189337
45
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/222
Next page
TECRA A4
TOSHIBA TECRA A4
Draagbare personal computer
Gebruikershandleiding
ii Gebruikershandleiding
TOSHIBA TECRA A4
Copyright
© 2005 by TOSHIBA Corporation. Alle rechten voorbehouden. Onder de
auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden
verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze
handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
TOSHIBA TECRA A4 Draagbare personal computer
Gebruikershandleiding
Eerste druk januari 2005
Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma's, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de
maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal kan
uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere
toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar
digitale indeling, verandering, overdracht van gekopieerd materiaal en
distributie via een netwerk) zonder toestemming van de copyrighthouder
vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of
middels een actie tot schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de
auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig gevalideerd en nagekeken. De aanwijzingen
en beschrijvingen waren correct voor draagbare personal computers uit de
TOSHIBA TECRA A4-serie op het tijdstip waarop deze handleiding ter
perse ging. Navolgende computers en handleidingen kunnen echter
zonder kennisgeving worden gewijzigd. TOSHIBA aanvaardt
dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade die direct of indirect
voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of uit discrepanties
tussen computer en handleiding.
Handelsmerken
IBM is een gedeponeerd handelsmerk, en IBM PC en PS/2 zijn
handelsmerken van International Business Machines Corporation.
Intel, Intel SpeedStep en Pentium zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Intel Corporation.
Windows en Microsoft zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
Photo CD is een handelsmerk van Eastman Kodak.
Memory Stick is een gedeponeerd handelsmerk en i.LINK is een
handelsmerk van Sony Corporation.
Compact Flash is een handelsmerk van SunDisk Corporation.
InterVideo en WinDVD zijn gedeponeerde handelsmerken van InterVideo Inc.
WinDVR en WinDVD Creator zijn handelsmerken van InterVideo Inc.
In deze handleiding wordt mogelijk verwezen naar andere handelsmerken
en gedeponeerde handelsmerken die hierboven niet zijn vermeld.
Gebruikershandleiding iii
TOSHIBA TECRA A4
Informatie over Macrovision
Dit product maakt gebruik van een techniek ter bescherming van
auteursrechten. Deze techniek wordt beschermd door methoden en
claims onder bepaalde Amerikaanse octrooien en andere intellectuele
eigendomsrechten van Macrovision Corporation en andere rechtmatige
eigenaars. Gebruik van deze techniek is alleen toegestaan met
toestemming van Macrovision Corporation en is uitsluitend bedoeld
voor privégebruik en weergave voor een beperkt publiek, tenzij
Macrovision Corporation toestemming heeft verleend voor andere
gebruiksmogelijkheden. Terugwerkend construeren of demonteren is
verboden.
Veiligheidsinstructies
Houd u aan de volgende richtlijnen om uzelf en de computer optimaal te
beschermen.
Tijdens het gebruik van de computer
Probeer niet de computer zelf te repareren. Volg de installatie-instructies
nauwgezet.
Draag een accu niet in uw zak, handtas of een andere houder waar
metalen objecten (zoals sleutels) de accuklemmen kunnen kortsluiten.
Hierdoor kunnen extreem hoge temperaturen ontstaan, met het risico
van brandwonden.
Zorg dat er geen voorwerpen op het snoer van de netadapter rusten en
dat het snoer niet op een locatie ligt waar regelmatig mensen lopen of
staan.
Plaats de netadapter op een positie met voldoende ventilatie,
bijvoorbeeld op een bureaublad of op de vloer, wanneer u de computer
op de netvoeding gebruikt of de accu oplaadt. Bedek de netadapter niet
met papier of andere voorwerpen die afkoeling belemmeren, en gebruik
de netadapter niet terwijl deze in een draagtas zit.
Gebruik uitsluitend de netadapter en accu's die zijn goedgekeurd voor
gebruik met deze computer. Gebruik van een ander type accu of
netadapter resulteert in brand- of ontploffingsgevaar.
Controleer alvorens de computer op een voedingsbron aan te sluiten of
de spanningsspecificatie van de netadapter overeenkomt met die van
de beschikbare voedingsbron. 115 V/60 Hz in het merendeel van
Noord- en Zuid-Amerika en een aantal landen in het Verre Oosten
(zoals Taiwan). 100 V/50 Hz in het oosten van Japan en 100 V/60 Hz in
het westen van Japan. 230 V/50 Hz in de meeste landen van Europa,
het Midden Oosten en het Verre Oosten.
Laat de portable tijdens gebruik niet lange tijd achtereen op uw lichaam
rusten. Bij langdurig gebruik kan de onderkant bijzonder warm worden,
waardoor onafgebroken lichamelijk contact in ongemak of zelfs
brandwonden kan resulteren.
iv Gebruikershandleiding
TOSHIBA TECRA A4
Als u de netadapter met een verlengsnoer gebruikt, zorg dan dat de
totale stroomsterkte van de op het verlengsnoer aangesloten apparaten
niet hoger is dan de stroomspecificatie van het verlengsnoer.
Om de stroomvoorziening naar de computer stop te zetten schakelt u
de computer uit, verwijdert u de accu en verwijdert u de stekker van de
netadapter uit het stopcontact.
Tijdens onweer dient u geen kabels aan de computer te koppelen of
ervan te ontkoppelen, of onderhouds- of configuratiewerkzaamheden
op de computer uit te voeren. Hierdoor loopt u het risico van een
elektrische schok.
Plaats de computer op een vlak oppervlak wanneer u ermee gaat
werken.
Conformiteitverklaring EU
Extra informatie: “Het product voldoet aan de
voorschriften van de
Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEC,
de EMC-richtlijn 89/336/EEC en/of de
R&TTE-richtlijn 1999/05/EC.”
Dit product draagt de CE-markering in overeenkomst met de relevante
Europese richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing van de
CE-markering ligt bij TOSHIBA Europe GmbH, Hammfelddamm 8,
41460 Neuss, Duitsland.
Alleen randapparaten die voldoen aan de FCC-normen voor klasse B
mogen op deze apparatuur worden aangesloten. Gebruik met
niet-compatibele randapparaten of randapparaten die niet door
TOSHIBA zijn aanbevolen, zal waarschijnlijk resulteren in storing op
radio- en tv-toestellen. Tussen de externe apparaten enerzijds en de
externe-monitorpoort, USB-poort, seriële poort, parallelle poort,
PS/2-muis/toetsenbordpoort en microfoonbus van de computer
anderzijds moeten afgeschermde kabels worden gebruikt.
Het wijzigen of aanpassen van deze apparatuur zonder uitdrukkelijke
toestemming van TOSHIBA of door TOSHIBA erkende partijen kan de
machtiging tot het gebruik van de apparatuur tenietdoen.
Gebruikershandleiding v
TOSHIBA TECRA A4
Canadese voorschriften (alleen in Canada)
De radioruis die door dit digitale apparaat wordt uitgezonden, ligt binnen de
limieten voor digitale apparaten van klasse B conform de Radio
Interference Regulation (voorschriften voor radiostoring) van het Canadese
ministerie van Communicatie (Department of Communications ofwel DOC).
De DOC-voorschriften bepalen dat het wijzigen of aanpassen van deze
apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van TOSHIBA Corporation
de machtiging tot het gebruik van de apparatuur kan tenietdoen.
Dit digitale apparaat van klasse B voldoet aan alle voorschriften van de
Canadese regeling voor storingsveroorzakende apparatuur.
Cet appareil numérique de la class B respecte toutes les exgences du
Règlement sur le matériel brouilleur du Canada.
De volledige en officiële EU-verklaring van overeenstemming is te vinden
op de TOSHIBA-website http://epps.toshiba-te
g.com op het Internet.
Gebruiksomgeving
Dit product is ontworpen conform de EMC-voorschriften
(elektromagnetische compatibiliteit) voor zogenoemde “commerciële, licht-
industriële en woonomgevingen”.
De volgende omgevingen zijn bijvoorbeeld niet goedgekeurd:
Industriële omgevingen (d.w.z. omgevingen met een netspanning
van 380 V)
In de volgende omgevingen kan het gebruik van dit product worden
beperkt:
Medische omgevingen: Dit product is niet gecertificeerd als een
medisch hulpmiddel volgens de Richtlijn Medische Hulpmiddelen
93/42/EEC, maar kan worden gebruikt in kantooromgevingen waar
het gebruik ervan niet beperkt is. Schakel de draadloze LAN- of
Bluetooth-hardware in dergelijke omgevingen uit zolang deze
voorziening niet officieel wordt ondersteund door de exploitant van
de desbetreffende medische faciliteit.
Voertuigen: lees de handleiding van de fabrikant van het voertuig
voor beperkingen in gebruik.
Vliegtuigen: volg de aanwijzingen van het vliegtuigpersoneel voor
beperkingen in gebruik.
Gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde
werkomgevingen vallen niet onder de verantwoordelijkheid van TOSHIBA
Corporation. Mogelijke gevolgen van het gebruik van dit product in
dergelijke werkomgevingen zijn onder andere:
Storing van de werking van andere apparaten of machines in de
nabijheid
Storing van de werking van dit product, mogelijk resulterend in
gegevensverlies, als gevolg van storingen die worden gegenereerd
door andere apparaten of machines in de nabijheid
Verder is het in verband met algemene veiligheidsoverwegingen verboden
dit product te gebruiken in omgevingen met ontploffingsgevaar.
vi Gebruikershandleiding
TOSHIBA TECRA A4
Conformiteit met CE-richtlijnen
Dit product is voorzien van de CE-markering in overeenkomst met de
gerelateerde Europese richtlijnen, met name die omtrent
elektromagnetische compatibiliteit, (89/336/EEC) voor de notebook
en de elektronische accessoires, waaronder de meegeleverde netadapter,
de richtlijn voor radioapparatuur en telecomapparatuur (99/5/EC) in het
geval van geïmplementeerde telecommunicatieaccessoires en de richtlijn
omtrent laagspanning (73/23/EEC) voor de meegeleverde netadapter.
Het toekennen van de CE-markering valt onder de verantwoordelijkheden
van TOSHIBA EUROPE GmbH,
Hammfelddamm 8, 41460 Neuss, Duitsland,
telefoonnummer +49-(0)-2131-158-01.
Raadpleeg de volgende website voor een exemplaar van de betreffende
CE-verklaring van overeenstemming: http://epps.toshiba-teg.com
Dit product en de meegeleverde accessoires zijn ontworpen conform de
relevante EMC- (Elektromagnetische compatibiliteit) en veiligheidsnormen.
TOSHIBA garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze
EMC-normen voldoet indien kabels of accessoires van andere leveranciers
of distributeurs zijn aangesloten of geïmplementeerd. Ter voorkoming van
algemene EMC-problemen moeten in het algemeen de volgende richtlijnen
in acht worden genomen:
Alleen accessoires met de CE-markering mogen worden
aangesloten/geïmplementeerd.
Alleen hoogwaardige afgeschermde kabels mogen worden
aangesloten.
Waarschuwing bij gebruik van modems
Verklaring van conformiteit
De apparatuur is goedgekeurd (conform Commissiebesluit “CTR21”) voor
aansluiting van één toestel op het PSTN (Public Switched Telephone
Network: openbaar geschakeld telefoonnetwerk) in alle Europese landen.
Als gevolg van variaties tussen de individuele PSTN’s in verschillende
landen/regio's biedt deze goedkeuring niet per se een garantie voor
storingsvrije werking op elke telefoonaansluiting.
Wend u in geval van problemen in eerste instantie tot uw dealer.
Gebruikershandleiding vii
TOSHIBA TECRA A4
Verklaring netwerkcompatibiliteit
Dit product is ontworpen voor gebruik met de volgende netwerken en is
compatibel met deze netwerken. Het is getest en voldoet aan de
aanvullende voorschriften in EG 201 121.
Voor elk netwerk zijn specifieke schakelopties of een specifieke
softwareconfiguratie vereist; raadpleeg de relevante paragrafen van de
gebruikershandleiding voor nadere informatie.
De hookflash-functie is onderhevig aan afzonderlijke nationale
goedkeuring. Deze functie is niet getest op conformiteit met nationale
voorschriften. De correcte werking van deze functie op nationale netwerken
kan niet worden gegarandeerd.
Belangrijke mededeling
Het is verboden om auteursrechtelijk beschermd materiaal zoals muziek,
video's, computerprogramma's en databases te kopiëren, aan te passen,
over te dragen, te verzenden of op een andere wijze van de hand te doen,
tenzij de relevante auteurswet hiervoor specifiek toestemming verleent.
Overtreding van dit verbod kan resulteren in gerechtelijke vervolging.
Telefoneer niet tijdens onweer (behalve als u een draadloze telefoon
gebruikt). Bliksem kan elektrische schokken veroorzaken.
Gebruik de telefoon niet om een gaslek te rapporteren in de nabijheid
van het lek.
Gebruik alleen het in deze handleiding vermelde netsnoer.
Vervang de accu uitsluitend door een accu van hetzelfde type of van
een gelijkwaardig, door de fabrikant aanbevolen type.
Houd u bij het afdanken van gebruikte accu's aan de voorschriften van
de fabrikant.
Duitsland ATAAB AN005,AN006,AN007,AN009,AN010 en
DE03,04,05,08,09,12,14,17
Griekenland ATAAB AN005, AN006 en GR01, 02, 03, 04
Portugal ATAAB AN001,005,006,007,011 en P03,04,08,10
Spanje ATAAB AN005, 007, 012 en ES01
Zwitserland ATAAB AN002
Alle overige landen/
regio’s
ATAAB AN003, 004
viii Gebruikershandleiding
TOSHIBA TECRA A4
Normen voor optische stations
TOSHIBA TECRA A4-computers worden in de fabriek uitgerust met een
van de volgende stations: DVD-ROM, CD-RW/DVD-ROM, DVD-R/-RW,
DVD±R/±RW of DVD Super Multi.
Het station is van een van de volgende etiketten voorzien:
CLASS 1 LASER PRODUCT
LASER KLASSE 1
LUOKAN 1 LASERLAITE
APPAREIL A LASER DE CLASSE1
KLASS 1 LASER APPARAT
Vóór verzending is het laserapparaat van klasse 1 gecertificeerd conform
de normen in hoofdstuk 21 van het Amerikaanse ministerie van
volksgezondheid (DHHS 21 CFR).
Voor alle andere landen is het station gecertificeerd conform de IEC825- en
EN60825-normen voor klasse 1-laserapparaten.
Veiligheidsinstructies voor het DVD-ROM-station
** staat voor willekeurige letters of cijfers.
Gebruik alleen de accu-eenheid die bij de computer is geleverd of een
optionele, door de fabrikant aanbevolen accu-eenheid. Gebruik van de
verkeerde accu kan resulteren in beschadiging van de computer.
TOSHIBA aanvaardt in een dergelijk geval geen aansprakelijkheid voor
eventuele schade.
Dit station gebruikt een lasersysteem. Lees met het oog op een veilig
en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding
zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het
product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het
apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een
Authorized Toshiba Service Center.
Gebruik van regelaars, aanpassingen of het uitvoeren van procedures
die hier niet zijn vermeld, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke
straling.
Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
Gebruikershandleiding ix
TOSHIBA TECRA A4
Toshiba Samsung SD-C2712
Veiligheidsinstructies voor CD-RW-/DVD-ROM-station
Positie van het verplichte etiket
DE FABRIKANT VAN HET PRODUCT
CERTIFICEERT DAT HET PRODUCT
OP DE FABRICAGEDATUM VOLDEED
AAN DHHS-VOORSCHRIFTEN 21 CFR
PARAGRAAF J.
VERVAARDIGD:
TOSHIBA SAMSUNG STORAGE
TECHNOLOGY CORPORATION 580,
HORIKAWA-CHO, SAIWAI-KU,
KAWASAKI-SHI, KANAGAWA,
212-0013, JAPAN
Dit station gebruikt een lasersysteem. Lees met het oog op een veilig
en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding
zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het
product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het
apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een
Authorized Toshiba Service Center.
Gebruik van regelaars, aanpassingen of het uitvoeren van procedures
die hier niet zijn vermeld, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke
straling.
Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
x Gebruikershandleiding
TOSHIBA TECRA A4
Matsushita UJDA760
Toshiba Samsung TS-L462A
Positie van het verplichte etiket
VOLDOET AAN
FDA-STRALINGSNORMEN,
21 CFR PARAGRAAF J.
VERVAARDIGD:
Vervaardigd door
Panasonic Communications Co.,
LTD 1-62, 4-Chome, Minoshima,
Hakata-ku, Fukuoka, JAPAN
Positie van het verplichte etiket
DE FABRIKANT VAN HET PRODUCT
CERTIFICEERT DAT HET PRODUCT
OP DE FABRICAGEDATUM VOLDEED
AAN DHHS-VOORSCHRIFTEN 21 CFR
PARAGRAAF J.
VERVAARDIGD:
TOSHIBA SAMSUNG STORAGE
TECHNOLOGY CORPORATION 580,
HORIKAWA-CHO, SAIWAI-KU,
KAWASAKI-SHI, KANAGAWA,
212-0013, JAPAN
Gebruikershandleiding xi
TOSHIBA TECRA A4
TEAC DW-224E
Veiligheidsinstructies voor het DVD±R/±RW-station
Positie van het verplichte etiket
DE FABRIKANT VAN HET PRODUCT
CERTIFICEERT DAT HET PRODUCT
OP DE FABRICAGEDATUM VOLDEED
AAN DHHS-VOORSCHRIFTEN 21 CFR
HOOFDSTUK 1, PARAGRAAF J.
VERVAARDIGD:
TEAC CORPORATION
3-7-3 NAKA-CHO, MUSASHINO-SHI,
TOKYO, JAPAN
Dit station gebruikt een lasersysteem. Lees met het oog op een veilig
en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding
zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het
product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het
apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een
Authorized Toshiba Service Center.
Gebruik van regelaars, aanpassingen of het uitvoeren van procedures
die hier niet zijn vermeld, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke
straling.
Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
xii Gebruikershandleiding
TOSHIBA TECRA A4
Pioneer DVR-K15TBT
Veiligheidsinstructies voor het
DVD Super Multi-station
Positie van het verplichte etiket
VOLDOET AAN
FDA-STRALINGSNORMEN,
21 CFR PARAGRAAF J.
VERVAARDIGD:
Vervaardigd door
PIONEER CORPORATION 4-1,
Meguro 1-chome, Meguro-ku,
TOKYO 153-8654, JAPAN
Dit station gebruikt een lasersysteem. Lees met het oog op een veilig
en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding
zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het
product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het
apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een
Authorized Toshiba Service Center.
Gebruik van regelaars, aanpassingen of het uitvoeren van procedures
die hier niet zijn vermeld, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke
straling.
Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
Gebruikershandleiding xiii
TOSHIBA TECRA A4
Toshiba Samsung TS-L632A
Matsushita UJ-830B
Positie van het verplichte etiket
DE FABRIKANT VAN HET PRODUCT
CERTIFICEERT DAT HET PRODUCT
OP DE FABRICAGEDATUM VOLDEED
AAN DHHS-VOORSCHRIFTEN 21 CFR
PARAGRAAF J.
VERVAARDIGD:
TOSHIBA SAMSUNG STORAGE
TECHNOLOGY CORPORATION 580,
HORIKAWA-CHO, SAIWAI-KU,
KAWASAKI-SHI, KANAGAWA,
212-0013, JAPAN
Positie van het verplichte etiket
DE FABRIKANT VAN HET PRODUCT
CERTIFICEERT DAT HET PRODUCT
OP DE FABRICAGEDATUM VOLDEED
AAN DHHS-VOORSCHRIFTEN 21 CFR
PARAGRAAF J.
VERVAARDIGD:
Vervaardigd door
Panasonic Communications Co.,
LTD 1-62, 4-Chome, Minoshima,
Hakata-ku, Fukuoka, JAPAN
xiv Gebruikershandleiding
TOSHIBA TECRA A4
Veiligheidsinstructies voor het DVD Super
Multi-station (+R Double Layer)
Matsushita UJ-831BT-A
Dit station gebruikt een lasersysteem. Lees met het oog op een veilig
en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding
zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het
product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het
apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een
Authorized Toshiba Service Center.
Gebruik van regelaars, aanpassingen of het uitvoeren van procedures
die hier niet zijn vermeld, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke
straling.
Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
Positie van het verplichte etiket
VOLDOET AAN
FDA-STRALINGSNORMEN,
21 CFR PARAGRAAF J.
VERVAARDIGD:
Vervaardigd door
Panasonic Communications Co.,
LTD 1-62, 4-Chome, Minoshima,
Hakata-ku, Fukuoka, JAPAN
Gebruikershandleiding xv
TOSHIBA TECRA A4
TEAC W28E-XXX
Positie van het verplichte etiket
DE FABRIKANT VAN HET PRODUCT
CERTIFICEERT DAT HET PRODUCT
OP DE FABRICAGEDATUM VOLDEED
AAN DHHS-VOORSCHRIFTEN 21 CFR
HOOFDSTUK 1, PARAGRAAF J.
VERVAARDIGD:
TEAC CORPORATION
3-7-3 NAKA-CHO, MUSASHINO-SHI,
TOKYO, JAPAN
VOORZICHTIG:
Dit apparaat bevat een
lasersysteem en is geclassificeerd als een
laserproduct van klasse 1. Om te zorgen
dat u dit product correct gebruikt, dient u
de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig te
lezen en ter referentie bij de hand te
houden. Wend u in geval van problemen
met dit model tot het dichtstbijzijnde
Authorized Toshiba Service Center.
Probeer niet de kast te openen. Doet u dit
wel, dan loopt u het risico van directe
blootstelling aan de laserstraal.
VORSICHT:
Dieses Gerät enthält ein
Laser-System und ist als
“LASERSCHUTZKLASSE 1 PRODUKT”
klassifiziert. Für den richtigen Gebrauch
dieses Modells lesen Sie bitte die
Bedienungsanleitung sorgfältig durch und
bewahren diese bitte als Referenz auf.
Falls Probleme mit diesem Modell
auftreten, benachrichtigen Sie bitte die
nächste “autorisierte Service-Vertretung”.
Um einen direkten Kontakt mit dem
Laserstrahl zu vermeiden darf das Gerät
nicht geöffnet werden.
CLASS 1 LASER PRODUCT
LASERSCHUTZKLASSE 1
PRODUKT
TO EN 60825
xvi Gebruikershandleiding
TOSHIBA TECRA A4
ADVARSEL: Denne mærking er anbragt
udvendigt på apparatet og indikerer, at
apparatet arbejder med laserstråler af
klasse 1, hviket betyder, at der anvendes
laserstrlier af svageste klasse, og at man
ikke på apparatets yderside kan bilve
udsat for utilladellg kraftig stråling.
APPARATET BOR KUN ÅBNES AF
FAGFOLK MED SÆRLIGT KENDSKAB
TIL APPARATER MED LASERSTRÅLER!
Indvendigt i apparatet er anbragt den her
gengivne advarselsmækning, som advarer
imod at foretage sådanne indgreb i
apparatet, at man kan komme til at
udsatte sig for laserstråling.
OBS! Apparaten innehåller
laserkomponent som avger laserstråining
överstigande gränsen för laserklass 1.
VAROITUS. Suojakoteloa si saa avata.
Laite sisältää laserdiodin, joka lähetää
näkymätöntä silmilie vaarallista
lasersäteilyä.
VOORZICHTIG: HET GEBRUIK VAN
REGELAARS, INSTELLINGEN OF
PROCEDURES DIE NIET IN DE
GEBRUIKERSHANDLEIDING ZIJN
VERMELD, KAN RESULTEREN IN
BLOOTSTELLING AAN GEVAARLIJKE
STRALING.
VORSICHT: DIE VERWENDUNG VON
ANDEREN STEURUNGEN ODER
EINSTELLUNGEN ODER DAS
DURCHFÜHREN VON ANDEREN
VORGÄNGEN ALS IN DER
BEDIENUNGSANLEITUNG
BESCHRIEBEN KÖNNEN
GEFÄHRLICHE
STRAHLENEXPOSITIONEN ZUR
FOLGE HABEN.
ADVERSEL: USYNLIG
LASERSTRÅLING VED ÅBNING,
NÅR SIKKERHEDSAF-BRYDER
ER UDE AF FUNKTION.
UNDGÅ UDSÆTTELSE FOR
STRÅLING
TECRA A4
Gebruikershandleiding xvii
Inhoudsopgave
Voorwoord
Inhoud van de handleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxv
Conventies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxvi
Afkortingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxvi
Pictogrammen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxvi
Toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxvi
Gebruik van toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxvii
Beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxvii
Mededelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxvii
Algemene voorzorgsmaatregelen
Blessures door overbelasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxix
Verhitting van computeroppervlakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxix
Schade door druk of stoten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxix
Oververhitting van PC-kaarten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxx
Mobiele telefoons . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxx
Vrijwaringsverklaring met betrekking tot
CPU-prestaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxx
Niet-toepasselijke pictogrammen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxxi
Draadloos LAN/Atheros . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxxi
LCD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxxi
Kopieerbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxxi
Capaciteit van vaste schijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxxii
Afbeeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxxii
LCD-helderheid en vermoeide ogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxxii
Hoofdstuk 1 :
Inleiding
Controlelijst van apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1
Hardware . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1
Software . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-2
Voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-3
Geheugen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-4
Stations/schijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-4
Beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-6
Toetsenbord. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-7
xviii Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Aanwijsapparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-7
Voeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-7
Poorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-7
Sleuven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-8
Multimedia. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-8
Communicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-9
Beveiliging. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-10
Software . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-10
Speciale voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-11
Hulpprogramma's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-13
Opties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-15
Hoofdstuk 2 :
Rondleiding
Voorkant met gesloten beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-1
Linkerkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-3
Rechterkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-4
Achterkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-5
Onderkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-6
Voorkant met geopend beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-8
Systeemlampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-9
USB-diskettestation (optioneel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-12
Optisch station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-13
Regiocodes voor DVD-stations en -media . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-13
Beschrijfbare schijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-14
DVD-ROM-station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-14
CD-RW-/DVD-ROM-station. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-15
DVD±R/±RW-station (DVD+R DL) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-15
DVD Super Multi-station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-16
DVD Super Multi-station (DVD+R DL) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-16
Netadapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-17
Hoofdstuk 3 :
Voor u begint
Uw werkplek inrichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-1
Algemene omstandigheden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-2
Plaatsing van de computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-2
Stoel en werkhouding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-3
Verlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-3
Werkgewoonten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-4
De netadapter aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-5
Het beeldscherm openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-6
De computer inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-6
De computer voor het eerst opstarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-7
Gebruikershandleiding xix
Inhoudsopgave
De computer uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-7
Afsluitmodus (opstartmodus). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-7
Slaapstand. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-7
Slaapstand activeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-8
Automatische slaapstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-8
Stand-by-modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-9
De computer opnieuw opstarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-11
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de schijf Productherstel . . . . 3-11
Hoofdstuk 4 :
Grondbeginselen
Het touchpad gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-1
Het USB-diskettestation gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-2
Het 3,5-inch diskettestation aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-2
Het 3,5-inch diskettestation ontkoppelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-2
Optische stations gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-3
Discs laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-3
Discs verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-6
CD's beschrijven met het CD-RW-/DVD-ROM-station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-7
Belangrijke mededeling (CD-RW-/DVD-ROM-station) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-7
Voor schrijven of herschrijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-7
Tijdens schrijven of herschrijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-8
Afwijzing van aansprakelijkheid (CD-RW-/DVD-ROM-station) . . . . . . . . . . . . . . . . 4-9
CD's/DVD's beschrijven met het DVD±R/±RW-station
(met DVD+R DL-ondersteuning) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-9
Belangrijke mededeling (DVD±R/±RW-station) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-9
Voor schrijven of herschrijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-10
Tijdens schrijven of herschrijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-11
Afwijzing van aansprakelijkheid
(DVD±R/±RW-station met DVD+R DL-ondersteuning) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-12
CD's/DVD's beschrijven met het DVD Super Multi-station . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-12
Belangrijke mededeling (DVD Super Multi-station) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-12
Voor schrijven of herschrijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-13
Tijdens schrijven of herschrijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-15
Afwijzing van aansprakelijkheid (DVD Super Multi-station). . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-16
CD's/DVD's beschrijven met het DVD Super
Multi-station (met DVD+R DL-ondersteuning) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-16
Belangrijke mededeling (DVD Super Multi-station) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-16
Voor schrijven of herschrijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-17
Tijdens schrijven of herschrijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-19
Afwijzing van aansprakelijkheid (DVD Super Multi-station). . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-20
RecordNow! Basic for TOSHIBA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-20
Gegevenscontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-21
DLA voor TOSHIBA. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-22
xx Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Video . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-22
Bij gebruik van WinDVD Creator 2 Platinum: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-22
Een DVD-video maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-23
Meer informatie over InterVideo WinDVD Creator achterhalen . . . . . . . . . . . . . . .4-23
Belangrijke informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-24
Behandeling van schijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-26
CD’s/DVD’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-26
Diskettes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-26
De microfoon gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-27
Modem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-27
Regioselectie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-28
Menu Eigenschappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-28
Ontkoppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-29
Draadloze communicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-30
Draadloos LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-30
Bluetooth-technologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-31
Schakelaar voor draadloze communicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-31
Draadloze-communicatielampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-32
LAN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-32
De LAN-kabel aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-32
De LAN-kabel ontkoppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-33
De computer schoonmaken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-34
De computer verplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-34
Warmteverspreiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-35
Hoofdstuk 5 :
Het toetsenbord
Typemachinetoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-1
Functietoetsen F1 ... F12 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-2
Softkeys: Fn-toetscombinaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-2
Toetsen op een uitgebreid toetsenbord emuleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-2
Sneltoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-4
Fn-plaktoets. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-7
Speciale Windows-toetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-7
Geïntegreerde numerieke toetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-7
De geïntegreerde numerieke toetsen inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-7
Cursormodus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-7
Numerieke modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-8
Tijdelijk het gewone toetsenbord gebruiken
(geïntegreerde numerieke toetsen aan) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-8
Tijdelijk de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken
(geïntegreerde numerieke toetsen uit) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-9
Tijdelijk van modus wisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-9
ASCII-tekens genereren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-9
Gebruikershandleiding xxi
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 6 :
Stroomvoorziening en spaarstanden
Stroomvoorzieningsomstandigheden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-2
Voedingslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-3
Acculampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-3
DC IN-lampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-3
Aan/uit-lampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-3
Accutypen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-4
Accu. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-4
RTC-batterij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-4
Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-5
Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-5
Accu's opladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-8
Procedures . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-8
Tijd. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-8
Accucapaciteit controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-9
Bedrijfstijd van de accu maximaliseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-10
Behoud van gegevens bij het uitschakelen van de computer . . . . . . . . . . . . . . . . 6-10
Levensduur van de accu verlengen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-11
De accu-eenheid vervangen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-12
De accu-eenheid verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-12
De accu-eenheid installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-13
De computer opstarten met een wachtwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-14
Spaarstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-14
Windows-hulpprogramma’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-14
Sneltoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-14
In-/uitschakelen via LCD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-15
Systeem automatisch uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-15
Hoofdstuk 7 :
HW Setup en wachtwoorden
HW Setup . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-1
HW Setup starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-1
Het HW Setup-venster. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-1
Hoofdstuk 8 :
Optionele apparaten
Kaarten/geheugen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-1
Voedingsapparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-1
Randapparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-1
Overige . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-1
PC-kaarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-2
Een PC-kaart installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-2
Een PC-kaart verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-3
Express-kaart. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-3
Een Express-kaart installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-3
Een Express-kaart verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-4
xxii Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Kaartsleuf voor meerdere digitale media . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-5
Een SD-/MS-/MS Pro-/SM-/MMC-/xD-kaart installeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-5
Een SD-/MS-/MS Pro-/SM-/MMC-/xD-kaart verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-6
Geheugenuitbreiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-7
Een geheugenmodule installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-7
Een geheugenmodule verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-9
Extra accu-eenheid (12 cellen en 6 cellen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-10
Extra netadapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-10
USB-diskettestation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-10
Advanced Port Replicator III . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-10
Parallelle printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-11
Externe monitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-12
Televisie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-13
i.LINK (IEEE1394) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-13
Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-13
Aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-14
Ontkoppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-14
Beveiligingsslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-15
Hoofdstuk 9 :
Probleemoplossing
Handelwijze bij probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-1
Algemene controlepunten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-2
Het probleem analyseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-2
Controlelijst voor hardware en systeem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-3
Opstartprocedure van het systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-4
Zelftest. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-4
Voeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-4
Wachtwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-6
Toetsenbord. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-6
LCD-scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-7
Vaste schijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-7
DVD-ROM-station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-8
CD-RW-/DVD-ROM-station. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-9
DVD±R/±RW-station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-10
DVD Super Multi-station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-12
Diskettestation. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-13
Infraroodpoort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-14
Printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-14
Aanwijsapparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-14
Touchpad. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-15
USB-muis (optioneel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-16
PC-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-16
SD-/MS-/SM-/MMC-/xD-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-17
Monitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-17
Gebruikershandleiding xxiii
Inhoudsopgave
Geluidssysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-18
Tv-uitgangssignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-18
USB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-19
Modem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-19
Stand-by/slaapstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-20
LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-20
Draadloos LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-21
Bluetooth . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-21
i.LINK (IEEE1394) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-21
TOSHIBA-ondersteuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-22
Voordat u opbelt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-22
Bijlage A :
Specificaties
Bijlage B :
Beeldschermcontroller en videomodi
Beeldschermcontroller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-1
Videomodi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-2
Bijlage C :
Draadloos LAN
Kaartspecificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-1
Radiospecificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-2
Ondersteunde subfrequenties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-2
Bijlage D :
Netsnoer en connectoren
Certificeringsinstanties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . D-1
Bijlage E :
Als uw computer wordt gestolen
Woordenlijst
Index
xxiv Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Gebruikershandleiding xxv
TECRA A4
Voorwoord
Gefeliciteerd met uw nieuwe TOSHIBA TECRA A4-computer. Deze
krachtige, lichtgewicht notebook staat garant voor jarenlang betrouwbaar
computergebruik op hoog niveau.
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u uw TECRA A4-computer
gebruiksklaar maakt en ermee aan de slag gaat. Verder wordt
gedetailleerde informatie gegeven over het configureren van de computer,
elementaire bewerkingen en onderhoud, het gebruik van optionele
apparaten en probleemoplossing.
Als u nog nooit een computer hebt gebruikt of nog nooit met een portable
hebt gewerkt, leest u eerst de hoofdstukken Inleiding en Rondleiding om
uzelf vertrouwd te maken met de voorzieningen, onderdelen en
accessoires van de computer. Vervolgens leest u Voor u begint voor
stapsgewijze instructies voor het gebruiksklaar maken van de computer.
Bent u een ervaren computergebruiker, dan leest u dit voorwoord verder
door om inzicht te krijgen in de indeling van deze handleiding, waarna u de
handleiding kunt doorbladeren om ermee vertrouwd te raken. Besteed met
name aandacht aan de paragraaf Speciale voorzieningen van de Inleiding
om kennis te maken met de voorzieningen die bijzonder of uniek zijn voor
de computers, en lees aandachtig HW Setup en wachtwoorden. Als u
PC-kaarten gaat installeren of externe apparaten zoals een printer gaat
aansluiten, dient u hoofdstuk 8, Optionele apparaten, te lezen.
Inhoud van de handleiding
Deze handleiding bestaat uit negen hoofdstukken, vijf bijlagen, een
woordenlijst en een index.
Hoofdstuk 1, Inleiding, is een overzicht van de voorzieningen,
mogelijkheden en opties van de computer.
In hoofdstuk 2, Rondleiding, worden de onderdelen van de computer
geïdentificeerd en kort toegelicht.
In hoofdstuk 3, Voor u begint, wordt beknopt uitgelegd hoe u met de
computer aan de slag kunt gaan en worden tips gegeven over veiligheid en
het inrichten van uw werkplek.
xxvi Gebruikershandleiding
Voorwoord
Hoofdstuk 4, Grondbeginselen, bevat tips voor het onderhoud van de
computer en het gebruik van het touchpad, het optische station, het
externe diskettestation, draadloos LAN, LAN, audio-/
videobedieningsknoppen en het interne modem.
Hoofdstuk 5, Het toetsenbord, beschrijft speciale toetsenbordfuncties zoals
de geïntegreerde numerieke toetsen en de sneltoetsen.
Hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden, verschaft details over
de voedingsbronnen en energiebesparingsmodi van de computer.
In hoofdstuk 7, HW Setup en wachtwoorden, wordt uitgelegd hoe u de
computer configureert met het programma HW Setup. Verder leest u hier
hoe u een wachtwoord instelt.
Hoofdstuk 8, Optionele apparaten, beschrijft welke optionele hardware
beschikbaar is.
Hoofdstuk 9, Probleemoplossing, verschaft nuttige informatie over het
uitvoeren van diagnostische tests en suggesties voor de beste handelwijze
als de computer niet correct lijkt te werken.
De Bijlagen verschaffen technische informatie over de computer.
De Woordenlijst bevat definities van algemene computertermen en
acroniemen die in de tekst worden gebruikt.
Met behulp van de Index kunt u snel informatie in deze handleiding
opzoeken.
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt om
termen en bedieningsprocedures te beschrijven, identificeren en markeren.
Afkortingen
Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd
door een verklaring (al dan niet tussen haakjes). Bijvoorbeeld: ROM (Read
Only Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst.
Pictogrammen
Pictogrammen duiden poorten, regelaars en andere delen van de computer
aan. Op het paneel met systeemlampjes worden tevens pictogrammen
gebruikt om onderdelen aan te duiden waarover informatie wordt verschaft.
Toetsen
De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt om
computerbewerkingen mee aan te duiden. De toetsopschriften die op het
toetsenbord te zien zijn, worden in een ander lettertype gedrukt.
Enter
duidt bijvoorbeeld de Enter-toets aan.
Gebruikershandleiding xxvii
Voorwoord
Gebruik van toetsen
Voor sommige bewerkingen moet u tegelijkertijd twee of meer toetsen
indrukken. Dergelijke bewerkingen worden aangeduid door een plusteken
(+) tussen de toetsopschriften (+). Zo betekent Ctrl + C dat u op C moet
drukken terwijl u Ctrl ingedrukt houdt. Als er drie toetsen worden gebruikt,
dient u de eerste twee toetsen ingedrukt te houden en tegelijkertijd op de
derde toets te drukken.
Beeldscherm
Mededelingen
Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken
op belangrijke informatie. Elk type bericht wordt mededeling zoals
hieronder wordt weergegeven.
ABC
Wanneer u in een procedure een handeling moet
uitvoeren (bijvoorbeeld een pictogram aanklikken
of tekst invoeren), wordt de pictogramnaam of de
te typen tekst in het links weergegeven lettertype
gedrukt.
S
ABC
De namen van vensters en pictogrammen, en
door de computer gegenereerde tekst die op het
beeldscherm wordt weergegeven, worden in het
links weergegeven lettertype gedrukt.
Let op! Een waarschuwing geeft aan dat incorrect gebruik van apparatuur
of het negeren van instructies kan resulteren in gegevensverlies of
beschadiging van de apparatuur.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de
apparatuur optimaal te gebruiken
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de
instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
xxviii Gebruikershandleiding
Voorwoord
TECRA A4
Gebruikershandleiding xxix
Algemene voorzorgsmaatregelen
TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal
gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap
voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen
nemen om het risico van lichamelijk letsel, beschadiging van de computer
of aantasting van de prestaties verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen
die in de handleiding worden gegeven.
Blessures door overbelasting
Lees de Instructiegids voor veiligheid en comfort zorgvuldig. Hierin wordt
toegelicht hoe u hand- en polsblessures als gevolg van langdurig
toetsenbordgebruik kunt voorkomen. Hoofdstuk 3, Voor u begint, bevat
eveneens informatie over het inrichten van de werkplek, de
lichaamshouding en de verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke
overbelasting kunt reduceren.
Verhitting van computeroppervlakken
Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Bij langdurig
computergebruik kan het oppervlak bijzonder warm worden. Zelfs als
de computer niet heet aanvoelt, kan langdurig lichamelijk contact
(bijvoorbeeld wanneer u de computer op uw schoot of uw handen op de
polssteun laat rusten) resulteren in rode plekken op de huid.
De metalen plaat die de I/O-poorten ondersteunt, kan heet worden.
Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na langdurig
computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan heet worden. Dit duidt niet op een
storing. Als u de netadapter wilt vervoeren, dient u deze eerst te
ontkoppelen en te laten afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat warmtegevoelig is. Het
materiaal kan daardoor beschadigd raken.
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde
stoten. Door extreme druk of stoten kunnen computeronderdelen
beschadigd raken en kunnen er storingen ontstaan.
xxx Gebruikershandleiding
Algemene voorzorgsmaatregelen
Oververhitting van PC-kaarten
Sommige PC-kaarten kunnen bij langdurig gebruik heet worden.
Oververhitting van een PC-kaart kan resulteren in fouten of onstabiele
werking van de PC-kaart. Ga ook voorzichtig te werk bij het verwijderen
van een PC-kaart die langdurig is gebruikt.
Mobiele telefoons
Het gebruik van mobiele telefoons kan storing veroorzaken in het
audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt
beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een
afstand van minimaal 30 cm te handhaven tussen de computer en de
mobiele telefoon.
Vrijwaringsverklaring met betrekking tot
CPU-prestaties
De prestaties van de CPU (Central Processing Unit ofwel centrale
verwerkingseenheid) in uw computer kunnen afwijken van de specificaties,
onder invloed van de volgende factoren:
Gebruik van bepaalde randapparaten
Gebruik van accuvoeding in plaats van netvoeding
Gebruik van bepaalde multimedia, door de computer gegenereerde
afbeeldingen of videotoepassingen
Gebruik van standaardtelefoonlijnen of langzame
netwerkverbindingen
Gebruik van complexe ontwerpsoftware, bijvoorbeeld
geavanceerde CAD-toepassingen
Gelijktijdig gebruik van verschillende toepassingen of functies
Gebruik van de computer in gebieden met lage luchtdruk (grote
hoogte >1000 meter boven zeeniveau)
Gebruik van de computer bij temperaturen onder 5°C of boven
35°C, of boven 25°C op grote hoogte (deze temperatuurlimieten zijn
niet precies en kunnen afwijken al naar gelang het specifieke
computermodel; zie bijlage A voor meer informatie).
De CPU-prestaties kunnen bovendien afwijken van de specificaties als
gevolg van de ontwerpconfiguratie.
In bepaalde omstandigheden kan het gebeuren dat de computer
wordt uitgeschakeld.
Gebruikershandleiding xxxi
Algemene voorzorgsmaatregelen
Dit is een normale beschermende maatregel ter voorkoming van
gegevensverlies of beschadiging van het product bij gebruik buiten de
aanbevolen omstandigheden. Vermijd het risico van gegevensverlies door
altijd back-ups van gegevens te maken. Dit doet u door de gegevens van
tijd tot tijd op een extern opslagmedium op te slaan. Gebruik de computer
alleen in de aanbevolen omstandigheden ter waarborging van optimale
prestaties. Lees de aanvullende beperkingen in de bijgeleverde
documentatie door. Neem voor nadere informatie contact op met de
TOSHIBA-afdeling voor service en ondersteuning.
Niet-toepasselijke pictogrammen
Bepaalde notebookchassis zijn ontworpen om alle mogelijke configuraties
voor een volledige productserie te huisvesten. Uw geselecteerde model
heeft mogelijk niet alle voorzieningen en specificaties die corresponderen
met de pictogrammen of schakelaars op het notebookchassis, tenzij u al
deze voorzieningen hebt geselecteerd.
