijder de eventueel aanwezige sneeuw van de luchtinlaten voor
de voorruit om zeker te kunnen zijn van een juiste werking van de
aanjager van het airconditioningsysteem.
Controleer of er sprake is van ijs- of sneeuwophopingen op de ver-
lichting aan de buitenzijde, op het dak, op het chassis, rond de ban-
den of op de remmen, en verwijder deze indien dat het geval is.
Verwijder sneeuw en modder van de onderzijde van uw schoenen
voordat u in de auto stapt.
Tref voor het aanbreken van de winter de noodzakelijke voorbe-
reidingen en voer de benodigde controles uit. Pas uw rijgedrag
altijd aan de actuele weersomstandigheden aan.
Voorbereiding voor de winter
Voordat u met de auto gaat rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 310 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
311
4-7. Rijtips
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Verhoog de snelheid geleidelijk, houd een veilige afstand tussen u en
uw voorligger en pas de snelheid aan aan de conditie van de weg.
Parkeer de auto en zet de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT)
of R (handgeschakelde transmissie), maar activeer de parkeerrem
niet. De parkeerrem kan vastvriezen en bij het deactiveren niet vrij
komen. Blokkeer de wielen indien nodig, om wegglijden of kruipen te
voorkomen.
Gebruik de juiste maat sneeuwkettingen.
De maat van de sneeuwkettingen is afgestemd op de bandenmaat.
Zijketting
(diameter 3,0 mm)
Dwarsketting
(diameter 4,0 mm)
De wetgeving met betrekking tot het gebruik van sneeuwkettingen
verschilt per land en per soort weg. Stel u op de hoogte van lokale
voorschriften alvorens sneeuwkettingen te monteren.
Monteer de sneeuwkettingen op de voorwielen.
Zet de sneeuwkettingen na 0,5 - 1,0 km rijden nogmaals vast.
Sneeuwkettingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het monteren en verwij-
deren van sneeuwkettingen.
Monteer en verwijder de sneeuwkettingen op een veilige locatie.
Monteer de sneeuwkettingen uitsluitend op de voorwielen. Gebruik geen
sneeuwkettingen om de achterwielen.
Monteer de sneeuwkettingen volgens de meegeleverde gebruiksaanwijzing.
Tijdens het rijden
Bij het parkeren
Kiezen van sneeuwkettingen
1
2
Wetgeving met betrekking tot het gebruik van sneeuwkettingen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 311 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
312
4-7. Rijtips
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Rijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht.
Als u dat niet doet kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ern-
stig letsel kan ontstaan.
Gebruik winterbanden met de voor uw auto voorgeschreven maat.
Zorg ervoor dat de bandenspanning aan de specificatie voldoet.
Rijd niet harder dan de toegestane snelheid of harder dan de snelheidsli-
miet die geldt voor de gebruikte winterbanden.
Winterbanden dienen op alle wielen te worden gemonteerd.
Rijden met sneeuwkettingen
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht.
Anders kunnen een aanrijding en ernstig letsel het gevolg zijn.
Rijd niet harder dan de maximaal toegestane snelheid voor de gebruikte
sneeuwkettingen of niet harder dan 50 km/h, afhankelijk van welke snel-
heid de laagste is.
Vermijd het rijden over slechte wegdekken en over gaten.
Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
Minder uw snelheid alvorens een bocht aan te snijden zodanig, dat u
zeker weet dat de auto bestuurbaar blijft.
OPMERKING
Repareren of vervangen van winterbanden (auto's met bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem)
Laat winterbanden repareren of vervangen door een Toyota-dealer of door
een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winterbanden heeft namelijk invloed op de
werking van de bandenspanningssensoren en -zenders.
Sneeuwkettingen monteren (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn, werken de bandenspanningssen-
soren en -zenders mogelijk niet goed.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 312 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
313
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
5-1. Basishandelingen
Soorten audiosystemen.....314
Stuurwieltoetsen
audiosysteem ..................317
AUX-aansluiting/
USB-aansluiting...............318
5-2. Gebruik van het
audiosysteem
Optimaal gebruikmaken van
het audiosysteem ............319
5-3. Gebruik van de radio
Bediening radio..................321
5-4. Afspelen van een audio-CD
en discs met MP3-/WMA-
bestanden
Bediening CD-speler .........327
5-5. Gebruik van een extern
apparaat
Afspelen van bestanden op
een iPod ..........................338
Afspelen van bestanden op
een USB-geheugen.........347
Gebruik van de
AUX-aansluiting...............355
5-6. Gebruik van Bluetooth
®
-
apparaten
Bluetooth
®
-audio/telefoon..356
Gebruik van de
stuurwielschakelaars .......362
Registreren van een
Bluetooth
®
-apparaat........363
5-7. Menu SETUP (instellingen)
Gebruik van het menu
SETUP (instellingen)
(Menu “Bluetooth
*”).........364
Gebruik van het menu
SETUP (instellingen)
(menu TEL)......................367
5-8. Bluetooth
®
-audio
Bedienen van een
Bluetooth
®
compatibele
draagbare speler .............370
5-9. Bluetooth
®
-telefoon
Bellen.................................374
Een telefoongesprek
ontvangen........................376
Voeren van een
telefoongesprek...............377
5-10.Bluetooth
®
Bluetooth
®
.........................379
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 313 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
314
5-1. Basishandelingen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Soorten audiosystemen
Auto's met multimediasysteem of navigatiesysteem
Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem
voor meer informatie indien uw auto is uitgerust met een multimedia-
systeem of navigatiesysteem.
Auto's zonder multimediasysteem of navigatiesysteem
CD-speler met AM/FM-radio
Type A
: Indien aanwezig
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 314 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
315
5-1. Basishandelingen
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Type B
Type C
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 315 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
316
5-1. Basishandelingen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Gebruik van mobiele telefoons
Mobiele telefoons kunnen storingen veroorzaken die hoorbaar zijn via de
luidsprekers als het audiosysteem ingeschakeld is.
WAARSCHUWING
Verklaring voor de CD-speler
Dit product is een klasse I laserproduct.
Verwijder nooit de kap van de speler en probeer de speler nooit zelf te
repareren.
Laat reparaties uitvoeren door deskundig personeel.
Laserstralen: niet schadelijk
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de accu
Laat het audiosysteem niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk is als de
motor niet draait.
Voorkomen van schade aan het audiosysteem
Mors geen drank of andere vloeistof over het audiosysteem.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 316 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
317
5
5-1. Basishandelingen
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Stuurwieltoetsen audiosysteem
Volumetoets
Verhogen/verlagen van het
volume
Ingedrukt houden: blijft het
volume verhogen/verlagen
Toets MODE
Inschakelen, selecteren van
de audiobron
Houd deze toets ingedrukt om het geluid van de actuele weer-
gave te dempen of de actuele weergave te onderbreken. Druk de
toets nogmaals in en houd hem ingedrukt om het dempen of
onderbreken ongedaan te maken.
Radio geselecteerd:
Indrukken: selecteren van een radiozender
Ingedrukt houden: omhoog/omlaag zoeken
CD, MP3/WMA-disc, Bluetooth
®
, iPod of USB-modus:
Indrukken: selecteren van een muziekstuk/bestand
Ingedrukt houden: selecteren van een map of album (MP3/
WMA-disc, Bluetooth
®
of USB)
Sommige functies van het audiosysteem kunnen worden
bediend met behulp van de toetsen op het stuurwiel.
De werking kan verschillen afhankelijk van het type audio- of
navigatiesysteem. Raadpleeg de handleiding van het audio- of
navigatiesysteem voor meer informatie.
Bedienen van het audiosysteem met de stuurwieltoetsen
1
2
WAARSCHUWING
Beperk de kans op ongevallen
Neem bij het bedienen van de toetsen op het stuurwiel de nodige voorzich-
tigheid in acht.
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 317 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
318
5-1. Basishandelingen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AUX-aansluiting/USB-aansluiting
iPod
Open het afdekkapje en sluit
een iPod aan met behulp van
een iPod-kabel.
Als de iPod niet is ingeschakeld,
schakel deze dan alsnog in.
USB-geheugen
Open het afdekkapje en sluit het USB-geheugen aan.
Als het USB-geheugen niet is ingeschakeld, schakel dit dan alsnog in.
Draagbare audiospeler
Open het afdekkapje en sluit de draagbare audiospeler aan.
Als de draagbare audiospeler niet is ingeschakeld, schakel deze dan
alsnog in.
: Indien aanwezig
Sluit een iPod, USB-geheugen of draagbare audiospeler aan op
de AUX/USB-aansluiting zoals hieronder aangegeven. Druk op
de toets MODE om iPod, USB of AUX te selecteren.
Aansluiten via de AUX-aansluiting/USB-aansluiting
WAARSCHUWING
Tijdens het rijden
Sluit geen apparaat aan en bedien het apparaat niet.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 318 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
319
5
5-2. Gebruik van het audiosysteem
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Optimaal gebruikmaken van het
audiosysteem
Geeft het menu SETUP weer
Wijzigt de volgende instellingen
Geluidskwaliteit en balans
Blz. 320
Voor een optimaal geluid kun-
nen de geluidskwaliteit en
balans worden gewijzigd.
Automatische
geluidsregeling
Blz. 320
Selecteren van de modus
: Indien aanwezig
De geluidskwaliteit, de balans en de ASL-instellingen kunnen
worden gewijzigd.
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 319 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
320
5-2. Gebruik van het audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Wijzigen van geluidskwaliteitsinstellingen
Druk op de toets SETUP.
Draai de knop Tune/Scroll om “Sound Setting” (geluidsinstelling)
te selecteren.
Druk op de knop.
Draai de knop afhankelijk van de gewenste stand.
BASS, TREBLE, FADER, BALANCE of ASL kan worden geselecteerd
Druk op de knop.
Instellen van de geluidskwaliteit
Door de knop tune/scroll te draaien kan het niveau worden aange-
past.
*: De geluidskwaliteit wordt in elke audioweergave afzonderlijk afgesteld.
Instellen van de automatische geluidsregeling (ASL) (indien
aanwezig)
Als ASL is geselecteerd, kan de hoeveelheid ASL in de volgorde
LOW, MID en HIGH worden gewijzigd door de knop Tune/Scroll
naar rechts te draaien.
Door de knop naar links te draaien, wordt ASL uitgeschakeld.
ASL past het volume en de toonregeling automatisch aan de rijsnelheid
aan.
Gebruik van toonregeling en geluidsverdeling
1
2
3
4
5
Instelling
geluidskwaliteit
Weergege-
ven modus
Niveau
Naar links
draaien
Naar rechts
draaien
Lage tonen* BASS -5 - 5
Laag Hoog
Hoge tonen* TREBLE -5 - 5
Balans voor/achter FADER F7 - R7
Verhogen
volume achter
Verhogen
volume voor
Balans
links/rechts
BALANCE L7 - R7
Verhogen
volume links
Verhogen
volume rechts
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 320 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
321
5
5-3. Gebruik van de radio
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Bediening radio
Type A
: Indien aanwezig
Druk op de toets MODE totdat AM of FM wordt weergegeven.
Instellen AF/regiocode/TA
Knop Tune/Scroll: Aanpassen
van de frequentie of selecteren
van items
Terugtoets
Voorkeuzetoetsen
Toets AM/FM
Weergeven zenderlijst
Zoeken van frequentie
Regelen van het volume of in-
of uitschakelen van het audio-
systeem
1
2
3
4
5
6
7
8
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 321 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
322
5-3. Gebruik van de radio
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Type B
Instellen AF/regiocode/TA
Knop Tune/Scroll: Aanpassen
van de frequentie of selecteren
van items
Terugtoets
Voorkeuzetoetsen
Toets AM/FM
Weergeven zenderlijst
Zoeken van frequentie
Regelen van het volume of in-
of uitschakelen van het audio-
systeem
1
2
3
4
5
6
7
8
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 322 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
323
5-3. Gebruik van de radio
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Type C
Stem af op de gewenste zender door de knop Tune/Scroll te
draaien of op of van de toets SEEK TRACK te drukken.
Houd de gewenste voorkeuzetoets ingedrukt totdat u een piepsig-
naal hoort.
Instellen AF/regiocode/TA
Knop Tune/Scroll: Instellen van
frequentie of selecteren items/
weergeven zenderlijst
Voorkeuzetoetsen
Toets AM/FM
Zoeken naar te ontvangen
zenders
Zoeken van frequentie
Regelen van het volume of in-
of uitschakelen van het audio-
systeem
1
2
3
4
5
6
7
Vastleggen van voorkeuzezenders
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 323 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
324
5-3. Gebruik van de radio
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Voorkeuzezenders zoeken
Houd de toets SCAN ingedrukt totdat u een pieptoon hoort.
Druk nogmaals op de toets als de gewenste zender is bereikt.
Alle zenders binnen het bereik zoeken
Druk op de toets SCAN.
Het systeem laat 5 seconden van iedere zender binnen het bereik
horen.
Druk nogmaals op de toets als de gewenste zender is bereikt.
Bijwerken van de zenderlijst
Druk op de toets LIST (type A en B) of op de knop Tune/Scroll
(type C).
De zenderlijst wordt weergegeven.
Druk op [UPDATE] om de lijst bij te werken.
Tijdens het zoeken wordt “Updating” (bijwerken) weergegeven. Vervol-
gens worden op het display de beschikbare radiozenders weergegeven.
Druk op de terugtoets (type A en B) of op [BACK] (type C) om
het bijwerken te onderbreken.
Selecteren van een zender in de zenderlijst
Druk op de toets LIST (type A en B) of op de knop Tune/Scroll
(type C).
De zenderlijst wordt weergegeven.
Draai de knop Tune/Scroll om een zender te selecteren.
Druk op de knop om op de zender af te stemmen.
Druk op de terugtoets (type A en B) of [BACK] (type C) om terug
te keren naar de vorige weergave.
Radiozenders zoeken (alleen type C)
Gebruik van de zenderlijst
1
2
1
2
1
2
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 324 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
325
5-3. Gebruik van de radio
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Met deze functie kan uw radio zenders ontvangen.
Luisteren naar radiozenders van hetzelfde netwerk
Druk op de toets SETUP.
Draai de knop Tune/Scroll naar RADIO en druk op de knop.
Draai de knop afhankelijk van de gewenste stand naar FM AF of
“Region code” (regiocode).
Druk op de knop om ON of OFF te selecteren.
Stand FM AF ON:
De radiozender van hetzelfde netwerk met de sterkste ontvangst
wordt geselecteerd.
Stand regiocode ON:
De radiozender van hetzelfde netwerk met de sterkste ontvangst
die hetzelfde programma uitzendt, wordt geselecteerd.
Verkeersinformatie
Druk op de toets SETUP.
Draai de knop Tune/Scroll naar RADIO en druk op de knop.
Draai de knop naar de stand FM TA.
Druk op de knop om ON of OFF te selecteren.
Modus FM TA ingeschakeld:
Het systeem schakelt automatisch over naar een zender waarop
verkeersinformatie wordt meegestuurd zodra deze informatie
wordt ontvangen.
Als de verkeersinformatie beëindigd is, wordt weer teruggescha-
keld naar de zender waarop was afgestemd.
RDS (Radio Data Systeem)
1
2
3
4
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 325 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
326
5-3. Gebruik van de radio
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
EON (Enhanced Other Network)-systeem (voor de ontvangst van ver-
keersmeldingen)
Als de RDS-zender (met EON-gegevens) waar u naar luistert geen verkeers-
informatie meestuurt en het audiosysteem in stand TA (verkeersmelding)
staat, schakelt het systeem automatisch over naar een zender van de EON
AF-lijst zodra het uitzenden van de verkeersinformatie begint.
Als de accu is losgenomen
De opgeslagen voorkeuzezenders worden gewist.
Ontvangstgevoeligheid
Het is niet altijd mogelijk radiosignalen perfect te ontvangen vanwege de
steeds wisselende positie van de antenne, verschillen in signaalsterkte en
de aanwezigheid van objecten in de omgeving als treinen, zendstations,
enz.
Sedan: De radioantenne is bevestigd aan de binnenzijde van de achterruit.
Bevestig geen metaalhoudende folie of andere metalen voorwerpen over de
antennedraad aan de binnenzijde van de achterruit om de ontvangst van
radiosignalen niet in negatieve zin te beïnvloeden.
Korte antenne: De radioantennes zijn op de binnenzijde van de achterzijruit
en achteraan op het dak geplaatst. Om een heldere radio-ontvangst te blij-
ven houden, mogen er geen metalen coatings of andere metalen voorwer-
pen op de antennedraad aan de binnenzijde van de zijruit achter worden
bevestigd. De antenne kan van de voet worden verwijderd door deze te
draaien.
Haaienvinantenne: De radioantenne is bevestigd op de achterzijde van het
dak.
Digital Audio Broadcast (DAB) radio
De optionele radioantenne en ontvanger zijn noodzakelijk voor het gebruik
van de Digital Audio Broadcast (DAB) radio.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 326 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
327
5
5-4. Afspelen van een audio-CD en discs met MP3-/WMA- bestanden
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Bediening CD-speler
Type A
: Indien aanwezig
Plaats een disc en druk op de toets MODE om naar een disc te
luisteren.
Uitwerpen van disc
Knop Tune/Scroll: Selecteren
van een bestand of weergeven
van tekst
Selecteren van een map
Terugtoets
Afspelen in willekeurige volg-
orde
Herhalen
Afspelen
Weergeven overzicht mappen
Selecteren van een muziek-
stuk, versneld vooruit- of
terugspoelen
Regelen van het volume of in-
of uitschakelen van het audio-
systeem
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 327 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
328
5-4. Afspelen van een audio-CD en discs met MP3-/WMA- bestanden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Type B
Uitwerpen van disc
Knop Tune/Scroll: Selecteren
van een bestand of weergeven
van tekst
Terugtoets
Afspelen in willekeurige volg-
orde
Herhalen
Afspelen
Selecteren van een map
Weergeven overzicht mappen
Selecteren van een muziek-
stuk, versneld vooruit- of
terugspoelen
Regelen van het volume of in-
of uitschakelen van het audio-
systeem
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 328 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
329
5-4. Afspelen van een audio-CD en discs met MP3-/WMA- bestanden
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Type C
Uitwerpen van disc
Knop Tune/Scroll: Selecteren
van een bestand of weergeven
van een overzicht van mappen
Tekst weergeven
Afspelen in willekeurige volg-
orde
Herhalen
Afspelen
Selecteren van een map
Af te spelen titel zoeken
Selecteren van een muziek-
stuk, versneld vooruit- of
terugspoelen
Regelen van het volume of in-
of uitschakelen van het audio-
systeem
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 329 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
330
5-4. Afspelen van een audio-CD en discs met MP3-/WMA- bestanden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Plaats een disc.
Druk op de uitwerptoets en verwijder de disc.
Selecteren van een muziekstuk
Draai de knop Tune/Scroll of druk op of van de toets SEEK
TRACK om naar het vorige of het volgende nummer te gaan, totdat
het gewenste nummer wordt weergegeven.
Selecteren van een muziekstuk uit een afspeellijst
Druk op de toets LIST (type A en B) of op de knop Tune/Scroll
(type C).
De afspeellijst wordt weergegeven.
Draai de knop Tune/Scroll en druk erop om een nummer te
selecteren.
Druk op de toets LIST of de terugtoets (type A en B) of op de knop of op
[BACK] (type C) om terug te keren naar de vorige weergave.
Muziekstuk zoeken (alleen type C)
Druk op de toets SCAN.
Van elk muziekstuk worden de eerste 10 seconden afgespeeld.
Druk nogmaals op de toets om de functie uit te schakelen.
Druk nogmaals op de toets wanneer het gewenste muziekstuk is
bereikt.
Laden van CD's of discs met MP3- en WMA-bestanden
Uitwerpen van CD's of discs met MP3- en WMA-bestanden
Gebruik van de CD-speler
1
2
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 330 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
331
5-4. Afspelen van een audio-CD en discs met MP3-/WMA- bestanden
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Versneld vooruit-/terugspoelen van muziekstukken
Houd of van de toets SEEK TRACK ingedrukt om vooruit of
terug te spoelen.
Afspelen in willekeurige volgorde
Druk op [RDM].
Druk nogmaals op [RDM] om te annuleren.
Herhalen
Druk op [RPT].
Druk opnieuw op [RPT] om te annuleren.
Wijzigen van weergave op het display
Druk op de knop Tune/Scroll (type A en B) of de toets TEXT (type
C).
Titel van het muziekstuk, naam van de artiest en titel van de CD worden
op het display weergegeven.
Druk op de knop of de terugtoets (type A en B) of op de toets TEXT of
op [BACK] (type C) om terug te keren naar de vorige weergave.
Selecteren van één map per keer
Druk op of van de toets FOLDER (type A) of [<] of
[>] (type B en C) om de gewenste map te selecteren.
Selecteren van een map en bestand uit een mappenlijst
Druk op de toets LIST (type A en B) of op de knop Tune/Scroll
(type C).
De mappenlijst wordt weergegeven.
Draai de knop Tune/Scroll en druk erop om een map en een
bestand te selecteren.
Druk op de terugtoets (type A en B) of [BACK] (type C) om
terug te keren naar de vorige weergave.
Druk op de toets LIST (type A en B) of de knop (type C) om dit menu te
verlaten.
Terugkeren naar de eerste map
Houd van de toets FOLDER (type A) of [<] (type B en C)
ingedrukt tot u een piepsignaal hoort.
Afspelen van discs met MP3- en WMA-bestanden
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 331 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
332
5-4. Afspelen van een audio-CD en discs met MP3-/WMA- bestanden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Map scannen (alleen type C)
Houd de toets SCAN ingedrukt totdat u een pieptoon hoort.
Van elk eerste bestand in elke map worden de eerste 10 seconden
afgespeeld.
Druk nogmaals op de toets als de gewenste map is bereikt.
Selecteren van bestanden
Draai de knop Tune/Scroll of druk op of van de toets SEEK
TRACK om het gewenste bestand te selecteren.
Bestanden in een map scannen (alleen type C)
Druk op de toets SCAN.
Van elk bestand worden de eerste 10 seconden afgespeeld.
Druk nogmaals op de toets als het gewenste bestand is bereikt.
Versneld vooruit-/terugspoelen van bestanden
Houd of van de toets SEEK TRACK ingedrukt om vooruit of
terug te spoelen.
Afspelen in willekeurige volgorde
Wanneer [RDM] wordt ingedrukt, wijzigen de standen in de
volgende volgorde:
Map in willekeurige volgorde afspelenDisc in willekeurige volg-
orde afspelenUit
Herhalen
Wanneer [RPT] wordt ingedrukt, wijzigen de standen in de
volgende volgorde:
Bestand herhalenMap herhalen
*Uit
*: Beschikbaar behalve wanneer RDM (afspelen in willekeurige volgorde)
is geselecteerd
Wijzigen van weergave op het display
Druk op de knop Tune/Scroll (type A en B) of de toets TEXT
(type C).
Titel van het muziekstuk, naam van de artiest en albumtitel (alleen MP3)
worden op het display weergegeven.
Druk op de knop of de terugtoets (type A en B) of op de toets TEXT of
op [BACK] (type C) om terug te keren naar de vorige weergave.
1
2
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 332 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
333
5-4. Afspelen van een audio-CD en discs met MP3-/WMA- bestanden
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Display
Er kunnen maximaal 24 karakters worden weergegeven.
Of de informatie wordt weergegeven en de manier waarop deze wordt weer-
gegeven is afhankelijk van de gegevens op de disc.
Foutmeldingen
Als een foutmelding wordt weergegeven, raadpleeg dan de volgende tabel en
onderneem de juiste acties. Als het probleem niet is verholpen, breng de auto
dan naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Discs die kunnen worden gebruikt
Discs die zijn voorzien van onderstaand label, kunnen worden gebruikt.
Afhankelijk van het opnameformaat of de eigenschappen van de disc, kras-
sen, vuil of beschadigingen is afspelen wellicht niet mogelijk.
CD's met een kopieerbeveiliging kunnen mogelijk niet worden afgespeeld.
Melding Oorzaak Correctieprocedures
CD CHECK
(controleer CD)
De disc is vuil of
beschadigd.
De disc is onderste-
boven geplaatst.
Reinig de disc.
Plaats de disc op de
juiste wijze.
ERROR (fout)
Er zit een storing in het
systeem.
Verwijder de disc.
WAIT (wachten)
Het afspelen wordt
afgebroken vanwege
de hoge temperatuur in
de speler.
Wacht enige tijd en
druk dan op de toets
MODE.
Neem contact op met
een erkende Toyota-
dealer of hersteller/
reparateur of een
andere naar behoren
gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige als
de CD nog steeds niet
afgespeeld kan wor-
den.
NO SUPPORT (geen
ondersteuning)
Er staan geen MP3/
WMA-bestanden op de
CD.
Verwijder de disc.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 333 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
334
5-4. Afspelen van een audio-CD en discs met MP3-/WMA- bestanden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Beschermingsfunctie CD-speler
Om de interne componenten in de CD-speler te beschermen, wordt het
afspelen automatisch onderbroken als er een defect wordt gesignaleerd.
Als een CD gedurende langere tijd in de CD-speler blijft zitten of als de
CD gedeeltelijk in de speler blijft zitten en niet wordt uitgenomen
De CD kan beschadigd raken waardoor hij niet meer goed kan worden afge-
speeld.
Lensreinigers
Gebruik geen lensreinigers. Anders kan schade aan de CD-speler ontstaan.
MP3- en WMA-bestanden
MP3 (MPEG Audio LAYER3) is een standaard audiocompressieformaat.
Door gebruik te maken van MP3-compressie kunnen bestanden worden
gecomprimeerd tot ongeveer 1/10 van hun oorspronkelijke grootte.
WMA (Windows Media Audio) is een audiocompressieformaat van Microsoft.
Audiobestanden die met deze techniek worden gecomprimeerd, zijn kleiner
dan bestanden van het MP3-formaat.
Er is een limiet aan de MP3- en WMA-bestandsstandaarden en aan de
media/formaten waarmee de opgenomen bestanden kunnen worden afge-
speeld.
Compatibiliteit MP3-bestanden
Compatibele standaarden
MP3 (MPEG1 LAYER3, MPEG2 LSF LAYER3)
Compatibele samplingfrequenties
MPEG1 LAYER3: 32, 44,1, 48 (kHz)
MPEG2 LSF LAYER3: 16, 22,05, 24 (kHz)
Compatibele bitrates (compatibel met VBR)
MPEG1 LAYER3: 64, 80, 96, 112, 128, 160, 192, 224, 256, 320 (kbps)
MPEG2 LSF LAYER3: 64, 80, 96, 112, 128, 144, 160 (kbps)
Compatibele weergavemogelijkheden: stereo, meerkanaalsstereo,
tweekanaalsweergave en monoweergave
Compatibiliteit WMA-bestanden
Compatibele standaarden
WMA versie 7, 8, 9
Compatibele samplingfrequenties
32, 44,1, 48 (kHz)
Compatibele bitrates (alleen compatibel met 2-kanaalsweergave)
Versie 7, 8: CBR 48, 64, 80, 96, 128, 160, 192 (kbps)
Versie 9: CBR 48, 64, 80, 96, 128, 160, 192, 256, 320 (kbps)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 334 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
335
5-4. Afspelen van een audio-CD en discs met MP3-/WMA- bestanden
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Compatibele media
De media die kunnen worden gebruikt voor de weergave van MP3- en
WMA-bestanden zijn CD-R's en CD-RW's.
Sommige CD-R's of CD-RW's kunnen niet worden afgespeeld, afhankelijk
van de eigenschappen van de CD. Weergave is in sommige gevallen niet
mogelijk of de speler kan overslaan als er krassen of vingerafdrukken op de
disc aanwezig zijn.
Compatibele disc-formaten
De volgende disc-formaten kunnen worden gebruikt.
Disc-formaten: CD-ROM Mode 1 en Mode 2
CD-ROM XA Mode 2, Form 1 en Form 2
Bestandsformaten: ISO9660 level 1, level 2, (Romeo, Joliet)
MP3- en WMA-bestanden die in een ander formaat geschreven zijn, wor-
den mogelijk niet op de juiste manierafgespeeld, en de bestandsnamen
en mapnamen worden mogelijk niet correct weergegeven.
Onderwerpen waarop de standaarden en beperkingen betrekking hebben
zijn als volgt.
Maximale mapstructuur: 8 niveaus
Maximale lengte van mapnamen/bestandsnamen: 32 karakters
Maximaal aantal mappen: 192 (inclusief de root)
Maximaal aantal bestanden per disc: 255
Bestandsnamen
De enige soort bestanden die kunnen worden herkend als MP3/WMA en
die kunnen worden afgespeeld, zijn bestanden met de extensie .mp3 of
.wma.
Multi-sessies
Omdat het audiosysteem compatibel is met multi-sessies, kunnen er discs
worden afgespeeld met MP3- en WMA-bestanden. Alleen de eerste sessie
kan echter worden afgespeeld.
ID3- en WMA-tags
ID3-tags kunnen worden toegevoegd aan MP3-bestanden, waardoor het
mogelijk wordt de naam van het muziekstuk, de naam van de artiest, enz.
op te nemen.
Het systeem is compatibel met ID3 versie 1.0, 1.1, en versie 2.2, 2.3 ID3-
tags. (Het aantal karakters is gebaseerd op ID3-versie 1.0 en 1.1.)
WMA-tags kunnen worden toegevoegd aan WMA-bestanden, waardoor het
mogelijk wordt de titel van het muziekstuk en de naam van de artiest op te
nemen op dezelfde manier als met de ID3-tags.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 335 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
336
5-4. Afspelen van een audio-CD en discs met MP3-/WMA- bestanden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Afspelen van MP3- en WMA-bestanden
Als er een disc met MP3- of WMA-bestanden in de speler wordt geplaatst,
worden eerst alle bestanden op de disc gecontroleerd. Als deze controle
voltooid is, wordt het eerste MP3- of WMA-bestand afgespeeld. Om de
bestandscontrole niet langer te laten duren dan nodig is, adviseren wij u
geen andere bestanden dan MP3- of WMA-bestanden op de disc op te
nemen en geen onnodige mappen te creëren.
Als op discs een combinatie staat van audiogegevens en MP3- of WMA-
gegevens, kunnen alleen audiogegevens worden afgespeeld.
Extensies
Als de bestandsextensies .mp3 en .wma worden gebruikt voor andere
bestanden dan MP3- en WMA-bestanden, zullen deze bestanden niet juist
herkend worden en worden afgespeeld als MP3- en WMA-bestanden. Dit
kan leiden tot storende geluiden en schade aan de luidsprekers.
Afspelen
Om een MP3-bestand met constante geluidskwaliteit af te spelen, advi-
seren wij de opnames te maken met een vaste bitrate van 128 kbps en
een samplingfrequentie van 44,1 kHz.
Sommige CD-R's of CD-RW's kunnen niet worden afgespeeld, afhanke-
lijk van de eigenschappen van de disc.
Er is een groot aanbod aan gratis software voor het maken van MP3- en
WMA-bestanden op de markt en afhankelijk van de kwaliteit van deze
software kunnen een slechte geluidsweergave of storingen bij het begin
van de weergave het resultaat zijn. In sommige gevallen kan afspelen
zelfs helemaal niet mogelijk zijn.
• Als er andere bestanden dan MP3- of WMA-bestanden op een disc
staan, kan het langer duren voordat de bestanden op de disc herkend
worden en in sommige gevallen kan de disc wellicht helemaal niet wor-
den afgespeeld.
Microsoft, Windows en Windows Media zijn geregistreerde handelsmer-
ken van Microsoft Corporation in de VS en andere landen.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 336 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
337
5-4. Afspelen van een audio-CD en discs met MP3-/WMA- bestanden
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
OPMERKING
Discs en adapters die niet kunnen worden gebruikt
Gebruik de volgende discs niet.
Gebruik ook geen 8 cm disc-adapters, DualDiscs of printbare discs.
Hierdoor kan de speler beschadigd raken en/of kan het plaatsen/verwijde-
ren van de disc bemoeilijkt worden.
Discs met een andere diameter dan 12 cm.
Inferieure of vervormde discs.
Discs met een transparant of lichtdoorlatend opnamegedeelte.
Discs waar tape, stickers of CD-R-labels op geplakt zijn of discs waarvan
het label heeft losgelaten.
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de speler
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan leiden tot ernstige
beschadiging van de discs of van de speler zelf.
Plaats niets anders in de opening dan discs.
Probeer de speler niet met olie te smeren.
Stel discs niet bloot aan direct zonlicht.
Probeer de speler niet uit elkaar te nemen.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 337 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
338
5-5. Gebruik van een extern apparaat
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Afspelen van bestanden op een iPod
Blz. 318
Type A
: Indien aanwezig
Door een iPod aan te sluiten, kunt u genieten van muziek uit de
luidsprekers van de auto. Druk op de toets MODE totdat “iPod”
wordt weergegeven.
Aansluiten van een iPod
Bedieningspaneel
Knop Tune/Scroll: Een iPod-
menu/muziekstuk selecteren of
tekst weergeven
Terugtoets
Afspelen in willekeurige volg-
orde
Herhalen
Afspelen
iPod-menu
Overzicht van muziekstukken
weergeven
Selecteren van een muziek-
stuk, versneld vooruit- of
terugspoelen
Regelen van het volume of in-
of uitschakelen van het audio-
systeem
1
2
3
4
5
6
7
8
9
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 338 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
339
5-5. Gebruik van een extern apparaat
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Type B
Knop Tune/Scroll: Een iPod-
menu/muziekstuk selecteren of
tekst weergeven
Terugtoets
Afspelen in willekeurige volg-
orde
Herhalen
Afspelen
iPod-menu
Overzicht van muziekstukken
weergeven
Selecteren van een muziek-
stuk, versneld vooruit of terug-
spoelen
Regelen van het volume of in-
of uitschakelen van het audio-
systeem
1
2
3
4
5
6
7
8
9
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 339 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
340
5-5. Gebruik van een extern apparaat
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Type C
Knop Tune/Scroll: Een iPod-
menu/muziekstuk selecteren of
overzicht van muziekstukken
weergeven
Tekst weergeven
Toets afspelen in willekeurige
volgorde of terug
Herhalen
Afspelen
iPod-menu
Selecteren van een muziek-
stuk, versneld vooruit of terug-
spoelen
Regelen van het volume of in-
of uitschakelen van het audio-
systeem
1
2
3
4
5
6
7
8
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 340 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
341
5-5. Gebruik van een extern apparaat
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Druk op [MENU] om het iPod-menu te selecteren.
Door de knop Tune/Scroll rechtsom te draaien verandert de
afspeelmodus als volgt:
Playlists (afspeellijsten) Artists (artiesten) Albums (albums)
Songs (muziekstukken) Podcasts Genres Composers
(componisten) Audiobooks (audioboeken)
Druk op de knop om de gewenste afspeelmodus te selecteren.
Lijst afspeelmodus
Selecteren van een afspeelmodus
1
2
3
Afspeel-
modus
Eerste
selectie
Tweede
selectie
Derde
selectie
Vierde
selectie
Playlists
Selectie
afspeellijsten
Selectie
muziekstuk-
ken
- -
Artists
Selectie
artiesten
Selectie
albums
Selectie
muziekstuk-
ken
-
Albums
Selectie
albums
Selectie
muziekstuk-
ken
- -
Songs
Selectie
muziekstuk-
ken
- - -
Podcasts
Selectie pod-
casts
Selectie afle-
veringen
- -
Genres
Selectie gen-
res
Selectie
artiesten
Selectie
albums
Selectie
muziekstuk-
ken
Composers
Selectie
componisten
Selectie
albums
Selectie
muziekstuk-
ken
-
Audiobooks
Selectie
audioboeken
Selecteren
van hoofd-
stuk
- -
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 341 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
342
5-5. Gebruik van een extern apparaat
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Selecteren van een lijst
Draai de knop Tune/Scroll om de eerste selectielijst weer te
geven.
Druk op de knop om het gewenste item te selecteren.
Door op de knop te drukken, wordt de tweede selectielijst weer-
gegeven.
Herhaal dezelfde procedure om het gewenste item te selecteren.
Druk op de terugtoets (type A en B) of [BACK] (type C) om
terug te keren naar de vorige selectielijst.
Draai de knop Tune/Scroll of druk op of van de toets SEEK
TRACK om het gewenste muziekstuk te selecteren.
Druk op de toets LIST (type A en B) of op de knop Tune/Scroll
(type C).
Het overzicht van de muziekstukken wordt weergegeven.
Draai de knop Tune/Scroll om een muziekstuk te selecteren.
Druk op de knop om het muziekstuk af te spelen.
Druk op de terugtoets (type A en B) of [BACK] (type C) om terug te
keren naar de vorige weergave.
Houd of van de toets SEEK TRACK ingedrukt.
Wanneer u op [RDM] drukt, worden de standen als volgt
gewijzigd:
Muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen Album in willekeu-
rige volgorde afspelen Uit.
Druk op
[RPT].
Druk opnieuw op [RPT] om de functie te annuleren.
Muziekstukken selecteren
Selecteren van een muziekstuk in het overzicht
Versneld vooruit-/terugspoelen van muziekstukken
Afspelen in willekeurige volgorde
Herhalen
1
2
3
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 342 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
343
5-5. Gebruik van een extern apparaat
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Druk op de knop Tune/Scroll (type A en B) of de toets TEXT (type C).
Titel van het muziekstuk, naam van de artiest en albumtitel worden op het
display weergegeven.
Druk op de knop of de terugtoets (type A en B) of op de toets TEXT of op
[BACK] (type C) om terug te keren naar de vorige weergave.
Informatie over iPod
“Made for iPod" (gemaakt voor iPod) “Made for iPhone” (gemaakt voor
iPhone) houdt in dat een elektronische accessoire speciaal is ontworpen
voor de iPod respectievelijk iPhone en dat de ontwikkelaar garandeert dat
het product aan de prestatienormen van Apple voldoet.
Apple kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor de werking van dit
apparaat of de mate waarin dit apparaat voldoet aan de eisen voor veilig-
heid en regelgeving. Let erop dat het gebruik van dit accessoire in combina-
tie met een iPod of iPhone de werking van de afstandsbediening negatief
kan beïnvloeden.
iPhone, iPod, iPod classic, iPod nano, iPod shuffle en iPod touch zijn han-
delsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen.
iPod-functies
Wanneer een iPod is aangesloten en de audiobron wordt gewijzigd in iPod-
modus, gaat de iPod verder met het laatst afgespeelde bestand.
Afhankelijk van de iPod die op het systeem is aangesloten, zijn bepaalde
functies mogelijk niet beschikbaar. Bepaalde storingen kunnen mogelijk
worden verholpen door het apparaat los te nemen en weer aan te sluiten.
Als de iPod is aangesloten op het systeem, kan de iPod niet meer op de
normale wijze worden bediend. In dat geval moeten de bedieningselemen-
ten van het audiosysteem van de auto worden gebruikt.
Wijzigen van weergave op het display
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 343 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
344
5-5. Gebruik van een extern apparaat
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
iPod-problemen
Om de meeste problemen tijdens het gebruik van uw iPod te verhelpen, kunt
u de iPod losnemen van de iPod-aansluiting in de auto en het apparaat reset-
ten.
Raadpleeg voor het resetten van uw iPod de handleiding van de iPod.
Display
Blz. 333
Foutmeldingen
Als een foutmelding wordt weergegeven, raadpleeg dan de volgende tabel en
onderneem de juiste acties. Als het probleem niet is verholpen, breng de auto
dan naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Melding Oorzaak/correctieprocedures
“iPod error” (fout iPod)
Dit geeft aan dat er een probleem is met de
iPod of de aansluiting ervan.
NO SONGS (geen muziek-
stukken)
Dit geeft aan dat de iPod geen audio-opna-
mes bevat.
UPDATE YOUR iPod
(update uw iPod)
Dit geeft aan dat de versie van de iPod niet
compatibel is. Actualiseer uw iPod-software
naar de nieuwste versie.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 344 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
345
5-5. Gebruik van een extern apparaat
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Compatibele modellen
De volgende iPod
®
-, iPod nano
®
-, iPod classic
®
-, iPod touch
®
- en iPhone
®
-
apparaten kunnen in combinatie met dit systeem worden gebruikt.
Gemaakt voor
iPod touch (4e generatie)
iPod touch (3e generatie)
iPod touch (eind 2009)
iPod touch (2e generatie)
iPod touch (1e generatie)
iPod classic (eind 2009)
iPod classic (2e generatie)
iPod classic (1e generatie)
iPod (5e generatie)
iPod nano (6e generatie)
iPod nano (5e generatie)
iPod nano (4e generatie)
iPod nano (3e generatie)
iPod nano (2e generatie)
iPod nano (1e generatie)
iPhone 4
iPhone 3GS
iPhone 3G
iPhone
Afhankelijk van de verschillen tussen modellen, software-versies, enz., zijn
sommige modellen mogelijk niet compatibel met dit systeem.
Onderwerpen waarop de standaarden en beperkingen betrekking hebben
zijn als volgt:
Maximaal aantal lijsten in apparaat: 9.999
Maximaal aantal muziekstukken in apparaat: 65.535
Maximaal aantal muziekstukken per lijst: 65.535
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 345 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
346
5-5. Gebruik van een extern apparaat
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Sluit de iPod niet aan en bedien deze niet.
Als u dit wel doet kan dat leiden tot ongevallen, met mogelijk ernstig letsel
tot gevolg.
OPMERKING
Voorkomen van schade aan de iPod en de aansluiting
Laat uw iPod niet achter in de auto. De temperatuur in de auto kan hoog
oplopen.
Druk niet op de iPod en oefen geen onnodige druk hierop uit terwijl het
apparaat is aangesloten.
Steek geen vreemde voorwerpen in de aansluiting.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 346 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
347
5
5-5. Gebruik van een extern apparaat
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Afspelen van bestanden op een
USB-geheugen
Blz. 318
Type A
: Indien aanwezig
Door een USB-geheugen aan te sluiten, kunt u genieten van
muziek uit de luidsprekers van de auto. Druk op de toets MODE
totdat USB wordt weergegeven.
Aansluiten van een USB-geheugen
Bedieningspaneel
Knop Tune/Scroll: Selecteren
van een bestand of weergeven
van tekst
Selecteren van een map
Terugtoets
Afspelen in willekeurige volg-
orde
Herhalen
Afspelen
Weergeven overzicht mappen
Selecteren van een bestand,
versneld vooruit- of terugspoe-
len
Regelen van het volume of in-
of uitschakelen van het audio-
systeem
1
2
3
4
5
6
7
8
9
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 347 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
348
5-5. Gebruik van een extern apparaat
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Type B
Knop Tune/Scroll: Selecteren
van een bestand of weergeven
van tekst
Terugtoets
Afspelen in willekeurige volg-
orde
Herhalen
Afspelen
Selecteren van een map
Weergeven overzicht mappen
Selecteren van een bestand,
versneld vooruit- of terugspoe-
len
Regelen van het volume of in-
of uitschakelen van het audio-
systeem
1
2
3
4
5
6
7
8
9
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 348 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
349
5-5. Gebruik van een extern apparaat
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Type C
Knop Tune/Scroll: Selecteren
van een bestand of weergeven
van een overzicht van mappen
Tekst weergeven
Toets afspelen in willekeurige
volgorde of terug
Herhalen
Afspelen
Selecteren van een map
Af te spelen titel zoeken
Selecteren van een bestand,
versneld vooruit- of terugspoe-
len
Regelen van het volume of in-
of uitschakelen van het audio-
systeem
1
2
3
4
5
6
7
8
9
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 349 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
350
5-5. Gebruik van een extern apparaat
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Selecteren van één map per keer
Druk op of van de toets FOLDER (type A) of [<] of
[>] (type B en C) om de gewenste map te selecteren.
Selecteren van een map en bestand uit een mappenlijst
Druk op de toets LIST (type A en B) of op de knop Tune/Scroll
(type C).
De mappenlijst wordt weergegeven.
Draai de knop Tune/Scroll en druk erop om een map en een
bestand te selecteren.
Druk op de terugtoets (type A en B) of [BACK] (type C) om terug
te keren naar de vorige weergave.
Druk op de toets LIST (type A en B) of de knop (type C) om dit menu te
verlaten.
Houd de toets SCAN ingedrukt totdat u een pieptoon hoort.
Van elk eerste bestand in elke map worden de eerste 10 seconden afge-
speeld.
Druk nogmaals op de toets als de gewenste map is bereikt.
Draai de knop Tune/Scroll of druk op of van de toets SEEK
TRACK om het gewenste bestand te selecteren.
Selecteren van een map
Scannen van het eerste bestand van alle mappen (alleen type C)
Selecteren van bestanden
1
2
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 350 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
351
5-5. Gebruik van een extern apparaat
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Druk op de toets SCAN.
Van elk bestand worden de eerste 10 seconden afgespeeld.
Druk nogmaals op de toets als het gewenste bestand is bereikt.
