8
2.3 Financiële toetsen
Met financiële toetsen bedoelen we eigenlijk alle toetsen uitgezonderd de afrekentoetsen en kortingstoetsen.
Let erop dat u de [.] NIET gebruikt bij het invoeren van bedragen; dus € 1,00 invoeren als: [1][0][0]
Als er (systeem)vlaggen vermeld staan bij de instelling dan moet u deze programmeren om de functie te laten werken.
UIT KAS:
Met de [UIT KAS] toets registreert u een bedrag wat u uit de kassa haalt om bijvoorbeeld een leverancier te betalen.
[1][4][9][5] [UIT KAS] [KONTANT] (* € 14,95 wordt kontant uit de kassa gehaald *)
IN KAS:
Met de [IN KAS] toets registreert u een storting in de kassa. Dit kan het geval zijn als u teveel geld uit de kassa heeft gehaald
met de [UIT KAS] toets. Ook is het mogelijk dat een klant een rekening wil betalen die eerder met [OP REK] is geboekt.
Aan het begin van de dag kunt u ook kasgeld in de kassa storten met deze toets.
[8][0][0][0] [IN KAS] [KONTANT] (* € 80,00 wordt in de kassa kontant gestort *)
Wanneer een klant een klantenbon wil betalen die eerder met [OP REK] is geboekt kunt u de betaling registreren met de
[IN KAS] toets. U kunt bij een registratie met [OP REK] een nummer op de klantenbon laten printen. Dit nummer kan
bijvoorbeeld een klantennummer zijn of een bonnummer of een faktuurnummer. Dit nummer (SKU nummer) kunt u op de
klantenbon printen door eerst het nummer in te toetsen en daarna op [LA OPEN] te drukken.
[1][2][6][9][9] [LA OPEN] (* het getal 12699 wordt op de klantenbon geprint *)
[2][5][0][0] [IN KAS] [KONTANT] (* € 25,00 wordt kontant in kas geboekt *)
Het SKU nummer gebruikt u wanneer u direct registreert en geen gebruik maakt van tafelgeheugen of rekeningnummers die u
opslaat in het geheugen van de kassa. Het is slechts een nummer dat verwijst naar bijv. een faktuur of klantnummer.
STORTEN:
Met deze toets kunt u een bedrag op een tafelnummer storten of op een rekeningnummer van een klant wat wordt opgeslagen.
Door het storten van een bedrag wordt de rekening negatief, maar door het registreren van artikelen wordt de rekening naar
loop van tijd weer positief. U kunt op deze manier uw klanten zien of een klant nog artikelen mag bestellen (rekening is
negatief) of dat er eerst weer een bedrag gestort moet worden (bedrag is positief geworden).
[1][OPEN] (* rekeningnummer 1 wordt geopend *)
[2][0][0][0] [STORTEN] (* een bedrag van € 20,00 wordt gestort *)
[SLUIT] (* rekeningnummer 1 wordt gesloten *)
PUNTEN:
U kunt automatisch punten berekenen over het totaal bedrag. Onderaan de bon komen de punten te staan en eventueel een
toelichting met bijvoorbeeld een tekst waarin wordt uitgelegd waarvoor u kunt sparen.
In hoofdstuk 24 van sleutelstand P1 kunt u programmeren bij welk bedrag ‘1’ punt wordt berekend.
Als bijvoorbeeld u ‘1’ punt wilt berekenen bij elke € 5,00 moet u onder bedrag de waarde 5.00 invoeren.
Tevens kunt u een begindatum en einddatum invoeren; in deze periode worden de printen geprint op de bon
WACHT:
Met de [WACHT] toets kunt u even snel een klant tussendoor helpen. Deze functie werkt anders dan bediendes door elkaar.
[1][0][0] [GROEP 1] (* € 1,00 wordt geregistreerd op groep 1 van klant A *)
[WACHT] (* Klant A wordt in de wacht gezet *)
[5][0][0] [GROEP 3] [KONTANT] (* € 5,00 wordt geregistreerd op groep 3 en kontant betaald door klant B *)
[WACHT] (* Klant A wordt weer uit de wacht gehaald *)
[3][0][0] [GROEP 6] [KONTANT] (* € 3,00 wordt geregistreerd op groep 6 en €1,00 + € 3,00 kontant betaald *)
GEBRUIKTE TOETSCODES:
UIT KAS 6131
IN KAS 6130
STORTEN 612B
LA OPEN 614C
WACHT 0071