Draadloos LAN/Atheros
Voor 802.11a, b en g
De verzendsnelheid via het draadloos LAN en het maximale bereik van
draadloos LAN kunnen variëren al naar gelang de elektromagnetische
omgeving, obstakels, ontwerp en configuratie van accesspoints,
clientontwerp en software-/hardwareconfiguratie.
De werkelijke verzendsnelheid zal lager zijn dan de theoretische
maximumsnelheid.
Voor Atheros
U kunt de Atheros-functie SuperAG™ of SuperG™ alleen gebruiken
als uw client en accesspoint de corresponderende voorziening
ondersteunen. De werking van deze functies kan variëren afhankelijk
van de indeling van de verzonden gegevens.
LCD
Na verloop van tijd en afhankelijk van het gebruik van de computer, neemt
de helderheid van het LCD-scherm af. Dit is een bekend kenmerk van de
LCD-technologie.
Kopieerbeveiliging
Technologie ter bescherming van het auteursrecht in sommige media
verhindert mogelijk het weergeven en opnemen van die media.
xxxii Gebruikershandleiding
Algemene voorzorgsmaatregelen
Capaciteit van vaste schijf
1 Gigabyte (GB) is 1000x1000x1000=1.000.000,000 bytes in het decimale
talstelsel. Het besturingssysteem van de computer gebruikt echter het
binaire talstelsel en definieert de opslagcapaciteit dus als volgt:
1 GB=1024×1024×1024=1.073.741.824 bytes. Hierdoor wordt mogelijk
een lagere opslagcapaciteit weergegeven. De beschikbare
opslagcapaciteit is minder als er op het product een of meer
besturingssystemen zijn voorgeïnstalleerd, zoals Microsoft Windows,
en/of een of meer toepassingen zijn voorgeïnstalleerd. De werkelijke
capaciteit na formatteren kan per model verschillen.
Afbeeldingen
Alle afbeeldingen zijn gesimuleerd voor illustratiedoeleinden.
LCD-helderheid en vermoeide ogen
Het LCD-scherm heeft een helderheid die overeenkomt met die van een tv.
Het verdient aanbeveling de helderheid van het LCD-scherm aan uw eigen
voorkeur aan te passen om te voorkomen dat uw ogen vermoeid raken.
Gebruikershandleiding 1-1
TECRA A4
Hoofdstuk 1
Inleiding
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst van de apparatuur en beschrijft de
voorzieningen, opties en accessoires van de computer.
Controlelijst van apparatuur
Verwijder de computer voorzichtig uit de verpakking. Berg de doos en het
verpakkingsmateriaal op voor toekomstig gebruik.
Hardware
Controleer of u de volgende onderdelen hebt:
Draagbare TECRA A4-PC
Universele netadapter en netsnoer
Modemkabel (optioneel)
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht,
functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat
niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.
1-2 Gebruikershandleiding
Inleiding
Software
Windows XP Professional/Home Edition Service Pack 2
De volgende software is vooraf geïnstalleerd:
Microsoft
®
Windows XP Home Edition, Professional
Modemstuurprogramma
Schermstuurprogramma's voor Windows
TOSHIBA Hulpprogramma's
Stuurprogramma voor draadloos LAN
(kan alleen worden gebruikt voor modellen met draadloos LAN)
Geluidsstuurprogramma voor Windows
DVD Video Player
LAN-stuurprogramma's
Bluetooth-stuurprogramma
(kan alleen worden gebruikt voor Bluetooth-modellen)
Stuurprogramma voor het aanwijsapparaat
TOSHIBA Power Saver
TOSHIBA Gebruikershandleiding
TOSHIBA Assist
TOSHIBA ConfigFree
TOSHIBA-hulpprogramma Touchpad aan/uit
TOSHIBA PC Diagnostic Tool
TOSHIBA-hulpprogramma Zoom
TOSHIBA Hulpprogramma Opstartbare SD-kaart
TOSHIBA Controls
Documentatie:
TECRA A4 Draagbare personal computer Gebruikershandleiding
TECRA A4 Aan de slag
Instructiegids voor veiligheid en comfort
Garantie-informatie
Back-upmedia en extra software
Schijf Productherstel
CD met extra software *
* Geeft een optioneel onderdeel aan dat afhankelijk is van het
aangeschafte model.
Als een of meer items ontbreken of beschadigd zijn, neemt u onmiddellijk
contact op met uw dealer.
Gebruikershandleiding 1-3
Inleiding
Voorzieningen
Dankzij de geavanceerde LSI- en CMOS-technologie (Large Scale
Integration- en Complementary Metal-Oxide Semiconductor-technologie)
van TOSHIBA is de computer compact, licht van gewicht, uiterst
betrouwbaar en energiezuinig. Deze computer biedt de volgende
voorzieningen en voordelen:
Processor
Ingebouwd
De computer is uitgerust met een Intel
®
Pentium
®
M-processor, geïntegreerde (on-die) L1-
instructiecache van 32 KB en L2-cachegeheugen
van 2 MB. Wellicht komen in de toekomst andere
processors beschikbaar.
Intel
®
Pentium
®
M-processor 730
Intel
®
Pentium
®
M-processor 740
Intel
®
Pentium
®
M-processor 750
Intel
®
Pentium
®
M-processor 760
Intel
®
Pentium
®
M-processor 770
Ingebouwd
De computer is uitgerust met een Intel
®
Celeron
®
M-processor, geïntegreerde (on-die) L1-
instructiecache van 32 KB en L2-cachegeheugen
van 1 MB. Wellicht komen in de toekomst andere
processors beschikbaar.
Intel
®
Celeron
®
M-processor 350
Intel
®
Celeron
®
M-processor 360
Intel
®
Celeron
®
M-processor 370
De Intel
®
Pentium
®
M-processor en de Intel
®
Celeron
®
M-processor
ondersteunen Execute-Disable Bit-technologie.
Deze functie is beschikbaar als de instelling
Available ervoor is opgegeven in het BIOS
Setup-menu (standaard is de functie ingesteld op
Not-Available). U opent het BIOS Setup-menu
door tijdens het opstarten van de computer op
ESC te drukken.
1-4 Gebruikershandleiding
Inleiding
Geheugen
Stations/schijven
Uitbreidingssleuven PC2700-geheugenmodules van 128 MB,
256 MB, 512 MB of 1024 MB kunnen in de twee
sleuven worden geïnstalleerd voor een
systeemgeheugen van maximaal 2048 GB.
Level 2-cache
Een 1-MB (Intel
®
Celeron
®
M)/2-MB (Intel
®
Pentium
®
M) level 2-cache voor maximale
prestaties.
Video-RAM Geïntegreerde oplossing van maximaal
128 MB, gedeeld met hoofdgeheugen voor Intel
915GM/910GML. Extern 32-/64-/128-MB VGA
DDR-RAM voor ATI MOBILITY™ RADEON™
X300/X600 of nVIDIA Geforce Go 6600/6250.
Vaste schijf De computer heeft een geïntegreerde 2,5-inch
vaste schijf voor niet-vluchtige opslag van
gegevens en software. De vaste schijf is
verkrijgbaar in de volgende grootten:
40,0 GB (37,26 miljard bytes)
60,0 GB (55,89 miljard bytes)
80,0 GB (74,52 miljard bytes)
100,0 GB (93,15 miljard bytes)
Diskettestation
(optioneel)
Ondersteunt 3,5-inch diskettes met een capaciteit
van 1,44 MB of 720 KB en wordt aangesloten op
de USB-poort. (Windows
®
XP ondersteunt geen
720-KB diskettes.)
DVD-ROM-station In de DVD-ROM-stationsmodule van volledige
kunt u CD's en DVD's gebruiken zonder adapter.
Het station leest DVD-ROM’s met maximaal
8-speed en CD-ROM’s met maximaal 24-speed.
Dit station ondersteunt dezelfde indelingen als
het CD-ROM-station en tevens:
DVD-ROM DVD-video
Gebruikershandleiding 1-5
Inleiding
CD-RW-/DVD-
ROM-station
Sommige modellen zijn uitgerust met een
CD-RW-/DVD-ROM-stationsmodule van
volledige grootte waarmee u CD’s/DVD’s zonder
adapter kunt uitvoeren. Het station leest
DVD-ROM’s met maximaal 8-speed en
CD-ROM’s met maximaal 24-speed. De
maximale schrijfsnelheid is 24-speed voor
CD-R’s en 24-speed voor CD-RW’s. Raadpleeg
hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer
informatie. Voor leesbewerkingen ondersteunt dit
station dezelfde indelingen als het DVD-ROM-
station.
DVD±R/±RW-
station
Sommige modellen zijn uitgerust met een
DVD±R/±RW-stationsmodule van volledige
grootte waarmee u zonder adapter gegevens op
herschrijfbare CD's/DVD's kunt vastleggen en
CD's/DVD's van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm
(3,15 inch) kunt lezen. Het station leest
DVD-ROM’s met maximaal 8-speed en
CD-ROM’s met maximaal 24-speed. De
maximale schrijfsnelheid is 24-speed voor
CD-R's, 24-speed voor CD-RW's, 8-speed voor
DVD-R's en 4-speed voor DVD-RW's.
Voor DVD+R's is de maximale schrijfsnelheid
8-speed en voor DVD+RW's 4-speed. Dit station
ondersteunt dezelfde indelingen als het
DVD-ROM-station.
DVD-ROM DVD-video
DVD-R DVD-RW
DVD+R DVD+RW
CD-DA CD-Text
Photo CD (single/multi-session)
CD-ROM Mode 1, Mode 2
CD-ROM XA Mode 2 (Form1, Form2)
Enhanced CD (CD-EXTRA)
CD-G (alleen audio-CD)
Adresseringsmethode 2
1-6 Gebruikershandleiding
Inleiding
Beeldscherm
Het LCD-scherm van de computer ondersteunt videoafbeeldingen met
hoge resolutie. Het scherm kan in diverse standen worden gezet voor
maximaal comfort en optimale leesbaarheid.
DVD Super Multi-
station
Sommige modellen zijn uitgerust met een DVD
Super Multi-stationsmodule van volledige grootte
waarmee u zonder adapter gegevens op
herschrijfbare CD's/DVD's kunt vastleggen en
CD’s/DVD's van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm
(3,15 inch) cm kunt lezen. Het station leest
DVD-ROM’s met maximaal 8-speed en CD-
ROM’s met maximaal 24-speed. De maximale
schrijfsnelheid is 16-speed voor CD-R's, 8-speed
voor CD-RW's, 4-speed voor DVD-R's en
2-speed voor DVD-RW's en DVD-RAM's. Voor
DVD+R's en DVD+RW's bedraagt de maximale
schrijfsnelheid 2,4-speed. Dit station ondersteunt
dezelfde indelingen als het DVD-ROM-station.
DVD-ROM DVD-video
DVD-R DVD-RW
•DVD+R DVD+RW
DVD-RAM
CD-DA CD-Text
Photo CD (single/multi-session)
CD-ROM Mode 1, Mode 2
CD-ROM XA Mode 2 (Form1, Form2)
Enhanced CD (CD-EXTRA)
CD-G (alleen audio-CD)
Adresseringsmethode 2
Ingebouwd De Thin-Film Transistor kleuren-LCD is
beschikbaar in twee formaten:
15,4-inch WXGA, 1280 horizontale x
800 verticale pixels
15,4-inch WXGA-CSV, 1280 horizontale x
800 verticale pixels
15,4-inch WSXGA+, 1680 horizontale x
1050 verticale pixels
Grafische
controller
Grafische controller voor optimale
beeldschermprestaties. Raadpleeg bijlage B voor
meer informatie.
Gebruikershandleiding 1-7
Inleiding
Toetsenbord
Aanwijsapparaat
Voeding
Poorten
Ingebouwd
IBM
®
-compatibel uitgebreid toetsenbord met
85 of 86 toetsen, geïntegreerde numerieke
toetsen, vaste cursorbesturingstoetsen, en de
toetsen en . Raadpleeg hoofdstuk 5,
Het toetsenbord, voor meer informatie.
Ingebouwd Met het touchpad en de besturingsknoppen in de
polssteun kunt u de schermaanwijzer
verplaatsen.
Accu-eenheid De computer wordt van stroom voorzien door één
oplaadbare lithium-ion accu-eenheid.
RTC-batterij De computer heeft een interne batterij voor de
interne RTC (Real Time Clock) en kalender.
Netadapter De universele netadapter voorziet het systeem
van stroom en laadt de accu’s op wanneer deze
opraken. De adapter wordt geleverd met een
verwisselbaar netsnoer. Aangezien de netadapter
universeel is, ondersteunt hij netspanningen
tussen 100 en 240 volt.
Hoofdtelefoon Voor aansluiting van een stereohoofdtelefoon.
Microfoon Voor aansluiting van een monomicrofoon.
Ingebouwde
microfoon
Met de ingebouwde microfoon kunt u geluid in uw
toepassingen opnemen.
Parallel Voor aansluiting van een parallelle printer of een
ander parallel apparaat (ECP-compatibel).
(Aanwezig op sommige modellen.)
Infrarood Deze infraroodpoort is compatibel met
FIR-normen (Fast InfraRed-normen) en voorziet
in draadloze 4-Mbps gegevensoverdracht met
IrDA 1.1-compatibele externe apparaten (IrDA =
Infrared Data Association). (Aanwezig op
sommige modellen.)
Externe monitor De 15-pens analoge VGA-poort ondersteunt
VESA DDC2B-compatibele functies.
Docking Speciale poort voor aansluiting van een optionele
Advanced Port Replicator.
1-8 Gebruikershandleiding
Inleiding
Sleuven
Multimedia
Universal Serial
Bus (USB 2.0)
Drie USB- ofwel Universal Serial Bus-poorten die
elk kettingsgewijze aansluiting van een aantal
USB-compatibele apparaten ondersteunen.
i.LINK™
(IEEE 1394)
Deze poort ondersteunt snelle, rechtstreekse
gegevensoverdracht vanaf externe apparaten
zoals digitale videocamera’s. (Aanwezig op
sommige modellen.)
Video-uit-bus Via deze S-Video-uit-poort kunt u NTSC- of PAL-
gegevens overbrengen naar externe apparaten.
PC-kaart De sleuf voor PC-kaarten biedt ruimte voor:
Eén PC-kaart van 5 mm (Type II)
Raadpleeg hoofdstuk 8, Optionele apparaten,
voor meer informatie.
Meerdere digitale
media
Door middel van deze sleuf kunt u gemakkelijk
gegevens overbrengen van apparaten,
bijvoorbeeld digitale camera’s en PDAs
(Personal Digital Assistants), die gebruik maken
van flash-geheugen (SD-, MS-, MS Pro-, SM-,
MMC- of xD-geheugenkaarten). (Aanwezig op
sommige modellen.)
Express-kaart In deze sleuf kunt u een Express Card™/
34 of Express Card™/54 installeren om de
functionaliteit uit te breiden. (Aanwezig op
sommige modellen.)
Geluidssysteem Het geluidssysteem, dat compatibel is met Sound
Blaster™ Pro™ en Windows Sound System,
is uitgerust met een interne luidspreker, een
volumeregelaar en bussen voor een externe
microfoon en hoofdtelefoon.
S-Video-uit-poort Via deze S-Video-uit-poort kunt u NTSC- of
PAL-gegevens overbrengen naar externe
apparaten. Raadpleeg hoofdstuk 8, Televisie,
voor meer informatie.
Gebruikershandleiding 1-9
Inleiding
Communicatie
Modem Het ingebouwde modem voorziet in gegevens- en
faxcommunicatie en ondersteunt V.90 (V.92).
De snelheid van gegevens- en faxverzending is
afhankelijk van analoge-
telefoonlijnomstandigheden. Het modem heeft
een aansluiting voor een telefoonlijn. V.92 wordt
uitsluitend in de VS, Canada, Australië, Duitsland,
Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk ondersteund.
In andere gebieden is alleen V.90 beschikbaar.
LAN De computer is uitgerust met een LAN-kaart die
Ethernet LAN (10 Mbit/s, 10BASE-T), Fast
Ethernet LAN (100 Mbit/s, 100BASE-TX) en
Giga-bit ondersteunt.
Draadloos LAN Sommige computers in deze serie zijn uitgerust
met een mini-PCI-kaart voor draadloos LAN.
Deze kaart is compatibel met andere LAN-
systemen die zijn gebaseerd op DSSS-/OFDM-
radiotechnologie (Direct Sequence Spread
Spectrum/Orthogonal Frequency Division
Multiplexing) en die voldoen aan de IEEE 802.11-
norm (Revisie A, B of G) en de turbomodus.
Automatische selectie van de verzendsnelheid in
het verzendbereik 54, 48, 36, 24, 18, 12, 9 en 6
Mbit/s (Revisie A/B, B/G, A/B/G-combinatietype).
Automatische selectie van de verzendsnelheid
in het verzendbereik 11, 5,5, 2 en 1 Mbit/s
(Revisie B).
Automatische selectie van de verzendsnelheid
in het verzendbereik 108, 96, 72, 48, 36, 24, 18
en 12 Mbit/s (turbomodus, Revisie A/B/G-
combinatietype).
Frequentiebandselectie (5 GHz: Revisie A/
2,4 GHz: Revisie B/G).
Zwerven (roaming) over meerdere kanalen.
Kaartenergiebeheer.
Atheros Super G™- of Super AG™-technologie
(Atheros-moduletype).
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired
Equivalent Privacy), gebaseerd op het 152-bits
coderingsalgoritme (Atheros-moduletype).
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired
Equivalent Privacy), gebaseerd op het 128-bits
coderingsalgoritme (Intel-moduletype).
AES-gegevenscodering (AES = Advanced
Encryption Standard), gebaseerd op het 256-bits
coderingsalgoritme (Atheros-moduletype).
1-10 Gebruikershandleiding
Inleiding
Beveiliging
Software
Bluetooth Sommige computers in deze serie zijn uitgerust
met Bluetooth-functies. Bluetooth-technologie
ondersteunt snelle, betrouwbare en draadloze
communicatie tussen elektronische apparaten
(bijvoorbeeld computers en printers) in een kleine
ruimte.
Draadloze-
communicatie-
schakelaar
Met deze schakelaar zet u de Wireless LAN- en
de Bluetooth-functies aan en uit. (Aanwezig op
sommige modellen.)
Sleuf
beveiligingsslot
Hiermee kan de computer door middel van een
optioneel beveiligingsslot aan een bureau of
ander groot voorwerp worden verankerd.
Besturingssysteem
Windows
®
XP Professional of Home Edition is
beschikbaar. Raadpleeg het gedeelte over vooraf
geïnstalleerde software aan het begin van dit
hoofdstuk.
TOSHIBA
Hulpprogramma's
Een aantal hulp- en stuurprogramma’s is vooraf
geïnstalleerd om het gebruik van de computer te
vergemakkelijken. Raadpleeg de paragraaf
Hulpprogramma’s in dit hoofdstuk.
Plug en Play Wanneer u een extern apparaat op de computer
aansluit of een onderdeel installeert, stelt de Plug
en Play-capaciteit het systeem in staat om de
verbinding te herkennen en automatisch de
nodige configuratiewijzigingen aan te brengen.
Gebruikershandleiding 1-11
Inleiding
Speciale voorzieningen
De volgende functies zijn ofwel uniek voor Toshiba-computers ofwel
geavanceerde functies, waardoor de computer handiger is in gebruik.
Sneltoetsen Door middel van deze toetscombinaties kunt u de
systeemconfiguratie snel wijzigen zonder een
systeemconfiguratieprogramma te hoeven
gebruiken
Beeldscherm
automatisch
uitschakelen
Met deze functie wordt de stroom naar het interne
beeldscherm automatisch stopgezet als het
toetsenbord of aanwijsapparaat een bepaalde tijd
niet is gebruikt. De stroomvoorziening wordt
hersteld zodra een toets wordt ingedrukt of het
aanwijsapparaat wordt gebruikt. U kunt de
tijdlimiet opgeven met de optie Monitor
uitschakelen in het tabblad Basisinstellingen van
TOSHIBA Power Saver.
Vaste schijf
automatisch
uitschakelen
Met deze functie wordt de stroom naar de vaste
schijf automatisch stopgezet als een bepaalde tijd
lang geen activiteit op de vaste schijf heeft
plaatsgevonden. De stroomvoorziening wordt
hersteld zodra de vaste schijf wordt gebruikt.
U kunt de tijdlimiet opgeven met de optie Vaste
schijf uitschakelen in het tabblad
Basisinstellingen van TOSHIBA Power Saver.
Systeem op stand-
by/in slaapstand
Met deze functie wordt het systeem automatisch
op stand-by of in de slaapstand gezet als een
bepaalde tijd lang geen invoer of
hardwareactiviteit heeft plaatsgevonden. U kunt
de tijdlimiet opgeven met de optie Systeem op
stand-by of Systeem in slaapstand in het tabblad
Basisinstellingen van TOSHIBA Power Saver.
Geïntegreerde
numerieke toetsen
In het toetsenbord zijn tien numerieke toetsen
geïntegreerd. Raadpleeg het gedeelte
Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5,
Het toetsenbord, voor informatie over het gebruik
van deze toetsen.
Wachtwoord voor
opstarten
Er zijn twee niveaus van wachtwoordbeveiliging:
supervisor en gebruiker. Hierdoor kunt u
voorkomen dat onbevoegden uw computer
gebruiken.
Directe beveiliging Met een sneltoets kunt u het scherm leegmaken
en de computer blokkeren; deze functie dient
voor gegevensbeveiliging.
1-12 Gebruikershandleiding
Inleiding
Intelligente
stroomvoorziening
Een microprocessor in de intelligente
stroomvoorziening van de computer detecteert de
acculading en berekent de resterende
accucapaciteit. De microprocessor beschermt de
elektronische onderdelen tevens tegen
abnormale omstandigheden, zoals extreme
spanningspieken vanuit een voedingsbron.
U kunt de resterende accucapaciteit controleren
met de optie Resterende acculading in TOSHIBA
Power Saver.
Energiebespa-
ringsmodus
Met deze voorziening kunt u accu-energie
besparen. U kunt de energiebesparingsmodus
opgeven via het item Profiel in TOSHIBA Power
Saver.
In-/uitschakelen
via LCD
Met deze functie wordt de stroom naar de
computer uitgeschakeld wanneer de LCD wordt
gesloten, en weer ingeschakeld zodra de LCD
wordt geopend. U kunt de instelling opgeven met
de optie Als ik het scherm sluit in het tabblad
Actie instellen van TOSHIBA Power Saver.
Automatische
slaapstand bij lage
acculading
Als de acculading zover is gedaald dat u de
computer niet meer kunt gebruiken, wordt
automatisch de slaapstand geactiveerd en wordt
het systeem afgesloten. U kunt de instelling
opgeven in het tabblad Actie instellen van
TOSHIBA Power Saver.
Warmteversprei-
ding
De CPU heeft een interne temperatuursensor ter
bescherming tegen oververhitting. Als de interne
temperatuur van de computer een bepaald niveau
bereikt, wordt de ventilator aangezet of wordt de
CPU-verwerkingssnelheid verlaagd. Gebruik de
optie Koelmethode in het tabblad
Basisinstellingen van TOSHIBA Power Saver.
Maximale
prestaties
Eerst wordt de ventilator
ingeschakeld en vervolgens
wordt zo nodig de CPU-
verwerkingssnelheid verlaagd.
Optimaal
accugebruik
Eerst wordt de processorsnelheid
verlaagd en vervolgens wordt zo
nodig de ventilator aangezet.
Gebruikershandleiding 1-13
Inleiding
Hulpprogramma's
In dit gedeelte worden vooraf geïnstalleerde hulpprogramma’s beschreven
en wordt toegelicht hoe u de programma’s start. Raadpleeg de on line
handleiding, Help of readme-bestanden bij elk hulpprogramma voor
informatie over bewerkingen.
Slaapstand Met deze functie kunt u de stroom uitschakelen
zonder de software te hoeven sluiten. De inhoud
van het hoofdgeheugen wordt op de vaste schijf
opgeslagen, en wanneer u de computer weer
aanzet, kunt u uw werk hervatten op de plaats
waar u was opgehouden. Raadpleeg de
paragraaf De computer uitschakelen in hoofdstuk
3, Voor u begint, voor nadere informatie.
Stand-by Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de
computer uitschakelen zonder de software te
hoeven afsluiten. De gegevens worden in het
hoofdgeheugen van de computer bewaard.
Wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw
werk hervatten op de plaats waar u was
opgehouden.
TOSHIBA Assist TOSHIBA Assist is een grafische
gebruikersinterface waarmee u gemakkelijk
toegang tot Help en services kunt verkrijgen.
TOSHIBA Power
Saver
Om dit energiebeheerprogramma te starten opent
u het Configuratiescherm en selecteert u het
pictogram TOSHIBA Power Saver.
HW Setup Met dit programma kunt u uw hardware-
instellingen aanpassen aan uw werkwijzen en de
randapparaten die u gebruikt. Om het
hulpprogramma te starten klikt u
achtereenvolgens op de Windows-knop Start en
op Configuratiescherm. Vervolgens selecteert u
het pictogram TOSHIBA HW Setup.
Fn-esse Met dit Windows-programma kunt u uw eigen
sneltoetsen definiëren, zodat u toepassingen snel
kunt starten en vlotter in Windows kunt werken.
U start dit hulpprogramma door op de Windows-
knop Start te klikken, achtereenvolgens Alle
programma's, TOSHIBA en Hulpprogramma's
aan te wijzen en op Fn-esse te klikken.
1-14 Gebruikershandleiding
Inleiding
DVD Video Player DVD-videospeler heeft een scherminterface en -
functies voor het afspelen van DVD-video-
schijven. Klik op Start, wijs Alle programma’s aan,
wijs InterVideo WinDVD 5 aan en klik op
InterVideo WinDVD 5.
TOSHIBA-
hulpprogramma
Zoom
Met dit hulpprogramma kunt u de pictogrammen
op het bureaublad of in het toepassingsvenster
vergroten of verkleinen.
RecordNow! Basic
for TOSHIBA
U kunt CD's/DVD's in verschillende indelingen
maken: audio-CD's die op een gewone
stereo-CD-speler kunnen worden afgespeeld,
en data-CD's/-DVD's voor het opslaan van de
bestanden en mappen op uw vaste schijf. Deze
software kan worden gebruikt op een model met
een CD-RW-/DVD-ROM-station, DVD-R/-RW-
station, DVD±R/±RW-station of DVD Super
Multi-station.
DLA voor
TOSHIBA
DLA (Drive Letter Access ofwel
stationslettertoegang) is het
pakketschrijfprogramma waarmee bestanden
en/of mappen via een stationsletter naar een
DVD+RW-, DVD-RW- of CD-RW-schijf kunnen
worden geschreven, op dezelfde manier als met
een diskette of andere verwisselbare schijven.
TOSHIBA PC
Diagnostic Tool
TOSHIBA PC Diagnostic Tool toont de
basisgegevens van de PC en biedt de
mogelijkheid om ingebouwde apparaten te
testen. U kunt TOSHIBA PC Diagnostic Tool als
volgt starten via het menu Start: [Start] - [Alle
programma's] - [TOSHIBA] -[Hulpprogramma's]
[PC Diagnostic Tool]
TOSHIBA
ConfigFree
ConfigFree is een programmapakket waarmee
communicatieapparaten en netwerkverbindingen
op simpele wijze kunnen worden beheerd.
Met ConfigFree kunt u tevens
communicatieproblemen opsporen en profielen
maken waarmee u eenvoudig tussen locaties en
communicatienetwerken kunt schakelen.
U start ConfigFree als volgt:
[Start] - [Alle programma's] - [TOSHIBA] -
[Netwerk] - [ConfigFree]
TOSHIBA-
hulpprogramma
Touchpad aan/uit
Als u in een Windows-omgeving op Fn+F9 drukt,
wordt de touchpadfunctie in- of uitgeschakeld.
Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt de
huidige instelling veranderd en als pictogram
weergegeven.
Gebruikershandleiding 1-15
Inleiding
Opties
U kunt een aantal optionele onderdelen toevoegen om uw computer nog
veelzijdiger en gemakkelijker in het gebruik te maken. De volgende opties
zijn beschikbaar
:
Bluetooth
TOSHIBA Stack
Door middel van deze software kunnen externe
Bluetooth-apparaten draadloos met elkaar
communiceren.
Bluetooth kan niet worden gebruikt in modellen waarin geen Bluetooth-
module is geïnstalleerd.
TOSHIBA
Hulpprogramma
Opstartbare
SD-kaart
Met dit hulpprogramma kunt u een opstartbare
SD-geheugenkaart maken.
TOSHIBA Controls Met dit hulpprogramma kunt u de TOSHIBA
Assist-knop en de TOSHIBA-presentatieknop
aanpassen: zo kunt u toepassingen of acties aan
deze knoppen toewijzen (standaard worden aan
deze knoppen respectievelijk TOSHIBA Assist en
hetzelfde beeld (1024 x 768) toegewezen.)
Geheugenuitbreiding Er zijn twee geheugenuitbreidingssleuven
beschikbaar voor het installeren van
128-MB, 256-MB, 512-MB of 1024-MB
geheugenmodules. De modules zijn van het
type PC2700, 200-pens, SO-DIMM
(SO Dual In-line Memory Module).
Accu-eenheid (zwart) Bij uw TOSHIBA-dealer kunt u een extra
accu-eenheid kopen: 12 cellen (PA340U-1
BAS/PA3400U-1 BRS) of 6 cellen (PA3399U-1
BAS/PA3399U-1 BRS). Deze eenheid is identiek
aan de eenheid waarmee uw computer is
geleverd. U kunt deze als reserve-exemplaar of
ter vervanging gebruiken.
Netadapter Als u de computer regelmatig op verschillende
locaties gebruikt, is het misschien een goed idee
om voor elke locatie een extra netadapter te
kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee
te nemen.
USB-diskettestation Het 3,5-inch diskettestation ondersteunt
1,44-MB en 720-KB diskettes en wordt
aangesloten op een USB-poort. (Windows
®
XP
ondersteunt geen 720-KB diskettes.)
1-16 Gebruikershandleiding
Inleiding
Beveiligingsslot U kunt een beveiligingskabel aan de computer
bevestigen om de computer te beschermen
tegen diefstal.
Advanced Port
Replicator III
De Advanced Port Replicator II verschaft
dezelfde poorten als op de computer
beschikbaar zijn en tevens afzonderlijke poorten
voor een PS/2-muis en -toetsenbord, een
DVI-poort (Digital Visual Interface, aanwezig op
sommige modellen), een i.LINK-poort
(IEEE1394), een line-in-bus en een line-out-bus,
een externe-monitorpoort, vier USB 2.0-poorten,
een LAN-poort en een modempoort.
Gebruikershandleiding 2-1
TECRA A4
Hoofdstuk 2
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer
beschreven. Maak uzelf vertrouwd met elk onderdeel voordat u met de
computer aan de slag gaat.
Voorkant met gesloten beeldscherm
De volgende afbeelding illustreert de voorkant van de computer met het
beeldscherm gesloten.
Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm
Vergrendelingssch
uif beeldscherm
Deze vergrendelingsschuif zet de LCD vast
wanneer deze gesloten is. Duw de
vergrendelingsschuif opzij om het beeldscherm te
openen.
Microfoonbus Op de standaard 3,5-mm mini-microfoonbus kan
een monomicrofoon of ander apparaat voor
audio-invoer worden aangesloten.
Hoofdtelefoonbus Op de standaard 3,5-mm mini-hoofdtelefoonbus
kan een stereohoofdtelefoon (minimaal 16 ohm)
of ander apparaat voor audio-uitvoer worden
aangesloten. Wanneer u een hoofdtelefoon
aansluit, wordt de interne luidspreker automatisch
uitgeschakeld.
Vergrendelingsschuif
beeldscherm
Hoofdtelefoon
Microfoon
Draadloze-
communicatieschakelaar
Infraroodpoort
Volumeregelaar
Indicator van
kaartsleuf voor
meerdere
digitale media
Kaartsleuf voor
meerdere digitale media
Systeemlampjes
2-2 Gebruikershandleiding
Rondleiding
Volumeregelaar Gebruik deze regelaar om het volume van de
systeemluidspreker en hoofdtelefoon af te
stemmen.
Infraroodpoort Deze infraroodpoort is compatibel met IrDA 1.1-
normen (IrDA = Infrared Data Association). De
poort voorziet in draadloze gegevensoverdracht
met IrDA 1.1-compatibele externe apparaten op
een snelheid van 4 Mbps, 1,152 Mbps,
115,2 Kbps, 57,6 Kbps, 38,4 Kbps, 19,2 Kbps of
9,6 Kbps. (Aanwezig op sommige modellen.)
Schakelaar voor
draadloze
communicatie
Schuif deze schakelaar naar de linkerkant van de
computer om de functie voor draadloze
communicatie in te schakelen. Schuif de
schakelaar naar de rechterkant van de computer
om de functie uit te schakelen. (Aanwezig op
sommige modellen.)
Zet de schakelaar in vliegtuigen en ziekenhuizen op uit. Controleer aan de
hand van het draadloze-communicatielampje of de functie voor draadloze
communicatie uit is (het lampje brandt in dat geval niet).
Kaartsleuf voor
meerdere digitale
media
Duw het schuifje naar links om toegang te
verkrijgen tot de kaartsleuf voor meerdere
digitale media. Door middel van deze sleuf kunt u
gemakkelijk gegevens overbrengen van
apparaten, bijvoorbeeld digitale camera’s en
PDAs, die gebruik maken van flash-geheugen
(SD-, MS-, MS Pro-, SM-, MMC- of xD-
geheugenkaarten). (Aanwezig op sommige
modellen.)
Zorg dat er geen voorwerpen in de kaartsleuf terechtkomen. Een speld of
soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van de computer beschadigen.
Indicator van
kaartsleuf voor
meerdere digitale
media
Wanneer de computer toegang tot de
geheugenkaart verkrijgt, gaat dit lampje groen
branden. (Aanwezig op sommige modellen.)
Systeemlampjes Aan de hand van vier statuslampjes kunt u zien of
de netadapter is aangesloten, of de computer aan
is, en wat de status van de hoofdaccu en de
vaste schijf is. Zie de paragraaf Systeemlampjes
voor details.
Gebruikershandleiding 2-3
Rondleiding
Linkerkant
De volgende afbeelding illustreert de linkerkant van de computer.
Linkerkant van de computer
Parallelle poort Deze Centronics-compatibele 25-pens parallelle
poort wordt gebruikt voor aansluiting van een
parallelle printer of een ander parallel apparaat.
Deze poort ondersteunt de ECP-norm
(ECP = Extended Capabilities Port).
(Aanwezig op sommige modellen.)
Poort voor externe
monitor
Op deze 15-pens poort kunt u een externe
monitor aansluiten.
Luchtopening
Voorziet de ventilator van lucht voor het afkoelen
van de computer.
Luchtopening
Sleuf voor Express-kaart
Poort voor externe
monitor
Parallelle poort
USB-poort
Sleuf voor PC-
kaart
Zorg dat de luchtopeningen niet worden geblokkeerd en dat er geen
voorwerpen in kunnen terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp
kan de schakelingen van de computer beschadigen.
Universal Serial
Bus-poort
De USB 2.0-compatibele poort ondersteunt
gegevensoverdrachtsnelheden die
40 maal hoger zijn dan met de USB 1.1-norm.
(De poort ondersteunt tevens USB 1.1.)
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de USB-connectoren
terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van
de computer beschadigen.
Niet alle functies van alle USB-apparaten zijn getest. Het is mogelijk dat
sommige functies niet correct werken.
2-4 Gebruikershandleiding
Rondleiding
Rechterkant
De volgende afbeelding illustreert de rechterkant van de computer.
Rechterkant van de computer
Sleuf voor
PC-kaart
De PC-kaartsleuf biedt ruimte voor één PC-kaart
van 5 mm (Type II). De sleuf ondersteunt 16-bits
PC-kaarten en 32-bits CardBus-PC-kaarten.
Houd vreemde voorwerpen uit de buurt van de PC-kaartsleuf. Een speld of
soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van de computer beschadigen
.
Express-kaart Aan de linkerkant van de computer bevindt zich
een Express-kaartsleuf waarin u een extra
Express-kaart kunt installeren.
(Aanwezig op sommige modellen.)
Optisch station CD-RW-/DVD-ROM-station, DVD-ROM-station,
DVD±R/±RW-station, DVD Super Multi-station.
Universal Serial
Bus-poorten
De twee USB 2.0-compatibele poorten
ondersteunen gegevensoverdrachtsnelheden die
40 maal hoger zijn dan met de USB 1.1-norm.
(De poort ondersteunt tevens USB 1.1.)
Optisch station
USB-poorten
i.LINK- (IEEE 1394-)poort
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de USB-connectoren
terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van
de computer beschadigen.
Niet alle functies van alle USB-apparaten zijn getest. Het is mogelijk dat
sommige functies niet correct werken.
Gebruikershandleiding 2-5
Rondleiding
Achterkant
De volgende afbeelding illustreert de achterkant van de computer.
De achterkant van de computer
i.LINK-
(IEEE 1394-)poort
Sluit een extern apparaat, bijvoorbeeld een
digitale videocamera, aan op deze poort voor
snelle gegevensoverdracht. Sommige modellen
zijn uitgerust met een i.LINK-poort. (Aanwezig op
sommige modellen.)
Wanneer meerdere IEEE1394-apparaten op een PC zijn aangesloten,
worden de apparaten mogelijk niet correct geïdentificeerd. Dit probleem
kan optreden wanneer Windows
®
XP opnieuw wordt opgestart terwijl de
apparaten aangesloten zijn of wanneer de IEEE1394-apparaten worden
ingeschakeld voordat de PC is aangezet. Als dit probleem zich voordoet,
ontkoppelt u de IEEE1394-kabels en sluit u deze opnieuw aan.
Video-uit-bus Steek een 4-pens S-Video-connector in deze bus.
Modempoort Met de modempoort kunt u het modem via een
modemkabel rechtstreeks op een telefoonlijn
aansluiten.
LAN-poort Via deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter ondersteunt Ethernet LAN
(10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast
Ethernet LAN (100 megabits per seconde,
100BASE-Tx) en Giga-bit. Er zijn twee lampjes
voor het LAN. Raadpleeg hoofdstuk 4,
Grondbeginselen, voor meer informatie.
Gelijkstroomingang
(15 V)
Hierop wordt de netadapter aangesloten. Gebruik
alleen het model netadapter dat bij de computer
is geleverd. Gebruik van een verkeerd model
netadapter kan resulteren in beschadiging van de
computer.
Modempoort
Video-uit-bus
DC IN 15V
LAN-poort
Sleuf beveiligingsslot
2-6 Gebruikershandleiding
Rondleiding
Onderkant
De volgende afbeelding illustreert de onderkant van de computer. Zorg dat
het beeldscherm gesloten is voordat u de computer ondersteboven zet.
De onderkant van de computer
Sleuf voor
beveiligingsslot
U kunt aan dit slot een beveiligingskabel
bevestigen. De optionele beveiligingskabel
verankert de computer aan een bureau of ander
groot voorwerp ter bescherming tegen diefstal.
Bevestigingsgaatjes Door middel van deze gaatjes kan de optionele
Port Replicator stevig aan de computer worden
gekoppeld.
Dockingpoort Via deze poort kunt u een optionele Port
Replicator aansluiten.
Afdekplaatje
geheugensleuven
Dockingpoort
Accu-eenheid
Ontgrendelingsschuif
accuhouder
Bevestigingsgaatje
Vergrendeling accu-
eenheid
Zorg dat er geen voorwerpen in de dockingpoort terechtkomen. Een speld
of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van de computer
beschadigen.
Gebruikershandleiding 2-7
Rondleiding
Accu-eenheid De accu-eenheid voorziet de computer van
stroom wanneer de netadapter niet is
aangesloten. In de paragraaf De accu-eenheid
vervangen in hoofdstuk 6, Stroomvoorziening
en spaarstanden, wordt toegelicht hoe u
toegang verkrijgt tot de accu-eenheid. Voor
langdurig computergebruik zonder netstroom
kunt u bij uw TOSHIBA-dealer extra
accu-eenheden kopen.
Ontgrendelingsschuif
accuhouder
Duw deze schuif opzij om de accu-eenheid te
ontgrendelen. Deze schuif kan alleen worden
verplaatst wanneer de computer ondersteboven
ligt.
Accuvergrendeling Zet de accuvergrendeling in de ontgrendelde
stand om de accuontgrendelingsschuif vrij te
geven.
Afdekplaatje
geheugensleuven
Dit plaatje beschermt twee
geheugenmodulesleuven. Eén of twee modules
zijn vooraf geïnstalleerd.
2-8 Gebruikershandleiding
Rondleiding
Voorkant met geopend beeldscherm
Afbeelding 2-6 illustreert de voorkant van de computer met het
beeldscherm geopend. Om het beeldscherm te openen duwt u de
vergrendelingsschuif op de voorkant van de computer opzij en kantelt u het
beeldscherm omhoog. Zet het scherm in een stand waar u er goed zicht op
hebt.
Voorkant met geopend beeldscherm
Beeldscherm De kleuren-LCD van de computer toont
contrastrijke tekst en afbeeldingen. De volgende
modellen zijn beschikbaar:15,4-inch WXGA,
1280 horizontale x 800 verticale pixels
15,4-inch WXGA-CSV, 1280 horizontale x
800 verticale pixels
15,4-inch WSXGA+, 1680 horizontale x
1050 verticale pixels
De computer heeft een TFT- ofwel Thin-Film
Transistor-scherm. Raadpleeg Bijlage B.
Als de computer door de accu wordt gevoed,
ziet het scherm er niet zo helder uit als bij gebruik
van de netadapter. Het lagere helderheidsniveau
dient om accu-energie te besparen.
Beeldscherm-
scharnier
Het beeldschermscharnier zorgt dat het scherm
in de gewenste stand blijft staan.
Aan/uit-knop
Stereoluidspreker
(links)
Touchpad
Touchpadbesturingsknoppen
Beeldscherm
Stereoluidspreker
(rechts)
TOSHIBA
Assist-knop
TOSHIBA-
presentatieknop
Systeemlampjes
Beeldschermscharnier
Beeldscherm
scharnier
Gebruikershandleiding 2-9
Rondleiding
Systeemlampjes
De volgende afbeelding illustreert de systeemlampjes die tijdens de
verschillende computerbewerkingen branden.
Systeemlampjes
Aan/uit-knop Druk op de aan/uit-knop om de computer in en uit
te schakelen.
TOSHIBA
Assist-knop
Druk op deze knop om automatisch een
toepassing te starten. De standaardtoepassing is
TOSHIBA Assist. (Aanwezig op sommige
modellen.)
TOSHIBA-
presentatieknop
Druk op deze knop om te schakelen tussen het
interne beeldscherm, het externe beeldscherm,
gelijktijdige weergave en weergave op meerdere
schermen. (Aanwezig op sommige modellen.)
Stereoluidspreker Via de luidspreker kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de
geluidssignalen die door het systeem worden
gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna
leeg is.
Touchpad Hiermee kunt u de aanwijzer verplaatsen en
items op het scherm selecteren of activeren. Het
touchpad kan worden geconfigureerd voor het
uitvoeren van andere muisfuncties, zoals
schuiven (scrollen) en dubbelklikken.
Touchpadbestu-
ringsknoppen
Deze knoppen werken op dezelfde manier als de
linker- en rechterknop van een externe muis.
DC IN
Aan/uit
Hoofdaccu
Schijf
2-10 Gebruikershandleiding
Rondleiding
Energiebron-/systeemlampjes
In de volgende afbeeldingen ziet u waar de lampjes van de geïntegreerde
numerieke toetsen en het Caps Lock-lampje zich bevinden.
Brandt het lampje van de F10-toets, dan kunt u de geïntegreerde
numerieke toetsen gebruiken om cijfers in te voeren. Als het lampje van de
F11-toets brandt, dan kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen als
cursortoetsen gebruiken.