Houd of van de toets SEEK TRACK ingedrukt om vooruit of terug
te spoelen.
Wanneer [RDM] wordt ingedrukt, wijzigen de standen in de
volgende volgorde:
Map in willekeurige volgorde afspelenDisc in willekeurige volgorde
afspelenUit
Wanneer [RPT] wordt ingedrukt, wijzigen de standen in de
volgende volgorde:
Bestand herhalenMap herhalen
*Uit
*: Beschikbaar behalve wanneer RDM (afspelen in willekeurige volgorde) is
geselecteerd
Druk op de knop Tune/Scroll (type A en B) of de toets TEXT (type C).
Titel van het muziekstuk, naam van de artiest en albumtitel (alleen MP3)
worden op het display weergegeven.
Druk op de terugtoets (type A en B) of [BACK] (type C) om terug te
keren naar de vorige weergave.
Bestanden in een map scannen (alleen type C)
Versneld vooruit-/terugspoelen van bestanden
Afspelen in willekeurige volgorde
Herhalen
Wijzigen van weergave op het display
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 351 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
352
5-5. Gebruik van een extern apparaat
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Functies USB-geheugen
Afhankelijk van het type USB-geheugen dat op het systeem is aangesloten,
kan het apparaat zelf mogelijk niet worden bediend en zijn bepaalde func-
ties mogelijk niet beschikbaar.
Als het apparaat niet kan worden bediend of als een functie niet beschik-
baar is vanwege een storing (in tegenstelling tot een systeemspecificatie),
kan het helpen om het apparaat even los te koppelen en weer aan te slui-
ten.
Formatteer het geheugen als het USB-geheugen nog steeds niet werkt
nadat het apparaat is losgekoppeld en weer is aangesloten.
Display
Blz. 333
Foutmeldingen
Als een foutmelding wordt weergegeven, raadpleeg dan de volgende tabel en
onderneem de juiste acties. Als het probleem niet is verholpen, breng de auto
dan naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
USB-geheugen
Compatibele apparaten
USB-geheugen dat kan worden gebruikt voor het afspelen van MP3- en
WMA-bestanden
Compatibele apparaatformaten
De volgende apparaatformaten kunnen worden gebruikt:
USB-communicatieformaten: USB2.0 FS (12 mbps)
Bestandsformaten: FAT16/32 (Windows)
Klasse: massaopslag
MP3- en WMA-bestanden die in een ander formaat geschreven zijn, wor-
den mogelijk niet op de juiste manierafgespeeld, en de bestandsnamen
en mapnamen worden mogelijk niet correct weergegeven.
Onderwerpen waarop de standaarden en beperkingen betrekking heb-
ben zijn als volgt:
Maximale mapstructuur: 8 niveaus
Maximaal aantal mappen in een apparaat: 999 (inclusief de root)
Maximaal aantal bestanden in een apparaat: 9.999
Maximaal aantal bestanden per map: 255
Melding Oorzaak/correctieprocedures
“USB error” (fout USB)
Dit geeft aan dat er een probleem is met het
USB-geheugen of de aansluiting ervan.
NO MUSIC (geen muziek)
Dit geeft aan dat er geen MP3/WMA-bestan-
den in het USB-geheugen staan.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 352 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
353
5-5. Gebruik van een extern apparaat
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
MP3- en WMA-bestanden
MP3 (MPEG Audio LAYER 3) is een standaard audiocompressieformaat.
Met deze MP3-techniek kunnen bestanden worden gecomprimeerd tot
ongeveer 1/10 van hun oorspronkelijke grootte.
WMA (Windows Media Audio) is een audiocompressieformaat van
Microsoft.
Audiobestanden die met deze techniek worden gecomprimeerd, zijn kleiner
dan bestanden van het MP3-formaat.
Er is een limiet aan de MP3- en WMA-bestandsstandaarden en aan de
media/formaten waarmee bestanden zijn opgenomen.
Compatibiliteit MP3-bestanden
Compatibele standaarden
MP3 (MPEG1 AUDIO LAYERII, III, MPEG2 AUDIO LAYERII, III,
MPEG2.5)
Compatibele samplingfrequenties
MPEG1 AUDIO LAYERII, III: 32, 44,1, 48 (kHz)
MPEG2 AUDIO LAYERII, III: 16, 22,05, 24 (kHz)
MPEG2.5: 8, 11,025, 12 (kHz)
Compatibele bitrates (compatibel met VBR)
MPEG1 AUDIO LAYERII, III: 32-320 (kbps)
MPEG2 AUDIO LAYERII, III: 32-160 (kbps)
MPEG2.5: 32-160 (kbps)
Compatibele weergavemogelijkheden: stereo, meerkanaalsstereo,
tweekanaalsweergave en monoweergave
Compatibiliteit WMA-bestanden
Compatibele standaarden
WMA versie 9
Compatibele samplingfrequenties
HIGH PROFILE 32, 44,1, 48 kHz
Compatibele bitrates
HIGH PROFILE 32-320 (kbps, VBR)
Bestandsnamen
De enige soort bestanden die kunnen worden herkend als MP3/WMA en die
kunnen worden afgespeeld, zijn bestanden met de extensie .mp3 of .wma.
ID3- en WMA-tags
ID3-tags kunnen worden toegevoegd aan MP3-bestanden, waardoor het
mogelijk wordt de naam van het muziekstuk, de naam van de artiest, enz.
op te nemen.
Het systeem is compatibel met ID3 versie 1.0, 1.1, en versie 2.2, 2.3, 2.4
ID3-tags. (Het aantal karakters is gebaseerd op ID3-versie 1.0 en 1.1.)
WMA-tags kunnen worden toegevoegd aan WMA-bestanden, waardoor het
mogelijk wordt de titel van het muziekstuk en de naam van de artiest op te
nemen op dezelfde manier als met de ID3-tags.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 353 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
354
5-5. Gebruik van een extern apparaat
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Afspelen van MP3- en WMA-bestanden
Wanneer er een apparaat met MP3- of WMA-bestanden is aangesloten,
worden eerst alle bestanden op het USB-geheugen gecontroleerd. Als
deze controle voltooid is, wordt het eerste MP3- of WMA-bestand afge-
speeld. Om de bestandscontrole niet langer te laten duren dan nodig is,
adviseren wij u geen andere bestanden dan MP3- of WMA-bestanden in
het USB-geheugen op te nemen en geen onnodige mappen te creëren.
Als een USB-geheugen is aangesloten en de audiobron is gewijzigd naar
USB-geheugenmodus, zal het USB-geheugen beginnen met het afspe-
len van het eerste bestand in de eerste map.
Als hetzelfde apparaat wordt verwijderd en weer aangesloten (en de
inhoud ervan niet is veranderd), zal het USB-geheugen het afspelen her-
vatten vanaf het punt waar de speler is geëindigd.
Extensies
Als de bestandsextensies .mp3 en .wma worden gebruikt voor andere
bestanden dan MP3- en WMA-bestanden, zullen deze bestanden worden
overslagen (en niet worden afgespeeld).
Afspelen
Om MP3-bestanden met constante geluidskwaliteit af te spelen, advise-
ren wij de opnames te maken met een vaste bitrate van ten minste 128
kbps en een samplingfrequentie van 44,1 kHz.
Er is een groot aanbod aan gratis software voor het maken van MP3- en
WMA-bestanden op de markt en afhankelijk van de kwaliteit van deze
software kunnen een slechte geluidsweergave of storingen bij het begin
van de weergave het resultaat zijn.
In sommige gevallen kan afspelen zelfs helemaal niet mogelijk zijn.
Microsoft, Windows en Windows Media zijn geregistreerde handelsmer-
ken van Microsoft Corporation in de VS en andere landen.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Sluit het USB-geheugen niet aan en bedien dit niet.
Als u dit wel doet kan dat leiden tot ongevallen, met mogelijk ernstig letsel
tot gevolg.
OPMERKING
Voorkomen van schade aan het USB-geheugen en de aansluiting
Laat het USB-geheugen niet in de auto achter. De temperatuur in de auto
kan hoog oplopen.
Druk niet op het USB-geheugen en oefen geen onnodige druk hierop uit
terwijl het apparaat is aangesloten.
Steek geen vreemde voorwerpen in de aansluiting.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 354 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
355
5
5-5. Gebruik van een extern apparaat
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Gebruik van de AUX-aansluiting
Blz. 318
Bedienen van externe audioapparaten die aangesloten zijn op het audio-
systeem
Het volume kan worden geregeld met behulp van de volumeregelaar van het
audiosysteem van de auto. Alle overige functies moeten op de draagbare
audiospeler zelf worden geregeld.
Bij het gebruik van een draagbare audiospeler aangesloten op de acces-
soireaansluiting
Tijdens het afspelen kan ruis hoorbaar zijn. Gebruik de voedingsbron van het
draagbare audioapparaat.
: Indien aanwezig
Deze aansluiting kan worden gebruikt om via de luidsprekers in
de auto naar een extern audioapparaat te luisteren. Druk op de
toets MODE totdat AUX wordt weergegeven.
Aansluiten van een draagbare speler
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 355 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
356
5-6. Gebruik van Bluetooth
®
- apparaten
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Bluetooth
®
-audio/telefoon
Bluetooth
®
-audio
Met het Bluetooth
®
-audiosysteem kunt u via draadloze communica-
tie genieten van muziek uit de luidsprekers van de auto, afgespeeld
op een draagbare digitale audiospeler (draagbare speler).
Dit audiosysteem ondersteunt Bluetooth
®
, een draadloos datasys-
teem waarmee zonder kabels muziek van een draagbare speler
kan worden afgespeeld. Als uw draagbare speler geen Bluetooth
®
ondersteunt, werkt het Bluetooth
®
-audiosysteem niet.
Bluetooth
®
-telefoon (handsfree-telefoonsysteem)
Dit systeem ondersteunt Bluetooth
®
, waarmee u telefoongesprek-
ken tot stand kunt brengen of ontvangen zonder het gebruik van
kabels om een mobiele telefoon op het systeem aan te sluiten en
zonder de mobiele telefoon te bedienen.
: Indien aanwezig
De volgende functies zijn beschikbaar wanneer gebruik wordt
gemaakt van draadloze Bluetooth
®
-communicatie:
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 356 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
357
5-6. Gebruik van Bluetooth
®
- apparaten
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Overzicht registreren/verbinding maken met apparaat
1. Registreer het Bluetooth
®
-apparaat dat u wilt gebruiken
in combinatie met het audiosysteem (Blz. 363)
2. Sluit het te gebruiken geregistreerde Bluetooth
®
-
apparaat aan (Blz. 364, 365)
5. Gebruik Bluetooth
®
-
audio (Blz. 370)
5. Gebruik Bluetooth
®
-
telefoon (Blz. 374)
3. Stel de automatische verbinding van het apparaat in
(Blz. 365)
4. Controleer de status van de Bluetooth
®
-verbinding
(Blz. 358)
Te gebruiken voor audio
Te gebruiken voor handsfree-
telefoon
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 357 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
358
5-6. Gebruik van Bluetooth
®
- apparaten
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Type A
Status Bluetooth
®
-verbinding
Als BT niet wordt weergegeven,
kan Bluetooth
®
-audio/telefoon niet
worden gebruikt.
Geeft het instelmenu weer
Knop Tune/Scroll
Hiermee kunnen onderdelen,
zoals menu en nummer, wor-
den geselecteerd
Draaien: Selecteert een item
Drukken: voert het geselecteerde item in
Ingedrukt houden: Geeft informatie weer die te lang is om in één
keer weergegeven te worden op het display (afhankelijk van het
type Bluetooth
®
-audioapparaat)
Toets gesprek aannemen
Schakelt het handsfree-systeem in/brengt een gesprek tot stand
Toets gesprek beëindigen
Schakelt handsfree-telefoonsysteem uit/beëindigt gesprek/weigert
inkomend gesprek
Selecteert snelkeuzenummers
Weergeven
Er wordt een bericht, naam, nummer enz. weergegeven.
Kleine letters en speciale karakters kunnen niet worden weergegeven.
Audio-eenheid
1
2
3
4
5
6
7
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 358 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
359
5-6. Gebruik van Bluetooth
®
- apparaten
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Type B
Status Bluetooth
®
-verbinding
Als BT niet wordt weergegeven,
kan Bluetooth
®
-audio/telefoon niet
worden gebruikt.
Geeft het instelmenu weer
Knop Tune/Scroll
Hiermee kunnen onderdelen,
zoals menu en nummer, wor-
den geselecteerd
Draaien: Selecteert een item
Drukken: voert het geselecteerde item in
Toets gesprek aannemen
Schakelt het handsfree-systeem in/brengt een gesprek tot stand
Toets gesprek beëindigen
Schakelt handsfree-telefoonsysteem uit/beëindigt gesprek/weigert
inkomend gesprek
Ingedrukt houden: Geeft informatie weer die te lang is om in één
keer weergegeven te worden op het display (afhankelijk van het
type Bluetooth
®
-audioapparaat)
Selecteert snelkeuzenummers
Weergeven
Er wordt een bericht, naam, nummer enz. weergegeven.
Kleine letters en speciale karakters kunnen niet worden weergegeven.
1
2
3
Microfoon
4
5
6
7
8
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 359 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
360
5-6. Gebruik van Bluetooth
®
- apparaten
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Druk om een menu te selecteren op de knop Tune/Scroll en navigeer
door de menu's met de knop.
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG. Inc.
Menulijst van Bluetooth
®
-audio/telefoon
Eerste menu Tweede menu Derde menu Uitleg
“Bluetooth
*
“Pairing”
(koppelen)
-
Aanmelden van een
Bluetooth
®
-apparaat
“List Phone”
(telefoonlijst)
-
Overzicht weerge-
ven van de geregis-
treerde mobiele
telefoons
“List audio”
(audiolijst)
-
Overzicht weerge-
ven van de geregis-
treerde draagbare
spelers
“Passkey”
(toegangscode)
-
Wijzigen van de toe-
gangscode
“BT Power”
(aan/uit)
-
Automatisch verbin-
ding maken van het
apparaat aan of uit
“Bluetooth
* info”
“Device name”
(naam apparaat)
“Device address”
(adres apparaat)
Weergeven van sta-
tus apparaat
“Display setting”
(weergeven
display)
-
Weergave bevesti-
ging van automati-
sche verbinding aan
of uit
“Reset”
(resetten)
-
De instellingen initia-
liseren
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 360 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
361
5-6. Gebruik van Bluetooth
®
- apparaten
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Functies Bluetooth
®
-audio/telefoon
Afhankelijk van het Bluetooth
®
-apparaat zijn sommige functies mogelijk niet
beschikbaar.
Eerste menu Tweede menu Derde menu Uitleg
“TEL”
“Phonebook”
“Add contacts”
(contactperso-
nen toevoegen)
Toevoegen van een
nieuw nummer
“Add SD” (snel-
kiesnummer
toevoegen)
Registreren van een
snelkiesnummer
“Delete Call
history” (oproep-
geschiedenis
verwijderen)
Een nummer verwij-
deren dat in de
oproepgeschiedenis
is opgeslagen
“Delete
contacts”
(contacten
verwijderen)
Een nummer verwij-
deren dat in het tele-
foonboek is opgesla-
gen
“Delete phone-
book”
(telefoonboek
verwijderen)
Verwijderen van tele-
foonboekgegevens
“HF Sound
setting” (geluids-
instelling HF)
“Call Volume”
(geluidsvolume
oproep)
Instellen van het
gespreksvolume
“Ring tone
Volume”
(geluidsvolume
beltoon)
Instellen van het
geluidsvolume van
een beltoon
“Ring tone”
(beltoon)
Instellen van de bel-
toon
“Transfer
history” (geschie-
denis overzetten)
-
Overzetten van de
oproepgeschiedenis
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 361 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
362
5-6. Gebruik van Bluetooth
®
- apparaten
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Gebruik van de stuurwieltoetsen
Volume
Het volume van de oproep kan
met deze toets worden inge-
steld.
Toets gesprek aannemen
Schakelt het handsfree-sys-
teem in/brengt een gesprek tot
stand
Toets gesprek beëindigen
Schakelt het handsfree-tele-
foonsysteem uit/beëindigt ge-
sprek/weigert inkomend ge-
sprek
: Indien aanwezig
U kunt de stuurwieltoetsen gebruiken om een aangesloten
mobiele telefoon of draagbare digitale audiospeler (draagbare
speler) te bedienen.
Bedienen van de Bluetooth
®
-telefoon met de stuurwieltoetsen
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 362 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
363
5
5-6. Gebruik van Bluetooth
®
- apparaten
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Registreren van een Bluetooth
®
-apparaat
Druk op de toets SETUP en selecteer “Bluetooth*” met de knop
Tune/Scroll.
Druk op de knop en selecteer “Pairing” (koppelen) met de knop.
Er wordt een toegangscode weergegeven.
Niet SSP (Secure Simple Pairing) compatibele Bluetooth
®
-appara-
ten: Voer de toegangscode in in het apparaat.
SSP (Secure Simple Pairing) compatibele Bluetooth
®
-apparaten:
Selecteer “Yes” (ja) om het apparaat te registreren. Afhankelijk van
het type apparaat wordt het mogelijk automatisch geregistreerd.
Als een Bluetooth
®
-apparaat zowel muziek kan afspelen en als
mobiele telefoon kan worden gebruikt, worden beide functies tegelij-
kertijd in het systeem geregistreerd. Wanneer het apparaat wordt ver-
wijderd, worden beide functies tegelijkertijd verwijderd.
Als de toets gesprek aannemen wordt ingedrukt en de TEL-modus
wordt geselecteerd terwijl er geen telefoons zijn geregistreerd, wordt
het registratiescherm automatisch weergegeven.
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG. Inc.
Alvorens Bluetooth
®
-audio/telefoon te gebruiken, moet een
Bluetooth
®
-apparaat in het systeem worden geregistreerd. Volg
onderstaande procedure om een apparaat te registreren (koppe-
len):
Registreren van een Bluetooth
®
-apparaat
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 363 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
364
5-7. Menu SETUP (instellingen)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Gebruik van het menu SETUP (instellingen)
(“Bluetooth*” menu)
Selecteer “Pairing” (koppelen) met de knop Tune/Scroll (Blz. 360)
en voer de procedure voor het registreren van een draagbare speler
uit. (Blz. 363)
Selecteer “List phone” (telefoonlijst) met de knop Tune/Scroll.
(Blz. 360) De lijst met geregistreerde mobiele telefoons wordt weer-
gegeven.
Aansluiten van de geregistreerde mobiele telefoon op het audiosys-
teem
Selecteer met de knop Tune/Scroll de naam van de mobiele tele-
foon die moet worden aangesloten.
Selecteer “Select” (selecteren) met de knop.
Een geregistreerde mobiele telefoon verwijderen
Selecteer met de knop Tune/Scroll de naam van de mobiele tele-
foon die moet worden verwijderd.
Selecteer “Delete” (verwijderen) met de knop.
Druk op [YES] (ja).
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc.
: Indien aanwezig
Door een Bluetooth
®
-apparaat te registreren in het systeem, kan
het systeem werken. Voor aangemelde apparaten kunnen de vol-
gende functies worden gebruikt:
Registreren van een draagbare speler
Overzicht weergeven van de geregistreerde mobiele telefoons
1
2
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 364 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
365
5-7. Menu SETUP (instellingen)
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Selecteer “List audio” (audiolijst) met de knop Tune/Scroll.
(Blz. 360) De lijst met geregistreerde draagbare spelers wordt
weergegeven.
Aansluiten van de geregistreerde draagbare speler op het audio-
systeem.
Selecteer met de knop Tune/Scroll de naam van de draagbare
speler die moet worden aangesloten.
Selecteer “Select” (selecteren) met de knop.
Verwijderen van een geregistreerde draagbare speler
Selecteer met de knop Tune/Scroll de naam van de draagbare
speler die moet worden verwijderd.
Selecteer “Delete” (verwijderen) met de knop.
Druk op [YES] (ja).
Selecteer “Passkey” (toegangscode) met de knop Tune/Scroll.
(Blz. 360)
Voer een toegangscode van 4 tot 8 cijfers in met de knop.
Voer de cijfers van de code een voor een in.
Druk nogmaals op de knop wanneer het volledige wachtwoord is
ingevoerd.
Wanneer het te registreren getal 8 cijfers heeft, hoeft de knop niet nog-
maals ingedrukt te worden.
Als “BT Power” AAN wordt gezet, maakt het geregistreerde apparaat
automatisch verbinding wanneer het contact in stand ACC wordt
gezet.
Selecteer “BT power” met de knop Tune/Scroll. (Blz. 360)
Selecteer ON (aan) of OFF (uit) met de knop.
Overzicht weergeven van de geregistreerde draagbare spelers
Wijzigen van de toegangscode
Automatisch verbinding maken van het apparaat aan of uit
1
2
1
2
3
1
2
3
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 365 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
366
5-7. Menu SETUP (instellingen)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Selecteer “Bluetooth* info” met de knop Tune/Scroll. (Blz. 360)
Weergeven van naam apparaat
Selecteer “Device Name” (naam apparaat) met de knop.
Weergeven van adres apparaat
Selecteer “Device address” (adres apparaat) met de knop.
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG. Inc.
Als “Display setting” (instelling display) AAN wordt gezet, wordt de
verbindingsstatus van de draagbare speler weergegeven wanneer het
contact in stand ACC of AAN wordt gezet.
Selecteer “Display setting” (instelling display) met de knop Tune/
Scroll. (Blz. 360)
Selecteer ON (aan) of OFF (uit) met de knop.
Selecteer “Reset” (resetten) met de knop Tune/Scroll. (Blz. 360)
Initialiseren van de geluidsinstellingen
Selecteer “Sound setting” (instelling geluid) met de knop en druk op
[YES] (ja).
Voor meer informatie over geluidsinstellingen: Blz. 319
Initialiseren van de informatie over het apparaat
Selecteer “Car Device Info” (informatie apparaat) met de knop en
druk op [Yes] (ja).
Automatische verbinding met een draagbaar apparaat, weergave van
automatische verbinding op het display en de toegangscode worden geïni-
tialiseerd.
Standaardinstellingen initialiseren
Selecteer “All Initialize” (alles initialiseren) met de knop en druk op
[YES] (ja).
Weergeven van status apparaat
Weergave bevestiging van automatische verbinding aan of uit
Initialisatie
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 366 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
367
5
5-7. Menu SETUP (instellingen)
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Gebruik van het menu SETUP (instellingen)
(menu TEL)
Selecteer “Add contacts” (contacten toevoegen) met de knop Tune/
Scroll. (Blz. 360)
Alle contacten uit de mobiele telefoon overzetten
Selecteer “Overwrite all” (alles overschrijven) met de knop en druk
op [Yes] (ja).
Eén contact uit de mobiele telefoon overzetten
Selecteer “Add one contact” (één contact toevoegen) met de knop
en druk op [Yes] (ja).
Selecteer “Add SD” (snelkiesnummer toevoegen) met de knop
Tune/Scroll. (Blz. 360)
Selecteer de gewenste gegevens met de knop.
Druk op de gewenste voorkeuzetoets (van [1] tot
[5]).
Meer informatie over het instellen van snelkiesnummers vanuit de oproep-
geschiedenis: Blz. 375
Meer informatie over het verwijderen van snelkiesnummers: Blz. 374
Selecteer “Delete call history” (oproepgeschiedenis verwijderen) met
de knop Tune/Scroll. (Blz. 360)
Verwijderen van de geschiedenis van uitgaande gesprekken
Selecteer “Outgoing Calls” (uitgaande gesprekken) met de knop
Tune/Scroll.
Selecteer het gewenste telefoonnummer met de knop en druk op
[YES] (ja).
Druk op [ALL] (alle) en vervolgens op [YES] (ja)
om de geschiedenis van alle uitgaande gesprekken te verwijderen.
: Indien aanwezig
Een nieuw telefoonnummer toevoegen
Instellen van snelkiesnummers
Verwijderen van de oproepgeschiedenis
1
2
3
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 367 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
368
5-7. Menu SETUP (instellingen)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Verwijderen van de geschiedenis van inkomende gesprekken
Selecteer “Incoming Calls” (inkomende gesprekken) met de knop
Tune/Scroll.
Selecteer het gewenste telefoonnummer met de knop en druk op
[YES] (ja).
Druk op [ALL] (alle) en vervolgens op [YES] (ja)
om de geschiedenis van alle inkomende gesprekken te verwijde-
ren.
Verwijderen van de geschiedenis van de gemiste oproepen
Selecteer “Missed Calls” (gemiste oproepen) met de knop Tune/
Scroll.
Selecteer het gewenste telefoonnummer met de knop en druk op
[YES] (ja).
Druk op [ALL] (alle) en vervolgens op [YES] (ja)
om de geschiedenis van alle gemiste oproepen te verwijderen.
Verwijderen van een nummer uit de hele oproepgeschiedenis (uit-
gaande gesprekken, inkomende gesprekken en gemiste oproepen)
Selecteer “All Calls” (alle oproepen) met de knop Tune/Scroll.
Selecteer het gewenste telefoonnummer met de knop en druk op
[YES] (ja).
Druk op [ALL] (alle) en vervolgens op [YES] (ja)
om de hele oproepgeschiedenis te verwijderen.
Selecteer “Delete contacts” (contacten verwijderen) met de knop
Tune/Scroll. (Blz. 360)
Selecteer het gewenste telefoonnummer met de knop en druk op
[YES] (ja).
Selecteer “All delete” (alles verwijderen) met de knop en druk op
[YES] (ja) om alle geregistreerde telefoonnummers te verwij-
deren.
Verwijderen van een geregistreerd telefoonnummer
1
2
1
2
1
2
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 368 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
369
5-7. Menu SETUP (instellingen)
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Selecteer “Delete Phonebook” (telefoonboek verwijderen) met de
knop Tune/Scroll. (Blz. 360)
Selecteer het gewenste telefoonboek met de knop en druk op
[YES] (ja).
Selecteer “Call Volume” (gespreksvolume) met de knop Tune/
Scroll. (Blz. 360)
Wijzigen van het gespreksvolume.
Verlagen van het volume: Draai de knop linksom.
Verhogen van het volume: Draai de knop rechtsom.
Selecteer “Ring tone Volume” (beltoonvolume) met de knop Tune/
Scroll. (Blz. 360)
Wijzigen van het beltoonvolume.
Verlagen van het volume: Draai de knop linksom.
Verhogen van het volume: Draai de knop rechtsom.
Selecteer “Ring tone” (beltoon) met de knop Tune/Scroll.
(Blz. 360)
Selecteer een beltoon [1 - 3] met de knop. Druk op de knop om de
geselecteerde beltoon in te stellen.
Selecteer “Transfer history” (geschiedenis overzetten) met de knop
(Blz. 360) en druk op [YES] (ja).
Telefoonnummer
Er kunnen maximaal 1.000 namen worden opgeslagen.
Oproepgeschiedenis
In de oproepgeschiedenis kunnen maximaal 10 nummers van uitgaande gesprek-
ken, inkomende gesprekken en gemiste oproepen worden opgeslagen.
Beperking van het aantal cijfers
Een telefoonnummer met meer dan 24 cijfers kan niet worden opgeslagen.
Verwijderen van het telefoonboek van een andere mobiele tele-
foon
Instellen van het gespreksvolume
Instellen van het geluidsvolume van een beltoon
Instellen van de beltoon
Overzetten van de oproepgeschiedenis
1
2
1
2
1
2
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 369 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
370
5-8. Bluetooth
®
-audio
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Bedienen van een draagbare speler met
Bluetooth
®
-ondersteuning
Type A
: Indien aanwezig
Knop Tune/Scroll: Een muziek-
stuk selecteren of tekst weerge-
ven
Terugtoets
Afspelen in willekeurige volg-
orde
Herhalen
Afspelen
Afspelen/pauze
Selecteren van een muziek-
stuk, versneld vooruit- of
terugspoelen
AAN/UIT/volumeknop: Rege-
len van het volume of in- of uit-
schakelen van het audiosys-
teem
1
2
3
4
5
6
7
8
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 370 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
371
5-8. Bluetooth
®
-audio
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Type B
Knop Tune/Scroll: Selecteren
van een muziekstuk
Tekst weergeven
Toets afspelen in willekeurige
volgorde of terug
Herhalen
Afspelen
Afspelen/pauze
Selecteren van een muziek-
stuk, versneld vooruit- of
terugspoelen
AAN/UIT/volumeknop: Rege-
len van het volume of in- of uit-
schakelen van het audiosys-
teem
1
2
3
4
5
6
7
8
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 371 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
372
5-8. Bluetooth
®
-audio
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Selecteren van een album
Druk op [<] of [>] om het gewenste album te selec-
teren.
Scannen van het eerste muziekstuk van alle albums (alleen
type B)
Houd de toets SCAN ingedrukt totdat u een pieptoon hoort.
Van elk muziekstuk op elk album worden de eerste 10 seconden afge-
speeld.
Druk nogmaals op de toets als het gewenste album is bereikt.
Selecteren van een muziekstuk
Druk op of van de toets SEEK TRACK om het gewenste
muziekstuk te selecteren.
Scannen van de muziekstukken op een album (alleen type B)
Druk op de toets SCAN.
Van elk muziekstuk worden de eerste 10 seconden afgespeeld.
Druk nogmaals op de toets wanneer het gewenste muziekstuk is
bereikt.
Houd of van de toets SEEK TRACK ingedrukt.
Wanneer u op [RDM] drukt, worden de standen als volgt
gewijzigd:
Album in willekeurige volgorde afspelenAlle muziekstukken in wille-
keurige volgorde afspelenUit.
Wanneer u op [RPT] drukt, worden de standen als volgt
gewijzigd:
Herhalen muziekstukHerhalen albumUit
Selecteren en scannen van een album
Selecteren en scannen van muziekstukken
Versneld vooruit-/terugspoelen van muziekstukken
Afspelen in willekeurige volgorde
Herhalen
1
2
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 372 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
373
5-8. Bluetooth
®
-audio
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Druk op ( ).
Druk op de knop Tune/Scroll (type A en B) of de toets TEXT (type C).
Titel nummer en naam artiest worden op het display weergegeven.
Druk op de knop of de terugtoets (type A) of op de toets TEXT of op
[BACK] (type B) om terug te keren naar de vorige weergave.
Functies Bluetooth
®
-audiosysteem
Afhankelijk van de draagbare speler die op het systeem is aangesloten, zijn
bepaalde functies mogelijk niet beschikbaar.
Display
Blz. 333
Muziekstukken afspelen en afspelen tijdelijk onderbreken
Wijzigen van weergave op het display
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 373 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
374
5-9. Bluetooth
®
-telefoon
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Bellen
Selecteer “Phonebook” (telefoonboek) met de knop Tune/Scroll.
Selecteer de gewenste naam met de knop en druk op de toets
gesprek aannemen.
Door op [Add S. Dial] (snelkiesnummer toevoegen) en een
van de snelkiesnummertoetsen (van [1] tot [5]) te
drukken terwijl de gewenste naam wordt geselecteerd, kan het num-
mer worden geregistreerd als snelkiesnummer.
Selecteer “Speed dials” (snelkiesnummers) met de knop Tune/
Scroll.
Druk op de gewenste voorkeuzetoets (van [1] tot
[5]) en druk op de toets gesprek aannemen.
Druk, om een geregistreerd snelkiesnummer te verwijderen nadat de
gewenste voorkeuzetoets (van [1] tot [5]) is geselec-
teerd, op [DELETE] (verwijderen) vervolgens op
[YES] (ja).
Selecteer “Speed dials” (snelkiesnummers) met de knop Tune/
Scroll.
Voer het telefoonnummer in en druk op de toets gesprek aanne-
men.
: Indien aanwezig
Druk op de toets gesprek aannemen om de TEL-modus te selec-
teren.
Bellen door een naam te selecteren
Bellen via snelkiesnummers
Bellen door een nummer in te voeren
1
2
1
2
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 374 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
375
5-9. Bluetooth
®
-telefoon
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Selecteer “All calls” (alle oproepen), “Missed calls” (gemiste oproe-
pen), “Incoming calls” (inkomende gesprekken) of “Outgoing calls”
(uitgaande gesprekken) met de knop Tune/Scroll.
Selecteer het gewenste nummer met de knop en druk op de toets
gesprek aannemen.
De volgende handelingen kunnen worden uitgevoerd:
Een nummer registreren als snelkiesnummer
Druk op [Add S. Dial] (snelkiesnummer toevoegen) en druk
vervolgens op de gewenste voorkeuzetoets (van [1] tot
[5]).
Verwijderen van het geselecteerde nummer
Druk op [DELETE] (verwijderen) en vervolgens op
[YES] (ja).
Bellen vanuit de oproepgeschiedenis
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 375 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
376
5-9. Bluetooth
®
-telefoon
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Een telefoongesprek ontvangen
Druk op de toets gesprek aannemen.
Druk op de toets gesprek beëindigen.
Druk op de toets gesprek aannemen.
Door weer op de toets gesprek aannemen te drukken keert u terug naar
het vorige gesprek.
Verlagen van het volume: Draai de AAN/UIT/volumeknop linksom.
Verhogen van het volume: Draai de AAN/UIT/volumeknop rechtsom.
Aannemen van de telefoon
Weigeren van een telefoongesprek
Ontvangen van een oproep terwijl u een telefoongesprek voert
Aanpassen van het beltoonvolume tijdens het ontvangen van
een oproep
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 376 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
377
5
5-9. Bluetooth
®
-telefoon
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Voeren van een telefoongesprek
Tijdens het tot stand brengen van een gesprek, wanneer een gesprek
wordt ontvangen en tijdens een gesprek kan een oproep worden
doorgestuurd tussen de mobiele telefoon en het systeem. Gebruik
een van de volgende methoden:
a. Bedien de mobiele telefoon.
Raadpleeg de handleiding van de mobiele telefoon voor de bediening.
b. Druk op * [PHONE] (telefoon).
*: Deze handeling kan alleen worden uitgevoerd bij het doorschakelen van
een telefoongesprek van de mobiele telefoon naar het systeem tijdens
een telefoongesprek.
Druk op [MUTE] (dempen).
Druk op [0-9] en gebruik de knop Tune/Scroll om de
gewenste cijfers in te voeren.
Druk, om de ingevoerde cijfers te verzenden, op [SEND]
(verzenden).
Druk, wanneer u klaar bent, op [EXIT] om terug te keren
naar het vorige scherm.
Verlagen van het volume: Draai de AAN/UIT/volumeknop linksom.
Verhogen van het volume: Draai de AAN/UIT/volumeknop rechtsom.
Doorschakelen van een telefoongesprek
Dempen van uw stemgeluid
Cijfers invoeren
Instellen van het gespreksvolume
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 377 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
378
5-9. Bluetooth
®
-telefoon
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Tijdens het telefoongesprek
Praat niet terwijl uw gesprekspartner praat.
Stel het volume van de stem van uw gesprekspartner laag in. Als het
volume te hoog staat, wordt de stemecho sterker.
Automatische volumeregeling
Als de rijsnelheid 80 km/h of meer bedraagt, wordt het volume automatisch
verhoogd. Het volume keert terug naar het niveau van de vorige volume-
instelling als de rijsnelheid naar 70 km/h of minder daalt.
Functies telefoonsysteem
Afhankelijk van de mobiele telefoon zijn sommige functies mogelijk niet
beschikbaar.
Omstandigheden waaronder het systeem uw stem mogelijk niet kan her-
kennen
Tijdens het rijden op een hobbelige weg
Tijdens het rijden met hoge snelheden
Wanneer lucht uit de uitstroomopeningen tegen de microfoon wordt gebla-
zen
Wanneer de ventilator van de airconditioning veel geluid maakt
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 378 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
379
5
5-10. Bluetooth
®
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Bluetooth
®
Bij gebruik van Bluetooth
®
-audio/telefoon
Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk niet.
De draagbare speler ondersteunt Bluetooth
®
niet
• De mobiele telefoon bevindt zich buiten het bereik van een
mobiel netwerk
Het Bluetooth
®
-apparaat is uitgeschakeld
De batterij van het Bluetooth
®
-apparaat is onvoldoende gela-
den
Het Bluetooth
®
-apparaat is niet gekoppeld aan het systeem
Het Bluetooth
®
-apparaat bevindt zich achter de stoel of in het
dashboardkastje of de opbergmogelijkheid in de middencon-
sole, of het apparaat wordt afgedekt door of staat in contact
met metaal
Het kan enige tijd duren voordat verbinding is gemaakt met de
mobiele telefoon als tegelijkertijd via Bluetooth
®
-audio wordt
afgespeeld.
Afhankelijk van het type draagbare audiospeler dat is verbonden
met het systeem kunnen er verschillen in de bediening zijn of
kunnen bepaalde functies niet beschikbaar zijn.
Als u de auto verkoopt
Zorg ervoor dat u het systeem initialiseert, om misbruik van per-
soonlijke gegevens te voorkomen. (Blz. 366)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 379 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
380
5-10. Bluetooth
®
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Over Bluetooth
®
Bluetooth is een geregistreerd
handelsmerk van Bluetooth
SIG, Inc.
Compatibele modellen
Bluetooth
®
-specificaties:
Versie 1.1 of hoger (aanbevolen: versie 2.1 + EDR of hoger)
Volgende profielen:
A2DP (Advanced Audio Distribution Profile) versie 1.0 of
hoger (aanbevolen: versie 1.2 of hoger)
AVRCP (Audio/Video Remote Control Profile) versie 1.0 of
hoger (aanbevolen: versie 1.3 of hoger)
Draagbare spelers moeten voldoen aan bovenstaande specificaties
om te kunnen worden aangesloten op het Bluetooth
®
-audiosys-
teem. Maar vergeet niet dat sommige functies beperkt beschikbaar
zijn, afhankelijk van het type van de draagbare speler.
Mobiele telefoon
HFP (Handsfree-profiel) versie 1.0 of hoger (aanbevolen: ver-
sie 1.5)
OPP (Object Push Profile) versie 1.1
PBAP (Phone Book Access Profile) versie 1.0
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 380 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
381
5-10. Bluetooth
®
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Verklaring
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 381 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
382
5-10. Bluetooth
®
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 382 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
383
5-10. Bluetooth
®
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 383 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
384
5-10. Bluetooth
®
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 384 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
385
5-10. Bluetooth
®
5
Audiosysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om een ongeval te voor-
komen waarbij ernstig letsel kan ontstaan:
Gebruik geen mobiele telefoon.
Sluit het Bluetooth
®
-apparaat niet aan en bedien deze niet.
Waarschuwing met betrekking tot beïnvloeding van elektronische
apparatuur
Uw audiomodule is uitgerust met Bluetooth
®
-antennes. Mensen met geïm-
planteerde pacemakers, CRT-pacemakers of geïmplanteerde hartdefibril-
latoren moeten voldoende afstand bewaren tot de Bluetooth
®
-antennes.
Radiogolven kunnen de werking van dergelijke apparatuur beïnvloeden.
Alvorens Bluetooth
®
-apparaten te gebruiken, moeten gebruikers van
medische apparatuur anders dan geïmplanteerde pacemakers, CRT-
pacemakers en geïmplanteerde hartdefibrillatoren contact opnemen met
de fabrikant of leverancier van deze producten om te informeren of radio-
signalen invloed uitoefenen op deze apparatuur. Radiogolven kunnen
onverwachte effecten hebben op de werking van dergelijke medische
apparatuur.
OPMERKING
Voorkomen van schade aan Bluetooth
®
-apparaat
Laat het Bluetooth
®
-apparaat niet in de auto achter. De temperatuur in de
auto kan hoog oplopen, waardoor het apparaat beschadigd kan raken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 385 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
386
5-10. Bluetooth
®
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 386 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
387
6
Voorzieningen
in het interieur
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6-1. Gebruik van de
airconditioning en de
achterruitverwarming
Handmatig bediende
airconditioning .................388
Automatische
airconditioning .................394
Extra verwarming...............401
Stoelverwarming................403
6-2. Gebruik van de
interieurverlichting
Overzicht
interieurverlichting ...........405
Hoofdschakelaar
leeslampjes/
interieurverlichting .........406
Leeslampjes/
interieurverlichting .........406
Leeslampjes ..................406
6-3. Gebruik van de
opbergmogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden ......408
Dashboardkastje ...........409
Consolevak....................410
Dakconsole....................410
Bekerhouders/
fleshouders....................411
Muntenvak.....................413
Voorzieningen
bagageruimte (sedan) .....414
Voorzieningen
bagageruimte (wagon).....416
6-4. Gebruik van de overige
voorzieningen in het
interieur
Overige voorzieningen
in het interieur..................423
Zonnekleppen................423
Make-upspiegel.............423
Accessoireaansluiting....424
Armsteun.......................425
Bagageruimte/skiluik .....426
Zonnescherm
panoramadak (wagon) ..427
Kledinghaakjes..............429
Handgrepen...................429
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 387 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
388
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Handmatig bediende airconditioning
Auto's zonder voorruitverwarming
Auto's zonder extra verwarming
:Deze toets is ook aanwezig in auto's zonder airconditio-
ning. Er treedt geen systeem in werking, ook al begint het
controlelampje te knipperen als er op de toets wordt
gedrukt.
: Indien aanwezig
Bedieningspaneel
A
B
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 388 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
389
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6
Voorzieningen in het interieur
Wijzigen van de ingestelde temperatuur (auto's zonder aircon-
ditioning)
Draai de temperatuurregelknop rechtsom (warm) of linksom (koud).
Als de knop linksom (koud) is gedraaid, blaast het systeem alleen lucht
met de omgevingstemperatuur in het interieur.
Wijzigen van de ingestelde temperatuur (auto's met airconditi-
oning)
Draai de temperatuurregelknop rechtsom (warm) of linksom
(koud).
Als niet is ingedrukt, blaast het systeem lucht met de omge-
vingstemperatuur of verwarmde lucht in het interieur.
Wijzigen van de aanjagersnelheid
Draai de knop voor de aanjagersnelheid rechtsom (hoger) of
linksom (lager).
Druk op of om de aanjager uit te schakelen.
Wijzigen van de luchtcirculatiemodus
Druk op
of
om de luchtcirculatie te wijzi-
gen.
Iedere keer dat er op de toets
wordt gedrukt, worden er andere
uitstroomopeningen geselec-
teerd.
Er stroomt lucht naar het
bovenlichaam.
Er stroomt lucht naar het
bovenlichaam en de voe-
ten.
Er stroomt voornamelijk
lucht naar de voeten.
Er stroomt lucht naar de
voeten en de voorruitver-
warming is in werking.
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 389 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
390
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Schakelen tussen buitenluchtmodus en recirculatiemodus
Druk op .
Iedere keer als op de toets wordt gedrukt, schakelt de luchttoevoer tus-
sen de buitenluchtmodus (controlelampje uit) en de recirculatiemodus
(controlelampje aan).
Ontwasemen van de voorruit
De ruitverwarming wordt gebruikt om de voorruit en de zijruiten
voor te ontwasemen.
Druk op .
Zet, als de recirculatiemodus is ingeschakeld, de luchttoevoertoets in de
buitenluchtmodus. (Mogelijk gaat dit automatisch.)
Verhoog de aanjagersnelheid en de temperatuur om de voorruit en zij-
ruiten sneller te ontwasemen.
Druk wanneer de voorruit is ontwasemd nogmaals op om
terug te keren naar de vorige modus.
Ontwasemen van de achterruit en buitenspiegels
De achterruit- en buitenspiegelverwarming worden gebruikt om de
achterruit te ontwasemen en om regendruppels, dauw en ijs van de
buitenspiegels te verwijderen.
Druk op .
De achterruit- en buitenspiegelverwarming wordt na een tijdje automa-
tisch uitgeschakeld. Druk nogmaals op de toets om de achterruitverwar-
ming uit te schakelen.
Voorruitverwarming (indien aanwezig)
Dit systeem wordt gebruikt om ijsvorming op de voorruit en de rui-
tenwissers te voorkomen.
Druk op .
De voorruitverwarming wordt na een tijdje automatisch uitgeschakeld.
Druk nogmaals op de toets om de voorruitverwarming uit te schakelen.
Extra verwarming (indien aanwezig)
Blz. 401
Overige functies
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 390 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
391
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6
Voorzieningen in het interieur
Plaats van uitstroomopeningen
De uitstroomopeningen en
luchthoeveelheid veranderen
overeenkomstig de geselec-
teerde luchtcirculatiemodus.
Afstellen van de stand en de mate van opening van de uit-
stroomopeningen
Directe luchtstroom naar links of rechts, boven of beneden.
Draai de knop om de uitstroomopening te openen of te sluiten.
Uitstroomopeningen
Middelste uitstroom-
openingen
Uitstroomopeningen links en
rechts
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 391 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
392
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Beslaan van de ruiten
Wanneer de luchtvochtigheid in de auto hoog is, zullen de ruiten gemakke-
lijk beslaan. Wanneer wordt ingeschakeld, wordt de lucht die via
de uitstroomopeningen stroomt ontvochtigd en wordt de voorruit efficiënt
ontwasemd.