Lampjes van de geïntegreerde numerieke toetsen
DC IN Het DC IN-lampje brandt groen als via de
netadapter gelijkstroom (DC) wordt geleverd.
Als er problemen zijn met de uitgangsspanning
van de adapter of met de stroomvoorziening,
knippert dit lampje oranje.
Aan/uit Het aan/uit-lampje brandt groen als de computer
aan is. Als u de computer uitschakelt in de
Stand-by-modus, knippert dit lampje oranje terwijl
de computer wordt afgesloten.
Hoofdaccu Het lampje van de hoofdaccu toont het
ladingsniveau van de accu: groen betekent
volledig opgeladen en oranje dat de accu wordt
opgeladen. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden.
Schijf Het schijflampje brandt groen wanneer de
computer toegang krijgt tot een schijfstation.
Cursormodus Als het lampje van de cursormodus groen
brandt, kunt u de geïntegreerde numerieke
toetsen (de toetsen met de witte opschriften) als
cursortoetsen gebruiken. Raadpleeg de
paragraaf Geïntegreerde numerieke toetsen in
hoofdstuk 5, Het toetsenbord.
Cursormodus
Numerieke modus
Gebruikershandleiding 2-11
Rondleiding
Als het Caps Lock-lampje brandt, is de functie voor
hoofdlettervergrendeling ingeschakeld.
Caps Lock-lampje
Toetsenbordlampje
Numerieke modus Als het lampje van de numerieke modus groen
brandt, kunt u de geïntegreerde numerieke
toetsen (de toetsen met de witte opschriften)
gebruiken om cijfers in te voeren. Raadpleeg de
paragraaf Geïntegreerde numerieke toetsen in
hoofdstuk 5, Het toetsenbord.
Caps Lock
Dit lampje brandt groen als de
hoofdlettervergrendeling is ingeschakeld voor
lettertoetsen.
Caps Lock-lampje
2-12 Gebruikershandleiding
Rondleiding
USB-diskettestation (optioneel)
Het optionele 3,5-inch diskettestation ondersteunt 1,44-MB en 720-KB
diskettes.
USB-diskettestation
Disketteactiviteit-
lampje
Dit lampje gaat branden wanneer gegevens van
de diskette worden gelezen of ernaar worden
geschreven.
Diskettesleuf Plaats een diskette in deze sleuf.
Ejectknop Wanneer een diskette volledig in het station is
ingebracht, komt de ejectknop omhoog. Om een
diskette te verwijderen drukt u op de ejectknop;
de diskette wordt een stukje uitgeschoven en kan
worden verwijderd.
Disketteactiviteit-lampje
Diskettesleuf
Ejectknop
Controleer het disketteactiviteit-lampje wanneer u het diskettestation
gebruikt. U dient niet op de ejectknop te drukken of de computer uit te
schakelen terwijl het lampje brandt. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van gegevensverlies en beschadiging van de diskette of het station.
Gebruik het externe diskettestation op een plat, horizontaal oppervlak.
Plaats het station tijdens gebruik niet op een vlak dat meer dan 20°
helt.
Plaats geen voorwerpen op het diskettestation.
Gebruikershandleiding 2-13
Rondleiding
Optisch station
De computer is uitgerust met een van de volgende optische stations:
CD-RW-/DVD-ROM-station, DVD-ROM-station, DVD±R/±RW-RW-station
of DVD Super Multi-station. Voor het aansturen van CD-/DVD-ROM’s wordt
een ATAPI-interfacecontroller gebruikt. Zodra de computer toegang
verkrijgt tot een CD/DVD, gaat het lampje op het station branden.
Regiocodes voor DVD-stations en -media
CD-RW-/DVD-ROM-, DVD-ROM-, DVD±R/±RW- en DVD Super Multi-
stations en de media voor deze stations worden vervaardigd conform de
specificaties van zes verkoopgebieden. Om problemen bij het afspelen van
DVD-video-schijven te voorkomen dient u bij de aanschaf van dergelijke
schijven te controleren of ze geschikt zijn voor uw station.
Code Regio
1 Canada, Verenigde Staten
2 Japan, Europa, Zuid-Afrika, Midden-Oosten
3 Zuidoost-Azië, Oost-Azië
4 Australië, Nieuw Zeeland, Stille-
Oceaaneilanden, Midden-Amerika,
Zuid-Amerika, Caribisch gebied
5 Rusland, Indisch subcontinent, Afrika,
Noord-Korea, Mongolië
6 China
2-14 Gebruikershandleiding
Rondleiding
Beschrijfbare schijven
In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare CD's en
DVD's beschreven. Controleer in de specificaties voor uw station welke
schijftypen kunnen worden beschreven. Gebruik RecordNow! Basic voor
TOSHIBA om CD's te beschrijven. Raadpleeg hoofdstuk 4,
Grondbeginselen.
CD's
Beschrijfbare CD's (CD-R's) kunnen slechts één keer worden
beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of
veranderd.
CD-RW- ofwel CD-Rewritable-schijven kunnen meermaals worden
beschreven. Gebruik multispeed CD-RW's (1x, 2x of 4x) of high-speed
4- tot 10-speed discs. De schrijfsnelheid van ultra-speed CD-RW's
(alleen geschikt voor het CD-RW-/DVD-ROM-station) is maximaal
24-speed.
DVD's
DVD-R's, DVD+R's en DVD+R DL-schijven kunnen slechts één keer
worden beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden
gewist of veranderd.
DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals
worden beschreven.
Indelingen
De stations ondersteunen de volgende indelingen:
DVD-ROM-station
In de DVD-ROM-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder
adapter gegevens op herschrijfbare CD's/DVD's vastleggen en CD’s/DVD’s
van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) lezen.
DVD-ROM DVD-Video
CD-DA CD-Text
Photo CD™ (single/multi-session) CD-ROM Mode 1, Mode 2
CD-ROM x A Mode 2
(Form1, Form2)
Enhanced CD (CD-EXTRA)
CD-G (alleen audio-CD)
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de rand.
DVD lezen 8-speed (maximaal)
CD lezen 24-speed (maximaal)
Gebruikershandleiding 2-15
Rondleiding
CD-RW-/DVD-ROM-station
In de CD-RW-/DVD-ROM-stationsmodule van volledige grootte kunt u
zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's vastleggen en
CD’s/DVD’s van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) lezen.
DVD±R/±RW-station (DVD+R DL)
In de DVD±R/±RW-stationsmodule van volledige grootte met Double
Layer-ondersteuning kunt u zonder adapter gegevens op herschrijfbare
CD's vastleggen en CD’s/DVD’s van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch)
lezen.
In het midden van een disc is de leessnelheid lager dan aan de buitenrand.
DVD lezen 8-speed (maximaal)
CD lezen 24-speed (maximaal)
CD-R schrijven 8-speed (maximaal)
CD-RW schrijven 10-speed (maximaal, snelle media)
24-speed (maximaal, ultra-speed media)
In het midden van een disc is de leessnelheid lager dan aan de buitenrand.
DVD lezen 8-speed (maximaal)
DVD-R schrijven 8-speed (maximaal)
DVD-RW schrijven 4-speed (maximaal)
DVD+R schrijven 8-speed (maximaal)
DVD+R (DL)
schrijven
2,4-speed (maximaal)
DVD+RW schrijven 4-speed (maximaal)
CD lezen 24-speed (maximaal)
CD-R schrijven 24-speed (maximaal)
CD-RW schrijven 24-speed (maximaal, ultra-speed media)
2-16 Gebruikershandleiding
Rondleiding
DVD Super Multi-station
In de DVD Super-Multi-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder
adapter gegevens op herschrijfbare CD's vastleggen en CD’s/DVD’s van
12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) lezen.
DVD Super Multi-station (DVD+R DL)
In de DVD Super-Multi-stationsmodule van volledige grootte met Double
Layer-ondersteuning kunt u zonder adapter gegevens op herschrijfbare
CD's vastleggen en CD’s/DVD’s van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch)
lezen.
In het midden van een disc is de leessnelheid lager dan aan de buitenrand.
DVD lezen 8-speed (maximaal)
DVD-R schrijven 8-speed (maximaal)
DVD-RW schrijven 4-speed (maximaal)
DVD+R schrijven 8-speed (maximaal)
DVD+RW schrijven 4-speed (maximaal)
DVD-RAM schrijven 3-speed (maximaal)
CD-R schrijven 24-speed (maximaal)
CD-RW schrijven 10-speed (maximaal, ultra-speed media)
In het midden van een disc is de leessnelheid lager dan aan de buitenrand.
DVD lezen 8-speed (maximaal)
DVD-R schrijven 8-speed (maximaal)
DVD-RW schrijven 4-speed (maximaal)
DVD+R schrijven 8-speed (maximaal)
DVD+R (DL) schrijven 2,4-speed (maximaal)
DVD+RW schrijven 4-speed (maximaal)
DVD-RAM schrijven 3-speed (maximaal)
CD-R schrijven 24-speed (maximaal)
CD-RW schrijven 10-speed (maximaal, ultra-speed media)
Gebruikershandleiding 2-17
Rondleiding
Netadapter
De netadapter zet wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de
spanning die aan de computer wordt geleverd. De netadapter kan zich
automatisch aanpassen aan elke spanning tussen 100 en 240 volt en aan
een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de computer in praktisch elk
land kunt gebruiken.
Als u de accu wilt opladen, dient u de netadapter op een voedingsbron en
op de computer aan te sluiten. Zie hoofdstuk 6 Stroomvoorziening en
spaarstanden voor meer informatie.
De netadapter
Gebruik van de verkeerde netadapter kan resulteren in beschadiging van
de computer. TOSHIBA aanvaardt in een dergelijk geval geen
aansprakelijkheid voor eventuele schade. De nominale uitgangsspanning
voor de computer is 15 Vdc.
Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd of een
netadapter die door TOSHIBA is gecertificeerd.
2-18 Gebruikershandleiding
Rondleiding
Gebruikershandleiding 3-1
TECRA A4
Hoofdstuk 3
Voor u begint
In dit hoofdstuk vindt u basisinformatie aan de hand waarvan u met uw
computer aan de slag kunt. De volgende onderwerpen worden behandeld:
Uw werkplek inrichten — met het oog op uw gezondheid en veiligheid
Het beeldscherm openen
De netadapter aansluiten
De computer inschakelen
Windows
®
XP Professional/Home Edtion installeren
De computer uitschakelen
De computer opnieuw opstarten
Het Windows-besturingssysteem herstellen
Als u een onervaren computergebruiker bent, volgt u de stappen in elke
paragraaf van dit hoofdstuk voordat u met de computer aan de slag gaat.
Uw werkplek inrichten
Het is voor uzelf en voor de computer belangrijk om een comfortabele
werkplek in te richten. Een slechte werkomgeving of ongunstige
werkgewoonten kunnen resulteren in ongemak of ernstige RSI-blessures
aan handen of polsen of andere gewrichten. Ook voor het functioneren van
de computer is het van belang dat de omgeving in orde is. In deze
paragraaf komen de volgende onderwerpen aan de orde:
Algemene omstandigheden
Plaatsing van de computer en randapparaten
Stoel en werkhouding
Verlichting
Werkgewoonten
Lees ook de Instructiegids voor veiligheid en comfort. In deze gids wordt
productaansprakelijkheid toegelicht.
Lees in elk geval de paragrafen Windows
®
XP Professional/Home Edition
installeren, waarin wordt beschreven wat u moet doen wanneer u de
computer voor het eerst inschakelt.
3-2 Gebruikershandleiding
Voor u begint
Algemene omstandigheden
Een werkomgeving waarin u zich prettig voelt, is in het algemeen ook
geschikt voor de computer. Lees echter het volgende om te controleren of
uw werkplek aan de eisen voldoet.
Zorg voor voldoende ventilatie door genoeg ruimte vrij te laten rond de
computer.
Zorg dat het netsnoer is aangesloten op een gemakkelijk toegankelijk
stopcontact dicht bij de computer.
De omgevingstemperatuur moet tussen 5 en 35° C liggen en de
relatieve vochtigheid tussen de 20 en 80 procent.
Vermijd plaatsen waar plotselinge of extreme temperatuurs- of
vochtigheidsveranderingen kunnen optreden.
Houd de computer stof- en vochtvrij en vermijd blootstelling aan direct
zonlicht.
Houd de computer uit de buurt van warmtebronnen, bijvoorbeeld
elektrische verwarmingselementen.
Houd vloeistoffen of bijtende chemische stoffen uit de buurt van de
computer.
Plaats de computer niet in de buurt van voorwerpen die sterke
magnetische velden genereren (bijvoorbeeld stereoluidsprekers).
Houd mobiele telefoons uit de buurt van de computer.
Laat genoeg ventilatieruimte vrij. Blokkeer de luchtopeningen niet.
Plaatsing van de computer
Plaats de computer en randapparaten zodanig dat comfort en veiligheid
gewaarborgd zijn.
Plaats de computer op een vlak oppervlak, op een hoogte en afstand
die voor u comfortabel zijn. Het beeldscherm mag niet hoger zijn dan op
oogniveau, om vermoeide ogen te voorkomen.
Plaats de computer zodanig dat deze direct vóór u staat wanneer u
werkt en zorg dat u voldoende ruimte hebt om eventuele andere
apparaten te bedienen.
Zorg voor voldoende ruimte achter de computer, zodat u de stand van
het beeldscherm naar wens kunt bijstellen. Het scherm moet zo staan
dat u er optimaal zicht op hebt, met minimale reflectie.
Als u een papierstandaard gebruikt, dient u deze op ongeveer dezelfde
hoogte en afstand te zetten als de computer.
Gebruikershandleiding 3-3
Voor u begint
Stoel en werkhouding
De hoogte van uw stoel in verhouding tot de computer en het toetsenbord,
en de steun die de stoel biedt, zijn belangrijke factoren bij het verminderen
van de werkbelasting. Hanteer de volgende richtlijnen.
Werkhouding en plaatsing van de computer
Plaats uw stoel zodanig dat het toetsenbord zich ter hoogte van uw
ellebogen of iets lager bevindt. U moet gemakkelijk kunnen typen met
ontspannen schouders.
Uw knieën moeten zich iets hoger dan uw heupen bevinden. Gebruik
zo nodig een voetsteun om uw knieën omhoog te brengen en de druk
op de achterkant van uw dijen te verminderen.
Zorg dat de rugleuning van de stoel uw onderrug steunt.
Zit rechtop, zodat uw knieën, heupen en ellebogen een hoek van
ongeveer 90 graden vormen wanneer u werkt. Leun niet voorover of te
ver achterover.
Verlichting
Juiste verlichting kan de leesbaarheid van de monitor verbeteren en
vermoeidheid van de ogen verminderen.
Plaats de computer op een positie waar het scherm geen zonlicht of fel
kunstlicht kan weerkaatsen. Gebruik vensters van getint glas of
zonneschermen om weerkaatsing zoveel mogelijk te reduceren.
Plaats de computer niet vóór een fel licht dat direct in uw ogen kan
schijnen.
Gebruik zo mogelijk zachte, indirecte verlichting op uw werkplek.
Gebruik een lamp om uw documenten of bureau te verlichten, maar
zorg dat het licht niet in uw ogen schijnt of door het scherm wordt
weerkaatst.
Voetsteun
Onder ooghoogte
Hoeken van
90°
3-4 Gebruikershandleiding
Voor u begint
Werkgewoonten
Om ongemak of spierblessures te voorkomen is het van essentieel belang
dat u uw werkzaamheden afwisselt. Probeer uw werkdag zodanig in te
delen dat u een aantal verschillende taken hebt te verrichten. Als u lange
periodes achter de computer moet zitten, kunt u overbelasting voorkomen
en uw efficiëntie verbeteren door uw dagelijkse routine te doorbreken.
Zit in een ontspannen houding. Goede plaatsing van uw stoel en
apparatuur (zie de aanwijzingen eerder in dit hoofdstuk) kan
spierklachten in schouders en nek verminderen en rugpijn helpen
voorkomen.
Verander regelmatig van houding.
Sta nu en dan op en strek uw spieren of doe een paar oefeningen.
Beweeg en strek een aantal maal per dag uw handen en polsen.
Kijk regelmatig weg van de computer en richt uw ogen een aantal
seconden (bijvoorbeeld 30 seconden per kwartier) op een voorwerp in
de verte.
Neem regelmatig korte pauzes in plaats van een of twee lange pauzes,
bijvoorbeeld twee of drie minuten per half uur.
Laat uw ogen regelmatig testen en ga direct naar een dokter als u
vermoedt dat u last hebt van een RSI-blessure.
Er is een aantal boeken verkrijgbaar over ergonomie en RSI (Repetitive
Strain Injuries) of RSS (Repetitive Stress Syndrome). Voor nadere
informatie over deze onderwerpen of over oefeningen voor RSI-gevoelige
lichaamsdelen zoals handen en polsen kunt u terecht bij uw bibliotheek of
boekhandel. Raadpleeg ook de Instructiegids voor veiligheid en comfort bij
de computer.
Gebruikershandleiding 3-5
Voor u begint
De netadapter aansluiten
Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de
netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om met de
computer aan de slag te gaan, omdat de accu-eenheid eerst moet worden
opgeladen voordat u de computer hiermee van stroom kunt voorzien.
De netadapter kan worden aangesloten op elke voedingsbron van 100 tot
240 V en 50 of 60 Hz. Raadpleeg hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden, voor informatie over het opladen van de accu-eenheid met
de netadapter.
1. Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
Het netsnoer op de netadapter aansluiten
2. Koppel de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan de
gelijkstroomingang (DC IN) op de achterkant van de computer.
De adapter op de computer aansluiten
3. Sluit het netsnoer op een wandcontact aan. Het acculampje en het DC
IN-lampje op de voorkant van de computer gaan branden.
Gebruik van de verkeerde netadapter kan resulteren in beschadiging van
de computer. TOSHIBA aanvaardt in een dergelijk geval geen
aansprakelijkheid voor eventuele schade. De nominale uitgangsspanning
voor de computer is 15 Vdc.
Gelijkstroomin
gang (DC IN)
3-6 Gebruikershandleiding
Voor u begint
Het beeldscherm openen
Het LCD-scherm kan in een aantal standen worden gezet voor optimaal
kijkgemak.
1. Duw de schermvergrendelingsschuif op de voorkant van de computer
naar rechts om het beeldscherm te ontgrendelen.
2. Kantel het scherm omhoog en zet het in de stand waar u er het beste
zicht op hebt.
Het beeldscherm openen
De computer inschakelen
In deze paragraaf wordt beschreven hoe u de computer inschakelt.
1. Als het externe diskettestation is aangesloten, controleer dan of dit leeg
is. Als het station een diskette bevat, drukt u op de ejectknop en
verwijdert u de diskette.
2. Open het beeldscherm.
3. Houd de aan/uit-knop van de computer twee à drie seconden ingedrukt.
De computer inschakelen
Wanneer u het beeldscherm opent, dient u het met beide handen vast te
houden en langzaam omhoog te kantelen.
Vergrendelingsschuif
beeldscherm
Nadat u de computer voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u hem niet uit
te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd en gestart.
Aan/uit-knop
Gebruikershandleiding 3-7
Voor u begint
De computer voor het eerst opstarten
Wanneer u de computer voor het eerst inschakelt, verschijnt het
opstartscherm van Microsoft Windows
®
XP Professional.
Volg de aanwijzingen op het scherm.
De computer uitschakelen
U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende modi:
afsluitmodus (ofwel opstartmodus), slaapstand of stand-bymodus.
Afsluitmodus (opstartmodus)
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen
gegevens opgeslagen; bij het opstarten van de computer wordt het
hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf of
een diskette.
2. Controleer of er geen schijfactiviteit meer plaatsvindt en verwijder
vervolgens eventuele schijfmedia (CD/DVD, diskette).
3. Als u Windows
®
XP gebruikt, klikt u achtereenvolgens op start en
Computer uitschakelen. Klik in het venster Computer uitschakelen op
Uitschakelen.
4. Schakel eventuele randapparaten uit.
Slaapstand
De slaapstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen wordt
opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld. De volgende keer
dat de computer wordt aangezet, wordt de vorige toestand hersteld. De
status van randapparaten wordt bij het inschakelen van de slaapstand niet
opgeslagen.
Controleer of het schijflampje uit is. Als u de computer uitzet terwijl er nog
schijfactiviteit plaatsvindt, loopt u het risico dat gegevens verloren gaan of
de schijf beschadigd raakt.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even
tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, wordt de inhoud van het
geheugen op de vaste schijf opgeslagen. Als u de accu verwijdert of de
netadapter ontkoppelt voordat het opslagproces is voltooid, gaan
gegevens verloren. Wacht tot het schijflampje uitgaat.
Wanneer de computer in de slaapstand is, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan
gaan gegevens verloren.
3-8 Gebruikershandleiding
Voor u begint
Voordelen van de slaapstand
De voordelen van de slaapstand zijn als volgt.
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart stroom door het systeem af te sluiten wanneer er
geen hardware-activiteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Systeem in
slaapstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Slaapstand activeren
Als u de slaapstand wilt inschakelen, dient u de volgende stappen uit te
voeren.
Windows XP
1. Klik op Start.
2. Selecteer Computer uitschakelen.
3. Open het dialoogvenster Computer uitschakelen. Slaapstand wordt
niet weergegeven.
4. Druk op de Shift-toets. De optie Stand-by verandert in Slaapstand.
5. Selecteer Slaapstand.
Automatische slaapstand
Wanneer u op de aan/uit-knop drukt of het beeldscherm sluit, wordt de
computer automatisch in de slaapstand gezet. Eerst dient u echter de juiste
instellingen te definiëren door de volgende stappen uit te voeren.
1. Open het Configuratiescherm.
2. Open Prestaties en onderhoud en vervolgens Energiebeheer.
3. Open het tabblad Slaapstand in het dialoogvenster Energiebeheer
Eigenschappen, schakel het selectievakje Slaapstand inschakelen in
en klik op de knop Toepassen.
4. Open TOSHIBA Power Saver.
5. Selecteer het tabblad Actie instellen.
6. Activeer de gewenste slaapstandinstelling voor Als ik op de aan/uit-
knop druk en Als ik het scherm sluit.
7. Klik op OK.
Om de computer te kunnen afsluiten in de slaapstand, moet u de
slaapstandfunctie op twee plaatsen activeren: In het tabblad Slaapstand
van Energiebeheer en in het tabblad Actie instellen van TOSHIBA Power
Saver. Anders wordt de computer in de stand-bymodus afgesloten
wanneer de accu bijna leeg is. Als de accu leeg raakt, gaan de gegevens
die in de Stand-by-modus zijn opgeslagen, verloren.
Gebruikershandleiding 3-9
Voor u begint
Gegevensopslag in de slaapstand
Zodra u de computer in de slaapstand afsluit, worden de gegevens in het
geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal
duren. Gedurende deze tijd brandt het lampje van de geïntegreerde vaste
schijf.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud op de
vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te
schakelen.
Stand-by-modus
In de Stand-by-modus blijft de computer ingeschakeld maar worden de
CPU en alle andere apparaten in een sluimerstand gezet.
Voordelen van stand-by
De voordelen van de stand-bymodus zijn als volgt:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de slaapstand.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardware-activiteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Systeem
stand-by.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even
tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer op
stand-by te zetten.
Wanneer de computer in de Stand-by-modus is, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan
bestaat het risico dat de computer of de module schade oploopt.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de Stand-by-
modus is (tenzij de computer op een stopcontact is aangesloten).
Gegevens in het geheugen gaan dan verloren.
Als u de computer meeneemt aan boord van een vliegtuig of in een
ziekenhuis, dient u de computer af te sluiten in de slaapstand of
afsluitmodus om verstoring van radiosignalen te voorkomen.
3-10 Gebruikershandleiding
Voor u begint
Stand-by activeren
U kunt de Stand-by-modus op een van de volgende drie manieren
activeren:
1. Windows
®
XP: Klik achtereenvolgens op Start, Computer
uitschakelen en Stand-by.
2. Sluit het venster met beeldscherminstellingen. Deze methode werkt
alleen als de desbetreffende functie is geactiveerd via
Systeemstroomvoorzieningsmodus in het hulpprogramma Power Saver
(beschikbaar via het Configuratiescherm).
Windows
®
XP: Open Prestaties en onderhoud en open vervolgens
TOSHIBA Power Saver.
3. Druk op de aan/uit-knop. Deze methode werkt alleen als de
desbetreffende functie is geactiveerd via
Systeemstroomvoorzieningsmodus in het hulpprogramma
Power Saver (beschikbaar via het Configuratiescherm).
Windows
®
XP: Open Prestaties en onderhoud en open vervolgens
TOSHIBA Power Saver.
Wanneer u de computer opnieuw inschakelt, kunt u uw werk hervatten op
het punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Beperkingen van de Stand-by-modus
In de volgende omstandigheden werkt stand-by niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
U kunt Stand-by ook activeren door op Fn+F3 te drukken. Zie hoofdstuk 5,
Het toetsenbord, voor meer informatie.
Wanneer de computer in de Stand-by-modus wordt afgesloten, gaat
het aan/uit-lampje oranje branden.
Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de bedrijfstijd verlengen
door in de slaapstand af te sluiten. De Stand-by-modus gebruikt meer
energie.
Gebruikershandleiding 3-11
Voor u begint
De computer opnieuw opstarten
In bepaalde omstandigheden moet u de computer opnieuw opstarten,
bijvoorbeeld:
Als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd.
Als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten.
Er zijn twee manieren om de computer opnieuw op te starten:
1. Als u Windows
®
XP gebruikt, klikt u achtereenvolgens op start en
Computer uitschakelen. Klik in het venster Computer uitschakelen
op Opnieuw starten.
2. Druk op de aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden
ingedrukt. Wacht 10 à 15 seconden en schakel de computer vervolgens
weer in door op de aan/uit-knop te drukken.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de
schijf Productherstel
Als vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, gebruikt u de schijf
Productherstel om de bestanden te herstellen. Als u het besturingssysteem
en alle vooraf geïnstalleerde software wilt herstellen, dient u de volgende
stappen uit te voeren.
1. Plaats de schijf Productherstel in het station en schakel de computer uit.
2. Houd de toets F12 ingedrukt en zet de computer aan. Laat F12 los
zodra In Touch with Tomorrow TOSHIBA wordt weergegeven.
3. Gebruik de pijltoets omhoog of omlaag om het CD-ROM-/DVD-ROM-
station te selecteren. Raadpleeg de paragraaf Opstartprioriteit in
hoofdstuk 7, HW Setup.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
5. Als de computer is geleverd met extra software geïnstalleerd, kan deze
software niet worden hersteld met de schijf Productherstel. Installeer
deze toepassingen (bijvoorbeeld Works Suite, DVD-speler of spelletjes)
zo nodig apart vanaf andere media.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de
vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren
gaan.
3-12 Gebruikershandleiding
Voor u begint
TOSHIBA-hulpprogramma’s en -stuurprogramma’s
herstellen
Als Windows naar behoren werkt, kunnen stuurprogramma’s of
toepassingen afzonderlijk worden hersteld. De map C:\TOOLSCD bevat de
stuurprogramma's en toepassingen van uw computer. Als
systeemstuurprogramma's of -toepassingen op een of andere manier zijn
beschadigd, kunt u de meeste van deze componenten opnieuw installeren
vanuit deze map.
Maak voor het gemak een kopie van deze map op een extern medium.
Gebruikershandleiding 4-1
TECRA A4
Hoofdstuk 4
Grondbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik
toegelicht; zo wordt ingegaan op het gebruik van het touchpad, het
USB-diskettestation (optioneel), optische stations, de microfoon, het
interne modem, draadloze communicatie en LAN. U krijgt ook tips voor het
onderhoud van de computer en het omgaan met diskettes en CD's/DVD’s.
Het touchpad gebruiken
Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw vingertop op het touchpad te
plaatsen en deze in de richting te bewegen waarin u de schermaanwijzer
wilt verplaatsen.
De twee knoppen onder het touchpad worden op dezelfde wijze gebruikt
als de knoppen op een muis.
Druk op de linkerknop om een menuoptie te selecteren of om tekst of
afbeeldingen te bewerken die u met de aanwijzer hebt geselecteerd. Druk
op de rechterknop om een menu of andere functie weer te geven,
afhankelijk van de gebruikte software.
Klikken: Tik het touchpad eenmaal aan.
Dubbelklikken: Tik het touchpad tweemaal aan.
Slepen en neerzetten: Tik om het te verplaatsen materiaal te selecteren.
Laat uw vinger na de tweede tik op het touchpad en verplaats het
materiaal.
Touchpad en touchpadbesturingsknoppen
U kunt de functies die doorgaans met de linkerknop worden uitgevoerd,
ook activeren door zachtjes op het touchpad te tikken.
Touchpad
Touchpadbesturingsknoppen
4-2 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
Het USB-diskettestation gebruiken
Op een van de USB-poorten van de computer kan een 3,5-inch
diskettestation worden aangesloten. Dit station ondersteunt 1,44-MB en
720-KB diskettes. Raadpleeg hoofdstuk 2, Rondleiding, voor nadere
informatie.
Het 3,5-inch diskettestation aansluiten
Om het station aan te sluiten steekt u de diskettestationsconnector in een
USB-poort.
Bepaal wat de boven- en onderkant van de connector is en steek de
connector recht in de stationsaansluiting. Wees voorzichtig dat u de
verbindingspennen niet beschadigt door de aansluiting te forceren.
Het USB-diskettestation aansluiten
Het 3,5-inch diskettestation ontkoppelen
Voer na gebruik van het diskettestation de volgende stappen uit om het
station te ontkoppelen:
1. Wacht tot het lampje uitgaat en u zeker weet dat er geen
disketteactiviteit meer plaatsvindt.
2. Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk.
3. Klik op Diskettestation.
4. Trek de diskettestationsconnector uit de USB-poort.
Als u het diskettestation aansluit nadat u de computer hebt ingeschakeld,
duurt het circa 10 seconden voordat de computer het station herkent. Als
de computer het station na 10 seconden nog niet herkent, ontkoppelt u het
station en sluit u het opnieuw aan.
Als u het diskettestation ontkoppelt of de stroom uitschakelt terwijl de
computer het station gebruikt, loopt u het risico dat gegevens verloren
gaan of dat de diskette of het station beschadigd raakt.
Gebruikershandleiding 4-3
Grondbeginselen
Optische stations gebruiken
Het station van volledige grootte ondersteunt snelle uitvoering van
programma's op CD-ROM en DVD-ROM. U kunt CD's/DVD's van 12 cm
(4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) zonder adapter gebruiken. Voor het
aansturen van CD-/DVD-ROM’s wordt een ATAPI-interfacecontroller
gebruikt. Zodra de computer toegang tot een CD-/DVD-ROM heeft,
gaat het lampje op het station branden.
Raadpleeg bij gebruik van een CD-RW-/DVD-ROM-station tevens de
paragraaf CD's beschrijven met het CD-RW-/DVD-ROM-station voor
voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van CD's.
Raadpleeg bij gebruik van een DVD±R/±RW-station tevens de paragraaf
CD's/DVD's beschrijven met het DVD ±R/±RW-station voor
voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van CD's/DVD's.
Raadpleeg bij gebruik van een DVD Super Multi-station tevens de
paragraaf CD's/DVD's beschrijven met het DVD Super Multi-station voor
voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van CD's/DVD's.
Discs laden
Voer de volgende stappen uit om CD's/DVD's te laden.
1. a. Zorg dat de computer ingeschakeld is en druk op de DVD-ROM-
ejectknop om de lade een stukje te openen.
De DVD-ROM-ejectknop indrukken
Gebruik het programma WinDVD om DVD-video's te bekijken.
Ejectknop
4-4 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
b. U kunt de lade niet met de ejectknop openen wanneer het
DVD-ROM-station uitgeschakeld is. In dat geval kunt u de lade
openen door een dun voorwerp (ongeveer 1,5 mm lang) zoals een
rechtgebogen paperclip in het ejectgaatje rechts van de ejectknop te
steken.
De lade door middel van het ejectgaatje openen
2. Trek de lade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
De lade opentrekken
Doorsnee van 1 mm
Ejectgaatje
Gebruikershandleiding 4-5
Grondbeginselen
3. Leg de CD/DVD met het opschrift omhoog in de lade.
Een CD/DVD in de lade plaatsen
4. Druk voorzichtig in het midden van de CD/DVD tot deze vastklikt.
De CD/DVD moet onder de bovenkant van de as liggen, vlak op het
ladeoppervlak.
5. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt.
Als de CD/DVD niet goed op zijn plaats ligt wanneer de lade wordt
gesloten, is de CD/DVD mogelijk beschadigd. Bovendien kan het dan
gebeuren dat de lade niet volledig wordt geopend wanneer u op de
ejectknop drukt.
De DVD-ROM-lade sluiten
Wanneer de lade volledig is uitgeschoven, steekt de rand van de computer
iets uit over de CD-/DVD-lade. Wanneer u de CD/DVD in de lade plaatst,
moet u de schijf dus schuin houden. Zorg na het plaatsen van de CD/DVD
echter dat de schijf plat ligt (zie afbeelding 4-6).
Raak de laserlens niet aan. Hierdoor kunt u de uitlijning van de toetsen
verstoren.
Zorg dat er geen stof, vuil of voorwerpen in het station terechtkomen.
Controleer alvorens het station te sluiten of de achterkant van de lade
vrij is van ongerechtigheden.
4-6 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
Discs verwijderen
Voer de volgende stappen uit om de CD/DVD te verwijderen.
1. Druk op de ejectknop om de lade een stukje te openen. Trek de lade
voorzichtig open.
2. De CD/DVD steekt iets uit over de zijkanten van de lade, zodat u hem
kunt pakken. Til de CD/DVD voorzichtig uit de lade.
Een CD/DVD verwijderen
3. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt.
Druk niet op de ejectknop terwijl er activiteit op het DVD-ROM-station
plaatsvindt. Wacht tot het optisch-stationslampje uitgaat voordat u de lade
opent. Neem de CD/DVD pas uit de lade nadat de disc is opgehouden met
draaien.
Wanneer de lade een stukje wordt geopend, moet u even wachten tot
de CD/DVD is opgehouden met draaien voordat u de lade volledig
opentrekt.
Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het gaatje naast
de ejectknop, dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de
CD/DVD nog draait terwijl u de lade opent, kan de disc van de as
vliegen en letsel teweegbrengen.
Gebruikershandleiding 4-7
Grondbeginselen
CD's beschrijven met het CD-RW-/DVD-ROM-station
Met het CD-RW-/DVD-ROM-station kunt u gegevens schrijven naar to
CD-R- of CD-RW-schijven. De volgende toepassingen voor schrijven
worden ondersteund: RecordNow! en DLA, onder licentie van Sonic
Solutions.
Belangrijke mededeling (CD-RW-/DVD-ROM-station)
Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-RW-schijven grondig
door en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen.
Doet u dit niet, dan kan het gebeuren dat het CD-RW-/DVD-ROM-station
niet correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijf- of
herschrijffouten, gegevensverlies of andere schade.
Voor schrijven of herschrijven
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het schrijven en
herschrijven van gegevens.
De volgende fabrikanten van CD-R- en CD-RW-media worden
aanbevolen. De kwaliteit van media kan het schrijf- of herschrijfproces
beïnvloeden
.
De volgende fabrikanten worden aanbevolen voor de resepectievelijke
speciale media.
Multispeed en high-speed CD-RW:
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION, RICOH Co., Ltd.
Ultra-speed CD-RW:
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
Beschrijfbare CD's (CD-R's) kunnen slechts één keer worden beschreven.
Herschrijfbare CD's (CD-RW's) kunnen meermaals worden beschreven.
CD-R: TAIYO YUDEN CO., LTD.
Mitsui Chemicals Inc.
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
Hitachi Maxell Ltd.
CD-RW: MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
4-8 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
TOSHIBA garandeert de correcte werking van CD-R- en CD-RW-media
van de bovenstaande fabrikanten, maar staat niet in voor de werking van
andere media.
Herschrijfbare CD's (CD-RW's) kunnen ongeveer duizend keer worden
beschreven, al naar gelang de kwaliteit van de media en de
gebruikswijze.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten voordat u begint met schrijven
of herschrijven.
Sluit alle softwareprogramma's behalve de schrijfsoftware.
Voer geen programma's uit die de CPU belasten, bijvoorbeeld
schermbeveiliging.
Zorg dat de computer op volledige energie werkt. Gebruik geen
energiebesparingsfuncties.
Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot de viruscontrole
is beëindigd en schakel vervolgens de anti-virussoftware (en eventuele
op de achtergrond uitgevoerde bestandscontroleprogramma's) uit.
Gebruik geen vaste-schijfprogramma's, met inbegrip van
hulpprogramma's voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u
het risico van storingen en gegevensverlies.
Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD. Probeer niet
te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of andere
netwerkapparaten.
Voor het beschrijven van optische schijven wordt uitsluitend
RecordNow! aanbevolen. TOSHIBA staat niet in voor de werking van
andere schrijfsoftware.
Tijdens schrijven of herschrijven
Houd u aan de volgende richtlijnen/voorschriften bij het schrijven van
gegevens naar een CD-R of CD-RW.
Kopieer gegevens altijd vanaf de vaste schijf naar de CD. Gebruik geen
functies voor knippen en plakken. In het geval van schrijffouten gaan de
originele gegevens verloren.
Vermijd de volgende handelingen:
Het wijzigen van gebruikers in het besturingssysteem Windows XP.
Gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat en het sluiten/openen van het LCD-scherm.
Het starten van communicatietoepassingen (bijvoorbeeld een
modemprogramma).
Handelingen waardoor de PC wordt blootgesteld aan schokken of
trillingen.
Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals: PC-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm, i.LINK-
apparaten, optische digitale apparaten.
Het openen van het optische station.
Gebruikershandleiding 4-9
Grondbeginselen
Controleer of de schijven van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd
zijn. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het schrijf-
of herschrijfproces.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen
en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele
tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze-communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
Afwijzing van aansprakelijkheid (CD-RW-/DVD-ROM-station)
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
Beschadiging van CD-R-/CD-RW-schijven als gevolg van het schrijf- of
herschrijfproces.
Wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R-/CD-RW-
schijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, of hieruit
voortvloeiende winstderving of bedrijfsonderbreking.
Schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers. Hedendaagse optische stations zijn
onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er
onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van
de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan
ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke
gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt
veranderd of verloren gaat.
CD's/DVD's beschrijven met het DVD±R/±RW-station
(met DVD+R DL-ondersteuning)
Met het DVD±R/±RW-station kunt u gegevens schrijven naar
CD-R-/CD-RW-, DVD-R-/DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW- en DVD+R DL-
schijven. De volgende toepassingen voor schrijven worden ondersteund:
RecordNow! en DLA, onder licentie van Sonic Solutions. InterVideo
WinDVD Creator Platinum, een product van InterVideo, Inc.
Belangrijke mededeling (DVD±R/±RW-station)
Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-R-/CD-RW-,
DVD-R-/DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW- of DVD+R DL-schijven grondig
door en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen.
Doet u dit niet, dan kan het gebeuren dat het station niet correct werkt en
krijgt u mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten, gegevensverlies
of andere schade.
4-10 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
Voor schrijven of herschrijven
Op grond van TOSHIBAs beperkte compatibiliteitstests worden de
volgende fabrikanten van CD-R-/CD-RW-schijven en DVD-R-/
DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW- en DVD+R DL-schijven aanbevolen.
TOSHIBA staat echter niet in voor de werking, kwaliteit of prestaties
van enigerlei schijven. De schijfkwaliteit kan het schrijf- of
herschrijfproces beïnvloeden
.
Controleer of de media van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd
zijn. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het schrijf-
of herschrijfproces. Controleer of de schijf niet vuil of beschadigd is
voordat u hem gebruikt.
Hoe vaak een CD-R/CD-RW, DVD-R/DVD-RW, DVD+R/DVD+RW of
DVD+R DL kan worden beschreven, is afhankelijk van de schijfkwaliteit
en de manier waarop de schijf wordt gebruikt.
Er zijn twee soorten DVD-R-schijven: "authoring"-schijven (voor
auteursgebruik) en schijven voor algemeen gebruik (ofwel General-
schijven). Gebruik geen authoring-schijven. Alleen schijven voor
algemeen gebruik kunnen met een computerstation worden
beschreven.
DVD-R-/DVD-RW-schijven, DVD+R-/DVD+RW-schijven en
DVD+R DL-schijven kunnen wellicht niet worden gelezen op andere
DVD-spelers of andere DVD-ROM-stations voor computers.
Gegevens die naar een CD-R, DVD-R, DVD+R of DVD+R DL zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk of volledig worden verwijderd.
CD-R: TAIYO YUDEN CO., LTD.
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
Hitachi Maxell Ltd.
CD-RW: (high-speed,
multispeed)
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
(ultra-speed) MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
DVD-R DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven
voor algemeen gebruik, Versie 2.0
TAIYOYUDEN CO., LTD.
PIONEER VIDEO CORPORATION
Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
DVD+R MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
DVD-RW DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven
voor Versie 1.1
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
DVD+RW MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
DVD+R DL Panasonic Industrial Sales (Taiwan) Co., Ltd.
Taiwan TEAC Corporation.
Gebruikershandleiding 4-11
Grondbeginselen
Gegevens die van een CD-RW, DVD-RW of DVD+RW zijn gewist,
kunnen niet worden teruggehaald. Controleer de inhoud van een schijf
zorgvuldig voordat u deze verwijdert. Als er meerdere stations zijn
aangesloten die gegevens naar schijven kunnen schrijven, dient u op te
letten dat u niet de gegevens van het verkeerde station verwijdert.
Bij het schrijven naar een DVD-R/DVD-RW, DVD+R/DVD+RW of
DVD+R DL is schijfruimte nodig voor bestandsbeheer, wat inhoudt dat
schijven mogelijk niet tot de maximale capaciteit kunnen worden
beschreven.
De schijf functioneert volgens de DVD-norm en wordt opgevuld met
dummygegevens als er gegevens naar worden geschreven die minder
dan 1 GB in beslag nemen. Zelfs als u een kleine hoeveelheid
gegevens schrijft, kan het even duren om de schijf met
dummygegevens te vullen.
Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven
kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet naar het verkeerde
station schrijft.
Vergeet niet de universele netadapter aan te sluiten voordat u begint
met schrijven of herschrijven.
Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD/DVD. Probeer
niet te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of
andere netwerkapparaten.
Het gebruik van andere schrijfsoftware dan RecordNow! wordt niet
aanbevolen.
Tijdens schrijven of herschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u CD-R-/CD-RW-schijven,
DVD-R-/DVD-RW-schijven, DVD+R-/DVD+RW-schijven of DVD+R DL-
schijven beschrijft of herschrijft.
Vermijd de volgende handelingen:
Het wijzigen van gebruikers in het besturingssysteem Windows XP.
Gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat en het sluiten/openen van het LCD-scherm.
Het starten van communicatietoepassingen (bijvoorbeeld een
modemprogramma).
Handelingen waardoor de PC wordt blootgesteld aan schokken of
trillingen.
Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals: PC-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm,
i.LINK-apparaten, optische digitale apparaten.
Gebruik van de audio-/videobedieningsknoppen om geluid te
reproduceren.
Het openen van het CD-RW-/DVD-ROM- of DVD±R/±RW-station.
Gebruik tijdens het schrijven of herschrijven niet de afsluit-/
afmeldprocedure en stand-by/slaapstand.
4-12 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
Zorg ervoor dat het schrijven of herschrijven is voltooid voordat u
overschakelt naar de Stand-by-modus of de slaapstand. Het
schrijfproces is voltooid als u de lade van het CD-RW-/DVD-ROM- of
DVD±R/±RW-station kunt openen.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen
en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele
tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze-communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
Afwijzing van aansprakelijkheid (DVD±R/±RW-station met
DVD+R DL-ondersteuning)
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
Beschadiging van CD-R-/CD-RW-, DVD-R-/DVD-RW-,
DVD+R-/DVD+RW- of DVD+R DL-schijven als gevolg van het schrijf- of
herschrijfproces.
Wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R-/CD-RW-
schijven, DVD-R-/DVD-RW-schijven, DVD+R-/DVD+RW-schijven of
DVD+R DL-schijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces,
of hieruit voortvloeiende winstderving of bedrijfsonderbreking.
Schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers. Hedendaagse optische stations zijn
onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er
onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van
de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan
ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke
gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt
veranderd of verloren gaat.
CD's/DVD's beschrijven met het DVD Super Multi-
station
Met het DVD Super Multi-station kunt u gegevens schrijven naar
CD-R-/CD-RW-schijven en naar DVD-R-/DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW-
en DVD-RAM-schijven. De volgende toepassingen voor schrijven worden
ondersteund: RecordNow! en DLA, onder licentie van Sonic Solutions.
InterVideo WinDVD Creator Platinum, een product van InterVideo, Inc.
Belangrijke mededeling (DVD Super Multi-station)
Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-R-/CD-RW-,
DVD-R-/DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW- of DVD-RAM-schijven grondig
door en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen.
Doet u dit niet, dan kan het gebeuren dat het DVD Super Multi-station niet
correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten,
gegevensverlies of materiële schade.
Gebruikershandleiding 4-13
Grondbeginselen
Voor schrijven of herschrijven
Op grond van TOSHIBAs beperkte compatibiliteitstests worden de
volgende fabrikanten van CD-R-/CD-RW-schijven en
DVD-R-/DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW- en DVD-RAM-schijven
aanbevolen.
TOSHIBA staat echter niet in voor de werking, kwaliteit of prestaties
van enigerlei schijven. De schijfkwaliteit kan het schrijf- of
herschrijfproces beïnvloeden.
Controleer of de media van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd
zijn. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het schrijf-
of herschrijfproces. Controleer of de schijf niet vuil of beschadigd is
voordat u hem gebruikt.
Hoe vaak een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM kan worden
beschreven, is afhankelijk van de schijfkwaliteit en de manier waarop
de schijf wordt gebruikt.
Er zijn twee soorten DVD-R-schijven: "authoring"-schijven (voor
auteursgebruik) en schijven voor algemeen gebruik (ofwel General-
schijven). Gebruik geen authoring-schijven. Alleen schijven voor
algemeen gebruik kunnen met een computerstation worden
beschreven.
CD-R: TAIYO YUDEN CO., LTD.
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
Hitachi Maxell Ltd.
CD-RW: (high-speed,
multispeed)
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
DVD-R DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven
voor algemeen gebruik, Versie 2.0
TAIYOYUDEN CO., LTD.
PIONEER VIDEO CORPORATION
Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
DVD+R MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
DVD-RW DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven
voor Versie 1.1
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
DVD+RW MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
DVD-RAM DVD-specificaties voor DVD-RAM-schijven,
Versie 2.0 of Versie 2.1
Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
Hitachi Maxell Ltd.
Dit station is niet geschikt voor schijven die schrijfsnelheden van 8-speed
of hoger (DVD-R, DVD+R ), of schrijfsnelheden van 4-speed of hoger
(DVD-RW, DVD+RW) ondersteunen.
4-14 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
U kunt gebruik maken van DVD-RAM-schijven die uit een cassette
kunnen worden verwijderd, en DVD-RAM-schijven die zonder cassette
zijn ontworpen. U kunt geen gebruik maken van enkelzijdige schijven
met een capaciteit van 4,7 GB of van dubbelzijdige schijven met een
capaciteit van 9,4 GB.
DVD-R-/DVD-RW-schijven en DVD+R-/DVD+RW-schijven kunnen
wellicht niet worden gelezen op andere DVD-spelers of andere
DVD-ROM-stations voor computers.
Gegevens die naar een CD-R, DVD-R of DVD+R zijn geschreven,
kunnen niet gedeeltelijk of volledig worden verwijderd.
Gegevens die van een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM zijn
gewist, kunnen niet worden teruggehaald. Controleer de inhoud van
een schijf zorgvuldig voordat u deze verwijdert. Als er meerdere
stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven kunnen schrijven,
dient u op te letten dat u niet de gegevens van het verkeerde station
verwijdert.
Bij het schrijven naar een DVD-R/DVD-RW, DVD+R/DVD+RW of
DVD-RAM is schijfruimte nodig voor bestandsbeheer, wat inhoudt dat
schijven mogelijk niet tot de maximale capaciteit kunnen worden
beschreven.
De schijf functioneert volgens de DVD-norm en wordt opgevuld met
dummygegevens als er gegevens naar worden geschreven die minder
dan 1 GB in beslag nemen. Zelfs als u een kleine hoeveelheid
gegevens schrijft, kan het even duren om de schijf met
dummygegevens te vullen.
Een DVD-RAM die met FAT32 is geformatteerd, kan onder Windows
2000 alleen met een DVD-RAM-stuurprogramma worden gelezen.
Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven
kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet naar het verkeerde
station schrijft.
Vergeet niet de universele netadapter aan te sluiten voordat u begint
met schrijven of herschrijven.
Als u wilt overschakelen naar stand-by of de slaapstand, moet u eerst
controleren of het schrijven naar DVD-RAM is voltooid. Het schrijven is
voltooid wanneer u de DVD-RAM-schijf kunt uitwerpen.
Sluit alle softwareprogramma's behalve de schrijfsoftware.
Voer geen programma's uit die de CPU belasten, bijvoorbeeld
schermbeveiligingsprogramma's.
Zorg dat de computer op volledige energie werkt. Gebruik geen
energiebesparingsfuncties.
Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot de viruscontrole
is beëindigd en schakel vervolgens de anti-virussoftware (en eventuele
op de achtergrond uitgevoerde bestandscontroleprogramma's) uit.
Gebruik geen vaste-schijfprogramma's, met inbegrip van
hulpprogramma's voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u
het risico van storingen en gegevensverlies.
Gebruikershandleiding 4-15
Grondbeginselen
Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD/DVD. Probeer
niet te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of
andere netwerkapparaten.
Het gebruik van andere schrijfsoftware dan RecordNow! wordt niet
aanbevolen.
Tijdens schrijven of herschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u CD-R-/CD-RW-schijven,
DVD-R-/DVD-RW-/DVD-RAM-schijven of DVD+R-/DVD+RW-schijven
beschrijft of herschrijft.
Vermijd de volgende handelingen:
Het wijzigen van gebruikers in het besturingssysteem Windows XP.
Gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat en het sluiten/openen van het LCD-scherm.
Het starten van communicatietoepassingen (bijvoorbeeld een
modemprogramma).
Handelingen waardoor de PC wordt blootgesteld aan schokken of
trillingen.
Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals: PC-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm, i.LINK-
apparaten, optische digitale apparaten.
Gebruik van de audio-/videobedieningsknoppen om geluid te
reproduceren.
Het openen van het CD-RW-/DVD-ROM-, DVD-R/-RW-,
DVD±R/±RW- of DVD Super Multi-station.
Gebruik tijdens het schrijven of herschrijven niet de afsluit-/
afmeldprocedure en stand-by/slaapstand.
Zorg ervoor dat het schrijven of herschrijven is voltooid voordat u
overschakelt naar de Stand-by-modus of de slaapstand. Het
schrijfproces is voltooid als u de lade van het CD-RW-/DVD-ROM-,
DVD-R/-RW-, DVD±R/±RW- of DVD Super Multi-station kunt openen.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen
en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele
tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze-communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
Kopieer gegevens altijd vanaf de vaste schijf naar de DVD-RAM.
Gebruik geen functies voor knippen en plakken. In het geval van
schrijffouten gaan de originele gegevens verloren.
4-16 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
Afwijzing van aansprakelijkheid (DVD Super Multi-station)
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
Beschadiging van CD-R-/CD-RW-, DVD-R-/DVD-RW- of
DVD+R-/DVD+RW-/DVD-RAM-schijven als gevolg van het schrijf- of
herschrijfproces.
Wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R-/CD-RW-
schijven, DVD-R-/DVD-RW-schijven of DVD+R-/DVD+RW-/DVD-RAM-
schijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, of hieruit
voortvloeiende winstderving of bedrijfsonderbreking.
Schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers. Hedendaagse optische stations zijn
onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er
onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van
de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan
ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke
gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt
veranderd of verloren gaat.
CD's/DVD's beschrijven met het DVD Super
Multi-station (met DVD+R DL-ondersteuning)
Met het DVD Super Multi-station kunt u gegevens schrijven naar de
volgende schijven: CD-R/RW, DVD-R/-RW, DVD+R/+RW, DVD-RAM en
DVD+R DL. De volgende toepassingen voor schrijven worden
ondersteund: RecordNow! en DLA, onder licentie van Sonic Solutions.
InterVideo WinDVD Creator Platinum, een product van InterVideo, Inc.
Belangrijke mededeling (DVD Super Multi-station)
Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-R-/CD-RW-,
DVD-R-/DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW-, DVD-RAM- of DVD+R DL-
schijven grondig door en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen.
Doet u dit niet, dan kan het gebeuren dat het DVD Super Multi-station niet
correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten,
gegevensverlies of materiële schade.
Gebruikershandleiding 4-17
Grondbeginselen
Voor schrijven of herschrijven
Op grond van TOSHIBAs beperkte compatibiliteitstests worden de
volgende fabrikanten van CD-R-/CD-RW-, DVD-R-/DVD-RW-,
DVD+R-/DVD+RW-, DVD-RAM- en DVD+R DL-schijven aanbevolen.
TOSHIBA staat echter niet in voor de werking, kwaliteit of prestaties
van enigerlei schijven. De schijfkwaliteit kan het schrijf- of
herschrijfproces beïnvloeden.
Controleer of de media van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd
zijn. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het
schrijf- of herschrijfproces. Controleer of de schijf niet vuil of
beschadigd is voordat u hem gebruikt.
Hoe vaak een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM kan worden
beschreven, is afhankelijk van de schijfkwaliteit en de manier waarop
de schijf wordt gebruikt.
CD-R: TAIYO YUDEN CO., LTD.
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
Hitachi Maxell Ltd.
CD-RW: (high-speed,
multispeed)
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
(ultra-speed) MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
DVD-R DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven
voor algemeen gebruik, Versie 2.0
TAIYOYUDEN CO., LTD.
PIONEER VIDEO CORPORATION
Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
DVD+R MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
DVD-RW DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven
voor Versie 1.1
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
DVD+RW MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
DVD+R DL Panasonic Industrial Sales (Taiwan) Co., Ltd.
Taiwan TEAC Corporation.
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
DVD-RAM DVD-specificaties voor DVD-RAM-schijven,
Versie 2.0 of Versie 2.1
Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
Hitachi Maxell Ltd.
Dit station is niet geschikt voor schijven die schrijfsnelheden van 8-speed
of hoger (DVD-R, DVD+R ), of schrijfsnelheden van 4-speed of hoger
(DVD-RW, DVD+RW) ondersteunen.
4-18 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
Er zijn twee soorten DVD-R-schijven: "authoring"-schijven (voor
auteursgebruik) en schijven voor algemeen gebruik (ofwel
General-schijven). Gebruik geen authoring-schijven. Alleen schijven
voor algemeen gebruik kunnen met een computerstation worden
beschreven.
U kunt gebruik maken van DVD-RAM-schijven die uit een cassette
kunnen worden verwijderd, en DVD-RAM-schijven die zonder cassette
zijn ontworpen. U kunt geen gebruik maken van enkelzijdige schijven
met een capaciteit van 4,7 GB of van dubbelzijdige schijven met een
capaciteit van 9,4 GB.
DVD-R-/DVD-RW-schijven, DVD+R-/DVD+RW-schijven en DVD+R
DL-schijven kunnen wellicht niet worden gelezen op andere
DVD-spelers of andere DVD-ROM-stations voor computers.
Gegevens die naar een CD-R, DVD-R, DVD+R of DVD+R DL zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk of volledig worden verwijderd.
Gegevens die van een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM zijn
gewist, kunnen niet worden teruggehaald. Controleer de inhoud van
een schijf zorgvuldig voordat u deze verwijdert. Als er meerdere
stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven kunnen schrijven,
dient u op te letten dat u niet de gegevens van het verkeerde station
verwijdert.
Bij het schrijven naar een DVD-R/DVD-RW, DVD+R/DVD+RW,
DVD-RAM of DVD+R DL is schijfruimte nodig voor bestandsbeheer,
wat inhoudt dat schijven mogelijk niet tot de maximale capaciteit
kunnen worden beschreven.
De schijf functioneert volgens de DVD-norm en wordt opgevuld met
dummygegevens als er gegevens naar worden geschreven die minder
dan 1 GB in beslag nemen. Zelfs als u een kleine hoeveelheid
gegevens schrijft, kan het even duren om de schijf met
dummygegevens te vullen.
Een DVD-RAM die met FAT32 is geformatteerd, kan onder Windows
2000 alleen met een DVD-RAM-stuurprogramma worden gelezen.
Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven
kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet naar het verkeerde
station schrijft.
Vergeet niet de universele netadapter aan te sluiten voordat u begint
met schrijven of herschrijven.
Als u wilt overschakelen naar stand-by of de slaapstand, moet u eerst
controleren of het schrijven naar DVD-RAM is voltooid. Het schrijven is
voltooid wanneer u de DVD-RAM-schijf kunt uitwerpen.
Sluit alle softwareprogramma's behalve de schrijfsoftware.
Voer geen programma's uit die de CPU belasten, bijvoorbeeld
schermbeveiligingsprogramma's.
Zorg dat de computer op volledige energie werkt. Gebruik geen
energiebesparingsfuncties.
Gebruikershandleiding 4-19
Grondbeginselen
Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot de viruscontrole
is beëindigd en schakel vervolgens de anti-virussoftware (en eventuele
op de achtergrond uitgevoerde bestandscontroleprogramma's) uit.
Gebruik geen vaste-schijfprogramma's, met inbegrip van
hulpprogramma's voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u
het risico van storingen en gegevensverlies.
Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD/DVD. Probeer
niet te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of
andere netwerkapparaten.
Het gebruik van andere schrijfsoftware dan RecordNow! wordt niet
aanbevolen.
Tijdens schrijven of herschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u CD-R-/CD-RW-schijven,
DVD-R-/DVD-RW-/DVD-RAM-schijven, DVD+R-/DVD+RW-schijven of
DVD+R DL-schijven beschrijft of herschrijft.
Vermijd de volgende handelingen:
Het wijzigen van gebruikers in het besturingssysteem Windows XP.
Gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat en het sluiten/openen van het LCD-scherm.
Het starten van communicatietoepassingen (bijvoorbeeld een
modemprogramma).
Handelingen waardoor de PC wordt blootgesteld aan schokken of
trillingen.
Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals: PC-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm, i.LINK-
apparaten, optische digitale apparaten.
Gebruik van de audio-/videobedieningsknoppen om geluid te
reproduceren.
Het openen van het CD-RW-/DVD-ROM-, DVD±R/±RW- of DVD
Super Multi-station.
Gebruik tijdens het schrijven of herschrijven niet de afsluit-/
afmeldprocedure en stand-by/slaapstand.
Zorg ervoor dat het schrijven of herschrijven is voltooid voordat u
overschakelt naar de Stand-by-modus of de slaapstand. Het
schrijfproces is voltooid als u de lade van het CD-RW-/DVD-ROM-,
DVD±R/±RW- of DVD Super Multi-station kunt openen.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen
en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele
tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze-communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
Kopieer gegevens altijd vanaf de vaste schijf naar de DVD-RAM.
Gebruik geen functies voor knippen en plakken. In het geval van
schrijffouten gaan de originele gegevens verloren.
4-20 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
Afwijzing van aansprakelijkheid (DVD Super Multi-station)
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
Beschadiging van CD-R-/CD-RW-, DVD-R-/DVD-RW-,
DVD+R-/DVD+RW-, DVD-RAM- of DVD+R DL-schijven als gevolg van
het schrijf- of herschrijfproces.
Wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van
CD-R-/CD-RW-schijven, DVD-R-/DVD-RW-schijven,
DVD+R-/DVD+RW-/DVD-RAM-schijven of DVD+R DL-schijven als
gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, of hieruit voortvloeiende
winstderving of bedrijfsonderbreking.
Schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers. Hedendaagse optische stations zijn
onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er
onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van
de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan
ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke
gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt
veranderd of verloren gaat.
RecordNow! Basic for TOSHIBA
Wanneer u RecordNow! gebruikt, dient u rekening te houden met de
volgende beperkingen:
RecordNow! kan niet worden gebruikt voor het maken van DVD-video.
RecordNow! kan niet worden gebruikt voor het maken van DVD-audio.
U kunt de functie “Audio CD for Car or Home CD Player” van
RecordNow! niet gebruiken voor het opnemen van muziek op
DVD-R-/DVD-RW- of DVD+R-/DVD+RW-schijven.
Gebruik de functie “Exact Copy” van RecordNow! niet voor het kopiëren
van auteursrechtelijk beschermde DVD-video's en DVD-ROM's.
U kunt geen back-up maken van DVD-RAM-schijven met de functie
“Exact Copy” van RecordNow!.
U kunt de inhoud van een CD-ROM of CD-R/RW niet naar een
DVD-R/DVD-RW of DVD+R/DVD+RW kopiëren met de functie “Exact
Copy” van RecordNow!.
U kunt de inhoud van een DVD-ROM, DVD-video, DVD-R/DVD-RW of
DVD+R/DVD+RW niet naar een CD-R/CD-RW kopiëren met de functie
“Exact Copy” van RecordNow!.
RecordNow! kan niet in pakketindeling opnemen.
Met de functie “Exact Copy” van RecordNow! kunt u wellicht geen back-
up maken van een DVD-R-/DVD-RW of DVD+R/DVD+RW die met
andere software op een andere DVD-R/-RW of DVD+R/+RW-recorder
is gemaakt.
Gebruikershandleiding 4-21
Grondbeginselen
Als u gegevens toevoegt aan een DVD-R of DVD+R waarop reeds
gegevens zijn opgenomen, kunnen de toegevoegde gegevens in
bepaalde omstandigheden niet worden gelezen. Zo kunnen de
gegevens niet worden gelezen in 16-bits besturingssystemen zoals
Windows 98 SE en Windows ME. In Windows NT 4 hebt u Service Pack
6 of hoger nodig om toegevoegde gegevens te kunnen lezen. In
Windows 2000 hebt u Service Pack 2 of hoger nodig om de gegevens
te kunnen lezen. In bepaalde DVD-ROM-stations en CD-RW-/
DVD-ROM-stations kunnen toegevoegde gegevens überhaupt niet
worden gelezen, ongeacht het besturingssysteem.
Opname op DVD-RAM-schijven wordt niet ondersteund door
RecordNow!. Als u op een DVD-RAM wilt opnemen, dient u Verkenner
of een ander hulpprogramma te gebruiken.
Controleer alvorens een back-up van een DVD te maken of het
bronstation ondersteuning biedt voor opnemen op DVD-R-/DVD-RW- of
DVD+R-/DVD+RW-schijven. Is dit niet het geval, dan wordt de DVD
mogelijk niet correct gekopieerd.
Wanneer u een back-up maakt van een DVD-R, DVD-RW, DVD+R of
DVD+RW, dient u hetzelfde type schijf te gebruiken.
Gegevens die naar een CD-RW, DVD-RW of DVD+RW zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk worden verwijderd.
Gegevenscontrole
Om te controleren of het schrijf-/herschrijfproces correct verloopt, voert u
de volgende stappen uit voordat u gegevens naar een data-CD of -DVD
schrijft.
1. Klik op de knop Opties ( ) in RecordNow! Assist om de optiepanelen
te openen.
2. Selecteer de gegevens in het menu aan de linkerkant.
3. Activeer het selectievakje Verify data written to the disc after burning
(Gegevens controleren die na het branden aan de schijf zijn
toegevoegd) in Data Options (Gegevensopties).
4. Klik op OK.
4-22 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
DLA voor TOSHIBA
Wanneer u DLA gebruikt, dient u rekening te houden met de volgende
beperkingen:
Deze software ondersteunt uitsluitend herschrijfbare schijven
(DVD+RW, DVD-RW en CD-RW). Niet-herschrijfbare schijven zoals
DVD+R's, DVD-R's en CD-R's worden niet ondersteund.
Het formatteren en beschrijven van DVD-RAM-schijven wordt niet
ondersteund door DLA. Deze functies worden uitgevoerd door het
DVD-RAM-stuurprogramma. Als het DLA-formatteringsmenu verschijnt
wanneer u een DVD-RAM-schijf in het station plaatst en in Windows
Verkenner rechtsklikt op het stationspictogram, gebruikt u DVDForm
om deze schijf te formatteren. U kunt DVDForm uitvoeren door op de
knop Start in de taakbalk te klikken en in het menu Start
achtereenvolgens Alle programma's, DVD-RAM, DVD-RAM Driver en
DVDForm te selecteren.
Gebruik geen schijven die zijn geformatteerd met andere
pakketschrijfsoftware dan DLA. Gebruik schijven die met DLA zijn
geformatteerd, niet met andere pakketschrijfsoftware. Formatteer
schijven waarmee u niet bekend bent vóór gebruik met de optie Full
Format.
Pas de functies voor knippen en plakken niet toe op bestanden en
mappen. Een geknipt bestand of geknipte map kan verloren gaan als
het schrijven mislukt door een schijffout.
Wanneer u de Setup-bestanden voor het programma naar een met DLA
geformatteerde schijf schrijft en Setup vanaf deze schijf start, kan een
fout optreden Kopieer de bestanden in dat geval naar de vaste schijf en
start Setup.
Video
U kunt videobeelden opnemen met WinDVD Creator 2 Platinum.
Bij gebruik van WinDVD Creator 2 Platinum:
Met WinDVD Creator 2 Platinum kunt u via i.LINK (IEEE1394) video op uw
digitale camcorder opnemen. Bij het afspelen van de video kan het geluid
echter schokkerig klinken.
1. Klik op de Windows-knop Start en selecteer de optie
Configuratiescherm.
2. Klik in het Configuratiescherm op het pictogram Prestaties en
onderhoud.
3. Klik in het venster Prestaties en onderhoud op het pictogram Systeem.
4. Klik in het venster Systeemeigenschappen op de tab Geavanceerd.
5. Klik op het pictogram Instellingen in de sectie Prestaties.
6. Klik in het venster Instellingen voor prestaties op de tab Geavanceerd.
7. Klik op het pictogram Wijzigen in de sectie Virtueel geheugen.
Gebruikershandleiding 4-23
Grondbeginselen
8. Selecteer de knop Aangepaste grootte in het venster Virtueel
geheugen.
9. Geef veel hogere waarden op voor Begingrootte en Maximale grootte.
10. Klik op de knop Instellen in het venster Virtueel geheugen.
11. Klik op OK in het venster Virtueel geheugen.
Een DVD-video maken
Eenvoudige stappen voor het maken van een DVD-video op basis van
videogegevens afkomstig van een DV-camcorder:
1. Klik op [Start] - [Programma's] - [InterVideo WinDVD Creator] om
WinDVD Creator te starten.
2. Klik op de knop Capture en neem de videogegevens via IEEE1394 over
van de DV-camcorder.
3. Klik op de knop Edit en sleep de videoclips van het tabblad Video
Library naar de edit-strook.
4. Klik op de knop Make Movie bovenaan.
5. Dubbelklik op de pijlknop rechts, in het midden van de rechterkant.
6. Plaats een lege DVD-R/DVD+R of een gewiste DVD-RW/DVD+RW in
het station.
7. Klik op Start om te beginnen met opnemen.
8. De lade gaat open zodra de opname is voltooid.
Meer informatie over InterVideo WinDVD Creator
achterhalen
Raadpleeg de on line Help voor extra informatie over InterVideo WinDVD
Creator.
4-24 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
Belangrijke informatie
Houd rekening met de volgende beperkingen wanneer u een video-DVD
maakt:
1. Digitale video bewerken
U kunt WinDVD Creator alleen gebruiker als u bent aangemeld met
beheerdersbevoegdheden (Administrator).
Gebruik WinDVD Creator alleen terwijl de computer op de
netvoeding is aangesloten.
Zorg dat de computer op volledige energie werkt. Gebruik geen
energiebesparingsfuncties.
Tijdens het bewerken van een DVD kunt u voorbeelden ("Previews")
weergeven. Als er echter een andere toepassing actief is, worden
de voorbeelden mogelijk vervormd.
WinDVD Creator kan geen videobeelden op de externe monitor
weergeven wanneer de modus voor gelijktijdige weergave actief is.
DVD-inhoud die tegen kopiëren is beveiligd, kan niet met WinDVD
Creator worden bewerkt of afgespeeld.
Wijzig geen beeldscherminstellingen tijdens het gebruik van
WinDVD Creator.
Zorg dat de computer tijdens het gebruik van WinDVD Creator niet
op stand-by of in de slaapstand wordt gezet.
Gebruik WinDVD Creator niet direct na het inschakelen van de
computer. Wacht tot alle schijfactiviteit is gestopt.
Wanneer u met een DV-camcorder opneemt, dient u de camcorder
eerst enkele seconden te laten draaien voordat u daadwerkelijk
begint met opnemen. Doet u dit niet, dan gaan de eerste seconden
van uw opname mogelijk verloren.
Deze versie ondersteunt geen CD-recorder-, JPEG-, DVD-audio-,
mini-DVD- en video-CD-functies.
Zorg dat alle andere programma's tijdens het opnemen van
videogegevens op DVD of tape gesloten zijn.
Voer geen programma's uit die de CPU belasten, bijvoorbeeld
schermbeveiligingsprogramma's.
Voer geen communicatieprogramma's uit (bijvoorbeeld een
modemtoepassing).
Gebruikershandleiding 4-25
Grondbeginselen
2. Alvorens de video op een DVD op te nemen
Wanneer u op een DVD opneemt, dient u alleen schijven te
gebruiken die door de stationsfabrikant zijn aanbevolen.
Stel het actieve station niet in op een langzaam apparaat zoals een
USB 1.1-harddisk. Als u dit doet, zal het beschrijven van de DVD
mislukken.
Vermijd de volgende handelingen:
Gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat (muis of touchpad) en het sluiten/openen van
het LCD-scherm.
Handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen.
Gebruik van de modusschakelaar en audio-/
videobedieningsknoppen om geluid te reproduceren.
Het openen van het DVD-station.
Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals: PC-kaart, SD-kaart/MultiMedia Card/Memory Stick,
USB-apparaten, extern beeldscherm, i.LINK-apparaten,
optische digitale apparaten.
Controleer de schijf na het opnemen van belangrijke gegevens.
Een DVD-R/DVD+R/DVD-RW kan niet in VR-indeling worden
beschreven.
U kunt maximaal 2 uur aan videogegevens in DVD-video-indeling
naar een DVD-R/DVD+R/DVD-RW/DVD+RW schrijven.
Met WinDVD Creator kunt u niet naar DVD-audio-, video-CD-, of
mini-DVD-indeling exporteren.
Met WinDVD Creator kunt u een DVD-RAM/DVD+RW in VR-
indeling beschrijven, maar de schijf kan vervolgens alleen op uw
computer worden afgespeeld.
Wanneer u naar een DVD schrijft, heeft WinDVD Creator voor elk
uur video minstens 2 GB schijfruimte nodig.
Wanneer u een DVD vol schrijft, worden de hoofdstukken mogelijk
niet in de juiste volgorde afgespeeld.
3. Disc Manager
Met WinDVD Creator kunt u één afspeellijst op een schijf bewerken.
In WinDVD Creator wordt mogelijk een andere miniatuur
weergegeven dan u oorspronkelijk op de DVD-RAM-recorder hebt
ingesteld.
Met Disc Manager kunt u gegevens in de volgende indelingen
bewerken: DVD-VR op DVD-RAM, DVD+VR op DVD+RW en
DVD-video op DVD-RW.
4-26 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
4. Opgenomen DVD's
DVD-R's, DVD+R's, DVD-RW's, DVD+RW-'s en DVD-RAM's
kunnen wellicht niet worden gelezen op bepaalde DVD-spelers of
op DVD-ROM-stations voor PC's.
Gebruik de toepassing WinDVD om de opgenomen schijf op de
computer af te spelen.
Als u opneemt op een herschrijfbare schijf die te veel is gebruikt,
kan de schijf mogelijk niet volledig worden geformatteerd. Gebruik
een nieuwe schijf.
Behandeling van schijven
Deze paragraaf bevat tips voor het beschermen van de gegevens die u op
CD's, DVD's of diskettes hebt opgeslagen.
Ga voorzichtig om met schijven en diskettes. Door de volgende
eenvoudige richtlijnen in acht te nemen kunt u de levensduur van uw media
verlengen en de erop opgeslagen gegevens beschermen:
CD’s/DVD’s
1. Bewaar uw CD's/DVD's in hun originele houders om ze te beschermen
en schoon te houden.
2. Buig een CD/DVD niet.
3. Beschadig het oppervlak van een CD/DVD niet door er bijvoorbeeld
een etiket op te plakken of erop te schrijven.
4. Houd een CD/DVD bij de rand of bij het gat in het midden vast.
Vingerafdrukken op het oppervlak van een CD/DVD kunnen de schijf
onleesbaar maken.
5. Stel de schijven niet bloot aan direct zonlicht, extreme hitte of koude.
Plaats geen zware voorwerpen op uw CD's/DVD's.
6. Als uw CD's/DVD's stoffig of vuil raken, kunt u ze afnemen met een
schone, droge doek. Veeg vanuit het midden naar buiten (niet in een
cirkel). Gebruik zo nodig een doek die is bevochtigd met water of een
neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik geen benzine,
verdunningsmiddel of soortgelijke schoonmaakmiddelen.
Diskettes
1. Bewaar diskettes in hun originele houders om ze te beschermen en
schoon te houden. Maak een vuile diskette schoon met een zachte
doek die is bevochtigd met water. Gebruik geen schoonmaakmiddelen.
2. Duw het metalen schuifje van een diskette niet opzij en raak het
magnetische oppervlak niet aan. Vingerafdrukken kunnen een diskette
onleesbaar maken.
3. Buig diskettes niet en stel ze niet bloot aan direct zonlicht of extreme
temperaturen; als u dit voorschrift niet in acht neemt, kunnen gegevens
verloren gaan.
4. Plaats geen zware voorwerpen op uw diskettes.
Gebruikershandleiding 4-27
Grondbeginselen
5. Eet, rook of gum niet in de nabijheid van uw diskettes. Vreemde
deeltjes kunnen het magnetische oppervlak van de diskette
beschadigen.
6. Magnetische energie kan de gegevens op diskettes vernietigen. Houd
uw diskettes daarom uit de buurt van voorwerpen die magnetische
velden genereren, zoals luidsprekers, radio’s en tv’s.
De microfoon gebruiken
De computer heeft een ingebouwde microfoon waarmee u monogeluid in
uw toepassingen kunt opnemen. U kunt de microfoon ook gebruiken voor
het geven van spraakopdrachten in toepassingen die hiervoor
ondersteuning bieden.
Aangezien de computer een ingebouwde microfoon en luidspreker heeft,
kan in bepaalde omstandigheden akoestische terugkoppeling ("feedback")
optreden. Akoestische terugkoppeling ontstaat wanneer geluid uit de
luidspreker in de microfoon wordt opgevangen en versterkt naar de
luidspreker wordt teruggezonden, vanwaar het weer wordt teruggestuurd
naar de microfoon.
Deze terugkoppeling treedt herhaalde malen op en veroorzaakt een harde,
hoge toon. Het gaat hier om een algemeen verschijnsel dat in elk
geluidssysteem voorkomt wanneer de microfooninvoer naar de luidspreker
wordt uitgevoerd (doorvoer) terwijl de luidspreker te hard staat of zich te
dicht bij de microfoon bevindt. U kunt de doorvoer regelen door het volume
van de luidspreker aan te passen of met de functie Dempen in het
deelvenster Hoofdvolume. Raadpleeg de Windows-documentatie voor
informatie over het gebruik van het deelvenster Hoofdvolume (Master
Volume).
Modem
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het interne modem op een
telefoonbus aansluit en ervan ontkoppelt.
Het interne modem ondersteunt geen spraakfuncties. De data- en
faxfuncties worden wel ondersteund.
Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
verwijderen.
Sluit het modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Hierdoor zal het
modem schade oplopen.
4-28 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
Regioselectie
Telecommunicatievoorschriften variëren per regio, en u moet er dus voor
zorgen dat de modeminstellingen correct zijn voor de regio waarin u het
modem gaat gebruiken.
Om een regio te selecteren voert u de volgende stappen uit.
1. Windows XP: Klik op start, wijs achtereenvolgens Alle programma's,
TOSHIBA en Netwerk aan en klik op het hulpprogramma voor
regioselectie (Region Select Utility).
2. Het pictogram Regioselectie wordt weergegeven in de Windows-
taakbalk.
3. Klik met de primaire muisknop (meestal de linker) op het pictogram om
een lijst van ondersteunde regio's weer te geven. U ziet tevens een
submenu met informatie over telefoonlocaties. Naast de geselecteerde
regio en de geselecteerde telefoonlocatie staat een kruisje.
4. Selecteer een regio uit het regiomenu of een telefoonlocatie uit het
submenu.
Wanneer u op een regio klikt, wordt dit de regioselectie van het
modem en wordt automatisch de nieuwe telefoonlocatie ingesteld.
Wanneer u een telefoonlocatie selecteert, wordt automatisch de
corresponderende regio geselecteerd en wordt dit de huidige
regio-instelling van het modem.
Menu Eigenschappen
Klik met de secundaire knop op het pictogram om het eigenschappenmenu
op het scherm weer te geven.
Instelling
U kunt de volgende instellingen in- of uitschakelen:
Automatisch uitvoeren
Het hulpprogramma voor regioselectie wordt automatisch gestart
wanneer u het besturingssysteem start.
Dialoogvenster Keuze-opties openen na selectie van de regio
Het dialoogvenster Keuze-opties wordt automatisch geopend nadat u
de regio hebt geselecteerd.
Locatielijst voor regioselectie
Er verschijnt een submenu met informatie over telefoonlocaties.
Dialoogvenster openen als modem en huidige
telefoonlocatie niet overeenkomen
Er verschijnt een waarschuwingsvenster als de huidige instellingen
voor het regionummer en de telefoonlocatie incorrect zijn.
Als in het hulpprogramma voor de modem van het Configuratiescherm een
functie voor regio-/landselectie beschikbaar is, dient u deze niet te
gebruiken. Als u het land/de regio in het Configuratiescherm wijzigt, wordt
deze wijziging mogelijk niet doorgevoerd.
Gebruikershandleiding 4-29
Grondbeginselen
Modemselectie
Als de computer het interne modem niet herkent, verschijnt er een
dialoogvenster waarin u de COM-poort selecteert die door het modem
moet worden gebruikt.
Keuze-opties
Als u deze optie selecteert, worden de keuze-opties weergegeven.
Aansluiten
Voer de volgende stappen uit om de kabel van het interne modem aan te
sluiten.
1. Steek één uiteinde van de modemkabel in de modempoort.
2. Koppel het andere uiteinde van de modemkabel aan een
telefoonaansluiting.
Het interne modem aansluiten
Ontkoppelen
Voer de volgende stappen uit om de kabel van het interne modem te
ontkoppelen.
1. Knijp het palletje op de connector in de telefoonbus in en trek de
connector eruit.
2. Trek de andere kabelconnector op dezelfde manier uit de computer.
Als u de computer in Japan gebruikt, bent u wettelijk verplicht Japan als
regio te selecteren. Het is in strijd met de wet om het modem in Japan met
een andere regioselectie te gebruiken.
Modempoort
Telefoonaansluiting
Trek niet aan de kabel of verplaats de computer niet terwijl de kabel is
aangesloten.
Als u gebruik maakt van een opslagapparaat (bijvoorbeeld een DVD-ROM-
of CD-RW-/DVD-ROM-station of een vaste schijf) dat aan een 16-bits
PC-kaart is gekoppeld, kunt u te maken krijgen met de volgende
modemproblemen:
1. Lage modemsnelheid of onderbreking van de communicatie
2. Geluidsstoringen
4-30 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
Draadloze communicatie
De functie voor draadloze communicatie van de computer ondersteunt
zowel Wireless LAN- als Bluetooth-apparaten.
Sommige modellen in deze serie zijn met Bluetooth uitgerust.
Draadloos LAN
De draadloos LAN-voorziening is compatibel met andere LAN-systemen
die zijn gebaseerd op DSSS-/OFDM-radiotechnologie (Direct Sequence
Spread Spectrum/Orthogonal Frequency Division Multiplexing) en die
voldoen aan de IEEE 802.11-norm voor draadloos LAN (Revisie A, B of G)
en de turbomodus.
Ondersteunde functies. Deze voorziening ondersteunt de volgende
functies:
Automatische selectie van de verzendsnelheid in het verzendbereik 54,
48, 36, 24, 18, 12, 9 en 6 Mbit/s (Revisie A en G, Revisie A/B, B/G,
A/B/G-combinatietype).
Automatische selectie van de verzendsnelheid in het verzendbereik 11,
5,5, 2 en 1 Mbit/s (Revisie B).
Automatische selectie van de verzendsnelheid in het verzendbereik
108, 96, 72, 48, 36, 24, 18 en 12 Mbit/s (turbomodus,
Revisie A/B/G-combinatietype).
Frequentiebandselectie (Revisie A/turbomodus: 5 GHz, Revisie B/G:
2,4 GHz)
Zwerven (roaming) over meerdere kanalen
Kaartenergiebeheer
Atheros Super G™- of Super AG™-technologie (Atheros-moduletype).
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired Equivalent Privacy), gebaseerd
op het 152-bits coderingsalgoritme (Atheros-moduletype).
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired Equivalent Privacy), gebaseerd
op het 128-bits coderingsalgoritme (Atheros-moduletype).
AES-gegevenscodering (AES = Advanced Encryption Standard),
gebaseerd op het 256-bits coderingsalgoritme (Atheros-moduletype).
Beveiliging
Schakel de functie WEP (codering) in. Doet u dat niet, dan is uw
computer via het draadloze LAN toegankelijk voor buitenstaanders, wat
kan leiden tot onwettige binnendringing, afluisterpraktijken en verlies of
vernietiging van opgeslagen gegevens. TOSHIBA raadt u daarom met
klem aan de WEP-functie in te schakelen.
TOSHIBA is niet verantwoordelijk voor indringing tot gegevens via het
draadloos LAN of voor beschadiging van die gegevens.
Gebruikershandleiding 4-31
Grondbeginselen
Bluetooth-technologie
Bluetooth™-technologie ondersteunt draadloze communicatie tussen
elektronische apparaten zoals desktopcomputers, printers en mobiele
telefoons. U kunt de ingebouwde Bluetooth-functies en een optionele
Bluetooth-PC-kaart niet tegelijk gebruiken.
De kenmerken van Bluetooth-technologie zijn als volgt:
Wereldwijde toepasbaarheid
De Bluetooth-radiozender en -ontvanger werkt in de band 2,45 GHz; deze
band, waarvoor geen vergunning nodig is, is compatibel met radiosystemen
in de meeste landen.
Radioverbindingen
U kunt gemakkelijk verbindingen tussen twee of meer apparaten tot stand
brengen. De verbinding wordt gehandhaafd zelfs als een apparaat buiten
het gezichtsveld ligt.
Beveiliging
Twee geavanceerde beveiligingsmechanismen zorgen voor optimale
beveiliging:
Verificatie voorkomt dat onbevoegden toegang tot kritieke gegevens
krijgen en maakt het onmogelijk de oorsprong van een bericht te
vervalsen.
Codering biedt bescherming tegen afluisteren en waarborgt de privacy
van verbindingen.
Schakelaar voor draadloze communicatie
U kunt de draadloze LAN- en Bluetooth-functie in- of uitschakelen met de
draadloze-communicatieschakelaar. Als de schakelaar op uit staat, kunnen
geen gegevens worden verzonden of ontvangen. Schuif de schakelaar
naar links om de functie voor draadloze communicatie in te schakelen en
naar rechts om de functie uit te schakelen.
Schakel de computer uit als u een vliegtuig betreedt. Lees de regels van de
vliegmaatschappij voordat u aan boord uw computer gebruikt.
Zet de schakelaar in vliegtuigen en ziekenhuizen op uit. Controleer aan de
hand van het draadloze-communicatielampje of de functie voor draadloze
communicatie uit is (het lampje brandt in dat geval niet).
4-32 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
Draadloze-communicatielampje
Het draadloze-communicatielampje geeft de status van de draadloze-
communicatiefuncties aan.
Als u W-LAN (draadloos LAN) via de taakbalk hebt uitgeschakeld, kan het
systeem W-LAN pas weer herkennen nadat u de computer opnieuw hebt
opgestart of de volgende procedure hebt gevolgd. Open of klik op: start,
Configuratiescherm, Systeem, Hardware, Apparaatbeheer,
Netwerkadapters, TOSHIBA Wireless LAN Mini PCI Card en
inschakelen.
LAN
De computer heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN
(10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN
(100 megabits per seconde, 100BASE-TX), of Gigabit Ethernet LAN
(1000 megabits per seconde, 1000BASE-T). In dit gedeelte wordt
beschreven hoe u de computer koppelt aan en ontkoppelt van een LAN.
De LAN-kabel aansluiten
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX)
gebruikt, dient u de computer aan te sluiten met een kabel uit categorie
5 (CAT5) of hoger.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan sluit
u de computer aan met een kabel uit categorie 3 (CAT3) of hoger.
Status van het
lampje
Betekenis
Lampje uit Schakelaar voor draadloze communicatie staat op uit.
Automatisch uitgeschakeld wegens oververhitting.
Stroomstoring
Lampje aan Schakelaar voor draadloze communicatie staat op aan.
Draadloos LAN en/of Bluetooth is geactiveerd door een
toepassing.
Installeer of verwijder geen optionele geheugenmodule zolang Activering
op LAN ingeschakeld is.
De functie Activering op LAN verbruikt zelfs stroom wanneer het systeem
is uitgeschakeld. Laat de netadapter aangesloten als u deze functie
gebruikt.
De computer moet correct worden geconfigureerd voor u verbinding met
een LAN kunt maken. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de
standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen
op het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste
configuratieprocedures.
Gebruikershandleiding 4-33
Grondbeginselen
Als u Gigabit Ethernet (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T)
gebruikt, sluit u de computer aan met een kabel uit categorie 5e (CAT5e) of
hoger.
Om de LAN-kabel aan te sluiten voert u de volgende stappen uit.
1. Schakel de computer en alle erop aangesloten externe apparaten uit.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-poort. Druk voorzichtig
totdat u een klik hoort.
De LAN-kabel aansluiten
3. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op een LAN-hubaansluiting.
Raadpleeg uw LAN-beheerder voordat u aansluit op een hub.
De LAN-kabel ontkoppelen
Volg de volgende stappen als u de LAN-kabel wilt ontkoppelen.
1. Knijp het palletje op de connector in de LAN-poort van de computer in
en trek de connector eruit.
2. Verwijder de kabel op dezelfde manier uit de LAN-hub. Raadpleeg uw
LAN-beheerder voordat u een kabel uit een hub verwijdert.
LAN-poort
Wanneer de computer gegevens met het LAN uitwisselt, brandt het
LAN-actief-lampje oranje. Wanneer de computer op een LAN-hub is
aangesloten maar geen gegevens uitwisselt, brandt het
aansluitingslampje groen.
Zorg dat het LAN-actief-lampje (het oranje lampje) uit is voordat u de
computer loskoppelt van het LAN.
4-34 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
De computer schoonmaken
Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de
computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de
buurt van de computer.
Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer toch nat wordt,
dient u onmiddellijk de stroom uit te schakelen en de computer volledig
te laten drogen voordat u deze weer aanzet.