Als u uitschakelt, zullen de ruiten mogelijk sneller beslaan.
De ruiten zullen mogelijk beslaan als de recirculatiemodus is ingeschakeld.
Buitenlucht-/recirculatiemodus
Zet bij het rijden op stoffige wegen, zoals in tunnels, of in druk verkeer de
luchttoevoertoets in de recirculatiemodus. Zo wordt voorkomen dat er bui-
tenlucht de auto in stroomt.
Auto's met airconditioning: Wanneer tijdens het koelen de recirculatiemodus
wordt ingeschakeld, wordt ook het interieur van de auto effectief gekoeld.
Wanneer de buitentemperatuur tot bijna 0°C daalt (auto's met airconditi-
oning)
De ontwasemingsfunctie werkt mogelijk niet, ook niet als op wordt
gedrukt.
Geuren ventilatie en airconditioning
Zet de airconditioning in de buitenluchtmodus om frisse lucht binnen te
laten.
Tijdens het gebruik kunnen verschillende geuren van binnen en buiten de
auto in het airconditioningsysteem terechtkomen. Dit kan tot gevolg hebben
dat de lucht die uit de uitstroomopeningen komt niet lekker ruikt.
Het voorkomen van mogelijke geuren:
We raden u aan het airconditioningsysteem in de buitenluchtmodus te zet-
ten voordat u de motor uitschakelt.
De airconditioning blijft in werking als de motor is uitgezet door het Stop
& Start-systeem (auto's met Stop & Start-systeem)
Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem, worden de koel-, ver-
warmings- en ontvochtigingsfuncties uitgeschakeld en blaast het systeem
alleen lucht die op omgevingstemperatuur is. Het blazen van lucht die op
omgevingstemperatuur is, kan eveneens stoppen. Druk op de uitschakeltoets
van het Stop & Start-systeem om te voorkomen dat de airconditioning wordt
uitgeschakeld.
Als de voorruit beslagen is en de motor is uitgezet door het Stop & Start-
systeem (auto's met Stop & Start-systeem)
Druk op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem om de motor te star-
ten en schakel in om de voorruit te ontwasemen. Druk op
om de motor te starten en de voorruit te ontwasemen.
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uitschakeltoets van het Stop & Start-
systeem en gebruik het Stop & Start-systeem niet.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 392 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
393
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6
Voorzieningen in het interieur
Wanneer er een geur vrijkomt uit de airconditioning als de motor is uit-
gezet door het Stop & Start-systeem (auto's met Stop & Start-systeem)
Druk op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem om de motor weer te
starten.
Interieurfilter
Blz. 487
WAARSCHUWING
Voorkomen dat de voorruit beslaat
Gebruik niet in combinatie met koele lucht bij zeer vochtig
weer. Het verschil tussen de buitentemperatuur en de temperatuur van de
voorruit zorgt ervoor dat de buitenkant van de voorruit beslaat, waardoor
het zicht wordt belemmerd.
Voorkomen van brandwonden
Raak het spiegeloppervlak van de buitenspiegels niet aan wanneer de
buitenspiegelverwarming is ingeschakeld.
Raak het onderste deel van de voorruit en de gedeeltes bij de voorstijlen
niet aan wanneer de voorruitverwarming is ingeschakeld. (auto's met
voorruitverwarming)
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de accu
Laat de airconditioning niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk is als de
motor niet draait.
Plaats geen voorwerpen op het dash-
board die de uitstroomopeningen kun-
nen bedekken. Anders raakt de
luchtstroom mogelijk geblokkeerd,
waardoor de voorruitverwarming de
voorruit niet kan ontwasemen.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 393 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
394
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Automatische airconditioning
Onderstaande afbeelding heeft betrekking op auto's met linkse bestu-
ring. Voor uitvoeringen met rechtse besturing is de positie van de
knoppen omgekeerd.
Auto's zonder voorruitverwarming
Auto's zonder extra verwarming
: Indien aanwezig
De uitstroomopeningen waaruit de lucht komt en de aanjager-
snelheid worden automatisch geregeld op basis van de gekozen
temperatuur.
Bedieningspaneel
A
B
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 394 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
395
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6
Voorzieningen in het interieur
Wijzigen van de ingestelde temperatuur
Draai naar rechts om een hogere temperatuur in te stellen
en draai de knop naar links om een lagere temperatuur in te stellen.
De temperatuur voor de bestuurdersstoel en passagiersstoel kunnen
afzonderlijk worden ingesteld. (Blz. 396)
Wijzigen van de aanjagersnelheid
Druk op (verlagen) of (verhogen) op .
De aanjagersnelheid wordt op het display weergegeven. (7 niveaus)
Druk op of om de aanjager uit te schakelen.
Wijzigen van de luchtcirculatiemodus
Druk op
of
om de luchtcirculatie te wijzi-
gen.
Iedere keer dat er op de toets
wordt gedrukt, worden er andere
uitstroomopeningen geselec-
teerd.
Er stroomt lucht naar het
bovenlichaam.
Er stroomt lucht naar het
bovenlichaam en de voe-
ten.
Er stroomt voornamelijk
lucht naar de voeten.
Er stroomt lucht naar de
voeten en de voorruitver-
warming is in werking.
Overige functies
Overschakelen tussen de buitenluchtmodus en de recirculatie-
modus (Blz. 397)
Ontwasemen van de voorruit (Blz. 397)
Ontwasemen van de achterruit en de buitenspiegels (Blz. 397)
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 395 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
396
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Druk op .
De airconditioning wordt ingeschakeld. De uitstroomopeningen waaruit
de lucht komt en de aanjagersnelheid worden automatisch geregeld op
basis van de gekozen temperatuur.
Wijzig de ingestelde temperatuur.
Controlelampje automatische modus
Als de instelling van de aanjagersnelheid of de luchtcirculatiemodi
worden bediend, dooft het controlelampje van de automatische
modus. De automatische modus blijft echter ingeschakeld voor de
andere functies dan die worden bediend.
Afzonderlijk instellen van de temperatuur voor de bestuurder
en voor de voorpassagier (DUAL-modus)
Voer een van de volgende procedures uit om de DUAL-modus in te
schakelen:
Druk op .
Draai naar rechts of links. (Wijzig de ingestelde tempera-
tuur aan passagierszijde.)
Als de DUAL-modus is ingeschakeld, gaat het controlelampje branden.
Gebruik van de automatische modus
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 396 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
397
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6
Voorzieningen in het interieur
Schakelen tussen buitenluchtmodus en recirculatiemodus
Druk op .
Iedere keer als op de toets wordt gedrukt, schakelt de luchttoevoer tus-
sen de buitenluchtmodus (controlelampje uit) en de recirculatiemodus
(controlelampje aan).
Ontwasemen van de voorruit
De ruitverwarming wordt gebruikt om de voorruit en de zijruiten
voor te ontwasemen.
Druk op .
Zet, als de recirculatiemodus is ingeschakeld, de luchttoevoertoets in de
buitenluchtmodus. (Mogelijk gaat dit automatisch.)
Verhoog de aanjagersnelheid en de temperatuur om de voorruit en zij-
ruiten sneller te ontwasemen.
Druk wanneer de voorruit is ontwasemd nogmaals op om
terug te keren naar de vorige modus.
Ontwasemen van de achterruit en buitenspiegels
De achterruit- en buitenspiegelverwarming worden gebruikt om de
achterruit te ontwasemen en om regendruppels, dauw en ijs van de
buitenspiegels te verwijderen.
Druk op .
De achterruit- en buitenspiegelverwarming wordt na een tijdje automa-
tisch uitgeschakeld. Druk nogmaals op de toets om de achterruitverwar-
ming uit te schakelen.
Voorruitverwarming (indien aanwezig)
Dit systeem wordt gebruikt om ijsvorming op de voorruit en de rui-
tenwissers te voorkomen.
Druk op .
De voorruitverwarming wordt na een tijdje automatisch uitgeschakeld.
Druk nogmaals op de toets om de voorruitverwarming uit te schakelen.
Extra verwarming (indien aanwezig)
Blz. 401
Persoonlijke voorkeursinstellingen aanjager (indien aanwezig)
De instelling van de aanjagersnelheid tijdens bediening in de auto-
matische modus kan aan de persoonlijke voorkeur worden aange-
past. (Blz. 625)
Overige functies
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 397 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
398
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Plaats van uitstroomopeningen
De uitstroomopeningen en
luchthoeveelheid veranderen
overeenkomstig de geselec-
teerde luchtcirculatiemodus.
Afstellen van de stand en de mate van opening van de uit-
stroomopeningen
Directe luchtstroom naar links of rechts, boven of beneden.
Draai de knop om de uitstroomopening te openen of te sluiten.
Gebruik van de automatische modus
De aanjagersnelheid wordt automatisch geregeld op basis van de gekozen
temperatuur en de omgevingscondities.
Direct na het indrukken van kan de aanjager even worden uitgescha-
keld tot er voldoende warme of koude lucht voorhanden is.
Uitstroomopeningen
Middelste uitstroom-
openingen
Uitstroomopeningen links en
rechts
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 398 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
399
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6
Voorzieningen in het interieur
Beslaan van de ruiten
Wanneer de luchtvochtigheid in de auto hoog is, zullen de ruiten gemakke-
lijk beslaan. Wanneer wordt ingeschakeld, wordt de lucht die via
de uitstroomopeningen stroomt, ontvochtigd en wordt de voorruit efficiënt
ontwasemd.
Als u uitschakelt, zullen de ruiten mogelijk sneller beslaan.
De ruiten zullen mogelijk beslaan als de recirculatiemodus is ingeschakeld.
Buitenlucht-/recirculatiemodus
Zet bij het rijden op stoffige wegen, zoals in tunnels, of in druk verkeer de
luchttoevoertoets in de recirculatiemodus. Zo wordt voorkomen dat er bui-
tenlucht de auto in stroomt. Wanneer tijdens het koelen de recirculatiemo-
dus wordt ingeschakeld, wordt ook het interieur van de auto effectief
gekoeld.
Mogelijk wordt de buitenluchtmodus/recirculatiemodus automatisch inge-
schakeld afhankelijk van de ingestelde temperatuur of de temperatuur in de
auto.
Wanneer de buitentemperatuur tot bijna 0°C daalt
De ontwasemingsfunctie werkt mogelijk niet, ook niet als op wordt
gedrukt.
Geuren ventilatie en airconditioning
Zet de airconditioning in de buitenluchtmodus om frisse lucht binnen te
laten.
Tijdens het gebruik kunnen verschillende geuren van binnen en buiten de
auto in het airconditioningsysteem terechtkomen. Dit kan tot gevolg hebben
dat de lucht die uit de uitstroomopeningen komt niet lekker ruikt.
Het voorkomen van mogelijke geuren:
We raden u aan het airconditioningsysteem in de buitenluchtmodus te
zetten voordat u de motor uitschakelt.
Mogelijk wordt het inschakelen van de aanjager even vertraagd direct
nadat de airconditioning in de stand AUTO wordt ingeschakeld.
De airconditioning blijft in werking als de motor is uitgezet door het Stop
& Start-systeem (auto's met Stop & Start-systeem)
Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem, worden de koel-, ver-
warmings- en ontvochtigingsfuncties uitgeschakeld en blaast het systeem
alleen lucht die op omgevingstemperatuur is. Het blazen van lucht die op
omgevingstemperatuur is, kan eveneens stoppen. Druk op de uitschakeltoets
van het Stop & Start-systeem om te voorkomen dat de airconditioning wordt
uitgeschakeld.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 399 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
400
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Als de voorruit beslagen is en de motor is uitgezet door het Stop & Start-
systeem (auto's met Stop & Start-systeem)
Druk op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem om de motor te star-
ten en schakel in om de voorruit te ontwasemen. Druk op
om de motor te starten en de voorruit te ontwasemen.
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uitschakeltoets van het Stop & Start-
systeem en gebruik het Stop & Start-systeem niet.
Wanneer er een geur vrijkomt uit de airconditioning als de motor is uit-
gezet door het Stop & Start-systeem (auto's met Stop & Start-systeem)
Druk op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem om de motor weer te
starten.
Interieurfilter
Blz. 487
WAARSCHUWING
Voorkomen dat de voorruit beslaat
Gebruik niet in combinatie met koele lucht bij zeer vochtig
weer. Het verschil tussen de buitentemperatuur en de temperatuur van de
voorruit zorgt ervoor dat de buitenkant van de voorruit beslaat, waardoor
het zicht wordt belemmerd.
Voorkomen van brandwonden
Raak het spiegeloppervlak van de buitenspiegels niet aan wanneer de
buitenspiegelverwarming is ingeschakeld.
Raak het onderste deel van de voorruit en de gedeeltes bij de voorstijlen
niet aan wanneer de voorruitverwarming is ingeschakeld. (auto's met
voorruitverwarming)
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de accu
Laat de airconditioning niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk is als de
motor niet draait.
Plaats geen voorwerpen op het dash-
board die de uitstroomopeningen kun-
nen bedekken. Anders raakt de
luchtstroom mogelijk geblokkeerd,
waardoor de voorruitverwarming de
voorruit niet kan ontwasemen.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 400 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
401
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6
Voorzieningen in het interieur
Extra verwarming
Aan/uit
De extra verwarming gaat onge-
veer 30 seconden nadat op de
toets gedrukt wordt werken, en het
duurt nog ongeveer 55 seconden
voordat hij volledig is opgewarmd.
De extra verwarming kan worden bediend als
De motor draait.
De buitentemperatuur laag is.
De koelvloeistoftemperatuur laag is.
Normale verschijnselen bij werking van de extra verwarming
De volgende omstandigheden duiden niet op een storing.
Als de extra verwarming in- of uitgeschakeld wordt, kan enige witte rook of
een lichte geur vrijkomen uit de onder de vloer geplaatste uitlaat.
Bij het gebruik onder extreem koude omstandigheden kan tevens wat con-
dens uit de uitlaat komen.
Het is mogelijk dat gedurende 2 minuten nadat de extra verwarming is uit-
geschakeld in de motorruimte een geluid hoorbaar is.
Als de verwarming is uitgeschakeld
Het verdient aanbeveling om de extra verwarming niet binnen 10 minuten
opnieuw in te schakelen nadat u deze uitgeschakeld hebt. Anders kan de
extra verwarming geluid maken wanneer deze werkt.
Bij het tanken
De motor moet zijn afgezet. Wanneer u de motor afzet, wordt de extra ver-
warming uitgeschakeld.
: Indien aanwezig
Deze zorgt ervoor dat het interieur van de auto warm blijft onder
koude omstandigheden.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 401 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
402
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Brandwonden of schade aan uw auto voorkomen
OPMERKING
Schade aan de auto voorkomen
Schakel de extra verwarming niet herhaaldelijk in en uit binnen een tijdsin-
terval van 5 minuten omdat dat de levensduur kan verkorten. Zet de toets
van de extra verwarming uit als de motor vaak opnieuw gestart wordt
(zoals bij bezorgingen).
Voer geen veranderingen uit aan de extra verwarming zonder eerst een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige te raadplegen. Dit kan een
defect aan het verwarmingselement of zelfs brand veroorzaken.
Mors geen water of andere vloeistoffen op het verwarmingselement en de
brandstofpomp van de verwarming. Hierdoor kan de extra verwarming
defect raken.
Houd de in- en uitlaat van de verwarming vrij van water, sneeuw, ijs, mod-
der, enz. Wanneer deze verstopt raken, kan de verwarming niet meer
goed werken.
Als u iets ongewoons opvalt, zoals een vloeistoflek, rook of een slechte
werking, schakel dan de extra verwarming uit en laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Raak de verwarming en de uitlaat niet
aan omdat deze heet zijn.
Houd brandbare materialen zoals
brandstof weg van de verwarming en de
uitlaat. Hierdoor kan brand ontstaan.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 402 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
403
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6
Voorzieningen in het interieur
Stoelverwarming
Auto's met linkse besturing:
bestuurdersstoel
Auto met rechtse besturing:
voorpassagiersstoel
Auto met linkse besturing: voor-
passagiersstoel
Auto's met rechtse besturing:
bestuurdersstoel
Aan
Het controlelampje gaat branden.
Instellen van de temperatuur van de stoel
Draai de knop omhoog om de temperatuur te verhogen.
De stoelverwarming kan worden gebruikt als
Het contact AAN staat.
: Indien aanwezig
1
2
3
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig wanneer iemand uit onderstaande categorieën in con-
tact komt met de stoelen wanneer de verwarming is ingeschakeld:
Baby's, kleine kinderen, oudere personen, zieken en gehandicapten
Personen met een gevoelige huid
Personen die oververmoeid zijn
Personen die alcohol hebben gedronken of personen die rustgevende
medicijnen (slaapmiddel, middel tegen verkoudheid, enz.) hebben
gebruikt
Neem, om de kans op brandwonden of oververhitting te beperken, de vol-
gende voorzorgsmaatregelen in acht:
Bedek de stoel niet met een kleed of kussen als de stoelverwarming in
gebruik is.
Gebruik de stoelverwarming niet langer dan noodzakelijk is.
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 403 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
404
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
OPMERKING
Plaats geen zware voorwerpen met een ongelijkmatig oppervlak op de
stoel en leg geen scherpe voorwerpen (naalden, punaises, enz.) op de
stoel.
Gebruik de stoelverwarming niet wanneer de motor is uitgeschakeld, om
te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 404 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
405
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6
Voorzieningen in het interieur
Overzicht interieurverlichting
Leeslampjes (Blz. 406)
Leeslampjes/interieurverlichting (Blz. 406)
Contactslotverlichting (indien aanwezig)
Voetenruimteverlichting (indien aanwezig)
Verlichting opbergvak
Instapverlichting voorportier
1
2
3
4
5
6
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 405 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
406
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Stand DOOR
De leeslampjes/interieurverlichting gaan branden als een portier wordt
geopend. De verlichting gaat uit als de portieren worden gesloten.
OFF
De leeslampjes/interieurverlichting kunnen afzonderlijk worden in- of uitge-
schakeld.
Aan/uit
De leeslampjes/interieurverlichting
gaan branden/doven wanneer een
portier wordt geopend/gesloten
wanneer de hoofdschakelaar van
de leeslampjes/interieurverlichting
in de stand DOOR staat.
Aan/uit
De leeslampjes gaan branden/
doven wanneer een portier wordt
geopend/gesloten wanneer de
hoofdschakelaar van de leeslamp-
jes/interieurverlichting in de stand
DOOR staat.
Hoofdschakelaar leeslampjes/interieurverlichting
Auto's zonder inbraaksensor Auto's met inbraaksensor
Leeslampjes/interieurverlichting
1
2
Leeslampjes
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 406 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
407
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6
Voorzieningen in het interieur
Instapverlichting
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
De verlichting wordt automatisch in-/uitgeschakeld afhankelijk van de stand
van het contact, het vergrendeld/ontgrendeld zijn van de portieren en het
geopend/gesloten zijn van de portieren.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
De verlichting wordt automatisch in-/uitgeschakeld afhankelijk van de stand
van het contact, de aanwezigheid van de elektronische sleutel, het vergren-
deld/ontgrendeld zijn van de portieren en het geopend/gesloten zijn van de
portieren.
Voorkomen dat de accu te ver ontladen raakt
Als de volgende verlichting blijft branden nadat het contact UIT is gezet, gaat
de verlichting na 20 minuten automatisch uit:
Leeslampjes
Leeslampjes/interieurverlichting
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. de tijd die verstrijkt voordat de verlichting uitgaat) kun-
nen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
Blz. 632)
OPMERKING
Laat de verlichting niet langer branden dan noodzakelijk is als de motor niet
draait, om ontladen van de accu te voorkomen.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 407 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
408
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Overzicht van opbergmogelijkheden
*: Indien aanwezig
Muntenvak
Dakconsole
*
Dashboardkastje
Fleshouders
Bekerhouders
*
Consolevak
Bekerhouders
WAARSCHUWING
Laat geen brillen, aanstekers of spuitbussen in de opbergvakken liggen.
Als u dat wel doet, kan dat bij hoge temperaturen leiden tot het volgende:
Brillen kunnen vervormen als de temperatuur in de auto te hoog oploopt
of barsten als ze in contact komen met andere voorwerpen.
Aanstekers en spuitbussen kunnen exploderen. Als ze in contact
komen met andere voorwerpen, kunnen aanstekers vlam vatten en
kunnen spuitbussen gas gaan lekken, waardoor brand kan ontstaan.
Houd de deksels gesloten tijdens het rijden of als de opbergvakken niet in
gebruik zijn.
Bij plotseling remmen of uitwijken kan letsel ontstaan doordat een inzit-
tende wordt geraakt door de open klep of door voorwerpen in het opberg-
vak.
1
2
3
4
5
6
7
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 408 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
409
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6
Voorzieningen in het interieur
Auto's met linkse besturing
Trek de hendel omhoog om het
dashboardkastje te openen.
Auto's met rechtse besturing
Het dashboardkastje kan worden geopend door aan de handgreep te
trekken, en kan worden vergrendeld en ontgrendeld met behulp van
de sleutel.
Openen
Vergrendelen
Ontgrendelen
De verlichting van het dashboardkastje gaat branden als de achterlichten
branden.
Dashboardkastje
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 409 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
410
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Auto's met consolevak met dek-
sel:
Trek de hendel omhoog om het
slot te ontgrendelen.
Verschuif de armsteun.
Trek de hendel omhoog en til
de armsteun op om het deksel
te openen.
Druk op het deksel.
De dakconsole is handig voor het
tijdelijk opbergen van kleine voor-
werpen.
Consolevak
1
2
3
Dakconsole (indien aanwezig)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 410 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
411
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6
Voorzieningen in het interieur
Bekerhouders
Fleshouders
Bekerhouders/fleshouders
Type A voor Type B voor
Auto's met bekerhouderdeksel:
Open het deksel om de bekerhou-
ders te kunnen gebruiken.
Auto's met consolevak met dek-
sel:
Verschuif de armsteun.
Achter (indien aanwezig)
Klap de armsteun naar beneden
en open het deksel.
Voor Achter
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 411 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
412
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
De bekerhouder voor (type B) kan worden verplaatst
Wanneer een fles wordt opgeborgen in de fleshouder
Sluit de kap.
De fles kan mogelijk niet worden opgeborgen als gevolg van de grootte of
vorm ervan.
De houder kan worden verplaatst door
deze vooruit of achteruit te schuiven.
WAARSCHUWING
Zet niets anders in de bekerhouders dan bekers of blikjes.
Andere voorwerpen kunnen bij een aanrijding of sterk afremmen naar bui-
ten worden geslingerd en letsel veroorzaken. Dek indien mogelijk warme
dranken af om verbranding te voorkomen.
Zet niets anders dan flessen in de fleshouders.
Andere voorwerpen kunnen bij een ongeval of plotseling remmen naar
buiten worden geslingerd en letsel veroorzaken.
OPMERKING
Berg, om schade aan de bekerhouders achter te voorkomen, de beker-
houders op alvorens de armsteun in te klappen.
Plaats geen flessen zonder dop of glazen of papieren bekers met vloeistof
in de bekerhouders. De inhoud kan gemorst worden en het glas kan bre-
ken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 412 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
413
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6
Voorzieningen in het interieur
Trek de hendel omhoog.
Muntenvak
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 413 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
414
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Voorzieningen bagageruimte (sedan)
In de bagageruimte zijn haken
aanwezig waaraan de bagage kan
worden vastgezet.
Bagagehaken (indien aanwezig)
WAARSCHUWING
Om letsel te voorkomen, dienen de bagagehaken altijd in de opbergpositie
te worden teruggezet wanneer ze niet worden gebruikt.
Riem voor vastzetten verbandtrommel
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 414 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
415
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6
Voorzieningen in het interieur
Trek de hendel omhoog om de
mat in de bagageruimte op te
tillen.
De hendel kan worden vastge-
haakt aan de rand van de baga-
geruimte.
Mat bagageruimte
1
2
OPMERKING
Laat de hendel van de mat niet vastgehaakt zitten aan de rand van de
bagageruimte. Hierdoor kan de mat beschadigd raken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 415 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
416
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Voorzieningen bagageruimte (wagon)
Klap de haken omhoog om ze te gebruiken.
In de bagageruimte zijn haken aanwezig waaraan de bagage kan worden
vastgezet.
De bagagehaken kunnen worden verplaatst (auto's met rail in de baga-
geruimte)
Bagagehaken (indien aanwezig)
Auto's zonder rails in de baga-
geruimte
Auto's met rails in de bagage-
ruimte
Houd de knop in het midden ingedrukt om
de bagagehaken vooruit of achteruit te
verplaatsen.
WAARSCHUWING
Om letsel te voorkomen, dienen de bagagehaken altijd in de opbergpositie
te worden teruggezet wanneer ze niet worden gebruikt.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 416 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
417
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6
Voorzieningen in het interieur
Voor
Trek de voorste afdekplaat
omhoog.
Achter
Trek de hendel omhoog om de
voorste afdekplaat op te tillen.
Druk de achterste afdekplaat
omlaag.
Zijkant
Til de linker of rechter afdekplaat
op.
Extra opbergvak
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 417 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
418
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
De afdekplaat aan de zijkant kan
worden gebruikt om de bagage-
ruimte af te scheiden.
Trek het zijpaneel van de bagage-
ruimte omhoog om het te verwij-
deren.
Gebruik van de bagageafdekking
Rol de bagageafdekking uit en
bevestig hem aan de haakjes.
WAARSCHUWING
Bij het optillen/verwijderen van de afdekplaten
Plaats niets op de afdekplaten wanneer u de afdekplaat optilt/laat zakken.
Anders kunnen uw vingers bekneld raken of kan een ongeval ontstaan met
letsel als gevolg.
Tijdens het rijden
Rijd niet als de afdekplaten geopend zijn. Er kunnen voorwerpen uit vallen,
waardoor inzittenden letsel kunnen oplopen.
Zijpaneel bagageruimte (indien aanwezig)
Bagageafdekking (indien aanwezig)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 418 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
419
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6
Voorzieningen in het interieur
Verwijderen van de bagageafdekking
De bagageafdekking kan worden verwijderd aan de hand van
onderstaande procedure.
Trek aan de ontgrendelings-
hendel
Til de bagageafdekking
omhoog
Opbergen van de bagageafdekking (auto's zonder rail in de bagage-
ruimte)
1
2
Verwijder de afdekplaten aan de zijkant
en open de achterste afdekplaat.
Verplaats de ontgrendelingshendel naar
de linkerzijde van het extra opbergvak
en bevestig deze in het extra opberg-
vak.
Trek de voorste rand van de bagageaf-
dekking een stukje uit en vouw de
afdekking naar voren om deze op te
bergen.
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 419 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
420
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Open de klep.
Trek het net naar buiten en
maak de linker en rechter haak-
jes vast aan de bevestigings-
punten.
WAARSCHUWING
Plaatsen/opbergen van de bagageafdekking
Controleer of de bagageafdekking veilig geplaatst/opgeborgen is. Als dit
niet het geval is, kunnen de inzittenden bij plotseling remmen of een aanrij-
ding ernstig letsel oplopen.
Waarschuwing met betrekking tot de bagageafdekking
Leg geen voorwerpen op de bagageafdekking om ernstig letsel te voorko-
men.
Laat kinderen niet op de bagageafdekking klimmen. Dit kan leiden tot
beschadiging van de bagageafdekking, en mogelijk tot ernstig letsel bij het
kind.
Bagagenet (indien aanwezig)
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 420 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
421
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6
Voorzieningen in het interieur
Het bagagenet kan worden verwijderd aan de hand van onderstaande
procedure.
Druk op de ontgrendelknop
Til de bagageafdekking om-
hoog
Opbergen van het bagagenet (auto's zonder rail in de bagageruimte)
Verwijderen van het bagagenet
1
2
Verwijder de afdekplaten aan de zijkant
en open de achterste afdekplaat.
Verplaats de haak van het bagagenet
naar voren en naar beneden en beves-
tig het bagagenet in het extra opberg-
vak.
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 421 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
422
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Bij gebruik van het bagagenet
Voorzorgsmaatregelen bij het vervoer van goederen
Het bagagenet is niet ontworpen om de passagiers en de bestuurder te
beschermen tegen bagage die in de bagageruimte wordt vervoerd en weg
kan worden geslingerd. Bagage moet altijd goed worden vastgemaakt, zelfs
wanneer het bagagenet wordt gebruikt.
Controleer of de haken op de juiste
manier vastzitten in de bevestigingspun-
ten. Als dit niet het geval is, kunnen de
inzittenden bij plotseling remmen of een
aanrijding ernstig letsel oplopen.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 422 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
423
6-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6
Voorzieningen in het interieur
Overige voorzieningen in het interieur
Klap de zonneklep omlaag om
deze in de vooruitgerichte
stand te zetten.
Klap de zonneklep omlaag,
maak de klep los en draai deze
naar de zijkant om de zonne-
klep in de zijdelingse stand te
zetten.
Verschuif het klepje om de spiegel
te openen.
De verlichting gaat branden als het
afdekklepje opzij geschoven wordt.
Als de make-upverlichting aan wordt gelaten wanneer het contact UIT wordt
gezet, gaat de verlichting na 20 minuten automatisch uit.
Zonnekleppen
1
2
Make-upspiegel
OPMERKING
Laat de make-upverlichting niet te lang branden als de motor niet draait, om
ontladen van de accu te voorkomen.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 423 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
424
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
Gebruik deze als voeding voor elektronische accessoires die minder
dan 12 V gelijkstroom/10 A verbruiken (stroomverbruik van 120 W).
De accessoireaansluiting kan worden gebruikt als
Het contact in stand ACC of AAN staat.
Accessoireaansluiting
OPMERKING
Sluit de accessoireaansluiting af met het kapje als de aansluiting niet in
gebruik is om schade aan de accessoireaansluiting te voorkomen.
Vreemde voorwerpen of vloeistoffen die in de accessoireaansluiting
terechtkomen, kunnen kortsluiting veroorzaken.
Gebruik de accessoireaansluiting niet langer dan noodzakelijk is als de
motor niet draait, om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 424 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
425
6-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6
Voorzieningen in het interieur
Klap de armsteun omlaag om
deze te kunnen gebruiken.
Armsteun
OPMERKING
Plaats geen al te zware last op de armsteun om schade aan de armsteun te
voorkomen.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 425 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
426
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
Lange voorwerpen kunnen in de auto worden vervoerd door het ski-
luik in de leuning van de achterstoelen te openen.
Klap de armsteun omlaag.
Open het deksel van het skiluik.
Bagageruimte/skiluik (indien aanwezig)
1
2
WAARSCHUWING
Controleer of het skiluik gesloten is wanneer dit niet wordt gebruikt.
Anders kunnen er bij een aanrijding of sterk afremmen voorwerpen uit de
bagageruimte in de cabine terechtkomen, waardoor letsel kan ontstaan.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 426 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
427
6-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6
Voorzieningen in het interieur
Het zonnescherm van het panoramadak kan met behulp van de scha-
kelaars in de dakconsole worden geopend en gesloten.
Sluiten
Druk licht op de schakelaar om het
schuifdak halverwege te stoppen.
Openen
Druk licht op de schakelaar om het
schuifdak halverwege te stoppen.
Het zonnescherm van het panoramadak kan worden bediend als
Het contact AAN staat.
Klembeveiliging
Als tijdens het sluiten een object bekneld raakt tussen het zonnescherm van
het panoramadak en het frame, stopt de beweging en wordt het zonne-
scherm weer iets geopend.
Als het zonnescherm van het panoramadak niet automatisch gesloten
kan worden
Als de schakelaar wordt ingedrukt, kan het zonnescherm van het panorama-
dak automatisch gesloten worden. Als de automatische functie niet werkt ter-
wijl het zonnescherm van het panoramadak gesloten is, de schakelaar
ingedrukt houden en het zonnescherm volledig openen. Vervolgens kan de
automatische functie weer worden gebruikt.
Zonnescherm panoramadak (wagon) (indien aanwezig)
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 427 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
428
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
WAARSCHUWING
Sluiten van het zonnescherm van het panoramadak
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kan er ernstig letsel ontstaan.
Controleer of geen van de inzittenden een lichaamsdeel naar buiten steekt
dat bekneld zou kunnen raken als het zonnescherm van het panoramadak
bediend wordt.
Laat het zonnescherm van het panoramadak niet bedienen door kinderen.
Het bekneld raken tussen het dak en het zonnescherm van het panorama-
dak kan ernstig letsel veroorzaken.
Klembeveiliging
Steek geen lichaamsdelen in de opening om te proberen of de klembevei-
liging werkt.
Het is mogelijk dat de klembeveiliging niet meer werkt als het zonne-
scherm van het panoramadak bijna gesloten is.
Voorkomen van brandwonden en letsel
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Hoewel er een klembeveiliging is geïnstalleerd, moet u altijd controleren of
de handen en hoofden van de passagiers niet bekneld kunnen raken als
het zonnescherm van het panoramadak sluit. Zorg dat uw vingers niet in
het dak bekneld raken, aangezien de klembeveiliging mogelijk niet werkt
vlak voordat het volledig sluit.
Het openen of sluiten van het zonnescherm van het panoramadak kan
worden onderbroken door op de schakelaar te drukken.
Als het zonnescherm van het panoramadak niet sluit (bijvoorbeeld door
een storing in de klembeveiliging), kan het zonnescherm worden gesloten
door de schakelaar ingedrukt te houden.
De klembeveiliging kan in werking treden als een belasting of schok, gelijk
aan de kracht die optreedt als een voorwerp in het zonnescherm bekneld
raakt, wordt uitgeoefend door omgevings- of rijomstandigheden.
Als de auto gedurende langere tijd wordt blootgesteld aan direct zonlicht,
kan de onderzijde van het dak heet worden. Raak de onderdelen in de
opening tussen de onderzijde van het dak en het zonnescherm niet aan, u
zou zich kunnen branden.
Raak geen ruwe of scherpe onderdelen van de onderzijde van het dak
aan, omdat u zich dan zou kunnen verwonden.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 428 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
429
6-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6
Voorzieningen in het interieur
De handgrepen achter zijn voor-
zien van kledinghaakjes.
Een handgreep aan het dak kan
ter ondersteuning van uw lichaam
worden gebruikt wanneer u zit.
Kledinghaakjes
WAARSCHUWING
Hang geen kleerhangers, harde voorwerpen of voorwerpen met scherpe
punten aan het kledinghaakje. Als de curtain airbags geactiveerd worden,
kunnen deze voorwerpen projectielen worden en ernstig letsel veroorzaken.
Handgrepen
WAARSCHUWING
Gebruik de handgreep niet bij het in- of uitstappen of bij het opstaan vanaf
uw zitplaats.
OPMERKING
Hang geen zware voorwerpen aan de handgreep en belast de greep niet
overmatig, om schade aan de handgreep te voorkomen.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 429 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
430
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
6-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 430 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
431
7
Onderhoud en verzorging
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen
van het exterieur van
uw auto............................432
Reinigen en beschermen
van het interieur van
uw auto............................436
7-2. Onderhoud
Onderhoud en reparatie.....439
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij
zelf uit te voeren
onderhoud .......................442
Motorkap............................446
Plaatsen van
de garagekrik...................448
Motorruimte........................449
Banden ..............................464
Bandenspanning................482
Velgen................................484
Interieurfilter.......................487
Batterij afstandsbediening/
elektronische sleutel........489
Controleren en vervangen
van zekeringen ................492
Lampen..............................497
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 431 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
432
7-1. Onderhoud en verzorging
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Reinigen en beschermen van het exterieur
van uw auto
Spoel de auto van boven naar beneden af met veel water en verwij-
der zo vuil en stof van de carrosserie, uit de wielkasten en van de
onderkant van de auto.
Was de auto met een spons of een zachte doek (bijv. een zeem-
lap).
Verwijder hardnekkige vlekken met een autowasmiddel en spoel
grondig af met water.
Veeg overtollig water weg.
Wanneer het water niet meer in druppels op de lak blijft liggen,
moet de auto opnieuw in de was worden gezet.
Zet de auto alleen in de was als de carrosserie is afgekoeld.
Wassen in de wasstraat
Zorg ervoor dat de buitenspiegels zijn ingeklapt en verwijder de antenne
(korte antenne) voordat u van een wasstraat gebruikmaakt. Begin met was-
sen vanaf de voorzijde van de auto. Vergeet niet vóór het rijden de antenne
(korte antenne) weer te plaatsen en de buitenspiegels uit te klappen.
Sommige borstels in wasstraten kunnen krassen veroorzaken, waardoor de
lak van uw auto wordt beschadigd.
Auto's met ruitenwissers met regensensor: Zet de ruitenwissers uit voordat
u de auto gaat wassen.
Hogedrukreinigers
Zorg ervoor dat de sproeiers van de wasstraat zich zo ver mogelijk bij de
ruiten vandaan bevinden.
Controleer voordat u de wasstraat gebruikt of de tankdopklep van uw auto
goed gesloten is.
Voer het volgende uit om uw auto te beschermen en in perfecte
staat te houden:
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 432 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
433
7-1. Onderhoud en verzorging
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Lichtmetalen velgen (indien aanwezig)
Verwijder vuil onmiddellijk met een neutraal reinigingsmiddel. Gebruik geen
harde borstels of schuurmiddelen. Gebruik geen sterke of bijtende oplos-
middelen.
Gebruik hetzelfde neutrale reinigingsmiddel en dezelfde was als die
gebruikt wordt voor de carrosserie.
Reinig de velgen niet met reinigingsmiddelen als de velgen, bijvoorbeeld na
een lange rit bij warm weer, nog warm zijn.
Spoel het reinigingsmiddel op de velgen direct na het gebruik af.
Bumpers en zijlijsten
Gebruik geen schuurmiddelen.
WAARSCHUWING
Bij het wassen van de auto
Zorg dat er geen water in de motorruimte komt. Dit kan brand in de elektri-
sche componenten, enz. veroorzaken.
Waarschuwing met betrekking tot de uitlaat
Uitlaatgassen zorgen ervoor dat de uitlaatpijp tamelijk heet wordt.
Raak wanneer u de auto wast de uitlaatpijp niet aan totdat deze voldoende
is afgekoeld, aangezien het aanraken van een hete uitlaatpijp brandwonden
kan veroorzaken.
Bij het wassen van de voorruit (auto's met regensensor)
Wanneer het bovenste deel van de voorruit waar de regensensor is
geplaatst met de hand wordt aangeraakt
Wanneer een natte doek of iets dergelijks in de buurt van de regensensor
wordt gehouden
Als iets tegen de voorruit stoot
Als u het regensensorhuis aanraakt of als iets in aanraking komt met de
regensensor
Zet de ruitenwisserschakelaar in de
stand OFF.
Als de ruitenwisserschakelaar in de
stand AUTO staat, kunnen de ruitenwis-
sers in de volgende gevallen onverwacht
in werking treden. Hierdoor kunnen uw
handen bekneld raken en kunt u ernstig
letsel oplopen, en hierdoor kunnen de
ruitenwisserbladen beschadigd raken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 433 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
434
7-1. Onderhoud en verzorging
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
OPMERKING
Aantasting van de lak en corrosie van de carrosserie en onderdelen
(lichtmetalen velgen, enz.) voorkomen
Was de auto zo spoedig mogelijk:
Na het rijden in een kustgebied
Na het rijden over gepekelde wegen
Als er zich teer of boomsappen op de lak bevinden
Als er zich dode insecten, insecten- of vogelpoep op de lak bevinden
Na het rijden in gebieden waar sprake is van veel rook, stof, ijzerdeel-
tjes of chemische stoffen
Als de auto erg vuil is geworden van stof of modder
Als er brandstof op de lak is gemorst
Als de lak is geschilferd of bekrast, laat deze dan direct herstellen.
Verwijder vuil van de velgen en berg ze op een droge plaats op om te
voorkomen dat de velgen tijdens de opslag gaan corroderen.
Schoonmaken van de verlichting aan de buitenzijde
Was deze met de nodige voorzichtigheid. Gebruik geen organische oplos-
middelen en borstel ze ook niet af met een harde borstel.
Dit kan het oppervlak van de lampen beschadigen.
Breng geen was aan op de lenzen.
Was kan het lampglas beschadigen.
Voorzorgsmaatregelen bij het plaatsen en verwijderen van de antenne
(korte antenne)
Controleer voordat u gaat rijden of de antenne geplaatst is.
Zorg ervoor dat als de antenne wordt verwijderd, bijvoorbeeld voordat de
auto door een wasstraat wordt gereden, de antenne op een geschikte
plaats wordt opgeborgen zodat deze niet wegraakt. Plaats voor u wegrijdt
de antenne weer in de oorspronkelijke positie.
Voorkomen van beschadiging van de ruitenwisserarmen voor
Trek eerst de ruitenwisserarm aan de bestuurderszijde omhoog en daarna
die aan de passagierszijde. Begin, als u de ruitenwisserarmen weer in hun
oorspronkelijke stand terugzet, aan de passagierszijde.
Wassen in een autowasstraat (auto's met ruitenwissers met regensen-
sor)
Zet de ruitenwisserschakelaar in stand OFF. Als de ruitenwisserschakelaar
in stand AUTO staat, kunnen de ruitenwissers in werking treden waardoor
de ruitenwisserbladen beschadigd kunnen raken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 434 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
435
7-1. Onderhoud en verzorging
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
OPMERKING
Reinigen met een hogedrukreiniger
Houd de sproeierkop uit de buurt van de volgende onderdelen en hoezen
(rubberen of kunststof afdekkingen) of stekkers. Wanneer onderdelen in
aanraking komen met sterke waterstralen, kunnen ze beschadigd raken.
Aan tractie gerelateerde onderdelen
Onderdelen stuurinrichting
Onderdelen wielophanging
Onderdelen remsysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 435 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
436
7-1. Onderhoud en verzorging
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Reinigen en beschermen van het interieur
van uw auto
Verwijder vuil en stof met een stofzuiger. Veeg vuile oppervlakken
schoon met een in lauw water gedompelde doek.
Verwijder vuil en stof met een stofzuiger.
Veeg overtollig vuil en stof weg met een zachte doek die is bevoch-
tigd met een verdund reinigingsmiddel.
Gebruik sop met ongeveer 5% wolreinigingsmiddel.
Verwijder alle sporen van het reinigingsmiddel grondig met een
schone, vochtige doek.
Veeg daarna het resterende vocht van het leder af met een droge,
schone doek. Laat de lederen bekleding drogen in een geventi-
leerde ruimte in de schaduw.
Verwijder los vuil met een stofzuiger.
Maak kunstlederen bekleding schoon met een spons of zachte
doek met een mild zeepsop.
Laat het sop enkele minuten inwerken. Verwijder het vuil en veeg
het sop weg met een schone, droge doek.
Voer het volgende uit om het interieur van uw auto te bescher-
men en in perfecte staat te houden:
Beschermen van het interieur
Schoonmaken van lederen bekleding
Schoonmaken van kunstleder
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 436 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
437
7-1. Onderhoud en verzorging
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Onderhoud van lederen bekleding
Om het leder in een goede conditie te houden, raadt Toyota u aan het twee
keer per jaar schoon te maken.
Schoonmaken van de vloerbedekking
Er zijn verschillende reinigingsmiddelen op schuimbasis in de handel verkrijg-
baar. Gebruik een spons of een borstel om het schuim aan te brengen. Wrijf
met elkaar overlappende cirkels. Gebruik geen water. Veeg vuile oppervlak-
ken schoon en laat ze drogen. Het beste resultaat wordt verkregen als de
vloerbedekking zo droog mogelijk wordt gehouden.
Veiligheidsgordels
Maak de veiligheidsgordels schoon met een mild sop, lauw water en een
doek of spons. Controleer ook de gordels regelmatig op overmatige slijtage,
rafels en scheuren.
WAARSCHUWING
Water in de auto
Mors geen vloeistof in het interieur van de auto. Anders kunnen de elektri-
sche onderdelen en dergelijke defect raken of vlam vatten.
Voorkom dat onderdelen of de bedrading van het SRS in het interieur nat
worden. (Blz. 40)
Een elektrische storing kan ervoor zorgen dat de airbags worden geacti-
veerd of niet op de juiste wijze werken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
Reinigen van het interieur (met name het dashboard)
Gebruik geen autowas of lakcleaner. Het dashboard kan in de voorruit wor-
den weerkaatst; hierdoor kan het gezichtsveld van de bestuurder worden
belemmerd wat een ernstig ongeval tot gevolg kan hebben.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 437 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
438
7-1. Onderhoud en verzorging
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
OPMERKING
Reinigingsmiddelen
Gebruik de volgende reinigingsmiddelen niet, omdat ze verkleuring van
het interieur of strepen en beschadigingen van gelakte oppervlakken kun-
nen veroorzaken:
Behalve de stoelen: Organische reinigingsmiddelen zoals wasbenzine
en terpentine, alkalische of zuurhoudende middelen, textielverf en
bleekmiddel
Stoelen: Alkalische en zuurhoudende middelen, zoals thinner, wasben-
zine en alcohol
Gebruik geen autowas of lakcleaner. Het dashboard of andere gelakte
delen van het interieur kunnen beschadigd raken.
Voorkomen van beschadiging van lederen bekleding
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om beschadiging en
vroegtijdige slijtage van lederen bekleding te voorkomen.
Verwijder stof en vuil onmiddellijk van de bekleding.
Stel de auto niet langdurig bloot aan direct zonlicht. Parkeer uw auto in de
schaduw, vooral bij warm weer.
Leg geen vinyl of plastic voorwerpen of artikelen die was bevatten op de
bekleding, aangezien ze bij hoge temperaturen in het interieur mogelijk
aan het leer vast blijven kleven.
Water op de vloerbedekking
Was de vloerbedekking van de auto niet met water.
Water dat in contact komt met elektrische onderdelen boven of onder de
vloerbedekking, kan schade aan de verschillende systemen van de auto
veroorzaken, bijvoorbeeld aan het audiosysteem. Water kan bovendien
roest aan de carrosserie veroorzaken.
Bij het reinigen van de binnenzijde van de voorruit (auto's met Toyota
Safety Sense)
Raak de sensor voor niet aan (Blz. 270).
Als de camera een kras heeft of wordt geraakt, werkt Toyota Safety Sense
mogelijk niet goed meer of veroorzaakt dit een storing.
Schoonmaken van de binnenzijde van de achterruit of de achterzijruit
rechts
Gebruik geen ruitenreiniger om de rechter achterzijruit (wagon) schoon te
maken. Hierdoor kunnen de draden van de achterruitverwarming en
antenne beschadigd raken. Veeg de ruit voorzichtig schoon met een doek
en lauw water. Veeg de ruit schoon in dezelfde richting als de verwar-
mingsdraden en antenne.
Voorkom beschadiging van de verwarmingsdraden en de antenne.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 438 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
439
7
7-2. Onderhoud
Onderhoud en verzorging
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Onderhoud en reparatie
Laat het onderhoud aan uw auto uitvoeren volgens het onderhouds-
schema.
Zie het onderhouds- en garantieboekje voor het onderhoudsschema.
Hoe zit het met zelf uit te voeren onderhoud?
Als u een beetje technisch inzicht en wat eenvoudig gereedschap hebt,
zijn veel onderhoudswerkzaamheden zelf uit te voeren.
Houd er echter rekening mee dat voor bepaalde werkzaamheden speciaal
gereedschap en kennis benodigd zijn. Dit soort werkzaamheden kunt u
beter overlaten aan een deskundig monteur. Zelfs als u een ervaren doe-
het-zelfmonteur bent, raden wij u aan om reparaties en onderhoud door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige uit te laten voeren. Een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur houdt de onderhoudshisto-
rie van uw Toyota bij, wat handig kan zijn als u ooit werkzaamheden moet
laten uitvoeren die onder de garantie vallen. Indien u de service- of onder-
houdswerkzaamheden door een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige dan een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur laat uitvoeren, raden wij u aan te vragen of de onderhoudshistorie kan
worden bijgehouden.
Om veilig en economisch te kunnen rijden is het van essentieel
belang dat uw auto goed verzorgd en onderhouden wordt.
Toyota raadt u aan uw auto als volgt te onderhouden.
Periodiek onderhoud
Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 439 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
440
7-2. Onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Waar naartoe voor goed onderhoud?
Om uw auto in de best mogelijke staat te houden, raadt Toyota u aan om alle
onderhoudswerkzaamheden, inspecties en reparaties te laten uitvoeren door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Laat door de garantie gedekte
reparaties en servicewerkzaamheden uitvoeren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur, die originele Toyota-onderdelen gebruikt. Er
kunnen ook voordelen aan zitten om niet door de garantie gedekte reparaties
en servicewerkzaamheden te laten uitvoeren door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur, omdat die u met zijn expertise kan helpen eventu-
ele problemen met uw auto op te lossen.
Uw erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of de serviceafdeling van
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voert alle
onderhoudswerkzaamheden aan uw auto betrouwbaar en tegen zo laag
mogelijke kosten uit, dankzij zijn ervaring met Toyota's.
Wanneer moet uw auto worden gerepareerd?
Wees attent op veranderingen in de prestaties en geluiden en op zichtbare
tekenen die erop wijzen dat onderhoud noodzakelijk is. Een paar belangrijke
aanwijzingen zijn:
De motor hapert, stottert of slaat over
Een merkbaar verlies aan trekkracht
Vreemde motorgeluiden
Lekkage onder de auto (na gebruik van de airconditioning is waterlekkage
echter normaal)
Verandering in het uitlaatgeluid (dit kan wijzen op een zeer gevaarlijk kool-
monoxidelek. Rijd met alle ruiten open en laat het uitlaatsysteem onmiddel-
lijk controleren).
Abnormaal zachte banden, ongewoon veel bandengepiep bij het nemen
van bochten of ongelijkmatige bandenslijtage
De auto trekt naar één kant, terwijl u rechtuitrijdt op een vlakke weg
Vreemde geluiden die kennelijk in verband staan met de bewegingen van
de wielophanging
Verlies van remkracht; “sponzig” aanvoelend rempedaal; het pedaal kan
bijna tot op de vloer worden ingetrapt; scheeftrekken van de auto bij rem-
men
Motortemperatuur voortdurend hoger dan normaal
Als u een van deze zaken merkt, laat dan uw auto zo snel mogelijk nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Mogelijk moet uw auto
afgesteld of gerepareerd worden.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 440 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
441
7-2. Onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
Wanneer uw auto niet volgens de voorschriften is onderhouden
Daardoor kan niet alleen de auto ernstige schade oplopen, maar ook ern-
stig letsel worden veroorzaakt.
Omgaan met de accu
Accupolen, aansluitingen en bijbehorende onderdelen bevatten lood. Een
loodvergiftiging kan een hersenbeschadiging veroorzaken. Was daarom na
werkzaamheden altijd uw handen. (Blz. 459)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 441 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
442
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te voeren
onderhoud
Als u zelf onderhoudswerkzaamheden en controles uitvoert,
dient u dit precies te doen zoals in dit hoofdstuk wordt beschre-
ven.
Onderwerp Benodigdheden
Toestand accu
(Blz. 459)
Warm water Zuiveringszout •Vet
Universele sleutel (voor de bouten van de accuka-
bels)
Koelvloeistof-
niveau
(Blz. 457)
Benzinemotor
Toyota Super Long Life Coolant of een gelijkwaar-
dige hoogwaardige koelvloeistof op basis van ethy-
leenglycol en organische zuren, zonder silicaat,
amine, nitriet of boraat. Toyota Super Long Life koel-
vloeistof is voorgemixt met 50% koelvloeistof en
50% gedestilleerd water.
Trechter (uitsluitend voor het bijvullen van koelvloei-
stof)
Dieselmotor
Originele Toyota Premium Long Life Coolant 1WW/
2WW of gelijkwaardig. Geconcentreerde originele
Toyota Premium Long Life Coolant 1WW/2WW moet
worden gemengd in de volgende verhouding: 50%
koelvloeistof en 50% gedemineraliseerd water.
Neem voor het gebruik van goedgekeurde koelvloei-
stof van vergelijkbare kwaliteit contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Trechter (uitsluitend voor het bijvullen van koelvloei-
stof)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 442 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
443
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Motoroliepeil
(Blz. 452)
Benzinemotor
Originele Toyota-motorolie of gelijkwaardig
Doek of poetspapier, trechter (uitsluitend voor het bij-
vullen van motorolie)
Dieselmotor
Originele Toyota-motorolie 5W-30 Premium Fuel
Economy voor 1WW/2WW motoren.
Neem voor het gebruik van goedgekeurde motorolie
van vergelijkbare kwaliteit contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Doek of poetspapier, trechter (uitsluitend voor het bij-
vullen van motorolie)
Zekeringen
(Blz. 492)
Zekering met dezelfde stroomsterkte als de oor-
spronkelijke zekering
Lampen
(Blz. 497)
Lamp met hetzelfde nummer en vermogen als het
oorspronkelijke exemplaar
Kruiskopschroevendraaier
Sleufkopschroevendraaier
Sleutel
Radiateur,
condensor en
intercooler
(Blz. 459)
Bandenspanning
(Blz. 482)
Bandenspanningsmeter Compressor
Ruitensproeier-
vloeistof
(Blz. 462)
Water of ruitensproeiervloeistof met antivries (voor
gebruik onder winterse omstandigheden)
Trechter
Onderwerp Benodigdheden
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 443 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
444
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
In de motorruimte bevinden zich allerlei mechanismen en vloeistoffen die plot-
seling in beweging kunnen komen, heet kunnen worden of elektrisch geladen
kunnen worden. Neem onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht om ern-
stig letsel te voorkomen.
Tijdens werkzaamheden in de motorruimte
Houd handen, kleding en gereedschap uit de buurt van de draaiende ven-
tilator en de aandrijfriem.
Raak de motor, de radiateur, het uitlaatspruitstuk en dergelijke niet aan als
de motor heet is. De olie en andere vloeistoffen kunnen ook heet zijn.
Laat geen brandbare voorwerpen, zoals een stuk papier of een doek, ach-
ter in de motorruimte.
Rook niet, veroorzaak geen vonken en voorkom open vuur in de buurt van
brandstof of de accu. De brandstof- en accudampen zijn licht ontvlambaar.
Wees uiterst voorzichtig als u aan de accu werkt. De accu bevat namelijk
het giftige en corrosieve zwavelzuur.
Wees voorzichtig, want remvloeistof is gevaarlijk voor uw handen en ogen
en kan gelakte oppervlakken beschadigen.
Als u remvloeistof op uw handen of in uw ogen krijgt, spoel ze dan onmid-
dellijk met schoon water.
Raadpleeg een arts als u last blijft houden.
Werkzaamheden bij de elektrische koelventilator of de radiateur
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Zorg ervoor dat het contact UIT staat.
Als het contact AAN staat, kan de elektrische koelventilator automatisch
worden ingeschakeld als de airconditioning aan is en/of als de koelvloeistof-
temperatuur te hoog wordt. (Blz. 459)
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Zorg ervoor dat het contact UIT staat.
Als het contact AAN staat, kan de elektrische koelventilator automatisch
worden ingeschakeld als de airconditioning aan is en/of als de koelvloeistof-
temperatuur te hoog wordt. (Blz. 459)
Veiligheidsbril
Draag een veiligheidsbril om uw ogen te beschermen tegen rondvliegend of
vallend materiaal, een straal vloeistof, enz.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 444 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
445
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
OPMERKING
Wanneer u het luchtfilter verwijdert
Rijden zonder luchtfilter kan leiden tot overmatige motorslijtage door vuil in
de inlaatlucht.
Als het remvloeistofniveau te laag of te hoog is
Het is normaal dat het remvloeistofniveau iets lager wordt door slijtage van
de remblokken of door een hoog vloeistofniveau in de accumulator.
Als het reservoir regelmatig moet worden bijgevuld, kan dit duiden op een
serieus probleem.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 445 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
446
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Motorkap
Trek aan de ontgrendelings-
hendel.
De motorkap zal iets omhoog
springen.
Breng de lip van de veiligheids-
haak omhoog en til de motor-
kap op.
De motorkap kan worden open-
gehouden door de steun in de
opening van de kap te zetten.
Ontgrendelen van de motorkap vanuit het interieur.
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 446 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
447
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
Controle voor het rijden
Controleer of de motorkap goed dicht en vergrendeld is.
Als de motorkap niet goed vergrendeld is, kan hij tijdens het rijden onver-
wacht opengaan, waardoor een ongeval kan ontstaan met mogelijk ernstig
letsel tot gevolg.
Na plaatsing van de steun in de opening
Zorg ervoor dat de steun goed in de opening zit als de motorkap openstaat,
om te voorkomen dat de motorkap op uw hoofd of lichaam valt.
OPMERKING
Bij het sluiten van de motorkap
Let erop de steun in het klemmetje te drukken alvorens de motorkap te slui-
ten. Als de motorkap wordt gesloten, terwijl de steun nog in de motorkap is
geplaatst, kan deze verbogen raken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 447 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
448
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Plaatsen van een garagekrik
Voor
Achter
Volg bij het gebruik van een garagekrik altijd de bij de krik gele-
verde handleiding en wees voorzichtig.
Krik de auto uitsluitend op met de garagekrik onder een van de
aangegeven kriksteunpunten. Als de auto wordt opgekrikt terwijl
de krik niet goed is geplaatst, kan de auto beschadigd raken of
van de krik vallen en ernstig letsel veroorzaken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 448 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
449
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Motorruimte
Benzinemotor
Sproeierreservoir (Blz. 462)
Koelvloeistofreservoir
(Blz. 457)
Motorolievuldop (Blz. 454)
Oliepeilstok
(Blz. 452)
Accu (Blz. 459)
Zekeringenkast (Blz. 492)
Elektrische koelventilator
Condensor (Blz. 459)
Radiateur (Blz. 459)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 449 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
450
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Dieselmotor
Sproeierreservoir (Blz. 462)
Koelvloeistofreservoir
(Blz. 457)
Motorolievuldop (Blz. 454)
Oliepeilstok
(Blz. 452)
Brandstoffilter (Blz. 463)
Zekeringenkast (Blz. 492)
Accu (Blz. 459)
Elektrische koelventilatoren
Condensor (Blz. 459)
Intercooler (Blz. 459)
Radiateur (Blz. 459)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 450 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
451
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Verwijderen van de afdekkap van de motorruimte
Plaatsen van de clips
Het middelste deel draaien
Het middelste deel omhoog
drukken
Insteken
Indrukken
Afdekkap motorruimte
1
2
3
4
OPMERKING
Na het plaatsen van een afdekkap motorruimte
Controleer of de afdekkap goed vastzit in zijn oorspronkelijke positie.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 451 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
452
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Controleer het oliepeil met behulp van de peilstok bij bedrijfswarme,
afgezette motor.
Controle van motorolie
Plaats de auto op een horizontale ondergrond. Wacht, nadat de
motor op bedrijfstemperatuur is gekomen en is afgezet, minstens
5 minuten om de olie de gelegenheid te geven naar het carter
terug te stromen.
Trek de peilstok uit de motor terwijl u een doek onder het uiteinde
houdt.
Veeg de peilstok met een schone doek af.
Platte peilstok: Steek de peilstok weer volledig in de motor.
Ronde peilstok: Steek de
peilstok weer volledig in de
motor met de uitstekende
delen ( in de afbeelding) in
de richting van de motor.
Motorolie
1
2
Benzinemotor Dieselmotor
3
4
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 452 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
453
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Trek de peilstok uit de motor en controleer het oliepeil terwijl u
een doek onder het uiteinde houdt.
Laag
Normaal
Te hoog
De vorm van de peilstok is afhankelijk van de uitvoering van de auto en
het motortype.
Veeg de peilstok af en steek deze helemaal terug in de houder.
5
1
2
3
Platte peilstok Ronde peilstok type A
Ronde peilstok type B
Meetzijde
6
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 453 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
454
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Motorolie bijvullen
Als het oliepeil onder het onderste merkteken of er net boven ligt,
moet u olie bijvullen van het type zoals hierna is vermeld, of van
hetzelfde type als waarmee de motor eerder werd gevuld.
Controleer welke kwaliteit
motorolie wordt voorgeschre-
ven en leg de benodigdheden
voor het bijvullen klaar.
Verwijder de olievuldop door deze linksom te draaien.
Giet beetje voor beetje motorolie in de vulopening en controleer
ondertussen het oliepeil steeds door middel van de peilstok.
Plaats de vuldop door deze rechtsom te draaien.
Olieverbruik
Er wordt tijdens het rijden een bepaalde hoeveelheid motorolie verbruikt. In
de volgende situaties neemt het olieverbruik mogelijk toe en moet er mogelijk
tussen de onderhoudsintervallen motorolie worden bijgevuld.
Als de motor nog nieuw is, bijvoorbeeld direct na aanschaf van de auto of
nadat de motor is vervangen
Als een lagere kwaliteit motorolie of motorolie met een verkeerde viscositeit
wordt gebruikt
Bij het rijden met hoge motortoerentallen, met een zwaar beladen auto, met
een aanhangwagen of bij veelvuldig optrekken en afremmen
Als de motor langdurig stationair draait, of bij veelvuldig rijden in druk ver-
keer
Keuze motorolie Blz. 608
Oliehoeveel-
heid
(Minimaal
maximaal)
Benzinemotor 1,5 l (1,6 qt., 1,3 Imp.qt.)
Dieselmotor 1,3 l (1,4 qt., 1,1 Imp.qt.)
Onderwerp Schone trechter
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 454 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
455
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Na het verversen van de motorolie (dieselmotor)
Het indicatiesysteem motorolie verversen moet worden gereset. Ga als volgt
te werk:
Ga op het display naar de informatie over het benodigde onderhoud
(Blz. 107) wanneer het contact AAN staat.
Zet het contact UIT.
Zet het contact AAN terwijl u de toets ODO/TRIP indrukt. De in de afbeel-
ding getoonde melding verschijnt op het display.
Houd de toets ingedrukt tot de dagteller 00000 aangeeft. Het systeem is
gereset.
Auto's met monochroomdisplay
Auto's met kleurendisplay
WAARSCHUWING
Afgewerkte motorolie
Afgewerkte motorolie bevat schadelijke stoffen die huidaandoeningen
zoals ontsteking of huidkanker kunnen veroorzaken. Wees daarom voor-
zichtig en vermijd langdurig en herhaaldelijk contact met de huid. Verwij-
der afgewerkte motorolie door goed met water en zeep te wassen.
Voer afgewerkte motorolie en gebruikte oliefilters op een veilige en accep-
tabele manier af. Gooi afgewerkte motorolie en gebruikte oliefilters nooit
weg in de vuilnisbak, in het riool of zomaar ergens. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur, een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige, tankstation of een automa-
terialenzaak voor meer informatie over recycling of afvoeren.
Houd motorolie buiten het bereik van kinderen.
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 455 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
456
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
OPMERKING
Voorkomen van ernstige schade aan de motor
Controleer regelmatig het oliepeil.
Bij het olie verversen of bijvullen
Let erop dat er geen motorolie op onderdelen van de auto terechtkomt.
Vul nooit te veel olie bij; het oliepeil mag nooit boven het bovenste merkte-
ken komen, aangezien de motor dan beschadigd kan raken.
Controleer na het olie verversen altijd het oliepeil met de peilstok.
Controleer of de olievuldop goed is vastgedraaid.
Motorolie (dieselmotor)
Wanneer u andere motorolie dan originele Toyota-motorolie 5W-30 Pre-
mium Fuel Economy voor 1WW/2WW motoren of een van de goedge-
keurde motoroliën gebruikt, kan de motor beschadigd raken.
Als originele Toyota-motorolie 5W-30 Premium Fuel Economy voor 1WW/
2WW motoren of een van de goedgekeurde motoroliën niet beschikbaar
zijn, kunt u maximaal 1 liter ACEA C3 gebruiken om bij te vullen. Alleen olie
met 0W-30, 5W-30, 0W-40 of 5W-40 is toegestaan. (Blz. 612)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 456 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
457
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Het koelvloeistofniveau is correct als het zich bij koude motor tussen
de streepjes FULL en LOW bevindt.
Dop reservoir
FULL (maximaal)
LOW (minimaal)
Als het niveau zich op of onder het LOW-streepje bevindt, moet koelvloei-
stof worden bijgevuld tot aan het FULL-streepje.
Koelvloeistof
1
2
3
Benzinemotor Dieselmotor
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 457 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
458
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Als het koelvloeistofniveau korte tijd na het bijvullen weer is gezakt:
Controleer de radiateur, de slangen, de dop van het koelvloeistofreservoir, de
aftapkraan en de waterpomp visueel.
Als u geen lek kunt vinden, laat dan een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige de druk op de dop nakijken en controleren op lekkages in het koel-
systeem.
Selectie van koelvloeistof
Benzinemotor
Gebruik alleen “Toyota Super Long Life Coolant” of een gelijkwaardige hoog-
waardige koelvloeistof op basis van ethyleenglycol en organische zuren, zon-
der silicone, amine, nitraat en boraat.
Toyota Super Long Life Coolant is een mengsel van 50% koelvloeistof en
50% gedemineraliseerd water. (Bereik: tot -35°C)
Dieselmotor
Gebruik alleen originele Toyota Premium Long Life Coolant 1WW/2WW of
gelijkwaardig. Geconcentreerde originele Toyota Premium Long Life Coolant
1WW/2WW moet worden gemengd in de volgende verhouding: 50% koel-
vloeistof en 50% gedemineraliseerd water. (Bereik: tot -35°C)
Neem voor meer informatie over koelvloeistof contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
Als de motor oververhit is
Draai de dop van het koelvloeistofreservoir niet los.
Als het koelsysteem nog onder druk staat, kan hete koelvloeistof uit de vul-
opening spuiten als de dop wordt verwijderd en brandwonden of ander ern-
stig letsel veroorzaken.
OPMERKING
Bij het bijvullen van koelvloeistof
Gebruik geen onverdunde antivries of alleen water. Een goede mengver-
houding van water en antivries zorgt voor een goede smering, corrosiebe-
scherming en koeling. Lees altijd de informatie op het etiket van de antivries
of koelvloeistof.
Als u koelvloeistof morst
Verwijder de koelvloeistof met veel water om te voorkomen dat het de lak of
onderdelen aantast.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 458 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
459
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Controleer de radiateur, de condensor en intercooler (dieselmotor) en
verwijder eventueel vuil.
Als een van bovenstaande onderdelen erg vuil is of als u niet zeker
bent van de staat ervan, laat dan uw auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Controleer de accu als volgt.
Waarschuwingssymbool
De betekenis van de waarschuwingssymbolen aan de bovenzijde
van de accu is als volgt:
Radiateur, condensor en intercooler
WAARSCHUWING
Als de motor oververhit is
Raak om brandwonden te voorkomen de radiateur, de condensor en de
intercooler niet aan, aangezien deze heet kunnen zijn.
Accu
Niet roken, geen open
vuur, geen vonken
Accuzuur
Draag een veiligheids-
bril
Lees de
gebruiksaanwijzing
Buiten bereik van kin-
deren houden
Explosief gas
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 459 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
460
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Buitenkant van de accu
Controleer de accu op gecorrodeerde en loszittende klemmen,
scheuren en een loszittende bevestigingsbeugel.
Accupolen
Klembeugel
Voorzorgsmaatregelen voor het opladen van de accu
Tijdens het opladen van de accu ontstaat het licht ontvlambare en explosieve
waterstof. Voer daarom vóór het laden de volgende handelingen uit:
Als de accu in de auto is gemonteerd, moet voorafgaand aan het opladen
de massakabel worden losgenomen.
Controleer of de acculader tijdens het aansluiten en losnemen van de accu-
klemmen is uitgeschakeld.
Na het opladen van de accu (auto's met Smart entry-systeem en start-
knop)
De motor slaat mogelijk niet aan. Volg de onderstaande procedure om het
systeem te initialiseren.
Zet de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT) of trap het rempedaal in
terwijl de selectiehendel in de vrijstand staat (handgeschakelde transmis-
sie).
Open en sluit een van de portieren.
Start de motor opnieuw.
Bij het opladen van de accu
Gebruik alleen de voor de auto juiste accu. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
1
2
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 460 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
461
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
Chemicaliën in de accu
Accuzuur is giftig en bijtend en kan het ontstaan van een licht ontvlambare
en explosieve waterstof veroorzaken. Neem bij werkzaamheden bij of aan
de accu de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om ernstig letsel te
voorkomen:
Veroorzaak geen vonken met gereedschap.
Rook nooit en steek nooit een lucifer of een aansteker aan bij de accu.
Voorkom dat ogen, huid of kleren in contact komen met de elektrolyt.
Adem of slik nooit elektrolyt in.
Gebruik een veiligheidsbril als u bij de accu bezig bent.
Houd kinderen uit de buurt van de accu.
Een veilige plaats voor het opladen van de accu
Laad de accu altijd op in een open ruimte. Laad de accu niet op in een
garage of in een afgesloten ruimte waar onvoldoende ventilatie is.
Noodmaatregelen met betrekking tot elektrolyt
Als er elektrolyt in uw ogen terechtkomt
Spoel de ogen minstens 15 minuten met water en schakel direct medische
hulp in. Blijf zo mogelijk water met een spons of doek op de ogen deppen,
terwijl u naar een arts of het ziekenhuis gaat.
Als er elektrolyt op uw huid terechtkomt
Was de huid zorgvuldig met veel water. Als het pijn doet of brandt, roept u
meteen medische hulp in.
Als er elektrolyt op uw kleding terechtkomt
De elektrolyt kan via de kleding op uw huid terechtkomen. Trek onmiddel-
lijk de kleding uit en volg, indien nodig, de procedure zoals hierboven
beschreven.
Als u per ongeluk elektrolyt binnenkrijgt
Drink zo veel mogelijk water of melk. Schakel zo snel mogelijk medische
hulp in.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 461 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
462
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Als het vloeistofpeil extreem laag
is, vul dan de ruitensproeiervloei-
stof bij.
Neem de dop van de opening, ter-
wijl u het gat in het midden van de
dop met uw vinger dichthoudt, en
controleer het vloeistofpeil in de
slang.
OPMERKING
Bij het opladen van de accu
Probeer de accu nooit op te laden bij draaiende motor. Controleer ook of
alle accessoires zijn uitgeschakeld.
Ruitensproeiervloeistof
WAARSCHUWING
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als de motor draait of nog niet is afge-
koeld. Ruitensproeiervloeistof bevat alcohol en kan vlam vatten als het bij-
voorbeeld op hete motoronderdelen wordt gemorst.
OPMERKING
Vul het reservoir uitsluitend met ruitensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in plaats van ruitensproeiervloei-
stof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw auto worden aangetast.
Verdunnen van ruitensproeiervloeistof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien nodig met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruitensproeiervloeistoffles aangegeven
temperaturen voor de juiste mengverhouding.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 462 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
463
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Het water in het brandstoffilter moet iedere 20.000 km worden afge-
tapt.
Laat het brandstoffilter aftappen door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Brandstof (dieselmotor)
OPMERKING
Wanneer er water in het brandstoffilter zit
Rijd niet ononderbroken met water in het brandstoffilter. Anders kan de
brandstofpomp beschadigd raken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 463 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
464
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Banden
Controleer of de slijtage-indicatoren op de banden te zien zijn. Contro-
leer de banden ook op ongelijkmatige slijtage, zoals overmatige slij-
tage aan een zijde van het loopvlak.
Controleer de staat en de bandenspanning van het reservewiel ook
als het niet wordt gebruikt.
Nieuwe band
Versleten loopvlak
Slijtage-indicator
De plaats van de slijtage-indicatoren wordt aangegeven met de tekst TWI
of de indicatie op de wang van de band.
Vervang de band als de slijtage-indicatoren zichtbaar zijn op de band.
Vervang of verwissel banden afhankelijk van het onderhouds-
schema en het slijtagepatroon.
Controleren van de banden
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 464 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
465
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Met volwaardig reservewiel (auto's zonder bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Wissel de banden zoals aange-
geven in de afbeelding.
Toyota beveelt aan om de banden
ongeveer elke 10.000 km van
plaats te wisselen om een gelijk-
matig slijtagepatroon en een lan-
gere levensduur van de banden te
verkrijgen.
Met volwaardig reservewiel (auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem), compact reservewiel of bandenreparatieset
Wissel de banden zoals aange-
geven in de afbeelding.
Toyota beveelt aan om de banden
ongeveer elke 10.000 km van
plaats te wisselen om een gelijk-
matig slijtagepatroon en een lan-
gere levensduur van de banden te
verkrijgen.
Auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem: Vergeet niet
na het wisselen van de banden het
bandenspanningswaarschuwings-
systeem te initialiseren.
Wisselen van banden
Voor
Voor
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 465 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
466
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Uw auto is uitgerust met een bandenspanningswaarschuwingssys-
teem dat gebruikmaakt van bandenspanningssensoren en -zenders
om een lage bandenspanning te signaleren voordat deze tot proble-
men leidt.
Als de bandenspanning onder een bepaalde waarde komt, wordt de
bestuurder door middel van een waarschuwingslampje gewaar-
schuwd. (Blz. 529)
Plaatsen van bandenspanningssensoren en -zenders
Bij het vervangen van banden of velgen moeten de bandenspan-
ningssensoren en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssensoren en -zenders geplaatst
worden, moeten de identificatiecodes van deze componenten wor-
den geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem-
ECU en moet het bandenspanningswaarschuwingssysteem wor-
den geïnitialiseerd. Laat de identificatiecodes van de bandenspan-
ningssensoren en -zenders registreren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige. (Blz. 468)
Initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem moet worden
geïnitialiseerd onder de volgende omstandigheden:
Verwisselen van voor- en achterwielen met een verschillende
bandenspanning
Als de bandenmaat wordt aangepast
Bij het wijzigen van de bandenspanning (bijvoorbeeld omdat u de
rijsnelheid aanzienlijk gaat veranderen)
Wisselen tussen twee sets geregistreerde wielen.
Als het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt geïnitiali-
seerd, wordt de actuele bandenspanning als referentiespanning
beschouwd.
Bandenspanningswaarschuwingssysteem (indien aanwezig)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 466 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
467
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Initialiseren van bandenspanningswaarschuwingssysteem
Parkeer de auto op een veilige plaats en zet het contact UIT.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer de auto rijdt.
Breng de banden op de voorgeschreven spanning bij koude ban-
den. (Blz. 619)
Breng de banden op de voorgeschreven spanning voor de banden in
koude toestand. Deze spanning vormt de referentiespanning voor het
bandenspanningswaarschuwingssysteem.
Zet het contact AAN.
Auto's met monochroomdisplay
Druk op de toets DISP totdat het instelscherm wordt weergege-
ven. (Blz. 108)
Houd de toets DISP ingedrukt om de instellingsstand te selecteren.
Druk op de toets DISP totdat het menu van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem verschijnt.
Houd de toets DISP ingedrukt om het menu weer te geven.
Houd de toets DISP inge-
drukt terwijl de cursor op
SET TYRE PRESSURE
(bandenspanning instellen)
staat.
Houd de toets DISP inge-
drukt terwijl de cursor op
SET (instellen) staat om het
systeem te initialiseren.
Wanneer de initialisatie is
voltooid, gaat het waarschu-
wingslampje lage banden-
spanning 3 keer knipperen.
1
2
3
4
5
6
7
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 467 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
468
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Auto's met kleurendisplay
Druk op of van de bedieningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel om te selecteren. (Blz. 112)
Druk op of van de bedieningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel om het instelmenu te selecteren en druk vervolgens
op om het menu weer te geven.
Selecteer “ Setup” (Instellingen) en druk vervolgens op
om het menu weer te geven.
Druk op terwijl de cursor
op “Set Tyre Pressure” (Ban-
denspanning instellen) staat.
Druk op terwijl de cursor
op SET (instellen) staat om
het systeem te initialiseren.
Wanneer de initialisatie is
voltooid, gaat het waarschu-
wingslampje lage banden-
spanning 3 keer knipperen.
Registreren van identificatiecodes
De bandenspanningssensoren en -zenders zijn voorzien van een
unieke identificatiecode. Bij het vervangen van een bandenspan-
ningssensor en -zender is het noodzakelijk om de identificatiecode
te registreren. Laat de identificatiecodes registreren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
4
5
6
7
8
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 468 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
469
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Wielenset selecteren
Uw auto is uitgerust met een bandenspanningswaarschuwingssys-
teem waarmee door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige identificatiecodes kunnen worden geregistreerd voor
een tweede wielenset, bijvoorbeeld een set winterbanden.
Na registratie van de tweede wielenset kan een van deze twee sets
worden geselecteerd voor gebruik met het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem.
Bedrijfscondities voor de functie
Deze functie voert de wijzigen van de wielenset alleen uit als een
tweede wielenset is geregistreerd. Als er geen tweede wielenset
is geregistreerd, wordt er niets gewijzigd wanneer deze functie in
het menu wordt geselecteerd.
Alleen een wijziging tussen beide geregistreerde wielensets is
mogelijk. De wielensets kunnen niet worden gemengd.
Wijzigen van wielenset
Laat de gewenste wielenset onder de auto monteren.
Auto's met monochroomdisplay
Druk op de toets DISP totdat het instelscherm wordt weergege-
ven. (Blz. 108)
Houd de toets DISP ingedrukt om de instellingsstand te selecteren.
Druk op de toets DISP totdat het menu van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem verschijnt.
Houd de toets DISP ingedrukt om het menu weer te geven.
Houd de toets DISP inge-
drukt terwijl de cursor op
CHANGE WHEEL SET (wie-
lenset wijzigen) staat.
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 469 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
470
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Houd de toets DISP inge-
drukt terwijl de cursor op
CHANGE (wijzigen) staat om
de andere geregistreerde
wielenset te selecteren.
Wanneer deze handeling is
voltooid, gaat het waarschu-
wingslampje lage banden-
spanning 3 keer knipperen.
Initialiseer het bandenspanningswaarschuwingssysteem.
(Blz. 466)
Auto's met kleurendisplay
Druk op of van de bedieningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel om te selecteren. (Blz. 112)
Druk op of van de bedieningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel om het instelmenu te selecteren en druk vervolgens
op om het menu weer te geven.
Selecteer “ Setup” (Instellingen) en druk vervolgens op
om het menu weer te geven.
Druk op terwijl de cursor
op “Change Wheel Set”
(Wielenset wijzigen) staat.
Houd ingedrukt terwijl de
cursor op “Change” (Wijzi-
gen) staat om de andere
geregistreerde wielenset te
selecteren.
Wanneer deze handeling is
voltooid, gaat het waarschu-
wingslampje lage banden-
spanning 3 keer knipperen.
5
6
2
3
4
5
6
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 470 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
471
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Initialiseer het bandenspanningswaarschuwingssysteem.
(Blz. 466)
Wanneer moeten banden worden vervangen
Banden moeten worden vervangen als:
De slijtage-indicatoren zijn te zien op een band.
De banden beschadigingen vertonen, zoals insnijdingen, scheuren of bar-
sten die zo diep zijn dat het binnenmateriaal zichtbaar wordt en bulten die
duiden op een interne beschadiging
Een band vaak leegloopt of niet goed kan worden gerepareerd vanwege de
grootte of plaats van de beschadiging
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als u er
niet zeker van bent.
Vervangen van banden en velgen (auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Als de identificatiecode van de bandenspanningssensor en -zender niet is
geregistreerd, werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet cor-
rect. Na ongeveer 10 minuten rijden gaat het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gedurende 1 minuut knipperen en het blijft daarna branden om
aan te geven dat er een storing in het systeem aanwezig is.
Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten altijd door gekwalificeerd werk-
plaatspersoneel worden gecontroleerd, zelfs als er niet of nauwelijks met de
banden is gereden en de banden niet lijken te zijn beschadigd.
Routinecontrole van de bandenspanning (auto's met bandenspannings-
waarschuwingssysteem)
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem vervangt de periodieke con-
trole van de bandenspanning niet. Controleer daarom ook zelf regelmatig de
bandenspanning.
Als de profieldiepte van winterbanden minder is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van de winterbanden verloren.
7
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 471 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
472
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Situaties waarin het bandenspanningswaarschuwingssysteem mogelijk
niet goed werkt (indien aanwezig)
Onder de volgende omstandigheden werkt het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem mogelijk niet goed.
Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd.
Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet overeenkomt met
de OE-specificaties (Original Equipment).
Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet de voorgeschre-
ven maat heeft.
Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
Er is een run-flat band met ondersteunende ring gemonteerd.
Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radio-
grafische signalen nadelig beïnvloedt.
Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wiel-
kasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschreven
waarde.
Als er banden zonder bandenspanningssensoren en -zenders worden
gebruikt.
Als de identificatiecode op de bandenspanningssensoren en -zenders
niet is geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem-
ECU.
Als de geselecteerde wielenset niet overeenkomt met de onder de auto
gemonteerde wielenset wanneer een tweede wielenset is geregistreerd.
In de volgende situaties kunnen de prestaties worden beïnvloed.
In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation,
radiozender, videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radio-
golven of elektromagnetische velden aanwezig zijn
Als u een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoon of een
ander draadloos communicatiemiddel bij u draagt
Wanneer de auto geparkeerd is, kan het langer duren voordat de waarschu-
wing verschijnt of verdwijnt.
Wanneer de bandenspanning snel daalt, zoals bij een klapband, dan ver-
schijnt de waarschuwing mogelijk niet.
De initialisatieprocedure (auto's met bandenspanningswaarschuwings-
systeem)
Voer de initialisatie uit na het op spanning brengen van de banden.
Zorg er daarnaast voor dat de banden koud zijn bij de initialisatie en bij het
aanpassen van de bandenspanning.
Als u het contact tijdens de initialisatie per ongeluk UIT hebt gezet, dan is
het niet noodzakelijk om de initialisatie opnieuw te starten, omdat de initiali-
satie automatisch herstart wordt wanneer het contact de volgende keer AAN
wordt gezet.
Als u per ongeluk de initialisatie start wanneer initialiseren niet nodig is,
breng de banden dan op de juiste spanning wanneer ze koud zijn en voer
de initialisatie opnieuw uit.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 472 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
473
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Waarschuwingen bandenspanningswaarschuwingssysteem (indien aan-
wezig)
De eventuele waarschuwing van het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem is gebaseerd op de omstandigheden waaronder het systeem geïnitiali-
seerd is. Daarom laat het systeem mogelijk zelfs een waarschuwing zien
wanneer de bandenspanning niet laag genoeg is of wanneer de druk hoger is
dan de druk die was ingesteld tijdens het initialiseren van het systeem.
Als de initialisatie van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
(indien aanwezig) niet voltooid is
De initialisatie kan worden uitgevoerd in enkele minuten. In de volgende
gevallen worden de instellingen echter niet opgeslagen en zal het systeem
niet goed werken. Laat, als herhaalde pogingen de bandenspanning op te
slaan mislukken, de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Wanneer het systeem wordt geïnitialiseerd, gaat het waarschuwingslampje
lage bandenspanning niet 3 keer knipperen.
Nadat er na de initialisatie gedurende een bepaalde tijd gereden is, gaat het
waarschuwingslampje branden nadat het gedurende 1 minuut heeft geknip-
perd.
Brede banden (225/45R18 banden)
In het algemeen slijten brede banden eerder en kan de grip op besneeuwde
en/of gladde wegen beperkt zijn in vergelijking met standaard banden.
Gebruik daarom winterbanden of sneeuwkettingen op besneeuwde en/of
gladde wegen en rijd voorzichtig waarbij u uw snelheid aanpast aan de toe-
stand van de weg en de weersomstandigheden.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 473 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
474
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Verklaring voor het bandenspanningswaarschuwingssysteem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 474 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
475
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 475 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
476
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 476 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
477
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 477 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
478
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 478 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
479
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 479 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
480
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Bij het controleren of vervangen van de banden
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen om ongevallen te voorko-
men. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen, kan schade
aan de aandrijflijn veroorzaken en gevaarlijke rijeigenschappen tot gevolg
hebben, waardoor een ongeval met ernstig letsel kan ontstaan.
Gebruik geen banden van verschillende merken, types of profielen.
Gebruik ook geen banden met duidelijk verschillende slijtagepatronen
door elkaar.
Gebruik uitsluitend de door Toyota voorgeschreven bandenmaat.
Gebruik geen verschillende soorten banden (radiaalbanden, gordelban-
den met diagonaalkarkas en diagonaalbanden) door elkaar.
Gebruik geen zomer-, all-season- en winterbanden door elkaar.
Gebruik nooit banden onder uw auto die zijn gebruikt onder een andere
auto. Door het gebruik van banden waarvan het verleden onbekend is,
loopt u extra risico.
Auto's met een compact reservewiel: Rijd niet met een aanhangwagen als
een compact reservewiel is gemonteerd.
Bij het initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
(indien aanwezig)
Initialiseer het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet voordat de
banden op de voorgeschreven spanning zijn gebracht. Anders kan het
voorkomen dat het waarschuwingslampje voor de lage bandenspanning
niet gaat branden terwijl de bandenspanning te laag is, of wel gaat branden
terwijl de bandenspanning in orde is.
OPMERKING
Repareren of vervangen van banden, velgen, bandenspanningssenso-
ren, -zenders en ventieldopjes (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of banden-
spanningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige omdat de bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgegaan.
Vergeet niet de dopjes weer op de ventielen aan te brengen. Als de ven-
tieldopjes niet geplaatst worden, dan kan er water in de bandenspannings-
sensoren terecht komen en kunnen ze vast gaan zitten.
Gebruik bij het vervangen van de ventieldopjes geen andere ventieldopjes
dan voorgeschreven. Anders kunnen de dopjes vast komen te zitten.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 480 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
481
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
OPMERKING
Voorkomen van schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang na het gebruik van ban-
denreparatievloeistof de bandenspanningssensor en -zender wanneer de
band wordt gerepareerd of vervangen. (Blz. 466)
Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over onverharde wegen en wegen met
kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben mogelijk een verlaging van de banden-
spanning tot gevolg, waardoor de verende werking van de banden vermin-
dert. Bovendien kunnen de banden zelf en de velgen en carrosserie
beschadigd raken bij het rijden over onverharde wegen.
Brede banden (225/45R18 banden)
Bij brede banden kunnen bij rijden over een hobbelig wegdek de velgen
sneller beschadigd raken dan bij standaard banden. Let daarom op het vol-
gende:
Zorg ervoor dat de banden de juiste spanning hebben. Bij een te lage ban-
denspanning zullen de banden sneller beschadigd raken.
Rijd niet tegen hoge of scherpe voorwerpen aan of eroverheen. Anders
kunnen de banden en velgen ernstig beschadigd raken.
Als tijdens het rijden in elke band een te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te laag is, anders kunnen de ban-
den en/of velgen ernstig beschadigd raken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 481 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
482
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Bandenspanning
Gevolgen van een onjuiste bandenspanning
Het rijden met een onjuiste bandenspanning kan de volgende gevolgen heb-
ben:
Brandstofverbruik
Verminderd rijcomfort en een slechte handling
Kortere levensduur van de banden als gevolg van slijtage
Een onveilige auto
Beschadiging van de aandrijflijn
Als een band vaak moet worden opgepompt, laat deze dan controleren door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Instructies voor het controleren van de bandenspanning
Let bij het controleren van de bandenspanning op het volgende:
Controleer de bandenspanning alleen als de banden koud zijn.
Als uw auto ten minste 3 uur heeft stilgestaan en daarna niet meer dan 1,5
km heeft gereden, kunt u de bandenspanning voor koude banden correct
aflezen.
Gebruik altijd een bandenspanningsmeter.
Het is moeilijk te bepalen of een band de juiste bandenspanning heeft op
basis van alleen het uiterlijk.
Het is normaal dat de spanning van een band na een rit is opgelopen aan-
gezien warmte wordt gegenereerd in de band. Laat na het rijden geen lucht
uit de banden lopen om de spanning te verlagen.
Verdeel de passagiers en het gewicht van de bagage gelijkmatig over de
auto.
Zorg ervoor dat de banden de juiste spanning hebben. De ban-
denspanning moet ten minste eenmaal per maand gecontroleerd
worden. Toyota beveelt u echter aan de bandenspanning eens
per twee weken te controleren. (Blz. 619)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 482 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
483
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
Een goede bandenspanning zorgt voor een langere levensduur van de
banden
Houd de bandenspanning op de juiste waarde.
Als de banden niet de juiste spanning hebben, kunnen onderstaande zaken
zich voordoen. Dit kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
Overmatige slijtage
Ongelijkmatige slijtage
Slecht rijgedrag
Mogelijke klapband door oververhitting
Luchtlekkage tussen de band en velg
Wielvervorming en/of beschadiging van de band
Groter risico op beschadiging van de band tijdens rijden (als gevolg van
voorwerpen op het wegdek, verbindingsstukken of scherpe randen in het
wegdek, enz.)
OPMERKING
Controleren en op de juiste spanning brengen van de banden
Plaats na controle altijd de ventieldopjes.
Zonder de ventieldopjes kan er vuil en vocht in het inwendige van de ventie-
len doordringen. Hierdoor kan de afdichting in gevaar komen, wat kan lei-
den tot een lagere bandenspanning.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 483 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
484
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Velgen
Let er bij het vervangen van velgen op dat deze hetzelfde draagver-
mogen, dezelfde diameter, velgbreedte en ET-waarde
* hebben.
Vervangende velgen zijn verkrijgbaar bij een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
*: “Offset” is de gebruikelijke term.
Toyota adviseert u het volgende niet te gebruiken:
Velgen van verschillende maten of types
Gebruikte velgen
Verbogen velgen die hersteld zijn
Gebruik uitsluitend de Toyota-wielmoeren en de Toyota-wielmoer-
sleutel bij uw lichtmetalen velgen.