Reinig de computer met een licht (met water) bevochtigde doek. Voor
het beeldscherm kunt u een glasreinigingsmiddel gebruiken. Sproei een
kleine hoeveelheid reinigingsmiddel op een zachte, schone doek en
veeg het scherm hiermee voorzichtig af.
De computer verplaatsen
De computer is een robuust apparaat. Wanneer u de computer verplaatst,
dient u echter enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen om te
zorgen dat het systeem probleemloos blijft werken.
Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de computer verplaatst.
Controleer het schijflampje op de computer.
Als er een CD/DVD in het station zit, verwijdert u deze. Zorg tevens dat
de stationslade goed is gesloten.
Schakel de computer uit.
Ontkoppel de universele netadapter en alle randapparaten alvorens de
computer te verplaatsen.
Sluit het beeldscherm. Til de computer niet op bij het beeldscherm.
Sluit alle poortafdekkingen.
Gebruik een draagtas wanneer u de computer vervoert.
Houd de computer stevig vast wanneer u ermee rondloopt, om stoten
en vallen te vermijden.
Houd de computer tijdens het dragen niet aan uitstekende delen vast.
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er
geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit agressieve of zuurhoudende
chemicaliën als u de computer wilt reinigen.
Gebruikershandleiding 4-35
Grondbeginselen
Warmteverspreiding
De CPU heeft een interne temperatuursensor ter bescherming tegen
oververhitting. Als de interne temperatuur van de computer een bepaald
niveau bereikt, wordt de ventilator aangezet of wordt de CPU-
verwerkingssnelheid verlaagd. U kunt opgeven of u de CPU-temperatuur
wilt regelen door eerst de ventilator aan te zetten en dan zo nodig de
CPU-verwerkingssnelheid te verlagen, of vice versa. Gebruik de optie
Koelmethode in het venster Energiebesparingsmodus van TOSHIBA
Power Saver.
Zodra de CPU-temperatuur tot een normaal niveau is gedaald, wordt de
ventilator uitgeschakeld en gaat de CPU weer op standaardsnelheid
werken.
Maximale prestaties Eerst de ventilator inschakelen en vervolgens
zo nodig de CPU-verwerkingssnelheid
verlagen.
Gemiddelde
prestaties
Combinatie van inschakelen van de ventilator
en verlaging van de processorsnelheid.
Optimaal
accugebruik
Eerst de processorsnelheid verlagen en dan
zo nodig de ventilator aanzetten.
Als de CPU-temperatuur met een van beide instellingen een
onaanvaardbaar hoog niveau bereikt, wordt het systeem automatisch
afgesloten om beschadiging te voorkomen. Gegevens in het geheugen
gaan dan verloren.
4-36 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 5-1
TECRA A4
Hoofdstuk 5
Het toetsenbord
Het toetsenbord van de computer is compatibel met een uitgebreid
toetsenbord met 101/102 toetsen. Door bepaalde toetsen tegelijkertijd in te
drukken kunt u alle functies uitvoeren die op een toetsenbord met
101/102 toetsen beschikbaar zijn.
Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de
toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd.
Er zijn toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn vijf soorten toetsenbordtoetsen: typemachinetoetsen, geïntegreerde
numerieke toetsen, functietoetsen, zogenoemde “softkeys” en
cursorbesturingstoetsen.
Typemachinetoetsen
De typemachinetoetsen produceren de hoofd- en kleine letters, cijfers,
leestekens en speciale symbolen die op het scherm verschijnen.
Er zijn echter enkele verschillen tussen het gebruik van een typemachine
en het gebruik van een computertoetsenbord:
Letters en cijfers die met de computer zijn geproduceerd, verschillen
van breedte. Spaties, die door een “spatieteken” worden gecreëerd,
kunnen ook variëren, al naar gelang uitlijning en andere factoren.
Op computers zijn de kleine letter l (el) en het cijfer 1 (één) niet
verwisselbaar.
Hoofdletter O en 0 (nul) zijn niet verwisselbaar.
Caps Lock, de functietoets voor hoofdlettervergrendeling, is alleen van
invloed op de lettertoetsen, niet (zoals op typemachines) op de cijfer-
en symbooltoetsen.
De Shift- of hoofdlettertoetsen, de Tab-toets en de toets BkSp
(backspace- ofwel correctietoets) hebben dezelfde functie als de
gelijknamige typemachinetoetsen maar hebben bovendien speciale
computerfuncties.
5-2 Gebruikershandleiding
Het toetsenbord
Functietoetsen F1 ... F12
De functietoetsen, niet te verwarren met de Fn-toets, zijn de 12 toetsen
boven aan het toetsenbord. Deze toetsen zijn donkergrijs, maar werken
anders dan de andere donkergrijze toetsen.
F1 tot en met F12 worden aangeduid als functietoetsen, omdat u hiermee
geprogrammeerde functies kunt uitvoeren. Als u pictogramtoetsen in
combinatie met de Fn-toets gebruikt, worden specifieke functies op de
computer uitgevoerd. Zie het gedeelte Softkeys: Fn-toetscombinaties in dit
hoofdstuk. De werking van individuele toetsen is afhankelijk van de
software die u gebruikt.
Softkeys: Fn-toetscombinaties
De toets Fn (functie) is een bijzondere toets die alleen op TOSHIBA-
computers aanwezig is en die in combinatie met andere toetsen “softkeys”
vormt. Softkeys zijn toetscombinaties die specifieke voorzieningen
activeren, uitschakelen of configureren.
Toetsen op een uitgebreid toetsenbord emuleren
Het toetsenbord is zodanig ontworpen dat het voorziet in alle functies van
het uitgebreide toetsenbord met 101 toetsen, zoals geïllustreerd in de
vorige afbeelding. Het uitgebreide toetsenbord met 101/102 toetsen heeft
een apart numeriek toetsenblok, een Scroll Lock-toets en bovendien een
extra Enter-, Ctrl- en Alt-toets rechts van het hoofdtoetsenbord.
Aangezien dit toetsenbord kleiner is en minder toetsen heeft, moet een
aantal van de functies van het uitgebreide toetsenbord worden gesimuleerd
door middel van toetscombinaties.
Het is mogelijk dat uw softwaretoepassing een toets vereist die niet op het
toetsenbord voorkomt. Door de Fn-toets in combinatie met een van de
volgende toetsen in te drukken emuleert u de functies van het uitgebreide
toetsenbord.
In sommige softwareprogramma’s werken softkeys niet naar behoren of
werken ze in het geheel niet. De softkey-instellingen worden niet hersteld
door de functie Hervatten.
Gebruikershandleiding 5-3
Het toetsenbord
Druk op Fn + F10 of Fn + F11 om de geïntegreerde numerieke toetsen te
activeren. De toetsen met witte markering op de onderrand worden
hierdoor cijfertoetsen (Fn + F11) of cursorbesturingstoetsen (Fn + F10).
Raadpleeg de paragraaf Geïntegreerde numerieke toetsen in dit hoofdstuk
voor meer informatie over het gebruik van deze toetsen. Standaard zijn
beide functies bij het opstarten van de computer uitgeschakeld.
Druk op Fn + F12 (ScrLock) om de cursor op een bepaalde regel te
vergrendelen. Bij het opstarten is deze functie standaard uitgeschakeld.
Met Fn + Enter emuleert u de Enter-toets op het numerieke toetsenblok
van het uitgebreide toetsenbord.
Met Fn + Ctrl emuleert u de rechter Ctrl-toets van het uitgebreide
toetsenbord.
Met Fn + Alt emuleert u de rechter Alt-toets van het uitgebreide
toetsenbord.
5-4 Gebruikershandleiding
Het toetsenbord
Sneltoetsen
Met sneltoetsen (Fn + functietoets of Esc-toets) kunt u bepaalde
computerfuncties in- en uitschakelen.
Geluid dempen: Als u in een Windows-omgeving op Fn + Esc drukt, wordt
het geluid in- of uitgeschakeld. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt
de huidige instelling als pictogram weergegeven.
Directe beveiliging: Als u op Fn + F1 drukt, wordt het toetsenbord
geblokkeerd en het scherm leeggemaakt, zodat niemand toegang tot uw
gegevens kan verkrijgen. Om het scherm en de oorspronkelijke instellingen
te herstellen drukt u op een willekeurige toets. Wanneer een dialoogvenster
wordt geopend, voert u het schermbeveiligingswachtwoord in en klikt u op
OK. Als geen wachtwoord is ingesteld, wordt het scherm hersteld zodra u
op een toets drukt.
Energiebesparingsmodus: Met Fn + F2 kunt u de
energiebesparingsmodus wijzigen.
Als u Fn + F2 indrukt, verschijnt een dialoogvenster met de
energiebesparingsmodus. Houd Fn ingedrukt en druk nogmaals op F2 om
de instelling te wijzigen. U kunt deze instelling tevens wijzigen met de optie
Op netvoeding of Op accu’s in het venster Power Saver-eigenschappen
van Power Saver.
Stand-by: Wanneer u Fn + F3 indrukt, kan de computer op Stand-by
worden gezet. Om te voorkomen dat de computer onverhoeds op stand-by
gaat, verschijnt een dialoogvenster ter controle. Als u het selectievakje in
dit venster inschakelt, wordt het venster hierna niet meer weergegeven.
Gebruikershandleiding 5-5
Het toetsenbord
Slaapstand: Wanneer u Fn + F4 indrukt, kan de computer in de slaapstand
worden gezet. Om te voorkomen dat de computer onverhoeds in de
slaapstand wordt gezet, verschijnt een dialoogvenster ter controle.
Als u het selectievakje in dit venster inschakelt, wordt het venster hierna
niet meer weergegeven.
Beeldschermselectie: Met Fn + F5 wijzigt u het actieve beeldscherm.
Wanneer u op deze sneltoets drukt, verschijnt een dialoogvenster. Alleen
apparaten die beschikbaar zijn voor selectie, worden weergegeven.
Houd Fn ingedrukt en druk nogmaals op F5 om het apparaat te wijzigen.
Wanneer u Fn en F5 loslaat, verandert het geselecteerde apparaat. Als u
deze toetsen drie seconden lang ingedrukt houdt, wordt opnieuw LCD
geselecteerd.
Schermhelderheid: Als u op Fn + F6 drukt, wordt de schermhelderheid in
stappen verlaagd. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt de huidige
instelling twee seconden lang weergegeven door middel van een
pictogram. U kunt deze instelling tevens wijzigen met de optie
Monitorhelderheid in het venster Energiebesparingsmodus van Power
Saver.
Schermhelderheid: Als u op Fn + F7 drukt, wordt de schermhelderheid in
stappen verhoogd. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt de huidige
instelling twee seconden lang weergegeven door middel van een
pictogram. U kunt deze instelling tevens wijzigen met de optie
Monitorhelderheid in het venster Energiebesparingsmodus van Power
Saver.
5-6 Gebruikershandleiding
Het toetsenbord
Draadloze communicatie: Als uw computer zowel Bluetooth- als Wireless
LAN-functies heeft, kunt u op Fn + F8 drukken om te kiezen welk type
draadloze communicatie u wilt gebruiken. Wanneer u op deze sneltoets
drukt, verschijnt een dialoogvenster. Houd Fn ingedrukt en druk nogmaals
op F8 om de instelling te wijzigen. Als draadloze communicatie is
uitgeschakeld, wordt op het scherm aangegeven dat de draadloze-
communicatieschakelaar op uit staat.
Touchpad: Als u in een Windows-omgeving op Fn + F9 drukt, wordt de
touchpadfunctie in- of uitgeschakeld. Wanneer u op deze sneltoets drukt,
wordt de huidige instelling veranderd en als pictogram weergegeven.
Selectie van beeldschermresolutie: Druk op Fn + spatietoets om de
schermresolutie te wijzigen. Telkens wanneer u op deze sneltoets drukt,
verandert de schermresolutie als volgt: van de huidige (oorspronkelijke)
resolutie in 1024x768, van 1024x768 in 800x600, van 800x600 in de
oorspronkelijke resolutie.
TOSHIBA-hulpprogramma Zoom (verkleinen): Om de pictogrammen op
het bureaublad of in het toepassingsvenster te verkleinen drukt u op 1
terwijl u Fn ingedrukt houdt.
TOSHIBA-hulpprogramma Zoom (vergroten): Om de pictogrammen op
het bureaublad of in het toepassingsvenster te vergroten drukt u op 2 terwijl
u Fn ingedrukt houdt.
Als uw apparaat voor draadloze communicatie is geïnstalleerd, wordt het
dialoogvenster niet weergegeven.
Gebruikershandleiding 5-7
Het toetsenbord
Fn-plaktoets
Met het hulpprogramma TOSHIBA Accessibility (Toegankelijkheid) kunt u
de Fn-toets vergrendelen, zodat u deze toets bij het gebruik van
toetscombinaties niet ingedrukt hoeft te houden. Om dit te doen drukt u
eenmaal op de Fn-toets, laat u de toets los en drukt u op een functietoets
(dat wil zeggen F1 … F12).
Om het hulpprogramma TOSHIBA Accessibility te starten klikt u op start,
wijst u achtereenvolgens Alle programma's, TOSHIBA en
Hulpprogramma's aan en klikt u op Accessibility.
Speciale Windows-toetsen
Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows speciale
functies hebben: de ene activeert het menu Start en de andere heeft
dezelfde functie als de secundaire muisknop.
Deze toets activeert het Windows-menu Start.
Deze toets heeft dezelfde functie als de secundaire muisknop.
Geïntegreerde numerieke toetsen
In plaats van een apart numeriek toetsenblok heeft het toetsenbord van uw
computer geïntegreerde numerieke toetsen.
De toetsen met de witte opschriften in het midden van het toetsenbord zijn
de geïntegreerde numerieke toetsen. Deze toetsen hebben dezelfde
functie als de numerieke toetsenbloktoetsen van het uitgebreide
toetsenbord met 101/102 toetsen in de volgende afbeelding.
De geïntegreerde numerieke toetsen inschakelen
U kunt de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken voor het invoeren
van cijfers of voor cursor- en paginabesturing.
Cursormodus
U activeert de cursormodus door op Fn + F10 te drukken. Het lampje voor
de cursormodus gaat branden. Nu is cursor- en paginabesturing mogelijk
met de toetsen die in de volgende afbeelding worden geïllustreerd. Druk
nogmaals op Fn + F10 om de geïntegreerde numerieke toetsen uit te
schakelen.
5-8 Gebruikershandleiding
Het toetsenbord
Numerieke modus
Om de numerieke modus te activeren drukt u op Fn + F11. Het lampje voor
de numerieke modus gaat branden. Nu kunt u cijfers invoeren met de
toetsen die in de volgende afbeelding worden geïllustreerd. Druk nogmaals
op Fn + F11 om de geïntegreerde numerieke toetsen uit te schakelen.
De geïntegreerde numerieke toetsen
Tijdelijk het gewone toetsenbord gebruiken
(geïntegreerde numerieke toetsen aan)
Tijdens het gebruik van de geïntegreerde numerieke toetsen kunt u tijdelijk
met het gewone toetsenbord werken zonder de geïntegreerde numerieke
toetsen uit te schakelen:
1. Houd Fn ingedrukt en druk op een andere toets. Alle toetsen werken
alsof de geïntegreerde numerieke toetsen zijn uitgeschakeld.
2. Typ hoofdletters door Fn + Shift ingedrukt te houden en op een
lettertoets te drukken.
3. Laat Fn los om de geïntegreerde numerieke toetsen weer in gebruik te
nemen.
Gebruikershandleiding 5-9
Het toetsenbord
Tijdelijk de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken
(geïntegreerde numerieke toetsen uit)
Tijdens het gebruik van het gewone toetsenbord kunt u tijdelijk met de
geïntegreerde numerieke toetsen werken zonder deze in te schakelen:
1. Druk op Fn en houd deze toets ingedrukt.
2. Controleer de toetsenbordlampjes. Door op Fn te drukken activeert u
de laatstgebruikte modus van de geïntegreerde numerieke toetsen.
Als het lampje van de numerieke modus brandt, kunt u de
geïntegreerde numerieke toetsen voor het invoeren van cijfers
gebruiken. Brandt het lampje van de cursormodus, dan kunt u de
geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken voor cursor- en
paginabesturing.
3. Laat Fn los om het gewone toetsenbord weer in gebruik te nemen.
Tijdelijk van modus wisselen
Als de numerieke modus actief is, kunt u tijdelijk naar de cursormodus
overschakelen door op een Shift-toets te drukken.
Als de cursormodus actief is, kunt u tijdelijk naar de numerieke modus
overschakelen door op een Shift-toets te drukken.
ASCII-tekens genereren
Niet alle ASCII-tekens kunnen via het gewone toetsenbord worden
gegenereerd. U kunt deze tekens echter door middel van hun ASCII-codes
genereren.
Voer de volgende stappen uit met de geïntegreerde numerieke toetsen
ingeschakeld:
1. Houd Alt ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code met behulp van de geïntegreerde numerieke
toetsen.
3. Laat Alt los; het ASCII-teken verschijnt op het scherm.
Als de geïntegreerde numerieke toetsen zijn uitgeschakeld, voert u de
volgende stappen uit:
1. Houd Alt + Fn ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code met behulp van de geïntegreerde numerieke
toetsen.
3. Laat Alt + Fn los; het ASCII-teken verschijnt op het scherm.
5-10 Gebruikershandleiding
Het toetsenbord
Gebruikershandleiding 6-1
TECRA A4
Hoofdstuk 6
Stroomvoorziening en spaarstanden
De computer kan via de netadapter of via de interne accu van stroom
worden voorzien. In dit hoofdstuk leest u hoe u deze energiebronnen
optimaal gebruikt en hoe u de accu oplaadt en vervangt. Verder worden
tips gegeven voor het besparen van accu-energie en krijgt u informatie
over spaarstanden.
6-2 Gebruikershandleiding
Stroomvoorziening en spaarstanden
Stroomvoorzieningsomstandigheden
De bedrijfscapaciteit en de accu-energiestatus van de computer worden
beïnvloed door de stroomvoorzieningsomstandigheden: of er een
netadapter is aangesloten, of er een accu is geïnstalleerd en wat het
ladingsniveau van de accu is.
Stroom ingeschakeld Stroom
uitgeschakeld
(buiten werking)
Netadapter
aangesloten
Accu volledig
opgeladen
• In werking
• Wordt niet opgeladen
• Lampje: Accu groen
DC IN groen
• Wordt niet opgeladen
• Lampje: Accu groen
DC IN groen
Accu gedeeltelijk
opgeladen of
leeg
• In werking
• Wordt opgeladen
• Lampje: Accu Oranje
DC IN groen
• Wordt snel opgeladen
• Lampje:
Accu
Oranje
DC IN groen
Geen accu
geïnstalleerd
• In werking
• Wordt niet opgeladen
• Lampje: Accu uit
DC IN groen
• Wordt niet opgeladen
• Lampje: Accu uit
DC IN groen
Netadapter niet
aangesloten
Acculading is
boven
activeringsniveau
lage acculading
• In werking
• Lampje: Accu uit
DC IN uit
Acculading is
onder
activeringsniveau
lage acculading
• In werking
• Lampje: Accu
knippert oranje
DC IN uit
Accu is leeg Computer wordt in slaapstand
gezet of afgesloten
(afhankelijk van de instelling
in het hulpprogramma
Toshiba Energiebeheer)
Geen accu
geïnstalleerd
• Buiten werking
• Lampje: Accu uit
DC IN uit
Gebruikershandleiding 6-3
Stroomvoorziening en spaarstanden
Voedingslampjes
Het accu-, DC IN- en aan/uit-lampje op het paneel met systeemlampjes
attenderen u op de bedrijfscapaciteit en de accu-energiestatus van de
computer.
Acculampje
Aan de hand van het acculampje kunt u de status van de accu controleren.
De accustatus wordt als volgt aangeduid:
DC IN-lampje
Aan de hand van het DC IN-lampje kunt u de stroomvoorzieningsstatus
voor de aangesloten netadapter controleren:
Aan/uit-lampje
Aan de hand van het aan/uit-lampje kunt u de algemene
stroomvoorzieningsstatus controleren.
Lampje knippert
oranje
De accu is bijna leeg. De netadapter moet
worden aangesloten om de accu op te laden.
Lampje brandt
oranje
Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu wordt opgeladen.
Lampje brandt
groen
Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu volledig is opgeladen.
Lampje brandt niet
In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Als de accu tijdens het opladen te heet wordt, wordt het opladen stopgezet
en gaat het acculampje uit. Zodra de accu een normale temperatuur heeft
bereikt, wordt verder gegaan met opladen. Hierbij maakt het niet uit of de
computer in- of uitgeschakeld is.
Lampje brandt
groen
Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
de computer van stroom voorziet.
Lampje brandt
oranje
Duidt op een probleem met de
stroomvoorziening. Steek de netadapter in een
ander stopcontact. Indien het probleem
aanhoudt, neemt u contact op met de dealer.
Lampje brandt niet
In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Lampje brandt
groen
Geeft aan dat de computer van stroom wordt
voorzien en is ingeschakeld.
Lampje knippert
oranje
Geeft aan dat de computer is uitgeschakeld in
de hervatmodus.
Lampje brandt niet
In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
6-4 Gebruikershandleiding
Stroomvoorziening en spaarstanden
Accutypen
De computer heeft twee typen accu’s (batterijen):
Accu — 6 cellen of 12 cellen, afhankelijk van het model
RTC-batterij (batterij voor de realtime klok)
Accu
De verwisselbare lithium-ion accu-eenheid, in deze handleiding kortweg
“accu” genoemd, is de voornaamste energiebron van de computer
wanneer het netsnoer niet is aangesloten. U kunt extra accu-eenheden
kopen voor langdurig computergebruik zonder netstroom.
De accu laadt de RTC-batterij op. De accu handhaaft de toestand van
computer wanneer u Hervatten activeert.
Om de maximale capaciteit van de accu-eenheid te handhaven, dient u de
computer ten minste eenmaal per maand op accu-energie te gebruiken tot
de accu totaal leeg is. Raadpleeg Levensduur van de accu verlengen in dit
hoofdstuk voor procedures. Als de computer langer dan een maand
continu via de netadapter op netstroom wordt gebruikt, bestaat het risico
dat de accucapaciteit wordt aangetast. De accu zal dan niet langer efficiënt
functioneren, zelfs als de verwachte levensduur nog niet is verstreken.
Bovendien kunt u er niet langer op vertrouwen dat het acculampje gaat
branden ter aanduiding van een laag accu-energieniveau.
RTC-batterij
De RTC- ofwel Real Time Clock-batterij voorziet de interne realtime klok en
kalender van stroom en handhaaft de systeemconfiguratie.
Als de RTC-batterij leeg is, gaan deze gegevens verloren en werken de
realtime klok en kalender niet meer. In dat geval ziet u het volgende bericht
wanneer u de computer weer inschakelt:
Check system. Then press [F1] key . . . . . .
De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion batterij. Indien de batterij
onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat
ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de
plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu’s die door
TOSHIBA zijn aanbevolen.
Wanneer de computer wordt uitgeschakeld in de hervatmodus en de
netadapter niet is aangesloten, levert de accu-eenheid stroom ter
handhaving van de gegevens en programma’s in het geheugen. Als de
accu-eenheid leeg raakt, functioneert Hervatten niet en gaan alle
gegevens in het geheugen verloren.
In dat geval ziet u het volgende bericht wanneer u de computer weer
inschakelt:
WARNING: RESUME FAILURE.
PRESS ANY KEY TO CONTINUE.
Gebruikershandleiding 6-5
Stroomvoorziening en spaarstanden
Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid
De accu-eenheid is een essentieel onderdeel van de draagbare computer.
Door de eenheid naar behoren te gebruiken en te onderhouden zorgt u
ervoor dat deze langer stroom levert en langer meegaat. Volg de
aanwijzingen in dit gedeelte zorgvuldig ter waarborging van veilig gebruik
en maximale prestaties.
Voorzorgsmaatregelen
Verkeerde behandeling van accu's kan resulteren in ernstig of dodelijk
letsel of materiële schade. Neem de volgende richtlijnen zorgvuldig in acht:
Gevaar: Duidt op een dreigend gevaar dat bij veronachtzaming van de
instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Waarschuwing: Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij
veronachtzaming van de instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Let op: Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die, indien geen
ontwijkende maatregelen worden getroffen, kan resulteren in letsel of
materiële schade.
Opmerking: Duidt op belangrijke informatie.
Gevaar
1. Probeer niet om een gebruikte accu-eenheid te verbranden of te
verwarmen, bijvoorbeeld in een magnetronoven. Hierdoor kan de accu-
eenheid ontploffen en persoonlijk letsel veroorzaken.
2. Probeer nooit om een accu-eenheid te demonteren, te repareren of op
een andere wijze aan te passen. Hierdoor zal de accu-eenheid
oververhit raken en vlam vatten. Uit de accu gelekte alkalische vloeistof
of andere elektrolytische stoffen kunnen resulteren in brand en ernstig
of dodelijk letsel.
3. Houd metalen voorwerpen uit de buurt van de accupolen ter
voorkoming van kortsluiting. Kortsluiting kan brand veroorzaken of de
accu-eenheid anderszins beschadigen en in verwondingen resulteren.
Wanneer u de accu-eenheid opbergt, dient u deze altijd in plastic te
wikkelen en de polen met isolatieband te bedekken om kortsluiting te
voorkomen.
4. Prik nooit in de accu-eenheid met spijkers of andere scherpe
voorwerpen. Sla nooit met een hamer of een ander voorwerp op de
accu-eenheid. Ga niet op de accu staan.
De RTC-batterij van de computer is een lithium-ion batterij en dient
uitsluitend door uw dealer of een TOSHIBA-servicevertegenwoordiger te
worden vervangen. Indien de batterij onjuist wordt vervangen, gebruikt,
gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het
afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften.
6-6 Gebruikershandleiding
Stroomvoorziening en spaarstanden
5. Probeer nooit om de accu-eenheid op te laden op een andere manier
dan in de gebruikershandleiding is beschreven. Koppel de accu-
eenheid nooit aan een contactdoos of aan het aanstekercontact in een
auto. Hierdoor kan de eenheid barsten of vlam vatten.
6. Gebruik alleen de accu-eenheid die bij de computer of andere hardware
is geleverd, of een accu-eenheid die is goedgekeurd door de computer-
of hardwarefabrikant. Voltage en polariteit variëren per accu-eenheid.
Gebruik van een incorrecte accu kan resulteren in beschadiging van de
accu-eenheid of in rookontwikkeling of brand.
7. Stel een accu-eenheid nooit bloot aan warmte door deze bijvoorbeeld in
de buurt van een radiator op te bergen. Door blootstelling aan warmte
kan de accu-eenheid vlam vatten, ontploffen of lek raken, en zodoende
ernstig of dodelijk letsel teweegbrengen. Verder kan de eenheid bij
blootstelling aan warmte defect raken, waardoor gegevens verloren
kunnen gaan.
8. Stel de accu-eenheid nooit bloot aan abnormale schokken, trillingen of
druk. Hierdoor zal het interne beschermende apparaat van de accu-
eenheid defect raken, waardoor de eenheid oververhit of lek kan raken,
vlam kan vatten of ontploffen, met ernstig of dodelijk letsel als gevolg.
9. Laat een accu-eenheid nooit vochtig worden. Een vochtige accu-
eenheid zal oververhit raken, vlam vatten of barsten, en zodoende
ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Waarschuwing
1. Elektrolytische vloeistof die uit een accu-eenheid is gelekt, mag nooit in
contact komen met uw ogen, huid of kleren. Mocht bijtende
elektrolytische vloeistof onverhoopt in uw ogen terechtkomen, dan dient
u uw ogen onmiddellijk met flinke hoeveelheden stromend water te
wassen en medische hulp in te roepen. Als elektrolytische vloeistof in
contact komt met uw huid, dient u deze onmiddellijk onder stromend
water af te spoelen. Als elektrolytische vloeistof op uw kleren
terechtkomt, dient u deze direct uit te trekken teneinde contact met uw
huid of ogen te voorkomen.
2. Schakel de computer onmiddellijk uit, ontkoppel de netadapter en
verwijder de accu-eenheid als de eenheid een van de volgende
verschijnselen vertoont: vreemde geur, extreme hitte, verkleuring of
vervorming. Laat de computer vervolgens nakijken door een Authorized
Toshiba Service Center voordat u er weer mee aan de slag gaat.
Als u deze waarschuwing negeert, zal de accu-eenheid mogelijk rook
gaan afgeven, vlam vatten of barsten.
3. Zorg dat de accu-eenheid correct in de computer is geïnstalleerd
voordat u probeert de eenheid op te laden. Onjuiste installatie kan
resulteren in beschadiging van de accu-eenheid of in rookontwikkeling
of brand.
4. Houd de accu-eenheid buiten het bereik van baby's en kinderen.
De accu kan letsel veroorzaken.
Gebruikershandleiding 6-7
Stroomvoorziening en spaarstanden
Let op
1. Wanneer de oplaadcapaciteit van de accu-eenheid is aangetast of u via
een waarschuwingsbericht wordt meegedeeld dat de accu-eenheid leeg
is, dient u het gebruik van de eenheid te staken. Als u een lege of
aangetaste accu-eenheid blijft gebruiken, kan gegevensverlies optreden.
2. Gooi accu-eenheden nooit samen met het gewone afval weg. Breng ze
naar uw TOSHIBA-leverancier of een ander recyclingcentrum om
bronnen te besparen en milieubederf te voorkomen. Bedek de
accupolen met isolatieband ter voorkoming van kortsluiting, waardoor
de accu-eenheid vlam kan vatten of barsten.
3. Gebruik alleen accu-eenheden die door TOSHIBA zijn aanbevolen.
4. Controleer altijd of de accu-eenheid correct is geïnstalleerd en stevig
vastzit. Is dit niet het geval, dan kan de accu-eenheid uit de computer
vallen en letsel teweegbrengen.
5. Laad de accu-eenheid op bij een omgevingstemperatuur tussen 5º en
35º Celcius Als u de accu-eenheid bij hogere of lagere temperaturen
oplaadt, kan elektrolytische vloeistof ontsnappen en kunnen de werking
en de levensduur van de eenheid achteruitgaan.
6. Vergeet niet de resterende accucapaciteit te controleren. Als de accu-
eenheid en de RTC-batterij hun lading volledig verliezen, werken de
Stand-by-modus en de slaapstand niet meer en zullen de gegevens in
het geheugen verloren gaan. Verder zijn de datum- en tijdaanduiding
van de computer hierna mogelijk incorrect. Sluit in dat geval de
netadapter aan om de accu/batterij op te laden.
7. Installeer of verwijder de accu-eenheid nooit voordat de computer is
uitgeschakeld en de netadapter is ontkoppeld. Verwijder de accu-
eenheid nooit terwijl de computer in de slaapstand of op stand-by staat.
Doet u dit toch, dan gaan gegevens verloren.
Opmerking
1. Verwijder de accu-eenheid nooit terwijl de functie Activering op LAN
ingeschakeld is. Doet u dit toch, dan gaan gegevens verloren. Schakel
de functie Activering op LAN uit alvorens de accu-eenheid te
verwijderen.
2. Om de maximale capaciteit van de accu-eenheid te handhaven dient u
de computer eenmaal per week op accu-energie te gebruiken tot de
eenheid totaal leeg is. Raadpleeg het gedeelte Levensduur van de accu
verlengen in dit hoofdstuk voor procedures. Als de computer geruime
tijd (langer dan een week) continu op netstroom wordt gebruikt, bestaat
het risico dat de accucapaciteit wordt aangetast. De accu-eenheid zal
dan niet langer efficiënt functioneren, zelfs als de verwachte levensduur
nog niet is verstreken. Bovendien kunt u er niet langer op vertrouwen
dat het acculampje gaat branden ter aanduiding van een laag accu-
energieniveau.
3. Na het opladen van de accu-eenheid dient u de netadapter niet langer
dan enkele uren achtereen aangesloten te laten wanneer de computer
uit staat. Als u doorgaat met opladen terwijl de accu-eenheid reeds
volledig is opgeladen, kan de accu beschadigd raken.
6-8 Gebruikershandleiding
Stroomvoorziening en spaarstanden
Accu's opladen
Als de lading in de accu-eenheid opraakt, gaat het acculampje oranje
knipperen om aan te geven dat er slechts acculading voor enkele minuten
resteert. Als u de computer blijft gebruiken terwijl het acculampje knippert,
wordt de slaapstand geactiveerd (zodat u geen gegevens verliest) en wordt
de computer automatisch afgesloten.
U moet een accu-eenheid opladen wanneer deze leeg raakt.
Procedures
Om een accu-eenheid op te laden terwijl deze in de computer is
geïnstalleerd, steekt u het ene uiteinde van de netadapter in de
gelijkstroomingang (DC IN) en het andere uiteinde in een functionerend
stopcontact.
Tijdens het opladen van de accu brandt het acculampje oranje.
Tijd
In de volgende tabel wordt aangegeven hoe lang het ongeveer duurt om
een lege accu volledig op te laden.
De computer kan alleen naar de slaapstand omschakelen als de
slaapstandfunctie op twee plaatsen is geactiveerd: In het tabblad
Slaapstand van Energiebeheer en in het tabblad Actie instellen van
TOSHIBA Power Saver.
Gebruik voor het opladen van de accu-eenheid alleen de computer
(aangesloten op het stopcontact). Probeer niet de accu-eenheid met een
andere oplader op te laden.
Oplaadtijd (uren)
Type accu/batterij Stroom
ingeschakeld
Stroom
uitgeschakeld
Accu-eenheid (6 cellen) circa 4 of langer circa 3 of langer
Accu-eenheid (12 cellen) circa 5 of langer circa 4 of langer
RTC-batterij circa 14 Wordt niet opgeladen.
De oplaadtijd wanneer de computer aan is wordt beïnvloed door de
omgevingstemperatuur, de temperatuur van de computer en de manier
waarop u de computer gebruikt. Als u bijvoorbeeld intensief gebruik maakt
van externe apparaten, wordt de accu tijdens gebruik wellicht nauwelijks
opgeladen. Raadpleeg ook het gedeelte Bedrijfstijd van de accu
maximaliseren.
Gebruikershandleiding 6-9
Stroomvoorziening en spaarstanden
Aanwijzingen voor het opladen van de accu
In de volgende omstandigheden kan het gebeuren dat de accu niet direct
wordt opgeladen:
De accu is extreem heet of koud. Bij extreem hoge temperaturen kan
het gebeuren dat de accu in het geheel niet wordt opgeladen. Om te
zorgen dat de accu maximaal wordt opgeladen, dient u bij een
kamertemperatuur van 10° tot 30°C op te laden.
De accu is praktisch leeg. Laat de netadapter enkele minuten
aangesloten; hierna begint het opladen.
Als u een accu in de volgende omstandigheden probeert op te laden, kan
het gebeuren dat het acculampje een snelle daling in de accubedrijfstijd
aangeeft:
De accu is lange tijd niet gebruikt.
De accu is na verlies van zijn lading lange tijd in de computer gelaten.
Een koele accu is in een warme computer geïnstalleerd.
Voer in dergelijke gevallen de volgende stappen uit.
1. Ontlaad de accu volledig door deze in de ingeschakelde computer te
laten tot de stroom automatisch wordt uitgeschakeld.
2. Sluit de netadapter aan.
3. Laad de accu op tot het acculampje groen brandt.
Herhaal de stappen twee à drie keer tot de accucapaciteit het normale
niveau heeft bereikt.
Accucapaciteit controleren
De resterende accu-energie kan worden gecontroleerd in TOSHIBA Power
Saver.
Als u de netadapter aangesloten laat, wordt de levensduur van de accu-
eenheid aangetast. Gebruik de computer ten minste eenmaal per maand
op accu-energie tot de eenheid totaal leeg is. Laad de accu vervolgens op.
Wacht ten minste 16 seconden na het inschakelen van de computer
voordat u probeert de resterende bedrijfstijd te controleren. De
computer heeft deze tijd nodig om de resterende accucapaciteit te
controleren en de resterende bedrijfstijd te berekenen op basis van het
huidige stroomverbruik en de resterende accucapaciteit. De werkelijke
resterende bedrijfstijd kan enigszins afwijken van de berekende tijd.
Bij herhaald ontladen en opladen zal de capaciteit van de accu
geleidelijk afnemen. Een veelgebruikte oudere accu zal derhalve niet
zo lang werken als een nieuwe accu, zelfs indien beide volledig
opgeladen zijn. In dat geval toont TOSHIBA Power Saver een
capaciteit van 100% voor zowel de oude als de nieuwe accu, maar is
de weergegeven resterende bedrijfstijd voor de oudere accu korter.
6-10 Gebruikershandleiding
Stroomvoorziening en spaarstanden
Bedrijfstijd van de accu maximaliseren
De bruikbaarheid van een accu is afhankelijk van de bedrijfstijd die één
acculading levert.
Hoe lang de lading van een accu meegaat, hangt af van de volgende
factoren:
De configuratie van de computer (of u bijvoorbeeld
energiebesparingsopties hebt geactiveerd). In TOSHIBA Power Saver
kunt u een modus voor het besparen van accu-energie instellen.
Deze modus heeft de volgende opties:
CPU-verwerkingssnelheid
Helderheid van scherm
Koelmethode
Systeem op stand-by
Systeem in slaapstand
Monitor uit
Vaste schijf uit
Frequentie en duur van het gebruik van de vaste schijf,
het CD-/DVD-ROM-station en het diskettestation.
Het oorspronkelijke ladingsniveau van de accu.
De wijze waarop u gebruik maakt van optionele apparaten (zoals een
PC-kaart) die door de accu van stroom worden voorzien.
Het inschakelen van de energiebesparende hervatmodus bij regelmatig
in- en uitschakelen van de computer.
De locatie waar u uw programma’s en gegevens opslaat.
Het sluiten van het beeldscherm wanneer u het toetsenbord niet
gebruikt om energie te besparen.
De omgevingstemperatuur (de bedrijfstijd neemt af bij lage
temperaturen).
De toestand van de accupolen. Zorg dat de polen schoon blijven door
ze met een schone, droge doek af te vegen voordat u de accu-eenheid
installeert.
Behoud van gegevens bij het uitschakelen van de computer
Als u de computer uitschakelt terwijl de accu en RTC-batterij volledig zijn
opgeladen, zorgen de accu en batterij dat gegevens gedurende de
volgende tijdsperiodes behouden blijven:
Accu-eenheid (6 cellen)
circa 2 dagen (Stand-by-modus)
circa 30 dagen (afsluitmodus)
Accu-eenheid (12 cellen)
circa 4 dagen (Stand-by-modus)
circa 60 dagen (afsluitmodus)
RTC-batterij
circa 2 maanden
Gebruikershandleiding 6-11
Stroomvoorziening en spaarstanden
Levensduur van de accu verlengen
U kunt de levensduur van de accu-eenheid als volgt verlengen:
Ontkoppel de computer ten minste eenmaal per maand van de
netstroom en gebruik het systeem op accu-energie tot de accu-eenheid
totaal leeg is. Voer eerst de volgende stappen uit:
1. Schakel de computer uit.
2. Ontkoppel de netadapter en schakel de computer in. Als de
computer niet wordt opgestart, gaat u naar stap 4.
3. Laat de computer vijf minuten aanstaan. Als de accu-eenheid
voldoende capaciteit heeft voor vijf minuten, laat u de computer
aanstaan tot de accu-eenheid totaal leeg is. Als het acculampje
gaat knipperen of als u op een andere manier wordt geattendeerd
op een laag accu-energieniveau, gaat u verder met stap 4.
4. Sluit de netadapter op de computer aan en steek de stekker in het
stopcontact. Het DC IN-lampje en het acculampje gaan
respectievelijk groen en oranje branden, wat betekent dat de
accu-eenheid wordt opgeladen. Als het DC IN-lampje niet brandt,
wordt de computer niet van stroom voorzien. Controleer in dat geval
of de netadapter en het netsnoer correct zijn aangesloten.
5. Laad de accu-eenheid op tot het acculampje groen gaat branden.
Als u extra accu-eenheden hebt, gebruik deze dan afwisselend.
Verwijder de accu-eenheid als u het systeem geruime tijd (langer dan
een maand) niet gebruikt.
Ontkoppel de netadapter wanneer de accu volledig is opgeladen. Te
lang laden van de accu leidt tot oververhitting en verkort de levensduur.
Ontkoppel de netadapter als de computer langer dan acht uur buiten
gebruik blijft.
Bewaar reserve-accu-eenheden op een koele, droge plek zonder
rechtstreeks zonlicht.
6-12 Gebruikershandleiding
Stroomvoorziening en spaarstanden
De accu-eenheid vervangen
Als het acculampje kort na het opladen van de accu oranje knippert,
betekent dit dat de accu-eenheid versleten is en dat u een nieuwe eenheid
moet installeren.
U kunt een lege accu-eenheid ook vervangen door een reserve-accu als u
de computer niet op het elektriciteitsnet hebt aangesloten. In deze
paragraaf wordt uitgelegd hoe u accu-eenheden verwijdert en installeert.
De accu-eenheid verwijderen
Voer de volgende stappen uit om een lege accu-eenheid te vervangen.
1. Sla uw werk op.
2. Schakel de computer uit. Controleer of het aan/uit-lampje uit is.
3. Ontkoppel alle kabels van de computer.
4. Zet de computer ondersteboven met de achterkant naar u toe gericht.
5. Duw de vergrendelingschuif van de accu-eenheid in de ongrendelde
stand.
Duw de vergrendelingsschuif in de ontgrendelde stand.
Wees bij het hanteren van de accu-eenheid voorzichtig dat u de
accupolen niet kortsluit. Laat de eenheid niet vallen en vermijd
schokken; kras of breek het accuoppervlak niet en buig of verdraai de
accu-eenheid niet.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer op stand-by staat.
Gegevens worden in het RAM opgeslagen, dus als de
stroomvoorziening naar de computer wordt afgebroken, gaan de
gegevens verloren.
In de slaapstand gaan gegevens verloren als u de accu verwijdert of de
netadapter ontkoppelt voordat het opslagproces is voltooid. Wacht tot
het vaste schijf-/optisch station-lampje uitgaat.
Accu-eenheid
Vergrendeling
accu-eenheid
Ontgrendelingsschuif
accuhouder
Gebruikershandleiding 6-13
Stroomvoorziening en spaarstanden
6. Duw de accuontgrendelingsschuif opzij om de accu-eenheid vrij te
geven en verwijder de accu-eenheid.
De accu-eenheid verwijderen
7. Trek de accu-eenheid naar voren en verwijder de eenheid uit de
computer.
De accu-eenheid installeren
Voer de volgende stappen uit om een accu-eenheid te installeren.
1. Zorg dat de computer is uitgeschakeld en dat alle kabels zijn
ontkoppeld.
2. Plaats de accu-eenheid.
De accu-eenheid installeren
3. Duw op de accu-eenheid tot deze stevig vastzit.
Accu-eenheid
Vergrendeling
accu-eenheid
Ontgrendelingsschuif
accuhouder
Met het oog op het milieu dient u gebruikte accu-eenheden niet weg te
gooien. Retourneer gebruikte accu-eenheden naar uw TOSHIBA-dealer.
De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion batterij. Indien de batterij
onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat
ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de
plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu’s die
door TOSHIBA zijn aanbevolen.
Accu-eenheid
6-14 Gebruikershandleiding
Stroomvoorziening en spaarstanden
De computer opstarten met een wachtwoord
Voer de volgende stappen uit om de computer op te starten met het
gebruikerswachtwoord:
1. Schakel de computer in volgens de aanwijzingen in hoofdstuk 3, Voor u
begint. Het volgende bericht verschijnt.
Wachtwoord =
2. Voer het wachtwoord in.
3. Druk op Enter.
Spaarstanden
De computer heeft de volgende spaarstanden:
Opstartmodus: De computer wordt afgesloten zonder gegevens op te
slaan. Sla uw werk altijd op voordat u de computer uitschakelt in de
opstartmodus.