Controleer de wielmoeren na de eerste 1.600 km telkens als een
band is verwisseld, een band is gerepareerd of is vervangen.
Pas op dat lichtmetalen velgen niet beschadigd raken als u
sneeuwkettingen gebruikt.
Bij het balanceren moet gebruik worden gemaakt van Toyota- of
gelijkwaardige balanceergewichtjes, die geplaatst dienen te worden
met een kunststof of rubber hamer.
Als een velg verbuigingen of scheuren vertoont of erg gecorro-
deerd is, moet deze vervangen worden.
Anders kan de band van de velg raken of kan de auto moeilijk
beheersbaar worden.
Keuze van velg
Lichtmetalen velgen, belangrijke aanwijzingen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 484 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
485
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Bij het verwijderen van de wieldop (auto's met een wieldopclip)
Bij het vervangen van velgen (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
De velgen van uw Toyota zijn uitgerust met bandenspanningssensoren en -
zenders (behalve het reservewiel) voor het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem, dat in een vroegtijdig stadium waarschuwt als de banden-
spanning te laag wordt. Bij het vervangen van velgen moeten er
bandenspanningssensoren en -zenders worden geplaatst. (Blz. 466)
Verwijder de wieldop met een wieldopclip.
De wieldopclip bevindt zich in de bagage-
ruimte. (Blz. 567)
WAARSCHUWING
Vervangen van velgen
Gebruik alleen de in deze handleiding aanbevolen maat velgen en ban-
den. Een andere maat kan resulteren in een slechtere controle over de
auto.
Gebruik nooit een binnenband bij een poreuze velg die ontworpen is voor
een tubeless band. Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
Plaatsen van wielmoeren
Breng nooit vet of olie aan op de wielbouten en wielmoeren.
Door het gebruik van olie of vet worden de wielmoeren mogelijk te vast
aangedraaid waardoor de bouten of de velg beschadigd kunnen raken.
Daarnaast kunnen de wielmoeren loslopen en de wielen losraken, wat kan
leiden tot een ongeval met ernstig letsel als gevolg. Verwijder olie of vet
van de wielbouten of wielmoeren.
Plaats de wielmoeren met de schuine
kant naar het wiel toe. Als de wielmoe-
ren worden geplaatst met de schuine
kant van het wiel af, kan de velg scheu-
ren waardoor het wiel tijdens het rijden
kan losraken. Dit kan leiden tot een
ongeval, met ernstig letsel als gevolg.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 485 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
486
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
OPMERKING
Vervangen van bandenspanningssensoren en -zenders (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Omdat het repareren of vervangen van een band invloed kan hebben op
de bandenspanningssensoren en -zenders, adviseren we u deze werk-
zaamheden uit te laten voeren door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Ga ook voor de aanschaf van bandenspanningssensoren en
-zenders naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Gebruik voor uw auto alleen originele Toyota-velgen.
Bij niet-originele velgen kan niet worden gegarandeerd dat de banden-
spanningssensoren en -zenders goed werken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 486 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
487
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Interieurfilter
Zet het contact UIT.
Open het dashboardkastje.
Maak de demper los.
Duw aan beide zijden van het
dashboardkastje om de klau-
wen los te maken.
Het interieurfilter moet regelmatig worden vervangen om de
optimale werking van de airconditioning te behouden.
Verwijderen
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 487 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
488
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Verwijder de afdekkap van het filter.
Verwijder het interieurfilter en
vervang het.
De merktekens UP op het filter
moeten naar boven wijzen.
Controle-interval
Controleer en vervang het interieurfilter volgens het onderhoudsschema. In
gebieden met veel stof of met veel verkeer moet vervanging vaker plaatsvin-
den. (Zie het onderhoudsboekje of het garantieboekje voor het onderhouds-
schema.)
Als er te weinig lucht uit de ventilatieroosters stroomt
Het filter kan verstopt zitten. Controleer het filter en vervang het indien nodig.
4
Auto's met linkse besturing Auto's met rechtse besturing
5
OPMERKING
Bij het gebruik van de airconditioning
Controleer of het interieurfilter aanwezig is.
Als de airconditioning zonder filter gebruikt wordt, kan het systeem bescha-
digd raken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 488 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
489
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Batterij afstandsbediening/elektronische
sleutel
Sleufkopschroevendraaier
Kleine kruiskopschroevendraaier
Lithiumbatterij
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: CR2016
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: CR1632
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Til de afdekkap omhoog.
Steek de schroevendraaier in de
opening en druk hem naar bene-
den.
Omwikkel het uiteinde van de
schroevendraaier met een doek
om schade aan de sleutel te voor-
komen.
Verwijder de afdekkap.
Steek de schroevendraaier in de
onderzijde van de sleutel en druk
hem naar beneden.
Vervang de batterij door een nieuw exemplaar als deze ontladen
raakt.
De volgende zaken zijn benodigd:
Vervangen van de batterij
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 489 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
490
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Verwijder de lege batterij.
Plaats een nieuwe batterij met de
positieve aansluiting (+) naar
boven.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Neem de mechanische sleutel
uit de houder.
Verwijder de afdekkap.
Omwikkel het uiteinde van de
schroevendraaier met een doek
om schade aan de sleutel te voor-
komen.
Verwijder de lege batterij.
Plaats een nieuwe batterij met de
positieve aansluiting (+) naar
boven.
3
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 490 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
491
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Als de batterij van de elektronische sleutel leeg is
De volgende verschijnselen kunnen zich voordoen.
Het Smart entry-systeem met startknop en de afstandsbediening zullen niet
goed werken.
Het bereik van de afstandsbediening is kleiner.
Gebruik de volgende soort lithiumbatterijen
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: CR2016
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: CR1632
Batterijen zijn verkrijgbaar bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur, een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige,
plaatselijke elektrozaken of fotospeciaalzaken.
Vervang de batterij alleen door het door de fabrikant aanbevolen type.
Gooi batterijen niet weg, maar lever ze in als KCA.
WAARSCHUWING
Lege batterijen en andere onderdelen
Kinderen kunnen deze kleine voorwerpen inslikken en daardoor stikken.
Houd deze voorwerpen buiten bereik van kinderen. Als u dat niet doet, kan
dat leiden tot ernstig letsel.
Verklaring voor het Smart entry-systeem met startknop
WAARSCHUWING
ALS DE BATTERIJ DOOR EEN ONJUIST TYPE BATTERIJ WORDT VER-
VANGEN, KAN EEN EXPLOSIE OPTREDEN. GOOI BATTERIJEN NIET
WEG, MAAR LEVER ZE IN ALS KCA.
OPMERKING
Voor een goede werking na het vervangen van de batterij
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen om ongevallen te voorko-
men.
Zorg altijd dat uw handen droog zijn.
Door vocht kan de batterij gaan corroderen.
Vermijd aanraking of verplaatsing van andere onderdelen binnen in de
afstandsbediening.
Verbuig de batterijcontacten niet.
Voer deze handeling uit in een schone omgeving, om te voorkomen dat er
vuil, olie enz. in de sleutel terechtkomt.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 491 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
492
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Controleren en vervangen van zekeringen
Zet het contact UIT.
Open het deksel van de zekeringenkast.
Motorruimte
Druk de borglip in en trek het dek-
sel omhoog.
Dashboard bestuurderszijde: zekeringenkast type A (auto met
linkse besturing)
Verwijder het deksel.
Als een bepaalde stroomverbruiker niet werkt, kan het zijn dat
een zekering is doorgebrand. Controleer in dat geval de desbe-
treffende zekering en vervang deze indien nodig.
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 492 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
493
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Dashboard bestuurderszijde: zekeringenkast type B (auto met
linkse besturing)
Verwijder het muntenvak.
Dashboard passagierszijde: zekeringenkast type A (auto met
rechtse besturing)
Verwijder de afdekkap.
Verwijder het deksel.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 493 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
494
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Dashboard passagierszijde: zekeringenkast type B (auto met
rechtse besturing)
Open het dashboardkastje. Maak
de demper los.
Duw aan beide zijden van het
dashboardkastje om de klauwen
los te maken.
Verwijder de zekering met de
zekeringtrekker.
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 494 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
495
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Controleer of de zekering is doorgebrand.
Goede zekering
Defecte zekering
Type A en B
Vervang de zekering door een zekering met de juiste stroom-
sterkte. De stroomsterkte staat vermeld op het deksel van de zeke-
ringenkast.
Type C en D
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
4
1
2
Type A Type B
Type C Type D
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 495 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
496
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Na het vervangen van een zekering
Als na het vervangen van de zekering de verlichting nog niet werkt, kan het
zijn dat de lamp moet worden vervangen. (Blz. 497)
Laat als de nieuwe zekering direct doorbrandt de auto controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de stroomafname van een circuit te groot is
De zekeringen zullen doorbranden voordat de bedrading van de auto onher-
stelbaar beschadigd raakt.
WAARSCHUWING
Voorkomen van storingen en het ontstaan van brand
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan resulteren in
schade aan de auto, brand en ernstig letsel.
Monteer nooit een zekering voor een hogere stroomsterkte dan aange-
geven of een stukje metaal.
Gebruik altijd een originele Toyota-zekering of een gelijkwaardige zeke-
ring.
Vervang de zekering nooit door een stukje draad of metaal, ook niet tijde-
lijk.
Breng geen wijzigingen aan de zekering of de zekeringenkast aan.
OPMERKING
Voordat u een zekering vervangt
Laat de oorzaak van de te grote stroomafname zo snel mogelijk vaststellen
en repareren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 496 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
497
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Lampen
Controleer het vermogen van de defecte lamp. (Blz. 621)
Blz. 451
Voor
U kunt de onderstaande lampen desgewenst zelf vervangen.
Sommige lampen zijn eenvoudiger te vervangen dan andere
lampen. Aangezien de onderdelen beschadigd zouden kunnen
raken, raden wij u aan om de vervanging te laten uitvoeren door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Voorbereiden van het vervangen van een lamp
Verwijderen van de afdekkap van de motorruimte
Plaats lampen
Halogeenkoplampen
Mistlamp voor
(indien aanwezig)
Bochtverlichting/mistlamp
(indien aanwezig)
Richtingaanwijzer voor
Richtingaanwijzer opzij
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 497 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
498
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Achter
Sedan
Wagon
Richtingaanwijzer achter
Achteruitrijlicht (auto's met
linkse besturing)
Achteruitrijlicht (auto's met
rechtse besturing)
Kentekenplaatverlichting
1
2
3
4
Richtingaanwijzer achter
Achteruitrijlicht (auto's met
linkse besturing)
Achteruitrijlicht (auto's met
rechtse besturing)
Kentekenplaatverlichting
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 498 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
499
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Halogeenkoplampen
Alleen rechterzijde: Verwij-
der de clip en draai en trek
het afdekkapje van de vul-
opening voor de sproeier-
vloeistof los.
Alleen linkerzijde:
Verwijder de borgclip en het
bovenste deel van de luchtfil-
terbuis (als deze verwijder-
baar is).
Draai de lamphouder links-
om.
Neem de stekker los, terwijl
de borglip wordt ingedrukt.
Lampen vervangen
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 499 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
500
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Vervang de lamp, sluit de
stekker aan en plaats de
lamphouder.
Breng de 3 nokken op de lamp
in lijn met de bevestiging en
steek de lamp erin.
Draai de lamphouder en zet
hem vast.
Beweeg de lamphouder voor-
zichtig om te controleren of hij
niet loszit en schakel het dim-
licht in om visueel te controleren
of er geen licht langs de bevesti-
ging schijnt.
Alleen rechterzijde: Plaats de
vulpijp voor de ruitensproei-
ervloeistof en de borgclip
door in omgekeerde volg-
orde uit te voeren.
Alleen linkerzijde: Plaats het
bovenste deel van de luchtfil-
terbuis en de clip door in
omgekeerde volgorde uit te
voeren.
4
5
6
1
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 500 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
501
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Mistlamp voor (indien aanwezig)
Verwijder de bouten van de
wielkuip. Verwijder de wiel-
kuip gedeeltelijk.
Neem de stekker los terwijl
de borglip wordt ingedrukt.
Draai de lamphouder links-
om.
Vervang de lamp en plaats
de lamphouder.
Breng de 3 nokken op de lamp
in lijn met de bevestiging en
steek de lamp erin.
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 501 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
502
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Draai de lamphouder en zet
hem vast.
Sluit de stekker aan.
Beweeg de lamphouder voor-
zichtig om te controleren of hij
niet loszit en schakel de mist-
lampen voor in om visueel te
controleren of er geen licht
langs de bevestiging schijnt.
Plaats het binnenscherm met de bouten door in omgekeerde
volgorde uit te voeren.
Bochtverlichting/mistlamp (indien aanwezig)
Verwijder de bouten van de
wielkuip. Verwijder de wiel-
kuip gedeeltelijk.
Neem de stekker los terwijl
de borglip wordt ingedrukt.
5
6
7 1
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 502 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
503
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Draai de lamphouder links-
om.
Vervang de lamp en plaats
de lamphouder.
Breng de 3 nokken op de lamp
in lijn met de bevestiging en
steek de lamp erin.
Draai de lamphouder en zet
hem vast.
Sluit de stekker aan.
Beweeg de lamphouder voor-
zichtig om te controleren of hij
niet loszit en zet de bochtver-
lichting/mistlamp aan om visueel
te controleren of er geen licht
langs de bevestiging schijnt.
Plaats het binnenscherm met de bouten door in omgekeerde
volgorde uit te voeren.
3
4
5
6
7 1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 503 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
504
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Richtingaanwijzer voor
Alleen linkerzijde:
Verwijder de borgclip en het
bovenste deel van de luchtfil-
terbuis (als deze verwijder-
baar is).
Draai de lamphouder links-
om.
Verwijder de lamp.
Voer bij het plaatsen van de lamp de stappen en in omge-
keerde volgorde uit.
Alleen linkerzijde: Plaats het
bovenste deel van de luchtfil-
terbuis en de borgclip door
in omgekeerde volgorde
uit te voeren.
1
2
3
4 3 2
5
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 504 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
505
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Achteruitrijlicht (sedan)
Rechterzijde: Open de baga-
geruimte en verwijder de
clips van de afdekking en de
handgreep van de achter-
klep.
Linkerzijde: Open de baga-
geruimte en verwijder de
clips van de afdekking.
Verwijder de afdekkap van
het achterkleppaneel gedeel-
telijk en draai de lamphou-
der linksom.
Verwijder de lamp.
Plaatsen: Herhaal de genoemde stappen in omgekeerde volg-
orde.
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 505 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
506
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Achteruitrijlicht (wagon)
Open de achterklep en ver-
wijder het deksel.
Draai de lampvoet linksom.
Verwijder de lamp.
Plaatsen: Herhaal de genoemde stappen in omgekeerde volg-
orde.
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 506 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
507
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Richtingaanwijzer achter (sedan)
Open de bagageruimte en
verwijder de afdekking.
Draai de lamphouder links-
om.
Verwijder de lamp.
Plaatsen: Herhaal de genoemde stappen in omgekeerde volg-
orde.
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 507 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
508
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Richtingaanwijzer achter (wagon)
Open de achterklep en ver-
wijder het deksel.
Draai de lampvoeten links-
om.
Verwijder de lamp.
Plaatsen: Herhaal de genoemde stappen in omgekeerde volg-
orde.
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 508 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
509
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Kentekenplaatverlichting
Verwijder de afdekkap.
Steek een platte schroeven-
draaier of een dergelijk gereed-
schap in de opening en
verwijder dit zoals aangegeven
in de afbeelding.
Omwikkel de schroevendraaier
met tape om te voorkomen dat
de auto wordt beschadigd.
Verwijder de lamp.
Plaatsen: Herhaal de genoemde stappen in omgekeerde volg-
orde.
Richtingaanwijzers opzij
Verwijder de afdekkap.
Steek de platte schroeven-
draaier erin en schuif deze langs
de richtingaanwijzer opzij.
Omwikkel de schroevendraaier
met tape om te voorkomen dat
de auto wordt beschadigd.
Druk op de 2 clips en verwij-
der de richtingaanwijzer opzij
uit het huis van de buiten-
spiegel.
1
2
3
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 509 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
510
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Verwijder de fitting uit het
huis van de richtingaanwij-
zer opzij.
Verwijder de lamp.
Verwijder de fitting uit het
huis van de richtingaanwij-
zer opzij.
Breng de groeven op de fitting in
lijn met het huis van de richting-
aanwijzer opzij.
Zorg ervoor dat de bedrading
door het onderste deel van
de richtingaanwijzer opzij
loopt en plaats deze in het
huis van de buitenspiegel.
3
4
5
6
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 510 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
511
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Breng de 6 lippen in lijn en
plaats de afdekkap.
Let op of u een klikgeluid hoort
en controleer vervolgens of de
afdekkap goed op zijn plaats zit.
Vervangen van de volgende lampen
Laat de onderstaande lampen vervangen door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
LED-koplampen
Parkeerlichten voor/dagrijverlichting
Mistachterlicht
Remlichten
Achterlichten
Derde remlicht
Condensvorming in de koplampen
Het tijdelijk beslaan van de binnenzijde van het koplampglas is normaal.
Neem in de volgende gevallen contact op met een erkende Totota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige voor meer informatie:
Als er erg veel condens aan de binnenzijde van het koplampglas zit.
Als de binnenzijde van de koplamp nat is en blijft.
LED-lampen
De LED-koplampen, de parkeerlichten voor/dagrijverlichting, het mistachter-
licht, de remlichten, de achterlichten en het derde remlicht bestaan uit een
serie LED's. Laat een defecte LED vervangen door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
7
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 511 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
512
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Lampen vervangen
Schakel de verlichting uit. Wacht na het uitschakelen van de verlichting tot
de lampen zijn afgekoeld.
De lampen kunnen erg heet worden en brandwonden veroorzaken.
Raak het glas van de lamp niet aan met blote handen. Als u het glas van
de lamp toch moet vastpakken, gebruik daarvoor dan een schone droge
doek, om te voorkomen dat er vocht of olie op de lamp komt.
Als de lamp een kras heeft of is gevallen, kan deze defect raken of breken.
Zorg ervoor dat de lamp en de borgclips goed vastzitten. Anders kan de
lamp door oververhitting beschadigd raken, kan brand ontstaan of kan de
koplamp gaan lekken. Hierdoor kunnen de koplampen beschadigd raken
en kan condensvorming in de koplamp optreden.
Probeer lampen, stekkers, elektrische circuits of andere onderdelen van
de verlichting niet te repareren of uit elkaar te halen.
Als u dat wel doet, kunt u een elektrische schok krijgen en ernstig letsel
oplopen.
Voorkomen van schade en brand
Controleer of de lampen en borgclips goed vastzitten.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 512 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
513
8
Bij problemen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten...........514
Als uw auto in geval van nood
tot stilstand moet
worden gebracht..............515
8-2. Stappen die genomen
moeten worden in
noodgevallen
Als uw auto moet worden
gesleept...........................517
Als u denkt dat er
iets mis is.........................524
Uitschakelsysteem
brandstofpomp
(benzinemotor) ................525
Als een waarschuwingslampje
gaat branden of een
waarschuwingszoemer
klinkt ................................526
Als er een
waarschuwingsmelding
wordt weergegeven.........533
Als uw auto een lekke band
heeft (auto's met een
reservewiel) .....................550
Als de auto een lekke band
heeft (auto's met een
reparatieset) ....................566
Als de motor niet wil
aanslaan..........................581
Als de selectiehendel niet
in een andere stand dan P
kan worden gezet ............583
Als de parkeerrem niet
gedeactiveerd kan
worden.............................584
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt ................588
Als de accu ontladen is......591
Als uw auto oververhit
raakt.................................596
Als de auto vast komt
te zitten............................599
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 513 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
514
8-1. Belangrijke informatie
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Alarmknipperlichten
Druk op de schakelaar.
Alle richtingaanwijzers gaan knip-
peren.
Druk nogmaals op de schakelaar
om ze weer uit te schakelen.
Alarmknipperlichten
Als de alarmknipperlichten langere tijd worden gebruikt terwijl de motor niet
draait, kan de accu ontladen raken.
De alarmknipperlichten worden gebruikt om andere bestuurders
te waarschuwen wanneer de auto tot stilstand moet worden
gebracht, bijvoorbeeld bij pech.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 514 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
515
8-1. Belangrijke informatie
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Als uw auto in geval van nood tot stilstand
moet worden gebracht
Trap het rempedaal met beide voeten stevig in.
Rem niet “pompend”; hierdoor is meer kracht nodig om de auto tot stil-
stand te brengen.
Zet de selectiehendel in stand N.
Als de selectiehendel in stand N is gezet
Zet na het afremmen de auto stil op een veilige plaats langs de
weg.
Zet de motor af.
Als de selectiehendel niet in stand N kan worden gezet
Blijf het rempedaal met beide voeten intrappen om de rijsnelheid
van de auto zo veel mogelijk af te remmen.
Auto's zonder Smart entry-sys-
teem en startknop: Zet de
motor af door het contact in
stand ACC te zetten.
Breng de auto alleen in noodgevallen, bijvoorbeeld wanneer de
auto niet op de normale manier stilgezet kan worden, als volgt
tot stilstand:
1
2
3
4
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 515 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
516
8-1. Belangrijke informatie
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Auto's met Smart entry-sys-
teem en startknop: Houd de
startknop gedurende ten minste
2 seconden ingedrukt of druk
hem 3 maal achter elkaar kort
in om de motor uit te schakelen.
Breng de auto op een veilige plaats langs de weg tot stilstand.
Houd de startknop ten minste
2 seconden ingedrukt, of druk deze
3 maal of vaker achter elkaar kort in
4
WAARSCHUWING
Als de motor tijdens het rijden afgezet moet worden
De rem- en stuurbekrachtiging zullen niet meer werken, waardoor het
intrappen van het rempedaal en het verdraaien van het stuurwiel zwaarder
gaan. Minder zo veel mogelijk vaart voordat u de motor afzet.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Probeer nooit de sleutel
uit het contactslot te halen, omdat het stuurwiel dan wordt vergrendeld.
5
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 516 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
517
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Als uw auto moet worden gesleept
Het volgende kan duiden op een probleem in de transmissie. Neem
vóór het slepen contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur, een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige of een professioneel bergingsbedrijf.
De motor draait, maar de auto komt niet in beweging.
De auto maakt een abnormaal geluid.
Als uw auto moet worden gesleept, adviseren wij u dat te laten
doen door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige of professioneel bergingsbedrijf, en daarbij gebruik te
maken van een lepelwagen of een autoambulance.
Gebruik een stevige sleepkabel en neem de wettelijke voor-
schriften in acht.
Omstandigheden waaronder u vóór het slepen contact dient op
te nemen met de dealer
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 517 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
518
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Sleep de auto niet met een takel-
wagen, om beschadiging van de
carrosserie te voorkomen.
Slepen met een takelwagen
Slepen met een lepelwagen
Aan de voorzijde Aan de achterzijde
Deactiveer de parkeerrem. Gebruik een dolly onder de voor-
wielen.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 518 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
519
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Als uw auto wordt getransporteerd op een autoambulance, zet de
auto dan op de plaatsen vast die zijn aangegeven in afbeelding.
Plaats wielblokken bij de voorwielen om te voorkomen dat de auto
wegrolt.
Zet de auto vast door de wielen met de gordels aan de vloer van de
autoambulance vast te zetten, zoals aangegeven.
Als uw auto met touwen of kettin-
gen wordt vastgezet, moeten de
aangegeven bevestigingshoeken
45° zijn.
Trek de touwen of kettingen niet
te strak aan omdat hierdoor
schade aan de auto kan ontstaan.
Vervoeren op een autoambulance
Voor Achter
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 519 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
520
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Als er geen autoambulance beschikbaar is, mag de auto in geval van
nood tijdelijk worden gesleept door gebruik te maken van sleepkabels
of -kettingen die u aan de sleepogen of -haken vastmaakt. Uw auto
mag op deze manier alleen op een verharde weg en met lage snel-
heid (lager dan 30 km/h) over een afstand van maximaal 80 km wor-
den gesleept.
Er moet een bestuurder in de auto zitten om te sturen en te remmen.
Ook dienen de wielen, de assen, de aandrijflijn, de stuurinrichting en
de remmen in een goede conditie te zijn.
Bij auto's met Multidrive CVT mogen alleen de sleepogen aan de
voorzijde worden gebruikt.
Haal het sleepoog tevoorschijn. (Blz. 551, 567)
Druk op de afdekkap van de
voorbumperopening en open
deze.
De afdekkap van de voorbumper-
opening bevat een roterend
mechanisme, zodat de afdekkap
kan worden geopend door op de
buitenzijde te drukken.
Slepen in een noodgeval
Sleepoog (voor) Sleephaak (achter)
Procedure bij slepen in een noodgeval
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 520 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
521
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Plaats het sleepoog in de ope-
ning en draai het zo ver moge-
lijk met de hand vast.
Steek een wielmoersleutel of
stevige metalen stang in het
sleepoog, parallel aan het
oppervlak van de voorbumper.
Dek de uiteinden van de wielmoer-
sleutel of stevige metalen stang af
met een doek, tape, o.i.d. om
schade aan de auto te voorkomen.
Draai het sleepoog stevig vast
met behulp van een wielmoer-
sleutel of een stevige metalen
stang.
Maak de kabel of de ketting goed vast aan het sleepoog.
Pas op dat u de carrosserie niet beschadigt.
Stap in de weg te slepen auto en start de motor.
Zet het contact AAN als de motor niet start.
Zet de selectiehendel in stand N en deactiveer de parkeerrem.
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan worden gezet:
Blz. 583
3
4
5
6
7
8
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 521 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
522
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Tijdens het slepen
Als de motor niet draait, werken de rem- en stuurbekrachtiging niet. Hierdoor
zullen het remmen en sturen veel zwaarder gaan dan normaal.
Wielmoersleutel
De wielmoersleutel bevindt zich in de bagageruimte. (Blz. 551, 567)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Bij het slepen van de auto
Tijdens het slepen
Wanneer u bij het slepen kabels of kettingen gebruikt, vermijd dan plotse-
ling optrekken, enz. waardoor er extreme krachten op het sleepoog en de
sleepkabel of -ketting worden uitgeoefend. De sleepogen en de kabels of
kettingen kunnen beschadigd raken en afgebroken stukken kunnen perso-
nen raken en ernstige schade veroorzaken.
Zet het contact niet UIT.
De mogelijkheid bestaat dat het stuurwiel wordt vergrendeld en niet kan
worden bediend.
Plaatsen van de sleepogen op de auto
Controleer of de sleepogen goed vastzitten. Als dat niet het geval is, dan
kunnen de sleepogen bij het slepen losraken.
Zorg ervoor dat de auto wordt vervoerd
met de voorwielen of met alle vier de wie-
len van de grond.
Als de voorwielen tijdens het slepen de
grond raken, kunnen de aandrijflijn en de
bijbehorende onderdelen beschadigd
raken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 522 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
523
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
OPMERKING
Voorkomen van beschadigingen aan de auto bij het slepen met een
lepelwagen
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Sleep de auto niet aan
de achterzijde terwijl het contact UIT staat of de sleutel is verwijderd. Het
stuurslot is niet sterk genoeg om de voorwielen in de rechtuitstand te hou-
den.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Sleep de auto niet aan de
achterzijde als het contact UIT staat. Het stuurslot is niet sterk genoeg om
de voorwielen in de rechtuitstand te houden.
Let erop dat de andere zijde van de auto dan die die op de lepel staat vol-
doende grondspeling heeft. Als er onvoldoende speling aanwezig is, kan
de auto tijdens het slepen beschadigd raken.
Voorkomen van beschadigingen aan de auto bij het slepen met een
takelwagen
Sleep de auto niet met een takelwagen, noch vooruit, noch achteruit.
Voorkomen van beschadigingen aan de auto tijdens slepen in een
noodgeval
Maak de kabel of de ketting niet vast aan onderdelen van de wielop-
hanging.
Voorkomen van beschadigingen aan de auto bij gebruik van een
autoambulance
Rijd niet over de wielblokken, anders kunnen de banden beschadigd
raken.
Wanneer u een touw gebruikt rond de voorwielen, bevestig dit dan alleen
om de wielen en niet om andere delen van de auto (zoals de wielop-
hanging).
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 523 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
524
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Als u denkt dat er iets mis is
Lekkage onder de auto
(Na gebruik van de airconditioning is waterlekkage normaal.)
Banden die er te zacht uit zien of die ongelijkmatig versleten zijn
De koelvloeistoftemperatuurmeter geeft een hogere temperatuur
aan dan normaal
Abnormale uitlaatgeluiden
Overmatig piepende banden bij het nemen van een bocht
Vreemde geluiden die kennelijk in verband staan met de bewegin-
gen van de wielophanging
Pingelende of andere abnormale geluiden uit de motorruimte
De motor hapert, stottert of draait onregelmatig
Een merkbaar verlies aan trekkracht
De auto trekt tijdens het remmen sterk naar één kant
De auto trekt sterk naar één kant, terwijl u rechtuitrijdt op een
vlakke weg
Teruglopende remwerking, sponzig gevoel in het rempedaal, een
rempedaal dat bijna tot op de vloer kan worden ingetrapt
Als u een van de volgende verschijnselen opmerkt, moet uw
auto mogelijk worden afgesteld of gerepareerd. Neem zo snel
mogelijk contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Zichtbare symptomen
Hoorbare symptomen
Merkbare symptomen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 524 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
525
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Uitschakelsysteem brandstofpomp
(benzinemotor)
Volg onderstaande procedure om de motor te herstarten als het sys-
teem geactiveerd is.
Zet het contact in stand ACC of UIT.
Start de motor opnieuw.
Het uitschakelsysteem van de brandstofpomp onderbreekt de
brandstoftoevoer naar de motor om de kans op brandstof-
lekkage te verkleinen als de motor afslaat of als een airbag
wordt geactiveerd als gevolg van een aanrijding.
OPMERKING
Vóór het starten
Controleer de grond onder de auto.
Als er brandstoflekkage waarneembaar is, is het waarschijnlijk dat het
brandstofsysteem beschadigd is en reparatie behoeft. Start de motor niet
opnieuw.
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 525 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
526
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Als een waarschuwingslampje gaat bran-
den of een waarschuwingszoemer klinkt
Voer op rustige wijze onderstaande handelingen uit als een van
de waarschuwingslampjes gaat branden of knipperen. Als een
van de lampjes gaat branden of knipperen en daarna weer uit-
gaat, is er niet noodzakelijkerwijs een defect in het systeem aan-
wezig. Als deze situatie echter blijft voortduren, laat uw auto dan
controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Overzicht waarschuwingslampjes en waarschuwingszoemers
Waarschu-
wingslampje
Waarschuwingslampje/details/handelingen
Waarschuwingslampje remsysteem (rood)
Geeft het volgende aan:
Laag remvloeistofniveau (waarschuwingszoemer)
Storing in het elektronisch geregelde remsysteem
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stil-
stand en neem contact op met een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Doorrijden
met de auto kan gevaarlijk zijn.
Motorcontrolelampje
Geeft aan dat er een storing is in:
Het elektronische motorregelsysteem;
De elektronische smoorklepregeling;
Het elektronische regelsysteem Multidrive CVT (indien aan-
wezig);
Het emissieregelsysteem (indien aanwezig);
Roetfiltersysteem (indien aanwezig);
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje SRS
Geeft aan dat er een storing is in:
Het SRS-airbagsysteem; of
Het gordelspannersysteem.
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 526 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
527
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Waarschuwingslampje ABS
Geeft aan dat er een storing is in:
Het ABS; of
Het Brake Assist-systeem
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje remsysteem (geel)
Geeft aan dat er een storing is in de elektrisch bedienbare
parkeerrem
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) elektri-
sche stuurbekrachtiging
Geeft aan dat er een storing is in de elektrische stuurbekrach-
tiging.
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje PCS (indien aanwezig)
Wanneer het waarschuwingslampje knippert (en een zoemer
klinkt):
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem)
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer het waarschuwingslampje knippert (en er geen zoe-
mer klinkt):
Geeft aan dat het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) tijdelijk
niet beschikbaar is, mogelijk als gevolg van een van de
onderstaande zaken:
Het deel van de voorruit rondom de sensor voor is vuil,
beslagen of bedekt door condens, ijs, stickers, e.d.
Verwijder het vuil, de condens, het ijs, de stickers, enz.
(Blz. 255)
De temperatuur van de sensor voor ligt buiten het wer-
kingsbereik
Wacht een tijdje totdat het gebied rondom de sensor
voor voldoende is afgekoeld.
Wanneer het waarschuwingslampje brandt:
Het VSC (Vehicle Stability Control-systeem) of het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem) is uitgeschakeld of beide systemen
zijn uitgeschakeld.
Schakel zowel het VSC-systeem als het PCS in om het
PCS in te schakelen. (Blz. 260, 306)
Waarschu-
wingslampje
Waarschuwingslampje/details/handelingen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 527 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
528
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
(Knippert)
Controlelampje AFS OFF (indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Adaptive
Front Lighting-systeem.
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
(Knippert)
Controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-systeem (indien
aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is het Stop & Start-sys-
teem.
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Controlelampje Traction Control
Geeft aan dat er een storing is in:
Het VSC-systeem;
De TRC; of
Het Hill Start Assist Control-systeem;
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Het lampje gaat knipperen wanneer het VSC- of TRC-sys-
teem in werking is.
Waarschuwingslampje laag brandstofniveau
Geeft aan dat er nog maximaal ongeveer 9,0 liter brandstof in
de tank zit
Vul de brandstoftank.
Controlelampje (waarschuwingszoemer) veiligheidsgor-
del
*
1
Waarschuwt de bestuurder en/of voorpassagier dat de veilig-
heidsgordel vastgemaakt dient te worden.
Doe de veiligheidsgordel om.
Als er iemand op de voorpassagiersstoel zit, moet ook
de veiligheidsgordel voor de voorpassagier worden
vastgemaakt, waarna het waarschuwingslampje (de
waarschuwingszoemer) uitgaat.
(In het centrale
paneel)
Controlelampjes (waarschuwingszoemer) veiligheidsgor-
del achterpassagiers
*
1
Waarschuwt de achterpassagiers om de veiligheidsgordel om
te doen
Doe de veiligheidsgordel om.
Waarschu-
wingslampje
Waarschuwingslampje/details/handelingen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 528 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
529
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
*
1
: Waarschuwingssysteem veiligheidsgordels:
Het waarschuwingssysteem voor de veiligheidsgordels herinnert de
bestuurder en passagiers dat een van de veiligheidsgordels van de
bezette stoelen niet vast is gemaakt. De zoemer klinkt gedurende 30
seconden nadat de auto een snelheid van ten minste 20 km/h heeft
bereikt. Als de veiligheidsgordel daarna nog niet is vastgemaakt, laat de
zoemer gedurende 90 seconden een ander geluid horen.
*
2
: Waarschuwingszoemer geactiveerde parkeerrem:
De zoemer klinkt als de auto met een snelheid van ongeveer 5 km/h of
meer rijdt.
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) parkeer-
rem
*
2
Herinnert de bestuurder eraan om de parkeerrem te deactive-
ren.
Deactiveer de parkeerrem.
Centraal waarschuwingslampje
Een zoemer klinkt en het waarschuwingslampje gaat branden
en knippert om aan te geven dat het centrale waarschuwings-
systeem een storing heeft gesignaleerd.
Blz. 533
Waarschuwingslampje lage bandenspanning (indien aan-
wezig)
Als het lampje gaat branden:
Bandenspanning te laag door bijvoorbeeld
Natuurlijke oorzaken (Blz. 530)
Lekke band (Blz. 550, 566)
Breng de banden op de juiste spanning.
Na een paar minuten dooft het lampje. Laat het systeem
nakijken door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige indien het lampje niet
dooft nadat de banden op spanning zijn gebracht.
Als het lampje gaat branden nadat het gedurende 1 minuut
geknipperd heeft:
Storing in het bandenspanningswaarschuwingssysteem
(Blz. 531)
Laat het systeem controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschu-
wingslampje
Waarschuwingslampje/details/handelingen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 529 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
530
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) elektrische stuurbe-
krachtiging
Als de laadtoestand van de accu laag wordt of de spanning tijdelijk daalt, kan
het waarschuwingslampje van de elektrische stuurbekrachtiging gaan bran-
den en kan er een waarschuwingszoemer klinken.
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Controleer het uiterlijk van de band om na te gaan of de band niet lek is.
Als de band lek is: Blz. 550, 566
Als de band niet lek is:
Gebruik de volgende procedure wanneer de banden voldoende zijn afge-
koeld.
Controleer de bandenspanning en breng hem op het juiste niveau.
Als het waarschuwingslampje zelfs na enkele minuten niet uitgaat, contro-
leer dan of de bandenspanning in orde is en voer de initialisatie uit.
(Blz. 466)
Het waarschuwingslampje kan weer gaan branden wanneer bovenstaande
handelingen zijn uitgevoerd zonder eerst de banden voldoende te laten
afkoelen.
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk branden
door een natuurlijke oorzaak (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk branden door
een natuurlijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke spanningsverlies dat op
den duur optreedt of een veranderde bandenspanning die veroorzaakt wordt
door temperatuurveranderingen. In dat geval zal het waarschuwingslampje
na een paar minuten uitgaan als de banden weer op de juiste spanning
gebracht zijn.
Bij gebruik van het reservewiel (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor
en -zender, waardoor een te lage bandenspanning hiervan niet wordt aange-
geven door het bandenspanningswaarschuwingssysteem. Verder zal, als u
het reservewiel monteert nadat het waarschuwingslampje voor een lage ban-
denspanning is gaan branden, dit lampje blijven branden.
Omstandigheden waaronder het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet juist werkt (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Blz. 472
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 530 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
531
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat
branden nadat het gedurende 1minuut geknipperd heeft (auto's met ban-
denspanningswaarschuwingssysteem)
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat branden
nadat het gedurende 1 minuut heeft geknipperd wanneer het contact AAN
wordt gezet, laat het systeem dan nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat branden
nadat het gedurende 1 minuut heeft geknipperd wanneer u tussen geregis-
treerde wielensets wisselt, controleer dan of de juiste wielenset is geselec-
teerd.
Als het motorcontrolelampje tijdens het rijden gaat branden
Bij sommige uitvoeringen gaat het motorcontrolelampje branden als de
brandstoftank geheel leeg gereden is. Vul de brandstoftank onmiddellijk als
deze leeg is. Het motorcontrolelampje gaat na enkele ritten weer uit.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als het
motorcontrolelampje niet uitgaat.
Detectiesensor voorpassagier, controlelampje veiligheidsgordel en
waarschuwingszoemer
Als er bagage wordt geplaatst op de passagiersstoel kan de detectiesensor
het controlelampje laten knipperen en de waarschuwingszoemer laten klin-
ken, ook al zit er niemand op de passagiersstoel.
Als er op de stoel een kussen wordt geplaatst, werkt de sensor wellicht niet
goed, waardoor ook het waarschuwingslampje niet goed werkt.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 531 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
532
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Als het waarschuwingslampje elektrische stuurbekrachtiging gaat
branden
De besturing kan extreem zwaar aanvoelen.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan gebruikelijk, houd het dan stevig vast
en oefen meer kracht uit.
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat niet doet, kunt
u de macht over het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Breng de banden
meteen op spanning.
Als, nadat de banden op spanning zijn gebracht, het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning opnieuw gaat branden, kan dit erop duiden
dat er een band lek is. Controleer de banden. Vervang het wiel met de
lekke band door het reservewiel en laat de band repareren door de dichtst-
bijzijnde erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Vermijd plotselinge stuurbewegingen en hard remmen. De banden kunnen
beschadigd raken, waardoor u de controle over het stuurwiel of de rem-
men kunt verliezen.
Als u een klapband krijgt of als er plotseling een lek ontstaat (auto's
met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Het kan zijn dat het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet meteen
in werking treedt.
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het bandenspanningswaarschuwingssysteem goed
werkt (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Monteer geen banden met verschillende specificaties of van verschillende
merken, anders werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem moge-
lijk niet goed.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 532 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
533
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Als er een waarschuwingsmelding
verschijnt
Centraal waarschuwingslampje
Het centrale waarschuwings-
lampje gaat ook branden of knip-
peren om aan te geven dat er op
dat moment een melding wordt
weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay.
Multi-informatiedisplay
Als een van de waarschuwingslampjes weer gaat branden na het uit-
voeren van de volgende handelingen, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Blijf kalm en voer onderstaande handelingen uit als er een waar-
schuwingsmelding verschijnt op het multi-informatiedisplay:
1
2
Overzicht waarschuwingsmeldingen en waarschuwingszoemers
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
Geeft aan dat de oliedruk niet in orde is
Het waarschuwingslampje kan gaan branden
als de oliedruk te laag is.
Er klinkt ook een zoemer.
Breng de auto onmiddellijk op een veilige
plaats tot stilstand en neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Doorrijden met de auto kan gevaarlijk zijn.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 533 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
534
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het
laadsysteem van de auto
Breng de auto onmiddellijk op een veilige
plaats tot stilstand en neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het
remsysteem
Laat uw auto direct controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Doorrijden met de auto kan gevaarlijk zijn.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het
stuurslotsysteem
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 534 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
535
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het
PCS (Pre-Crash Safety-systeem).
Er klinkt ook een zoemer.
Laat uw auto direct controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is het Stop
& Start-systeem
Er klinkt ook een zoemer.
Laat uw auto direct controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Doorrijden met de auto kan gevaarlijk zijn.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het
cruise control-systeem
Druk eenmaal op de toets ON-OFF om het sys-
teem uit te schakelen en druk vervolgens
opnieuw op de toets om het systeem in te
schakelen.
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de
snelheidsbegrenzer
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Knippert)
(Knippert)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 535 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
536
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de
LDA (Lane Departure Alert)
Er klinkt ook een zoemer.
Breng de auto op een veilige plaats tot stil-
stand. Zet het contact UIT en vervolgens
weer AAN om het LDA-systeem te resetten.
Of herstart het LDA-systeem door op de
LDA-schakelaar te drukken. Als het LDA-
systeem weer normaal is, kan het systeem
worden geactiveerd.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de
RSA (Road Sign Assist).
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
(handgeschakelde transmissie)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de
koppelingsschakelaar
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Geeft aan dat de elektrisch bedienbare parkeer-
rem niet aan een verzoek kan voldoen
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Auto's met Stop & Start-systeem: Geeft aan dat
de elektrisch bedienbare parkeerrem niet aan
een verzoek voor deactiveren kan voldoen wan-
neer het Stop & Start-systeem in werking is
(motor is uitgeschakeld of wordt gestart).
Er klinkt ook een zoemer.
Als de parkeerrem niet wordt gedeactiveerd
zodra de motor is herstart en de waarschu-
wingsmelding is verdwenen, trek dan nog-
maals de parkeerremschakelaar omhoog
om de parkeerrem te deactiveren.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Knippert)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 536 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
537
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de
elektrisch bedienbare parkeerrem
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Geeft aan dat er een storing is in de elektrische
stuurbekrachtiging (EPS)
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Geeft aan dat een of meerdere portieren niet
goed gesloten zijn
Het systeem geeft tevens aan welk portier niet
goed gesloten is.
Als de rijsnelheid 5 km/h wordt, knippert
en klinkt er een zoemer om aan te
geven dat een of meer portieren niet goed
gesloten zijn.
Controleer of alle portieren gesloten zijn.
Geeft aan dat de achterklep niet geheel gesloten
is
Als de auto een snelheid bereikt van
5 km/h, knippert en er klinkt een zoe-
mer om aan te geven dat de achterklep nog
niet geheel gesloten is.
Sluit de achterklep.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Geel)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 537 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
538
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Geeft aan dat de parkeerrem niet is geactiveerd
Als het contact UIT staat terwijl de auto niet stil-
staat, wordt er een melding weergegeven en
klinkt er tweemaal een zoemer om aan te
geven dat de parkeerrem niet is geactiveerd.
Als het bestuurdersportier wordt geopend ter-
wijl de parkeerrem niet is geactiveerd, klinkt er
onafgebroken een zoemer.
Activeer de parkeerrem.
Geeft aan dat de parkeerrem nog is geactiveerd
Als de auto een snelheid bereikt van 5 km/h,
verschijnt er een melding en klinkt er een zoe-
mer om aan te geven dat de parkeerrem nog is
geactiveerd.
Deactiveer de parkeerrem.
Geeft aan dat de status van de parkeerrem onbe-
kend is
Wanneer het parkeerremsysteem de actuele
status (geactiveerd of gedeactiveerd) niet kan
signaleren, wordt er een melding weergegeven
en klinkt er een zoemer.
Wacht tot de melding verdwijnt. Deactiveer
de parkeerrem als de melding niet ver-
dwijnt.
Geeft aan dat de parkeerrem niet in werking kan
treden
Er klinkt ook een zoemer.