Slaapstand: De gegevens in het geheugen worden op de vaste schijf
opgeslagen.
Stand-by: De gegevens worden in het hoofdgeheugen van de computer
bewaard.
Windows-hulpprogramma’s
U kunt de instelling opgeven in TOSHIBA Power Saver.
Sneltoetsen
U kunt de Stand-by-modus inschakelen met de sneltoets Fn + F3, en de
slaapstand met Fn + F4. Zie hoofdstuk 5, Het toetsenbord voor meer
informatie.
De sneltoetsen Fn + F1 tot en met F9 werken op dit punt niet. U kunt ze
pas weer gebruiken nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd.
Als u het wachtwoord driemaal achtereen onjuist invoert, wordt de
computer afgesloten. In dat geval schakelt u de computer opnieuw in en
probeert u opnieuw het wachtwoord in te voeren.
Zie ook de paragrafen De computer inschakelen en De computer
uitschakelen in hoofdstuk 3, Voor u begint.
Gebruikershandleiding 6-15
Stroomvoorziening en spaarstanden
In-/uitschakelen via LCD
U kunt de computer zo instellen dat de stroom automatisch wordt
uitgeschakeld als u het LCD-scherm sluit. Als u het scherm vervolgens
opent terwijl de computer in de Stand-by-modus of de slaapstand is, wordt
de stroom ingeschakeld.
Systeem automatisch uitschakelen
Met deze functie wordt het systeem automatisch uitgeschakeld zodra de
ingestelde tijdlimiet voor systeeminactiviteit verstrijkt. Het systeem wordt
afgesloten in de Stand-by-modus of in de slaapstand in Windows.
Als de functie Uitschakelen via LCD is geactiveerd en u Windows afsluiten
gebruikt, dient u het scherm niet te sluiten voordat de afsluitfunctie is
voltooid.
6-16 Gebruikershandleiding
Stroomvoorziening en spaarstanden
Gebruikershandleiding 7-1
TECRA A4
Hoofdstuk 7
HW Setup en wachtwoorden
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de computer met behulp van het
programma TOSHIBA HW Setup configureert en hoe u wachtwoorden
instelt.
HW Setup
Met behulp van Toshiba HW Setup kunt u instellingen opgeven voor de
volgende categorieën: aanwijsapparaten, beeldscherm, processor,
opstartprioriteit, toetsenbord, USB, LAN, algemeen, wachtwoord,
apparaatconfiguratie en parallel/printer.
HW Setup starten
Als u Windows
®
XP gebruikt, klikt u achtereenvolgens op start,
Configuratiescherm en Printers en andere hardware en selecteert u
TOSHIBA HW Setup om HW Setup te starten.
Het HW Setup-venster
Het HW Setup-venster bevat de volgende tabbladen: Aanwijsapparaten,
Beeldscherm, CPU, Opstartprioriteit, Toetsenbord, USB, LAN, Algemeen,
Wachtwoord, Apparaatconfiguratie en Parallel/Printer.
Er zijn ook drie knoppen: OK, Annuleren en Toepassen.
Als het supervisorwachtwoord is ingesteld, kan de toegang tot het
programma TOSHIBA HW Setup worden geblokkeerd wanneer het
gebruikerswachtwoord wordt gebruikt voor aanmelding op de computer.
OK Bevestigt uw wijzigingen en sluit het HW Setup-
venster.
Annuleren Sluit het venster zonder uw wijzigingen door te
voeren.
Toepassen Bevestigt al uw wijzigingen zonder het HW Setup-
venster te sluiten.
7-2 Gebruikershandleiding
HW Setup en wachtwoorden
Algemeen
Dit venster toont de BIOS-versie en bevat twee knoppen: Standaard en
Versie
.
Setup
Dit veld toont de BIOS-versie met de datum.
Wachtwoord
Gebruikerswachtwoord
Met deze optie kunt u het gebruikerswachtwoord voor opstarten instellen of
wijzigen
.
U voert als volgt een gebruikerswachtwoord in:
1. Selecteer Geregistreerd om de volgende prompt weer te geven:
Wachtwoord:
2. Geef een wachtwoord van 10 tekens op (de volgende tekens zijn niet
toegestaan): - ^ @ [ ] ; : , . / spatie). De tekenreeks die u invoert, wordt
weergegeven als een reeks asterisken. Als u bijvoorbeeld een
wachtwoord van vier tekens invoert, ziet u het volgende:
Wachtwoord: ****
3. Klik op OK. Het volgende bericht verschijnt, waarmee u het wachtwoord
kunt verifiëren.
Wachtwoord verifiëren:
4. Als de twee ingevoerde tekenreeksen overeenkomen, wordt het
wachtwoord geregistreerd. Klik op OK.
Als u twee verschillende reeksen hebt ingevoerd, verschijnt het
volgende bericht. In dat geval moet u de procedure herhalen vanaf
stap 1.
Invoerfout!!!
Standaard De fabrieksinstellingen van alle HW Setup-opties
herstellen.
Versie Versiegegevens van HW Setup weergeven.
Niet
geregistreerd
Het wachtwoord wijzigen of verwijderen
(standaardinstelling).
Geregistreerd Het wachtwoord instellen. Er verschijnt een venster
waarin u het wachtwoord kunt instellen.
Als u op OK klikt alvorens het wachtwoord in te voeren, ziet u Niet
geregistreerd op het scherm.
Gebruikershandleiding 7-3
HW Setup en wachtwoorden
U verwijdert een gebruikerswachtwoord als volgt:
1. Selecteer Niet geregistreerd om de volgende prompt weer te geven:
Wachtwoord:
2. Voer het huidige wachtwoord in. De tekenreeks die u invoert, wordt
weergegeven als een reeks asterisken.
Wachtwoord: ****
3. Klik op OK. Als de ingevoerde tekenreeks overeenkomt met het
geregistreerde wachtwoord, wordt de wachtwoordoptie opnieuw
ingesteld en ziet u het volgende bericht:
Niet geregistreerd
Als u twee verschillende reeksen hebt ingevoerd, verschijnt het
volgende bericht. In dat geval moet u de procedure herhalen vanaf
stap 1.
Incorrect wachtwoord
4. Volg de zojuist beschreven procedure voor het invoeren van een
wachtwoord om een nieuw gebruikerswachtwoord in te stellen.
Parallel/Printer
Op sommige modellen is het tabblad Parallel/Printer beschikbaar. In dit
tabblad kunt u printerpoorttype instellen. Gebruik Windows
Apparaatbeheer om instellingen voor de parallelle poort op te geven.
Parallelle-poortmodus
De opties in dit tabblad zijn ECP en Standaard bidirectioneel.
Beeldscherm
In dit tabblad kunt u de weergave-instellingen voor het interne LCD-scherm
of een externe monitor opgeven.
Als u op OK klikt alvorens het wachtwoord in te voeren, ziet u
Geregistreerd op het scherm.
Als u het wachtwoord driemaal achtereen onjuist invoert, wordt de
computer afgesloten.
In dat geval hebt u geen toegang tot de optie Wachtwoord in HW Setup.
Schakel de computer uit en weer in om het opnieuw te proberen.
ECP Stelt het poorttype op Extended Capabilities Port
(ECP) in. Voor de meeste printers moet de poort
worden ingesteld op ECP (standaardinstelling).
Standaard
bidirectioneel
Deze instelling moet voor enkele andere parallelle
apparaten worden gebruikt.
7-4 Gebruikershandleiding
HW Setup en wachtwoorden
Beeldscherm bij opstarten
Hiermee kunt u opgeven welk beeldscherm bij het opstarten van de
computer moet worden gebruikt
.
CPU
Dynamische CPU-frequentiemodus
Deze optie biedt de keuze uit de volgende instellingen
:
Opstartprioriteit
Opstartprioriteitsopties
Hier kunt u de prioriteit voor het opstarten van de computer instellen.
Selecteer een van de volgende instellingen:
Autom.
geselecteerd
Selecteert een externe monitor, als er een is
aangesloten. Anders selecteert u met deze optie
de interne LCD. (Dit is de standaardinstelling.)
LCD+AnaloogRGB Selecteert zowel de interne LCD als de externe
monitor voor gelijktijdige weergave.
Dynamisch
schakelbaar
De schakelfunctie voor het energieverbruik en de
kloksnelheid van de processor is ingeschakeld.
Wanneer de computer wordt gebruikt, wordt de
werking van de processor automatisch
omgeschakeld zodra dit nodig is
(standaardinstelling).
Altijd hoog De schakelfunctie voor het energieverbruik en de
kloksnelheid van de processor is uitgeschakeld.
De processor werkt altijd op maximale snelheid.
Altijd laag De schakelfunctie voor het energieverbruik en de
kloksnelheid van de processor is uitgeschakeld.
De processor werkt altijd op standaardsnelheid en
met standaardenergieverbruik.
HDD -> FDD ->
CD-ROM
De computer zoekt in deze volgorde naar
opstartbare bestanden: vaste schijf,
diskettestation, CD-ROM-station*, LAN
(standaardinstelling).
FDD -> HDD ->
CD-ROM
De computer zoekt in deze volgorde naar
opstartbare bestanden: diskettestation, vaste
schijf, CD-ROM-station*, LAN.
HDD -> CD-ROM
-> FDD
De computer zoekt in deze volgorde naar
opstartbare bestanden: vaste schijf,
CD-ROM-station*, LAN, diskettestation.
Gebruikershandleiding 7-5
HW Setup en wachtwoorden
U kunt de instellingen annuleren en handmatig een opstartapparaat
selecteren door tijdens het opstarten van de computer op een van de
volgende toetsen te drukken:
Deze procedure is niet van invloed op de instellingen.
* Op deze computer wordt met CD-ROM het DVD-ROM-, CD-R/RW- of
CD-RW-/DVD-ROM-station aangeduid.
Voer de volgende stappen uit om het opstartstation te wijzigen:
1. Houd F12 ingedrukt en start de computer op.
2. Gebruik de pijltoets omhoog/omlaag om het gewenste opstartapparaat
te selecteren en druk op Enter.
FDD -> CD-ROM
-> HDD
De computer zoekt in deze volgorde naar
opstartbare bestanden: diskettestation, CD-ROM-
station*, LAN, vaste schijf.
CD-ROM -> HDD
-> FDD
De computer zoekt in deze volgorde naar
opstartbare bestanden: CD-ROM-station*, LAN,
vaste schijf, diskettestation.
CD-ROM -> FDD
-> HDD
De computer zoekt in deze volgorde naar
opstartbare bestanden: CD-ROM-station*, LAN,
diskettestation, vaste schijf.
U Selecteert het USB-diskettestation.
N Selecteert het netwerk.
1 Selecteert de primaire vaste schijf.
C Selecteert het CD-ROM-station*.
Opstarten vanaf een aan de PC-kaart gekoppelde vaste schijf wordt niet
ondersteund.
Als een supervisorwachtwoord is ingesteld, wordt het bovenstaande
menu niet weergegeven wanneer u de computer met het
gebruikerswachtwoord opstart.
De zojuist beschreven selectiemethode heeft geen invloed op
opstartprioriteitsinstellingen in HW Setup.
Als u een andere toets dan de zojuist genoemde indrukt of als het
geselecteerde apparaat niet is geïnstalleerd, wordt het systeem
opgestart conform de huidige instelling in HW Setup.
7-6 Gebruikershandleiding
HW Setup en wachtwoorden
Fn-toets op extern toetsenbord
Met deze optie kunt u op een extern toetsenbord een toetscombinatie
instellen die de Fn-toets op het interne toetsenbord van de computer
emuleert. Als u een toetscombinatie ter vervanging van de Fn-toets instelt,
kunt u “sneltoetsen” gebruiken door de ingestelde combinatie in te drukken
in plaats van de Fn-toets (alleen van toepassing op PS/2-toetsenborden).
Toetsenbord
Activering op toetsenbord
Als deze functie actief is en de computer in de Stand-by-modus is, kunt u
de computer inschakelen door op een willekeurige toets te drukken. De
functie is alleen van toepassing op het interne toetsenbord en werkt alleen
wanneer de computer in de Stand-by-modus is
.
USB
Emulatie USB Legacy-t.borden/-muizen
Met deze optie schakelt u de emulatie van USB Legacy-toetsenborden en -
muizen in of uit. Zelfs als USB niet door uw besturingssysteem wordt
ondersteund, kunt u een USB-muis en -toetsenbord gebruiken door de
optie Emulatie USB Legacy-t.borden/-muizen in te schakelen
.
Uitgeschakeld Geen Fn-toetsequivalent (standaardinstelling)
Fn-equivalent Ctrl links + Alt links
Ctrl rechts + Alt rechts
Alt links + Shift links
Alt rechts + Shift rechts
Alt links + Caps Lock
Als u voor deze optie Ctrl links + Alt links of Ctrl rechts + Alt rechts
selecteert, kunt u de geselecteerde toetsen niet in combinatie met de
Del-toets gebruiken om de computer opnieuw op te starten. Selecteert u
bijvoorbeeld Ctrl links + Alt links, dan moet u Ctrl rechts, Alt rechts en
Del gebruiken om de computer opnieuw op te starten. De combinatie
Ctrl links, Alt links en Del kan in dat geval niet worden gebruikt.
Ingeschakeld Schakelt Activering op toetsenbord in.
Uitgeschakeld Schakelt Activering op toetsenbord uit
(standaardinstelling).
Ingeschakeld Schakelt emulatie van USB
Legacy-toetsenborden/-muizen in
(standaardinstelling).
Uitgeschakeld Schakelt emulatie van USB
Legacy-toetsenborden/-muizen uit.
Gebruikershandleiding 7-7
HW Setup en wachtwoorden
Emulatie USB Legacy-diskettestations
Gebruik deze optie om de emulatie van USB Legacy-diskettestations in of
uit te schakelen
.
LAN
Activering op LAN
Deze functie zorgt dat de computer wordt opgestart zodra een
activeringssignaal van het LAN wordt ontvangen
.
Intern LAN
Ingeschakeld Schakelt emulatie van USB Legacy-
diskettestations in (standaardinstelling).
Uitgeschakeld Schakelt emulatie van USB Legacy-
diskettestations uit.
Ingeschakeld Schakelt Activering op LAN in.
Uitgeschakeld Activering op LAN (standaardinstelling)
Installeer of verwijder geen optionele geheugenmodule zolang Activering
op LAN ingeschakeld is.
De functie Activering op LAN werkt niet zonder de netadapter. Laat de
netadapter dus aangesloten als u deze functie gebruikt.
Ingeschakeld Schakelt functies voor intern LAN in
(standaardinstelling).
Uitgeschakeld Schakelt functies voor intern LAN uit.
7-8 Gebruikershandleiding
HW Setup en wachtwoorden
Gebruikershandleiding 8-1
TECRA A4
Hoofdstuk 8
Optionele apparaten
Optionele apparaten kunnen de capaciteiten en de veelzijdigheid van de
computer uitbreiden. De volgende optionele apparaten zijn beschikbaar bij
uw TOSHIBA-dealer:
Kaarten/geheugen
PC-kaarten
SD-, MS- (MS Pro), SM-, MMC-, xD-geheugenkaarten
Geheugenuitbreiding
Express-kaarten
Voedingsapparaten
Extra accu-eenheid (12 cellen en 6 cellen)
Extra netadapter
Randapparaten
USB-diskettestation
Advanced Port Replicator III
Parallelle printer
Externe monitor
Televisie
IEEE 1394
Overige
Beveiligingsslot
8-2 Gebruikershandleiding
Optionele apparaten
PC-kaarten
De computer is uitgerust met een PC-kaartsleuf die ruimte biedt voor één
PC-kaart van 5 mm (Type II). U kunt elke standaard PC-kaart (van
TOSHIBA of een andere leverancier) installeren. De sleuven ondersteunen
16-bits PC-kaarten, met inbegrip van multifunctionele kaarten en
CardBus-PC-kaarten.
CardBus ondersteunt de nieuwe standaard van 32-bits PC-kaarten. De bus
levert superieure prestaties voor de hogere eisen van
multimediagegevensoverdracht.
Een PC-kaart installeren
De PC-kaartsleuf bevindt zich aan de linkerkant van de computer.
U kunt één Type II-kaart in de sleuf installeren.
De Windows-voorziening voor “heet installeren” (hot install) maakt het
mogelijk om PC-kaarten te installeren terwijl de computer is ingeschakeld.
Om een PC-kaart te installeren voert u de volgende stappen uit.
1. Plaats de PC-kaart in de sleuf.
2. Duw voorzichtig tot de kaart vastzit.
De PC-kaart inbrengen
3. Controleer in het HW Setup-venster of de configuratie juist is voor uw
kaart.
Installeer een PC-kaart niet terwijl de computer in de Stand-by-modus
of slaapstand staat. Als u dit doet, werkt de kaart wellicht niet correct.
Een opslagapparaat (zoals een vaste schijf of CD-ROM-station) dat
aan een 16-bits PC-kaart is gekoppeld, kan de prestaties van het
geluidssysteem en de gegevenstransmissie van de computer
beïnvloeden, waardoor u mogelijk te maken krijgt met lagere
verzendsnelheden en kiesfouten.
PC-kaart
Sleuf voor PC-kaart
Gebruikershandleiding 8-3
Optionele apparaten
Een PC-kaart verwijderen
Voer de volgende stappen uit om de PC-kaart te verwijderen.
1. Windows
®
XP: Open het pictogram Hardware veilig verwijderen op de
taakbalk en schakel de PC-kaart uit.
2. Druk op de ejectknop van de PC-kaart die u wilt verwijderen; de knop
steekt nu uit.
3. Druk op de ejectknop om de kaart een stukje uit te schuiven.
4. Verwijder de PC-kaart.
De PC-kaart verwijderen
Express-kaart
Een Express-kaart installeren
De sleuf voor Express-kaarten bevindt zich aan de linkerkant van de
computer. U kunt één Express-kaart in de sleuf installeren.
De Windows-voorziening voor “heet installeren” (hot install) maakt het
mogelijk om Express-kaarten te installeren terwijl de computer is
ingeschakeld.
Voer de volgende stappen uit om een Express-kaart te installeren.
1. Plaats de Express-kaart in de sleuf.
2. Duw voorzichtig tot de kaart vastzit.
PC-kaart
Ejectknop
Installeer een Express-kaart niet terwijl de computer op stand-by of in de
slaapstand staat. Als u dit doet, werkt de kaart wellicht niet correct.
8-4 Gebruikershandleiding
Optionele apparaten
3. Controleer in het HW Setup-venster of de configuratie juist is voor uw
kaart.
De Express-kaart inbrengen
Een Express-kaart verwijderen
Voer de volgende stappen uit om de Express-kaart te verwijderen.
1. Windows
®
XP: Open het pictogram Hardware veilig verwijderen op de
taakbalk en schakel de Express-kaart uit.
2. Druk licht op de Express-kaart om de kaart een stukje uit te schuiven.
3. Trek de Express-kaart uit de sleuf.
De Express-kaart verwijderen
Sleuf voor Express-kaart
Gebruikershandleiding 8-5
Optionele apparaten
Kaartsleuf voor meerdere digitale media
De kaartsleuf voor meerdere digitale media van de computer kan
SD- (Secure Digital)/MS- (Memory Stick)/MS Pro- (Memory Stick Pro)/
SM- (Smart Media)/MMC- (MultiMedia Card)/xD-geheugenkaarten
herbergen. Met deze geheugenkaarten kunt u gemakkelijk gegevens
overbrengen van apparaten, bijvoorbeeld digitale camera’s en PDAs
(Personal Digital Assistants), die gebruik maken van SD-, MS-, MS Pro-,
SM-, MMC- of xD-geheugenkaarten.
Zie de volgende tabel voor de kaartcapaciteiten:
Een SD-/MS-/MS Pro-/SM-/MMC-/xD-kaart installeren
Voer de volgende stappen uit om een geheugenkaart te installeren.
1. Duw het schuifje naar links.
2. Plaats de geheugenkaart in de sleuf.
3. Duw voorzichtig tot de kaart vastzit.
De geheugenkaart inbrengen
Zorg dat er geen voorwerpen in de kaartsleuf voor meerdere digitale media
terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van
de computer beschadigen.
Kaarttype Capaciteiten
SD 8 MB, 16 MB, 32 MB, 64 MB, 128 MB, 256 MB, 512 MB,
1 GB
MMG 8 MB, 16 MB, 32 MB, 64 MB, 128 MB, 256 MB
SM 4 MB, 8 MB, 16 MB, 32 MB, 64 MB, 128 MB
MS 8 MB, 16 MB, 32 MB, 64 MB, 128 MB, 256 MB
MS Pro 256 MB, 512 MB, 1 GB
xD 4 MB, 8 MB, 16 MB, 32 MB, 64 MB, 128 MB, 256 MB,
512 MB
SD-/MS-/MS Pro-/SM-/MMC-/xD-kaart
Kaartsleuf voor meerdere digitale media
8-6 Gebruikershandleiding
Optionele apparaten
1. Memory Stick Duo-, Memory Stick Pro Duo- en Mini SD-kaarten worden
niet ondersteund.
2. De 5-V Smart Media-kaart wordt niet ondersteund.
3. U kunt niet twee kaarttypen tegelijk gebruiken. Breng slechts één kaart
in wanneer u de kaartsleuf voor meerdere digitale media gebruikt.
Een SD-/MS-/MS Pro-/SM-/MMC-/xD-kaart verwijderen
Voer de volgende stappen uit om de geheugenkaart te verwijderen.
1. Windows
®
XP: Open het pictogram Hardware veilig verwijderen op de
taakbalk en schakel de geïnstalleerde geheugenkaart uit.
2. Verwijder de kaart.
De geïnstalleerde geheugenkaart verwijderen
Zorg dat u de geheugenkaart correct inbrengt.
Als Windows de SD-/MS-/MS Pro-/SM-/MMC-/xD-kaart niet kan lezen,
dient u de kaart te verwijderen en opnieuw in te brengen.
SD-/MS-/MS Pro-/SM-/MMC-/xD-kaart
Zorg dat het lampje van de kaartsleuf voor meerdere digitale media uit
is voordat u de kaart verwijdert of de computer uitschakelt. Als u de
kaart verwijdert of de computer uitzet terwijl de computer toegang
verkrijgt tot de kaart, loopt u het risico dat gegevens verloren gaan of
de kaart beschadigd raakt.
Verwijder de geïnstalleerde geheugenkaart niet uit de sleuf terwijl de
computer op stand-by of in de slaapstand staat. Als u dit doet, bestaat
het risico dat de PC instabiel raakt of de gegevens op de
geheugenkaart verloren gaan.
Schakel de computer niet uit en zet de computer niet op stand-by of in
de slaapstand terwijl gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de
PC instabiel raken of kunnen gegevens verloren gaan.
Gebruikershandleiding 8-7
Optionele apparaten
Geheugenuitbreiding
U kunt het RAM van de computer uitbreiden door extra geheugenmodules
te installeren.
Een geheugenmodule installeren
Voer de volgende stappen uit om een geheugenmodule te installeren:
1. Schakel de computer uit in de opstartmodus. Raadpleeg de paragraaf
De computer uitschakelen in Hoofdstuk 3.
2. Ontkoppel alle kabels van de computer.
3. Zet de computer ondersteboven en verwijder de accu-eenheid (zie
hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden).
4. Verwijder de schroef waarmee het afdekplaatje van de
geheugenmodules is bevestigd.
Alleen geheugenmodules met de volgende bestelnummers kunnen
worden geïnstalleerd:
PA3311U-1M25
PA3312U-1M51
PA3313U-1M1G
Bij langdurig computergebruik worden de geheugenmodules heet. Laat
de geheugenmodules in dat geval afkoelen tot kamertemperatuur
alvorens de modules te vervangen.
Probeer niet om een geheugenmodule te installeren terwijl de
computer is ingeschakeld of in de Stand-by-modus of slaapstand is.
Hierdoor kunt u de computer en de geheugenmodule beschadigen.
Als u een geheugenmodule installeert die niet compatibel is met de
computer, hoort u een geluidsignaal wanneer u de computer
inschakelt. Als de module in sleuf A is geïnstalleerd, hoort u een lange
pieptoon gevolgd door een korte. Zit de module in sleuf B, dan hoort u
een lange pieptoon gevolgd door twee korte. Schakel de computer in
dat geval uit en verwijder de incompatibele module.
8-8 Gebruikershandleiding
Optionele apparaten
5. Verwijder het plaatje.
Het afdekplaatje verwijderen
6. Steek de geheugenmodule in de connector op de computer. Duw stevig
en voorzichtig tot de module goed vastzit.
7. Duw de module omlaag tot deze plat ligt en de twee klemmetjes
vastzitten.
Raak de connectoren op de geheugenmodule en op de computer niet aan.
Vuil op de connectoren kan problemen met de toegang tot het geheugen
veroorzaken.
De geheugenmodule inbrengen
8. Plaats het afdekplaatje terug en bevestig het met één schroef.
9. Wanneer u de computer inschakelt, wordt de totale geheugencapaciteit
automatisch herkend. Controleer met behulp van het programma HW
Setup of het toegevoegde geheugen wordt herkend. Als dit niet het
geval is, controleer dan of de module correct is ingebracht.
Gebruik een kruiskopschroevendraaier nummer 0.
Gebruikershandleiding 8-9
Optionele apparaten
Een geheugenmodule verwijderen
Als u de geheugenmodule wilt verwijderen, zorgt u dat de computer in de
opstartmodus is en voert u de volgende stappen uit:
1. Schakel de computer uit en verwijder alle kabels die op de computer
zijn aangesloten.
2. Zet de computer ondersteboven en verwijder de accu-eenheid
(zie hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden).
3. Verwijder de schroef waarmee het afdekplaatje van de
geheugenmodules is bevestigd.
4. Verwijder het plaatje.
5. Gebruik een dun voorwerp zoals een pen om de twee klemmetjes aan
weerszijden van de geheugenmodule naar buiten te duwen. De
geheugenmodule komt omhoog.
6. Pak de geheugenmodule aan weerszijden vast en trek de module eruit.
Raak de connectoren op de geheugenmodule en op de computer niet aan.
Vuil op de connectoren kan problemen met de toegang tot het geheugen
veroorzaken.
De geheugenmodule verwijderen
7. Plaats het afdekplaatje terug en bevestig het met één schroef.
Bij langdurig computergebruik worden de geheugenmodules heet. Laat
de geheugenmodules in dat geval afkoelen tot kamertemperatuur
alvorens de modules te vervangen.
Probeer niet om een geheugenmodule te verwijderen terwijl de
computer ingeschakeld is of op stand-by of in de slaapstand staat.
Hierdoor kunt u de computer en de geheugenmodule beschadigen.
8-10 Gebruikershandleiding
Optionele apparaten
Extra accu-eenheid (12 cellen en 6 cellen)
U kunt de draagbaarheid van de computer verbeteren met extra
accu-eenheden (12 cellen: PA3400U-1BAS/PA3400U-1BRS, 6 cellen:
PA3399U-1BAS/PA3399U-1BRS). Als er geen stopcontact in de buurt is en
uw accu leeg raakt, kunt u de accu vervangen door een volledig opgeladen
exemplaar. Zie hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden.
Extra netadapter
Als u de computer regelmatig op verschillende locaties gebruikt,
bijvoorbeeld thuis en op kantoor, kunt u het vervoer vergemakkelijken
door op elke locatie een netadapter achter de hand te houden:
PA3283U-2ACA/PA3283E-2ACA.
USB-diskettestation
Op de USB-poort kan een 3,5-inch externe diskettestationsmodule worden
aangesloten. Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor informatie
over het aansluiten van de externe 3,5-inch diskettestationsmodule.
Advanced Port Replicator III
Door middel van de Port Replicator kan de computer worden uitgebreid
met een audio line-in- en line-out-bus, en afzonderlijke poorten voor een
PS/2-muis en een PS/2-toetsenbord. De Port Replicator wordt rechtstreeks
aan de docking-interface op de onderkant van de computer gekoppeld. De
Port Replicator wordt via de netadapter op een voedingsbron aangesloten.
De computer moet correct worden geconfigureerd voor u verbinding met
een LAN kunt maken. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de
standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen
op het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste
configuratieprocedures.
Gebruikershandleiding 8-11
Optionele apparaten
De Port Replicator heeft de volgende poorten en accessoires.
RJ45-LAN-poort
RJ11-modempoort
Poort voor externe monitor
Parallelle poort
Seriële poort
PS/2-muispoort
PS/2-toetsenbordpoort
Gelijkstroomingang (DC IN)
Sleuf voor beveiligingsslot
Line-in- en line-out-bus (audio)
Universal Serial Bus-poorten (vier)
i.LINK- (IEEE 1394-)poort
DVI-poort (aanwezig op sommige modellen)
Parallelle printer
U kunt elke standaard Centronics-compatibele parallelle printer op de
computer aansluiten. U hebt alleen een parallelle-printerkabel voor de IBM
PC™ nodig. Hiervoor kunt u terecht bij uw dealer en bij de meeste
computerwinkels.
De kabelconnectoren zijn zo ontworpen dat u ze onmogelijk verkeerd kunt
aansluiten. U kunt tevens een parallelle printer aan een optionele
Advanced Port Replicator koppelen. Voer de volgende stappen uit om een
printer aan te sluiten:
1. Schakel de computer uit.
2. Steek één connector van de kabel in de parallelle poort van de
computer.
3. Draai de schroeven waarmee de kabelconnector aan de parallelle poort
wordt bevestigd, vast.
4. Steek de andere kabelconnector in de parallelle connector van de
printer.
5. Bevestig de connector aan de printer met de klemmetjes op de
parallelle poort.
6. Schakel de printer in.
7. Schakel de computer in.
8. Start het programma HW Setup. Raadpleeg hoofdstuk 7, HW Setup en
wachtwoorden.
9. Selecteer het tabblad Parallel/Printer in het venster TOSHIBA
HW Setup.
Ontkoppel alle kabels van de computer alvorens een Port Replicator aan
de computer te koppelen.
8-12 Gebruikershandleiding
Optionele apparaten
10. Stel de parallelle poort op ECP in en klik op OK.
11. Kies Opnieuw opstarten om de wijziging te activeren.
12. Selecteer de printer in de Windows-wizard Printer toevoegen. Om deze
wizard te openen klikt u op Start, wijst u Instellingenaan, klikt u op
Printers en dubbelklikt u op het pictogram Printer toevoegen.
Externe monitor
Op de computerpoort voor de externe monitor kan een externe analoge
monitor worden aangesloten. De computer ondersteunt VGA- en Super
VGA-videomodi. Voer de volgende stappen uit om een monitor aan te
sluiten.
1. Sluit de monitor aan op de poort voor de externe monitor.
2. Schakel de monitor in.
Wanneer u de computer aanzet, wordt de monitor automatisch herkend en
wordt vastgesteld of het een kleuren- of monochrome monitor betreft.
In het programma HW Setup hebt u voor het beeldscherm de keuze uit de
opties
Autom. geselecteerd
en
Gelijktijdig
. Raadpleeg
hoofdstuk 7, HW Setup en wachtwoorden.
Als u in het programma HW Setup
Gelijktijdig
hebt geselecteerd
voor het beeldscherm, zijn na het inschakelen van de computer zowel de
externe monitor als het interne LCD-scherm actief. Hebt u
Autom.
geselecteerd
geactiveerd, dan is alleen de externe monitor actief.
Als u de beeldscherminstellingen wilt wijzigen, drukt u op Fn + F5. Indien u
de monitor ontkoppelt alvorens de computer uit te schakelen, dient u op
Fn + F5 te drukken om over te schakelen naar het interne beeldscherm.
Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor details over het wijzigen van
de beeldscherminstelling met sneltoetsen.
Als een externe monitor aan de computer is gekoppeld, dient u geen Port
Replicator aan te sluiten. Ontkoppel eerst de externe monitor van de
computer, sluit vervolgens de Port Replicator aan en gebruik de
externe-monitorpoort op de Port Replicator.
De functie Hervatten kan met een externe monitor worden gebruikt.
Schakel Hervatten eenvoudig in en de computer handhaaft de gegevens
zoals deze op de externe monitor worden weergegeven.
Als u het beeldscherm van de computer op Gelijktijdig instelt, moet u
zorgen dat de resolutie van het computerscherm identiek is aan die van de
externe monitor of het andere apparaat (bijvoorbeeld een projector).
Gebruikershandleiding 8-13
Optionele apparaten
Televisie
Op de video-uit-poort van de computer kunt u een televisie aansluiten. Voer
de volgende stappen uit om een televisie aan te sluiten.
1. Schakel de computer uit.
2. Gebruik een videokabel (niet bijgeleverd) om de televisie aan de video-
uit-poort te koppelen.
Een televisie aansluiten
3. Zet de televisie aan.
4. Schakel de computer in.
i.LINK (IEEE1394)
Sommige modellen zijn uitgerust met een i.LINK-poort.
i.LINK (IEEE 1394) ondersteunt snelle gegevensoverdracht voor een scala
van compatibele apparaten zoals:
1. Digitale videocamera’s
2. Vaste schijven
3. MO-stations
4. CD-RW-stations
Voorzorgsmaatregelen
1. Maak een back-up van uw gegevens voordat u deze naar de computer
overbrengt. Het gevaar bestaat dat de originele gegevens beschadigd
raken. Bij digitale video-overdracht kan het met name gebeuren dat
bepaalde frames worden verwijderd. TOSHIBA aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor dergelijk gegevensverlies.
2. Verricht geen gegevensoverdracht op plaatsen waar gemakkelijk
statische elektriciteit wordt gegenereerd of op plaatsen die onderhevig
zijn aan elektronische ruis. Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan.
i.LINK gebruikt een 4-pens connector, die geen stroom geleidt. Externe
apparaten moeten apart van stroom worden voorzien.
8-14 Gebruikershandleiding
Optionele apparaten
3. Als u gegevens overdraagt via een IEEE 1394-hub, zorg dan dat er
tijdens de gegevensoverdracht geen andere apparaten aan de hub
worden gekoppeld of ervan worden ontkoppeld. Hierdoor zullen
gegevens waarschijnlijk beschadigd raken. Sluit alle apparaten op de
hub aan voordat u de computer inschakelt.
4. U mag auteursrechtelijk beschermde video- of muziekopnamen alleen
kopiëren voor privégebruik.
5. Als u een iLINK-apparaat aansluit op/loskoppelt van een ander
iLINK-apparaat dat gegevens met de computer uitwisselt, kunnen er
gegevens verloren gaan.
6. Controleer of de gegevensoverdracht is voltooid of schakel de
computer uit voordat u:
a. Een iLINK-apparaat aansluit op/loskoppelt van de computer.
b. Een iLINK-apparaat aansluit op/loskoppelt van een ander
iLINK-apparaat dat op de computer is aangesloten.
Aansluiten
1. Zorg dat de connectoren goed ineengrijpen en koppel de i.LINK-
(IEEE 1394-)kabel aan de computer.
2. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan het apparaat.
Neem bij het gebruik van i.LINK de volgende punten in acht:
a. U zult wellicht stuurprogramma’s voor uw i.LINK-apparaten moeten
installeren.
b. Niet alle i.LINK-apparaten zijn getest; er is dus geen garantie voor
compatibiliteit met alle i.LINK-apparaten.
c. Gebruik een S100-, S200- of S400-kabel van maximaal drie meter.
d. De stand-by-modus en de functie voor automatisch uitschakelen
worden wellicht niet door alle apparaten ondersteund.
e. Koppel of ontkoppel een i.LINK-apparaat niet terwijl het een
toepassing gebruikt of wanneer het door de computer wordt uitgezet
om energie te besparen. Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan.
f. Wanneer meerdere IEEE1394-apparaten op een PC zijn
aangesloten, worden de apparaten mogelijk niet correct
geïdentificeerd. Dit probleem kan optreden wanneer Windows
®
XP
opnieuw wordt gestart terwijl de apparaten aangesloten zijn of
wanneer de IEEE1394-apparaten worden ingeschakeld voordat de
PC is aangezet. Als dit probleem zich voordoet, ontkoppelt u de
IEEE1394-kabels en sluit u deze opnieuw aan.
Ontkoppelen
1. Open het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk.
2. Wijs i.LINK-apparaat aan en klik.
3. Ontkoppel de kabel van de computer en vervolgens van het i.LINK-
apparaat.
Raadpleeg tevens de documentatie die bij uw i.LINK-apparaat is geleverd.
Gebruikershandleiding 8-15
Optionele apparaten
Beveiligingsslot
Met het beveiligingsslot kunt u de computer aan een bureau of ander groot
voorwerp verankeren om te voorkomen dat de computer door
onbevoegden wordt verwijderd.
Aan de linkerkant van de computer bevindt zich een sleuf voor het
beveiligingsslot. Bevestig één uiteinde van een kabel aan het bureau en
het andere uiteinde aan de sleuf voor het beveiligingsslot.
Beveiligingsslot
8-16 Gebruikershandleiding
Optionele apparaten
Gebruikershandleiding 9-1
TECRA A4
Hoofdstuk 9
Probleemoplossing
TOSHIBA-computers hebben een duurzaam ontwerp. Mochten er echter
problemen optreden, dan kunt u aan de hand van de procedures in dit
hoofdstuk bepalen wat er aan de hand is.
Alle gebruikers dienen dit hoofdstuk te lezen. Als u weet wat er fout kan
gaan, kunt u bepaalde problemen wellicht vermijden.
Handelwijze bij probleemoplossing
Het oplossen van problemen zal u veel gemakkelijker afgaan als u de
volgende richtlijnen in acht neemt:
Houd onmiddellijk op met werken als u beseft dat er iets niet in orde is.
Als u doorgaat, loopt u het risico van gegevensverlies of materiële
schade. Misschien vernietigt u informatie die waardevolle aanwijzingen
voor het oplossen van het probleem kan verschaffen.
Let op wat er gebeurt. Noteer wat het systeem doet en welke
handelingen u verrichtte vlak vóór het probleem zich voordeed. Als er
een printer is aangesloten, maakt u met de PrtSc-toets een afdruk van
het scherm.
De vragen en procedures in dit hoofdstuk zijn bedoeld als leidraad, niet als
onfeilbare probleemoplossingstechnieken. Veel problemen kunnen op
eenvoudige wijze worden opgelost, maar in bepaalde gevallen zult u uw
dealer moeten inschakelen. Als u uw dealer of anderen wilt raadplegen,
dient u bereid te zijn het probleem zo gedetailleerd mogelijk te beschrijven.
9-2 Gebruikershandleiding
Probleemoplossing
Algemene controlepunten
Overweeg eerst de eenvoudigste oplossing. De punten in deze lijst zijn
eenvoudig te controleren maar kunnen ten grondslag liggen aan schijnbaar
ernstige problemen.
Zet alle randapparatuur aan alvorens u de computer aanzet. Hiertoe
behoren ook de printer en alle externe apparatuur waarvan u gebruik
maakt.
Schakel de computer uit voordat u een extern apparaat aansluit. Het
nieuwe apparaat wordt automatisch herkend wanneer u de computer
weer inschakelt.
Zorg dat alle opties correct zijn ingesteld in het Setup-programma.
Controleer alle kabels. Zijn ze correct en stevig aangesloten? Losse
kabels kunnen signaalfouten veroorzaken.
Inspecteer alle verbindingskabels op losse draden en alle connectoren
op losse pennen.
Controleer of uw diskette correct in het station is geplaatst en of het
schrijfbeveiligingsschuifje van de diskette in de juiste stand is gezet.
Maak notities van uw waarnemingen in een permanent foutenlogboek.
Hierdoor kunt u gemakkelijker aan uw dealer uitleggen wat de problemen
zijn. Als een probleem zich nogmaals voordoet, kunt u het probleem aan de
hand van dit logboek sneller identificeren.
Het probleem analyseren
Soms geeft het systeem aanwijzingen aan de hand waarvan u kunt
bepalen wat er aan de hand is. Stel uzelf bij het oplossen van problemen
de volgende vragen:
Welk deel van het systeem werkt niet naar behoren: toetsenbord,
diskettestations, vaste schijf, printer, beeldscherm? De symptomen die
u waarneemt, geven aan om welk apparaat het gaat.
Is het besturingssysteem correct geconfigureerd? Controleer de
configuratieopties.
Wat is er op het beeldscherm te zien? Zijn er berichten, of tekens in
willekeurige volgorde? Maak een afdruk van het scherm als er een
printer is aangesloten. Zoek de berichten op in de documentatie bij de
software en het besturingssysteem. Controleer of alle kabels correct
zijn aangesloten en goed vastzitten. Losse kabels kunnen foutieve of
onderbroken signalen veroorzaken.
Branden er indicatielampjes? Welke? Welke kleur hebben ze? Branden
ze ononderbroken of knipperen ze? Noteer wat u ziet.
Hoort u pieptonen? Hoeveel? Zijn ze lang of kort? Zijn het hoge of lage
pieptonen? Maakt de computer ongebruikelijke geluiden? Noteer wat u
hoort.
Registreer uw waarnemingen, zodat u ze aan uw dealer kunt beschrijven.
Gebruikershandleiding 9-3
Probleemoplossing
Controlelijst voor hardware en systeem
In dit gedeelte wordt ingegaan op problemen die worden veroorzaakt door
de computerhardware of de aangesloten randapparaten. In de volgende
gebieden kunnen zich elementaire problemen voordoen:
Opstartprocedure van het systeem Touchpad
Zelftest PC-kaart
Voeding SD-/MS-/SM-/MMC-/xD-kaart
Wachtwoord Monitor
Toetsenbord Geluidssysteem
LCD-scherm Tv-uitgangssignaal
Vaste schijf USB
DVD-ROM-station Modem
CD-RW-/DVD-ROM-station Stand-by/slaapstand
DVD±R/±RW-station Geheugenuitbreiding
DVD Super Multi-station LAN
Diskettestation Draadloos LAN
Infraroodpoort Bluetooth
Printer i.LINK (IEEE 1394)
Aanwijsapparaat
Software De problemen worden wellicht door uw software
of diskette veroorzaakt.
Als u een softwarepakket niet kunt laden, is het
medium (meestal een diskette) of het programma
misschien beschadigd. Probeer een andere kopie
van de software te laden.
Als tijdens het gebruik van een softwarepakket
een foutbericht verschijnt, raadpleegt u de
softwaredocumentatie. Deze documentatie bevat
meestal een gedeelte over probleemoplossing of
een samenvatting van foutberichten.
Vervolgens leest u de documentatie bij het
besturingssysteem op foutberichten na.
Hardware Als u geen softwareprobleem kunt vinden,
controleert u de hardware. Werk eerst de eerder
genoemde controlelijst af. Kunt u het probleem
nog steeds niet kunt verhelpen, dan probeert u de
bron van het probleem vast te stellen. Het
volgende gedeelte bevat controlelijsten voor
afzonderlijke onderdelen en randapparaten.
9-4 Gebruikershandleiding
Probleemoplossing
Opstartprocedure van het systeem
Als de computer niet correct wordt opgestart, controleert u het volgende:
Zelftest
Voedingsbronnen
Wachtwoord voor opstarten
Zelftest
Wanneer de computer wordt opgestart, wordt de zelftest automatisch
uitgevoerd en verschijnt het volgende bericht op het scherm:
In Touch with Tomorrow
TOSHIBA
Dit bericht blijft enkele seconden zichtbaar.
Als de zelftest slaagt, probeert de computer het besturingssysteem te
laden, Afhankelijk van de instelling voor opstartprioriteit in het programma
Hardware Setup probeert de computer het besturingssysteem eerst vanaf
station A en dan vanaf station C te laden, of eerst vanaf station C en dan
vanaf station A.
Als een van de volgende situaties optreedt, is de zelftest mislukt:
De computer stopt en toont geen informatie of berichten.
U hoort een pieptoon, en na enkele seconden worden geen nieuwe
berichten weergegeven.
Er verschijnen willekeurige tekens op het scherm en het systeem
functioneert niet normaal.
Er verschijnt een foutbericht op het scherm.
Schakel de computer uit en controleer alle kabelaansluitingen. Als de test
hierna weer mislukt, neemt u contact op met de dealer.
Voeding
Als de computer niet op de netadapter is aangesloten, is de accu-eenheid
de voornaamste voedingsbron. De computer heeft echter een aantal
andere voedingsbronnen, zoals de intelligente stroomvoorziening en de
RTC-batterij. Deze bronnen staan met elkaar in verband en kunnen elk ten
grondslag liggen aan schijnbare stroomvoorzieningsproblemen.
Deze paragraaf bevat controlelijsten voor de netadapter en de hoofdaccu.
Als u een probleem niet kunt oplossen aan de hand van deze lijsten, ligt de
oorzaak misschien bij een andere voedingsbron. Neem in dat geval contact
op met uw dealer.
Uitschakelen bij oververhitting
Als de interne temperatuur van de computer te hoog oploopt, wordt de
computer automatisch afgesloten.
Gebruikershandleiding 9-5
Probleemoplossing
Netvoeding
Als zich bij het inschakelen van de computer problemen voordoen terwijl de
netadapter is aangesloten, controleert u het DC IN-lampje. Raadpleeg
hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden voor nadere informatie.
Accu
Als u een probleem met de accu vermoedt, controleert u het DC IN -lampje
en het acculampje. Raadpleeg hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden voor informatie over de lampjes en de werking van de accu.
Probleem Procedure
Netadapter voorziet
de computer niet van
stroom (DC IN-lampje
brandt niet groen).
Controleer de aansluitingen. Zorg dat het snoer
stevig is verbonden met de computer en een
stopcontact.
Controleer de toestand van het snoer en de
aansluitpunten. Is het snoer versleten of
beschadigd, dan vervangt u het. Als de
aansluitpunten vuil zijn, veegt u deze af met een
schone, droge doek.
Als de netadapter de computer nog steeds niet
van stroom voorziet, neemt u contact op met uw
dealer.
Probleem Procedure
Accu voorziet de
computer niet van
stroom.
De accu is wellicht ontladen. Sluit de netadapter
aan om de accu op te laden.
Accu wordt niet
opgeladen wanneer
de netadapter is
aangesloten
(acculampje brandt
niet oranje).
Als de accu volledig ontladen is, begint het
oplaadproces niet meteen. Wacht enkele
minuten.
Wordt de accu nog steeds niet opgeladen, dan
controleert u of het stopcontact stroom levert
door er een ander apparaat op aan te sluiten.
Als dit niet het geval is, probeert u een ander
stopcontact.
Controleer of de accu heet of koud aanvoelt: een
te hete of te koude accu wordt niet correct
opgeladen. Laat de accu op kamertemperatuur
komen.
Verwijder de netadapter en de accu om te
controleren of de accupolen schoon zijn. Veeg
de polen zo nodig af met een schone, droge
doek die is bevochtigd met alcohol.
Sluit de netadapter aan en plaats de accu terug.
Zorg dat de accu goed vastzit.
9-6 Gebruikershandleiding
Probleemoplossing
Wachtwoord
Toetsenbord
Toetsenbordproblemen kunnen worden veroorzaakt door de
computerconfiguratie. Raadpleeg hoofdstuk 5,
Het toetsenbord
, en
hoofdstuk 7,
HW Setup en wachtwoorden
.
Controleer het acculampje. Als dit niet brandt,
laat u de accu minimaal 20 minuten opladen via
de computer. Indien het acculampje hierna
brandt, laat u de accu nog minstens 20 minuten
opladen alvorens de computer in te schakelen.
Als het lampje nog steeds niet brandt, is de accu
misschien versleten. Vervang de accu.
Als de accu volgens u nog niet aan vervanging
toe is, raadpleegt u de dealer.
Accu levert minder lang
stroom dan verwacht.
Als u een gedeeltelijk opgeladen accu herhaalde
malen oplaadt, wordt de accu mogelijk niet
optimaal opgeladen. Ontlaad de accu volledig en
probeer deze vervolgens op te laden.
Controleer de instellingen voor stroomverbruik in
het hulpprogramma Power Saver. Misschien is
het een goed idee om een
energiebesparingsmodus te gebruiken.
Probleem Procedure
Probleem Procedure
Kan wachtwoord niet
invoeren.
Raadpleeg de paragraaf Wachtwoord in
hoofdstuk 7, HW Setup en wachtwoorden.
Probleem Procedure
Sommige lettertoetsen
produceren cijfers.
Controleer of de geïntegreerde numerieke
toetsen zijn geselecteerd. Druk op Fn + F10 en
typ de letters opnieuw.
De tekens worden niet
correct weergegeven
op het scherm.
Controleer of de software opnieuw wordt
ingedeeld door het toetsenbord. Dat wil zeggen
dat de betekenis van de toetsen door de
software opnieuw wordt toegewezen. Raadpleeg
de documentatie bij de software.
Als u het toetsenbord nog steeds niet kunt
gebruiken, raadpleegt u uw dealer.
Gebruikershandleiding 9-7
Probleemoplossing
LCD-scherm
LCD-problemen kunnen te maken hebben met de computerconfiguratie.
Raadpleeg hoofdstuk 7, HW Setup en wachtwoorden, voor meer
informatie.
Vaste schijf
Probleem Procedure
Het scherm blijft leeg. Druk op de sneltoets Fn + F5 om de
beeldschermprioriteit te wijzigen, zodat deze niet
op een externe monitor is ingesteld.
Er zitten vlekken op
de LCD.
Deze vlekken kunnen zijn veroorzaakt door
contact met het toetsenbord, touchpad of cPad.
Veeg met een schone, droge doek voorzichtig
over de LCD. Als de vlekken niet verdwijnen,
kunt u een LCD-reinigingsmiddel gebruiken.
Sluit de LCD pas wanneer deze volledig droog is.
De zojuist genoemde
problemen houden
aan of er treden
andere problemen op.
Raadpleeg de documentatie bij de software om
te bepalen of het probleem wordt veroorzaakt
door de software.
Neem contact op met uw dealer als de
problemen aanhouden.
Probleem Procedure
Computer wordt niet
opgestart vanaf de
vaste schijf.
Controleer of het diskettestation een diskette of
het optische station een CD-ROM bevat.
Verwijder de diskette en/of CD-ROM en
controleer de opstartprioriteit. Raadpleeg
hoofdstuk 7, Opstartprioriteit.
Er is mogelijk een probleem met uw
besturingssysteembestanden. Raadpleeg de
documentatie bij het besturingssysteem.
Computer werkt traag. Uw bestanden zijn misschien gefragmenteerd.
Voer Schijfcontrole en Defragmentatie uit om de
toestand van uw bestanden en schijf te
controleren. Raadpleeg de documentatie bij het
besturingssysteem of de on line Help voor
informatie over het uitvoeren van deze
programma’s.
Als niets helpt, formatteert u de vaste schijf
opnieuw. Vervolgens laadt u het
besturingssysteem en andere bestanden
opnieuw.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw dealer.
9-8 Gebruikershandleiding
Probleemoplossing
DVD-ROM-station
Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer informatie.
Probleem Procedure
U kunt geen toegang
krijgen tot een
CD/DVD in het station.
Controleer of de stationslade goed dicht zit. Duw
zachtjes tot de lade vastklikt.
Open de lade en controleer of de DVD goed ligt:
vlak op het lade-oppervlak, met het opschrift
omhoog.
Een vreemd voorwerp in de lade kan
leesactiviteit verhinderen. Verwijder eventuele
voorwerpen.
Controleer of de CD/DVD vuil is. Veeg de schijf
zo nodig af met een schone doek die is
bevochtigd met water of een neutraal
schoonmaakmiddel. Raadpleeg de paragraaf
Behandeling van schijven in hoofdstuk 4 voor
nadere informatie.
Sommige CD's/DVD’s
worden correct
uitgevoerd, maar
andere niet.
Misschien is er een fout in de software- of
hardwareconfiguratie. Controleer of de
hardwareconfiguratie juist is voor de software.
Lees de documentatie bij de CD/DVD na.
Controleer welk type CD/DVD u gebruikt. Het
station ondersteunt:
DVD-ROM: DVD-ROM, DVD-video
CD-ROM: CD-DA, CD-Text, Photo CD
(single/multi-session), CD-ROM
Mode 1, Mode 2, CD-ROM XA
Mode 2 (Form1, Form2), Enhanced
CD (CD-EXTRA), CD-G (alleen
audio-CD), Adresseringsmethode 2
Controleer de regiocode op de DVD. Deze moet
overeenkomen met de regiocode op het
DVD-ROM-station. Raadpleeg de paragraaf
Optisch station in hoofdstuk 2, Rondleiding,
voor informatie over regiocodes.
Neem contact op met uw dealer als de
problemen aanhouden.
Gebruikershandleiding 9-9
Probleemoplossing
CD-RW-/DVD-ROM-station
Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer informatie.
Probleem Procedure
U kunt geen toegang
krijgen tot een
CD/DVD in het station.
Controleer of de stationslade goed dicht zit.
Duw zachtjes tot de lade vastklikt.
Open de lade en controleer of de CD/DVD goed
ligt: vlak op het lade-oppervlak, met het opschrift
omhoog.
Een vreemd voorwerp in de lade kan
leesactiviteit verhinderen. Verwijder eventuele
voorwerpen.
Controleer of de DVD vuil is. Veeg de schijf zo
nodig af met een schone doek die is bevochtigd
met water of een neutraal schoonmaakmiddel.
Raadpleeg de paragraaf Behandeling van
schijven in hoofdstuk 4 voor nadere informatie.
Sommige CD's/DVD’s
worden correct
uitgevoerd, maar
andere niet.
Misschien is er een fout in de software- of
hardwareconfiguratie. Controleer of de
hardwareconfiguratie juist is voor de software.
Lees de documentatie bij de CD/DVD na.
Controleer welk type DVD/CD u gebruikt. Het
station ondersteunt:
DVD-ROM: DVD-ROM, DVD-video
CD-ROM: CD-DA, CD-Text, Photo CD
(single/multi-session), CD-ROM
Mode 1, Mode 2, CD-ROM XA Mode
2 (Form1, Form2),
Enhanced CD (CD-EXTRA),
CD-G (alleen audio-CD)
Beschrijfbaar:CD-R, CD-RW
Controleer de regiocode op de DVD. Deze moet
overeenkomen met de regiocode op het
CD-RW-/DVD-ROM-station. Raadpleeg de
paragraaf Optisch station in hoofdstuk 2,
Rondleiding, voor informatie over regiocodes.
9-10 Gebruikershandleiding
Probleemoplossing
DVD±R/±RW-station
Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer informatie.
Kan niet goed
schrijven.
Indien er problemen zijn met schrijven,
controleert u of u de volgende voorschriften in
acht hebt genomen:
Gebruik alleen schijven die door TOSHIBA
zijn aanbevolen.
Gebruik het aanwijsapparaat of toetsenbord
niet tijdens het schrijven.
Gebruik alleen de software die bij de
computer is geleverd voor het opnemen van
gegevens.
Gebruik of start geen andere software tijdens
het schrijven.
Stoot niet tegen de computer tijdens het
schrijven.
Koppel of ontkoppel geen externe apparaten
en installeer/verwijder geen interne kaarten
tijdens het schrijven.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw dealer.
Probleem Procedure
Probleem Procedure
U kunt geen toegang
krijgen tot een
CD/DVD in het station.
Controleer of de stationslade goed dicht zit. Duw
zachtjes tot de lade vastklikt.
Open de lade en controleer of de CD/DVD goed
ligt: vlak op het lade-oppervlak, met het opschrift
omhoog.
Een vreemd voorwerp in de lade kan
leesactiviteit verhinderen. Verwijder eventuele
voorwerpen.
Controleer of de DVD vuil is. Veeg de schijf zo
nodig af met een schone doek die is bevochtigd
met water of een neutraal schoonmaakmiddel.
Raadpleeg de paragraaf Behandeling van
schijven in hoofdstuk 4 voor nadere informatie.
Gebruikershandleiding 9-11
Probleemoplossing
Sommige CD's/DVD’s
worden correct
uitgevoerd, maar
andere niet.
Misschien is er een fout in de software- of
hardwareconfiguratie. Controleer of de
hardwareconfiguratie juist is voor de software.
Lees de documentatie bij de CD/DVD na.
Controleer welk type DVD/CD u gebruikt. Het
station ondersteunt:
DVD-ROM: DVD-ROM, DVD-video
CD-ROM: CD-DA, CD-Text, Photo CD
(single/multi-session), CD-ROM
Mode 1, Mode 2, CD-ROM XA Mode
2 (Form1, Form2), Enhanced CD
(CD-EXTRA), CD-G (alleen audio-
CD), Adresseringsmethode 2
Controleer de regiocode op de DVD. Deze
moet overeenkomen met de regiocode op het
CD-RW-/DVD-ROM-station. Raadpleeg de
paragraaf Optisch station in hoofdstuk 2,
Rondleiding, voor informatie over regiocodes.
Kan niet goed
schrijven.
Indien er problemen zijn met schrijven,
controleert u of u de volgende voorschriften in
acht hebt genomen:
Gebruik alleen schijven die door TOSHIBA
zijn aanbevolen.
Gebruik het aanwijsapparaat of toetsenbord
niet tijdens het schrijven.
Gebruik alleen de software die bij de
computer is geleverd voor het opnemen van
gegevens.
Gebruik of start geen andere software tijdens
het schrijven.
Stoot niet tegen de computer tijdens het
schrijven.
Koppel of ontkoppel geen externe apparaten
en installeer/verwijder geen interne kaarten
tijdens het schrijven.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw dealer.
Probleem Procedure
9-12 Gebruikershandleiding
Probleemoplossing
DVD Super Multi-station
Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer informatie.
Probleem Procedure
U kunt geen toegang
krijgen tot een
CD/DVD in het station.
Controleer of de stationslade goed dicht zit. Duw
zachtjes tot de lade vastklikt.
Open de lade en controleer of de CD/DVD goed
ligt: vlak op het lade-oppervlak, met het opschrift
omhoog.
Een vreemd voorwerp in de lade kan
leesactiviteit verhinderen. Verwijder eventuele
voorwerpen.
Controleer of de DVD vuil is. Veeg de schijf zo
nodig af met een schone doek die is bevochtigd
met water of een neutraal schoonmaakmiddel.
Raadpleeg de paragraaf Behandeling van
schijven in hoofdstuk 4 voor nadere informatie.
Sommige CD's/DVD’s
worden correct
uitgevoerd, maar
andere niet.
Misschien is er een fout in de software- of
hardwareconfiguratie. Controleer of de
hardwareconfiguratie juist is voor de software.
Lees de documentatie bij de CD/DVD na.
Controleer welk type DVD/CD u gebruikt. Het
station ondersteunt:
DVD-ROM: DVD-ROM, DVD-video
CD-ROM: CD-DA, CD-Text, Photo CD
(single/multi-session), CD-ROM
Mode 1, Mode 2, CD-ROM XA
Mode 2 (Form1, Form2), Enhanced
CD (CD-EXTRA), CD-G (alleen
audio-CD)
Controleer de regiocode op de DVD. Deze moet
overeenkomen met de regiocode op het
CD-RW-/DVD-ROM-station. Raadpleeg de
paragraaf Optisch station in hoofdstuk 2,
Rondleiding, voor informatie over regiocodes.
Gebruikershandleiding 9-13
Probleemoplossing
Diskettestation
Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer informatie.
Kan niet goed
schrijven.
Indien er problemen zijn met schrijven,
controleert u of u de volgende voorschriften in
acht hebt genomen:
Gebruik alleen schijven die door TOSHIBA
zijn aanbevolen.
Gebruik het aanwijsapparaat of toetsenbord
niet tijdens het schrijven.
Gebruik alleen de software die bij de
computer is geleverd voor het opnemen van
gegevens.
Gebruik of start geen andere software tijdens
het schrijven.
Stoot niet tegen de computer tijdens het
schrijven.
Koppel of ontkoppel geen externe apparaten
en installeer/verwijder geen interne kaarten
tijdens het schrijven.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw dealer.
Probleem Procedure
Probleem Procedure
Station werkt niet. Misschien is de kabel tussen de computer en het
station niet goed bevestigd. Controleer of deze
kabel correct is aangesloten.
Sommige
programma’s worden
correct uitgevoerd,
maar andere niet.
Misschien is er een fout in de software- of
hardwareconfiguratie. Controleer of de
hardwareconfiguratie juist is voor de software.
U kunt niet lezen van
of schrijven naar het
3,5-inch
diskettestation.
Probeer een andere diskette. Als u toegang hebt
tot deze diskette, is er iets aan de hand met de
oorspronkelijke diskette (niet met het
diskettestation).
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw dealer.
9-14 Gebruikershandleiding
Probleemoplossing
Infraroodpoort
Raadpleeg tevens de documentatie bij uw IrDA-compatibele apparaat en
de bijbehorende software.
Printer
Raadpleeg de paragrafen over probleemoplossing en andere relevante
paragrafen in uw printer- en softwaredocumentatie.
Aanwijsapparaat
Als u een USB-muis gebruikt, raadpleeg dan tevens de paragraaf USB in
dit hoofdstuk, en de documentatie bij de muis.
Probleem Procedure
Infraroodapparaten
werken niet zoals
verwacht.
Ga na of het apparaat op een stopcontact is
aangesloten. Controleer of het stopcontact
stroom levert door er een ander apparaat op aan
te sluiten.
Controleer of er geen obstructie is die de
communicatie tussen de computer en het
doelapparaat blokkeert.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw dealer.
Probleem Procedure
Printer kan niet
worden ingeschakeld.
Ga na of de printer op een stopcontact is
aangesloten. Controleer of het stopcontact
stroom levert door er een ander apparaat op aan
te sluiten.
Computer/printer
communiceren niet.
Controleer of de printer is ingeschakeld en on
line (gebruiksklaar) is.
Controleer of de kabel tussen de printer en de
computer intact is. Ga na of de kabel stevig is
aangesloten.
Een parallelle printer moet op de parallelle poort
worden aangesloten, en een seriële printer op
de seriële poort. Ga na of de poorten correct zijn
geconfigureerd.
Controleer of de printer correct is gedefinieerd in
de configuratie-instellingen van de software.
Lees uw printer- en softwaredocumentatie na.
Printerfout
Lees uw printerdocumentatie na.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw dealer.
Gebruikershandleiding 9-15
Probleemoplossing
Touchpad
Probleem Procedure
Schermaanwijzer
reageert niet wanneer
het touchpad wordt
gebruikt.
Misschien is het systeem bezet. Als de
aanwijzer de vorm van een zandloper heeft,
wacht u tot de aanwijzer weer de normale vorm
heeft en probeert u het opnieuw.
Dubbel aantikken
werkt niet.
Wijzig de dubbelkliksnelheid in het
hulpprogramma voor muisbesturing.
1. Open het Configuratiescherm, selecteer
het pictogram Muis en druk op Enter.
2. Klik op de tab Knoppen.
3. Stel de dubbelkliksnelheid in conform de
aanwijzingen en klik op OK.
Schermaanwijzer
wordt te snel of te
traag verplaatst.
Wijzig de snelheid van de aanwijzer in het
hulpprogramma voor muisbesturing.
1. Open het Configuratiescherm, selecteer
het pictogram Muis en druk op Enter.
2. Klik op de tab Aanwijzeropties.
3. Stel de snelheid van de aanwijzer in conform
de aanwijzingen en klik op OK.
Touchpad reageert te
sterk of slecht op
aantikken.
Wijzig de gevoeligheid van het touchpad.
1. Open het Configuratiescherm.
2. Klik op het pictogram Printers en vervolgens
op het pictogram Andere hardware.
3. Klik op het pictogram Muis.
4. Klik op de tab Apparaatinstelling.
5. Klik op de knop Instelling.
6. Het eigenschappenvenster van het
Synaptics-touchpad op de PS/2-poort wordt
geopend. Dubbelklik op Sensitivity
(Gevoeligheid) in het selectiegedeelte aan
de linkerkant van het scherm.
7. PalmCheck en Touch Sensitivity worden
weergegeven. Klik op Touch Sensitivity.
8. Sleep de schuifknop van Touch Sensitivity
naar de gewenste positie. Klik op OK.
9. Klik op OK in het tabblad Apparaatinstelling.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw dealer.
9-16 Gebruikershandleiding
Probleemoplossing
USB-muis (optioneel)
Deze paragraaf is alleen van toepassing op Windows
®
XP.
PC-kaart
Zie ook hoofdstuk 8, Optionele apparaten.
Probleem Procedure
Schermaanwijzer
reageert niet wanneer
de muis wordt
gebruikt.
Misschien is het systeem bezet. Als de
aanwijzer de vorm van een zandloper heeft,
wacht u tot de aanwijzer weer de normale vorm
heeft en probeert u het opnieuw.
Controleer of de muis correct op de USB-poort is
aangesloten.
Dubbelklikken werkt
niet.
Wijzig de dubbelkliksnelheid in het
hulpprogramma voor muisbesturing.
1. Open het Configuratiescherm, selecteer het
pictogram Muis en druk op Enter.
2. Klik op de tab Knoppen.
3. Stel de dubbelkliksnelheid in conform de
aanwijzingen en klik op OK.
Schermaanwijzer
wordt te snel of te
traag verplaatst.
Wijzig de snelheid van de aanwijzer in het
hulpprogramma voor muisbesturing.
1. Open het Configuratiescherm, selecteer
het pictogram Muis en druk op Enter.
2. Klik op de tab Aanwijzeropties.
3. Stel de snelheid van de aanwijzer in conform
de aanwijzingen en klik op OK.
U kunt de
muisaanwijzer niet
normaal verplaatsen.
Misschien is de muis vuil. Raadpleeg de
documentatie bij de muis voor informatie over
schoonmaken.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw dealer.
Probleem Procedure
Fout met PC-kaart Plaats de PC-kaart opnieuw om te zorgen dat
deze stevig vastzit.
Controleer of er een stevige verbinding is tussen
het externe apparaat en de kaart.
Lees de documentatie bij de kaart na.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw dealer.
Gebruikershandleiding 9-17
Probleemoplossing
SD-/MS-/SM-/MMC-/xD-kaart
Zie ook hoofdstuk 8, Optionele apparaten.
Monitor
Raadpleeg tevens hoofdstuk 8, Optionele apparaten, en de documentatie
bij uw monitor.
Probleem Procedure
Fout met
geheugenkaart
Plaats de geheugenkaart opnieuw om te zorgen
dat deze stevig vastzit.
Lees de documentatie bij de kaart na.
U kunt niet schrijven
naar de
geheugenkaart.
Controleer of de kaart beveiligd is tegen
schrijven.
U kunt een bestand
niet lezen.
Controleer of de geheugenkaart die in de sleuf is
ingebracht, het gewenste bestand bevat.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw dealer.
Probleem Procedure
Monitor kan niet
worden
ingeschakeld.
Controleer of de aan/uit-schakelaar van de
externe monitor
op aan staat. Ga na of het
netsnoer van de monitor op het stopcontact is
aangesloten.
Het scherm blijft leeg. Stel het contrast en de helderheid op de externe
monitor bij.
Druk op de sneltoets Fn + F5 om de
beeldschermprioriteit te wijzigen, zodat deze niet
op het interne beeldscherm is ingesteld.
Beeldschermfout Controleer of de kabel tussen de externe
monitor en de computer stevig is bevestigd.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw dealer.
9-18 Gebruikershandleiding
Probleemoplossing
Geluidssysteem
Tv-uitgangssignaal
Raadpleeg tevens de documentatie bij de Personal Conferencing Kit.
Probleem Procedure
Geen geluid hoorbaar. Wijzig het volume met de volumeregelaar.
Controleer de volume-instellingen in de
software.
Ga na of de hoofdtelefoon stevig is aangesloten.
Controleer Windows Apparaatbeheer. Zorg dat
de geluidsfunctie is geactiveerd en dat de
instellingen voor het I/O-adres, interruptniveau
en DMA-kanaal correct zijn voor uw software en
niet in strijd zijn met andere apparaten die op de
computer zijn aangesloten.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw dealer.
Probleem Procedure
Slechte tv-weergave. Controleer of het tv-type correct is voor het
gebied waarin u zich bevindt: NTSC (VS, Japan)
of PAL (Europa).
Het scherm blijft leeg. Stel het contrast en de helderheid op de externe
monitor bij.
Druk op de sneltoets Fn + F5 om het
beeldscherm te wijzigen. Raadpleeg
hoofdstuk 5, Het toetsenbord.
OPMERKING:
Wanneer u de computer
uitschakelt in de hervat
modus terwijl u tv-
weergave gebruikt, selecteert de computer de
interne LCD of een externe computer-CRT als
het weergaveapparaat.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw dealer.
Gebruikershandleiding 9-19
Probleemoplossing
USB
Raadpleeg tevens de documentatie bij uw USB-apparaat.
Modem
Probleem Procedure
USB-apparaat werkt
niet.
Controleer of de kabelverbinding tussen de
USB-poorten op de computer en het USB-
apparaat in orde is.
Ga na of de USB-apparaatstuurprogramma’s
correct zijn geïnstalleerd. Raadpleeg uw
Windows-documentatie voor informatie over het
controleren van de stuurprogramma’s.
Zelfs indien USB niet door uw
besturingssysteem wordt ondersteund, kunt u
een USB-muis en/of USB-toetsenbord
gebruiken. Als deze apparaten niet werken,
controleert u of de optie Emulatie USB
Legacy-t.borden/-muizen in HW Setup is
ingeschakeld.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw dealer.
Probleem Procedure
Communicatiesoftwar
e kan het modem niet
initialiseren.
Controleer of de modeminstellingen van de
computer correct zijn. Raadpleeg Telefoon- en
modemopties in het Configuratiescherm.
U hoort een kiestoon
maar u kunt niet
bellen.
Als u een PBX-verbinding gebruikt, dient u te
zorgen dat de functie voor toonkeuzedetectie
van de toepassing is uitgeschakeld.
U kunt tevens de opdracht ATX gebruiken.
U hebt een nummer
gebeld, maar er kan
geen verbinding
worden gemaakt.
Controleer of de instellingen in de
communicatietoepassing correct zijn.
U hoort geen
belsignaal na het
bellen van een
nummer.
Controleer of de keuzemethode (toon/puls) in de
communicatietoepassing correct is ingesteld.
U kunt tevens de opdracht ATD gebruiken.
De communicatie
wordt plotseling
afgebroken.
De communicatie wordt automatisch afgebroken
wanneer een bepaalde tijd lang geen draaggolf
is waargenomen. Probeer de tijdlimiet voor
draaggolfdetectie te verlengen.
9-20 Gebruikershandleiding
Probleemoplossing
Stand-by/slaapstand
LAN
Een CONNECT-bericht
wordt snel opgevolgd
door NO CARRIER.
Controleer de instelling voor foutcontrole
(Error control) in de communicatietoepassing.
U kunt tevens de opdracht AT\N gebruiken.
Verstoorde
tekenweergave tijdens
communicatie.
Controleer of de instellingen voor het pariteitsbit
en het stopbit (voor gegevenstransmissie)
corresponderen met die van de remote
computer.
Controleer de transportbesturing (flow control)
en het communicatieprotocol.
U kunt een
binnenkomende
oproep niet
ontvangen.
Controleer in de communicatietoepassing na
hoeveel belsignalen een inkomende oproep
automatisch wordt beantwoord.
U kunt tevens de opdracht ATS0 gebruiken.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw dealer.
Probleem Procedure
Het systeem wordt
niet in de Stand-by-
modus of in de
slaapstand gezet.
Is Windows Media™ Player geopend? Als
Windows Media Player een selectie afspeelt of
zojuist heeft afgespeeld, kan het systeem
mogelijk niet in de Stand-by-modus of
slaapstand worden gezet. Sluit Windows Media
Player alvorens Stand-by/slaapstand te
selecteren.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw dealer.
Probleem Procedure
Kan geen toegang
krijgen tot het LAN.
Controleer of de kabel tussen de LAN-poort en
de LAN-hub stevig is aangesloten.
Activering op LAN Controleer of de netadapter is aangesloten. De
functie Activering op LAN verbruikt zelfs stroom
wanneer het systeem is uitgeschakeld.
Als de problemen aanhouden, raadpleegt u de
LAN-beheerder.
Probleem Procedure
Gebruikershandleiding 9-21
Probleemoplossing
Draadloos LAN
Als u na het uitvoeren van de volgende procedure nog steeds geen
toegang tot het LAN hebt, neemt u contact op met de netwerkbeheerder.
Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer informatie over
draadloze communicatie.
Bluetooth
Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer informatie over
draadloze communicatie.
i.LINK (IEEE1394)
Probleem Procedure
Kan geen toegang
krijgen tot draadloos
LAN.
Controleer of de draadloze-
communicatieschakelaar van de computer op
aan staat.
Als de problemen aanhouden, raadpleegt u de
LAN-beheerder.
Probleem Procedure
Kan geen toegang
krijgen tot Bluetooth-
apparaat.
Controleer of de draadloze-
communicatieschakelaar van de computer op
aan staat.
Controleer of Bluetooth Beheer actief is en het
Bluetooth-apparaat is ingeschakeld.
Controleer of er geen optionele Bluetooth-PC-
kaart in de computer is geïnstalleerd. De
ingebouwde Bluetooth-functie kan niet tegelijk
met een optionele Bluetooth-PC-kaart werken.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw dealer.
Probleem Procedure
i.LINK-apparaat werkt
niet.
Controleer of de kabel tussen de computer en
het apparaat stevig is aangesloten.
Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
Installeer de stuurprogramma’s opnieuw. Open
Windows Configuratiescherm en dubbelklik op
het pictogram Hardware. Volg de aanwijzingen
op het scherm.
Start Windows opnieuw.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw dealer.
9-22 Gebruikershandleiding
Probleemoplossing
TOSHIBA-ondersteuning
Als u extra technische hulp nodig hebt of als u problemen hebt bij het
gebruik van de computer, kunt u contact opnemen met TOSHIBA.
Voordat u opbelt
Aangezien sommige problemen wellicht te wijten zijn aan het
besturingssysteem of het programma dat u gebruikt, is het belangrijk om
eerst andere hulpbronnen te raadplegen. Probeer het volgende alvorens
contact op te nemen met TOSHIBA:
Bestudeer de informatie over probleemoplossing in de documentatie bij
de software en randapparaten.
Als een probleem optreedt tijdens de uitvoering van
softwareprogramma’s, zoekt u in de softwaredocumentatie naar
suggesties voor het oplossen van problemen. Neem zo nodig contact
op met de afdeling voor technische support van het softwarebedrijf.
Neem contact op met de dealer waarbij u de computer en/of software
hebt gekocht. Uw dealer is de aangewezen bron van up-to-date
informatie.
Gebruikershandleiding A-1
TECRA A4
Bijlage A
Specificaties
Deze bijlage verschaft een overzicht van de technische kenmerken van de
computer.
Gewicht en afmetingen
Werkomgeving
Stroomvoorziening
Gewicht (standaard*) <3 kg, geconfigureerd met: 15,4-inch
beeldscherm, DVD Combo-station, accu met
6 cellen, en modem.
*Gewicht varieert al naar gelang de
geïnstalleerde opties.
Afmetingen Met TFT-scherm 360 mm (b) x 268,5 mm (d) x
29,0 mm (h) (voor) / 36,2 mm (achter)
Omstandigheden Omgevingstemperatuur Relatieve
vochtigheid
In werking 5°C tot 35°C 20% tot 80%
Buiten werking -20°C tot 65°C 10% tot 90%
Warmteschommelingen maximaal 20°C per uur
Natte-boltemperatuur maximaal 26°C
Omstandigheden Hoogte (vanaf zeeniveau)
In werking -60 tot 3.000 meter
Buiten werking -60 tot 10.000 meter
Net adapter 100-240 Vac (wisselstroom)
50 of 60 hertz (cycli per seconde)
Computer 15 Vdc (gelijkstroom)
5,0 ampère
A-2 Gebruikershandleiding
Specificaties
Ingebouwd modem
Network control unit (NCU)
Type NCU AA
Type lijn Telefoonlijn (alleen analoog)
Keuzesysteem Puls
Toon
Besturingsopdracht AT-opdrachten
EIA-578-opdrachten
Controlefunctie Computerluidspreker
Communicatiespecificaties
Communicatiesysteem Data: Fullduplex
Fax: Halfduplex
Communicatieprotocol Data
ITU-T-Rec
(voorheen CCITT)
Bell
Fax:
ITU-T-Rec
(voorheen CCITT)
V.21/V.22/V.22bis/V.32/
V.32bis/V.34/V.90
103/212A
V.17/V.29/V.27ter/V.21 ch2
Communicatiesnelheid Gegevensverzending en -ontvangst
300/1200/2400/4800/7200/9600/12000/14400/
16800/19200/21600/24000/26400/28800/ 31200/
33600 bps
Gegevensontvangst alleen met V.90
28000/29333/30666/32000/33333/34666/ 36000/
37333/38666/40000/41333/42666/ 44000/45333/
46666/48000/49333/50666/ 52000/53333/54666/
56000 bps
Fax
2400/4800/7200/9600/12000/14400 bps
Foutcorrectie MNP klasse 4 en ITU-T V.42
Datacompressie MNP klasse 5 en ITU-T V.42bis
Gebruikershandleiding B-1
TECRA A4
Bijlage B
Beeldschermcontroller en
videomodi
Beeldschermcontroller
De beeldschermcontroller zet software-opdrachten om in hardware-
opdrachten die bepaalde pixels in- of uitschakelen.
De controller is een geavanceerde VGA (Video Graphics Array)-kaart die
SVGA (Super VGA) en XGA (Extended Graphics Array) ondersteunt voor
het interne LCD-scherm en externe monitors.
Een op de computer aangesloten externe monitor met hoge resolutie kan
maximaal 2048 horizontale en 1536 verticale pixels met maximaal 16
miljoen kleuren weergeven.
De schermcontroller bestuurt tevens de videomodus, die de
schermresolutie en het maximum aantal kleuren op het beeldscherm
bepaalt op basis van industriestandaardregels.
Software die voor een bepaalde videomodus is geschreven, kan worden
gebruikt op elke computer die deze modus ondersteunt.
De schermcontroller van de computer ondersteunt alle SVGA- en
XGA-modi, de meest gangbare industrienormen.
B-2 Gebruikershandleiding
Beeldschermcontroller en videomodi
Videomodi
De computer ondersteunt de videomodi die zijn gedefinieerd in de
volgende tabel. Als uw toepassing de keuze biedt uit een aantal
modusnummers die niet overeenstemmen met de nummers in de tabel,
selecteert u een modus op basis van resolutie, aantal kleuren en
verversingsfrequenties.
Videomodi
CRT-
schermresolutie
Kleurdiepte
(bpp)
Verversingsfrequentie
(Hz)
800*600 16 bpp 60, 75, 85, 100
32 bpp 60, 75, 85, 100
1024*768 16 bpp 60, 75, 85, 100
32 bpp 60, 75, 85, 100
1280*1024 16 bpp 60, 75, 85, 100
32 bpp 60, 75, 85, 100
1600*1200 16 bpp 60, 75, 85, 100
32 bpp 60, 75, 85, 100
1920*1440 16 bpp 60, 75
32 bpp 60, 75
2048*1536 16 bpp 60
32 bpp 60
Gebruikershandleiding C-1
TECRA A4
Bijlage C
Draadloos LAN
Aan de hand van deze bijlage kunt u het draadloze LAN met een minumum
aan parameters in bedrijf stellen.
Kaartspecificaties
Model Mini PCI TypeIII
Compatibiliteit IEEE 802.11-norm voor draadloze LAN’s
Wi-Fi (Wireless Fidelity), gecertificeerd door de
Wi-Fi Alliance. Het logo 'Wi-Fi certified' is een
keurmerk van de Wi-Fi Alliance.
Netwerkbesturings
systeem
Microsoft Windows
®
Networking
Media Access
Protocol
CSMA/CA (Collision Avoidance) met ACK
(Acknowledgement)
Gegevenssnelheid 54/48/36/24/18/12/9/6 Mb/s (Revisie A en G,
Revisie A/B, B/G, A/B/G-combinatietype)
11/5,5/2/1 Mb/s (Revisie B)
108/96/72/48/36/24/18/12 Mb/s (turbomodus,
revisie A/B/G-combinatietype)
C-2 Gebruikershandleiding
Draadloos LAN
Radiospecificaties
De radiospecificaties van Wireless LAN-kaarten kunnen variëren per:
Land/regio waarin het product is aangeschaft
Type product
Draadloze communicatie is vaak gebonden aan plaatselijke voorschriften
voor radiocommunicatie. Hoewel de draadloze LAN-netwerkproducten zijn
ontworpen voor gebruik op de vrij toegankelijk band 2,4 GHz en 5 GHz, is
het mogelijk dat onder plaatselijke radiovoorschriften beperkingen worden
gesteld aan het gebruik van apparatuur voor draadloze communicatie.
Het bereik van het draadloze signaal is afhankelijk van de
overdrachtssnelheid van de draadloze communicatie. Bij lagere
overdrachtssnelheden kan over grotere afstanden worden
gecommuniceerd.
Het bereik van uw draadloze apparaten kan worden aangetast wanneer
de antennes in de buurt van metalen oppervlakken en materialen met
een hoge dichtheid worden geplaatst.
Het bereik kan eveneens afnemen als gevolg van obstakels op het pad
van het radiosignaal. Deze obstakels kunnen het radiosignaal namelijk
absorberen of reflecteren.
Ondersteunde subfrequenties
Afhankelijk van de radiovoorschriften die in uw land/regio van kracht zijn, is
het mogelijk dat uw draadloze LAN-kaart een afwijkende groep 5-GHz/2,4-
GHz kanalen ondersteunt.
Neem contact op met uw officiële draadloos-LAN- of TOSHIBA-dealer voor
informatie over de radiovoorschriften die in uw land/regio van kracht zijn.
Raadpleeg de publicatie Informatie voor de Wireless LAN-gebruiker
voor informatie over de voorschriften die in uw land/regio van kracht zijn.
RF-frequentie
Band 5 GHz (5150-5850 MHz)
(Revisie A, 11a turbomodus)
Band 2,4 GHz (2400-2483,5 MHz)
(Revisie B, G, 11g turbomodus)
Modulatietechniek Direct Sequence Spread Spectrum
CCK, DQPSK, DBPSK (Revisie B)
OFDM-BPSK, OFDM-QPSK, OFDM-16QAM,
OFDM-64QAM (Revisie A, G, turbomodus)
Gebruikershandleiding C-3
Draadloos LAN
Wireless IEEE 802.11-kanalen (Revisie B en G)
Wireless IEEE 802.11-kanalen (11G turbomodus)
Tijdens de installatie van draadloze LAN-kaarten worden de kanalen als
volgt geconfigureerd:
Voor draadloze clients in een draadloze LAN-infrastructuur start de
Wireless LAN-kaart automatisch met het kanaal dat wordt aangeduid
door het accesspoint voor het draadloze LAN. Wanneer u wisselt
tussen verschillende accesspoints, kan het station zo nodig
automatisch overschakelen op een ander kanaal.
Voor Wireless LAN-kaarten die zijn geïnstalleerd in draadloze clients
die werkzaam zijn in een peer-to-peer-modus, wordt het
standaardkanaal 10 gebruikt.
In een accesspoint van het draadloze LAN gebruikt de Wireless
LAN-kaart het door de fabrikant ingestelde standaardkanaal
(vetgedrukt), tenzij de LAN-beheerder tijdens de configuratie van het
accesspoint van het draadloze LAN een ander kanaal heeft
geselecteerd.
Frequentiebereik Kanaal-id 2400-2483,5 MHz
12412
22417
32422
42427
52432
62437
72442
82447
92452
10
2457
*1
11 2462
12
2467
*2
13
2472
*2
Frequentiebereik Kanaal-id 5150-5850 MHz Opmerking
6 2437
Alleen VS
*4
C-4 Gebruikershandleiding
Draadloos LAN
Wireless IEEE 802.11-kanalen (Revisie A)
Frequentiebereik Kanaal-id 5150-5850 MHz Opmerking
36 5180
40 5200
44 5220
48 5240
52 5260
56 5280
60 5300
64 5320
100
5500
*3
104
5520
*3
108
5540
*3
112
5560
*3
116
5580
*3
120
5600
*3
124
5620
*3
128
5640
*3
132
5660
*3
136
5680
*3
140
5700
*3
149
5745
*3
Alleen VS
*4
153
5765
*3
Alleen VS
*4
157
5785
*3
Alleen VS
*4
161
5805
*3
Alleen VS
*4
Gebruikershandleiding C-5
Draadloos LAN
Draadloze kanalen (turbomodus)
*1
Door de fabrikant ingestelde standaardkanalen
*2
Raadpleeg de publicatie Landen/gebieden waarin gebruik is
toegestaan voor de landen/regio's waarin deze kanalen kunnen
worden gebruikt.
*3
Deze kanalen zijn alleen beschikbaar voor A/B/G-combinatietype.
*4
Beschikbaar gebied: alleen VS (VS, Canada).
Frequentiebereik Kanaal-id 5150-5850 MHz Opmerking
42
5210
*3
Alleen VS
*4
50
5250
*3
Alleen VS
*4
58
5290
*3
Alleen VS
*4
152
5760
*3
Alleen VS
*4
160
5800
*3
Alleen VS
*4
C-6 Gebruikershandleiding
Draadloos LAN
Gebruikershandleiding D-1
TECRA A4
Bijlage D
Netsnoer en connectoren
De stekker van het netsnoer moet compatibel zijn met de diverse
internationale wandcontactaansluitingen en het netsnoer moet voldoen aan
de normen van het land/gebied waarin het wordt gebruikt. Alle snoeren
moeten voldoen aan de volgende specificaties:
Certificeringsinstanties
In Europa moet gebruik worden gemaakt van een dubbeldraads netsnoer
van het type VDE, H05VVH2-F of H03VVH2-F, of van een driedraads
netsnoer van het type VDE, H05VV-F.
Lengte: Minimaal 2 meter
Kabeldikte:
Minimaal 0,75 mm
2
Stroomsterktespecificatie: Minimaal 2,5 ampère
Spanningsspecificatie: 125 of 250 Vac (wisselstroom)
(al naar gelang de netspanning die in
het land/gebied wordt gebruikt)
VS en Canada: Goedgekeurd door UL en CSA
No. 18 AWG, Type SVT of SPT-2 dubbeldraads
Australië: AS
Japan: DENANHO
Europa:
Oostenrijk: OVE Italië: IMQ
België: CEBEC Nederland: KEMA
Denemarken: DEMKO Noorwegen: NEMKO
Finland: SETI Zweden: SEMKO
Frankrijk: UTE Zwitserland: SEV
Duitsland: VDE Verenigd
Koninkrijk:
BSI
D-2 Gebruikershandleiding
Netsnoer en connectoren
Voor de Verenigde Staten en Canada moeten twee-pins stekkers de
configuratie 2-15P (250 V) of 1-15P (125 V) hebben, en drie-pins stekkers
de configuratie 6-15P (250V) of 5-15P (125V), conform het U.S.
National Electrical Code Handbook en de Canadian Electrical Code Part II.
In de onderstaande illustraties worden de stekkervormen voor de VS en
Canada, het Verenigd Koninkrijk, Australië en Europa weergegeven.
VS en Canada
Goedgekeurd door UL
Goedgekeurd door CSA
Verenigd Koninkrijk
Goedgekeurd door BS
Austral
Goedgekeurd door AS
Europa
Goedgekeurd door de
desbetreffende instantie
Gebruikershandleiding E-1
TECRA A4
Bijlage E
Als uw computer wordt gestolen
Mocht de computer ondanks uw voorzorgsmaatregelen toch worden
gestolen, dan zullen we u helpen hem terug te vinden. Ter identificatie van
uw computer dient u de volgende informatie paraat te hebben wanneer u
contact opneemt met TOSHIBA:
In welk land is uw computer gestolen?