Laat het systeem even met rust.
In het geval van oververhitting kan het sys-
teem na afkoeling weer in werking treden.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Knippert)
(Knippert)
(Knippert) (Knippert)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 538 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
539
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
(dieselmotor)
Geeft aan dat de motorolie moet worden ververst
Controleer de motorolie en ververs indien
nodig. Na het verversen van de motorolie
moet het verversingssysteem worden gere-
set. (Blz. 455)
(Als de onderhoudsgegevens niet zijn gere-
set, zal het controlelampje niet goed wer-
ken).
(dieselmotor)
Geeft aan dat de motorolie ververst en het oliefil-
ter vervangen moet worden
Laat de motorolie en het oliefilter door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige controle-
ren en/of vervangen. Na het verversen van
de motorolie moet het verversingssysteem
worden gereset. (Blz. 455)
(dieselmotor)
Geeft aan dat de hoeveelheid afzetting in het
roetfiltersysteem een bepaald niveau heeft
bereikt. Regenereer het filter
Blz. 543
(dieselmotor)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het
roetfiltersysteem
Laat uw auto direct controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 539 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
540
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat het Pre-Crash Safety-systeem is
uitgeschakeld.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat de werking van de Pre-Crash
Brake-functie en het Pre-Crash Brake Assist-sys-
teem is gestopt sinds de VSC (Vehicle Stability
Control) werd uitgeschakeld (de Pre-Crash-waar-
schuwing werkt wel)
Schakel de VSC in. (Blz. 260, 269)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat de werking van de LDA (Lane
Departure Alert) is onderbroken
De temperatuur van de camerasensor is hoger
dan de maximale werkingstemperatuur.
Herstart de LDA na even verder gereden te
hebben.
(indien aanwezig)
Waarschuwt de bestuurder dat de auto van de rij-
strook afwijkt (terwijl de LDA [Lane Departure
Alert] in werking is)
De rijstrookmarkering aan de zijde die de auto
overschrijdt, gaat oranje knipperen.
De waarschuwingszoemer klinkt gedurende
enkele seconden.
Controleer de omgeving van de auto en rijd
terug naar de rijstrook binnen de markerin-
gen.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Knippert)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 540 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
541
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Geeft aan dat er een storing is in:
De automatische verticale koplampverstelling;
Het Automatic High Beam-systeem (indien
aanwezig); of
De LED-koplampen (indien aanwezig);
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
(indien aanwezig)
Geeft het volgende aan:
Er bestaat een grote kans op een frontale aan-
rijding; of
Het Pre-Crash Brake-systeem is in werking
Er klinkt ook een zoemer.
Controleer de omgeving van de auto en
voer indien nodig een uitwijkmanoeuvre
uit.
Geeft aan dat de koplampen nog branden
Er klinkt ook een zoemer.
Schakel de verlichting uit.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat de LDA (Lane Departure Alert) niet
kan worden gebruikt omdat de rijsnelheid lager is
dan ongeveer 50 km/h
Rijd met een snelheid van ongeveer
50 km/h of hoger.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Knippert)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 541 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
542
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
(indien aanwezig)
Het systeem is tijdelijk uitgeschakeld omdat er
niet aan de werkingsvoorwaarden van de sensor
voor (temperatuur, enz.) wordt voldaan.
De bediening van de volgende systemen wordt
mogelijk onderbroken:
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aan-
wezig);
LDA (Lane Departure Alert) (indien aanwezig);
Automatic High Beam-systeem (indien aanwe-
zig);
RSA (Road Sign Assist) (indien aanwezig).
Het systeem kan worden bediend wanneer
er aan de werkingsvoorwaarden van de
sensor voor (temperatuur, enz.) wordt vol-
daan. Schakel het systeem uit, wacht een
poosje en schakel het systeem weer in.
(indien aanwezig)
Het gedeelte van de voorruit vóór de sensor voor
is beslagen of er zit vuil, regen, ijs, sneeuw o.i.d.
op de voorruit.
De bediening van de volgende systemen wordt
mogelijk onderbroken:
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aan-
wezig);
LDA (Lane Departure Alert) (indien aanwezig);
Automatic High Beam-systeem (indien aanwe-
zig);
RSA (Road Sign Assist) (indien aanwezig).
Schakel het systeem uit, verwijder het vuil,
de wasem, het ijs e.d. van de voorruit en
schakel het systeem weer in. (Blz. 255)
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Knippert)
(Knippert)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 542 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
543
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Na het verversen van de motorolie (dieselmotor)
Zorg ervoor dat het indicatiesysteem motorolie verversen wordt gereset.
(Blz. 455)
Als de melding DPF FULL SEE OWNER’S MANUAL (DPF vol, zie handlei-
ding) op het display verschijnt (dieselmotor)
De afzetting die zich in het filter bevindt, moet worden geregenereerd.
De volgende rijmethoden worden aanbevolen om het filter te regenereren
*:
Met een constante snelheid rijden (bijvoorbeeld ongeveer 65 km/h gedu-
rende 20 tot 30 minuten).
Korte ritten vermijden of met een constante snelheid rijden (de motor gedu-
rende langere tijd laten draaien).
De waarschuwingsmelding verdwijnt zodra de regeneratie voltooid is. Wan-
neer echter niet op die manier kan worden gereden of als de melding na het
rijden niet verdwijnt, laat dan uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
*: Houd tijdens het rijden voldoende rekening met de weersomstandigheden,
de conditie van de weg, het terrein en het overige verkeer en neem altijd de
verkeersregels in acht.
LDA (Lane Departure Alert) (indien aanwezig)
Onder de volgende omstandigheden wordt er geen waarschuwingsmelding
weergegeven, ook al wordt er over een rijstrookmarkering gereden:
De rijsnelheid wijkt af van het werkingsgebied van het LDA-systeem.
De rijstrookmarkeringen kunnen niet worden herkend
OPMERKING
Melding onderhoud motorolie (dieselmotor)
De waarschuwingsmelding is gebaseerd op de geschatte afstand die met
de auto gereden wordt na het resetten van het systeem.
Het systeem controleert niet de mate van verontreiniging van de motorolie.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 543 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
544
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Zoemer
interieur
Zoemer
exterieur
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
Een
keer
De elektronische sleutel wordt
niet gesignaleerd terwijl er
wordt geprobeerd om de motor
te starten.
Houd de elektronische
sleutel binnen het detectie-
gebied.
Een
keer
3 keer
De elektronische sleutel
bevond zich buiten de auto en
er werd een ander portier dan
het bestuurdersportier geopend
en gesloten terwijl het contact
niet UIT stond.
Neem de elektronische
sleutel weer mee in de
auto.
Het bestuurdersportier werd
geopend en gesloten terwijl de
elektronische sleutel zich niet in
de auto bevond, de selectie-
hendel niet in stand P (Multi-
drive CVT) of in de
neutraalstand (handgescha-
kelde transmissie) stond en het
contact niet UIT was.
Zet het contact UIT of zorg
ervoor dat de elektroni-
sche sleutel zich in de auto
bevindt.
Een
keer
Een-
maal
gedu-
rende
10
secon-
den
Er wordt geprobeerd de auto te
verlaten met de elektronische
sleutel en de portieren te ver-
grendelen zonder dat het con-
tact eerst UIT is gezet.
Zet het contact UIT en ver-
grendel de portieren
opnieuw.
(Knippert)
(Knippert)
(Afwisselend weergegeven)
(Knippert)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 544 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
545
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Een
keer
Er werd geprobeerd de motor
zonder de elektronische sleutel
te starten of de elektronische
sleutel werkte niet normaal.
Er is geprobeerd om te rijden
terwijl de gewone sleutel zich
niet in de auto bevond.
Ga na of de elektronische
sleutel zich in de auto
bevindt.
Con-
tinu
(Multidrive CVT)
Het bestuurdersportier werd
geopend terwijl de selectiehen-
del niet in stand P stond en het
contact niet UIT stond.
Zet de selectiehendel in
stand P.
Con-
tinu
Con-
tinu
(Multidrive CVT)
Het bestuurdersportier werd
geopend en gesloten terwijl de
elektronische sleutel zich niet in
de auto bevond, de selectie-
hendel niet in stand P stond en
het contact niet UIT stond.
Zet de selectiehendel in
stand P.
Neem de elektronische
sleutel weer mee in de
auto.
Zoemer
interieur
Zoemer
exterieur
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Knippert)
(Knippert)
(Afwisselend weergegeven)
(Knippert)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 545 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
546
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Een
keer
Con-
tinu
Er is geprobeerd de portieren te
vergrendelen met het Smart
entry-systeem met startknop
terwijl de elektronische sleutel
zich nog in de auto bevond.
Neem de elektronische
sleutel uit de auto en ver-
grendel de portieren op-
nieuw.
Er is geprobeerd een van de
voorportieren te vergrendelen
door een portier te openen en
de vergrendelknop aan de bin-
nenzijde in de vergrendelstand
te zetten, en het portier vervol-
gens te sluiten door aan de bui-
tenportiergreep te trekken
terwijl de elektronische sleutel
zich nog in de auto bevond.
Neem de elektronische
sleutel uit de auto en ver-
grendel de portieren op-
nieuw.
Zoemer
interieur
Zoemer
exterieur
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Knippert)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 546 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
547
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Een
keer
Toen de portieren werden
ontgrendeld met de mechani-
sche sleutel en de startknop
vervolgens werd ingedrukt,
kon de elektronische sleutel
niet worden gesignaleerd in
de auto.
De elektronische sleutel kon
niet worden gesignaleerd,
ook niet nadat de startknop
tweemaal achter elkaar werd
ingedrukt.
Houd de elektronische
sleutel tegen de startknop
terwijl u het rempedaal
(Multidrive CVT) of koppe-
lingspedaal (handgescha-
kelde transmissie) intrapt.
Een
keer
(Multidrive CVT)
Er is geprobeerd de motor te
starten terwijl de selectiehen-
del niet in de juiste stand stond.
Zet de selectiehendel in
stand P en start de motor.
Zoemer
interieur
Zoemer
exterieur
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Multidrive CVT)
(handgeschakelde transmissie)
(Knippert)
(Knippert)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 547 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
548
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Een
keer
(Multidrive CVT)
Er is geprobeerd het contact
UIT te zetten terwijl de selectie-
hendel niet in stand P stond.
Om de motor uit te zetten,
moet de selectiehendel
eerst in stand P worden
gezet en moet vervolgens
het contact UIT worden
gezet.
⎯⎯
Het contact is UIT gezet door
de automatische power off-
functie.
Wanneer de motor de vol-
gende keer wordt gestart,
moet het motortoerental
enigszins worden ver-
hoogd en gedurende onge-
veer 5 minuten op dit ni-
veau worden gehandhaafd
om de accu op te laden.
Een
keer
De batterij van de elektronische
sleutel is (bijna) leeg. (De mel-
ding wordt gedurende ongeveer
15 seconden weergegeven.)
Vervang de batterij van de
elektronische sleutel.
(Blz. 489)
Zoemer
interieur
Zoemer
exterieur
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Knippert)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 548 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
549
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Een
keer
Het bestuurdersportier werd
geopend en gesloten terwijl het
contact UIT stond en vervol-
gens werd het contact twee-
maal in de stand ACC gezet
zonder dat de motor werd
gestart.
Druk op de startknop ter-
wijl u het rempedaal (Multi-
drive CVT) of koppe-
lingspedaal (handgescha-
kelde transmissie) intrapt.
Tijdens een startprocedure in
een situatie, waarin de elektro-
nische sleutel niet goed werkte
(Blz. 588), werd de elektroni-
sche sleutel tegen de startknop
gehouden.
Druk de startknop in bin-
nen 10 seconden nadat de
zoemer heeft geklonken.
Een
keer
Het stuurslot kon niet worden
ontgrendeld binnen 3 seconden
nadat de startknop is ingedrukt.
Druk de startknop in terwijl
het rempedaal wordt inge-
trapt en het stuurwiel naar
links en rechts wordt ge-
draaid.
Zoemer
interieur
Zoemer
exterieur
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Multidrive CVT)
(handgeschakelde transmissie)
(Knippert)
(Knippert)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 549 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
550
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Als de auto een lekke band heeft
(auto's met een reservewiel)
Breng de auto tot stilstand op een stevige, vlakke ondergrond.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT) of de achteruit
(handgeschakelde transmissie).
Zet de motor af.
Schakel de alarmknipperlichten in. (Blz. 514)
Uw auto is voorzien van een reservewiel. De lekke band kan wor-
den vervangen door het reservewiel.
Meer informatie over banden: Blz. 464
WAARSCHUWING
Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met een lekke band wordt doorgereden,
kunnen band en velg zodanig beschadigd worden dat reparatie niet meer
mogelijk is en kan er een ongeval ontstaan.
Voor het opkrikken van de auto
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 550 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
551
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Auto's met een compact reservewiel
Auto's met een volwaardig reservewiel
Plaats van reservewiel, krik en gereedschap (sedan)
Sleepoog
Krik
Krikslinger
Reservewiel
Wielmoersleutel
Deactiveringsgereedschap
parkeerrem
1
2
3
4
5
6
Krik
Sleepoog
Reservewiel
Krikslinger
Deactiveringsgereedschap
parkeerrem
Wielmoersleutel
1
2
3
4
5
6
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 551 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
552
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Auto's met een compact reservewiel
Auto's met een volwaardig reservewiel
Plaats van reservewiel, krik en gereedschap (wagon)
Extra opbergvak achter
Krikslinger
Reservewiel
Krik
Wielmoersleutel
Deactiveringsgereedschap
parkeerrem
Sleepoog
1
2
3
4
5
6
7
Extra opbergvak achter
Krikslinger
Reservewiel
Deactiveringsgereedschap
parkeerrem
Sleepoog
Wielmoersleutel
Krik
1
2
3
4
5
6
7
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 552 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
553
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
WAARSCHUWING
Gebruik van de krik
Onjuist gebruik van de krik kan ertoe leiden dat de auto van de krik valt, wat
tot ernstig letsel kan leiden.
Gebruik de krik uitsluitend voor het verwisselen van een wiel of de mon-
tage en het verwijderen van sneeuwkettingen.
Gebruik voor het verwisselen van een lekke band uitsluitend de met de
auto meegeleverde krik.
Gebruik de krik niet voor het verwisselen van wielen van andere auto's en
gebruik ook geen krik van een andere auto.
Controleer altijd of de krik goed onder het krikpunt staat.
Zorg ervoor dat er zich geen lichaamsdelen bevinden onder een auto die
alleen door een krik wordt ondersteund.
Start de motor niet en laat de motor ook niet draaien als de auto op een
krik staat.
Krik de auto niet op als er nog iemand in de auto aanwezig is.
Plaats niets op of onder de krik als de auto wordt opgekrikt.
Krik de auto niet verder op dan voor het verwisselen van het wiel noodza-
kelijk is.
Plaats de auto op bokken als u onder de auto moet zijn.
Let er vooral bij het laten zakken van de auto op dat er niemand die aan de
auto werkt of zich in de onmiddellijke nabijheid van de auto bevindt, gewond
kan raken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 553 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
554
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Til de haak van de afdekplaat
op de vloer in de bagageruimte
op.
Zet de afdekplaat vast met de
haak.
Auto's met volwaardig reserve-
wiel:
Neem de haak los en verwijder
de krik.
Controleer na het opbergen van de
krik of deze goed met de riem is
vastgezet.
Verwijder de achterste afdek-
plaat.
Verwijderen van de krik (sedan)
1
2
3
Verwijderen van de krik (wagon)
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 554 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
555
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Verwijder het extra opbergvak
achter.
Auto's met een volwaardig
reservewiel:
Neem de haak los en verwijder
de krik.
Controleer na het opbergen van de
krik of deze goed met de riem is
vastgezet.
Auto's met een compact reservewiel
Draai de bevestiging van het
reservewiel los.
Auto's met een volwaardig reservewiel
Draai de bevestiging van het
reservewiel en de bergruimte los.
2
3
Verwijderen van het reservewiel (sedan)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 555 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
556
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Auto's met een compact reservewiel
Draai de bevestiging van het
reservewiel los.
Auto's met een volwaardig reservewiel
Draai de bevestiging van het
reservewiel en de bergruimte los.
Verwijderen van het reservewiel (wagon)
WAARSCHUWING
Bij het opbergen van de reservewiel
Zorg ervoor dat er geen vingers of andere lichaamsdelen tussen het reser-
vewiel en de carrosserie bekneld raken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 556 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
557
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Plaats wielblokken.
Auto's met full-cover wieldop-
pen: Verwijder de wieldop met
een sleutel.
Plaats een doek tussen de sleutel
en de wieldop, zoals aangegeven
in de afbeelding, om de wieldop te
beschermen.
Raadpleeg voor auto's met een
wieldopclip Blz. 485.
Draai de wielmoeren iets los
(één slag).
Vervangen van wiel met een lekke band
1
Sedan Wagon
Lekke band Positie wielblok
Voor
Links Achter het rechter achterwiel
Rechts Achter het linker achterwiel
Achter
Links Voor het rechter voorwiel
Rechts Voor het linker voorwiel
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 557 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
558
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Draai deel van de krik met de hand aan totdat de uitsparing in de
kop van de krik in contact komt met het kriksteunpunt.
Draai de krik vervolgens verder
omhoog totdat het wiel vrij van
de grond is.
Verwijder alle wielmoeren en
het wiel.
Leg het wiel met de buitenzijde
omhoog op de grond, om krassen
op de velg te voorkomen.
4
A
Sedan Wagon
5
6
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 558 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
559
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Verwijder eventueel aanwezige
verontreinigingen van het con-
tactvlak van de velg.
Als er verontreinigingen op het
contactvlak aanwezig zijn, kunnen
tijdens het rijden de wielmoeren los
lopen, waardoor het wiel los kan
raken van de auto.
WAARSCHUWING
Vervangen van wiel met een lekke band
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kan er ernstig letsel ontstaan.
Probeer de naafdop niet met de hand te verwijderen. Neem voldoende
voorzichtigheid in acht om letsel te voorkomen.
Plaats een beschadigde naafdop niet opnieuw, omdat deze tijdens het
rijden los kan raken.
Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregelen kan ertoe leiden dat de
wielmoeren losraken, waardoor het wiel van de auto af kan lopen, wat kan
leiden tot ernstig letsel.
Laat zo spoedig mogelijk na het vervangen van een wiel de moeren met
een aanhaalmoment van 103 Nm (10,5 kgm, 76 ft.lbf) vastzetten.
Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregelen kan ertoe leiden dat
de wielmoeren los raken, waardoor de wielen van de auto af kunnen
lopen en een ongeval met ernstig letsel als gevolg kan ontstaan.
Plaats de wielmoeren met de schuine kant naar het wiel toe.
(Blz. 485)
Plaatsen van het reservewiel
1
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 559 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
560
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Plaats het wiel en draai elke wielmoer met de hand ongeveer in
dezelfde mate vast.
Stalen velg vervangen door een stalen velg (met compact reserve-
wiel)
Draai de moeren vast tot het
tapse gedeelte aanligt tegen de
velg.
Vervangen van een lichtmetalen velg door een stalen velg (ook met
compact reservewiel)
Draai de moeren vast tot het
tapse gedeelte aanligt tegen de
velg.
Vervangen van een lichtmetalen velg door een lichtmetalen velg
Draai de wielmoeren zover vast
totdat de sluitringen contact
maken met de velg.
2
Velg
Taps gedeelte
Taps gedeelte
Velg
Ring
Velg
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 560 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
561
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Laat de auto zakken.
Draai iedere moer twee of drie
keer aan in de volgorde die in
de afbeelding is aangeven.
Aanhaalmoment:
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
Plaats bij auto's met full-cover
wieldoppen de wieldop terug.
Breng de uitsparing in de wieldop
in lijn met het ventieldopje zoals
aangegeven.
Berg het wiel met de lekke band, de krik en het gereedschap op.
3
4
5
6
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 561 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
562
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Het volwaardige reservewiel
Bij auto's met een bandenspanningswaarschuwingssysteem heeft het vol-
waardige reservewiel een aanduiding TEMPORARY USE ONLY (alleen
voor tijdelijk gebruik) op de buitenzijde van het wiel.
Gebruik het volwaardige reservewiel alleen tijdelijk en alleen in noodgeval-
len.
Controleer de bandenspanning van het volwaardige reservewiel.
(Blz. 619)
Het compacte reservewiel
Op de band van het compacte reservewiel staat aan de zijkant de aandui-
ding TEMPORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk gebruik).
Gebruik het compacte reservewiel alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
Controleer de bandenspanning van het compacte reservewiel. (Blz. 619)
Bij gebruik van het reservewiel (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor
en -zender, waardoor een te lage bandenspanning hiervan niet wordt aange-
geven door het bandenspanningswaarschuwingssysteem. Verder zal, als u
het reservewiel monteert nadat het waarschuwingslampje voor een lage ban-
denspanning is gaan branden, dit lampje blijven branden.
Als uw auto een lekke voorband krijgt op een weg die bedekt is met
sneeuw of ijs (auto's met een compact reservewiel)
Plaats het compacte reservewiel aan de achterzijde van de auto. Voer onder-
staande stappen uit en monteer sneeuwkettingen op de voorwielen.
Monteer het compacte reservewiel links of rechts achter.
Vervang het wiel met de lekke voorband door het wiel dat van de achter-
zijde afkomstig is.
Monteer sneeuwkettingen op de voorwielen.
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 562 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
563
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Verklaring voor de krik
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 563 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
564
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Bij gebruik van het compacte reservewiel
Houd er rekening mee dat het compacte reservewiel speciaal ontworpen
is voor gebruik onder uw auto. Gebruik uw reservewiel daarom niet onder
een andere auto.
Monteer niet gelijktijdig meer dan één compact reservewiel onder uw auto.
Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een stan-
daardband.
Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
Snelheidsbeperking bij gebruik van het compacte reservewiel
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel onder de auto
is gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hoge snelhe-
den. Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot een
ongeval en ernstig letsel.
Bij gebruik van het compacte reservewiel
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeven en dat
de volgende systemen niet goed werken:
ABS en Brake Assist
VSC
TRC
Navigatiesysteem (indien aanwezig)
Cruise control (indien aanwezig)
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
LDA (Lane Departure Alert) (indien aanwezig)
Adaptive Front Lighting-systeem (AFS) (indien aanwezig)
EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 564 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
565
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
OPMERKING
Rijd voorzichtig over oneffenheden in het wegdek heen als het com-
pacte reservewiel onder de auto gemonteerd is
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is gemonteerd
dan wanneer er gereden wordt met de standaardbanden. Wees voorzichtig
bij het rijden over slechte wegen.
Rijden met sneeuwkettingen en het compacte reservewiel
Monteer geen sneeuwketting op het compacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie beschadigen en het rijgedrag in nega-
tieve zin beïnvloeden.
Bij het vervangen van banden
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of bandenspan-
ningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige omdat de bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgegaan.
Voorkomen van schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang bij het vervangen van
de band de bandenspanningssensor en -zender. (Blz. 466)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 565 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
566
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Als de auto een lekke band heeft
(auto's met een bandenreparatieset)
Uw auto is niet uitgerust met een reservewiel, maar wel met een
bandenreparatieset.
Een lek dat wordt veroorzaakt door een spijker of schroef die
door het loopvlak van de band steekt, kan tijdelijk worden gere-
pareerd met de bandenreparatieset. (De set bestaat uit een fles
met bandenreparatievloeistof. De bandenreparatievloeistof kan
slechts één keer worden gebruikt voor de tijdelijke reparatie van
één band, waarbij de spijker of schroef in het loopvlak moet blij-
ven zitten.) Afhankelijk van de schade kan deze set niet worden
gebruikt om de band te repareren. (Blz. 576)
Laat na de noodreparatie met de bandenreparatieset de band
repareren of vervangen door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. Met de bandenreparatieset kunnen
alleen tijdelijke reparaties worden uitgevoerd. Laat de band zo
snel mogelijk repareren of vervangen.
WAARSCHUWING
Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met een lekke band wordt doorgereden,
kunnen band en velg zodanig beschadigd worden dat reparatie niet meer
mogelijk is en kan er een ongeval ontstaan.
Door het rijden met een lekke band kan er op de wang rondom een groef
ontstaan. In zo'n geval kan de band bij het gebruik van een reparatieset
exploderen.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 566 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
567
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Breng de auto tot stilstand op een veilige plaats en een stevige,
vlakke ondergrond.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT) of N (handge-
schakelde transmissie).
Zet de motor af.
Schakel de alarmknipperlichten in. (Blz. 514)
Sedan
*
1
: Gebruik van de krik en wielmoersleutel. (indien aanwezig) (Blz. 557)
Een krik en wielmoersleutel zijn verkrijgbaar bij een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
*
2
: Gebruik van de wieldopclip. (indien aanwezig) (Blz. 485)
Vóór het repareren van de band
Plaats van bandenreparatieset, krik en gereedschap
Wielmoersleutel*
1
Sleepoog
Deactiveringsgereedschap
parkeerrem
Krik*
1
Wieldopclip*
2
Krikslinger*
1
Bandenreparatieset
1
2
3
4
5
6
7
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 567 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
568
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Wagon
*
1
: Gebruik van de krik en wielmoersleutel. (indien aanwezig) (Blz. 557)
Een krik en wielmoersleutel zijn verkrijgbaar bij een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
*
2
: Gebruik van de wieldopclip. (indien aanwezig) (Blz. 485)
Sleepoog
Deactiveringsgereedschap
parkeerrem
Krik
*
1
Krikslinger*
1
Extra opbergvak achter
Wieldopclip
*
2
Bandenreparatieset
Wielmoersleutel
*
1
1
2
3
4
5
6
7
8
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 568 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
569
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Controleer de mate waarin de
band beschadigd is.
Haal de spijker of schroef niet
uit de band. Door het verwijde-
ren van de spijker of de schroef
kan het gat groter worden waar-
door de band niet meer tijdelijk
gerepareerd kan worden.
Onderdelen van de bandenreparatieset
Spuitmond
Stickers
Ontgrendelknop
Voedingsaansluiting
Slang
Compressorschakelaar
Bandenspanningsmeter
Voordat u een noodreparatie uitvoert
1
2
3
4
5
6
7
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 569 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
570
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Neem de reparatieset uit het gereedschapsvak.
Zorg er bij het verwijderen van de fles uit de originele zak voor dat de zak
niet scheurt en gooi de zak niet weg.
Bevestig de 2 stickers zoals
aangegeven.
Verwijder vuil en vocht van het wiel
voordat u de sticker bevestigt. Als
de sticker niet kan worden beves-
tigd, laat dan wanneer u de band
laat repareren of vervangen de
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige weten dat ban-
denreparatievloeistof is ingespo-
ten.
Verwijder het ventieldopje van
het wiel met de lekke band.
Verwijder het dopje van de
spuitmond.
Reparatiemethode in noodgevallen
1
2
Ven-
Dop
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 570 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
571
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Sluit de spuitmond aan op het
ventiel.
Draai het uiteinde van de spuit-
mond zo ver mogelijk rechtsom.
De fles moet verticaal hangen,
zonder de grond te raken. Ver-
plaats de auto als de fles niet verti-
caal hangt, tot het ventiel zich op
de juiste plaats bevindt.
Verwijder het dopje van de fles.
Trek de slang uit de compres-
sor.
Sluit de fles aan op de com-
pressor.
Draai het uiteinde van de spuit-
mond zo ver mogelijk rechtsom.
5
6
7
8
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 571 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
572
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Zorg ervoor dat de compressor
is uitgeschakeld.
Verwijder de voedingsaanslui-
ting van de compressor.
Sluit de voedingsstekker aan
op de accessoireaansluiting.
(Blz. 424)
Controleer de voorgeschreven bandenspanning.
De bandenspanning wordt aangegeven op de sticker, zoals afgebeeld.
Start de motor.
9
10
11
12
Auto's met linkse besturing Auto's met rechtse besturing
13
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 572 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
573
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Zet de compressor aan om de
bandenreparatievloeistof in te
spuiten en de band met lucht te
vullen.
Vul de band tot de voorge-
schreven bandenspanning
bereikt is.
De bandenreparatievloeistof
wordt ingespoten, de druk
loopt op en daalt vervolgens
geleidelijk.
De bandenspanningsmeter
geeft ongeveer 1 minuut (5
minuten bij lage temperatu-
ren) nadat de schakelaar aan
is gezet de werkelijke ban-
denspanning weer.
Vul de band tot de voorge-
schreven bandenspanning
bereikt is.
Als de bandenspanning nog steeds lager is dan voorgeschre-
ven nadat de schakelaar 35 minuten aan staat, is de band te
veel beschadigd om nog gerepareerd te worden. Schakel de
compressor uit en neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
• Laat wat lucht ontsnappen wanneer de bandenspanning de
voorgeschreven waarde overschrijdt. (Blz. 577)
14
15
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 573 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
574
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Schakel de compressor uit.
Haal de uitstroomopening van het velgventiel en haal daarna de
voedingsaansluiting uit de accessoireaansluiting.
Mogelijk ontsnapt er bij het verwijderen van de spuitmond wat bandenre-
paratievloeistof.
Druk op de knop om de druk
van de fles te halen.
Draai de dop op de spuitmond.
Plaats het ventieldopje op het ventiel van het gerepareerde wiel.
16
17
18
19
20
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 574 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
575
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Neem de slang los van de fles
en plaats de dop op de fles.
Plaats de fles in de originele zak en
rits deze dicht.
Berg de fles en de compressor op in de bagageruimte.
Rijd, om de bandenreparatievloeistof gelijkmatig over de band te
verdelen, meteen ongeveer 5 km met een snelheid van maximaal
80 km/h.
Breng de auto na ongeveer 5
km tot stilstand op een veilige
plaats met een stevige, vlakke
ondergrond en sluit de com-
pressor weer aan.
Controleer de bandenspanning.
Als de bandenspanning lager
is dan 130 kPa (1,3 kg/cm
2
of
bar, 19 psi): Het gat kan niet
worden gerepareerd. Neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere
naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskun-
dige.
Als de bandenspanning 130 kPa (1,3 kg/cm
2
of bar, 19 psi) of
hoger is, maar lager dan de voorgeschreven spanning: Ga door
naar .
Als de bandenspanning juist is: Ga door naar .
Zet de compressor aan om de band op de voorgeschreven span-
ning te brengen. Rijd ongeveer 5 km en ga dan door naar .
21
22
23
24
25
1
2
26
3
27
26
24
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 575 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
576
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Berg de compressor op in de bagageruimte.
Voorkom plotseling remmen, plotseling accelereren en scherpe
bochten en rijd voorzichtig met een snelheid van minder dan 80
km/h naar de dichtstbijzijnde erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige voor het repareren of vervangen van de band.
In de volgende gevallen is reparatie van de band met behulp van de ban-
denreparatieset niet mogelijk. Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
De band is beschadigd door rijden met onvoldoende spanning
Wanneer de scheurtjes of beschadigingen zich niet in het loopvlak bevinden
maar bijvoorbeeld in de wangen van de band
De band is zichtbaar van de velg afgelopen
Het lek in of de beschadiging van het loopvlak is 4 mm of groter
De velg is beschadigd
Twee of meer banden zijn lek
Wanneer een enkele band door 2 of meer scherpe voorwerpen doorboord is
Wanneer de bandenreparatievloeistof over de uiterste houdbaarheidsdatum
is
Bandenreparatieset
De vloeistof in de bandenreparatieset kan slechts eenmalig worden gebruikt
om een enkele band tijdelijk te repareren. Als de bandenreparatievloeistof is
gebruikt en moet worden vervangen, koop dan een nieuwe fles bij een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. De compressor kan opnieuw
worden gebruikt.
De reparatievloeistof kan worden gebruikt bij een buitentemperatuur van
-30°C tot 60°C.
De reparatieset is speciaal ontworpen voor de standaard op uw auto
gemonteerde banden. Gebruik de set niet voor banden met een afwijkende
maat of voor andere doeleinden.
De bandenreparatievloeistof is beperkt houdbaar. De uiterste houdbaar-
heidsdatum staat vermeld op de fles. Vervang de fles bandenreparatievloei-
stof vóór de uiterste houdbaarheidsdatum door een nieuwe fles. Neem voor
vervanging contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de bandenreparatievloeistof op uw kleren komt, kan deze vlekken ver-
oorzaken.
27
28
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 576 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
577
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Eventueel gemorste bandenreparatievloeistof moet direct van het wiel of de
carrosserie worden verwijderd. Veeg het oppervlak onmiddellijk af met een
vochtige doek.
Tijdens de werking van de reparatieset wordt veel lawaai geproduceerd. Dit
is normaal en duidt niet op een storing.
Niet gebruiken om de bandenspanning te controleren of op de voorgeschre-
ven waarde te brengen.
Als de band te hard wordt opgepompt
Controleer of de bandenspanningsmeter de voorgeschreven spanning aan-
geeft.
Zet de compressor weer aan als de spanning onder de voorgeschreven
waarde ligt en vul de band tot de juiste spanning is bereikt.
Nadat een band is gerepareerd met de bandenreparatieset
Vervang de bandenspanningssensor en -zender.
Zelfs wanneer de bandenspanning op het voorgeschreven niveau ligt, gaat
het waarschuwingslampje lage bandenspanning mogelijk branden of knip-
peren.
Aanwijzing voor het controleren van de bandenreparatieset
Controleer regelmatig de uiterste houdbaarheidsdatum van de bandenrepa-
ratievloeistof.
De uiterste houdbaarheidsdatum staat vermeld op de fles. Gebruik de ban-
denreparatievloeistof niet wanneer de uiterste houdbaarheidsdatum is ver-
streken. Anders worden reparaties met de bandenreparatieset mogelijk niet
goed uitgevoerd.
Druk op de knop om wat lucht te laten
ontsnappen.
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 577 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
578
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig tijdens het rijden
De reparatieset is speciaal ontworpen voor uw auto.
Gebruik de set niet voor andere auto's. Als u dat wel doet, kan dat leiden
tot een ongeval met ernstig letsel tot gevolg.
Gebruik de set niet voor banden met een afwijkende maat of voor andere
doeleinden. Als de banden niet volledig zijn gerepareerd, kan dit leiden tot
een ongeval met ernstig letsel tot gevolg.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de bandenreparatievloeistof
Het inslikken van bandenreparatievloeistof is schadelijk voor uw gezond-
heid. Drink zo veel mogelijk water en raadpleeg direct een huisarts wan-
neer u bandenreparatievloeistof hebt ingeslikt.
Spoel direct met water wanneer bandenreparatievloeistof in uw ogen of op
uw huid is terechtgekomen. Raadpleeg een huisarts als u zich niet lekker
blijft voelen.
Bij het repareren van een lekke band
Parkeer de auto op een veilige plaats en een vlakke ondergrond.
Raak de wielen of het gedeelte rond de remmen direct nadat met de auto
is gereden niet aan.
Nadat met de auto is gereden, zijn de wielen en het gedeelte rond de rem-
men mogelijk zeer heet. Wanneer u deze delen met uw handen, voeten of
andere lichaamsdelen aanraakt, kan dit leiden tot brandwonden.
Laat ter voorkoming van beschadiging of ernstige lekkage de fles niet val-
len. Voer vóór gebruik een visuele controle van de fles uit. Gebruik uitslui-
tend onbeschadigde en niet-lekkende flessen. In dergelijke gevallen direct
vervangen.
Sluit de slang stevig aan op het ventiel terwijl het wiel aan de auto beves-
tigd is. Als de slang niet goed op het ventiel is aangesloten, kan er lekkage
van lucht optreden waarbij bandenreparatievloeistof naar buiten spuit.
Als de slang tijdens het vullen loskomt van het ventiel, is het mogelijk dat
de slang abrupte bewegingen maakt vanwege de luchtdruk.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 578 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
579
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
WAARSCHUWING
Bij het repareren van een lekke band
Nadat de band gevuld is, kunnen er spetters bandenreparatievloeistof
naar buiten komen als de slang wordt losgemaakt of wanneer u lucht uit
de band laat ontsnappen.
Volg voor het repareren van de band de volgende procedure. Als u de pro-
cedures niet volgt, kan de bandenreparatievloeistof naar buiten spuiten.
Bewaar afstand tot de band wanneer deze gerepareerd wordt, omdat de
band kan klappen. Zet de schakelaar van de compressor direct uit als u
ziet dat de band scheurtjes vertoont of vervormt.
De reparatieset kan oververhit raken als deze langere tijd achter elkaar
wordt gebruikt. Gebruik de reparatieset niet langer dan 40 minuten achter
elkaar.
Delen van de reparatieset worden tijdens het gebruik heet. Wees voor en
na gebruik voorzichtig met de reparatieset. Raak het metalen deel rond de
verbinding tussen de fles en de compressor niet aan. Dit is namelijk zeer
heet.
Plak de waarschuwingssticker voor de rijsnelheid alleen op de aange-
geven plaats. Als de sticker wordt aangebracht op een plaats waar zich
een airbag bevindt, zoals op het stuurwielkussen, werkt de airbag mogelijk
niet goed meer.
Rijden om de bandenreparatievloeistof gelijkmatig te verdelen
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht.
Als u dat niet doet kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ern-
stig letsel kan ontstaan.
Rijd langzaam en voorzichtig. Wees extra voorzichtig bij het maken van
bochten.
Als de auto niet rechtuit rijdt of als u merkt dat het stuurwiel naar één kant
trekt, brengt u de auto tot stilstand en controleert u het volgende:
Toestand van de band. De band kan van de velg zijn afgelopen.
Bandenspanning. Als de bandenspanning 130 kPa (1,3 kg/cm
2
of bar, 19
psi) of lager is, is de band mogelijk ernstig beschadigd.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 579 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
580
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
OPMERKING
Een noodreparatie uitvoeren
Een band mag alleen met de bandenreparatieset worden gerepareerd
indien de beschadiging is veroorzaakt door perforatie van het loopvlak
door een scherp voorwerp, zoals een spijker of een schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet uit de band. Door het verwijderen
van de spijker of de schroef kan het gat groter worden waardoor de band
niet meer tijdelijk gerepareerd kan worden.
De reparatieset is niet waterbestendig. Zorg dat de bandenreparatieset
niet in aanraking komt met water, bijvoorbeeld bij gebruik tijdens regen.
Zet de bandenreparatieset niet op een stoffige ondergrond, zoals in het
zand of in de berm. Als de reparatieset stof e.d. opzuigt, kunnen er storin-
gen optreden.
Houd de fles tijdens het gebruik niet ondersteboven, om schade aan de
compressor te voorkomen.
Voorzorgsmaatregelen voor de bandenreparatieset
De reparatieset heeft als voeding 12V-gelijkstroom nodig. Sluit de repara-
tieset niet aan op andere voedingsbronnen.
Als er benzinedruppels op de reparatieset terechtkomen, kan de set defect
raken. Zorg dat de set niet met benzine in aanraking kan komen.
Berg de reparatieset op, zodat de set beschermd is tegen vuil en vocht.
Berg de reparatieset op in de gereedschapshouder onder de afdekking
van de bagageruimtevloer, buiten bereik van kinderen.
Demonteer de reparatieset niet en breng geen wijzigingen aan. Stel
onderdelen als de bandenspanningsmeter niet bloot aan schokken. Hier-
door kunnen storingen optreden.
Voorkomen van schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang na het gebruik van ban-
denreparatievloeistof de bandenspanningssensor en -zender wanneer de
band wordt gerepareerd of vervangen. (Blz. 466)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 580 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
581
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Wanneer de motor niet wil aanslaan
Mogelijk wordt het probleem veroorzaakt door een van de onder-
staande zaken.
Er is mogelijk onvoldoende brandstof aanwezig in de tank.
Vul de brandstoftank.
De motor kan verzopen zijn. (benzinemotor)
Probeer nogmaals de motor te starten en volg daarbij de juiste
startprocedures. (Blz. 209, 212)
Er kan een storing aanwezig zijn in de startblokkering. (Blz. 78)
Mogelijk wordt het probleem veroorzaakt door een van de onder-
staande zaken.
De accu kan te ver ontladen zijn. (Blz. 591)
De accuklemmen kunnen loszitten of gecorrodeerd zijn.
Het startsysteem van de motor is mogelijk defect als gevolg van een
elektrische storing, zoals een onderbreking of een defecte zekering.
Er bestaat echter een tijdelijke maatregel om de motor te starten.
(Blz. 582)
Als de motor niet wil aanslaan terwijl wel de juiste startprocedu-
res zijn gevolgd (Blz. 209, 212), dan kan dat de volgende oorza-
ken hebben:
De motor slaat niet aan terwijl de startmotor wel normaal werkt.
De startmotor draait langzaam rond, de leeslampjes/interieurver-
lichting en de koplampen gaan zwakker branden of de claxon
maakt geen of weinig geluid.
De startmotor draait niet (auto's met Smart entry-systeem en
startknop)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 581 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
582
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Mogelijk wordt het probleem veroorzaakt door een van de onder-
staande zaken.
Een of beide accuklemmen zit(ten) los.
De accu kan te ver ontladen zijn. (Blz. 591)
Er kan een storing aanwezig zijn in het stuurslotsysteem. (auto's
met Smart entry-systeem en startknop)
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als
het probleem niet verholpen kan worden of als de reparatieprocedure niet
bekend is.
Als de motor niet start maar de startknop normaal werkt, kan de motor
aan de hand van de volgende stappen voorlopig worden gestart.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P.
Zet het contact in stand ACC.
Houd het rempedaal stevig ingetrapt en druk de startknop gedu-
rende ongeveer 15 seconden in.
Ook als de auto aan de hand van deze stappen kan worden gestart,
kan er een storing in het systeem zijn. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De startmotor draait niet, de leeslampjes/interieurverlichting en
de koplampen gaan niet aan of de claxon maakt geen geluid
Noodstartfunctie (auto's met Multidrive CVT en Smart entry-sys-
teem met startknop)
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 582 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
583
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Als de selectiehendel niet in een andere
stand dan P kan worden gezet
Activeer de parkeerrem.
Zet het contact in stand ACC.
Trap het rempedaal in.
Druk op de knop SHIFT LOCK.
De selectiehendel kan worden ver-
plaatst als de schakelaar ingedrukt
is.
Auto's met Multidrive CVT: Als de selectiehendel niet in een
andere stand gezet kan worden terwijl u het rempedaal ingetrapt
hebt, kan er een probleem aanwezig zijn in het schakelblokkeer-
systeem (een systeem dat voorkomt dat de selectiehendel per
ongeluk in een andere stand gezet kan worden). Laat de auto
direct controleren door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Met de volgende procedure kan in noodgevallen de blokkering
van de selectiehendel ongedaan worden gemaakt.
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 583 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
584
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Als de parkeerrem niet gedeactiveerd kan
worden
Auto's met Multidrive CVT: Zet de selectiehendel in stand P.
Auto's met handgeschakelde transmissie: Zet de selectiehendel in
de 1e versnelling of in stand R.
Zet het contact UIT.
Controleer of het waarschuwingslampje van de parkeerrem UIT is.
Plaats wielblokken.
Breng de auto tot stilstand op een stevige, vlakke ondergrond.
Als de accu leeg is of de parkeerrem niet kan worden gedeacti-
veerd, kan deze aan de hand van onderstaande procedure hand-
matig worden gedeactiveerd. Voer deze procedure alleen in
noodgevallen uit.
Als de schakelaar ook wanneer de accu normaal werkt niet kan
worden bediend, is het parkeerremsysteem mogelijk defect. Laat
uw auto direct controleren door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Voordat u de parkeerrem handmatig deactiveert
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 584 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
585
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Til de mat in de bagageruimte op. (Blz. 415)
Haal het deactiveringsgereedschap uit de bagageruimte.
(Blz. 551, 567)
Sla de linkerzijde van de mat in
de bagageruimte om.
Verwijder of verbreek de afdich-
ting van de ontgrendelopening.
Druk het deactiveringsgereed-
schap voor de parkeerrem
zoveel mogelijk naar binnen,
zorg ervoor dat het op zijn
plaats blijft wanneer u uw hand
weghaalt en draai het rechtsom
tot een klikgeluid hoorbaar is.
(ongeveer 600 omwentelingen,
circa 20 minuten)
Als het deactiveringsgereedschap linksom wordt gedraaid, draait het vrij
rond.
Als u de parkeerrem hebt gedeactiveerd, moet u het deactiveringsgereed-
schap verwijderen en in de houder plaatsen.
Handmatig deactiveren van de parkeerrem (sedan)
1
2
3
4
5
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 585 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
586
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Haal het deactiveringsgereedschap uit de bagageruimte.
(Blz. 552, 567)
Til de afdekplaat aan de linkerzijkant omhoog. (Blz. 417)
Verwijder het afdekkapje.
Verwijder of verbreek de afdich-
ting van de ontgrendelopening.
Druk het deactiveringsgereed-
schap voor de parkeerrem
zoveel mogelijk naar binnen,
zorg ervoor dat het op zijn
plaats blijft wanneer u uw hand
weghaalt en draai het rechtsom
tot een klikgeluid hoorbaar is.
(ongeveer 600 omwentelingen,
circa 20 minuten)
Als het deactiveringsgereedschap linksom wordt gedraaid, draait het vrij
rond.
Als u de parkeerrem hebt gedeactiveerd, moet u het deactiveringsgereed-
schap verwijderen en in de houder plaatsen.
Handmatig deactiveren van de parkeerrem (wagon)
1
2
3
4
5
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 586 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
587
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Als de afdichting beschadigd is
De afdichting moet worden vervangen door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige. Als er water in de bagageruimte is gestroomd omdat de
afdichting beschadigd is of ontbreekt (bijvoorbeeld wanneer de auto in de
regen heeft gestaan terwijl de achterklep geopend was) moet het parkeer-
remsysteem worden vervangen.
Handmatige bediening van de parkeerrem
De parkeerrem kan niet handmatig worden ingesteld.
WAARSCHUWING
Wanneer u de parkeerrem handmatig deactiveert
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Zet de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT) of in de 1e versnelling of
stand R (handgeschakelde transmissie), zet het contact UIT en blokkeer
de wielen met blokken. Als u dat niet doet, kan de auto in beweging
komen, waardoor een ongeluk kan ontstaan.
Zet het contact UIT en controleer of het waarschuwingslampje van de par-
keerrem niet brandt. Als u dit niet doet, kan het systeem in werking treden,
waardoor het deactiveringsgereedschap van de parkeerrem wordt
gedraaid en er letsel kan ontstaan.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Zet de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT) of in de 1e versnelling of
stand R (handgeschakelde transmissie), zet het contact UIT en blokkeer
de wielen met blokken.
Als u dat niet doet, kan de auto in beweging komen, waardoor een onge-
luk kan ontstaan.
Zet het contact UIT en controleer of het waarschuwingslampje van de par-
keerrem niet brandt.
Als u dit niet doet, kan het systeem in werking treden, waardoor het deac-
tiveringsgereedschap van de parkeerrem wordt gedraaid en er letsel kan
ontstaan.
OPMERKING
Wanneer u de parkeerrem handmatig deactiveert
Controleer of het gereedschap er zo ver mogelijk in is geduwd.
Draai het gereedschap zo ver als maar mogelijk is. Halverwege stoppen
zal de schakelaarbediening opheffen, wat resulteert in een defect parkeer-
remsysteem.
Gebruik uitsluitend het hiervoor bedoelde deactiveringsgereedschap.
Bij gebruik van universele gereedschappen kan de ontgrendelopening
beschadigd raken, waardoor deze niet meer kan worden gesloten.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 587 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
588
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Als de elektronische sleutel niet goed
werkt
Gebruik de mechanische sleutel
(Blz. 122) om de volgende han-
delingen uit te voeren:
Vergrendelen van alle portieren
Ontgrendelen van alle portieren
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Als de communi-
catie tussen de elektronische sleutel en de auto onderbroken
wordt (Blz. 152) of als de elektronische sleutel niet kan worden
gebruikt omdat de batterij leeg is, kunnen het Smart entry-sys-
teem met startknop en de afstandsbediening niet worden
gebruikt. In dat geval kunnen de portieren worden geopend of
kan de motor worden gestart door de onderstaande procedure te
volgen.
Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 588 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
589
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Auto's met Multidrive CVT: Zorg ervoor dat de selectiehendel in
stand P staat en trap het rempedaal in.
Auto's met handgeschakelde transmissie: Zorg ervoor dat de selec-
tiehendel in stand N staat en trap het koppelingspedaal in.
Houd de zijde van de elektroni-
sche sleutel met het Toyota-
logo tegen de startknop.
Als een van de portieren wordt
geopend of gesloten terwijl de
sleutel tegen de startknop wordt
gehouden, klinkt er een alarm om
aan te geven dat het startsysteem
de sleutel niet kan detecteren.
Druk binnen 10 seconden na het klinken van de zoemer de start-
knop in en houd daarbij het rempedaal (Multidrive CVT) of het kop-
pelingspedaal (handgeschakelde transmissie) ingetrapt.
Laat uw auto direct controleren door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de startknop nog steeds niet kan worden
bediend.
Uitzetten van de motor
Zet de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT) of N (handgeschakelde
transmissie) en druk op de startknop, zoals u normaliter doet bij het afzetten
van de motor.
Vervangen van de sleutelbatterij
Omdat deze procedure een noodmaatregel is, wordt geadviseerd de batterij
van de elektronische sleutel zo snel mogelijk te laten vervangen als deze ont-
laden is. (Blz. 489)
Alarm (indien aanwezig)
Het alarmsysteem wordt niet ingeschakeld als de mechanische sleutel wordt
gebruikt om de portieren te vergrendelen.
Het alarm kan worden geactiveerd als een portier met de mechanische sleu-
tel wordt ontgrendeld terwijl het alarmsysteem is ingeschakeld. (Blz. 89)
Starten van de motor
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 589 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
590
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Wijzigen van de stand van het contact
Multidrive CVT
Laat binnen 10 seconden na het klinken van de zoemer het rempedaal los en
druk de startknop in.
De motor wordt niet gestart en de stand verandert iedere keer dat de knop
wordt ingedrukt. (Blz. 215)
Handgeschakelde transmissie
Laat binnen 10 seconden na het klinken van de zoemer het koppelingspedaal
los en druk de startknop in.
De motor wordt niet gestart en de stand verandert iedere keer dat de knop
wordt ingedrukt. (Blz. 215)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 590 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
591
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Als de voertuigaccu leeg is
Als u de beschikking hebt over een set startkabels en een tweede
voertuig met een 12V-accu, kunt u uw auto starten met behulp van de
onderstaande hulpstartprocedure.
Open de motorkap. (Blz. 446)
Sluit de startkabels als volgt aan:
Benzinemotor
U kunt de volgende procedures gebruiken om de motor te star-
ten als de accu leeg is.
U kunt ook contact opnemen met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 591 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
592
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Dieselmotor
Sluit de positieve startkabel aan op de positieve accupool (+) van
uw auto.
Sluit de andere zijde van de positieve startkabel aan op de posi-
tieve accupool (+) van de tweede auto.
Sluit de negatieve startkabel aan op de negatieve accupool (-) van
de tweede auto.
Sluit de andere zijde van de negatieve startkabel aan op de auto
met de ontladen accu op een stevig, stilstaand, niet gelakt metalen
punt, zoals aangegeven in de afbeelding.
Start de motor van de tweede auto. Verhoog het motortoerental iets
en laat de motor gedurende ongeveer 5 minuten met het ver-
hoogde toerental draaien om de accu van uw auto op te laden.
Alleen auto's met Smart entry-systeem en startknop: Open en sluit
een van de portieren terwijl het contact UIT staat.
Houd het motortoerental van de tweede auto constant en start de
motor van uw auto door het contact AAN te zetten.
Verwijder de startkabels in exact de omgekeerde volgorde van aan-
sluiten zodra de motor van uw auto aangeslagen is.
Laat, nadat de motor van uw auto aangeslagen is, de auto zo snel
mogelijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
1
2
3
4
3
4
5
6
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 592 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
593
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Starten van de motor als de accu leeg is (auto's met Multidrive CVT)
De auto kan niet worden aangeduwd.
Voorkomen van ontlading van de accu
Zet de koplampen en het audiosysteem uit als de motor niet draait.
Schakel niet-noodzakelijke elektrische verbruikers uit als er gedurende lan-
gere tijd met lage snelheden gereden wordt, bijvoorbeeld in een file, enz.
Laden van de accu
De accu zal geleidelijk aan ontladen, zelfs wanneer de auto niet in gebruik is.
Dit wordt veroorzaakt door natuurlijke ontlading en het effect van bepaalde
elektrische apparatuur. Als de auto langere tijd niet gebruikt wordt, kan de
accu ontladen en kan de auto mogelijk niet meer worden gestart. (De accu
laadt automatisch op tijdens het rijden.)
Als de accu verwijderd of ontladen is
Zorg ervoor dat de sleutel zich niet in de auto bevindt als de accu wordt
opgeladen of vervangen. Wanneer het alarm wordt geactiveerd, kan de
sleutel in de auto worden ingesloten. (Blz. 90)
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Wanneer de accu ontladen is,
is het in sommige gevallen niet mogelijk om de portieren te ontgrendelen
met het Smart entry-systeem met startknop. Gebruik de afstandsbediening
of de mechanische sleutel om de portieren te vergrendelen of te ontgrende-
len.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Mogelijk start de motor niet
bij de eerste poging nadat de accu weer is opgeladen, maar start hij wel nor-
maal bij de tweede poging. Dit wijst niet op een storing.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: De stand van het contact
wordt door de auto opgeslagen. Wanneer de accu weer wordt aangesloten,
keert het systeem terug naar de stand die was geselecteerd voordat de
accu ontladen raakte. Zet vóór het losnemen van de accu het contact UIT.
Wees extra voorzichtig bij het aansluiten van de accu wanneer u niet zeker
weet in welke stand het contact stond voordat de accu ontladen raakte.
Auto's met Stop & Start-systeem:
Na het opladen van de accu of het weer aansluiten van de accupolen, wordt
de motor gedurende ongeveer 5 - 40 minuten mogelijk niet automatisch
door het Stop & Start-systeem uitgeschakeld.
Wanneer de accu wordt vervangen
Gebruik een accu van hetzelfde formaat als van de accu die wordt vervan-
gen en met een gelijkwaardige capaciteit van 20 uur (20HR) of meer.
Als het formaat verschilt, kan de accu niet goed worden bevestigd.
Als de capaciteit laag is, zelfs als de auto korte tijd niet gebruikt is, kan de
accu ontladen en kan de motor mogelijk niet meer worden gestart.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 593 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
594
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Auto's met Stop & Start-systeem:
Gebruik een accu die geschikt is voor gebruik met het Stop & Start-systeem
of een gelijkwaardige accu. Wanneer een niet-ondersteunde accu wordt
gebruikt, wordt de werking van het Stop & Start-systeem mogelijk beperkt
om de accu te beschermen.
Ook nemen de prestaties van de accu mogelijk af en kan de motor mogelijk
niet worden herstart. Neem voor meer informatie contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
Voorkomen van brand en explosie
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om te voorkomen dat het
licht ontvlambare gas dat uit de accu kan komen, per ongeluk tot ontbran-
ding komt.
Zorg ervoor dat de startkabel aangesloten wordt op de juiste accupool en
niet per ongeluk in aanraking komt met een ander onderdeel dan de
bedoelde accupool.
Laat de “+” en “-” klemmen van de startkabels niet in contact komen met
elkaar.
Rook niet en gebruik geen lucifers, aanstekers en open vuur in de buurt
van de accu.
Voorzorgsmaatregelen accu
De accu bevat giftige en corrosieve elektrolyt en de onderdelen van de accu
bevatten lood en loodhoudende samenstellingen. Neem bij het omgaan met
de accu de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Draag bij het werken met de accu altijd een veiligheidsbril en zorg ervoor
dat de vloeistof uit de accu niet in contact komt met de huid, kleding of de
carrosserie van de auto.
Leun niet over de accu heen.
Was accuvloeistof, die op de huid of in de ogen terecht is gekomen, direct
weg met water en raadpleeg een arts.
Bedek de plaats waar de accuvloeistof op terechtgekomen is met een
natte spons of doek totdat er medische hulp kan worden verkregen.
Was altijd uw handen nadat u de accudrager, de accupolen en andere
accu-gerelateerde onderdelen hebt aangeraakt.
Houd kinderen uit de buurt van de accu.
Voorkomen van schade aan de auto (auto's met handgeschakelde
transmissie)
Probeer de auto niet aan te duwen of aan te slepen omdat hierdoor de kata-
lysator te heet kan worden en er brand kan ontstaan.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 594 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
595
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
OPMERKING
Omgaan met startkabels
Zorg er bij het aansluiten van de startkabels voor dat deze niet verstrikt
raken in de koelventilatoren of de ventilatorriem.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 595 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
596
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Als uw auto oververhit raakt
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand, schakel de aircon-
ditioning uit en zet vervolgens de motor af.
Als er stoom te zien is:
Open, nadat de stoom is verdwenen, voorzichtig de motorkap.
Als er geen stoom te zien is:
Open voorzichtig de motorkap.
Controleer nadat de motor voldoende is afgekoeld de slangen en
het radiateurblok (radiateur) op sporen van lekkage.
Radiateur
Koelventilator
Neem bij lekkage van een grote
hoeveelheid koelvloeistof on-
middellijk contact op met een er-
kende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Het volgende kan erop duiden dat de auto oververhit raakt.
De naald van de koelvloeistoftemperatuurmeter (Blz. 104) komt
in het rode gebied of u merkt dat de motor minder vermogen
levert. (De auto accelereert bijvoorbeeld niet als het gaspedaal
wordt ingetrapt.)
Er komt stoom onder de motorkap uit.
Correctieprocedures
1
2
3
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 596 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
597
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Het koelvloeistofniveau is correct als het zich tussen de streepjes
FULL en LOW bevindt.
Reservoir
Streepje FULL
Streepje LOW
Vul indien nodig koelvloeistof
bij.
In noodgevallen mag ook water
gebruikt worden als u geen koel-
vloeistof bij de hand hebt.
Start de motor, schakel de airconditioning in en controleer of de
koelventilator van de radiateur draait en of er geen koelvloeistof lekt
uit de radiateur of de slangen.
De koelventilator gaat draaien als de airconditioning wordt ingeschakeld
direct na een koude start. Controleer of de ventilator draait door ernaar te
luisteren en te voelen of er luchtstroom is. Schakel als u hier niet zeker van
bent de airconditioning nog een aantal keer in en uit.
(De ventilator werkt mogelijk niet bij temperaturen beneden het vriespunt.)
Als de koelventilator niet draait:
Schakel onmiddellijk de motor uit en neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de koelventilator draait:
Laat de auto nakijken door de dichtstbijzijnde erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
4
1
2
3
5
6
7
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 597 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
598
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
WAARSCHUWING
Een ongeval of letsel voorkomen bij controles in de motorruimte van
uw auto
Als er stoom onder de motorkap vandaan komt, open de motorkap dan
niet voordat de stoom is verdwenen. De motorruimte kan zeer heet zijn,
wat ernstig letsel als brandwonden kan veroorzaken.
Houd uw handen en kleding (met name stropdassen, sjaals en dassen) uit
de buurt van de ventilator en aandrijfriemen. Als u dit niet doet, kunnen uw
handen of kleding bekneld raken, wat kan leiden tot ernstig letsel.
Draai de dop van het koelvloeistofreservoir niet los als de motor en de
radiateur heet zijn.
De hete koelvloeistof en stoom die uit het onder druk staande systeem
naar buiten kunnen spuiten, kunnen ernstig letsel, zoals brandwonden,
veroorzaken.
OPMERKING
Bij het bijvullen van koelvloeistof
Wacht totdat de motor is afgekoeld alvorens koelvloeistof bij te vullen.
Vul het systeem langzaam met koelvloeistof. Het te snel bijvullen van koude
koelvloeistof bij een hete motor kan schade aan de motor veroorzaken.
Voorkomen van beschadigingen aan het koelsysteem
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen:
Zorg dat de koelvloeistof niet verontreinigd raakt (bijvoorbeeld met zand of
stof)
Gebruik geen koelvloeistofadditief.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 598 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
599
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
8
Bij problemen
Als de auto vast komt te zitten
Zet de motor af. Activeer de parkeerrem en zet de selectiehendel in
stand P (Multidrive CVT) of de neutraalstand (handgeschakelde
transmissie).
Verwijder de modder, sneeuw, enz. rond het doorslippende wiel.
Plaats een stuk hout, stenen of andere materialen die ervoor kun-
nen zorgen dat de wielen weer grip krijgen onder de banden.
Start de motor opnieuw.
Zet de selectiehendel in stand D of R (Multidrive CVT) of in de 1e
versnelling of stand R (handgeschakelde transmissie) en deacti-
veer de parkeerrem. Trap vervolgens voorzichtig het gaspedaal in.
Wanneer u de auto moeilijk los kunt krijgen
Voer de volgende procedures uit als de banden doorslippen of
als de auto vastzit in modder, sneeuw, enz.
Druk op om de TRC uit te schakelen.
(Blz. 305)
WAARSCHUWING
Bij het vrij proberen te krijgen van een auto die vastzit
Als u de auto in beweging wilt krijgen door te “schommelen”, controleer dan
eerst of er in de omgeving van de auto geen andere auto's, objecten of per-
sonen aanwezig zijn die geraakt zouden kunnen worden als de auto plotse-
ling in beweging komt. De auto kan ook een plotselinge beweging maken
als de wielen weer grip krijgen. Neem de grootst mogelijke voorzichtigheid
in acht.
Bedienen van de selectiehendel
Auto's met Multidrive CVT: Zet de selectiehendel niet in een andere stand
als het gaspedaal is ingetrapt.
Als u dat wel doet, kan de auto onverwacht snel accelereren, waardoor een
ongeval en ernstig letsel kan ontstaan.
1
2
3
4
5
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 599 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
600
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
OPMERKING
Beschadiging van de transmissie en andere componenten voorkomen
Voorkom dat de wielen gaan doorslippen en dat het gaspedaal verder
wordt ingetrapt dan noodzakelijk is.
Als de auto na deze pogingen nog steeds vastzit, moet deze door een
ander voertuig worden losgetrokken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 600 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
601
9
Voertuigspecificaties
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
9-1. Specificaties
Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil,
enz.).................................602
Informatie over brandstof...622
9-2. Persoonlijke
voorkeursinstellingen
Systemen met persoonlijke
voorkeursinstellingen.......625
9-3. Te initialiseren onderdelen
Te initialiseren
onderdelen.......................634
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 601 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
602
9-1. Specificaties
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Onderhoudsgegevens (brandstof, oliepeil,
enz.)
Afmetingen en gewichten
Totale lengte
Sedan 4.750 mm (187,0 in.)
Wagon 4.820 mm (189,8 in.)
Totale breedte 1.810 mm (71,3 in.)
Totale hoogte*
1
1.480 mm (58,3 in.)
Wielbasis 2.700 mm (106,3 in.)
Spoorbreedte
Voor
1.560 mm (61,4 in.)
*
2
1.550 mm (61,0 in.)*
3
Achter
1.560 mm (61,4 in.)
*
2
1.550 mm (61,0 in.)*
3
Maximaal toelaat-
baar voertuig-
gewicht
1ZR-FAE motor 1970 kg (4343,1 lb.)
2ZR-FAE motor
2020 kg (4453,3 lb.)
*
4
2000 kg (4409,2 lb.)*
5
3ZR-FAE motor 2.050 kg (4.519,5 lb.)
1WW motor 2.040 kg (4.497,4 lb.)
2WW motor 2.100 kg (4.629,7 lb.)
Maximale
asbelasting
Voor 1215 kg (2678,6 lb.)
Achter 1135 kg (2502,2 lb.)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 602 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
603
9-1. Specificaties
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
9
Voertuigspecificaties
*
1
: Ongeladen auto
*
2
: 205/60R16 banden
*
3
: 215/55R17 en 225/45R18 banden
*
4
: Auto's met Multidrive CVT
*
5
: Auto's met handgeschakelde transmissie
Kogeldruk 75 kg (165,3 lb.)
Maximaal
aanhangwagen-
gewicht
Geremd
1ZR-FAE motor
1.400 kg (3.086,5 lb.)
2ZR-FAE motor
1.600 kg (3.527,4 lb.)
*
4
1.500 kg (3.306,9 lb.)*
5
3ZR-FAE motor
1.800 kg (3.968,3 lb.)
1WW motor
1.600 kg (3.527,4 lb.)
2WW motor
1.800 kg (3.968,3 lb.)
Ongeremd 500 kg (1.102,3 lb.)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 603 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
604
9-1. Specificaties
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Voertuigidentificatienummer
Het voertuigidentificatienummer (VIN) is het wettelijke identificatie-
nummer van uw auto. Dit is het belangrijkste identificatienummer
van uw Toyota. Het wordt gebruikt voor het op naam zetten van de
auto.
Dit nummer is aangebracht
onder de rechter voorstoel.
Auto's met rechtse besturing:
Het nummer is ingeslagen aan
de linker bovenzijde van het
dashboard.
Dit nummer staat ook op het
typeplaatje op de linker mid-
denstijl.
Identificatie van de auto
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 604 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
605
9-1. Specificaties
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
9
Voertuigspecificaties
Motornummer
Het motornummer is op de aangegeven plaats ingeslagen in het
motorblok.
Benzinemotor
Benzinemotor Dieselmotor
Motor
Uitvoering 1ZR-FAE, 2ZR-FAE, 3ZR-FAE
Soort 4-cilinder lijnmotor, 4-takt benzinemotor
Boring x slag
1ZR-FAE motor
80,5 × 78,5 mm (3,17 × 3,09 in.)
2ZR-FAE motor
80,5 × 88,3 mm (3,17 × 3,48 in.)
3ZR-FAE motor
80,5 × 97,6 mm (3,17 × 3,84 in.)
Cilinderinhoud
1ZR-FAE motor
1598 cm
3
(97,5 cu.in.)
2ZR-FAE motor
1.798 cm
3
(109,7 cu.in.)
3ZR-FAE motor
1.987 cm
3
(121,3 cu.in.)
Klepspeling
(koude motor)
Automatische afstelling
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 605 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
606
9-1. Specificaties
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Dieselmotor
Dynamo-
riemspan-
ning
1ZR-FAE
7,6 10,0 mm (0,30 0,39 in.)
*
*
: Doorbuiging aandrijfriem (gebruikt) bij
indrukken met 98 N (10 kg, 22 lbf)
2ZR-FAE
3ZR-FAE
Automatische afstelling
Krukas
Dynamo
Waterpomp
Airco-
compressor
Uitvoering 1WW, 2WW
Soort 4-cilinder lijnmotor, 4-takt dieselmotor
Boring x slag
1WW motor
78,0 × 83,6 mm (3,07 × 3,29 in.)
2WW motor
84,0 × 90,0 mm (3,31 × 3,54 in.)
Cilinderinhoud
1WW motor
1.598 cm
3
(97,52 cu. in.)
2WW motor
1.995 cm
3
(121,74 cu.in.)
Klepspeling
(koude motor)
Automatische afstelling
Dynamoriemspanning Automatische afstelling
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 606 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
607
9-1. Specificaties
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
9
Voertuigspecificaties
Benzinemotor
Dieselmotor
Brandstof
Brandstofsoort
EU:
Uitsluitend loodvrije benzine conform de
Europese norm EN228
Behalve EU:
Uitsluitend loodvrije benzine
Research-octaangetal
(RON)
95 of hoger
Inhoud brandstoftank
(indicatie)
60 liter (15,9 gal., 13,2 Imp.gal.)
Brandstofsoort
Dieselbrandstof conform de Europese
norm EN590 (dieselbrandstof met een
ultralaag zwavelgehalte van max. 10
ppm)
Cetaangetal 48 of hoger
Inhoud brandstoftank
(indicatie)
60 liter (15,9 gal., 13,2 Imp.gal.)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 607 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
608
9-1. Specificaties
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Benzinemotor
*: De aangegeven hoeveelheid motorolie is een referentiehoeveelheid voor
het verversen van de motorolie. Breng de motor op bedrijfstemperatuur en
zet de motor uit, wacht ten minste 5 minuten en controleer het oliepeil met
de peilstok.
Smeersysteem
Inhoud
(Verversen
referentiewaarde
*)
Met filter: 4,2 l (4,4 qt., 3,7 Imp.qt.)
Zonder filter: 3,9 l (4,1 qt., 3,4 Imp.qt.)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 608 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
609
9-1. Specificaties
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
9
Voertuigspecificaties
Keuze motorolie (behalve Nieuw-Zeeland)
De motor is af fabriek gevuld met originele Toyota-motorolie.
Toyota beveelt het gebruik van originele Toyota-motorolie aan. Er
kan ook andere motorolie van gelijkwaardige kwaliteit worden
gebruikt.
Oliesoort:
0W-20, 5W-30 en 10W-30:
API SL “Energy-Conserving”, SM “Energy-Conserving”, SN
“Resource-Conserving” of ILSAC multigrade-motorolie
15W-40:
API SL, SM of SN multigrade-motorolie
Aanbevolen viscositeit (SAE):
Uw Toyota is af fabriek gevuld
met motorolie met een viscosi-
teit van SAE 0W-20. Deze
motorolie is de beste keuze
voor uw auto vanwege een laag
brandstofverbruik en goede
starteigenschappen bij koud
weer.
U kunt de viscositeit SAE 5W-
30 gebruiken als SAE 0W-20
niet beschikbaar is. Deze dient
echter bij de volgende verver-
sing vervangen te worden door
SAE 0W-20.
Bij het gebruik van motorolie met een viscositeit van SAE 10W-30
of hoger, kan het bij extreme kou voorkomen dat de motor moeilijk
start. Daarom wordt dan motorolie met een viscositeit van SAE 0W-
20 of 5W-30 aanbevolen.
Viscositeit (als voorbeeld wordt hier 0W-20 gebruikt):
Het gedeelte 0W in 0W-20 geeft aan dat de olie ervoor zorgt dat
de motor goed start bij koud weer. Olie met een lage waarde voor
de W zorgt dat de motor goed start bij koud weer.
Het gedeelte 20 in 0W-20 geeft de viscositeit van de olie weer als
de olie een hoge temperatuur heeft. Olie met een hogere viscosi-
teit (hogere waarde) is mogelijk beter geschikt wanneer met
hoge snelheden of met veel belading wordt gereden.
Te verwachten temperatuurbereik
tot de volgende verversing
Aanbevolen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 609 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
610
9-1. Specificaties
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Merktekens oliekwaliteit:
Let er bij het aanschaffen van motorolie op of ten minste één van
beide bovenstaande symbolen op de verpakking is gedrukt.
API-symbool
Bovenste deel: API SERVICE
SN geeft de kwaliteit van de
motorolie aan en is vastgesteld
door API (American Petroleum
Institute).
Middelste deel: SAE 0W-20
geeft de viscositeit aan.
Onderste deel: In dit deel staat
“Resource-Conserving”, wat
staat voor brandstofbesparende
en groene eigenschappen.
ILSAC-symbool
Het ILSAC-symbool (International Lubricant Standardization and Appro-
val Committee) staat op de voorzijde van de verpakking.
1 2
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 610 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
611
9-1. Specificaties
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
9
Voertuigspecificaties
Keuze motorolie (Nieuw-Zeeland)
De motor is af fabriek gevuld met originele Toyota-motorolie.
Gebruik alleen door Toyota goedgekeurde Toyota Genuine Motor
Oil of een gelijkwaardige motorolie met de hieronder aangegeven
kwaliteit en viscositeit.
Oliesoort:
0W-20, 5W-20, 5W-30 en 10W-30:
API SL “Energy-Conserving”, SM “Energy-Conserving”, SN
“Resource-Conserving” of ILSAC multigrade-motorolie
15W-40:
API SL, SM of SN multigrade-motorolie
Aanbevolen viscositeit (SAE):
Bij het gebruik van motorolie
met een viscositeit van SAE
10W-30 of hoger, kan het bij
extreme kou voorkomen dat de
motor moeilijk start. Daarom
wordt dan motorolie met een
viscositeit van SAE 0W-20, 5W-
20 of 5W-30 aanbevolen.
Viscositeit (als voorbeeld wordt hier 0W-20 gebruikt):
Het gedeelte 0W in 0W-20 geeft aan dat de olie ervoor zorgt dat
de motor goed start bij koud weer. Olie met een lage waarde voor
de W zorgt dat de motor goed start bij koud weer.
Het gedeelte 20 in 0W-20 geeft de viscositeit van de olie weer als
de olie een hoge temperatuur heeft. Olie met een hogere viscosi-
teit (hogere waarde) is mogelijk beter geschikt wanneer met
hoge snelheden of met veel belading wordt gereden.
Te verwachten temperatuurbereik
tot de volgende verversing
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 611 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
612
9-1. Specificaties
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Merktekens oliekwaliteit:
Let er bij het aanschaffen van motorolie op of ten minste één van
beide bovenstaande symbolen op de verpakking is gedrukt.
API-symbool
Bovenste deel: API SERVICE
SN geeft de kwaliteit van de
motorolie aan en is vastgesteld
door API (American Petroleum
Institute).
Middelste deel: SAE 0W-20
geeft de viscositeit aan.
Onderste deel: In dit deel staat
“Resource-Conserving”, wat
staat voor brandstofbesparende
en groene eigenschappen.
ILSAC-symbool
Het ILSAC-symbool (International Lubricant Standardization and Appro-
val Committee) staat op de voorzijde van de verpakking.
Dieselmotor
*: De aangegeven hoeveelheid motorolie is een referentiehoeveelheid voor
het verversen van de motorolie. Breng de motor op bedrijfstemperatuur en
zet de motor uit, wacht ten minste 5 minuten en controleer het oliepeil met
de peilstok.
1 2
1
2
Inhoud
(Verversen referentiewaarde
*)
Met filter 5,2 l (5,5 qt., 4,6 Imp.qt.)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 612 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
613
9-1. Specificaties
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
9
Voertuigspecificaties
Keuze motorolie
De motor is af fabriek gevuld met originele Toyota-motorolie. Toyota
beveelt het gebruik van originele Toyota-motorolie aan. Er kan ook
andere motorolie van gelijkwaardige kwaliteit worden gebruikt.
Toyota beveelt het gebruik van originele Toyota-motorolie 5W-30
Premium Fuel Economy voor 1WW-2WW motoren aan.
Alternatieve oliën:
Voor informatie over goedgekeurde alternatieve oliën kunt u terecht
bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer u andere motorolie dan originele Toyota-motorolie 5W-30
Premium Fuel Economy voor 1WW/2WW motoren of een van de
goedgekeurde motoroliën gebruikt, kan de motor beschadigd
raken.
Als de voorgeschreven olie niet beschikbaar is, is het toegestaan
om maximaal 1 l (1,1 qt., 0,9 Imp.qt.) bij te vullen met ACEA C3-
oliën. Alleen olie met 0W-30, 5W-30, 0W-40 of 5W-40 is toege-
staan.
OPMERKING
Voorkomen van beschadigingen aan de motor
Wanneer u andere motorolie dan originele Toyota-motorolie 5W-30 Pre-
mium Fuel Economy voor 1WW/2WW motoren of een van de goedge-
keurde motoroliën gebruikt, kan de motor beschadigd raken.
Als de goedgekeurde olie niet beschikbaar is, mag maximaal 1 l (1,1 qt.,
0,9 Imp.qt.) van de volgende oliën worden gebruikt: ACEA C3-oliën.
Controleer of de olieviscositeit SAE 0W-40, 0W-30, 5W-40 of 5W-30 is.
Wanneer olie met een andere viscositeit wordt gebruikt, kan de motor
beschadigd raken.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 613 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
614
9-1. Specificaties
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Koelsysteem
Inhoud
(indicatie)
Benzine-
motor
1ZR-FAE motor
6,3 l (6,7 qt., 5,5 Imp.qt.)
2ZR-FAE en 3ZR-FAE motor
Multidrive CVT: 6,2 l (6,6 qt., 5,5 Imp.qt.)
Handgeschakelde transmissie: 6,3 l (6,7 qt.,
5,5 Imp.qt.)
Diesel-
motor
Met extra verwarming
7,3 l (7,7 qt., 6,4 Imp.qt.)
Zonder extra verwarming
7,0 l (7,4 qt., 6,2 Imp.qt.)
Soort koel-
vloeistof
Benzine-
motor
Gebruik een van de volgende middelen.
Toyota Super Long Life Coolant
Of een gelijkwaardig product
Gebruik geen kraanwater.
Diesel-
motor
Originele Toyota Premium Long Life Coolant 1WW/
2WW of gelijkwaardig.
Geconcentreerde originele Toyota Premium Long
Life Coolant 1WW/2WW moet worden gemengd in
de volgende verhouding: 50% koelvloeistof en 50%
gedemineraliseerd water.
Gebruik geen kraanwater.
Neem voor het gebruik van goedgekeurde koel-
vloeistof van vergelijkbare kwaliteit contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 614 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
615
9-1. Specificaties
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
9
Voertuigspecificaties
Ontsteking (benzinemotor)
Bougie
Merk DENSO SC20HR11, SC16HR11
Elektrodenafstand 1,1 mm (0,043 in.)
OPMERKING
Bougies met iridium elektroden
Gebruik alleen bougies met iridium elektroden. Wijzig de elektrodenafstand
niet.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 615 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
616
9-1. Specificaties
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
De inhoud is de referentiehoeveelheid. Als vervanging noodzakelijk
is, neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Elektrisch systeem
Accu
Klemspanning bij 20°C (68°F): 12,6 12,8 V volledig geladen
12,2 12,4 V half geladen
11,8 12,0 V ontladen
(De spanning wordt gemeten 20
minuten nadat de motor en verlich-
ting zijn uitgeschakeld.)
Laadstroom Max. 5 A
Multidrive CVT
Inhoud
(bij benadering)
2ZR-FAE motor 7,5 l (7,9 qt., 6,6 Imp.qt.)
3ZR-FAE motor 7,2 l (7,6 qt., 6,3 Imp.qt.)
Soort vloeistof Originele Toyota CVT FE-vloeistof
OPMERKING
Soort Multidrive-vloeistof
Door het gebruik van andere transmissievloeistof dan Toyota Genuine CVT
FE-vloeistof kan de schakelkwaliteit verminderen, de lockup van de trans-
missie vergezeld gaan van trillingen en uiteindelijk schade aan de transmis-
sie van uw auto ontstaan.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 616 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
617
9-1. Specificaties
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
9
Voertuigspecificaties
Handgeschakelde transmissie
Hoeveelheid
transmissievloeistof
(indicatie)
Benzinemotor 2,4 l (2,5 qt., 2,1 Imp.qt.)
Dieselmotor 2,1 l (2,2 qt., 1,8 Imp.qt.)
Soort transmissieolie
Gebruik een van de vol-
gende middelen:
TOYOTA handgescha-
kelde-transmissievloei-
stof type LV
Andere transmissie-
vloeistof die voldoet aan
de API GL-4 en SAE
75W specificaties
OPMERKING
Handgeschakelde-transmissievloeistof
Houd er rekening mee dat, afhankelijk van de specifieke kenmerken van de
transmissievloeistof die is gebruikt of de omstandigheden, het geluid bij het
stationair draaien, het schakelgevoel en/of het brandstofverbruik kunnen
afwijken. Toyota raadt voor optimale prestaties het gebruik van originele
TOYOTA transmissievloeistof type LV aan.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 617 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
618
9-1. Specificaties
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
*: Minimumafstand van pedaal tot vloer bij een pedaalkracht van 294 N (30
kg, 66 lbf) met draaiende motor
Koppeling
Vrije slag pedaal 5 15 mm (0,2 0,6 in.)
Soort vloeistof
SAE J1703 of FMVSS nr. 116 DOT 3 of
SAE J1704 of FMVSS nr. 116 DOT 4
Remmen
Afstand van pedaal tot vloer*
Auto's met linkse besturing Min. 83 mm (3,27 in.)
Auto's met rechtse
besturing
Min. 71 mm (2,80 in.)
Vrije slag pedaal 1 3 mm (0,04 0,12 in.)
Soort vloeistof
SAE J1703 of FMVSS nr. 116 DOT 3 of
SAE J1704 of FMVSS nr. 116 DOT 4
Stuurinrichting
Vrije slag Minder dan 30 mm (1,18 in.)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 618 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
619
9-1. Specificaties
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
9
Voertuigspecificaties
225/45R18 95W
215/55R17 94W
Banden en velgen
Bandenmaat 225/45R18 95W
Bandenspanning
(Aanbevolen banden-
spanning koud)
Rijsnelheid
Voorwiel
kPa (kg/cm
2
of bar, psi)
Achterwiel
kPa (kg/cm
2
of bar, psi)
Voor snelhe-
den boven
160 km/h
(99 mph)
280 (2,8, 41) 250 (2,5, 36)
Voor snelhe-
den onder
160 km/h
(99 mph)
250 (2,5, 36) 230 (2,3, 33)
Wielmaat 18 × 7 1/2J
Aanhaalmoment
wielmoeren
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
Bandenmaat 215/55R17 94W
Bandenspanning
(Aanbevolen banden-
spanning koud)
Rijsnelheid
Voorwiel
kPa (kg/cm
2
of bar, psi)
Achterwiel
kPa (kg/cm
2
of bar, psi)
Voor snelhe-
den boven
160 km/h
(99 mph)
270 (2,7, 39) 250 (2,5, 36)
Voor snelhe-
den onder
160 km/h
(99 mph)
240 (2,4, 35) 230 (2,3, 33)
Wielmaat 17 × 7J
Aanhaalmoment
wielmoeren
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 619 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
620
9-1. Specificaties
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
205/60R16 92V (dieselmotor)
205/60R16 92V (benzinemotor)
Bandenmaat 205/60R16 92V
Bandenspanning
(Aanbevolen banden-
spanning koud)
Rijsnelheid
Voorwiel
kPa (kg/cm
2
of bar, psi)
Achterwiel
kPa (kg/cm
2
of bar, psi)
Voor snelhe-
den boven
160 km/h
(99 mph)
270 (2,7, 39) 250 (2,5, 36)
Voor snelhe-
den onder
160 km/h
(99 mph)
250 (2,5, 36) 230 (2,3, 33)
Wielmaat 16 × 6 1/2J
Aanhaalmoment
wielmoeren
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
Bandenmaat 205/60R16 92V
Bandenspanning
(Aanbevolen banden-
spanning koud)
Rijsnelheid
Voorwiel
kPa (kg/cm
2
of bar, psi)
Achterwiel
kPa (kg/cm
2
of bar, psi)
Voor snelhe-
den boven
160 km/h
(99 mph)
270 (2,7, 39) 250 (2,5, 36)
Voor snelhe-
den onder
160 km/h
(99 mph)
240 (2,4, 35) 220 (2,2, 32)
Wielmaat 16 × 6 1/2J
Aanhaalmoment
wielmoeren
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 620 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
621
9-1. Specificaties
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
9
Voertuigspecificaties
Compact reservewiel
Bandenmaat T145/70D17 106M
Bandenspanning
(Aanbevolen banden-
spanning koud)
420 kPa (4,2 kg/cm
2
of bar, 60 psi)
Wielmaat 17 × 4T
Aanhaalmoment
wielmoeren
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
Lampen
Lampen W Soort
Exterieur
Halogeenkoplampen 55 A
Richtingaanwijzers voor 21 B
Mistlampen voor 19 C
Bochtverlichting/mistlampen 55 D
Richtingaanwijzers opzij 5 B
Richtingaanwijzers achter 21 E
Achteruitrijlichten 16 F
Kentekenplaatverlichting 5 F
Interieur
Leeslampjes/interieurverlichting 8 F
Make-upverlichting 8 F
Instapverlichting 5 G
Bagageruimteverlichting 5 G
A: HIR2 halogeenlampen
B: Glassokkellampen (oranje)
C: H16 halogeenlampen
D: H11 halogeenlampen
E: Bolvormige lampen (helder)
F: Glassokkellampen (helder)
G: Buislampjes
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 621 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
622
9-1. Specificaties
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Informatie over brandstof
Benzinemotor
EU:
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine
die voldoet aan de Europese norm
EN228. Gebruik loodvrije benzine
met een octaangetal van 95 RON
(Research Octane Number) of hoger
voor optimale prestaties van uw
auto.
Behalve EU:
Gebruik alleen loodvrije benzine.
Gebruik loodvrije benzine met een
octaangetal van 95 RON (Research
Octane Number) of hoger voor opti-
male prestaties van uw auto.
Dieselmotor
Gebruik alleen dieselbrandstof die
voldoet aan de Europese norm
EN590. (dieselbrandstof met een
ultralaag zwavelgehalte van max. 10
ppm)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 622 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
623
9-1. Specificaties
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
9
Voertuigspecificaties
Vulopening brandstoftank voor loodvrije benzine (benzinemotor)
Om vergissingen bij tankstations te voorkomen, is uw Toyota uitgerust met
een kleinere vulopening.
Als u van plan bent met uw Toyota naar het buitenland te gaan (diesel-
motor)
Er is mogelijk geen diesel met een laag zwavelgehalte verkrijgbaar. Vraag
daarom eerst bij uw dealer na of er diesel met een laag zwavelgehalte ver-
krijgbaar is in het land van bestemming.
Als de motor pingelt
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Het kan een enkele keer voorkomen dat u de motor licht hoort pingelen tij-
dens accelereren of bij het oprijden van een heuvel. Dit is normaal en is
geen reden tot bezorgdheid.
OPMERKING
Opmerking over de brandstofkwaliteit
Gebruik de juiste brandstoffen. De motor zal beschadigd raken wanneer u
de verkeerde brandstof gebruikt.
Benzinemotor: Gebruik geen loodhoudende benzine.
Gebruik van loodhoudende benzine zal de werking van de driewegkataly-
sator blijvend aantasten, waardoor het emissieregelsysteem niet goed kan
functioneren.
Dieselmotor:
Gebruik geen brandstof met een zwavelgehalte van meer dan 10 ppm.
Door het gebruik van brandstof met een hoog zwavelgehalte kan de
motor beschadigd raken.
Benzinemotor (EU-landen): Gebruik geen bio-ethanolbrandstof die wordt
verkocht onder de naam E50 of E85, of brandstof met een hoog ethanol-
gehalte. Bij gebruik van deze brandstoffen wordt het brandstofsysteem
beschadigd. Neem bij twijfel contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Benzinemotor (behalve EU-landen): Gebruik geen bio-ethanolbrandstof
die wordt verkocht onder de naam E50 of E85, of brandstof met een hoog
ethanolgehalte. Uw auto is geschikt voor benzine met maximaal 10%
ethanol. Bij het gebruik van brandstof met meer dan 10% ethanol (E10)
wordt het brandstofsysteem van de auto beschadigd. Zorg ervoor dat u
brandstof tankt met de juiste specificaties en de vereiste kwaliteit. Neem
bij twijfel contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 623 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
624
9-1. Specificaties
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
OPMERKING
Dieselmotor (EU-landen): Gebruik geen FAME-brandstof (Fatty Acid
Methyl Ester) (biodiesel) die wordt verkocht onder de naam B30 of B100,
of brandstof met een hoog FAME-gehalte. Bij gebruik van deze brandstof-
fen wordt het brandstofsysteem beschadigd. Neem bij twijfel contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Dieselmotor (behalve EU-landen): Gebruik geen FAME-brandstof (Fatty
Acid Methyl Ester) (biodiesel) die wordt verkocht onder de naam B30 of
B100, of brandstof met een hoog FAME-gehalte. Uw auto is geschikt voor
dieselbrandstof met maximaal 5% biodiesel FAME (B5). Bij het gebruik
van brandstof met meer dan 5% FAME (B5) wordt het brandstofsysteem
van de auto beschadigd. Zorg ervoor dat u brandstof tankt met de juiste
specificaties en de vereiste kwaliteit. Neem bij twijfel contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 624 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
625
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
9
Voertuigspecificaties
Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen
Sommige voorkeursinstellingen zijn van invloed op de instellingen van
andere functies. Neem voor meer informatie contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wijzigen met behulp van een navigatiesysteem of multimedia-
systeem
Bij het aanpassen van functies van de auto aan de persoonlijke
voorkeur moet deze op een veilige plaats worden geparkeerd met
de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT) of in de neutraalstand
(handgeschakelde transmissie) en de parkeerrem vastgezet.
Druk op de toets SETUP op het navigatiesysteem of multimedia-
systeem.
Kies “Voertuig” op het scherm “Setup” en selecteer “Instellingen
voertuig” of selecteer “Algemeen” op het scherm “Setup”.
Er kunnen verschillende instellingen worden gewijzigd. Raadpleeg
het overzicht met instellingen die kunnen worden gewijzigd voor
meer informatie.
Uw auto is voorzien van verschillende elektronische functies die
naargelang uw persoonlijke voorkeur kunnen worden ingesteld.
De instellingen van deze functies kunnen worden gewijzigd met
behulp van het navigatiesysteem, het multimediasysteem, het
multi-informatiedisplay of bij een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Functies van de auto aanpassen aan de persoonlijke voorkeur
1
2
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 625 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
626
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Wijzigen met behulp van het multi-informatiedisplay
Auto's met monochroomdisplay
Druk, wanneer de auto stilstaat, op de toets DISP om het instel-
scherm weer te geven en houd vervolgens de toets DISP inge-
drukt om het instelscherm weer te geven.
Druk op de toets DISP, selecteer het onderwerp en houd vervol-
gens de toets DISP ingedrukt.
Druk op de toets DISP, selecteer de gewenste instelling en houd
vervolgens de toets DISP ingedrukt.
Druk op de toets DISP, selecteer EXIT en houd de toets DISP inge-
drukt om het instelscherm te verlaten.