Wat is het type van uw computer?
Wat is het modelnummer (PA-nummer)?
Wat is het serienummer (8 cijfers)?
Op welke datum is de computer gestolen?
Wat is uw adres, telefoonnummer en faxnummer?
Volg deze procedures om de diefstal op papier te registreren:
Op de volgende pagina vindt u het formulier voor TOSHIBA-
diefstalregistratie: vul dit formulier (of een kopie hiervan) in.
Voeg een kopie van uw ontvangstbewijs bij waarop wordt aangegeven
waar u de computer hebt gekocht.
Stuur het registratieformulier en ontvangstbewijs per fax of post naar
TOSHIBA (de adresgegevens vindt u op de volgende pagina).
Ga verantwoord met uw computer om en probeer diefstal te verhinderen.
U bent de eigenaar van een waardevol apparaat dat zeer aantrekkelijk is
voor dieven: laat het dus nooit onbeheerd achter. Extra bescherming tegen
diefstal is verkrijgbaar in de vorm van beveiligingskabels, waarmee u de
notebook thuis of op kantoor aan een zwaar voorwerp kunt verankeren.
Noteer het type, modelnummer en serienummer van uw computer en
bewaar deze gegevens op een veilige plaats. Deze informatie is te vinden
op de onderkant van de notebook. Bewaar tevens het ontvangstbewijs
voor de computer.
E-2 Gebruikershandleiding
Als uw computer wordt gestolen
Volg deze procedures om de diefstal on line te registreren:
Ga naar www.toshiba-europe.com op het Internet. Kies in de lijst met
productcategorieën Computer Systems.
Open het menu Support & Downloads en kies de optie Stolen units
database.
De gegevens die u invoert, worden in onze servicecenters gebruikt om uw
computer op te sporen.
Gebruikershandleiding E-3
Als uw computer wordt gestolen
TOSHIBA-diefstalregistratie
Aan: TOSHIBA Europe GmbH
Technical Service and Support
Leibnizstr. 2
93055 Regensburg
Duitsland
Faxnummer:+49 (0) 941 7807 921
Gegevens van eigenaar
Land waarin computer is
gestolen:
Type computer:
(bijv. TECRA A4)
Modelnummer:
(bijv. PSA50 YXT)
Serienummer:
(bijv. 12345678G)
Datum van diefstal:
Achternaam, voornaam:
Firma:
Adres:
Postcode/plaatsnaam:
Land:
Telefoon:
Fax:
Jaaar Maand Dag
E-4 Gebruikershandleiding
Als uw computer wordt gestolen
Gebruikershandleiding Woordenlijst-1
TECRA A4
Woordenlijst
In deze woordenlijst worden onderwerpen toegelicht die in deze
handleiding aan de orde komen. Alternatieve benamingen zijn ter
referentie opgenomen.
Afkortingen
AC: Alternating Current (wisselstroom)
AGP: Accelerated Graphics Port
ANSI: American National Standards Institute
APM: Advanced Power Manager (Geavanceerd energiebeheer)
ASCII: American Standard Code for Information Interchange
BIOS: Basic Input Output System
CMOS: Complementary Metal-Oxide Semiconductor
CPU: Central Processing Unit (centrale verwerkingseenheid)
CRT: Cathode Ray Tube (kathodestraalbuis)
DC: Direct Current (gelijkstroom)
DDC: Display Data Channel (schermgegevenskanaal)
DOS: Disk Operating System (schijfbesturingssysteem)
DMA: Direct Memory Access (rechtstreekse geheugentoegang)
DRAM: Dynamic Random Access Memory
DSVD: Digital Simultaneous Voice and Data (digitale gelijktijdige
spraak en gegevens)
DVD: Digital Versatile Disc
DVI: Digital Visual Interface
ECP: Extended Capabilities Port
EGA: Enhanced Graphics Adapter
FDD: Floppy Disk Drive (diskettestation)
FIR: Fast InfraRed
HDD: Hard Disk Drive (vaste schijf)
IDE: Integrated Drive Electronics
I/O: Input/Output
IrDA: Infrared Data Association
Woordenlijst-2 Gebruikershandleiding
Woordenlijst
IRQ: Interrupt Request (onderbrekingsinstructie)
KB: Kilobyte
LCD: Liquid Crystal Display (vloeibare-kristallenscherm)
LED: Light Emitting Diode (indicatielampje)
LSI: Large Scale Integration
MDA: Monochrome Display Adapter
MPEG: Moving Picture Experts Group
MS-DOS: Microsoft Disk Operating System (schijfbesturingssysteem)
OCR: Optical Character Recognition (optische tekenherkenning)
PCB: Printed Circuit Board (printplaat)
PCI: Peripheral Component Interconnect
PCMCIA: Personal Computer Memory Card International Association
RAM: Random Access Memory
RGB: rood, groen en blauw
ROM: Read Only Memory
RTC: Real Time Clock
SCSI: Small Computer System Interface
SIO: Serial Input/Output
SO-DIMM: Small-Outline Dual In-line Memory Module
SVGA: Super Video Graphics Adapter
SDRAM: Synchronized Dynamic Random Access Memory
TFT: Thin Film Transistor
UART: Universal Asynchronous Receiver/Transmitter
USB: Universal Serial Bus
VESA: Video Electronic Standards Association
VGA: Video Graphics Array
VRM: Video Ready Modem
VRT: Voltage Reduction Technology (spanningsreductietechnologie)
A
AC (wisselstroom): Elektrische stroom die periodiek van richting
verandert.
adapter: Een apparaat dat een interface verschaft tussen twee
ongelijksoortige apparaten. Bijvoorbeeld: de netadapter wijzigt de
stroom uit een stopcontact zodanig dat deze door de computer kan
worden gebruikt. Deze term wordt ook gebruikt voor de
uitbreidingskaarten die externe apparaten zoals monitors en
magneetbanden besturen.
Gebruikershandleiding Woordenlijst-3
Woordenlijst
alfanumeriek: Toetsenbordtekens met inbegrip van letters, cijfers en
andere symbolen, zoals leestekens of rekenkundige symbolen.
analoog signaal: Een signaal waarvan de kenmerken, zoals amplitude en
frequentie, evenredig variëren (analoog zijn) met de te verzenden
waarde. In spraakcommunicatie worden analoge signalen gebruikt.
ANSI: American National Standards Institute. Een organisatie die normen
voor een aantal technische sectoren definieert. Zo heeft ANSI de
ASCII-standaard en andere informatieverwerkingsvoorschriften
gedefinieerd.
antistatisch: Eigenschap van materiaal dat wordt gebruikt ter voorkoming
van het ontstaan van statische elektriciteit.
apparaatstuurprogramma: Een programma dat de communicatie tussen
een specifiek randapparaat en de computer bestuurt. Het bestand
CONFIG.SYS bevat apparaatstuurprogramma's die door MS-DOS
worden geladen wanneer u de computer inschakelt. Ook wel driver
genoemd.
ASCII: American Standard Code for Information Interchange. ASCII is een
reeks van 256 binaire codes die de meest gangbare letters, cijfers
en symbolen vertegenwoordigen.
async: Afkorting van asynchroon.
asynchroon: Zonder vast tijdschema. In de context van
computercommunicatie heeft asynchroon betrekking op de methode
voor het verzenden van gegevens waarbij het niet nodig is om een
gelijkmatige stroom bits met vaste tussenpozen te verzenden.
AUTOEXEC.BAT: Een batchbestand dat een reeks MS-DOS-opdrachten
en -programma’s uitvoert telkens wanneer u de computer opstart.
B
back-up: Een kopie van een bestand dat in reserve wordt gehouden voor
het geval dat het origineel verloren gaat.
batchbestand: Een bestand dat kan worden uitgevoerd vanaf de
systeemprompt en dat een reeks besturingssysteemopdrachten of
uitvoerbare bestanden bevat. Zie ook AUTOEXEC.BAT.
beeldscherm: Een CRT-scherm, plasmascherm, LCD-scherm of ander
weergaveapparaat dat wordt gebruikt voor het afbeelden van
computeruitvoer.
bestand: Een verzameling verwante gegevens, programma's of beide.
besturingssysteem: Een groep programma’s die bepalen hoe een
computer werkt. Het besturingssysteem zorgt bijvoorbeeld voor het
interpreteren van programma's, het maken van gegevensbestanden
en het besturen van de gegevensoverdracht (invoer/uitvoer) tussen
het geheugen en de randapparaten.
besturingstoetsen: Een toets of toetscombinatie voor het activeren van
een bepaalde functie in een programma.
Woordenlijst-4 Gebruikershandleiding
Woordenlijst
binair: Talstelsel met grondtal twee dat door de meeste digitale computers
wordt gebruikt en waarin de getallen door nullen en enen worden
voorgesteld. Het meest rechtse cijfer van een binair getal heeft de
waarde 1, en de respectievelijke cijfers daarnaast 2, 4, 8, 16
enzovoort. Bijvoorbeeld: het getal 5 wordt in het binaire stelsel als
101 voorgesteld. Zie ook ASCII.
BIOS: Basic Input Output System. De firmware die de gegevensstroom
binnen de computer bestuurt. Zie ook firmware.
bit: Afgeleid van "binary digit" (binair cijfer), de basiseenheid van
informatie die de computer gebruikt. Een bit kan de waarde 0 of 1
hebben. Acht bits vormen samen één byte. Zie ook byte en
megabyte.
Bluetooth: Een radiotechnologie voor draadloze communicatie over korte
afstanden tussen computers, communicatieapparaten en het
Internet.
bord: Printplaat (PCB). Een interne kaart waarop elektronische
componenten, chips genaamd, zijn aangebracht die een specifieke
functie uitvoeren of de mogelijkheden van het systeem uitbreiden.
bps: Bits per seconde. Meestal gebruikt ter aanduiding van de
gegevensoverdrachtsnelheid van een modem.
buffer: Het gedeelte van het computergeheugen waarin gegevens tijdelijk
worden opgeslagen. Bij gegevensoverdracht dienen buffers vaak
ter compensering voor het verschil in stroomsnelheid tussen twee
apparaten.
bus: Een interface voor verzending van signalen, gegevens of elektrische
stroom.
byte: De weergave van één teken. Een reeks van acht bits die als een
eenheid wordt behandeld; tevens de kleinste adresseerbare
eenheid in het systeem.
C
cachegeheugen: Snel geheugen waarin gegevens worden opgeslagen
om de processor- en gegevensoverdrachtsnelheid te verhogen.
Wanneer de CPU gegevens uit het hoofdgeheugen leest, wordt een
kopie van deze gegevens in het cachegeheugen opgeslagen. De
volgende keer dat de CPU dezelfde gegevens nodig heeft, worden
de gegevens niet in het hoofdgeheugen maar in het cachegeheugen
opgezocht, waardoor tijd wordt bespaard. De computer heeft twee
cacheniveaus, ofwel 'levels'. Level 1 is in de processor geïntegreerd
en level 2 bevindt zich in het externe geheugen.
capaciteit: De hoeveelheid gegevens die kan worden opgeslagen op een
magnetisch opslagmedium zoals een diskette (floppy) of vaste schijf
(harddisk). De capaciteit wordt doorgaans in kilobytes (KB) en
megabytes (MB) uitgedrukt, waarbij 1 KB = 1024 bytes en
1 MB = 1024 KB.
Gebruikershandleiding Woordenlijst-5
Woordenlijst
CardBus: Een standaardbus voor 32-bits PC-kaarten.
CD-ROM: Compact Disc-Read Only Memory. Een schijfje met hoge
capaciteit waarvan gegevens kunnen worden gelezen maar
waarnaar geen gegevens kunnen worden geschreven. Het
CD-ROM-station gebruikt een laserstraal om gegevens van de
disc te lezen.
Centronics: Printerfabrikant wiens methode voor gegevensoverdracht
tussen parallelle printers en computers een industriestandaard is
geworden.
CGA: Colour/Graphics Adapter. Een beeldschermprotocol dat is
gebaseerd op de Colour/Graphics Monitor Adapter van IBM en de
bijbehorende schakelingen. Dit protocol ondersteunt afbeeldingen
met twee kleuren bij een resolutie van 640x200 en met vier kleuren
bij een resolutie van 320x200, en tekstmodi met 16 kleuren bij
resoluties van 640x200 en 320x200.
chassis: Het frame waarin de computer is gemonteerd.
chip: Een kleine halfgeleider waarop schakelingen zijn aangebracht voor
gegevensverwerking, geheugen, I/O-functies en het besturen van
andere chips.
CMOS: Complementary Metal-Oxide Semiconductor. Een elektronische
schakeling die op een stukje silicone is aangebracht en die heel
weinig stroom nodig heeft. Geïntegreerde schakelingen die
compatibel zijn met de CMOS-technologie, kunnen dicht bijeen
worden geplaatst en zijn uiterst betrouwbaar.
COM1, COM2, COM3 en COM4: De namen voor de seriële en
communicatiepoorten.
communicatie: De manier waarop een computer gegevens van en naar
een andere computer of een ander apparaat ontvangt en verzendt.
Zie parallelle interface; seriële interface.
compatibiliteit: 1) Het vermogen van een computer om gegevens op
dezelfde manier te gebruiken als een andere computer zonder deze
gegevens of de gegevensindeling te hoeven wijzigen.
2) De mogelijkheid om een apparaat aan te sluiten op of te laten
communiceren met een ander systeem of onderdeel.
componenten: De elementen of onderdelen waaruit een systeem bestaat.
computerprogramma: Een reeks instructies die de computer uitvoert om
een bepaald resultaat te bereiken.
computersysteem: Een combinatie van hardware, software, firmware en
randapparaten die dient voor het verwerken van gegevens.
configuratie: De specifieke onderdelen van het systeem (zoals de
terminal, printer en schijfstations) en de instellingen die bepalen hoe
het systeem werkt. U kunt de systeemconfiguratie beheren met het
programma Hardware Setup, MaxTime of HW Setup.
Woordenlijst-6 Gebruikershandleiding
Woordenlijst
controller: Ingebouwde hardware en software die de functies van een
specifiek rand- of intern apparaat besturen (bijvoorbeeld een
toetsenbordcontroller).
coprocessor: Een schakeling die in de processor is ingebouwd en die
dient voor het verrichten van intensieve rekenkundige bewerkingen.
CPS: Characters (tekens) per second. Hiermee wordt doorgaans de
transmissiesnelheid van een printer uitgedrukt.
CPU: Central Processing Unit (centrale verwerkingseenheid). Het deel van
de computer dat instructies interpreteert en uitvoert.
CRT: Cathode Ray Tube (kathodestraalbuis). Een vacuümbuis waarin een
elektronenbundel een scherm aftast dat met een fluorescerend
laagje is bedekt, waardoor lichtpuntjes ontstaan. De CRT-techniek
wordt bijvoorbeeld gebruikt in tv's.
cursor: Een klein, knipperend blokje of streepje dat de huidige
invoerpositie op het beeldscherm aanduidt.
D
data: Feitelijke, meetbare of statistische informatie die de computer kan
verwerken, opslaan of ophalen.
databits: Een parameter voor gegevenscommunicatie die het aantal bits
bestuurt waaruit een byte bestaat. Als databits = 7, kan de computer
128 unieke tekens genereren. Als databits = 8, kan de computer
256 unieke tekens genereren.
DC: Direct Current (gelijkstroom). Elektrische stroom die in één richting
loopt. Dit type stroom wordt normaal gesproken door accu’s en
batterijen geleverd.
dialoogvenster: Een venster dat dient voor gegevensinvoer door de
gebruiker, bijvoorbeeld het opgeven van systeeminstellingen.
diskette: Een verwisselbaar schijfje voor het opslaan van magnetisch
gecodeerde gegevens dat wordt gebruikt bij microcomputers.
Ook wel floppy genoemd.
diskettestation (FDD): Een elektromechanisch apparaat dat gegevens
van een diskette leest en ernaar schrijft. Zie ook diskette.
documentatie: De handleidingen en/of andere schriftelijke instructies voor
de gebruikers van een computersysteem of -toepassing. De
documentatie bij computersystemen omvat normaal gesproken
zowel informatie over systeemfuncties als stapsgewijze instructies
en zelfstudiemateriaal.
DOS: Disk Operating System (schijfbesturingssysteem). Zie
besturingssysteem.
Draadloos LAN: Een radiotechnologie voor draadloze communicatie over
korte afstanden met andere LAN-systemen die zijn gebaseerd op
Direct Sequence Spread Spectrum-radiotechnologie en die voldoen
aan de IEEE 802.11-norm (Revisie B).
Gebruikershandleiding Woordenlijst-7
Woordenlijst
E
echoën: Techniek waarbij ontvangen gegevens worden teruggezonden
naar het apparaat van oorsprong. U kunt de informatie op het
scherm weergeven, naar de printer sturen of beide. Wanneer een
computer gegevens terugontvangt die het naar een CRT (of een
ander randapparaat) heeft verzonden, en de gegevens vervolgens
opnieuw verzendt naar de printer, wordt de CRT door de printer
“geëchood”.
EGA: Enhanced Graphics Adapter. Een beeldschermprotocol voor TTL-
schermen dat is gebaseerd op de Enhanced Graphics Adapter van
IBM en de bijbehorende schakelingen. Dit protocol ondersteunt
monochrome afbeeldingen/afbeeldingen met 16 kleuren bij een
resolutie van 640x350 en afbeeldingen met 16 kleuren bij resoluties
van 640x200 en 320x200, en tekstmodi met 16 kleuren bij resoluties
van 640x350 en 320x350.
escape: 1) Een code (ASCII-code 27) die de computer meedeelt dat
hetgeen volgt, opdrachten zijn; gebruikt bij randapparaten zoals
printers en modems. 2) Een manier om de actieve taak af te breken.
escapewachttijd: De tijd vóór en na verzending van een escape-code
naar het modem; hierdoor worden de escapes die deel uitmaken
van de verzonden gegevens, onderscheiden van de escapes die
zijn bedoeld als opdrachten voor het modem.
Extended Capability Port: Een industriestandaard die een
gegevensbuffer, verwisselbare gevensoverdrachtrichting en
ondersteuning van RLE (Run Length Encoding) biedt.
F
Fast Infrared: Een industriestandaard voor gegevensoverdracht die
voorziet in draadloze seriële infraroodtransmissie met een snelheid
van maximaal 4 Mbps.
firmware: Een reeks instructies die in de hardware is ingebouwd en die de
activiteiten van de microprocessors bestuurt.
floppy: Zie diskette.
floppy-diskdrive (FDD): Zie diskettestation (FDD).
Fn-esse: Een TOSHIBA-hulpprogramma waarmee u functies aan
sneltoetsen kunt toewijzen.
formatteren: Het proces waarmee een lege schijf wordt gereedgemaakt
voor gegevensopslag. Bij het formatteren wordt de schijf voorzien
van een structuur die het besturingssysteem nodig heeft om
bestanden of programma’s naar de schijf te kunnen schrijven.
functietoetsen: De toetsen F1 tot en met F12 die de computer instrueren
om bepaalde functies uit te voeren.
Woordenlijst-8 Gebruikershandleiding
Woordenlijst
G
geïntegreerde numerieke toetsen: Toetsen op het toesenbord waarmee
u cijfers kunt invoeren en de cursor kunt besturen.
gigabyte (GB): Een eenheid van gegevensopslag die gelijk is aan
1024 megabytes. Zie ook byte en megabyte.
GND: Ground. Een RS-232C-signaal dat wordt gebruikt bij het uitwisselen
van gegevens tussen een computer en een serieel apparaat.
graphics: Informatie in de vorm van tekeningen, figuren of andere
beelden, zoals diagrammen of grafieken.
H
harddisk: Zie vaste schijf.
hardware: De fysieke elektronische en mechanische onderdelen van een
computersysteem: meestal de computer zelf, externe schijfstations
enzovoort. Zie ook software en firmware.
heet docken/ontdocken: Een apparaat koppelen aan of loskoppelen van
de computer terwijl deze is ingeschakeld.
hertz: Een eenheid voor frequentie die overeenkomt met 1 cyclus per
seconde.
hexadecimaal: Talstelsel met grondtal 16 dat bestaat uit de cijfers 0 tot en
met 9 en de letters A, B, C, D, E en F.
hoofdkaart: Zie moederkaart.
host: De computer die informatie bestuurt en naar apparaten of andere
computers verzendt.
HW Setup: Een TOSHIBA-hulpprogramma waarmee u de parameters
voor verschillende hardware-onderdelen kunt instellen.
I
I/O: Input/output. Heeft betrekking op gegevensoverdracht van en naar de
computer.
I/O-apparaten: Apparaten die worden gebruikt voor het communiceren
met de computer en gegevensoverdracht van en naar de computer.
iLINK (IEEE1394): Deze poort ondersteunt snelle, rechtstreekse
gegevensoverdracht vanaf externe apparaten zoals digitale
videocamera’s.
Infraroodpoort: Een draadloze communicatiepoort die seriële gegevens
verzendt via infraroodsignalen.
instructie: Opdracht die aangeeft hoe een bepaalde taak moet worden
uitgevoerd.
Gebruikershandleiding Woordenlijst-9
Woordenlijst
interface: 1) Hardware- en/of softwareonderdelen van een systeem die
specifiek dienen voor het aansluiten van het ene op het andere
systeem of apparaat. 2) Fysieke verbinding tussen het ene en het
andere systeem of apparaat door middel waarvan gegevens worden
uitgewisseld. 3) De elementen die de gebruiker in staat stellen te
communiceren met de computer en het programma, bijvoorbeeld
het toetsenbord of een menu.
interrupt request: Onderbrekingsinstructie. Een signaal door middel
waarvan een onderdeel toegang tot de processor krijgt.
invoer: De gegevens of instructies die de gebruiker via het toetsenbord of
een intern/extern gegevensopslagapparaat doorgeeft aan een
computer, een communicatieapparaat of een ander randapparaat.
De gegevens van de zendende computer (ofwel de uitvoer) zijn de
invoer van de ontvangende computer.
J
jumper: Een klein klemmetje of draadje waarmee twee punten van een
schakeling kunnen worden verbonden om hardwarekenmerken te
wijzigen.
K
K: Afkorting van het Griekse woord kilo, dat 1000 betekent; vaak gebruikt
als equivalent van 1024, ofwel 2 tot de tiende macht. Zie ook byte
en kilobyte.
kaart: Synoniem voor bord. Zie bord.
KB: Zie byte en kilobyte.
kilobyte (KB): Een eenheid van gegevensopslag die gelijk is aan
1024 bytes. Zie ook byte en megabyte.
koude start: Het opstarten van de computer wanneer deze is
uitgeschakeld (de stroomvoorziening inschakelen).
L
LCD: Liquid Crystal Display ofwel vloeibare-kristallenscherm. Vloeibare
kristallen tussen twee glasplaten die met doorzichtig, geleidend
materiaal zijn bedekt. Op de zichtbare kant van het glas is een
matrix van tekenvormende segmenten aangebracht. Wanneer
tussen de glasplaten een spanning wordt aangebracht, verdonkert
het vloeibare kristal zodat de verlichte delen van het scherm
contrast krijgen.
LED: Light Emitting Diode ofwel lichtgevende diode. Een
halfgeleiderapparaat dat licht uitstraalt als er stroom op wordt gezet.
Woordenlijst-10 Gebruikershandleiding
Woordenlijst
level 2-cache: Zie cache.
LSI: Large Scale Integration. 1) Een technologie die het mogelijk maakt
om maximaal 100.000 eenvoudige schakelingen op één chip aan te
brengen. 2) Een geïntegreerde schakeling die LSI gebruikt.
M
map: Een pictogram in Windows dat dient voor het opslaan van
documenten of andere mappen.
MDA: Monochrome Display Adapter. Een beeldschermprotocol voor TTL-
schermen dat is gebaseerd op de Monochrome Display Adapter van
IBM en de bijbehorende schakelingen.
megabyte (MB): Een eenheid van gegevensopslag die gelijk is aan
1024 kilobytes. Zie ook byte en kilobyte.
megahertz: Een eenheid voor frequentie die overeenkomt met 1 miljoen
cyclussen per seconde. Zie ook hertz.
menu: Een software-interface die een lijst van opties op het scherm toont.
Ook wel scherm genoemd.
microprocessor: Een geïntegreerde schakeling die instructies uitvoert;
een van de belangrijkste hardware-onderdelen van de computer.
Ook wel CPU of centrale verwerkingseenheid genoemd.
MMX: Heeft betrekking op microprocessoren met extra instructies die de
x86-standaard te boven gaan. De instructies zijn ontwikkeld op
basis van multimediacodevereisten en verbeteren derhalve de
prestaties van multimediatoepassingen.
modem: Afgeleid van modulator/demodulator: een toestel dat digitale
gegevens converteert (moduleert) voor transmissie via een
telefoonlijn en gemoduleerde gegevens bij ontvangst
terugconverteert (demoduleert) naar digitale indeling.
modus: Een werkwijze, bijvoorbeeld de opstartmodus of de hervatmodus.
moederkaart: De belangrijkste printplaat in gegevensverwerkende
apparatuur. De moederkaart bevat meestal geïntegreerde
schakelingen die voorzien in de basisfuncties van de processor, en
connectoren voor het toevoegen van andere kaarten die speciale
functies verrichten. Ook wel hoofdkaart of moederbord genoemd.
monitor: Een apparaat dat rijen en kolommen pixels gebruikt om
alfanumerieke tekens of grafische beelden weer te geven. Zie CRT.
MPEG: Moving Picture Expert Group. Een industriestandaard voor het
comprimeren van videosignalen.
Gebruikershandleiding Woordenlijst-11
Woordenlijst
N
niet-systeemdiskette: Een geformatteerde diskette (floppy) waarop u
programma’s en gegevens kunt opslaan maar waarmee u de
computer niet kunt opstarten. Zie systeemschijf.
niet-vluchtig geheugen: Geheugen, doorgaans ROM, waarin informatie
permanent kan worden opgeslagen. De gegevens in het niet-
vluchtige geheugen blijven bewaard wanneer de computer wordt
uitgeschakeld.
O
OCR: Optical Character Recognition ofwel optische tekenherkenning.
Een techniek waarbij tekens door middel van lichtgevoelige
apparatuur worden geïdentificeerd en in de computer worden
ingevoerd.
OCR-leespen: Een toestel dat door middel van een optisch apparaat
handgeschreven of machinegeschreven symbolen inleest op een
computer. Zie ook OCR.
on line stand: De stand waarin een randapparaat gereed is voor het
ontvangen of verzenden van gegevens.
opdrachten: Instructies die u via het toetsenbord invoert om de acties van
de computer of de randapparatuur te besturen.
opnieuw opstarten: Een computer opnieuw starten zonder de stroom uit
te schakelen (ook wel 'warme start' of 'soft reset' genoemd). Om de
computer opnieuw op te starten drukt u op Ctrl + Alt + Del terwijl de
computer is ingeschakeld. Zie ook opstartprogramma.
opstartprogramma: Een programma dat de computer opstart. Het
programma leest instructies van een opslagapparaat in het
computergeheugen.
P
parallel: Heeft betrekking op twee of meer processen of gebeurtenissen
die tegelijk kunnen plaatsvinden zonder elkaar te storen. Zie ook
serieel.
parallelle interface: Heeft betrekking op een type gegevensuitwisseling
waarbij informatie met één byte (8 bits) tegelijk wordt verzonden.
Zie ook seriële interface.
pariteit: 1) De symmetrische verhouding tussen twee parameterwaarden
(gehele getallen) die allebei hetzij aan of uit, hetzij even of oneven,
hetzij 0 of 1 zijn. 2) In seriële communicatie: een foutdetectiebit dat
aan een groep databits wordt toegevoegd om de som van de bits
even of oneven te maken. De pariteit kan op Even, Odd (oneven)
of None (geen) worden ingesteld.
Woordenlijst-12 Gebruikershandleiding
Woordenlijst
PCB: Een hardwareonderdeel van de processor waarop geïntegreerde
schakelingen en andere onderdelen zijn bevestigd. De printplaat
zelf is meestal plat en rechthoekig, en vervaardigd van glasvezel.
PCI: Een standaard 32-bits bus.
pel: Het kleinste gebied van het beeldscherm dat door software kan
worden geadresseerd. Even groot als een pixel of groep pixels.
Zie pixel.
pictogram: Een klein grafisch figuurtje op het scherm of op het paneel met
systeemlampjes. Een pictogram vertegenwoordigt in Windows een
object waarmee de gebruiker kan werken.
pixel: Een beeldelement. De kleinste punt die op een beeldscherm kan
worden weergegeven of op een printer kan worden afgedrukt.
Ook wel pel genoemd.
Plug en Play: Een voorziening in Windows die het systeem in staat stelt
om automatisch te herkennen wanneer een extern apparaat wordt
aangesloten en de nodige configuratiewijzigingen aan te brengen.
poort: De elektrische verbinding door middel waarvan de computer
gegevens van en naar apparaten of andere computers ontvangt en
verzendt.
Port Replicator: Een apparaat dat voorziet in een eenpuntsverbinding
met een aantal randapparaten en dat extra poorten en sleuven
biedt.
programma: Een reeks instructies die een computer kan uitvoeren om
een bepaald resultaat te bewerkstelligen. Zie ook toepassing.
prompt: Een schermbericht dat aangeeft dat de computer wacht op
gegevensinvoer of een handeling van de kant van de gebruiker.
R
randapparaat: Een I/O-apparaat dat niet in de centrale processor en/of
het hoofdgeheugen is geïntegreerd, bijvoorbeeld een printer of
muis.
Random Access Memory (RAM): Snel geheugen in de
computerschakelingen waaruit kan worden gelezen en waarnaar
kan worden geschreven.
RCA-plug: Een eenpensconnector die dient voor het overbrengen van
composite videosignalen met zowel contrast- als kleurinformatie.
Zie ook S-video.
RFI-afscherming: Een metalen afscherming rond de printplaten van de
printer of computer ter voorkoming van radio- en tv-storing. Alle
computerapparatuur genereert hoogfrequente signalen. De FCC-
voorschriften bepalen hoeveel signalen een computerapparaat
buiten de afscherming mag doorlaten. Een apparaat van klasse A is
geschikt voor kantoorgebruik. Apparaten van klasse B zijn aan
strengere voorschriften onderworpen en zijn veilig voor gebruik in
woongebieden. Draagbare TOSHIBA-computers voldoen aan de
voorschriften voor klasse B.
Gebruikershandleiding Woordenlijst-13
Woordenlijst
RGB: Rood, groen en blauw. Een RGB-apparaat gebruikt drie
invoersignalen die elk een elektronenkanon voor een van deze drie
primaire kleuren activeren. Een RGB-apparaat wordt aangesloten
op een RGB-poort. Zie ook CRT.
RJ11: Een modulaire telefoonaansluiting.
ROM: Read Only Memory. Een niet-vluchtige geheugenchip die informatie
bevat waarmee de basisfuncties van de computer worden bestuurd.
U kunt de informatie die in het ROM is opgeslagen, niet oproepen of
wijzigen.
RS-232C: De interfacenorm van de EIA (Electronic Industries Association)
die de 25-pens connectorinterface en de besturings-, gegevens- en
statussignalen beschrijft die nodig zijn voor asynchrone
communicatie tussen computers, printers, communicatie- en andere
randapparaten.
S
schijfopslag: Het opslaan van gegevens op een magneetschijf.
Gegevens worden in concentrische sporen vastgelegd, zoals op
een grammofoonplaat.
schijfstation: Een apparaat dat informatie van een schijf naar het
computergeheugen kopieert en vice versa. Hiertoe draait het
apparaat de schijf op hoge snelheid langs een lees-/schrijfkop.
schrijfbeveiliging: Een methode om de gegevens op een diskette
(floppy) te beschermen tegen abusievelijk wissen.
SCSI: Small Computer System Interface. Een industriestandaard voor de
aansluiting van verscheidene randapparaten.
serieel: De sequentiële verwerking van databits.
seriële communicatie: Een communicatietechniek waarbij slechts twee
onderling verbonden draden worden gebruikt om bits een voor een
te verzenden.
seriële interface: Heeft betrekking op een type gegevensuitwisseling
waarbij informatie met één bit tegelijk wordt verzonden. Vgl.
Parallele interface.
seriële poort: Een communicatiepoort waarop u apparaten zoals een
modem, muis of seriële printer kunt aansluiten.
SIO: Serial Input/Output. De elektronische methodologie die bij seriële
gegevensoverdracht wordt gebruikt.
sneltoets: Een toetscombinatie met de functietoets Fn, die dient voor het
instellen van systeemparameters op de computer, zoals het
luidsprekervolume.
softkey: Toetscombinaties waarmee toetsen op het IBM-toetsenbord
worden geëmuleerd, een aantal configuratieopties worden
gewijzigd, programma's worden gestaakt en de geïntegreerde
numerieke toetsen worden geactiveerd.
Woordenlijst-14 Gebruikershandleiding
Woordenlijst
software: De reeks programma's, procedures en bijbehorende
documentatie die bij het computersysteem horen. Heeft vooral
betrekking op de computerprogramma's die de activiteiten van het
computersysteem regelen en besturen. Zie ook hardware.
standaardinstelling: De parameterwaarde die automatisch door het
systeem wordt geselecteerd als de gebruiker of het programma
geen instructies verschaffen. Ook wel een vooraf ingestelde waarde
genoemd.
stopbit: Een of meer bits van een byte die in asynchrone seriële
communicatie het verzonden teken volgen of codes groeperen.
stuurprogramma: Een softwareprogramma dat een specifiek apparaat
bestuurt (vaak een randapparaat zoals een printer of muis) en dat
meestal deel uitmaakt van het besturingssysteem. Ook wel driver
genoemd.
subpixel: De drie elementen, rood, groen en blauw (RGB), waaruit een
pixel op een kleuren-LCD bestaat. De computer stelt subpixels
apart in; elk subpixel kan een andere helderheid hebben.
Zie ook pixel.
S-video: Deze verbinding biedt aparte lijnen voor contrast en kleur,
waardoor een beter videobeeld ontstaat dan bij gebruik van een
composite verbinding. Zie ook RCA-bus.
synchroon: Met een constant tijdsinterval tussen opeenvolgende bits,
tekens of gebeurtenissen.
systeemschijf: Een schijf die is geformatteerd met een besturingssysteem.
In het geval van MS-DOS bevindt het besturingssysteem zich in twee
verborgen bestanden en het bestand COMMAND.COM. Met behulp
van een systeemschijf kunt u een computer opstarten. Wordt ook wel
besturingssysteemschijf genoemd.
T
teken: Elke letter en elk cijfer, leesteken of symbool waarvan de computer
gebruik maakt. Ook synoniem voor byte.
terminal: Een toetsenbord (zoals dat van een schrijfmachine) en een
CRT-beeldscherm die op de computer zijn aangesloten voor
gegevensinvoer/-uitvoer.
TFT: Een technologie voor kleuren-LCD’s die individuele transistors op
elke pixel toepast, met als resultaat verfijnde weergavebesturing en
uitstekende leesbaarheid.
toepassing: Een reeks programma's die gezamenlijk voor een specifieke
taak worden gebruikt, bijvoorbeeld boekhouding, financiële
planning, spreadsheets, tekstverwerking en spelletjes. Ook wel
applicatie genoemd.
Gebruikershandleiding Woordenlijst-15
Woordenlijst
toetsenbord: Een invoerapparaat met schakelaars die worden
geactiveerd door het indrukken van toetsen met opschriften. Elke
toetsaanslag activeert een schakelaar die een specifieke code naar
de computer zendt. De code die via een toets wordt verzonden,
vertegenwoordigt het (ASCII-)teken dat op deze toets is
aangegeven.
toewijzen: Een ruimte of functie reserveren voor een bepaalde taak.
TTL: Transistor-Transistor Logic. Een logisch circuit dat transistors
gebruikt voor gates en opslag.
U
uitvoer: De resultaten van een computerbewerking. Deze term duidt
meestal op gegevens die 1) op papier zijn afgedrukt, 2) op een
beeldscherm worden weergegeven, 3) via de seriële poort of interne
modem worden verzonden of 4) op een magnetisch opslagmedium
zijn vastgelegd.
uitvoeren: Een instructie interpreteren en ten uitvoer brengen.
USB: Universal Serial Bus. Elke USB-poort ondersteunt kettingsgewijze
aansluiting van een aantal USB-compatibele apparaten. Zo kunt u
bijvoorbeeld een USB-hub op de computer aansluiten, vervolgens
een toetsenbord op de USB-hub en een muis op het toetsenbord.
V
vaste schijf: Een niet-verwisselbare schijf die meestal met de letter C
wordt aangeduid. Ook wel harddisk genoemd.
vaste-schijfstation (HDD): Een elektromechanisch apparaat dat
gegevens van een vaste schijf leest en ernaar schrijft. Zie ook vaste
schijf.
venster: Een deel van het scherm waarin een toepassing of document
wordt weergegeven. Vaak gebruikt als synoniem van Microsoft
Windows-venster.
verwijderen: het verwijderen van gegevens van een schijf of ander
opslagmedium. Synoniem met wissen.
VGA: Video Graphics Array. Een industriestandaard voor grafische
adapters die alle populaire software ondersteunen.
vluchtig geheugen: RAM waarin informatie bewaard blijft zolang de
computer op een energiebron is aangesloten.
Woordenlijst-16 Gebruikershandleiding
Woordenlijst
W
wachtwoord: Een unieke reeks tekens die ter identificatie van een
specifieke gebruiker dient. De computer biedt verschillende niveaus
van wachtwoordbeveiliging, zoals het gebruikers-, supervisor- en
ejectwachtwoord.
warm docken/ontdocken: Een apparaat koppelen aan of loskoppelen
van de computer terwijl deze op stand-by staat.
warme start: Een computer opnieuw opstarten zonder deze uit te
schakelen.
wissen: Zie verwijderen.
Gebruikershandleiding Index-1
TECRA A4
Index
A
Aansluiten 3-5, 4-2, 4-29, 4-32
Accucapaciteit controleren
6-9
Accu-eenheid 1-7
accu-eenheid 6-5
adapter
2-17, 8-10
Algemene controlepunten 9-2
Algemene omstandigheden 3-2
Analyse van het probleem
9-2
automatisch uitschakelen 1-11
B
Beeldscherm 1-6, 7-3
beeldscherm 2-8
Beeldschermselectie 5-5
besparingsmodus
1-12
Besturingssysteem 1-10
Beveiligingsslot 1-10, 2-5
Bevestigen
8-15
C
cache 1-4
CD-RW-/DVD-ROM-station 1-5,
4-7, 9-9
Computer verplaatsen
4-34
Controlelijst van apparatuur 1-1
Controlelijst voor hardware en
systeem
9-3
controller 1-6
CPU 7-4
cursor
5-3
Cursormodus 5-7
D
DC IN 2-9
DC IN-lampje
6-3
De computer opstarten met een
wachtwoord 6-14
Directe beveiliging
5-4
Diskettes 4-26
Diskettestation 9-13
Docking
2-6
Documentatie 1-2
Draadloos LAN 1-9, 4-30, 9-21
DVD-ROM-station
1-4, 9-8
E
Energiebesparingsmodus 5-4
Enter
5-3
Externe monitor 1-7, 2-3, 8-12
Extra 8-10
extra
1-15
F
Fn + Alt 5-3
Fn + Ctrl 5-3
Fn + Enter 5-3
Fn + Esc
5-4
Fn + F1 5-4
Fn + F10 5-3
Fn + F11
5-3
Fn + F12 5-3
Fn + F2 5-4
Fn + F3
5-4
Fn + F4 5-5
Fn + F5 5-5
Index-2 Gebruikershandleiding
Index
Fn + F6
5-5
Fn + F7
5-5
Fn + F8
5-6
Fn + F9
5-6
Fn-plaktoets
5-7
Fn-toets
5-2
functietoetsen
5-2
Functietoetsen F1 ... F12
5-2
G
Gebruiken
4-2
gebruiken
4-7
,
4-32
,
6-5
gebruiker
7-2
Geheugen
1-4
Geïntegreerde numerieke toetsen
1-11
,
5-7
Gelijkstroomingang (15 V)
2-5
Geluidssysteem
1-8
,
9-18
General
7-2
H
Herstelmedia
3-11
Hoofdtelefoon
1-7
,
2-1
Hulpprogramma's
1-13
HW Setup
1-13
Parallel/Printer
7-3
I
In-/uitschakelen via LCD
1-12
Infrarood
1-7
,
2-1
Infraroodpoort
9-14
Inschakelen
3-6
,
5-7
Installeren
8-2
,
8-7
K
kabel
4-32
knop
2-8
L
lampje
2-10
,
6-3
lampjes
2-9
,
6-3
LAN
1-9
,
2-5
,
7-7
,
9-20
LCD-scherm
9-7
Level 2-cache
1-4
Levensduur van de accu verlengen
6-11
M
Microfoon
1-7
,
2-1
Modem
1-9
,
2-5
,
4-27
,
9-19
Monitor
9-17
N
Netadapter
1-7
,
1-15
,
2-5
numeriek
5-3
Numerieke modus
5-8
O
Ontkoppelen
4-2
,
4-29
,
4-33
Openen
3-6
Opladen
6-8
Opnieuw opstarten
3-11
Opstarten
1-11
Opstartprioriteit
7-4
Opstartprocedure van systeem
9-4
Opties
1-15
P
Parallel
1-7
,
2-3
,
7-3
,
8-11
Parallel/Printer
7-3
PC-kaart
1-8
,
9-16
PC-kaartsleuf
2-3
Plaatsing
3-2
poort
2-5
Printer
9-14
Probleem
9-5
,
9-6
,
9-7
,
9-13
,
9-14
,
9-16
,
9-17
,
9-18
,
9-19
,
9-20
,
9-21
Processor
1-3
R
Real Time Clock
6-4
rechter Alt-toets
5-3
rechter Ctrl-toets
5-3
Regioselectie
4-28
RTC (Real Time Clock)
1-7
S
Schermhelderheid
5-5
Schijf
2-9
Schoonmaken van de computer
4-34
ScrLock
5-3
Gebruikershandleiding Index-3
Index
Slaapstand
1-13
,
5-5
Sleuven
1-8
Sneltoetsen
1-11
,
5-4
Softkeys
5-2
Speciale Windows-toetsen
5-7
Stand-by
1-13
,
5-4
Stand-by/slaapstand
9-20
Starten
7-1
Stoel en werkhouding
3-3
systeem automatisch
1-11
T
Televisie
8-13
Tijdelijk de geïntegreerde
numerieke toetsen gebruiken
(geïntegreerde numerieke toetsen
uitgeschakeld)
5-9
Tijdelijk het gewone toetsenbord
gebruiken (geïntegreerde
numerieke toetsen ingeschakeld)
5-8
Tijdelijk van modus wisselen
5-9
Toetsenbord
1-7
,
5-1
,
7-6
,
9-6
TOSHIBA Power Saver
1-13
TOSHIBA-diefstalregistratie
E-3
TOSHIBA-ondersteuning
9-22
Tv-uitgangssignaal
9-18
Typemachinetoetsen
5-1
typen
6-4
U
uitbreiding
1-15
,
8-7
uitgebreid toetsenbord
5-2
Uitschakelen
3-7
USB
1-8
,
2-3
,
2-4
,
7-6
,
9-19
V
Vaste schijf
1-4
,
9-7
Vergrendeling accu-eenheid
2-6
Verlichting
3-3
Vervangen
6-12
Verwijderen
8-3
,
8-9
Video-RAM
1-4
Video-uit-bus
1-8
,
2-5
Voeding
9-4
Volumeregelaar
2-2
Voorzorgsmaatregelen
6-5
W
Wachtwoord
7-2
,
9-6
Werkgewoonten
3-4
Z
Zelftest
9-4
Index-4 Gebruikershandleiding
Index
45


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Toshiba tecra a4 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Toshiba tecra a4 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 5,81 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info