Auto's met kleurendisplay
Gebruik de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel om
te selecteren terwijl de auto stilstaat.
Selecteer het gewenste item en druk vervolgens op .
Selecteer de gewenste instelling en druk vervolgens op .
Druk op om naar het vorige scherm te gaan of om het instel-
scherm te verlaten.
1
2
3
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 626 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
627
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
9
Voertuigspecificaties
Auto's met navigatiesysteem of multimediasysteem: Instellingen
die u met het scherm van het navigatiesysteem of multimediasys-
teem kunt wijzigen
Instellingen die u met behulp van het multi-informatiedisplay kunt
wijzigen
Instellingen die door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige kunnen worden gewijzigd
Definitie van symbolen: O = beschikbaar, - = niet beschikbaar
Meters, tellers en multi-informatiedisplay (Blz. 108, 111)
Auto's met monochroomdisplay
Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstel-
lingen
1
2
3
Functie*
1
Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeurs-
instelling
ECO-controlelampje Aan Uit O
Taal
*
2
Engels
Frans
–O–
Spaans
Duits
Italiaans
Russisch
Portugees
Turks
Eenheden
*
2
km (l/100 km)
mijlen (MPG)
*
3
–O–
km (km/liter)
°C (Celsius) °F (Fahrenheit) O
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 627 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
628
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Auto's met kleurendisplay
Functie*
1
Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeurs-
instelling
Gevoeligheid LDA
(Lane Departure Alert)
*
3
Hoog Standaard O
RSA (Road Sign Assist)
*
3
Aan Uit O
AFS (Adaptive Front
Lighting-systeem)
*
3
Aan Uit O
Instelling RSA (Road Sign
Assist)
*
3
(methode te
hoge snelheid)
Alleen visueel
Geen melding
-O-
Visueel en
hoorbaar*
4
Instelling RSA (Road Sign
Assist)
*
3
(meldingsniveau
snelheidsoverschrijding)
2 km/h (1 mph)
5 km/h (3 mph)
-O-
10 km/h
(5 mph)
Instelling RSA (Road Sign
Assist)
*
3
(overige mel-
dingsmethoden
*
5
)
Alleen visueel
Geen melding
-O-
Visueel en
hoorbaar
Instelling Stop & Start-
systeem
*
3
Normaal Verlengd O
1 2 3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 628 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
629
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
9
Voertuigspecificaties
Taal*
2
Engels
Frans
OO
Spaans
Duits
Italiaans
Russisch
Portugees
Turks
Tsjechisch
Deens
Grieks
Hongaars
Nederlands
Noors
Pools
Roemeens
Slowaaks
Fins
Zweeds
Oekraïens
Eenheden
*
2
km (l/100 km)
mijlen (MPG)
*
3
OO
km (km/liter)
°C (Celsius) °F (Fahrenheit) O
ECO-controlelampje Aan Uit O
Rij-informatie 1
Actueel brand-
stofverbruik
*
6
–O–
Gemiddeld
brandstof-
verbruik
–O–
Functie*
1
Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeurs-
instelling
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 629 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
630
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
*
1
: Voor meer informatie over elke functie: Blz. 108, 114
*
2
: De standaardinstelling verschilt per land.
*
3
: Indien aanwezig
*
4
: Als de snelheidslimiet met aanvullend teken wordt overschreden, werkt de
waarschuwingszoemer niet.
*
5
: Alleen melding inhaalverbod
*
6
: Aanpasbare items zijn de onderstaande items, behalve de items van de
standaardinstelling: gemiddeld brandstofverbruik, gemiddeld brandstofver-
bruik op een tankbeurt, gemiddeld brandstofverbruik per rit, actueel brand-
stofverbruik, actieradius, afstand rit, verstreken tijd rit, verstreken tijd,
gemiddelde rijsnelheid rit, gemiddelde rijsnelheid, werkingsduur Stop &
Start-systeem (indien aanwezig), totale werkingsduur Stop & Start-systeem
(indien aanwezig), leeg.
Smart entry-systeem met startknop (Blz. 148)
Rij-informatie 2
Actieradius
*
6
–O–
Gemiddelde
rijsnelheid
–O–
Rij-informatie 3
Werkingsduur
Stop & Start-
systeem
*
6
–O–
Totale
werkingsduur
Stop & Start-
systeem
–O–
Pop-updisplay Aan Uit O
Functie*
1
Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeurs-
instelling
1
2
3
Functie
Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeurs-
instelling
Smart entry-systeem met
startknop
AAN UIT O - O
1 2 3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 630 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
631
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
9
Voertuigspecificaties
Afstandsbediening (Blz. 121)
*: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Portierslot (→Blz. 136)
*: Auto's met Multidrive CVT
Functie
Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeurs-
instelling
Afstandsbediening AAN UIT - - O
Bedieningssignaal
(alarmknipperlichten)
AAN UIT O - O
Waarschuwingszoemer
geopend portier (tijdens het
vergrendelen)
*
AAN UIT - - O
Tijd totdat na het ontgrende-
len, zonder dat een portier
wordt geopend, de portieren
automatisch weer worden
vergrendeld
30 seconden
60 seconden O - O
120 seconden O - O
1 2 3
Functie
Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeurs-
instelling
Snelheidsafhankelijke auto-
matische portiervergrende-
ling
AAN UIT O-O
Functie koppeling van de
portierontgrendeling aan het
bestuurdersportier
AAN UIT O - O
Alle portieren worden ont-
grendeld wanneer u de
selectiehendel in stand P
zet
*
UIT AAN O-O
Alle portieren worden ver-
grendeld wanneer u de
selectiehendel in een andere
stand dan P zet
*
UIT AAN O-O
1 2 3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 631 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
632
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Automatische verlichting (Blz. 232)
*: Indien aanwezig
Verlichting (Blz. 405)
*: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Functie
Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeurs-
instelling
Gevoeligheid lichtsensor Niveau 3 Niveau 1 tot 5 O-O
Follow Me Home-systeem*
(Tijd die verstrijkt voordat de
koplampen automatisch wor-
den uitgeschakeld)
30
seconden
60
seconden
--
O
90
seconden
120
seconden
1 2 3
Functie
Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeurs-
instelling
Vertraging interieurverlichting 15 seconden
7,5 seconden
O-O
30 seconden
Werking nadat het contact
UIT is gezet
AAN UIT - - O
Werking als de portieren wor-
den ontgrendeld
AAN UIT - - O
Werking als u de auto nadert
terwijl u de elektronische
sleutel bij u hebt (als de
schakelaar interieurverlich-
ting in de stand DOOR
staat)
*
AAN UIT - - O
Voetenruimteverlichting AAN UIT - - O
1 2 3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 632 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
633
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
9
Voertuigspecificaties
Richtingaanwijzerschakelaar (Blz. 228)
Automatische airconditioning (Blz. 397)
Selecteer “Voertuig” op het scherm “Setup” van het navigatiesys-
teem of multimediasysteem en selecteer “Klimaatregelingsinstel-
ling”.
Functie
Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeurs-
instelling
Aantal keren knipperen bij
het veranderen van rijbaan
3
4
--O
5
6
7
Uit
1 2 3
Functie
Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeurs-
instelling
Aanjagersnelheid in automa-
tische modus
Gemiddeld
Snel
O-O
Langzaam
WAARSCHUWING
Tijdens het aanpassen van de persoonlijke voorkeursinstellingen
Aangezien de motor tijdens het aanpassen moet draaien, dient de auto te
worden geparkeerd op een plaats met voldoende ventilatie. In een afgeslo-
ten ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaatgassen die het schadelijke
koolmonoxide (CO) bevatten, zich ophopen en in de auto terechtkomen. Dit
kan zeer schadelijk zijn voor de gezondheid.
OPMERKING
Tijdens het aanpassen van de persoonlijke voorkeursinstellingen
Om te voorkomen dat de accu leeg raakt, dient de motor te draaien terwijl
de persoonlijke voorkeursinstellingen worden aangepast.
1 2 3
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 633 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
634
9-3. Te initialiseren onderdelen
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Te initialiseren onderdelen
*
1
: Alleen dieselmotor
*
2
: Indien aanwezig
Na bijvoorbeeld het loskoppelen en weer aansluiten van de
accukabels of onderhoud aan de auto, moet het volgende sys-
teem worden geïnitialiseerd, zodat het weer op de juiste manier
werkt.
Onderwerp Wanneer initialiseren Referentie
Onderhoudsgege-
vens motorolie
*
1
Na het verversen van de
motorolie
Blz. 455
Zonnescherm
panoramadak
*
2
Als de automatische ope-
nings-/sluitfunctie niet
werkt
Blz. 427
Bandenspannings-
waarschuwings-
systeem
*
2
Bij het wisselen van ban-
den
Als de bandenmaat wordt
aangepast
Bij het wijzigen van de ban-
denspanning (bijvoorbeeld
omdat u de rijsnelheid aan-
zienlijk gaat veranderen)
Wisselen tussen twee sets
geregistreerde wielen.
Blz. 466
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 634 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
635
Index
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen)..............636
Alfabetische index......................640
Raadpleeg bij auto's met een navigatiesysteem of een multi-
mediasysteem de handleiding voor het navigatie- en multi-
mediasysteem voor meer informatie over de onderstaande
uitrusting.
Navigatiesysteem
Audio-/videosysteem
Rear View Monitor-systeem
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 635 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
636
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
Als u uw sleutel of mechanische sleutel verloren bent, kan een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige een nieuwe originele sleutel of mecha-
nische sleutel leveren. (Blz. 122)
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Als u uw elektronische sleutels bent verloren, neemt de kans dat uw auto
wordt gestolen aanmerkelijk toe. Neem direct contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige. (Blz. 122)
Is de batterij van de sleutel zwak of leeg? (Blz. 489)
Auto's met Smart entry-systeem en startknop:
Staat het contact AAN?
Zorg ervoor dat het contact UIT staat wanneer u de portieren vergrendelt.
(Blz. 215)
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Bevindt de elektronische sleutel zich in de auto?
Vergrendel de portieren nadat u hebt gecontroleerd of u de elektronische
sleutel bij u hebt.
De functie werkt mogelijk niet goed als gevolg van de radiogolven.
(Blz. 123, 152)
Is het kinderslot geactiveerd?
Het achterportier kan niet vanaf de binnenzijde van de auto worden
geopend wanneer het kinderslot is geactiveerd. Open het achterportier
vanaf de buitenzijde en deactiveer het kinderslot. (Blz. 136)
Als u een probleem hebt, controleer dan het volgende voordat u
contact opneemt met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
De portieren kunnen niet worden vergrendeld, ontgrendeld,
geopend of gesloten
U bent uw sleutels verloren
De portieren kunnen niet worden vergrendeld of ontgren-
deld
Het achterportier kan niet worden geopend
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 636 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
637
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Auto's met Multidrive CVT
Staat de selectiehendel in stand P? (Blz. 209)
Auto's met handgeschakelde transmissie
Draait u de sleutel terwijl het koppelingspedaal stevig is ingetrapt?
(Blz. 209)
Is de accu ontladen? (Blz. 591)
Auto's met Multidrive CVT
Hebt u op de startknop gedrukt terwijl u het rempedaal stevig ingetrapt
hield? (Blz. 212)
Auto's met handgeschakelde transmissie
Hebt u op de startknop gedrukt terwijl u het koppelingspedaal stevig inge-
trapt hield? (Blz. 212)
Auto's met Multidrive CVT:
Staat de selectiehendel in stand P? (Blz. 212)
Kan de elektronische sleutel in de auto worden gesignaleerd? (Blz. 149)
Is het stuurslot ontgrendeld? (Blz. 216)
Is de batterij van de elektronische sleutel zwak of leeg?
De motor kan in dit geval worden gestart op een tijdelijke manier.
(Blz. 588)
Is de accu ontladen? (Blz. 591)
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Staat het contact AAN?
Als u de selectiehendel niet in een andere stand kunt zetten terwijl het
rempedaal wordt ingetrapt met het contact AAN. (Blz. 583)
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Staat het contact AAN?
Als u de selectiehendel niet in een andere stand kunt zetten terwijl het
rempedaal wordt ingetrapt met het contact AAN. (Blz. 583)
Als u denkt dat er iets mis is
De motor kan niet worden gestart (auto's zonder Smart
entry-systeem en startknop)
De motor niet wil aanslaan
(auto's met Smart entry-systeem en startknop)
De selectiehendel kan niet vanuit stand P in een andere
stand worden gezet, zelfs al trapt u het rempedaal in (auto's
met Multidrive CVT)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 637 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
638
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Wordt vergrendeld om diefstal van de auto te voorkomen wanneer de sleu-
tel uit het contact is genomen. (Blz. 210)
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Wordt automatisch vergrendeld om diefstal van de auto te voorkomen.
(Blz. 216)
Is de blokkeerschakelaar van de ruitbediening ingedrukt?
De elektrisch bedienbare ruiten, behalve die van het bestuurdersportier,
kunnen niet worden bediend als de blokkeerschakelaar van de ruitbedie-
ning wordt ingedrukt. (Blz. 182)
De auto power off-functie wordt bediend als het contact gedurende een
bepaalde tijd in stand ACC of AAN staat (de motor draait niet). (Blz. 216)
Het controlelampje van de veiligheidsgordel knippert
Dragen de bestuurder en de voorpassagier hun veiligheidsgordel?
(Blz. 528)
Het waarschuwingslampje van het remsysteem brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd? (Blz. 229)
Afhankelijk van de situatie klinken er mogelijk ook andere soorten waarschu-
wingszoemers. (Blz. 526, 533)
Het stuurwiel kan niet worden gedraaid nadat de motor is
uitgeschakeld
De ruiten kunnen niet worden geopend of gesloten met de
schakelaars van de ruitbediening
Het contact wordt automatisch UIT gezet
(auto's met Smart entry-systeem en startknop)
Tijdens het rijden klinkt een waarschuwingszoemer
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 638 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
639
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Heeft iemand een portier geopend tijdens het instellen van het alarm?
De sensor signaleert dit en laat het alarm klinken. (Blz. 89)
Zet, om het alarm uit te schakelen, het contact AAN of start de motor.
Wordt de melding weergegeven op het multi-informatiedisplay?
Controleer de melding op het multi-informatiedisplay. (Blz. 533)
Wanneer een waarschuwingslampje gaat branden of een waarschuwings-
melding wordt weergegeven, raadpleeg dan Blz. 526, 533.
Auto's zonder een reservewiel
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand en repareer de lekke band
tijdelijk met de bandenreparatieset. (Blz. 566)
Auto's met reservewiel
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand en vervang de lekke band
door het reservewiel. (Blz. 550)
Voer de procedure uit voor als de auto vastzit in modder, vuil of sneeuw.
(Blz. 599)
Er wordt een alarm geactiveerd en de claxon klinkt (indien
aanwezig)
Bij het verlaten van de auto klinkt een waarschuwingszoe-
mer (auto's met Smart entry-systeem en startknop)
Er gaat een waarschuwingslampje branden of er wordt een
waarschuwingsmelding weergegeven
Wanneer zich een probleem heeft voorgedaan
Als uw auto een lekke band heeft
De auto zit vast
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 639 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
640
Alfabetische index
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Alfabetische index
A/C.....................................388, 394
Airconditioning,
automatische ......................394
Handmatig bediende
airconditioning ....................388
Interieurfilter..........................487
Aan/uit-schakelaar airbag.........52
ABS (antiblokkeersysteem)....304
Functie ..................................304
Waarschuwingslampje..........527
Accessoireaansluiting.............424
Accu
Accu controleren...................459
Als de accu ontladen is.........591
Voorbereidingen en controles
bij rijden in de winter...........310
Achterklep
Achterklepgreep....................140
Afstandsbediening ................121
Bagageruimteverlichting .......140
Ontgrendelschakelaar
achterklep...........................140
Skiluik....................................426
Smart entry-systeem
met startknop......................132
Voorzieningen
bagageruimte......................139
Waarschuwingsmelding
open achterklep..................537
Achterklep ................................143
Afstandsbediening ................121
Achterlichten
Lampen vervangen...............511
Lichtschakelaar.....................232
Vermogen ............................. 621
Achterruitenwisser..................246
Achterruitverwarming
Achterruit ......................390, 397
Buitenspiegels ..............390, 397
Voorruit .........................390, 397
Achterstoel
Rugleuningen achter
neerklappen........................ 168
Achteruitrijlichten
Lampen vervangen.......505, 506
Vermogen ............................. 621
Afdekkap motorruimte............451
Afmetingen...............................602
AFS (Adaptive Front Lighting-
systeem).................................234
Waarschuwingslampje..........528
Afstandsbediening
Afstandsbediening ................121
Batterij vervangen.................489
Energiebesparende functie...152
Smart entry-systeem met
startknop.............................148
Vergrendelen/ontgrendelen ..121
A
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 640 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
641
Alfabetische index
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Airbags .......................................39
Airbag, aan/uit-schakelaar......52
Airbags, aanbrengen van
wijzigingen en demonteren...45
Airbags, algemene
voorzorgsmaatregelen..........41
Airbags, plaats van .................39
Airbags, voorwaarden voor
activering ..............................46
Airbags, voorzorgsmaatregelen
voor kinderen........................41
Curtain airbags,
voorzorgsmaatregelen..........41
Juiste houding achter
het stuur................................32
Side airbags,
voorzorgsmaatregelen..........41
SRS-airbags............................39
Voorwaarden voor activering
curtain airbags......................46
Voorwaarden voor activering
side airbag............................46
Voorzorgsmaatregelen side
airbags en curtain airbags ....41
Waarschuwingslampje
airbag..................................526
Werkingsvoorwaarden side
airbags en curtain airbags ....46
Airconditioning ................388, 394
Airconditioning,
automatische ......................394
Handmatig bediende
airconditioning ....................388
Interieurfilter..........................487
Alarm...........................................89
Alarm.......................................89
Waarschuwingszoemer.........526
Alarmknipperlichten................514
Antenne
Radio ............................326, 432
Smart entry-systeem met
startknop.............................148
Antiblokkeersysteem .............304
Functie.................................. 304
Waarschuwingslampje..........527
Antidiefstalsysteem
Alarm ...................................... 89
Inbraaksensor......................... 92
Startblokkering........................78
Supervergrendeling ................87
Armsteun..................................425
Audio-ingang ...318, 338, 347, 355
Audiosysteem (met
navigatiesysteem)
*
Audiosysteem*........................314
Antenne ................................326
Audio-ingang.........................355
Audiotoetsen op
het stuurwiel ....................... 317
AUX-aansluiting....................355
Bluetooth
®
-audio ..................370
CD-speler..............................327
Draagbare audioapparatuur..318
iPod.......................................338
MP3/WMA-disc.....................327
Optimaal gebruik...................319
Radio .................................... 321
USB-geheugen.....................347
Automatic High Beam-
systeem..................................276
Automatische airconditioning
Automatische
airconditioning....................394
Interieurfilter.......................... 487
Automatische verticale
koplampverstelling ...............239
AUX-aansluiting
*.....................318
*: Raadpleeg bij auto's met een navigatiesysteem of multimediasysteem
de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 641 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
642
Alfabetische index
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Baby- of kinderzitje....................55
Bovenste gordel vastmaken....76
Gebruikmaken van een
bevestigingssteun.................76
Plaatsingsmethode baby- of
kinderzitje .............................59
Vastgezet met een ISOfix-
bevestigingssysteem............69
Vastgezet met een
veiligheidsgordel...................64
Bagageafdekking.....................418
Bagagehaken ...................414, 416
Bagageruimte
Bagageafdekking..................418
Bagagehaken........................416
Bagagenet.............................420
Extra opbergvak....................417
Skiluik....................................426
Bagageruimteverlichting
Bagageruimteverlichting .......140
Vermogen .............................621
Banden......................................464
Als uw auto een lekke band
heeft............................550, 566
Bandenmaat..........................619
Bandenspanning...................482
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem......466
Controle ................................464
Reservewiel ..........551, 552, 619
Sneeuwkettingen ..................311
Vervangen.............................550
Waarschuwingslampje..........529
Winterbanden........................310
Wisselen van wielen .............464
Bandenreparatieset.................566
Bandenspanning
Onderhoudsgegevens ..........619
Waarschuwingslampje..........529
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem
Functie.................................. 466
Initialisatie............................. 466
Plaatsen van
bandenspanningssensoren
en -zenders ........................466
Registreren van
identificatiecodes................468
Waarschuwingslampje..........529
Bekerhouders ..........................411
Binnenspiegel
Binnenspiegel.......................176
Buitenspiegels ......................179
Bluetooth
®
-audio*...................370
Bluetooth
®
-telefoon*
(audiosysteem)......................356
Contacten beheren...............368
Gesprek tot stand
brengen .............................. 374
Ontvangen van een oproep..376
Oproepgeschiedenis wissen.367
Snelkiesnummers
beheren .............................. 367
Telefooninstellingen..............364
Voeren van een
telefoongesprek..................377
B
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 642 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
643
Alfabetische index
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Bluetooth
®
*..............................380
Audiosysteem .......................370
Draadloze communicatie ......356
Handsfree-systeem (voor
mobiele telefoon)................356
Registreren/verwijderen van
een Bluetooth
®
-apparaat....363
Selecteren van een
Bluetooth
®
-apparaat...........364
Bougie.......................................615
Bovenste gordel.........................76
Brake Assist.............................304
Brandstof
Brandstoffilter........................463
Brandstofmeter .....................105
Hoeveelheid..........................607
Informatie..............................622
Informatie voor bij
het tankstation ....................656
Soort .....................................607
Tanken..................................247
Uitschakelsysteem
brandstofpomp....................525
Waarschuwingslampje..........528
Brandstoffilter..........................463
Buitenspiegels .........................179
Buitenspiegelverwarming
....................................390, 397
Inklappen ..............................180
Verstellen..............................179
Verstellen en inklappen.........179
Verwarming...................390, 397
CD-speler
*...............................327
Claxon.......................................174
Condensor................................ 459
Consolevak .............................. 410
Contact .............................209, 212
Als uw auto in geval van nood
tot stilstand moet worden
gebracht ............................. 515
Auto power off-functie...........216
Starten van de motor....209, 212
Wijzigen van de standen
van het contact...........210, 215
Contactslotverlichting ............405
Controlelampje
bestuurdersgordel ................ 528
Controlelampjes ........................ 98
Cruise control
Cruise control........................ 287
Waarschuwingsmelding........535
Curtain airbags .......................... 39
C
*: Raadpleeg bij auto's met een navigatiesysteem of multimediasysteem
de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 643 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
644
Alfabetische index
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Dagrijverlichting ......................237
Dagteller ...................................106
Dakconsole...............................410
Dashboardkastje......................409
Derde remlicht
Vervangen.............................511
Disc met WMA-bestanden
*....327
Display
Informatie over
brandstofverbruik................117
LDA (Lane Departure Alert)..271
Multi-informatiedisplay..108, 111
Rij-informatie.................108, 112
Ritinformatie..........................117
Waarschuwingsmelding........533
Draadloze communicatie
*......379
Draaiknop
koplampverstelling................235
Elektrisch bedienbare ruiten
Klembeveiliging..................... 183
Ruitbediening,
blokkeerschakelaar ............182
Werking.................................182
Elektrische stuurbekrachtiging
Functie.................................. 304
Waarschuwingslampje..........527
Waarschuwingsmelding........537
Elektronische sleutel
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt................... 588
Batterij, vervangen van de....489
Energiebesparende functie...152
EPS (elektrische
stuurbekrachtiging)
Functie.................................. 304
Waarschuwingslampje..........527
Waarschuwingsmelding........537
Ergonomisch geheugen..........170
Ergonomisch geheugen........170
Geheugenoproepfunctie.......171
Extra opbergvak ......................417
Extra verwarming ....................401
D
E
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 644 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
645
Alfabetische index
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Fleshouders .............................411
Follow Me Home-systeem.......236
Gereedschap............551, 552, 567
Gewicht.....................................602
Haken
Bagagehaken................414, 416
Bevestigingshaken
(vloermat) .............................30
Kledinghaakjes......................429
Handgeschakelde
transmissie ............................225
Handgrepen..............................429
Handmatig bediende
airconditioning ......................388
Handsfree-systeem
(voor mobiele telefoon)
*......356
Hendel
Ontgrendelingshendel
motorkap.............................446
Richtingaanwijzerschakelaar 228
Ruitenwisserhendel.......242, 246
Selectiehendel ..............219, 225
Veiligheidshaak.....................446
Hill Start Assist Control ..........304
Hoofdsteunen...........................172
Identificatie
Auto ...................................... 604
Motor..................................... 605
Inbraaksensor............................92
Informatie over
brandstofverbruik ................. 117
Informatie voor bij
het tankstation....................... 656
Initialisatie
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem .....467
Motorolie,
onderhoudsgegevens.........455
Te initialiseren onderdelen....634
Inrijperiode, tips....................... 189
Instapverlichting......................405
Vermogen ............................. 621
Instapverlichting......................407
Instrumentenpaneel
Controlelampjes...................... 98
Multi-informatiedisplay..108, 111
Regeling verlichting
instrumentenpaneel....106, 114
Tellers................................... 104
Waarschuwingslampjes........526
Waarschuwingsmeldingen....533
Intercooler................................ 459
Interieurfilter ............................ 487
Interieurverlichting..................405
Toets..................................... 406
Vermogen ............................. 621
ISOfix-bevestigingssysteem
............................................ 69, 75
F
G
H
I
*: Raadpleeg bij auto's met een navigatiesysteem of multimediasysteem
de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 645 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
646
Alfabetische index
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Kentekenplaatverlichting
Lampen vervangen...............509
Lichtschakelaar.....................232
Vermogen .............................621
Kilometerteller..........................106
Kinderslot.................................136
Kledinghaakjes ........................429
Klembeveiliging
Elektrisch bedienbare ruiten .183
Zonnescherm panoramadak.427
Klok...........................................105
Knie-airbag.................................39
Koelsysteem.............................457
Oververhitting van de motor..596
Koelvloeistof
Controle ................................457
Inhoud...................................614
Rijden in de winter,
voorbereidingen en
controles.............................310
Koelvloeistof-
temperatuurmeter..................106
Koplampen ...............................232
Adaptive Front Lighting-
systeem ..............................234
Automatic High Beam-
systeem ..............................276
Automatische verticale
koplampverstelling..............239
Draaiknop
koplampverstelling..............235
Follow Me Home-systeem ....236
Lampen vervangen.......499, 511
Lichtschakelaar.....................232
Vermogen .............................621
Koplampsproeiers ...................242
Koppeling .................................618
Waarschuwingsmelding........536
Krik
Bij de auto geleverde krik
...........................551, 552, 567
Plaatsen van een
garagekrik...........................448
Krikslinger................551, 552, 567
Laadvermogen.........................198
Lampen
Vermogen ............................. 621
Vervangen ............................497
LDA (Lane Departure Alert)....270
Leeslampjes............................. 405
Toets..................................... 406
Vermogen ............................. 621
Lekke band....................... 550, 566
K
L
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 646 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
647
Alfabetische index
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Make-upspiegels......................423
Make-upverlichting................423
Vermogen .............................621
Make-upverlichting
Make-upverlichting................423
Vermogen .............................621
Meters .......................................104
Microfoon .................................359
Mistachterlicht
Lampen vervangen...............511
Toets.....................................240
Vermogen .............................621
Mistlampen
Lampen vervangen.......501, 511
Toets.....................................240
Vermogen .............................621
Mistlampen voor
Lampen vervangen...............501
Toets.....................................240
Vermogen .............................621
Motor
Als uw auto in geval van nood
tot stilstand moet worden
gebracht..............................515
Contact..........................209, 212
Identificatienummer...............604
Motorkap...............................446
Motorruimte...........................449
Oververhitting........................596
Stand ACC....................210, 215
Starten van de motor ....209, 212
Stationair draaien..................189
Vóór het uitzetten van de
motor (dieselmotor) ............189
Wanneer de motor niet wil
aanslaan.............................581
Motorcontrolelampje ...............526
Motorkap ..................................446
Waarschuwingszoemer ..........89
Motorolie
Controleren...........................452
Inhoud...................................608
Voorbereidingen en controles
bij rijden in de winter...........310
Waarschuwingsmelding
lage oliedruk....................... 533
Motorolie,
onderhoudsgegevens...........455
MP3-disc
*.................................327
Multi-informatiedisplay
Configuratie ..................109, 114
LDA (Lane Departure Alert)..271
Rij-informatie.................108, 112
Ritinformatie.......................... 117
Taal....................................... 627
Waarschuwingsmeldingen....533
Multidrive CVT .........................219
Multimediasysteem
*
Muntenvak................................413
Navigatiesysteem
*
Noodstopsignaal .....................305
M
N
*: Raadpleeg bij auto's met een navigatiesysteem of multimediasysteem
de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 647 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
648
Alfabetische index
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Olie
Handgeschakelde-
transmissieolie....................617
Motorolie ...............................608
Onderhoud
Exterieur................................432
Interieur.................................436
Lichtmetalen velgen..............433
Onderhoud en reparatie........439
Onderhoudsgegevens...........602
Veiligheidsgordels.................437
Zelf uit te voeren
onderhoud ..........................442
Ontgrendelingshendel
Achterklep.............................139
Achterklep.............................143
Motorkap...............................446
Tankdopklep .........................247
Opbergmogelijkheden.............408
Opbergmogelijkheden,
voorzorgsmaatregelen..........408
Oververhitting..........................596
Paddle shift-schakelaars 221, 222
Parkeerlichten voor
Lichtschakelaar.....................232
Vermogen ............................. 621
Parkeerrem
Waarschuwingsmelding
geactiveerde parkeerrem ...538
Waarschuwingszoemer
geactiveerde parkeerrem ...529
Werking.................................229
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
Functie.................................. 257
Waarschuwingslampje..........527
Waarschuwingsmelding........535
Pech, wat te doen bij
Als de accu ontladen is.........591
Als de elektronische
sleutel niet goed werkt........588
Als de motor niet wil
aanslaan.............................581
Als de parkeerrem niet
gedeactiveerd kan worden.584
Als de selectiehendel niet in
een andere stand dan P
kan worden gezet............... 583
Als een waarschuwingslampje
gaat branden ...................... 526
Als een waarschuwingszoemer
klinkt ...................................526
Als er een
waarschuwingsmelding
wordt weergegeven............533
Als u denkt dat er iets mis is.524
Als u uw sleutels
verliest........................ 122, 131
Als uw auto een lekke band
heeft .......................... 550, 566
Als uw auto in geval van nood
tot stilstand moet worden
gebracht ............................. 515
O
P
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 648 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
649
Alfabetische index
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Als uw auto moet worden
gesleept..............................517
Als uw auto oververhit raakt..596
Als uw auto vastzit ................599
Portieren
Achterklep.............................143
Automatisch vergrendel- en
ontgrendelsysteem van de
portieren .............................136
Buitenspiegels.......................179
Kindersloten
achterportieren ...................136
Portieren ...............................132
Portierruiten ..........................182
Portierslot..............................132
Portieren...................................132
Pre-Crash Safety-systeem (PCS)
Functie ..................................257
Waarschuwingslampje..........527
Waarschuwingsmelding........535
Radiateur..................................459
Radio Data Systeem (RDS)
*...325
Radio
*......................................321
Rear View Monitor-systeem
*
Regeling instrumentenverlichting
Regelbare instrumenten-
verlichting ...................106, 114
Regeling verlichting dashboard/
instrumentenpaneel......106, 114
Rem-/achterlichten .................. 511
Remlichten
Lampen vervangen...............511
Noodstopsignaal...................305
Vermogen ............................. 621
Remsysteem
Parkeerrem........................... 229
Vloeistof................................618
Waarschuwingslampje..526, 527
Waarschuwingsmelding........533
Reservewiel
Bandenspanning...................619
Opbergmogelijkheden...551, 552
Resetten van
onderhoudsgegevens...........455
Rij-informatie ...................108, 112
Richtingaanwijzers
Lampen vervangen
................... 504, 507, 508, 509
Richtingaanwijzerschakelaar 228
Vermogen ............................. 621
Richtingaanwijzers achter
Lampen vervangen.......507, 508
Richtingaanwijzerschakelaar 228
Vermogen ............................. 621
Richtingaanwijzers opzij
Lampen vervangen...............509
Richtingaanwijzerschakelaar 228
Vermogen ............................. 621
R
*: Raadpleeg bij auto's met een navigatiesysteem of multimediasysteem
de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 649 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
650
Alfabetische index
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Richtingaanwijzers voor
Lampen vervangen...............504
Richtingaanwijzerschakelaar 228
Vermogen .............................621
Rijden
Inrijperiode, tips.....................189
Procedures............................186
Regen, rijden in de................188
Rijden in de winter ................310
Rijmodusselectieschakelaar .220
Zitpositie, correcte...................32
Rijden in de winter...................310
Riem voor vastzetten
verbandtrommel ....................414
Ring
Controleren ...........................462
Rijden in de winter,
voorbereidingen en
controles.............................310
Toets.............................242, 246
Ritinformatie.............................117
RSA (Road Sign Assist) ..........282
Ruitbediening,
blokkeerschakelaar...............182
Ruiten
Achterruitverwarming....390, 397
Elektrisch bedienbare ruiten .182
Ring...............................242, 246
Ruitenwissers voor
Ruitenwissers met
intervalstand .......................242
Ruitenwissers met
regensensor........................243
Schakeladviesindicator...........225
Schakelblokkeersysteem........583
Schoonmaken..................432, 436
Exterieur ............................... 432
Interieur.................................436
Lichtmetalen velgen.............. 433
Veiligheidsgordels.................437
Selectiehendel
Als de selectiehendel niet in
een andere stand dan P
kan worden gezet............... 583
Handgeschakelde
transmissie .........................225
Multidrive CVT ......................219
Sensor
Automatic High Beam-
systeem..............................276
Automatisch
koplampsysteem ................237
Binnenspiegel.......................178
LDA (Lane Departure Alert)..270
Ruitenwissers met
regensensor .......................244
Side airbags ...............................39
Slepen/trekken
Aanhangwagen, rijden met...200
Sleepoog...............................520
Slepen in een noodgeval......517
Sleutels..................................... 120
Afstandsbediening ................121
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt................... 588
Als u uw sleutels verliest.......122
Batterij, vervangen van de....489
Contact .........................209, 212
Elektronische sleutel.............120
Energiebesparende functie...152
Mechanische sleutel .............120
Plaatje met sleutelnummer ...120
Sleutels.................................120
Waarschuwingszoemer ........150
S
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 650 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
651
Alfabetische index
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Smart entry-systeem met
startknop................................148
Antenne, plaatsing................148
Instapfunctie..........132, 139, 143
Starten van de motor ............212
Sneeuwkettingen .....................311
Snelheidsbegrenzer.................290
Snelheidsmeter........................105
Specificaties.............................602
Spiegels
Binnenspiegel .......................176
Buitenspiegels.......................179
Buitenspiegelverwarming
....................................390, 397
Make-upspiegels...................423
Sportmodus..............................220
Spraaktoets
*
SRS-airbags ...............................39
Startblokkering ..........................78
Stationair draaien ....................189
Stoelen
Baby- en kinderzitjes
plaatsen................................55
Geheugen verstelling
bestuurdersstoel.................170
Hoofdsteunen........................172
Juiste zithouding.....................32
Rugleuningen achter
neerklappen........................168
Schoonmaken.......................436
Stoelpositiegeheugen ...........170
Stoelverwarming ...................403
Verstellen..............................166
Verstellen,
voorzorgsmaatregelen........167
Stoelpositiegeheugen .............170
Stoelverwarming......................403
Stuurslot...........................210, 216
Stuurwiel
Audiotoetsen.........................317
Bedieningstoetsen
instrumentenpaneel............112
Telefoontoetsen....................362
Toets DISP ........................... 108
Verstellen..............................174
Supervergrendeling...................87
Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke
voorkeursinstellingen...........625
Taal
(multi-informatiedisplay)......627
Tankdopklep ............................247
Als de tankdopklep niet kan
worden geopend.................249
Tanken.................................. 247
Tanken......................................247
Als de tankdopklep niet kan
worden geopend.................249
Brandstofsoorten ..................607
Inhoud...................................607
Openen van de tankdop .......249
Telefoontoets
*......................... 362
Toerenteller..............................105
T
*: Raadpleeg bij auto's met een navigatiesysteem of multimediasysteem
de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 651 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
652
Alfabetische index
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Toets
Bedieningstoetsen
instrumentenpaneel............112
Blokkeerschakelaar
ruitbediening.......................182
Contact..........................209, 212
Cruise control-schakelaar .....287
LDA (Lane Departure Alert)..270
Lichtschakelaars ...................232
Ontgrendelschakelaar
achterklep...........................140
Paddle shift-schakelaars
....................................221, 222
Rijmodusselectieschakelaar .220
Schakelaar achterruit- en
buitenspiegelverwarming
....................................390, 397
Schakelaar achterruitenwisser
en -sproeier ........................246
Schakelaar
alarmknipperlichten ............514
Schakelaar Automatic High
Beam-systeem....................276
Schakelaar centrale
vergrendeling......................135
Schakelaar extra
verwarming.........................401
Schakelaar mistlampen.........240
Schakelaar ruitbediening ......182
Schakelaar ruitenwissers
en -sproeier ................242, 246
Schakelaar TRC OFF ...........305
Schakelaar VSC OFF ...........305
Schakelaar zonnescherm
panoramadak......................427
Schakelaars afstandsbediening
audiosysteem .....................317
Schakelaars buitenspiegels..179
Spraaktoets
*
Telefoontoetsen ....................362
Toets DISP............................108
Toets kilometerteller/
dagteller.............................. 107
Toets SPORT .......................220
Toetsen ergonomisch
geheugen ...........................170
Uitschakeltoets
inbraaksensor....................... 92
Toyota Safety Sense ...............251
Traction Control.......................304
Transmissie
Als de selectiehendel niet in
een andere stand dan P
kan worden gezet............... 583
Handgeschakelde
transmissie .........................225
Multidrive CVT ......................219
Paddle shift-
schakelaars ................221, 222
Rijmodusselectieschakelaar.220
Selecteren van een
schakelstand ...................... 220
TRC (Traction Control)
Functie.................................. 304
Schakelaar TRC OFF ...........305
Uitschakelsysteem
brandstofpomp......................525
USB-aansluiting
*.....................318
USB-geheugen
*
.......................347
U
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 652 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
653
Alfabetische index
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Vastzitten
Als uw auto vast komt
te zitten...............................599
Vehicle Stability Control
(VSC).......................................304
Veiligheidsgordels.....................34
Baby- en kinderzitjes plaatsen 64
Blokkeerautomaat (ELR).........36
Controlelampje en
waarschuwingszoemer
veiligheidsgordel.................528
Dragen van veiligheidsgordels
door kinderen........................36
Gordelspanners ......................35
Hoe de veiligheidsgordel te
dragen ..................................34
Veiligheidsgordel afstellen......35
Veiligheidsgordels schoonmaken
en onderhouden .................437
Veiligheidsgordels, gebruik bij
zwangerschap ......................37
Waarschuwingslampje SRS..526
Veiligheidsvoorzieningen voor
kinderen ...................................54
Airbags,
voorzorgsmaatregelen..........41
Baby- of kinderzitje ................. 55
Batterij van elektronische
sleutel verwijderd,
voorzorgsmaatregelen........491
Kinderslot.............................. 136
Kindersloten achterportieren.136
Ruitbediening,
blokkeerschakelaar ............182
Veiligheidsgordels vastmaken
bij kinderen...........................36
Veiligheidsgordels,
voorzorgsmaatregelen..........68
Voorzorgsmaatregelen
accu............................461, 594
Voorzorgsmaatregelen
achterklep........................... 145
Voorzorgsmaatregelen baby-
of kinderzitje ......................... 62
Voorzorgsmaatregelen elektrisch
bedienbare ruiten ............... 184
Voorzorgsmaatregelen
stoelverwarming .................403
Zonnescherm panoramadak,
voorzorgsmaatregelen........428
Velgen....................................... 484
Bandenmaat .........................619
Velgen vervangen.................550
V
*: Raadpleeg bij auto's met een navigatiesysteem of multimediasysteem
de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 653 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
654
Alfabetische index
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Verlichting
Automatic High Beam-
systeem ..............................276
Bagageruimteverlichting
....................................140, 144
Contactslotverlichting............405
Follow Me Home-systeem ....236
Instapverlichting....................405
Instapverlichting....................407
Interieurverlichting.................406
Lampen vervangen...............497
Leeslampjes..........................406
Lichtschakelaar.....................232
Make-upverlichting................423
Mistlampen, schakelaar........240
Overzicht interieurverlichting.405
Richtingaanwijzerschakelaar 228
Vermogen .............................621
Verlichting dashboardkastje...409
Verlichting, automatische.......237
Vervangen
Banden..................................550
Batterij afstandsbediening.....489
Batterij elektronische sleutel.489
Lampen.................................497
Zekeringen............................492
Verwarming
Airconditioning ..............388, 394
Automatische airconditioning 394
Buitenspiegels...............390, 397
Extra verwarming..................401
Handmatig bediende
airconditioning ....................388
Stoelverwarming ...................403
Vloeistof
Koppeling..............................618
Multidrive CVT ......................616
Remsysteem.........................618
Ring.......................................462
Stuurinrichting.......................618
Transmissie...........................616
Vloermat .....................................30
Voertuigidentificatienummer..604
Voorruitverwarming ........390, 397
Voorstoelen..............................166
Ergonomisch geheugen........170
Hoofdsteunen ....................... 172
Juiste houding achter
het stuur ............................... 32
Schoonmaken.......................436
Stoelpositiegeheugen...........170
Stoelverwarming...................403
Verstellen..............................166
VSC (Vehicle Stability
Control) ..................................304
Waarschuwingslampjes
ABS....................................... 527
AFS....................................... 528
Bandenspanning...................529
Controlelampje Traction
Control................................528
Controlelampje
veiligheidsgordel.................528
Elektrische
stuurbekrachtiging.............. 527
Elektronisch
motorregelsysteem............. 526
Laag brandstofniveau ...........528
Motorcontrolelampje ............. 526
Parkeerrem........................... 529
PCS ...................................... 527
Remsysteem................. 526, 527
SRS ...................................... 526
Stop & Start-systeem............528
Stuurbekrachtigingssysteem.527
Waarschuwingslampje,
centraal...............................529
Waarschuwingslampjes ...........98
W
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 654 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
655
Alfabetische index
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
Waarschuwingsmeldingen .....533
Achterklep.............................537
Achterklep.............................537
Cruise control-systeem.........535
Koplampen............................541
Koppelingsschakelaar...........536
Laadsysteem.........................534
Motorolie, onderhoud............539
Motoroliedruk ........................533
Parkeerrem ...................536, 538
Portier geopend ....................537
Pre-Crash Brake-systeem.....541
Pre-Crash Safety-systeem
....................................535, 540
Smart entry-systeem met
startknop.............................544
Snelheidsbegrenzer..............535
Stuurbekrachtigingssysteem
............................................537
Stuurslot................................534
Waarschuwingssysteem
veiligheidsgordels achter.....528
Waarschuwingszoemers
Achterklep geopend..............537
Elektrische
stuurbekrachtiging ..............527
Open achterklep....................537
Parkeerrem ...........................529
Portier geopend ....................537
Terugschakelen ....................223
Veiligheidsgordel,
waarschuwing.....................528
Waarschuwingssysteem
sleutel in contactslot...........211
Waarschuwingssysteem
veiligheidsgordels achter....528
Wassen en in de was zetten ...432
Weergave buitentemperatuur.105
Winterbanden...........................310
Zekeringen ...............................492
Zelf uit te voeren onderhoud..442
Zonnekleppen ..........................423
Zonnescherm panoramadak
Klembeveiliging..................... 427
Werking.................................427
Z
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 655 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
656
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE)
INFORMATIE VOOR BIJ HET TANKSTATION
Veiligheidshaak Tankdopklep
Blz. 446
Blz. 249
Ontgrendelings-
hendel motorkap
Tankdopklep-
ontgrendeling
Bandenspanning
Blz. 446 Blz. 249 Blz. 619
Inhoud brandstoftank
(bij benadering)
60 liter (15,9 gal., 13,2 Imp.gal.)
Brandstofsoort Blz. 607
Bandenspanning koud Blz. 619
Hoeveelheid motorolie
(verversen - bij benadering)
Blz. 608
Soort motorolie Blz. 609
AVENSIS_OM_OM20C45E_(EE).book Page 656 Tuesday, May 3, 2016 1:25 PM
06-2016
PZ49X-20C45-NL
Avensis Handleiding
Avensis
Handleiding
3


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Toyota Avensis 2016 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Toyota Avensis 2016 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 55,01 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Toyota Avensis 2016

Toyota Avensis 2016 User Manual - English - 648 pages

Toyota Avensis 2016 User Manual - German - 664 pages

Toyota Avensis 2016 User Manual - French - 660 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info